Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

Gewijzigde NEN 6702 van toepassing en NPR 6703 ter kritiek

Bepaling capaciteit
noodafvoersystemen
De gewijzigde NEN 6702

verwijst voor de bepaling


van de capaciteit van een

leidingsysteem voor de

noodafvoer van regenwa-

ter naar NEN 3215. Daarmee

zet de norm het UV-hemel-

watersysteem als noodaf-


voersysteem buitenspel.

De ter kritiek gepubliceer-

de NPR 6703 gaat er vanuit

dat een UV-hemelwateraf-

voersysteem niet zonder

meer geschikt is om als

noodafvoersysteem te
worden toegepast.

Techniek

Tekst en foto’s: Will Scheffer

H et belang van een regenwater


accumulatieberekening bij
platte daken met een lichte
constructie is in Intech K&S van
maart 2005 besproken [1]. Wateraccu-
mulatie kan optreden doordat relatief
vlakke daken doorbuigen. Daardoor
kan extra regenwater toestromen
met als gevolg een nog grotere door-
buiging en nog meer toestromend re-
genwater. Bij doorgaande dakcon-
structies kan het effect van waterac-
cumulatie worden versterkt, doordat
de naastliggende velden opbuigen.
Het optreden van wateraccumulatie
Noodafvoeren in de vorm van een ronde steekafvoer in het (overstekend) dakvlak. kan worden beperkt door adequate
bouwkundige voorzieningen te tref-

80 november 2005 intech K&S


fen. De belasting zal verwaarloos-
rechte vrije overlaat b
baar zijn ten opzichte van andere
dakbelastingen als het dak voldoen- positie x
de afschot heeft, voldoende stijf is of

dnd
over voldoende noodafvoer beschikt.
Qh
Een noodafvoer wordt toegepast bij

dhw
hnd
dakconstructies om regenwater af te
voeren in geval van een verstopping
van het reguliere hemelwaterafvoer-
systeem. De beoordeling van een
dak met betrekking tot de belasting
door regenwater is beschreven in NEN
6702 [2]. Naar aanleiding van de inci-
denten met ingestorte daken in 2002
ronde steekafvoer
en een daarop volgend onderzoek
door het ministerie van Vrom, is in positie x
juli van dit jaar een wijzigingsblad d
NEN 6702/A1 verschenen [2]. Dit wijzi-

dnd
gingsblad is sinds 1 september 2005

dhw
van toepassing via een wijziging van
de Regeling Bouwbesluit 2003.

hnd
In de oorspronkelijke norm waren al-
leen uitvoeringen van noodafvoeren Qh
in dakranden opgenomen. In de prak-
tijk blijkt dat vaak ook op andere
plaatsen in het dak noodafvoeren no-
dig zijn. Deze worden uitgevoerd als
zogenoemde ronde steekafvoeren die 1. Waterhoogte dhw bij een rechte overlaat en een ronde steekafvoer.
tot een bepaalde hoogte boven het
dakvlak reiken. Het door steekafvoe- re waterafvoeren zijn dichtgezet. De wordt uitgegaan van een leiding-
ren opgevangen regenwater wordt waterhoogte dhw(x) boven het dak- systeem voor hemelwaterafvoer op
met een (inpandig) leidingsysteem af- vlak op positie x is gelijk aan de wa- basis van overlaatstroming [5]. Voor
gevoerd tot aan een vrije uitloop bo- terstand minus de hoogte van de UV-hemelwaterafvoersystemen (ge-
ven het aangrenzend maaiveld. Met dakconstructie op positie x (afbeel- sloten stroming) bestaat (nog) geen
het wijzigingsblad voorziet NEN 6702 ding 1). De waterhoogte ter plaatse geharmoniseerde Nederlandse richt-
nu in regels voor dakrandafvoeren (in van de noodafvoer moet per afvoer- lijn of norm. De in NTR 3216 [6] be-
de vorm van een rechte, vrije over- gebied worden berekend. Een afvoer- schreven bepalingsmethode voor de
laat) en ronde steekafvoeren, gekop- gebied is een gebied waarvoor geldt afvoercapaciteit van het UV-hemelwa-
peld aan een leidingsysteem. dat al de neerslag die daar valt, zich terafvoersysteem mag slechts wor-
verzameld op een deel van dat ge- den gebruikt als globale richtlijn
Normen en richtlijnen bied, zie voorbeelden in [1]. Voor de voor het voorlopig ontwerp. De ter
De gewijzigde NEN 6702 verwijst voor berekening van de waterhoogte ter kritiek gepubliceerde NPR 6703 gaat er
de bepaling van de capaciteit van het plaatse van de noodafvoeren is een vanuit dat met een noodafvoer-
leidingsysteem naar hoofdstuk 6 van aantal uitgangspunten van toepas- systeem niet altijd kan worden vol-
NEN 3215 [4]. De capaciteit van het lei- sing (zie kader). daan aan de criteria die gelden voor
dingsysteem moet groter zijn dan Voor een nadere uitwerking om een een UV-systeem.
het debiet volgens 7.8.1.5 van NEN leidingsysteem te toetsen volgens De werking van een UV-systeem is
6702. Daarin staat dat de waterstand hoofdstuk 6 van NEN 3215 verwijst NEN gebaseerd op het uitgangspunt dat
boven het dakvlak moet zijn bepaald 6702 naar NPR 6703. Deze Nederlandse bij alle op het systeem aangesloten
uit een horizontale waterspiegel en Praktijkrichtlijn is onlangs door het afvoertrechters zoveel water aanwe-
de waterhoogte ter plaatse van de NEN ter kritiek gepubliceerd [3]. De zig is, dat geen lucht kan worden
noodafvoeren dnd, waarbij alle ande- verwijzing naar NEN 3215 houdt in dat aangezogen. Voorbeelden waarbij

