Professional Documents
Culture Documents
Oefenstencil Opgaven Met Massaverh - Klas 3 0607-1
Oefenstencil Opgaven Met Massaverh - Klas 3 0607-1
Als je het moeilijk vindt, geef dan niet te snel op, want je kan altijd:
Stappenplan:
1 reactievergelijking opstellen
2 massa verhoudingen opzoeken en onder de juiste stof zetten
3 de gevraagde stof x noemen
4 de gegeven eenheid omzetten in een massaeenheid (bijv grammen)
5 de gevraagde stof uitrekenen in grammen met behulp van het kruisproduct.
6 de gevraagde stof in grammen omzetten naar de gevraagde eenheid (bijv kg)
2 Koperchloride (CuCl2) kan gemaakt worden door chloorgas te laten reageren met
koper. De massaverhouding waarin koper en chloor reageren is 10 : 11.
We laten 3,4 gram koper reageren met 3,6 gram chloor.
a Bereken hoeveel en welke stof(fen) er overblijven/ontstaan.
De dichtheid van chloor is 3,21 g/dm3. We laten nu 3,4 gram koper reageren met 3,6
dm3 chloorgas.
b Bereken hoeveel gram chloorgas je hebt.
c Bereken hoeveel en welke stof(fen) er overblijven/ontstaan.
3 Ammoniakgas wordt gevormd door een reactie van stikstof met waterstof.
Deze reageren in de verhouding waterstof : stikstof = 3 : 14. De dichtheid van stikstof
is 1,25 g/dm3 en de dichtheid van waterstof is 0,09 g/dm3.
a Bereken hoeveel liter stikstof er ontstaat bij de ontleding van 15 gram
ammoniak.
b Bereken hoeveel liter waterstof er ontstaat bij de ontleding van 15 gram
ammoniak.
c Bereken in welke volumeverhouding stikstof en waterstof met elkaar reageren.
Als je 2,7 gram waterstof laat reageren met 13 gram stikstof ontstaat er 19,9 dm3
ammoniak.
d Bereken de dichtheid van ammoniak.( In 2 cijfers achter de komma)
e Laat zien dat er niet zoiets bestaat als een wet van volumebehoud.
4 Steenkool bestaat bijna helemaal uit koolstof. Ga er bij deze opgave vanuit dat
steenkool C(s) is. Bij de volledige verbranding van steenkool komt koolstofdioxide
vrij. Massaverhouding koolstof : zuurstof = 3 : 8.
Er wordt 25 gram steenkool verbrand. De dichtheid van koolstofdioxide is 1,98 g/dm3.
De dichtheid van zuurstof is 1,43 g/dm3.
a Bereken hoeveel ml zuurstof nodig is voor de verbranding van 25 gram
steenkool.
b Bereken hoeveel dm3 koolstofdioxide er ontstaat.
c Bereken m.b.v. de antwoorden van a en b in welke volumeverhouding zuurstof
verdwijnt en koolstofdioxide ontstaat.
EINDE