Professional Documents
Culture Documents
Samenvatting en Recensie de Vrijgevige God Van Tim Keller
Samenvatting en Recensie de Vrijgevige God Van Tim Keller
Samenvatting en Recensie de Vrijgevige God Van Tim Keller
Jezus gebruikt de twee zonen in de gelijkenis van ‘de verloren zoon’ (zoals
de gelijkenis meestal wordt genoemd) als illustratie van de twee hoofdwegen waarlangs mensen
geluk en vervulling najagen: de weg van moreel conformisme en de weg van zelfontdekking. Ze
werken beide als een lens die onze hele kijk op het leven kleurt, of als een denkpatroon dat vorm
geeft aan al je ideeën. Het zijn twee manieren om persoonlijke betekenis en waarde te vinden, om
met de ellende in de wereld om te gaan, en om goed van kwaad te onderscheiden.
De oudste zoon in de parabel staat voor de weg van moreel conformisme. De Farizeeërs van Jezus’
dagen geloofden dat zij weliswaar een door God verkoren volk waren, maar dat zij toch alleen door
strikte gehoorzaamheid aan de Bijbel onder zijn zegen zouden blijven en uiteindelijke verlossing
konden krijgen. Dit denkpatroon kent ontelbaar veel varianten; maar men gaat er altijd vanuit dat de
wil van God en de maatstaven van de gemeenschap boven persoonlijke vervulling gaan. Geluk en
herstel van de wereld zijn in deze visie alleen bereikbaar als we moreel correcte mensen worden.
Natuurlijk kunnen we af en toe struikelen, maar dan word je beoordeeld naar de diepte en de
hevigheid van je berouw. In deze visie moeten we altijd ergens aan voldoen, tot in onze
mislukkingen toe.
De jongste zoon in de parabel staat voor de weg van zelfontdekking. In oude patriarchale
samenlevingen koos een enkeling deze richting. Maar vandaag zijn het er veel meer. Volgens dit
denkpatroon moet het individu vrij zijn om zijn of haar eigen doelen en zelfvervulling na te jagen,
ongeacht de heersende gebruiken en verwachtingen. In deze visie zou de wereld er veel beter
voorstaan als tradities, vooroordelen, gezagsstructuren en andere hinderpalen voor een persoonlijke
vrijheidsbeleving werden verzwakt of weggenomen.
Mensen die de weg van moreel conformisme gaan, zeggen: ‘Ik doe niet wat ik wil maar wat de
traditie en de mensen willen dat ik doe.’ Wie de weg der zelfontdekking kiest, zegt: ‘Ik ben de enige
die bepalen kan wat goed of slecht voor mij is. Ik leef zoals ik leven wil en vind op die manier mijn
ware ik en mijn geluk.’
Onze westerse maatschappij is zo diep verdeeld tussen deze twee zienswijzen, dat bijna niemand
nog een andere manier van leven kan bedenken. Als je kritische afstand bewaart tot de ene weg,
neemt iedereen aan dat je dus de andere hebt gekozen. Want elk van beide zienswijzen verdeelt de
wereld gewoonlijk in twee hoofdgroepen. De morele conformist zegt: ‘De immorelen – de mensen
die “doen wat ze willen” – zijn het grote probleem, en morele mensen zijn de oplossing.’ De
voorstanders van zelfontdekking zeggen: ‘De fanatieke, geborneerde mensen – die zeggen de
waarheid in pacht te hebben – zijn het grote probleem, en ruimdenkende, progressieve mensen zijn
de oplossing.’ Elk van beide zegt: onze weg is de weg waarlangs het in orde zal komen met de
wereld, en wie niet met ons is, die is tegen ons.
Moeten we concluderen dat ieder mens in een van deze twee categorieën thuishoort? Ja en nee. Een
groot aantal mensen heeft een temperament waardoor ze ofwel neigen tot een leven van moreel
conformisme ofwel tot een leven van zelfontdekking. Er zijn echter ook mensen die heen en weer
pendelen, die per levensstadium nu eens de ene en dan de andere strategie proberen. Velen hebben
de denkvorm van het moreel conformisme beproefd, raakten erdoor vermorzeld, en maakten toen
een dramatische stap naar een leven van zelfontdekking. Anderen maken een tegenovergestelde
beweging.
Sommige mensen kunnen met enig recht beweren dat ze de twee zienswijzen in één persoonlijkheid
combineren. Er zijn oudste zonen met een zeer traditioneel voorkomen die, als uitlaatklep, ook een
verborgen jongstezoon-leven leiden. Bij politieacties om internet-sexpiraten op zoek naar jonge
tieners in de val te laten lopen worden regelmatig zeer gelovige mensen betrapt, waaronder veel
priesters en dominees. Andersom zijn er veel mensen, zeer vrijgevochten en ongelovig in hun
opvattingen en levensstijl, die op religieus conservatieve mensen neerkijken met een eigenwaan en
minachting als van de ergste Farizeeërs.
