Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 8

12 veelgestelde vragen over

grondboringen voor warmtepompen


Bronnen
Een grondboring voor een gesloten bronsysteem van een warmtepomp roept nog
altijd veel vragen op. Wat is de beste plek bij een huis, is er onderhoud nodig, hoe
haal je de beste COP en kun je wel overal boren? Praktijkman Gerrit Draaijer geeft
antwoord op 12 veelgestelde vragen.

Tekst: Richard Mooi

Wat is de beste keuze: een water/water-warmtepomp met bodembron, of een lucht/water-


warmtepomp? Dat is de hamvraag als Gerrit Draaijer van grondboorbedrijf Durathem, een van de
oudste Nederlandse boorbedrijven voor bodemwarmte, een bodembron verkoopt die is bestemd
voor particuliere woningbouwers.

Waarom zou je voor een warmtepomp met bodembron kiezen?


“Een bodeminstallatie is het werkpaard van de energievoorziening in een woning. Een
bodembron geeft de hoogste prestatie (uitgedrukt in COP, red.). En je kunt dat positief
beïnvloeden. Een gemiddelde aardwarmtepomp werkt met een brontemperatuur van 0 °C en 35
°C afgifte (B0W35). Daarmee haalt de warmtepomp een COP van 4,7. Elke graad warmer uit de
bron geeft een COP-verbetering van 0,2.”

Dus je hebt liever een hogere brontemperatuur?


“Duratherm geeft garantie op een aanvoertemperatuur van +5 °C. Daarmee ga je met de COP een
punt omhoog, dus naar 5,7. Dat is ook een veiligheid. Je kunt niet op het randje gaan zitten,
vinden wij. Als er over acht jaar een aanbouw aan de woning komt, of er wordt vloerverwarming
aangelegd in de garage, dan komt de bodem in de problemen. Dat ondervang je met een goede
bron. Eigenlijk rekenen wij met een aanvoertemperatuur van 7 °C, maar we geven garantie op 5
°C.”
Een bodemwarmtepomp met koudemiddel R410A haalt bij B0/W35 een COP van minimaal 4,7.
Sommige toestellen komen daar nog boven zoals de WPC 10 van Stiebel-Eltron (COP bij
B0/W35 is 5,02).

Kun je een nog betere COP halen?


“Ja, door dieper te boren. De eerste 100 meter is de bodemtemperatuur zo’n 10 °C. Dat is gelijk
aan wat de temperatuur de afgelopen eeuwen was aan het maaiveld. Voorbij de 100 meter diepte
stijgt de temperatuur elke 30 meter meer met 1 graad, dus elke 100 meter extra geeft 3,2 °C. Dat
is niet de eindtemperatuur, want je verliest ook warmte, ongeveer de helft. Zo kun je uitrekenen
hoe diep je moet boren om een brontemperatuur van 10 graden te hebben. Dan haalt de
warmtepomp een COP van 6,7. De extra boorkosten hebben sommige mensen er wel voor over.
De klant wil energieneutraal zijn en heeft niet zoveel ruimte op het dak. Met een hogere COP heb
je wat minder zonnepanelen nodig.”

Op welke locatie bij een huis kun je het beste boren?


“Een goede plek is dichtbij de technische ruimte. Als je vooraan in de bouwperiode met de
boringen begint, is er vaak alle ruimte. Dat is ons streven, maar het lukt niet altijd. Iets verder van
de woning boren is niet heel erg. Er zit standaard 20 meter horizontale leiding aan een bron. Tot
die afstand zijn er geen extra kosten. In sommige provincies mag je niet zo diep boren en moet je
meerdere lussen gebruiken. Dan heb je wat meer ruimte nodig. In delen van Noord-Brabant
bijvoorbeeld mag je vanwege de grondwaterwinning maar tot 80 meter boren.”

Wat zijn lastige plekken om te boren?


“De binnensteden van grote plaatsen zoals Amsterdam. Als je diep wilt boren, heb je een grote
machine nodig. Je moet vaak achter in de tuin boren omdat aan de voorkant infrastructuur ligt en
daar moet je een aantal meters vandaan blijven. Maar in de achtertuin kun je met een grote
machine niet komen. Met een lichte boorwagen wel, maar daar kun je weer niet zo diep mee
boren, zodat je niet aan de verwarmingsvraag kunt voldoen.”

