Professional Documents
Culture Documents
Platye 34-54 Evro
Platye 34-54 Evro
Platye 34-54 Evro
Artikel KM1907-06
KM1907-07
HOE
Belangrijk!
Let op O
confectie
eerst de m
• Knoop
Je maat
Draag tód
een goed
meetlint n
draaien/g
10 cm
Zet ev
het
o
10 cm 28
HOE TE BEGINNEN
Hoe meet je de maten?
Let op Onze patronen zón niet te vergeOóken met Lichaamslengte
PAT
confectiematen. Het is daarom heel belangrók om Meet van boven op je hoofd tot op de grond.
eerst de maten goed te meten voordat je begint. Bovenwijdte
• Knoop als uitgangspunt een bandje om de taille Meet rond de borst op het meest uitstekende
en! LEN
en laat dit tódens het maatnemen zitten. gedeelte. Controleer of het meetlint goed
• Als je de maten genoteerd hebt, kun je vast- horizontaal ligt.
stellen in welke kledingmaat je valt. Taillewijdte
• Omcirkel in de maattabel de maten die het Meet rond het smalste deel van je taille, over
meest met de opgemeten maten overeen-ko- je navel heen. Reken ± 2 cm extra als je niet
men. Meestal zullen de cirkeltjes in verschil-len- van een strakke taille houdt.
de kolommen staan. Dat betekent dat voor Heupwijdte
cm, dan verschillende kledingstukken andere maten Leg de centimeter over het zwaarste deel van
Maat
eginnen gekozen moeten worden en dat soms de patro- je billen of heupen. Zorg ervoor dat het meetlint
atroon. nen iets aangepast moeten worden. horizontaal ligt. %RYHQZ
• Ga voor bovenstukken (bóvoorbeeld een jurk, Ruglengte TDLOOHZóG
bestaat blouse of jasje) uit van de bovenwódte en voor Meet van het knobbeltje in de nek tot op het bandje
een broek of rok van de heupwódte. Verge- in de taille. +HXSZó
ring niet
Oók de gemeten lichaamsmaten altód met de Bovenarmwijdte RXJOHQJ
maattabel. Meet voor de volledigheid ook het Leg het meetlint rondom het zwaarste deel van
28 28
Copyright © Newskoolmedia BV – KnipMode – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd,
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
S
S
Maat 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56
A
%RYHQZóGWH 83 87 91 95 99 103 107 113 119 125 131 137 S
TDLOOHZóGWH 67 70 73 77 81 85 89 95 101 107 113 119 d
v
+HXSZóGWH 92 95 98 102 106 110 114 120 126 132 138 144
0RXZOHQJWH 70.5 71.5 72.5 73.5 74.5 75.5 76.5 77.5 78.5 79.5 80.5 81.5
D
S
g
z
b
T
E
n
m
28 29
Copyright © Newskoolmedia BV – KnipMode – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd,
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
K ò K VO O R D E BA SI SN A A I T I P S O P W W W. K N I PM O D E. N L / N A A I T I P S
10 C M L ANG
heel patroondeel. Sto
VOUWLIJN V
z
m.a. stofvouw
gespiegeld Sto
spiegellijn
patroondeel
patroondeel
L
b
Hoeveel stof heb je nodig? k
Aansluitlijnen Kók daarvoor naar het schema dat is afgebeeld bó de werkbeschró- Tw
Sommige patroondelen staan in twee of meer ving. V
delen op het patronenblad. Plak deze delen na het overnemen • Gebruik je grote dessins , zoals ruiten en strepen, dan is er meer m
volgens de aangegeven tekens aan elkaar. stof nodig: leg de patroondelen zo op de ruit, streep of het des- b
sin, dat deze na het naaien mooi doorlopen. t
• Een panel is een grote afbeelding.
STOF VOUW
De patroondelen op de stof leggen
Leg de patroondelen in één richting, rekening
Doorknippen/afknippen houdend met de vleug of het dessin.
Sommige patroondelen moeten vóór het knippen uit de stof door-
geknipt worden. Bóvoorbeeld omdat er een deelnaad in komt. Of
stofvouw
zelfkant
draad
2 2 2 2 2
Patroondelen horen recht van draad uit de stof
geknipt te worden. In het patroondeel staat de recht-van-draadOóQ
middenachter
middenachter
middenachter
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
zijnaad
zijnaad
van de stof.
Let op Sommige delen liggen meerdere keren
afkniplijn afkniplijn afkniplijn afkniplijn afkniplijn op het knipvoorbeeld.
