Over dit boek

Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat
doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken.
Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke
domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land
verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van
geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn.
Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de
lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u.

Richtlijnen voor gebruik

Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken
uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven
leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op
automatisch zoeken.
Verder vragen we u het volgende:

+ Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door
individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden.
+ Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek
doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelhe-
den tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien
hiermee van dienst zijn.
+ Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het
project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet.
+ Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er
niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is
voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval
met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het
eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng.

Informatie over Zoeken naar boeken met Google

Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit
allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken
op het web via http://books.google.com
Ц.g9 .

а с 7
‫‪..‬در‬
 NICOLAI

REMIGII

SERENISS. DVCIS
LOTHARINGIAÉ A CONSI.
LIIS INTERIORIBVS , ET IN EIVS
DITIONE LOTHARINGICA
cognitoris publici
D AE M O N O L A T R EI AE
LIBRI TRES.
É Š IVDICiis CAPITÁ LIBVS NONGENTÔM
cum plus minustominum , qui ſortilegijcrimen intra an
nos quindccim in Lotharingia capite lucrunt.
Ad Illuftrißimum Principem , amplißimumque Cardinalem
Carolum à Lotharingia.
LEVITICI CA P. X X.
Vir siue mulier , in quibus Pythonicus vel diuinationis
fuerit fpiritus, morte moriatur

DR
I
L.

COLONIA A GRIPPIN ...

Apud Henricum Falckenburg .
AN N O is. 618. XCVL
ILLVSTRISSIMO

PRINCIPI AMPLISSI

MO QVE CARDINALI
CAROLO A LOTHARINGIA ,
Domino fuo colen
diflimo.

NICOLAVS REMIGIVS FOBA

licitatem exoptat perpetuam .

Cceflit ad eam temporum ,

in quæ noftra ætas incidit
miſeriam ac calamitatem
hic longè maximus malo.
rum cumulus ( Princeps illuſtriſſime)
vriám nihillitadeò in procliui ; quod
queæquè pro nihilo ducant homines,
quàm non dicam maiorum ſpretis in
ftitutisinſolentes cultus ac religiones
fibi ad libidinem fingere ac commi
niſci, ſed etiam ipfam de Deo , cui cæ
teræ omnes naturæ parent , perſuaſio
nemac opinionem penitus exuere at
que à fe abdicare . Quorum quidē mul
tos labefactauit pertinaxac curioſa te
meritas in ijs exquirendis & rationisiu
dicio expendendis ; quæ tamen om
t 2 nem
 EPISTOLA .

nem omnium ſenſum captumque ſu

perarent. Qui quod in hoc
bumano vela dedere
Ingenio
facto naufragio in horrendos ſumma
impietatis ættus ac voragines ſeſe ipfi
immerſerunt. Alios contrà perdidit
mentis tarditas ac ſtupiditas ; quæ ma
ximè credulitati expofita eft , vbi ira ,
cupiditate cæteriſá ;, quę facilè impel.
lunt, affectionib.ceu flabello excitan
tur. Quo ex aucupio ſolitus Gbi prædā
comparare Diabolus nonceffat explo
rare, ficubi ea pręditū ſocordia quema
rianciſcatur,quem aut egeſtas ad deſpe
rationem , aut iniuria ad vindicationē,
aut omnino rei alicuius defiderium ad
conſecutionem adeptionemq ; inuitet
atq; alliciat. His.n. veluti ſtimulis co
motos,acad quoduis cöfilium prom
ptos paratosq;adoritur. Et magnificis
ſpecioſisá; pollicitationibus inductos
ſibi addicitac mancipat. Illos quidem
priorisgencris & dies ferè parit ,alit ac te
git ca quæ ex regionū varietate ac con
fuſione erupit noftris temporib.liber.
tas: in eumý; numerum iam euafifferu.
moreft,qui facilècredi non poffit.Sed
aut
 DEDICATORIA

aut quòd raciti impietatē ſuam conco .

quunt,ac velo eius quæ ad manī venit
religionis ſe obtendunt no aduerti ac
deprehendi : aut quia ex opinionis ſuæ
ſtudio nullas turbas cõcient negligi ac
indigniſſimè mitigato in tanta huma
nicordis impietate nomine licentio
ſostantū appellari,necincos diſquiſi
tiones fieri,aut exempla edi . Hos alte
ros ſortilegijlabe infames,vtinānead
auxiſſet eorü , qui erudiendis ad pietaté
hominūanimis publicè preſunt, ſegni
tiesatq; inertia . Nam certè hoc res ip
ſa indicat,eos vtplurimū vicanorūru
fticorumg; eſſe genere , apud quos aut
frigidæ ,aur raræ ,aut omnino nullæcõ
ciones habentur de Deo ,deq; ijs quæ fi
dē ( cuius præſidio præcipuè tuti fumus
à yereratoris illius infidijs)in Chriſtia
norum mentibus ftabiliunt,fouent, ac
conſeruant. Quod fortè multos impu
lit , vt rem miſeratione potius , quă ſup
plicio dignam exiftimarent . Tantum
ſcilicet ad eiuſmodi homincs deue.
niffe mali,nõexaffectato , ſed quaſi ne
ceſſario debilitatis imbecillitatiſq; ſuç
infortunio : Hocque quicquid eftintra
folam inſaniam mentiſque errorem
t . 3 conſi
 EPISTOLA .
confiftere non etiam ad alienam iniu
riam pertinere ac progredi . Etfortaſſe
nonnullos Francorum (qui alioquicę.
teris hominibus ingenijacumine iudi .
cijģue ſynceritate in nullo ſunt infe
riores)detinere potuit ; ne admodum
magnam ijs rebus fidem adhiberent.
Verùm cùm ea ſiue deliratio , fiue im.
pietas habeat coniunctam atque im
plicatam focietateni veneficij,aliorū .
que ſcelerum quæ ſe facilè produnt;
mirum eft , quòd aliquãdo ex fumoig
nem non deprehenderint. Certè mihi
cui à totannis cótigit deijs quæ in Lo.
tharingia capitaliteradmiſſa ſunt , iu
dicia exercere : iam nihil reliqui effe
putaui,quin plerağ;omnia , q de iftiuf
modi maleficijs vel ad prodigium nar .
fantur vera ducerem : ac præterea qua
lia ipſe ex quæſtionū quæ de ijs habitæ
in manus mcas perucnére , inſpectionç
comperi , memoriç acliteris proderē.
Necid quidē přimū certo deſtinatgý
conſilio facereinſtitueram , qui fcirem
ab eruditiflimis virismulta eademquc
iuſta effe ea de reedita volumina, cuiq;
à retum ſua,tum publica tantū nõ eſſet
otij, vt defungi hic pofsē opera aliqua
non
 DEDICAT ORI A.