2. Verschil in
waterhoogte
rechte vrije overlaat in de dakrand ronde steekafvoer in het dak vlak
boven de drem-
pel bij een over-
laat in de dak-
onbelast

rand en een
steekafvoer in
het dakvlak.
dnd

dnd
belast

doorbuiging door regenwater

intech K&S november 2005 81


niet aan dit uitgangspunt kan wor- den en de capaciteit significant af. van uitgegaan dat een UV-hemelwa-
den voldaan, zijn opstuwing van wa- Op deze wijze kan een niet accepta- terafvoersysteem niet zonder meer
ter door wind, de wijze van opbouw bele berging van water op het dak- geschikt is om te worden toegepast
van het systeem en niveauverschillen vlak ontstaan, die tot een overbe- als noodafvoersysteem. NPR 6703 be-
op het dakvlak door bouwfouten en lasting van de constructie kan leiden, vat onder meer een samenvatting
vervorming van de constructie tij- zo staat in ontwerp NPR 6703. van de formules die in NEN 3215 zijn
dens een wateraccumulatieproces [7]. Standaard instroomtrechters van een opgenomen om de capaciteit te be-
Als een als noodafvoersysteem toe- UV-systeem voldoen vaak niet aan de palen voor een standleiding die ge-
gepast UV-hemelwaterafvoersysteem eisen die in NEN 6702 zijn gesteld om zien in de afvoerrichting, direct na
lucht aanzuigt, gaan drukverschillen verstoppingen te voorkomen (zie ka- een noodafvoer wordt toegepast,
verloren en nemen de stroomsnelhe- der). In ontwerp NPR 6703 wordt er voor een verzamelleiding en voor
een standleiding die na een verza-
melleiding wordt toegepast. De ta-
De waterhoogte ter plaatse van noodafvoeren worden bellen die daarbij zijn opgenomen,
berekend op basis van de volgende uitgangspunten [2] hebben betrekking op middellijnen
in een reeks die veel verder gaat dan
Als, uitgaande van een horizontale waterspiegel (= een gelijke waterstand), de water- NTR 3216, namelijk van een ontwerp-
hoogte boven de drempel bij verschillende noodafvoeren niet gelijk is, moet hiermee middellijn van 117 tot 375 mm, die
voor de bepaling van de waterhoogte dnd boven de noodafvoeren rekening zijn overeenkomt met een handels-
gehouden. middellijn van 125 tot 400 mm.

Noodafvoeren in een gebied met gelijke waterstand moeten in staat zijn de volgende Bestaande situatie
debieten (Qh) af te voeren: Als de constructeur, nadat hij het ef-
A • ir fect heeft beoordeelt van het be-
lastingsgeval ‘regenwater’ bij be-
Bij meer noodafvoeren in één afvoergebied geldt: staande bouw, tot de conclusie komt
dat de beschouwde constructie niet
n∑ Qh;i = Qh voldoet, staat hij voor de keus van
i=1
drie soorten maatregelen:
Bij toepassing noodafvoer i in de vorm van een rechte vrije overlaat wordt de water- • het versterken en verstijven van de
hoogte boven de noodafvoer i (dnd;i) bepaald door: dakconstructie;
0,70 • (Qh;i /bi)2/3 • het verbeteren van de hoogte-
ligging van de dakconstructie (aan-
Bij toepassing noodafvoer i in de vorm van een ronde steekafvoer geldt: passing afschot en zeeg);
Qhi;i ≤ Qh:u • het vergroten van de capaciteit van
Qh:u = 2,5 • di5/2 de noodafvoeren.
Het vergroten van de capaciteit van
De waterhoogte boven de ronde steekafvoer i (dnd;i) wordt bepaald door: de noodafvoeren leidt volgens ont-
0,29 • (Qh;i /di)2/3 werp NPR 6703 tot een reductie van de
belasting op de constructie en is
De waterhoogte (dhw) ter plaatse van de noodafvoer wordt bepaald door: vaak relatief eenvoudig aan te bren-
dnd + hnd gen. In Bijlage A van die NPR is in en-
kele voorbeelden aangegeven hoe
Berekening afmetingen noodafvoeren [3] dit, door het ontwerpproces om te
draaien, kan worden uitgevoerd.
Benodigde breedte van een rechte, vrije overlaat: Door de constructeur wordt eerst de
b > 0,586 (Qh/dnd2) maximaal opneembare waterstand
op het dak bepaald. Vervolgens
Benodigde binnenmiddellijn van ronde steekafvoer: wordt het ontwerp van het noodaf-
d ≥ 0,156 (Qh /dnd2) niet kleiner dan 0,45 dnd. voersysteem gemaakt, dat bij de ge-
geven regenintensiteit de waterstand
Verklaring: op het dak voldoende klein houdt.