29 29
Copyright © Newskoolmedia BV – KnipMode – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd,
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
ZELFKANT
STOF VOU
zigzagsteek af.
Strijk de naden na het naaien
open en de guurnaden plat.
TIP
Kijk voor de extra uitleg over
‘Naden afwerken’
op www.knipmode.nl/naaitips
29
Copyright © Newskoolmedia BV – KnipMode – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd,
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
6 WIKKELJURK
Je kunt dit model maken in de maten 34 t/m 54.
Kók voor de uitleg bó ‘Hoe meet je de maten?’
op pag. 28.
Van dit model is de achterlengte ± 146,5 cm.
ma vouw
2
34 36 38 40 42 44
zelfkant
Leg de patroondelen volgens het knipvoorbeeld op de stof en de voe-
B
ringstof. Kók voor de uitleg bó ‘Naden en zomen aantekenen’ op pag. 29. C
4. Speld het open uiteinde A van de ceintuur volgens het teken op de zó-
rand A van het voorpand en het achterpand.
Panden en voeringpanden
5. Stik de schoudernaden van de panden op elkaar. Stik de schoudernaden
van de voeringpanden op elkaar.
6. Stik de halsnaden B van de panden en de voeringpanden op elkaar. Geef
tot 2 mm vóór het stiksel knipjes in de halsnaad B. Keer de panden.
7. Stik vanaf de schoudernaad de armsgatnaden C van het voorpand en het
voering–voorpand op elkaar. Geef tot 2 mm vóór het stiksel knipjes in de
armsgatnaad C.
8. Stik de zóranden A van het voorpand en het voering–voorpand op elkaar.
7 WIKKELJURK
Je kunt dit model maken in de maten 34 t/m 54.
Kók voor de uitleg bó ‘Hoe meet je de maten?’
op pag. 28. stof en voeringstof
Van dit model is de achterlengte ±48113
t/mcm.
54 stofbreedte 140 cm
Dit heb je nodig
C
34 en 36 38 en 40 42 en 44 46 D 48 D 50 en 52 54
B
1
Zo maak je het papieren patroon B
Knip de volgende patroondelen uit:
zelfkant
stof en voeringstof
1 voorpand 2 achterpand 34 t/m 46 stofbreedte 140 cm
Let op: kók voor de uitleg bó ‘Aansluitlónen’ op pag. 29. Het patroondeel 1 A
Plak deze delen op de tekens aan elkaar. Kók voor de uitleg bó ‘Door-
zelfkant goede kant stof boven
D C
E E D
B
Teken de volgende patroondelen zelf B
A
34 36 38 40 A 42 44 46
zelfkant goede kant stof boven
4
4,5x54 4,5x55 4,5x56 4,5x57 4,5x58 4,5x59 4,5x60
cm cm cm cm cm B cm cm B B
48 50 4 52 54
B 3
C
3 ceintuur (4x uit stof knippen,
B 4x uit voeringstof knippen) B 3
2 3 B
4,5x61,5 cm 4,5x63 cm 4,5x64,5 cm 4,5x66 cm D 3 B
D
4 achterpand rok (2x uit stof knippen, 2x uit voeringstof knippen)
3 E E
B 3 B B
62x69,5 cm 62x71,5 cm 62x73,5
3 B
cm 62x75,5 cm
3 A
stof en voeringstof
Zo knip je de patroondelen uit de stof en de voeringstof 48 t/m 54 stofbreedte 140 cm
Leg de patroondelen volgens het knipvoorbeeld op de stof en de voe-
ringstof. Kók voor de uitleg bó ‘Naden en zomen aantekenen’ op pag. 29. C
D D
HOE TE BEGINNEN
elkaar. Je hebt nu de ceintuur vastgestikt. Stik de onderranden van het
Dit heb je nodig 1. Vouw de lónen van de Ɠguurnaad van het voorpand 1 op elkaar. Stik de
achterpand en het voering–achterpand zo ver mogelók op elkaar. B
34 36 en 38 40 en 42 44 en 46 48 50 en 52 54 Ɠguurnaad in het voorpand. Vouw de lónen van de ƓJuurnaad van het 1
Opening B
Stof en voeringstof van 1,40 m breed 11. Knip de vouw van de Ɠguurnaad in het achterpand en het voering–ach -
terpand bó de opening door. Speld de naden van het achterpand en het
KM190707 voering–voorpand 1 op elkaar. Stik de Ɠguurnaad in het voering–voor-
pand. 34 t/m 46 stofbreedte 140 cm
3,25 m 3,25 m 3,30 m 3,30 m 3,30 m 3,40 m 3,40 m
2. Vouw de lónen van de Ɠguurnaad van het achterpand 2 op elkaar. Stik de
Hoe meet je de maten? Spiegelen Teken de volgende patroondelen zelf’ en zón zonder naad be- Het knippen van de stof voering–achterpand bó de opening met een inslag op elkaar. Haal via de
GESPIEGELD PATROONDEEL
Belangrijk!
