Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 3

De grondbeginselen van juridisch schrijven

"Ik heb deze brief langer gemaakt dan normaal, omdat ik de tijd niet heb om hem kort te
houden."
- Blaise Pascal
Deze gids schetst algemene richtlijnen voor juridisch schrijven voor rechtenstudenten die
uiteenlopende opdrachten schrijven. Deze gids geeft geen diepgaand advies op maat voor
specifieke opdrachten (bijv. essays, memoranda, scripties, of juridische documenten zoals
contracten of wetten), maar schetst wel de algemene principes die van toepassing zijn op
alle vormen van juridisch schrijven, namelijk: duidelijkheid, bondigheid en aansprekendheid.
Om op zo’n manier te leren schrijven moet je veel oefenen en je teksten steeds polijsten en
bijschaven. Gebruik deze gids om je tijdens je studie door dit proces heen te helpen. Om
deze gids effectief te gebruiken, doorloop je de onderstaande punten bij elke opdracht en
vraag je jezelf steeds af: ben ik duidelijk, is mijn schrijven beknopt en spreek ik mijn lezers
aan op basis van hun behoeften?
De behoeften en interesses van je lezers
Verplaats jezelf in de schoenen van je lezer om te bepalen hoe je in elke situatie goed kunt
schrijven.
a. Jouw lezers vragen zich af: bevordert deze tekst mijn behoeften en interesses? Dit geldt
voor advocaten, beleidsmakers, rechters, cliënten en docenten. Stel eerst vast wat hun
belangen en interesses zijn.
b. Goed schrijven voldoet aan de behoeften en interesses van het beoogde publiek.
c. Bij een juridische tekst bepaalt de lezer - niet jij - wat zijn of haar behoeften zijn
(rechters hebben memo's nodig waarin juridische kwesties worden uitgelegd om
beslissingen te nemen, academici oordelen of het artikel relevant is voor hun eigen
onderzoek, en docenten kijken of je de juridische concepten begrijpt, om te bepalen of je
aan de beoordelingscriteria voldoet).
d. Het doel van de lezer is om informatie uit de tekst te halen die hem of haar helpt te
beslissen, of het nu een rechter is die een juridische beslissing neemt, een beleidsmaker
die juridisch beleid opstelt, of een leraar die je cijfer bepaalt. Een goed geschreven
juridisch document helpt de lezer te beslissen.
Duidelijk, beknopt en boeiend: drie fundamentele eigenschappen die juridische tekten
beter maken
1. Duidelijk: "Het doel van communicatie is om te communiceren, en dit kan niet als de lezer
de gebruikte woorden niet begrijpt." (Bryan Garner)
Duidelijk zijn betekent overigens niet per se dat je ‘Jip- en Janneketaal’ gebruikt. Hou altijd je
publiek in gedachten.
a. Gebruik de juiste (algemeen geaccepteerde) grammatica en interpunctie. Hoe meer je
afwijkt van de basisregels van grammatica, zinsbouw en betekenis, hoe moeilijker het zal
zijn om je boodschap te begrijpen.
b. Gebruik gewone woorden en een eenvoudige zinsstructuur.
c. Begin zinnen met korte elementen: eventueel een inleidende bijzin, gevolgd door een
kort onderwerp en een werkwoord dat een specifieke actie uitdrukt. (Zie bijvoorbeeld
onderaan deze two-page guide de eerste alinea van Cardozo in Palsgraf v. Long Island
Railroad Co 248 N.Y. 339,162 N.E. 99 [N.Y. 1928]).
d. Streef naar duidelijke taal zonder in te leveren op de precisie die nodig is voor jouw
publiek. Vraag niet van je lezers dat ze er een (juridisch) woordenboek bijpakken. Hou
daarbij rekening met de achtergrond van je lezer. Je docent heeft geen woordenboek
nodig als je juridische termen gebruikt die verband houden met de cursus. Maar het kan
zijn dat jouw buurman die geen rechtenstudie heeft gedaan die termen wél op moet
zoeken.
e. Vraag jezelf vanaf het begin en vaak af: uitgaande van de lezer, het doel en de overige
omstandigheden, vergroot of verkleint juridisch jargon (‘legalese’) de communicatie
tussen schrijver en lezer?
f. Schrap onnodige woorden en zinnen die het begrip van de lezer kunnen belemmeren
(ook wel 'vulling' genoemd).
g. Herhaal de juridische of technische termen die je gebruikt (in plaats van steeds af te
wisselen tussen synoniemen).
h. Vermijd meta-discours, ofwel ‘tekst over tekst’ (bijvoorbeeld "Het moet opgemerkt
worden" of "het is belangrijk om erop te wijzen dat ...").
i. Gebruik waar dat kan actieve werkwoorden in plaats van de lijdende vorm.
j. Denk aan het lettertype en de visuele presentatie van je eindtekst. Lezers van juridische
teksten nemen Comic Sans of Braggadoccio meestal niet erg serieus.