non ingrata acinutili.Sed cũ ( yt ſoleo

temporibusnegotia mea diuidere , ac
laboris tædium varietate quantü pof
ſum effugere ) à re iudiciaria ſubtrahe
rēmeadamæniora ſtudią , ac fortè ex
recenti vel auditione,veflectione ,ad
huchereret aliquid defagarū pręſtigijs
acincantationibus : id quaſi poeticum
aliqfigmentum arripiệs ( nam ferè af.
finitatéaliğ haberevidentur),inde ver
ſus aliquos conficicbam ,acpoft in - ad
uerſaria negligenter reijciebā . Hoclo
lüin lucro deputans , gotium luſiffem ,
necmelāguoriac delidiæ dedidiffem ;
Tandem & inceſit cupido , adhortan
tibus multis, & fortè otium prębente,
in vrbe graffabatur ,peftilentia , ſcopas
illas diffolutas acdiſcinētasconectere:
vtiis, quantúin meeſlet ,euerrerē, ſiqd
adhucin cuiuſquã animo reſideret, 94
eius in iftis amplectendis fidē remora
retur.Sed cùm hocne fic quidē yalidű
ad perſuaſionem videretur ( quis.n. eo
orationis genere ipſam etiã veritatem
mendacij ſuſpectam non habeat ? ) ad
hibui quæ adeam aſſerendam momen
tiatque authoritatis plurimum apud
homines habereſolent , rerum ,perſo

f 4 narum
 EPISTOLA

parum ,locorum , atq ;temporum , quæ

interceffiffent , peculiarem , certamac
luculentam deſignationem . Atq ; equi
dem non omnium , ſed quętantùm po
fterioribus annis obſeruaffem atq ; an.
notąuiſſem . Nam yt dixi non erat pri
mum conſilium hanc narrationum
fyluam cogerere,ncc adidmccompa
ſaueſam . Hocautem qualç quale eft,
cui ſiç caſu magis quàm iudicio extre
ma manus acceſſit ;eo etiã faciliùs pro
dirçin pubļicum paffus fum , quòdin.
tellexiffem à maximæ prudentiæ viro
Theodoro Aliſio rationuin regia Lo .
tharingiæ præfecto , id , fi ita fieret cor ,
di fore ſereniſſimoDuci noftro paren
ti tuo , qui cum ea de re fortè fermone
habuiffe fe dicebat . Reliquum igitur
fuit ,illi patronú vtdeligerem , in cuius
præſidio ac clientela cffet aducrfus eQ
rú petulantiam , qui cupidè omnia ob
ſeruare, acin peiorem partē rapere ſo
ļēt . Cui rei adhibere te tantū principi ,
acmaximis quibufq; regibus totius Eų.
ropæ , quæ Chriftú nouit , confanguini.
tatępropinquū extremæ audaciæ fuiſ.
ſet, niſi cgo homo Lotharingus è pą,
trio penu depromens q alicuivlạicfię

1 poſle
 DEDICATORIA
,.

poſle puto ,abs te , qui præcipuum es Lo

tharingię decus atq; ornamentum , ver
nacula quafi fiducia hoc peterem præ
ſidij . Acpotius niſi tua ea eſſet huma
nitas, quam ,nemo quirogaret,in tead .
huc Gbi claudi ſenferit. Ea tua inom
nes, quosaliquą literarum commenda
ționecognitos habes , animi propēſio
acbeneuolentia , yt nulla tibi alia ma.
ior de quoquãpromerendi afferri pof
"
fe dicatur occaſio . Quibusfretus li huic
meo labori nominis tuiſplendorēmu.
tuari acinferre audeo , quo magis illu
à tenebris vindicem : tuæ erit æquani
mitatis , hocillis caufis & rationibus,
quæ omnes à te ſunt, condonare : acvel
tua amplitudine atq; tua dignitate in
dignữ , tạmenab eo gratū acceptumq ;
habere, qui tibi ſe totụm , quàm humil .
ļimè demiſifliméq; poteſt addicit ac
deuoyct. Quiq; à rerum fummo opifi.
ce nunquam ceſſabitcontendere, te vt
diu faluum incolumemque ad maxi
ma atque ardua quæque conſeruet,
acoptata tibi tua omnia
ſemper offerat. Nan
cæji

t LECTO ,
 LECTORI CANDIDO S.

ORIS eſt,qui à fefcripta edunt, inſtituti

ſuirationem aliquam prefari :neaut adid
temere profiliſe autrectèfufceptum confi
lium arroganter diſsimulaffe videantur.
Hoc ne committerem , ifto præfertim argumento tamn
variè ,dubieſ à multis tra &tato : dedi operam , lector ,
VI & propoſiti mei tibi caufa aliqua conftaret; &, fi
quem apud te locum rationes mea inucnirent, etiam
probaretur. Euenit , vt qui eandem rem fæpèverfant,
eius notiones aliquas in animis fuisinformēt : quarum
deinde memoriam geſtiant titeris confignare: vel ve
otium ſuum interim oblečtent,vel etiam quod eiuſmo
di commentationes fuasad aliorum vtilitatem non om
nino malè impertiri poffe putant . Vtrumque ,ſed diſsi
miliftudio ,ſequutum effe me inbac ,quam promulgaui
Dæmonolatreia non ibo inficias. Nam dum annos per
petuos ferèquindecim infantes, quos per id tempus ha
: 0 le
buit Lotharingia ,quaftio nes, iudiciag exerceo0:0pp
ui quaſi totum caput mihi fagarum , qui inter eos fre
quentes occurrebant,prodigiofis conuentibus ,comeſſa
tionibns ,tripudis,faſcinationib.ac venenis ,in aëre con
Curſationibus, ſtupricum Dæmone infanda cõſuerudi
ne,crebris ,vtvidetur ,in alienas formas mutationibus,
atg, id genus flagitis ,acimpietatibus ; quib.earū vita
vulgo eft inquinata ,ac contaminata. Ac fiqnando ( vii
ſolentfacere qui in aliquo literatūſtudio funt verſati)
ad manfuetigres Muſas diuertere ,atg,aliquid ad ari
mi oble &tationem mediteri contingeret (num interdum
fubdu &ta forodabats verſum ) offerebant fett
menilla ,ac quadam gemorie recentis impor
tunitate
 AD LECTOREM.