Hoe los je dat dan op?


“Soms wordt dan voor een bivalente oplossing gekozen: een warmtepomp met een buitendeel en
een bodembron. Als de buitentemperatuur hoger is dan de bodemtemperatuur, maak je gebruik
van buitenlucht. Dan ga je de bron minder belasten en hoef je minder diep te boren. Soms krijg je
ook medewerking van een gemeente. We mochten onlangs bijvoorbeeld in een perkje boren
omdat de gemeente in het kader van verduurzaming medewerking verleende en ons in openbare
grond de ruimte gunde voor een bodemlus.”
WKO-scan legt haperende regelingen bloot
Bij (open) wko-systemen kan een slecht functionerende regeling een belangrijke oorzaak van te
hoog energiegebruik zijn. Dat blijkt uit de WKO-scan van het Gebruikersplatform Bodemenergie.
Om mogelijke ontwerpfouten voor realisatie te onderkennen, biedt het platform sinds kort de
dienst ‘second opinion’ aan.
Lees meer in dit artikel.

Heeft een bron onderhoud nodig?


“Nee, een gesloten bronsysteem heeft geen onderhoud nodig. Dat is het plezierige. Je betaalt één
keer en er zijn geen verdere onderhoudskosten. Lekkage is er vrijwel nooit, dat komt alleen een
heel enkele keer voor bij graafwerkzaamheden van een tuinman of doordat iemand een diepe paal
in de grond slaat. De bron is ook onzichtbaar. Soms maken we gebruik van een kunststof put in
het straatwerk, zodat je weet waar hij zit.”

Hoelang duurt het boren en hoe groot is het boorgat?


“Dat hangt af van het vermogen van de bron, maar bij de meeste woningen ben je in een dag
klaar. Vervolgens heb je nog een dag nodig om het systeem aan te sluiten. Soms lukt het zelfs
allemaal in één dag. Het boorgat heeft een diameter van 15 of 16 centimeter.”

“Een gesloten bronsysteem heeft geen onderhoud nodig. Je betaalt één keer en er zijn geen
verdere onderhoudskosten.”

Hoe ziet een bodem-warmtewisselaar eruit?


“Dat is een normale zwarte slang van tyleen. Hij is meestal 40 mm dik, soms 32 en bij een
dubbele lus is de diameter 25. Of je voor een dubbele lus kiest is afhankelijk van de warmtevraag
en de diepte van de bron. Als je veel rendement uit een bron wilt hebben, bijvoorbeeld als er
weinig ruimte is, doen we er een dubbele lus in. Doordat de leiding dunner is, botsen de
vloeistofmoleculen beter tegen de wand van de leiding en nemen ze beter warmte op. Bij een
dunnere leiding is de warmteoverdracht beter, maar je mag ook niet te diep gaan omdat anders de
leidingweerstand te groot wordt. Bij een diepe bron vanaf 100 meter gebruiken we één lus van 40
mm.”

Wat gebeurt er met het boorgat?


“Als de lus geplaatst is, wordt het boorgat omstort met grout (mengsel van cement, water en
hulpstoffen, red). Dat zorgt voor een ondoordringbare mantel rondom de bodemlus. Er kan geen
water van hogere naar diepere lagen zakken. Ook verontreiniging uit de bovenlaag kan nu niet
verder de bodem binnendringen. En grout heeft een goede warmtegeleiding.”

Kun je overal in Nederland boren?


“We gebruiken in Nederland de spoelboortechniek. Daarmee kun je snel in zand en klei boren. Als
je in rotsen terechtkomt, ga je hameren. Dat gebeurt in de rest van Europa, maar ook in Zuid-
Limburg. Daar komen wij niet.”

Welke innovaties zijn er op boorgebied?