Let op Onze patronen zón niet te vergeOóken met Naden en zomen aantekenen Ɠguurnaad tot en vanaf de opening in het achterpand. Vouw de lónen van
Lichaamslengte Soms moet er van een half patroondeel een heel patroondeel
schreven. De vouwOón van deze patroondelen is met een stippelOóQ Stofvouw opening in de onderrand van het achterpand de gespelde naden naar de
stof en voeringstof
en laat dit tódens het maatnemen zitten. gedeelte. Controleer of het meetlint goed delen die je op de spiegelOón tegen elkaar plakt. Zo ontstaat een Is de afgewerkte rand van de stof. stof en voeringstof
3. Stik voor de maten 48 t/m 54 de middenachternaden van de achterpan- 2
10 C M L ANG
• Als je de maten genoteerd hebt, kun je vast- horizontaal ligt. heel patroondeel. de onderkant van de armsgaten, naar de Let op: kók voor de uitleg bó ‘Aansluitló - 1/2 stofbr. 70 cm Afwerking
m.a. stofvouw
E E
meest met de opgemeten maten overeen-ko- je navel heen. Reken ± 2 cm extra als je niet gespiegeld 3 à 6 cm bó zomen. Knip bó rechte delen 4. Zet de bovenspanning van de naaimachine iets losser en de steekgroot- B B
Stof enkel
spiegellijn
patroondeel
rondom 1 cm naad aan. Plak deze delen op de tekens 1 en A
men. Meestal zullen de cirkeltjes in verschil-len- van een strakke taille houdt.
7 WIKKELJURK
patroondeel
Leg de stof open met de goede kant naar
C
te iets groter. Laat aan het begin en einde een stuk draad loshangen. Stik
de kolommen staan. Dat betekent dat voor Heupwijdte boven. Let op dat je in dit geval linker- en rechter-patroondelen en 2 en aan elkaar.
Voordat u begint met het printen van alle D D een rimpeldraad 7 mm en 13 mm vanaf de bovenrand A van het achter- A
Pas nadat u deze pagina heeft geprint en het Zijn beide vierkanten excact 10 bij 10 cm, dan verschillende kledingstukken andere maten Leg de centimeter over het zwaarste deel van Hoeveel stof heb je nodig? Je kunt dit model maken in de maten 34 t/m 54.
knipt. A
pand rok en de voering–achterpand rok.
Maat 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 Teken het volgende patroondeel zelf
ma vouw
2
DEZELFDE INSTELLINGEN (ware grootte op met het knippen en plakken van het patroon. nen iets aangepast moeten worden. horizontaal ligt. %RYHQZóGWH 83 87 91 95 99 103 107 113 119 125 131 137 Sommige patroondelen staan in twee of meer ving. Vouw de stof naar het midden dubbel, zodat de zelfkanten in het 34 36 38 40 42 44 op pag. 28. stof en voeringstof B
Als u deze pagina heeft geprint, controleert u A4 papier) de resterende pagina’s. • Ga voor bovenstukken (bóvoorbeeld een jurk, Ruglengte TDLOOHZóGWH 67 70 73 77 81 85 89 95 101 107 113 119 delen op het patronenblad. Plak deze delen na het overnemen • Gebruik je grote dessins , zoals ruiten en strepen, dan is er meer midden óf op de gewenste het achterpand en het voering–achterpand. Zorg dat de rimpels gelók- B
3 ceintuur (4x uit stof knippen, 4x uit voeringstof knippen) Van dit model is de achterlengte ±48113
t/mcm.