tunitate ineculcabāt ,quæ ipſenec ingratus admitteba ;

quòd non infelicem materiam carminibus ( quem tum
otio meo lufum fortè deligebā )ſuppeditatura videban
tur. Düigitur modò hoc,modò illud, prout pnūquodga
fibi animus per occaſionem decerpit,vfurpo,acſeorſum
attingo.idē vfuuenit mihi,quod ijs ſolet, qui è quaq ve
ftequă concinnant , ſegmenta in ciftam primùm quide
abijciunt aceruatim, ac negligenter:pòft vbi in aliquem
numerū iam accreuiſſe putant ,retractant diligentiùs
fingula , atque ex comodiſsimisquibusý, centonem ali
quen colligunt: cui ſinihil aliud,at certè ipſa qua ve
luti emblema aliquod vermiculatis cruftis diftinguitur
Varietas aliquam affert cõmendationem . Verùm quo
niam rerum geftarum narrationes ( qualibusferè hic
cento confertus eft) precipuam acceſsionem gratiæ ha
bent ab ipſa luce veritatis ;quòd vere, quàm fi ta, ex
cogitatag legantur attentiùs ; quod homines tēpus
fuum faciliùstraducant in ijs rebus, que cum delecta
tioneconiunctā habent vtilitatis expectationē: non ma
lè operă locaturum me putaui,fiea quorā fides,tū ex
ſua nouitate,atque inſolenta, tū ex orationis ,quoſcri
buntur,generelabufcere poterat, vindicarē à tam im
merita opinione,adhibitis,que ad afferendam veritatë
vulgo plurimnī valent,rerum ,perfonarum locorum ,ac
temporī proprijs, & diſtinctis argumentis. Quoruta
men cum initio nullā mihi copiain comparaſjem ; illage
pri ex fingulorum diſperſa collectione generatim , atg,
vniuersè animomeoſeſe offerebant, per ludum , vt di
xi, attigiffem : cæpi abhinc quinquennio obſeruare,at
que exſcribere ex quibuſque reorum quaſtionibus qus
ad ea figillation referri, atque adaptari poffe vide
bantur.
 AD LECTOREM .

bantur. Ac prætereà quo id cumulatiùs explerem ,eue

Luete que ſuperioribus annis neglexeram . Demùm cùm
Turi ( quefereſſeram propter in vrbe gliſientem peſti
lentiam ) ſolrudinem eblandiri aliqua ratione cuperē:
conodum inier chartarum fufciſculos nactus , qua fic
in commentarios retuleram , ea otiosè ad certaredegi
capita , qua nudis,ac fimplicibusillos fuo ordine refpon
derent.ac quafi partes ad totum fuum accederēt. Hæc
runs , le £lor, tibi videnda exhibeo modicè, ac fideliter
denarrans : qus ipfe diuturno vfu , atqueobferuatione
comperi. Qua tu ,opinor, nullam caufim habes cur te
ýclas: nifi fihoc eft (quod aiunt) non eſſe ferendos,qui
otro abutuntur in terrendis hominum animis rerum p4
Harum ,futilium , & qua vix rudibus illis faculisſe vue
ri potuiſent,affe&taru narrationibus, Qui etfi retūdit
ſatu ea de qua modo dixi, circunftantiarum authori
tas.publicis etiam loci cuiyſg, vbigeſta recitantur, mo
numentis teftata, atq; conſignața : tamen ve d hunc
! firupulum , dubitationemg, ex illorum animis euellerë
qui ad ea peregrini,arg, hofpites fortè accederent ; nă
piguit ex locupler.bus, eo luculentu authoribus ijs con
Jentanea quadam , ac veluti 7apályha breuiter ad
iungere : fiquidem rerum fimilitergeſtarum comme
moratio,non paruam veritati lucem , auihoritatem
affirre perbibetur. Damorolatreia nomen feci: qudd ,
luèi metamorphoſes, peneficia,fanationes,praftigias,
tempeftarumimmotiones ,aliağ, id genusportenta mul
ta contineat, quibus fingulis fuusalioqui titulus recta
conftare pofsit : pracipua tamen viſa ſit adeò nefande
ini ultu.ac veneratione impietatis conſideratio : quòd
eius præfertim caufa illa ornnia adornari, inftrui, atg,
effici
 )

AD LECTOREM ,

offici certum fit.Nam equidem opinionem aliquam di

ninitatis ex ſua difficultate, magnitudinegi * pruden
tioribus ingenerant, acrelinquunt : vti fucilè miſeris
mortalibus fimulata fiat áucpro veris obrepere ſolent.
Quis enim pro numine non colar, quirerum formas,46
Species ad nutum vertere, aig, immuidre, Pitam Mo.
mento adimere,eandemg, ceu à morte iteratam ,red
dere; elementa pro arbitrio temperare, futurarumre
rum euentus pronuntiare,atg,innumera alia ,qua bu
manas viresſuperent, ac viniant,praſtare polle exiſti
mantur ? Poriè nullam me in iftis expoñendusſecuium
effe artem , nullam tenuiſſe viam , aig raiionem . fi quis
obýciet : non rgo ob id illi magnopere fim infenfus, qui
babeam unde excuſem . Quisenim ( vt eft in prouerbio )
ex arenafunii ulum vnquam fperauitſe nectere poffe ?
Et tamen ſatius effe duxi hæc qualiacung , fineordine,
xj dveu táčews lettori communicare , atg, exhibere :
quam dum parum concinnus videri timeo,pati vt in og
culto diutiusiaceant craſsis circüfuſa ſilenijtenebris :
qui pratereà fciam multæ illis contineri, quanemoad
buc (quod audiucrim ) ſiriprismandauerit: aut certè
non ea teſtimoniorum authoritate confirmauerit, ian
ta varietate diftinxerit,exemplorum numero adequam
werit. Tum hæc (vri modò dixi) fic fingula primùm at .
tigi,vt nihil minus cogitarem ,quàm ea aliquando con
cinnate,atg, in vnum corpus redigere : ſed ipſa iam per
partes informata materia,atq; equidem haud omnino
pænitendo labore tandem peruicit,vtin banc, qua nīta
prodir,formam quantumuis rudemfinerem coaleſcom
ce. Veluti qua ex temerè primùm parfis adeficijs pro
greffu temporis coagmentantur vrbes, inordmatas,in
compofitafg.
 AD LECTOREM .