“De innovatie is dat we dieper willen boren, naar ongeveer 450 meter. Dan heb je een
aanvoertemperatuur van 17 °C. Dat is nodig voor renovatiepanden die alleen een
verwarmingsvraag hebben, en geen koelvraag. Als je een hogere aanvoertemperatuur hebt, kun je
hoger stoken en hoef je niet zoveel met de schil te doen. Op die manier hebben we
grachtenpanden van een bodemlus voorzien, maar ook kastelen. Een warmtepomp heeft een COP
van 4,7 bij B0/W35. Zo doorredenerend: als je zorgt dat uit de bodem 17 °C komt en je gaat naar
een afgifte van 65 °C, heb je ook een COP van 4,3. Ik hoop dat wij met diepere boringen en een
hogere afgiftetemperatuur voor een kleine revolutie in de bestaande bouw kunnen zorgen. Voor
nieuwbouw is dieper dan 150 meter meestal niet nodig, omdat de woningen zo goed zijn
geïsoleerd.”

Gerelateerde artikelen over bodembronnen


 Mini-warmtenet met open bron als alternatief voor lucht/water-
warmtepompen
 Uit de praktijk: bewonerservaring met een bodemwarmtepomp
 IJskelder als alternatief voor diepe bodemlussen
 Centrumgebied in Den Haag krijgt ‘gebieds-wko’

Mini-warmtenet met open bron als


alternatief voor lucht/water-
warmtepompen
Bronnen
Energieleverancier Geohita ontwikkelde een collectieve warmtepompinstallatie met
een mini-warmtenet én open grondwaterbron. Hierdoor is er geen geworstel met
buitenunits van lucht/water-warmtepompen en het ruimtebeslag in de woning. Nu
in Flevoland de eerste projecten draaien, is er veel belangstelling.

Tekst: Richard Mooi


Jetze Kempenaar, mede-oprichter van Geohita, opent de deur van het energie-huisje in
Kraggenburg. In dit dorp in de Noordoostpolder exploiteert Geohita het kleinste warmtenet uit
zijn portefeuille. Zeven woningen zijn erop aangesloten. “En dit is het geluid dat de
warmtepompen maken”, zegt hij. Alleen in de technische ruimte zelf, een berging in een
achtertuin, is licht gezoem hoorbaar van de twee warmtepompen van alpha innotec. Kempenaar
benadrukt de stille werking van het systeem niet zonder reden: geluidsoverlast is eigenlijk de
reden dat Geohita het levenslicht zag.

Alternatief voor lucht/water-warmtepompen


Woningprojectontwikkelaar OVT Ontwikkeling en Totec installatietechniek uit Urk zochten een
alternatief voor de lucht/water-warmtepompen die ze plaatsten in duurzame
woningbouwprojecten. Zo’n systeem gaf nogal eens problemen. In de winter klaagden bewoners
over geluidsoverlast en een hoge energierekening. En ook stond er een grote installatie in huis.
Totec en OVT besloten het roer om te gooien. Bij een woningproject van tien huizen in
Emmeloord moest er een stiller en efficiënter alternatief komen. Maar wat dan?

Jetze Kempenaar voor het energiehuisje in Kraggenburg. 

Invriezing bodem
Individuele warmtepompen aangesloten op gesloten bodemwisselaars bleken een stuk duurder.
En bewoners zouden dan alsnog een omvangrijke unit in de woning hebben, motiveert
Kempenaar. Bovendien is er bij een gesloten bron het risico op lekkage van glycol in de bodem.
“Als het heel koud is, trek je bij een gesloten bron heel veel warmte uit de grond. We denken dat
het rendement op termijn onder druk komt te staan.”

Collectieve warmtepomp
OVT en Totec kwamen uit op een voor woningbouw minder gangbare techniek: een collectieve
warmtepomp gekoppeld aan een open bodembron met grondwater. “Die trek je nooit bevroren.”
Zo’n bron haalt weliswaar een constante hoge grondwatertemperatuur van zo’n 10 °C, maar is
duur om te slaan. Eigenlijk is hij alleen interessant bij grootschalige utiliteit, waarbij de
onderhoudskosten wegvallen in de exploitatie. Een berekening liet zien dat zo’n open bron ook bij
de kleinschalige nieuwbouw van OVT een oplossing zou kunnen zijn. Bij een kleine bron is er
nauwelijks administratieve rompslomp. “In Flevoland volstaat een melding”, verduidelijkt
Kempenaar.