A is het oppervlak van het afvoergebied, [m2] Voorbeeld


bi is de breedte van noodafvoer i in de vorm van een rechte vrije overlaat, [m] De drempelhoogte hnd van een nood-
dhw is de waterhoogte ter plaatse van de noodafvoer, [m] afvoer moet ervoor zorgen dat de
di is de binnenmiddellijn van de ronde steekafvoer i, [m] noodafvoer bij een beperkte water-
dnd is de waterhoogte boven de noodafvoer, [m] stand op het dak niet direct gaat
dnd;i is de waterhoogte boven noodafvoer i, [m] werken en dat zodoende in reguliere
hnd is de hoogte van de noodafvoer boven het dakvlak, [m] situaties het regenwater via het regu-
ir is de regenintensiteit, [0,047x10-3 m/s] liere hemelwaterafvoersysteem
n is het aantal noodafvoeren in het afvoergebied wordt afgevoerd. Van een dak is voor
Qh is het debiet dat door de noodafvoeren in het afvoergebied moet worden afge- een dakligger met een beperkt af-
voerd, [m3/s] schot aan de kopgevel door de con-
Qh;i is het debiet dat door noodafvoer i moet worden afgevoerd, [m3/s] structeur een waterhoogte dhw;grens
Qh:u is het maximaal af te voeren debiet door een ronde steekafvoer, [m3/s] berekend van 30 mm. Deze water-
hoogte is te beschouwen als een
Ronde steekafvoeren moeten ten minste op een afstand gelijk aan tweemaal de ondergrens van de wateropvoerende
middellijn van de afvoer vanaf dakopstanden worden geplaatst. capaciteit van de constructie. De wa-
teropvoerende capaciteit is de maxi-