compofitafq, viarü regiones habent : quia ſcilicet nori

fuitab initio deſtinata collocationis vniuerſa,certaque
facies : ſed vt quidg, minus inaquali ſitu ,indecentique
ſerie ad aliud referri, atque adaptari potuit, ita eft in
fuum ordinem digeftum ,atq; diftribestum . Quamquam
nec adeò incondita ,inconcinnaſ, eſt haccõgeries ; quin
orbem ,contextumg aliquem obtineat : eum videlicet,
non quem artes , que preceptistraduntur , accurate ,
exquiſite, poftulant :ſed qualis in narrationibus effe
folet, vbifuo quidque quemadmodum euenit, ordine,
ac loco récenfetur. Sicmaluiſcribere,quomodo bomi
nes primùm fortilegij labe inficerentur : quas proxi
mè artes edocerentur, vti ad conuentusſuos propera.
rent,quæ in is ftruerentconſilia: vt deindè ex compoſia
to mortaliū valetudinem affligerent, reftruerētve:Sa
tis calamitatem inferrent : vin &ti vel refipifcerent,vel
fic ſe obfirmarent;vt quaftorum etiam fagacitatem e
luderent : aliağ id genus multa patrarent,ac defigna
rent qua hîc nimislongum ſat recenſere.Nam certè exs
iſtrs ommbusſagas eſſe, niſi ſi planènihil videre, ac in
telligere volumus,fucile erit perſpicere, ac dignoſiete:
Quæ in hac diputatione prima , precipuag fortèerit
quaſtio :& omnino fi minus delectabit. vniuerſa iſta
Species,fortè quia fic diffuſa , ac diſſoluta: at iuuabit,
ac proderit fingulorum notitia , atque intelligentia :
Παραδοξόλογονforfan, & μαθαιόλογόν ακent me
nonnulli quiſagas loquar nimbos molientés, aëra per
Tumpentes,anguftos aditusparineantes ,cü Demonib.
comeſſantes,faltantes ,concumbentes, ac prodigioſa,
portentofag idgenus plerag, edentes : ſedſcient, ve
lam , meprimùm bức non rimore dif :r, , fed multo
Tumi
 AD LECTOREM .

rū ſéparatis, cõfentientibus teftimonijs (vt iam dixi)

comperta narrare. Tum non captiosè,fed probabiliter
ea diſputare,exquifitis etiam ad Chriftiana religionis
rationem argumenti ,& probationibus:denique libe
Tū omnibus facere,contra fivelint, vt fentiant : neque
enim ſcita delle pronuntiare me , ac decreta. Quam
quam fi quis deillisfententiam eam roget , à vero non
vſquequaque aliena effe exiftimauerim : ac certè pron
pius fidem ,quam pleraque alia , quæ tamen pro certis,
Ac indubitatis fcripta reliquit antiquitas. Quid enim ja
( yt reperitur in C. Epidi commentaris )arboreslo
cutas nunc dicam , aut etiam bouem , alinumue ? Quid
fi oliuetum vniuerfum vià publican trangreffum ,arua
que inde è contrario in locum oliueti profecta ? quod
tamenin agroMarrucino ſua ætate factum retulit Plia
nius. Quid fi Amphionem feras ,& arbores : Orpheuns
faxa vocibus, & carminibus, id eft tawSais, quo von
tebant ,trahentesScripfit tamë Pauſanias saíaxwuß
narratum fibi fuiſſe ab A Egyptio quodam hoc illos ,
quòd infignes effent Magi, verèpraftitiffe Quid
. fimon
tes duos arietum inftar inter ſe concurrentes, receden
teſqùe? quod in agro Mutinenfi olim eueniffe Romano
rum teftantur hiſtoria . Quid denique, fiterram fua
fponte difcumbentibusgramina ſubfternentem : Trie
podes inmedium procedentes, vinumą, ac aquamfun
dentes : eneos pincernas cyathos proferentes: quod a
pud Hiarcham , aliofque Gymnoſophiftas ridiffe fere
tulit Apollonius ? Non eft igitur narrationibus idcirco
fides detrabenda : quod noua, inaudita , ac fæpèconio
tra quam ferant nature leges, ad exitum aliquem
perducta contineant : fiquidem multa funt , qua

