Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Beoordelingsformulier Pabo Hoofdfase

cohort 2018-2019
Overzicht Performance assessment
 

Studentinformatie
Naam student: Jansen,Sanne S.C.T.

Studentnummer: 3498131

Locatie: Eindhoven

Studieloopbaanbegeleider: Haagen,Huub H.T. van der

Performance assessment
 
Beoordelaar 1: Eerden,Marlies M.W.M. van der

Datum: 2-3-2021

A.1 Invloed uitoefenen op het pedagogisch klimaat


De student heeft inzicht in groepsprocessen. Hij kan het pedagogisch klimaat in kaart brengen, bespreekbaar maken en
beïnvloeden. Hij handelt in diverse situaties, waaronder onverwachte situaties in interactie met leerlingen (bijv. op
speelplaats) en houdt daarbij rekening met zijn voorbeeldfunctie, zijn  rol als cultuurdrager en als wereldburger. Hij kan zich
verplaatsen in het gezichtspunt van de ander en  de belevingswereld van kinderen.
 
T.a.v. de situatie is sprake van
* gebruik maken van verschillende gesprekstechnieken;
* handelen binnen de gehele stagegroep
 
 
Competentie 2 –  Pedagogisch competent
De student…
2.1 creëert een veilige leeromgeving

Ontwikkelingsgerichte feedback:
Vanuit de observatie wordt duidelijk dat je je aandacht met name richt op het individu. Je corrigeert kinderen
veelvuldig door het ongewenste gedrag te benoemen. "Owen kan nooit goed nadenken zo, … zit niet eens op haa
billen."
 
De keuze voor deze activiteit vraagt het een en ander van de aandachtspanne bij kinderen. In hoeverre is dat
passend bij de uitgangspunten van het leren van jonge kinderen? Ook speelt de beginsituatie van deze groep me
in hoeverre heb je, in de keuze voor je activiteit rekening gehouden met het feit dat kinderen al lange tijd niet mee
naar school gingen?
 
Je bent ontzettend hard aan het werk om kinderen bij de les te houden. Dit doe je door kinderen te complimentere
bij gewenst gedrag. Je ondersteunt je verbale feedback, met een gebaar ( duim).
Op een gegeven moment laat je een mooi voorbeeld van specifieke ontwikkelingsgerichte positieve feedback,
gericht op de taak, zien. Je benoemt: "jullie hebben heel hard gewerkt allemaal, speciaal compliment aan Boris. J
hebt veel patronen gemaakt zonder fouten".
 
Daarnaast geef je veelvuldig negatieve feedback, in de vorm van "ssst" of door het ongewenste gedrag expliciet t
benoemen. Je intonatie klinkt wat geïrriteerd, dit terwijl je je mag afvragen of wat je vraagt van deze kinderen reëe
en passend is.
 
Onderzoek hoe je, naast verbale (negatieve) feedback, juist je intonatie, mimiek, houding, gebaren, stemvolume
kan inzetten. Zo kan je totale non verbale communicatie ondersteunen bij het op positieve wijze beïnvloeden van
gewenst gedrag en daarmee een gewenst klimaat voor deze groep.
 

A.3 Gedeelde sturing


De student geeft ruimte en verantwoordelijkheid aan de kinderen en houdt daarbij rekening met hulpvragen en de mate
waarin kinderen verschillen in zelfstandigheid.  Hij geeft kinderen vertrouwen om zelfregulerend te kunnen optreden.
 
T.a.v. de situatie is sprake van
* handelen binnen de gehele stagegroep
 
 
Competentie 1 –  Interpersoonlijk competent
De student…
1.3 past effectieve leraarcommunicatie toe op groep en individu

Ontwikkelingsgerichte feedback:
Vanuit de observatie wordt duidelijk, zoals ook omschreven bij A1. dat regelmatig corrigerend optreedt. Gedurend
de activiteit neemt dit corrigeren toe. Dit zorgt er voor dat de ruimte die je kinderen geeft, door ze het vertrouwen o
verantwoordelijkheid te geven, enkel afneemt. Je bent als leerkracht vooral nog bezig met het controleren en
corrigeren van de groep. Hierdoor ontstaat steeds minder ruimte voor zelfregulatie en gedeelde sturing.
 
Voel, ook tijdens een PA, de ruimte om sensitief te handelend en in te spelen op wat, volgens jou op dat moment,
de noden van de kinderen zijn. Wanneer je aan álles merkt dat je te veel van kinderen vraagt door de keuze van d
activiteit, buig deze om, toon je kwetsbaarheid en echtheid en neem de kinderen hierin mee.
 

B.3 Leeractiviteiten in samenhang begeleiden en tussentijds evalueren


De student begeleidt meerdere leeractiviteiten die onderling samenhangen. Hij verzorgt een gedifferentieerde instructie
rekening houdend met het groepsplan en/of handelingsplannen. Hij gaat na of de leerlingen de leerdoelen hebben begrepe
en realiseert een passende fysieke en virtuele leeromgeving. Hij begeleidt leerlingen bij het leerproces en biedt daarin geric
hulp, rekening houdend met verschillen tussen leerlingen. Hij geeft vanuit een positieve grondhouding feedback aan leerling
en organiseert docent- en leerlingfeedback als integraal onderdeel van het leerproces.
 