Vermogenslimiet
Met een limiet op de broncapaciteit was meteen de maximale capaciteit van de warmtepomp
vastgelegd. Bij een flow van 10 m³/h en een delta-T van 4 K geeft de bron maximaal 46 kW. Tel
daarbij nog 10 kW aan elektriciteit, en het warmtepompvermogen bij zo’n bron komt op ongeveer
55 kW. Dat gedeeld door de warmtevraag van een woning (3-4 kW) zorgt voor een maximale
omvang van 15-20 huizen. Geen probleem, want dat is precies de omvang van de meeste
nieuwbouwprojecten in de portefeuille van OVT en de diverse andere partijen waarmee Geohita
inmiddels zaken doet. “Zijn de projecten groter dan 20 woningen, dan schalen we op met een
extra netwerk of grotere bron.”

Het buffervat naast de warmtepompen.

Ringleiding
Om het hoge rendement van de warmtepomp met open bron volledig te benutten, werd besloten
tot aanleg van een lagetemperatuurwarmtenet met een temperatuur van maximaal 30-35 °C. Zo’n
lage temperatuur voor de vloerverwarming is alleen mogelijk doordat de woningen beter zijn
geïsoleerd dan wat het Bouwbesluit vereist. Omdat het lastig is om zo’n ringleiding door bewoners
te laten exploiteren, zag Geohita het levenslicht. “We maken het systeem en zijn ook het
energiebedrijf.”

Monobron met twee warmtepompen


De bron is meestal een zogenaamde monobron. In één gat vindt zowel de onttrekking van het
grondwater plaats als de retour. “We halen het water op bijvoorbeeld 40 of 50 meter diepte en
brengen het terug in de bodem op 60 meter diepte.” Om de bedrijfszekerheid te garanderen, kiest
Geohita standaard voor twee warmtepompen.

Tapwater
Het warmtenet zorgt ook voor voorverwarming van het tapwater. De afleverset in de woning
warmt het drinkwater op tot ongeveer 30 °C. Vervolgens brengt een elektrisch doorstroomtoestel
(13 kW) dit op 60 °C. De tapwaterhoeveelheid is voldoende voor een ‘goed comfort’. “Bij een
individuele warmtepomp met boiler is vaak net wat meer water per minuut beschikbaar, maar de
hoeveelheid is eindig en bij een doorstromer niet”, geeft Kempenaar het verschil aan. Het
warmtenet raakt nooit leeg, of alle bewoners moeten op precies dezelfde tijd lang onder de douche
staan. In huizen met twee badkamers biedt Geohita een boosterwarmtepomp met boiler aan. Die
krikt de temperatuur van het warmtenet op naar zo’n 60 °C.
 

Proefprojecten in Flevoland
Na het eerste project in Emmeloord volgenden diverse projecten in Flevoland, zoals in
Biddinghuizen en het kleine woningproject met zeven huizen in Kraggenburg. In totaal gaat het
om 42 woningen. Deze projecten waren nodig om de techniek onder de knie te krijgen. Die liep
overigens gesmeerd. De open bronnen functioneren tot nu toe probleemloos. Dichtslibbende
retourbronnen bleven uit. “Met een goede filterstelling, regelmatige schoonmaak en goede
monitoring kom je een heel eind.” Mocht na verloop van tijd de retourbron vervuild raken, dan is
spoelen noodzakelijk. Kempenaar denkt ook dat de keuze van het bronbedrijf van invloed is.

Communicatie met bewoners


De projecten leerden wel dat communicatie met toekomstige bewoners moest verbeteren. Het is
belangrijk om in een vroegtijdig stadium het energieconcept te verduidelijken. Het warmtenet
brengt met zich mee dat bewoners niet zelf een energieleverancier kunnen kiezen. Bewoners die
zelf een warmtepomp willen selecteren, kunnen beter voor een ander woningconcept kiezen, zegt
Kempenaar. Bij informatiebijeenkomsten zien bewoners ook de voordelen, merkt hij. “Er is geen
ruimtebeslag in de woning, ze hebben geen onderhoud en zijn af van hoge vervangingskosten.”
Geohita rekent bewoners af op het verbruik per Gigajoule, conform de Warmtewet.