Dame
 AD LECTOREM .
>
Demonespro maximafua poteftate faciunt,ab omni,
quem natura tenere ſolet,modo, atg, ordine alieniſsi
ma. Nemog, ob id indigna illa iudicat, qua pofteritati
prodantur : fimodotalia funt , qua abſurdi nihil ha
beant. Nam cerièfcio multos eſſe, qui per eorum cau
Sam ridicula ,atq inepta multa comminiſcantur : ve
luti qui ſagas ſuis pharmacis homines ex hominibus
exuere,atq, inferasvertere : ex earum corporibus e
migrare ad tempus animas , ac in ea , ceu poftliminio,
redire : Demonum compreſsibus eas grauidasfieri, a
liaſ, eiuſmodi pleraqs: qua feriò etiam nobis narrant,
ac perſuadere conantur. Quibus egofic habenas effusè
laxantibus nihilo finiaquiör, quàm illis qui nimiū eas
inhibent, ac compeſcuni. Vtrobig, enim par erratum
admittitur : & ea ,qua ratio , experientia que diutur.
na comprobant reiciendo: & quafapientiſsimi cuiul.
quefidesfemper reſpuit,admittendo; ac confirmando.
A Estimabır igitur lector, atq; expendet pro ſuo fenfu
omnia ; ac fiquid fortèvel per in redulitatem , que in
optimi cuiuſquementem facilè irrepit , inſolentiùs ap.
probauimus : vel per faftidium quo modeftiſsimi quo
que nonnumquam tentantur, liberiùsdamnauimus: id
ei condonabit, quam nos nobis in hoc diſſertationis ge
nere ex tam frequentiiudiciorum vſu conſequuti vide
mur experientia ,fimul confidentie. Fit emin viqua
quis præfens vel vidit, vel audiuit, ea orationis maiore
narret fiducia;præfractiùfq; aduerfus eos , qui contra
ſentiunt,defendat.Quamquam bîc mihi bene conſcius
fum , nihil certandi ſeriphile ſtudio :nihil quo ex argu
mentinouitaté admirationem móuerem ,gratiam cap
tarem :ſed tantùm in éum veritatis fcopum ,quo multi
alijs
 AD LECTOREM .

i slöj:quorum tamen minus inftructaeſſet iaculisphares

tra ,quàm noftra nunc eft,colimaſſe, atg, oculorum a
ciemdirexiſſe. Qui conatus, fiita ( vt fperamus) accia
pientur, & alij ( auxiliante Deo) aliquando conſequen
tur,quos nemo,qui equum fe nobis prabere volet, fru
fra vnquam eſſe dixerit.
5
CLAVDII ET EMMANVELIS
AD PATRIS LIBRVM
HENDECA SYLLABI.

Dem cùm tibi lucis extet author,

Quinobis quoque lucis extat author
Succeſſiuæ operæ ,liber,parentis
Fraternè minus ,& minus benignè
Hîc feciſſe putemur ,à paterna
Site fortè domo peregrè euntem
Nullis muneribus viaticóue
Vt notos decet vſque proſequamur.
Ergo quas inopes ſcholæ miniſtrant,
Iis te fimeliora fint daturi
Impertiri opibus iuuatpuſillis,
Sic eft ingenium fcholalticorum ,
Vt quis quemque colit magis vel odit 7
Illi carminibus benè ominari,
Iſti carminibus malè imprecari.
Primùm nemo ſua procacitate
Te proſcindere tenter immerentem :
Aut ſi cui potis haud erit tenere
Se,quod carpere fortè conſuerit
Quicquid non ſua cudit officina;
17 Huic,

/
1
Huic ,velingua ſuum exereç venenum ,
Aures promineantvtræque duplo
Hirſutæ magis atque ſurrigentes,
Quàm quas rex ftolidus premebarolim
Mitra ſub Phrygia , & truci capillo.
Jam nunc tutior hacce ſanctione
Tete quodlibet infer in tribunal
Audens,atque tuo cie ftabello,
Si quis languet adhucfepultus ignis,
Quem lentus dubiter ciere ludex
A Etas hæc vt habet fatis fuperque
Mu tos ,relligio quibus fit vlla.
Exercere ftriges ſeueritate
Legum ,vltricibus & cremare flammis.
Sed nos fortè minus decenter iſta
Qui Mufas colimus bcnigniores,
Et quæ ætas etiam eft vtrique noftrûn
Procliuis minusad feueritatem ,
Procliuis magis ad benignitatem :
Arnemo virio dabit tueri
Nosidem quod & is piè tuciur
Huius qui tibi lucis extát author ,
Nobis qui quoque lucis extat author.

AFRICANI AD PATRIS LIBRVM .

τετρίτικου .

Ed nec tu,liber hinc mibi nó donat'abie

SIProfequar at voto, fi nihileft aliud .(bis
Scilicet immcritúnete mala lingua laccſlae
Excuſentai boni, fi quid erit fegnius
SVM
 SVMMA SINGVLORVM

CAPITVM HyIy's
OPERIS .

LIBRI BRIMI
CAP. J.
Vibusillecebris hominesà Dæmonibuspri
mum trahantur, labeque ſortilegij infician
pagar
CAP. II.
Quemadmodú dolis ſuis captos Dæmones me
dicato puluere , virgis, vnguine, varijsý; id genus
venenis inftruant:quorum alia mortem,alia mora
bum captùm; quædam etiam fanationem afferant.
vtý; ea neq; femper ,neq; omnib, fint noxia :ſed re
periátur, quib. fæpè fruttra fint aſperſa:maximcý
qui in maleficos capitalią iudicia exercét. pag 3
CA P. III .
Vnguine fuo Magico impune ſagas manus, feģ
adeò totas illicere:quo tamé, ficuiufquá vefte vel
etcremà attigerint, id illis côtinuò mortiferum fit
futurum ,fi modò lædendi eft animus : Nam aliter
eum contactum innoxium eſſe, atq ; expertem iná
iurix, pag.12
CAP. IIlI.
Demones ſuiscùm primum cosadoriuncurpe
cunias conferre ; quæ pòft, fublatis præftigijs, fi
mus, tefta , folia, aliægue id genus quiſquiliæ effe
teperiantur.Cur ve 'as langiri nequeant,cú tamen
corum , qui terra abditi latent, thefaurorum culto
des,afferuatoresg; elle dicantur . pag 14.
tt CAP!
 SVMMA CAPITVM .
CAP. V. "
Non-fatis effeDemonibus diferta verborum fti
pulatione obligatos ,pexoſý;homines habere : fed
illis prætereà noras vnguibus ſuis inſcribere , quæ
feruitutem ,in quam abduxerunt,perpetuo teften
tur. Qua fæpiùscorporisparte fiac inſcriptio :vtý;
feniu penitus illam orbent ac deftituant. pag.16
CA P. v 1.
Dæmones cum hominibus concumbere :fed fri
gido,iniucundo , irri:0 , atque effocto coitu :matri .
moniaớ ;nihilominus frequentare : Zelorypiame.
ciam fingere ,atque aſſimulare. pag.23
CAP. VII.
Dæmones corpus ſibi condenſare ex aliqua ma.
teria , formafá; variarum animancium fibi affume
re : humanam etiam nonunquam : ſed infami, ac
deprauato vultu ,manibufớ; & pedibus ſemper in
morem aujom rapacium vncinaris , atq; hamacis.
pag.so
CAP. V : 11.
4 Dæmones fermonem , quali veuncur ex , apud
quas verſantur, nationes fibi fingere : ſed ſublar.
dum ,pufillum , & claufo murmureraucā . pag.54
CA P. IX .
Satanam recti fpecie homines fæpè decipere:fu
os quoquead eandem hypocriſim quàm maximè
poteft eruditos habere, quo in oceulto magis fit
1
corum improbitas, minufó; coniectura , ac ſuſpi.
s' cionibus coarguatur, pag.58
CA P. X.
Dzmones illuuiem fumman demonftrare :tum
 LIBERI,
quæ corum przſentiam ſemper comitatur ,odoris
fi faedicatem ; tum quæ de vitanda munditie adeò
accurate ſuis præcipiunt : maximea; in manibus,
ed
quarum lauarionem faiút faſcinationibus obelle :
quomodog; id fir accipendum . pag.73
CAP. XI ,
6 ;.
Sorrilegos, quod olim pagana feciffe dicitur an
riquitas,Demonibusſuis annuatim quid pendere:
quo vel plagarum metum , vel earum quibus ex pa
i
cto obnoxij funt,præftationum vacationern redi.
Ti.
mant : Tum id quod fic penditur, fi animaleit, vt
nigricolorisplanè eſſe oporteat. pag.77
-23 1
CAP. XII .
Sagas ad Sabatharios ſuos conuentus auolaturas
maricorum zelotypiam fallere, illis in arctiorem
DIE ſomnum per incantationem inductis : vel etiam
ac ſuppofira, quæ earum fpeciem habeat, re aliqua .
pag.8z .
S. CA P. XIII ,

