Professional Documents
Culture Documents
7.2 MAVO Boek
7.2 MAVO Boek
7.2 MAVO Boek
I I
H7 Geluid
I
Toonhoogte en frequentie
Snaarinstrumenten
Snaren worden gebruikt in allerlei muziekinstrumenten. Een viool heeft
bijvoorbeeld vier snaren, een gitaar heeft er zes en een piano heeft er
meer dan tweehonderd. Als je zo'n snaar in trilling brengt, geeft hij een
toon: een geluid met een bepaalde toonhoogte.
Je kunt deze beweging onderzoeken met een stemvork waar een haakje
aan bevestigd is. Sla de stemvork aan en trek het haakje over een carbon-
papiertje. Je ziet dan een golfspoor ontstaan (figuur 11).
midden hoog
hoog
4 figuur 13 Als je ouder wordt, verandert het frequentiebereik van je gehoor. Vooral
Drie verschillende tonen. De breedte hoge tonen kun je dan minder goed horen.
van het scherm is steeds 0,01 s.
/[@@]TT[l5 I
roo borst e
► figuur 14 h nd
het frequentiebereik van het gehoor
van de mens en enkele dieren
10 20 50 100 200 500 1000 2000 5000 10 000 20 000 50 000 200 000
» frequentie (Hz)
213
H7 Geluid 52 Toonhoogte en frequentie
◄ figuur 16
een batdetector
Leerstof
12 Neem over en vul in:
a De frequentie van een toon is het aantal ... per ...
b De frequentie wordt gemeten in ... (...).
c Het frequentiebereik van jongeren loopt van ... tot ... Hz.
► figuur 17
spelen op een harp
15 Als je over de opening van een limonadeflesje blaast, hoor je een getuid.
Dat komt doordat de luchtkolom in het limonadeflesje gaat trillen.
Hoe verandert het geluid als je limonadeflesje leeg raakt? Leg je
antwoord uit.
16 Een pianostemmer begint altijd met het stemmen van een bepaalde
snaar. Deze snaar hoort een toon te geven van 440 Hz.
Leg uit of de stemmer deze snaar strakker of losser draait:
a als deze een toon geeft van 445 Hz;
b als deze een toon geeft van 435 Hz.
17 Een basgitaar lijkt veel op een gewone gitaar. Toch kun je met een
basgitaar veel lagere tonen maken.
a Hoe komt dat? Noem twee redenen.
b Als je de vier losse snaren van een basgitaar één voor één aanslaat,
hoor je dat ze van onder naar boven steeds lager klinken.
Leg uit hoe dat mogelijk is.
18 Het gezoem van een mug klinkt veel hoger dan het gezoem van een bij .
Bij welk van deze twee insecten bewegen de vleugels per seconde het
vaakst op en neer? Leg uit.
H7 Geluid §2 Toonhoogte en frequentie
@ @ ©
A figuur 18
Hoe hoog is de frequentie van *20 In figuur 19 zie je nog eens drie oscilloscoopbeelden. Er zijn drie
deze tonen? verschillende tonen afgebeeld.
a Welke toon is het hoogst? Waaraan zie je dat?
b Welke toon is het laagst? Waaraan zie je dat?
c Bereken de frequentie van de toon:
- in figuur 19A;
- in figuur 19B;
- in figuur 19C.
@ @ ©
A figuur 19
drie oscilloscoopbeelden 21 Dieren hebben een ander frequentiebereik dan mensen (figuur 14).
a Welk dier in figuur 14 kan de hoogste tonen horen?
b Welk dier kan de laagste tonen horen?
c Een hondenfluitje maakt een hoog geluid dat een hond wel en een
mens niet kan horen.
Hoe groot kan de frequentie van zo'n fluitje zijn?
'
d Zijn er ook tonen die een mens wel kan horen en een hond niet?
216