82 november 2005 intech K&S


male waterstand op een dakcon- gelijk aan 35 mm. De benodigde wa-
structie, waarbij nog juist geen be- terhoogte boven het laagste punt
zwijken van de constructie optreedt. van het dak is dan gelijk aan dhw =
Van hetzelfde dak is voor een daklig- 31+35 = 66 mm. Dit is kleiner dan
ger met normaal afschot een water- de waarde van dhw;grens van 70 mm,
hoogte dhw;grens berekend van 70 mm. dus voldoet de noodafvoer.
De constructeur gaat er vanuit dat de Voor het afvoergebied boven de lig-
dakliggers voldoende sterk zijn. gers met beperkt afschot wordt een
Bij een wateropvoerende capaciteit steekafvoer ontworpen.
van 30 mm is het gebruik van over- Volgens de gegevens van de construc-
laatafvoeren in de dakrand niet goed teur blijkt dat bij een waterstand van
mogelijk. De drempelhoogte zou te 29 mm de dakligger op een afstand
klein worden en de breedte van de van 6 m circa 90 mm doorbuigt. Dit
afvoeren te groot. Echter bij het leidt tot een zakking tot 50 mm onder
overgrote deel van het dak is de wa- het 0-niveau. De grootte van de wa-
teropvoerende capaciteit 70 mm. Bij terhoogte op 6 m vanaf de oplegging
deze hoogte is nog wel een overlaat (langsgevel) is dan gelijk aan 50+29 =
in de dakrand te maken. Een noodaf- 79 mm. Als op 6 m van de oplegging
voerplan voor het dak zou nu als Noodafvoer in de vorm van een rechte een steekafvoer met een drempel-
volgt kunnen worden. Tussen de lig- vrije overlaat in dakrand. hoogte van 10 mm wordt ingeplakt, is
gers met een beperkt afschot en de tijdens het wateraccumulatieproces
liggers met normaal afschot moet 5 m breedte van een dakvlak van 20 bij deze steekafvoer een waterhoogte
een waterkering(-scheiding) worden m tot aan de ‘nok’. van 79-10 = 69 mm beschikbaar.
aangebracht. Zo ontstaan twee ge- A = 20x5 = 100 m2 Door de waterkering(-scheiding) aan
scheiden afvoergebieden. In het af- Qh = A • ir = 100x0,047x10-3 = te brengen tussen de eerste en de
voergebied boven de liggers met een 0,0047 m3/s tweede ligger ontstaat een afvoerge-
normaal afschot kan de waterhoogte Vervolgens wordt gekozen voor een bied van A = 20x7,5 = 150 m2.
tot 70 mm boven het laagste punt afvoerbreedte van 0,5 m. De beno- Qh = A • ir = 150x0,047x10-3 =
worden opgevoerd. Voor deze water- digde waterhoogte boven de drem- 0,00705 m3/s. Gekozen wordt voor
hoogte kan vervolgens een noodaf- pel moet gelijk zijn aan: dnd = 0,70 • een afvoermiddellijn van 0,117 m.
voer worden ontworpen. (Qh/b)2/3 = 0,70x(0,0047/0,5)2/3 = De benodigde waterhoogte boven de
Gekozen wordt voor één overlaat per 0,031 m. Stel de drempelhoogte hnd drempel volgt dan uit: dnd = 0,29 •
(Qh/d)2/3 = 0,29x(0,00705/0,117)2/3
= 0,044 m = 44 mm. Dit is kleiner
dan de beschikbare waterhoogte van
Voorkomen van verstoppingen noodafvoervoorzieningen 69 mm, dus voldoet de noodafvoer.
Noodafvoervoorzieningen moeten zodanig worden uitgevoerd dat de kans op verstop-
pen door vervuiling redelijkerwijs is uitgesloten. In NEN 6702 worden daarvoor de vol-
gende maatregelen genoemd:
• ronde steekafvoeren moeten een inwendige middellijn hebben van ten minste
117 mm; Bronnen en verwijzingen:
• boven ronde steekafvoeren mogen geen afdekkappen worden geplaatst lager dan [1] ‘Belang noodafvoeren en berekening van
30 mm boven de bepaalde waterhoogte dhw en de opening tussen de afstandhou- wateraccumulatie’ ing. C.W. van der Meij-
ders van de afdekkap mag niet kleiner zijn dan 60 mm in horizontale richting en den, Intech K&S, maart 2005.
30 mm in verticale richting; [2] Wijzigingsblad NEN 46702/A1 van juli 2005,
• rechte, vrije overlaatafvoeren moeten boven de bepaalde waterhoogte dhw ten min- ‘Technische grondslagen voor bouwcon-
ste nog een vrije hoogte hebben van 30 mm; structie – TGB 1990 - Belastingen en vervor-
• toegepaste afdekkappen, voor overlaatafvoeren in de gevel, moeten een vrije hori- mingen’, uitgave Nederlands Normalisatie-
zontale ruimte laten tussen de kap en de overlaat van ten minste de waterhoogte instituut.
boven de rand van de overlaat dnd vermeerderd met 30 mm. [3] Ontwerp NPR 6703, ‘Wateraccumulatie - Aan-
vullende rekenregels en vereenvoudigin-
gen voor het belastingsgeval regenwater in
NEN 6702’, uitgave Nederlands Normalisatie-
20.000 instituut.
6000 [4] NEN 3215, Binnenriolering - Eisen en bepa-
lingsmethode’, oktober 2002, inclusief
Wijzigingsblad A1 van augustus 2004, uit-

steekafvoer ø 117 mm gave Nederlands Normalisatie-instituut.


5000

drempel 10 mm [5] NTR 3216, hoofdstuk 7.3.1 ‘Standleiding bij

waterscheiding overlaatstroming’, Volledige herziene ver-


2500 2500

80 mm hoog sie 2003, uitgave Isso/Nederlands Normali-


satie-instituut.
nok

[6] NTR 3216, hoofdstuk 9 ‘Bepalingsmethode af-


afschot afschot voercapaciteit UV-hemelwaterafvoersysteem’,
5000

Volledige herziene versie 2003, uitgave Is-


overlaat:
breedte 500mm so/Nederlands Normalisatie-instituut.
drempel 35 mm [7] ‘UV-systeem onveilig als noodoverlaat?’, In-
tech K&S, september 2004.
[8] ‘Noodafvoersysteem te vaak uit losse pols’,
3. Overzicht van toe te passen voorzieningen voor noodafvoer. Intech K&S, december 2002.

intech K&S november 2005 83

You might also like