Multa effe,quæ Dæmones grauiter, & ſeverè in

fagas animaduertant: nocturnorum conuentuur
od delerrionem : morborum fe inconfultis fanation
nem , iniuriæ conceffionem , innocentiä contuma
3 ciam , à malè agē :lo de hortationem ,criminis apud
Iudicem agnitionem , irritam infidiarum molitio
1 nem : atq; eiusgeneris alia quàm plurima, quæ vel
atrociffimis verberib. illis luere, vel dano aliquo

fit rei propriæ grauiore penſare neceſſe eſt. pag.83.

mine CAP . XIV :
18 Veram , & præfentem fagarú ad nocturnas fuas
Synagogas ſæpè effe p'ofećtionem : nonnunquam
criam vanam , & per infomnium cantùm conceptā,
tt. 3
 V MMA
& VMM CAPITVM .

ic medicatam : recteņue ſentire, qui vtrumque de

fendunt. Tum ve diuerfæ finceius profeffionis ra
tiones, quibufue poctibus fæpius fiant in Lotha
rirgia. pag.99
CAP. XY .
Frequentes ex omni genere homines ad noctur
nos Demonú coecus conuenire: fed maiori ex par .
te foeminas; vteit is fexus prauis confilijs magis
obnoxius, pag.log
CAP. XVI,
Infuaues, atq; illiberales in comeffationibus fa
garum apponicibos, & qui prætereà famem nihil
depellant:Quæresmultisnon iniuria opinionem
attulit merum id effe vifum , & phantaſma:Quod
camen non eſt perpetuò verum : Nam & aliquádo
humanis mortiçinis, acalijs id genus infuetis car .
pibus verè veſcuntur :at ſine ſale,ac pane, Acquid
cauſa fit, quòd fe ab aļijs duobus præcipuè abfti.
Acant,probabiliter diſputatur, pag.111
CA P. XVII,
Chorcarum , qui in Dæmonum facrisolim fuit,
vfum etiamnum hodie retineri in nocturnis eorý
conuétibus: maioremq; la filitudiné parere, quàm
folent vulgares aliæ hominum ſaltationes. Item
cas ab auerfis fagis in orbem tripudiari. Tum ve
malo more femper inualuerint : licet ab inſania
parum diitare confter. pag.117
CAP. XVIII,
Solenni iureiurando, quod ipfe etiam Dzmon
verbis præir , fagas viciſſim ſe obftringerenó pro
dicuras fe iudicio faciapris focias : Neque tamen
in ço
 LIBER 1.
in eo tantùm fiduciæ ponere,quin fibi contra eum
metum alia etiam ratione prouideant : nomen
videlicet fuum diffimulando , vulpuigue lar .
uam , reticulum , velum ,aut quidaliudobducendo
pag.121
CAP. XIX.
Iniucundx , ac etiam ridiculæ cùm fint quæ lal.
tantur in Dæmonum conuentibus canciones pro
9 ijs nihilominusagendas abs difcedentibusgracias:
perinde ac fi magnæ alicui voluptaci fuiflent.
pag.124
fa
• CAP. XX.
More hominum Dæmones fuos conuentus 2
od gere : vbi folira in fidei clientelaris præſtatione
so oſcula, amplexufque à fuis excipiant : vnumque
Er exomni numero eſſe veluti principem , cui is ho
d nos folenniter exhibeatur.
pag.138
CAP. XXI .
II
A Dæmonibus fæpèmagnavi in fruges , ac ſata
immitti variarüm fpecierú beftiolas , quæ ea mo
mento populentur,ac depafcantur: Quomodogue
id fieri contingat.
Pag.135
1
CA P. XXII .
m
16 Noui ſemper aliquid à fuperiore conuen
Lia fu afferri oportere , quòd in alcerius fit patra.
cum exicium : nec impune elſe , ſi quis ab iniu .
ria , ac maleficio vacuus ad ſequencem redeat,
pag.135
on
CAP. XXIU .