54 stofbreedte 140 cm
met behulp van een liniaal of het onderstaande Op één van de pagina’s in het patroon is voor Doet u voorgaande stappen niet, dan bestaat blouse of jasje) uit van de bovenwódte en voor Meet van het knobbeltje in de nek tot op het bandje volgens de aangegeven tekens aan elkaar. stof nodig: leg de patroondelen zo op de ruit, streep of het des- breedte tegen elkaar aan komen te liggen. Hierdoor ontstaan matig verdeeld zóQ.
een broek of rok van de heupwódte. Verge- in de taille. +HXSZóGWH 92 95 98 102 106 110 114 120 126 132 138 144 Dit heb je nodig
vierkant exact 10 bij 10 cm is. een laatste controle ook nog eenzelfde vierkant de kans dat het patroon qua maatvoering niet sin, dat deze na het naaien mooi doorlopen. twee stofvouwen. 4,5x54 cm 4,5x55 cm 4,5x56 cm 4,5x57 cm 4,5x58 cm 4,5x59 cm C 6. Stik de bovenrand A van het achterpand rok en de onderrand A van het
Oók de gemeten lichaamsmaten altód met de Bovenarmwijdte RXJOHQJWH 41.6 41.8 42 42.2 42.4 42.6 42.8 43 43 43 43 43 • Een panel is een grote afbeelding. TIP 34 en 36 38 en 40 42 en 44 46 D 48 50 en 52 54
geplaatst. klopt. D achterpand op elkaar. Stik de bovenrand A van het voering–achterpand A
Zo niet, dan print u nogmaals alleen deze maattabel. Meet voor de volledigheid ook het Leg het meetlint rondom het zwaarste deel van • Let op: katoen en linnen kunnen krimpen bó het wassen. Was, Leg voor het naaien de delen met 46 48 50 52 54
Voordat u begint met het knippen en plakken %RYHQDUPZóGWH 28 29 30 31.5 33 34.5 36 38 40 42 44 46 STOFBREEDTE 70 C M Stof en voeringstof van 1,40 m breed rok en de onderrand A van het voering–achterpand op elkaar.
patroon na. Let op: afhankeOók van het model is de arm. droog en strók deze stoffen voordat je de delen gaat knippen. de goede kanten op elkaar. 4
pagina, waarbij u controleert of u print op ware van het patroon, controleert u ook nog of dit 3 ceintuur (4x uit stof knippen, 4x uit voeringstof knippen)
een toegift in het patroon verwerkt. Mouwlengte 0RXZOHQJWH 70.5 71.5 72.5 73.5 74.5 75.5 76.5 77.5 78.5 79.5 80.5 81.5 Werk de naden met een lock- of 2,55 m 2,60 m 2,65 m 2,65 m 3,40 m 3,40 m 3,45 m Ceintuurs
STOF VOUW
grootte (100%) en op het juiste papierformaat; vierkant de juiste afmetingen heeft.
ZELFKANT
B
7. Leg de ceintuur 3 en voering–ceintuur 3 met de goede kanten op elkaar.
STOF VOU
• Heb je een andere lichaamslengte dan aan- Meet vanaf de schouder via je gebogen elleboog De patroondelen op de stof leggen zigzagsteek af. 4,5x60 cm 4,5x61,5 cm 4,5x63 cm 4,5x64,5 cm 4,5x66 cm
A4 (210 x 297 mm). =LWKRRJWH 26 26.5 27 27.5 28 28.5 29 29.5 30 30.5 31 31.5 B
gegeven, dan kun je bó een klein verschil het naar 1 cm onder het polsgewricht. Leg de patroondelen in één richting, rekening Strijk de naden na het naaien 1 Stik de lange randen en een korte uiteinde op elkaar. Keer de ceintuur. D
patroon aanpassen door het korter of langer te open en de guurnaden plat. Zo knip je de patroondelen uit de stof en de voeringstof Zo maak je het papieren patroon B
Zithoogte Doorknippen/afknippen houdend met de vleug of het dessin. 8. Speld het open uiteinde B van de ceintuur volgens het teken op de zó-
stofvouw
Knip de volgende patroondelen uit:
zelfkant
maken. Ga rechtop op een vlakke stoel zitten. Meet vanaf Sommige patroondelen moeten vóór het knippen uit de stof door- Leg de patroondelen volgens het knipvoorbeeld op de stof en de voe- stof en voeringstof
B rand B van het voorpand en het achterpand. 3 B 3 B
• Heb je een andere cupmaat dan B? Pas het de hoogte van de zókant van je taille in een rechte 1 voorpand 2 achterpand 34 t/m 46 stofbreedte 140 cm
A
geknipt worden. Bóvoorbeeld omdat er een deelnaad in komt. Of ringstof. Kók voor de uitleg bó ‘Naden en zomen aantekenen’ op pag. 29.
stofvouw
zelfkant
3 B 3
patroon dan aan. Kók voor de uitleg in het hand- Oón naar de zitting van je stoel.