Koeling
Aanvankelijk was koeling niet mogelijk bij het ringleidingnet, maar bij de huidige projecten biedt
Geohita dit wel aan. Er is steeds meer behoefte aan, merkt Kempenaar, zeker in appartementen
die ook in de portefeuille zitten. Aan een extra leidingsysteem zijn wel meerkosten verbonden.
Soms leggen projectontwikkelaars de keuze bij de toekomstige bewoners neer. Bij bewoners die
geen behoefte hebben aan vloerkoeling worden de leidingen afgedopt tot in de woning gelegd. In
projecten zonder koudenet is het mogelijk om in de zomer de watertemperatuur in de ringleiding
te verlagen naar 18 °C, zodat bewoners de vloerkoeling kunnen activeren. Dat betekent wel dat de
doorstroomtoestellen voor tapwater het leidingwater extra in temperatuur moeten verhogen. Dat
gaat ten koste van de hoeveelheid warm water en zorgt voor een hoger elektraverbruik, zegt
Kempenaar. “Een voorwaarde is dus wel dat bewoners het met elkaar eens kunnen worden.”
 

Beperkte effectenstudie
Uit de eerste projecten bleek bovendien dat een maximale capaciteit van 10 m³/h niet heilig is.
Een grotere bron is minder ingrijpend dan gedacht. Bij een onttrekking tussen 10 en 50 m³/h is
weliswaar een vergunning noodzakelijk, maar de aanvraag daarvan is niet heel ingewikkeld. Er
moet in Flevoland een ‘beperkte effectenstudie’ worden uitgevoerd. Dat betekent een extra
kostenpost, maar in grote delen van de polder mag de bron er komen. Soms komt uit de
effectenstudie dat een extra filter nodig is. Bovendien zijn bij een groter systeem de kosten per
woning lager, wat zich uit in een betere verkoopprijs. Bij een woningbouwproject van zeven
huizen zoals in Kraggenburg drukt de bouw van een technische ruimte op het bouwbudget. “En
we kiezen niet voor een goedkoop bouwwerk.”
De pomp van het warmtenet in Kraggenburg.

Veel belangstelling
Met het slagen van de eerste projecten besloot Geohita verder te kijken dan alleen aandeelhouder
OVT Ontwikkeling. Het concept is sinds eind vorig jaar ook voor andere projectontwikkelaars
beschikbaar. En er is alleen al in Flevoland grote belangstelling. In de pijplijn en bouwfase zitten
zo’n 150 grond-gebonden huizen en appartementen. OVT Ontwikkeling bouwt in het centrum van
Emmeloord een appartementsgebouw met vijftien woningen en drie commerciële ruimtes, waar
Geohita zelf een van de gebruikers wordt. “In ons eigen pand staan een buffervat en warmtepomp,
aangesloten op de ringleiding door het pand. Zo kunnen we het systeem ook eenvoudig laten
zien.”

Enthousiasme door prijsstelling


Kempenaar denkt dat projectontwikkelaars ook enthousiast zijn door de prijsstelling. Een
warmtenet is minder prijzig dan individuele bodemwarmtepompen. Dat drukt de prijs van een
nieuwbouwhuis. Bovendien is ook het ontbreken van een fysiek toestel in woningen een pluspunt,
merkt Kempenaar. Evenals het wegvallen van een buitenunit. “Ik zie overal lelijke kasten aan de
muur hangen.”

Gerelateerde artikelen over bodemsystemen:


 Mini-warmtenet als alternatief voor buitenunit warmtepompen
 Bodem als bron voor een warmtepomp: wat zijn de aandachtspunten?
 ‘Gedoe en kosten staan benutting bodemenergie in de weg’
 Adri Meijdam van a.s.r. wint WKO Duurzaamheid Award 2019
 Verbruik warmtepomp in Radar-reportage niet representatief
 Gerechtshof stelt bewoners geplaagde wko-wijk De Teuge in gelijk

You might also like