ed Dæmones ſe in variarum animantium formas

pro
 S v MMA CAPITVM ,
protépore, atque vſu induere: quoties inter fuos
verſari volunt : præcipuamque ſemper effe hirci..
maximè cùm fe publicè colendos,venerandofque
exhibituri funt. pag.137
CAP. XXIV ,
Quieram , & laboris expertem fuiffe, quæ olim
eueniffe legitur hominum à bonis Angelis per ae
ra tranfuečtionem : eam verò , quæ nunccircumfer
tur ſagarum à Dæmonibus, plenam eſſe moleſtia
rum & laſſitudinis. pag . 145
CAP. XXV ,
Hoc quamuis memoratu incredibile :vno tamé
ore ſagas omnes loqui ſuſcitandarum nubium po
teftatem fibi à Dæmonibus fæpè fieri : quas poſt
quam vnà cum ijs funt elatæ, pellant, trudantgue
quo velint: ac etiá niſi ſi quid obftat,in terrasex
curiant. Quæq; eiusmolitionis propria, peculia
riaq; ab illis memorentur. pag.148
CA P. XXVI.
Campanarum Conum , quòd eo ad piaspreces
excitentur homines,Dæmonibus infeftúeffe , atq;
inimicum : earumg; non alsre vfum frequentem
elle,vbiconitrua,grandines reliquxg;tempeftates
quibus fe illicreduntur immiſcere,ingruunt,atq;
impendent, pag.156
CA P. XXVII.
Veſtigijs veluti vnguiú fæpè impreſſa, acq; exa
rata apparere, quæ fulmine funt percuffa :quod o
pinionem multis adfert adnitentis Dæmonis : cui
fama eft , cùm fe in corpus aliquod induit , maxi.
inè id placere: quod vncis,hamifq;in morem ferę
belliæ fit inftrućtum . pag. 156
CAP.
 LIBRI II.
CAP. XXVIII.
Non rectè fentire, qui cứ Epicureisnegane Dr.
a mones hominibus occurſare, folatia afferre, terro
res inijcere,infidias parare,iniurios , moleſtos, ac
noxioseſſe:cùm hæc paſſim cú ſacræ , tū prophanæ
hiftoriæ perhibeat,hodierniq;adeò ſagarú omniú
fermones yno ore confirment. pag. 159
CA P. XXIX .
Non modò, vt iam dictum eſt , fortilegos per
aërem à Dæmonibus deferri: fed ex eo loco multa
in hominúpernicié moliri,acmachinari : demúſ;
in terram innoxio caſu ,ac qualis folet efle auium ,
lapſione placida, quieravedeponi. pag. 169

LIBRI SECVNDI
CAP v T I.
On effe in Dæmonum poteftate diffolu
tas morreanimas ad ſua corpora reuoca
N :
re:Vt tamen ſunt operum Dei abumbrato
res maximi id fæpè in ſpeciem eos praſtare, dum
fefe cadaueribus in fauant , ac in ijsmotum , qua
Jis in viuentibus effe folet,interius cient: quem .
admodum &v & UTOMATOIs euenire videmus, Tum
de Patronij Dalhemij impietate,parricidio ,pro
digiofisque amoribus hiſtoria. pag.175
CAP . II.

Luem iftam ſortilegij fæpè in liberos ipfa pa

rentum labefactarione, ac veluti contagione di
manare:dum fcilicet higiſteilorum fuorum gra
tiã eo facto inire illi vent,Ac quomodo ætatis
excufatione malè id chinen à quibufdá in pueris
defen

1
 S v MM A. CAIIT v M.
defendatur:tum propter fuam atrocitatem , imma
nitatemque: cum quod eiusvnquã deponendi ſpes
ferè omnis fit erepta,atqueablata. pa.190
CAP . III,
Humaniscadaueribus Cortilegos abuti ad fua
maleficia, præſertimģi, fi quæ iunt vel aborcu ege.
ita.vel fupplicio interfecta :vel denique cæde ali.
qua indigua,atque inhonefta perempca. pag.205
CA P. IV.

Per difficiliter vitari pofle quas veneficę homi

nibus ftruūt infidias: 9 de nocte in obferatas,clau
falque domos ignota ipecie, ac forina illabantur :
arctiſfimo fomno decumbentes diris fuis artibus
obruant, prodigiofaq; alia multa edanr : cótra qux -
nullum tam præſens eft remedium , quâ quib.nos
lectum inituri Deo tradere, ac commendare fole
mus precariones. Tum quædam de ea per incanta.
tionem inducendi fomni ratione, pag.is
с л Р. V.

Metamorphoſes adeò mulcis cum veterum,

tum recentiorü exemplis decacatus fpeciem , non
eriam veritatem habere earum rerum , quas pra
ſe ferunt : decipi enim ocitorum ſenſus Dämo.
num ,quieas oftentant,præftigijs. Quæ porrò fic
alfimulatam fpeciemn comitantur actiones, etfiex
quidem veræ reperiuntur:nihilo magis tamen rei
veritatem aftruere : quod conſtar easà Dæmoni
bus, qui operi adnituntur,identidem proficiſci :vt
eft illis ad quælibet prompta natura , atque expe
dica, pag. 216
сл руІ,.
Satanam in vencficorum focietatem fæpè fuas
alcifce
 LIBRI III
aſciſcere,ad eaguemulta adhibere : non ex feqal.
bes dem virulenta,acvenenaca : led caruen vicola,
putida: Curğue ita faciat. pag.249

CA P. VIT ,

Variorum quæ fortilegi occultè mortalibus

li inferre ſolentmalorum exempla: quibus formi.
-0 . dabiles eorum detegerunçarces , arque infiuie.
pag.245
CA P. VIII .
i
20 Sparſas à fagis humi herbas , puluerem , feftu
ur: cas,aliaſque id genus quiſquilias ſupergredienti
us bus necis, vel morbi certiífimam caufam , prout
UZ illinocendiconfilium fuit , ac voluntas, afferre:
OS cæteros omnes, quibus parcere decreuerunr , lala
le uos incolumelqueevadere. In quo mire elucene
Diaboli in affigendis , perdendiſque hominibus
EN artes,ac machinæ, pag.249
CA P. IX .

1, Quid caufæ fit , quòd Diabolus maleficorum

fæpè accenfum poftulat,vbiquid alicui calamita
fis molitur,ac ftruit. Plurimaque ,quz id illü mo .
re facere demonftrant ,exempla. pag. 26
fic CAP . X.
Aliud in eandem fententiam exemplu : acquo .
ci
modo cædes à Dæmonibus factæ nullum fæpè qui
is
vefigium oftendant, pag.278
« CA P. X I.
6 Aliud rurfus eiuſdem cum fuperioribus argu
menti exemplum :cuiusprobabilitas prætereà ve
OS perű authoritate defenditur; Tum quo præfertim
niter
 $ y M M A. C4 PIT V M.

nitcndum fit præſidio aduerſus Satanz inſidias,

atque incurfiones. pag.28
CA P. XII.