C Panden en voeringpanden
Let op: kók voor de uitleg bó ‘Aansluitlónen’ op pag. 29. Het patroondeel 1
draad
ze moeten vóór het knippen uit de stof afgeknipt worden. Bóvoor-
recht
A
van
CONTROLE VLAK
3
boek bó 'Patronen aanpassen'. Let op: laat het meetlint niet in een bocht om je beeld omdat je het kledingstuk in een kortere lengte kunt maken. 9. Stik de schoudernaden van de panden op elkaar. Stik de schoudernaden
Zo zet je het model in elkaar staat in drie delen op het patronenblad. Plak deze delen op de tekens en
heupen lopen. Tip: gebruik een liniaal i.p.v. een van de voeringpanden op elkaar.
Figuurnaden aan elkaar. Het patroondeel 2 staat in twee delen op het patronenblad. B 4
B
Je maat nemen meetlint. 10. Stik de halsnaden C van de panden en de voeringpanden op elkaar. Geef
Draag tódens het meten alleen onderkleding en
TIP 1. Vouw de lónen van de Ɠguurnaad van het voorpand 1 op elkaar. Stik de Plak deze delen op de tekens aan elkaar. Kók voor de uitleg bó ‘Door-
2 1 tot 2 mm vóór het stiksel knipjes in de halsnaad C. Keer de panden.
middenachter
middenachter
op www.knipmode.nl/naaitips voering–voorpand op elkaar. Geef tot 2 mm vóór het stiksel knipjes in de
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
draaien/glóden. Binnenbeenlengte aangegeven. Zorg dat deze Oón evenwódig loopt met de zelfkant patroondelen 1 en 2 hele patroondelen.
D
zijnaad
zijnaad
pand. D
zijnaad
Meet vanaf het kruis naar de grond. van de stof. A armsgatnaad D.
2. Vouw de lónen van de Ɠguurnaad van het achterpand 2 op elkaar. Stik de E
D C
D
Bovenbeenwijdte Let op Sommige delen liggen meerdere keren
E
12. Stik de zóranden B van het voorpand en het voering–voorpand op elkaar.
Meet rondom over het zwaarste deel van het boven- Ɠguurnaad tot en vanaf de opening in het achterpand. Vouw de lónen van Teken de volgende patroondelen
B
zelf A
B
afkniplijn afkniplijn afkniplijn afkniplijn afkniplijn op het knipvoorbeeld. Je hebt nu de ceintuur vastgestikt.
been. de Ɠguurnaad van het voering–achterpand 2 op elkaar. Stik de Ɠguur- 34 36 38 40 42 44 46
TIP A 13. Stik vanaf de schoudernaad de armsgatnaden D van het achterpand en
4
2
28 6. Stik de halsnaden B van de panden en de voeringpanden op elkaar. Geef 3 B
28 29 29 4,5x61,5 cm 4,5x63 cm 4,5x64,5 cm 4,5x66 cm D 3 B de goede kant. Stik de naden E van de opening op elkaar. Schuif de naad
tot 2 mm vóór het stiksel knipjes in de halsnaad B. Keer de panden. D
Copyright © Newskoolmedia BV – KnipMode – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, Copyright © Newskoolmedia BV – KnipMode – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, Copyright © Newskoolmedia BV – KnipMode – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, Copyright © Newskoolmedia BV – KnipMode – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, 4 achterpand rok (2x uit stof knippen, 2x uit voeringstof knippen) terug.
7. Stik vanaf de schoudernaad de armsgatnaden C van het voorpand en het
B
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. 3 B 3 B
E E 16. Maak zo ook de andere opening.
voering–voorpand op elkaar. Geef tot 2 mm vóór het stiksel knipjes in de 62x69,5 cm 62x71,5 cm 62x73,5
3 B
cm 62x75,5 cm
3 A
B
Afwerking
armsgatnaad C.
17. Zet de naden A van het achterpand rok en het voering–achterpand rok
8. Stik de zóranden A van het voorpand en het voering–voorpand op elkaar.
op elkaar.
stof en voeringstof
34 t/m 46 stofbreedte 140 cm
A
4
B
D C
D
zelfkant goede kant stof boven
B 3
C B 3
2 3 B
3 B
D
E E
B
A
D C
D
CONTROLE VLAK
zelfkant goede kant stof boven
10 cm
1 10 cm
E E
B
A
CONTROLE VLAK
10 cm
10 cm