k. Last but not least: een goede organisatie is de sleutel tot duidelijkheid! Inleiding, kern,
conclusie en interne structuur (bijvoorbeeld IRAC: Issue, Rule, Application, and Conclusion
- probleem, regel, toepassing en conclusie). Zie andere two-page guides (handleidingen
van twee pagina's) voor meer details, op basis van het soort schrijfopdracht.
2. Beknopt: zie dit eerder als ‘efficiënt’ dan als ‘kort.’ Beknopt schrijven brengt de punten
van de schrijver bondig over, zonder onnodige woorden en met passende gedetailleerdheid.
Dit heeft ook te maken met duidelijkheid: een beknopte tekst is vaak duidelijker dan een
wijdlopige tekst. Het kan ook helpen om het schrijven boeiender te maken (zie punt 3).
Bondigheid is essentieel bij juridisch schrijven, omdat het de lezers helpt om hun beperkte
tijd effectief te gebruiken.
a. Verwijder onnodige woorden uit zinnen, en onnodige zinnen uit alinea's.
b. Beoordeel op basis van je doel: helpt de zin of alinea de lezer bij het nemen van
beslissingen? Zo niet, laat het dan weg.
3. Aansprekend: lezers lezen vaak niet verder als de tekst hun interesses niet aanspreekt.
Dat doen ze zelfs niet als deze duidelijk en beknopt is. Haal de lezer daarom over om te
blijven lezen. Moedig de lezer aan om mee te denken, bijvoorbeeld door het eens of oneens
te zijn, of de eigen ideeën bij te stellen. Stimuleer de lezer na te denken. Daarmee maak je
het de lezer ook makkelijker om beslissingen te nemen.
a. Variatie: afwisselende zinsstructuren, bijvoorbeeld qua lengte en opbouw, helpen de
aandacht van de lezer vast te houden.
- Let daarnaast goed op vloeiende overgangen (met verwijswoorden, bruggetjes) en een
vloeiende verhaallijn.
b. Stem: wees authentiek. Ontwikkel je eigen stijl die van nature komt, zodat je
persoonlijkheid in de tekst tot uiting komt. Laat zien dat er een echt persoon achter het
document zit! Maar breng dit in evenwicht met een professionele toon. En begrijp welke
stijl bij je publiek past.
c. Vertel een boeiend verhaal: breng informatie over door verhalen te vertellen en
onthoud dat juridische feiten meestal verhalen over echte mensen zijn. En verhalen waar
je lezer zich mee kan identificeren zijn vaak overtuigender.
e. Als je probeert te overtuigen, gebruik dan ook pathos als overtuigingsmiddel. Als je
feiten overbrengt, maak dan ook verbinding met de lezer op een emotioneel niveau. Maar
ga daar wel verstandig mee om, zodat de lezer zich niet gemanipuleerd voelt.
i. Gebruik emotionele woorden die de gevoelens of waarden van de lezer raken.
ii. Maak gebruik van zogenoemde verhalende archetypen (bijvoorbeeld ‘de held op
een epische zoektocht’).
f. Tref de juiste toon: zorg ervoor dat je schrijfstijl past bij de inhoud.

Het genoemde voorbeeld:


Palsgraf tegen Long Island R.R. - New York, 1928
CARDOZO, opperrechter:
Eiser stond op een perron van de spoorweg van de gedaagde nadat hij een kaartje had
gekocht om naar Rockaway Beach te gaan. Een trein stopte op het station, op weg naar
een andere bestemming. Twee mannen renden naar voren om die te halen. Een van de
mannen kon zonder ongelukken op het opstapje stappen, hoewel de trein al in beweging
was. De andere man, die een pakje droeg, sprong ook aan boord van de wagon, maar leek
te wankelen alsof hij op het punt stond te vallen. Een controleur in de wagon, die de deur
open had gehouden, boog voorover om hem naar binnen te helpen, en een andere
controleur op het perron duwde hem van achteren…
Bewerking: Marc Veldt, mei 2021

You might also like