Maar bij alle variatie blijven het toch twee hoofdmanieren van leven. De boodschap van Jezus met
zijn parabel is dat beide manieren fout zijn. De parabel laat het radicale alternatief zien.
Hoe kan dat? Dat kan doordat de zonen in hun hart, en in twee manieren van leven waarvoor zij
staan, veel meer op elkaar lijken dan op het eerste gezicht.
Wat wilde de jongste zoon het liefste in het leven? Hij had weinig zin om in het familiebezit te
delen onder vaderlijk toezicht. Hij wilde zijn eigen beslissingen nemen en onbelemmerde controle
hebben over zijn deel van de rijkdom. Hoe kreeg hij dat? Met een staaltje van brutaliteit, een grove
schending van gangbare normen, een complete onafhankelijkheidsverklaring.
Wat wilde de oudste het liefst? Als je erover nadenkt, kom je tot de conclusie dat hij hetzelfde wilde
als zijn broer. Hij was net zo rancuneus tegen de vader als de jongste zoon. Ook hij wilde meer de
dingen van zijn vader dan de vader zelf. Maar terwijl de jongste zoon naar een verre landstreek
ging, bleef de oudste in de buurt en ‘was nooit ongehoorzaam’. Dat was zijn manier om greep te
krijgen. Zijn onuitgesproken eis luidt: ‘Ik ben nooit ongehoorzaam geweest! Nu moet u de dingen
in mijn leven doen zoals ik wil.’
De twee zonen waren in hun hart hetzelfde. Ze hadden beide een hekel aan het gezag van hun vader
en zochten manieren om eronderuit te komen. Ze wilden elk van beide in een positie komen waarin
ze de vader konden voorschrijven wat hij moest doen. Met andere woorden, elk van beide kwam in
opstand – maar de een deed dat door heel slecht te zijn, en de ander door extreem goed te zijn. Ze
zijn beide vervreemd geraakt van het vaderhart; het zijn twee verloren zonen.
Ziet u wat Jezus hier dus leert? Geen van beide zonen had de vader op zichzelf lief. Elk van beide
gebruikte de vader meer voor eigen egocentrische doeleinden dan dat ze hem liefde, vreugde en
dienstbaarheid betoonden om wille van hemzelf. Dit betekent dat je tegen God in opstand kunt
komen en van hem kunt vervreemden ofwel door zijn regels te overtreden, ofwel door ze allemaal
ijverig na te leven.
Het is een schokkende boodschap: zorgvuldige naleving van Gods wet kan functioneren als
strategie voor opstand tegen God.
Oudste zonen zijn God gehoorzaam om iets te ontvangen. Ze zijn God niet gehoorzaam om God
zelf te krijgen – om op hem te lijken, hem lief te hebben, hem te kennen, en hem vreugde te
brengen. Gelovige en morele mensen kunnen zo hun eigen geestelijke Heer en Verlosser worden,
net zo goed als de jongste zonen die zeggen dat ze niet in God geloven en zelf wel bepalen wat goed
en kwaad is.
Hier hebben we dus Jezus’ radicale herdefiniëring van wat er mis met ons is. De definitie van zonde
is voor bijna iedereen: het breken van een aantal regels. Maar Jezus laat zien dat een man met bijna
niets op zijn morele kerfstok toch precies zo geestelijk verloren kan zijn als de meest lichtzinnige en
immorele mens. Waarom? Omdat zonde niet maar het breken van regels is. Het is jezelf in plaats
van God stellen als Verlosser, Heer en Rechter (zoals elk van beide zonen het gezag van de vader in
zijn eigen leven probeerde uit te schakelen).
Er zijn twee manieren om je eigen Verlosser en Heer te zijn. De ene is dat je alle morele wetten
breekt en je eigen koers uitzet, de andere dat je je aan alle morele wetten houdt en zeer, zeer goed
bent.
Bovenstaande tekst is een ingekorte bewerking van het hoofdstuk 3 (Een nieuwe definitie van
zonde) in De vrijgevige God, Uitgeverij Van Wijnen, Franeker 2009. Dit boek verschijnt begin
april.
Zie ook de bespreking die Aad Kamsteeg schreef van dit boek, in het maartnummer van CV•Koers.
Naar boven | Reageer op dit artikel | Mail naar vriend(in) | Print dit artikel