T.a.v. de situatie is sprake van
* begeleiden en evalueren van leeractiviteiten bij alle schoolvakken
* begeleiden en evalueren van leeractiviteiten in onderlinge samenhang binnen:
   - een geïntegreerd programma
   - een cyclus van leeractiviteiten over een langere periode
   - een dagprogramma
* leeractiviteiten begeleiden vanuit groepsplannen met gedifferentieerde instructie
* realiseren van feedback cyclus
 
Competentie 3 – Vakinhoudelijk en didactisch competent
De student…
3.6 legt leerdoelen uit aan kinderen en controleert of deze begrepen worden
3.7 zet methoden effectief en efficiënt in
3.10 houdt rekening met verschillen door variëren in didactiek
 
Competentie 3 –  Organisatorisch  competent
De student…
4.3 richt de leeromgeving uitdagend en veilig in

Ontwikkelingsgerichte feedback:
In je voorbereiding heb je aandacht voor onder andere het benoemen van het lesdoel, in de kringactiviteit zie ik di
niet terugkomen. De aanvang, kern en evaluatie van de activiteit lijkt wat in elkaar over te lopen.  
De wijze waarop de activiteit is ontworpen sluit onvoldoende aan bij de principes van het leren bij jonge kinderen.
De activiteit was klassikaal, waarbij je een groot beroep deed op de spanningsboog bij kinderen ( wachten op
elkaar). Daarnaast was de activiteit vooral talig, waarbij kinderen de behoefte tot bewegen, actief leren en écht
betrokken zijn, steeds leken te moeten onderdrukken.
 

 B.4 Evalueren en beoordelen van opbrengsten van samenhangende activiteiten


De student onderzoekt samen met de leerlingen de opbrengsten van leeractiviteiten en evalueert met hen het leerproces. H
maakt daarbij gebruik van gegevens van bestaande toetsen en analyseert en interpreteert deze samen met de
groepsleerkracht. Hij doet suggesties voor volgende leerdoelen en verbindt deze aan het groepsplan. De student formuleert
op basis van de evaluatie verbetersuggesties voor het ontwerp van de leeractiviteiten en de inrichting van de leeromgeving.
Hij stelt de persoonlijke opbrengsten voor zijn competentieontwikkeling vast.
 
T.a.v. de situatie is sprake
* verzamelen, analyseren en beoordelen van leeractiviteiten bij alle schoolvakken
* verzamelen, analyseren en beoordelen van leeractiviteiten in onderlinge samenhang binnen:      
   - een geïntegreerd programma
   - een cyclus van leeractiviteiten over een langere periode
   - een dagprogramma  
* beoordelen van opbrengsten voor de eigen competentieontwikkeling
* formuleren van verbeteracties voor ontwerp en leeromgeving
 
Competentie 3 –  Vakinhoudelijk en didactisch competent
De student…
3.15 zet de feedbackcyclus in als begeleidingsinstrument (feedup, feedforward en feedback)

Ontwikkelingsgerichte feedback:
Je evalueert de activiteit door te benoemen dat de kinderen nogal wiebelig waren. Je vertelt vervolgens zelf dat dit misschie
komt doordat het warm is en het al middag is. Je betrekt kinderen niet bij de analyse van het verloop van deze activiteit.
Je plaatst een kind buiten de kring, wanneer het kind terugkeert in de groep geef je aan: "je bent wel heel wiebelig vandaag
maar goed… dat kan een keer gebeuren".
 
Je mag de komende periode investeren in de kwaliteit van het samen terugkijken op de activiteit. Het is de bedoeling dat je
kinderen hierin ruimte geeft en daarmee mede verantwoordelijk maakt voor het creëren van een fijne sfeer in de groep.
Tevens ligt hier een kans je te verdiepen in het 'plaatsen van kinderen buiten de groep'. Mogelijk dat een onderzoek naar
pedagogische tact ( Marcel van Herpen) je hierbij richting kan geven.
 

 
C.1 Groepsplannen onder begeleiding uitvoeren en evalueren
De student informeert zich over de verschillende onderwijsbehoeften in zijn stagegroep en de wijze waarop de
groepsleerkracht hier planmatig in voorziet. Hij past in overleg met de groepsleerkracht zijn onderwijs hierop aan en evalue
in welke mate zijn interventies voorzien in de onderwijsbehoeften van kinderen.
 
T.a.v. de situatie is sprake van
* handelen in de gehele stagegroep
* uitvoeren en evalueren van bestaande groepsplannen
* samenwerken met de groepsleerkracht
 
 
Competentie 4 –  Organisatorisch competent
De student…
4.7 differentieert in subgroepen en/of 4.9 creëert ruimte voor individuele begeleiding

Ontwikkelingsgerichte feedback:
Tijdens de kringactiviteit was geen sprake van differentiatie.

  Uitslag: Onvoldoen

Toelichting op de beoordeling:
Dag Sanne,
 
In de feedback bij de verschillende kritische handelingen is te lezen dat je je mag ontwikkelen ten aanzien van het geven van
ontwikkelingsgerichte, positieve feedback. Dit onder andere ter bevordering van een positief leer-leefklimaat voor de groep
 
We bespraken mondeling dat het schrijven van een diepgaande reflectie, naar aanleiding van deze PA, helpend kan zijn in
hetgeen je nog mag ontwikkelen bij jezelf.
 
Tot slot kwam het thema: presteren onder toeziend oog van een assessor, voorbij. Probeer te onderzoeken hoe je dicht bij
jezelf en vooral de kinderen kunt blijven. Zet je sensitiviteit in om te anticiperen op wat zij nodig hebben, dan komt het goed
 
In het CE2 mag duidelijk worden welke ontwikkeling je, naar aanleiding van de gegeven feedback, hebt weten in te zetten.
 
Hartelijke groet, Marlies van der Eerden

You might also like