Alia quoque eiuſdem argumenti cum fuperio .

ribus excmplasac vt Dæmones eos præcipites de.
ijciant, quibus nocendi prouinciam à ſagis ačce .
perunt, pag.28
C'A P. XIII ,
Alia etiam de eadem re exempla : tum vt De
mones ,eorumqueaſſeclæ ftriges tectis ,çuificijſá;
Latencer ignem inijciant , pig.286
CA P. X I V.
Alia item in eandem fententiam exempla duo :
ac quemadmodum Dæmones fuorum oracu illis
oris fpiritum obftruant, animamque intercludāt,
quos ylciſci cupiunt . pag.29%
CA P. XV .
Rurſus & alia de eadem re exempla : atque vei
Dæmon obiter illis vulnera infligere ſoleat, quia
bus nocendi mandatum à fagis habet, pag.293

LIBRI T E R TI I
CA PVT I.

ODEM menris errore nos cunc Diuosmor

borum authores facere , quo olim Ethnici
infortuniorum fuorum cauſas in Deorum
E
anquem reijciebant, Exeo rurfus alium effe crea.
tim de fanatione ab ijſde ncceffariò petenda: qua
> fi qui funtà fcorpionibus icti. Quem non parum
confir .
 LIBRI III.

confirmant quæ in ea Dæmones portenta ſub fpes

ciolo miraculi nomine interponunt. Et an præiti.
gias tantùm , vel etiam veritatem ea habcant,di
( putatur. pag.29%
CA P. II.

Dæmonum alia in labefactandis, deprauandiſ.

que hominibus aſturia. pag.399
CA P. III.
Nulla re tam citò,accommodè adduci fortile
gos ad depellendum quem feceruntmorbú : quàm
minis, verberibus, violentia : Cautionem tamen
effe non paruam ,ne quod minus fuerat malum ia
maius abeat, verſuraq; grauiore cum damno fiat:
기
Tum propria quædam declarantur, quæ in eone
gotio intercedere folent.Diſpucatur etiam , an il
Ja morbi vi excorta curatio poffit effe circa frau .
dem animæ capitalem eius, qui fic vim adhibuit,
necnc . pag. 313
CA P. IV.
Curationes Dæmonum velo ſemper aliquo re
3 ligionis obtendi: fæpè etiam viri , qui rerum po
tiarur aſcira in ſpeciem ope, ac miniſterio perfici:
quo ſcilicet eis maior accedat authoritas. Verùm
inter hæc Dæmonesnonnunquam fuam turpitu.
dinem prodere:dum obſcena etiam , fædağ; ad
hiberi volunt. pag 3.7
CAP .

Multa effe,quæ fortilegi agnofcunt fibi afferra

impedimentum :ne aliorum à feafflictam valety .
dinem vel reſtituant,vel ſubleuent. Quæó; ca fine
proprijs ad id rationibus , atque exemplisdecla
ratur', pag.343
CA P.
 A.

TREIAE EX IVDICIIS CA.

CA
PITALIBVS NONGENTORVM
PLUS MINUS HOMINVM , QV AE SOR
tilegijcrimen intra annos fedecim
in Lotharingia capito
lucrunt.

LIBER PRIMV S.

QVIBVS ILLECEBRIS HOMINES

à Demónibus primim trahantut,labeg forsils
gj inficiantut.

CAPVT PŘÍM V M.

Neſcandi, perdendique hominis

tot occaſiones arripere fatanam ,
quot illi natura ingenerauit af
fe & us , ipſa noſtro magno malo
fidem facit experientia:ferè.n.aut libidinis
bus , & amori deditos potiundi oſtentata ſpe
lactat: aut pertæſosegeſtatis diutinæ larga ,
atq; ampla opum aliqua pollicitatione pel.
licit : aut ad vltionem , ob acceptam fortè in
iuriam infiammacos, oblata explendi odij
facultate percellit : autdeniquc quauis alia
corruptela,dulcedinegue deprauaros in le
ges ſuas trahit , ac veluti nexos fibi addicit:
Ac qd quis hîc intelligat cæcos illos animi
affe&us,
 DAIMONOLATRE AE SAO .
affe& us,cupiditatesque, quæ homines ad nie
quitiá impellere ſolent,aliud eſt de quo fer
monem nuncinftituimus . Nam id quideri
fitimtemperanter abuti otio , & literis , fi
toties decantatam Promethei & Epimethei,
rationis ,& appetitus veluti pugnam , & di
micationem inculcare velimus. Hoc plus
dicimus, non modò graffari in homines fa
tanam occultis ,ac velut domefticis eiuſmo
di affe & ionibus, & (vt fic loquar)a & is per ipo
forum viſcera cuniculis ; fed palàm , aperto .
que (quod aiunt)Marte : explanata fcilicet
vocis impreſſione , accomparata ad collo
quium , quæ ſub aſpectum cadat , perſona:
I. qualem illi memorant i fuiſſe , dum tãquam
Hatt.4 . conſertâ manu cum Seruatore in eremo col
Lucaretur. Atque hoc equidem illi proclt
uius efle facere, cum difficultatibus labefa
& atum quempiam nanciſcitur. Inde enim
orationem ferè auſpicari ſolet,quòd eius vje
cem doleat,cupiatque adeffe ,atque opitula
ri. Sed neutiquam id fe præftarepoffe,nifi is
prius fupto , quod in baptiſmo pepigerif,
fædere velit in fuam poteftatem tranfire, &
ſe pro hero habere.Siid ita parom procedit,
nec verbis fatis promouetur negotium :tunc
adhibentur, quasmodo dixi, illecebrç,atque
lenocinia :grata aliqua ementiticorporis for
ma, ac venuſtas,ipfaque,ſivelit fruendi po
teſtas : magna in ſpeciem pecuniarum vis,
ac copia : demumgue pharmaca ijs morbo
vcifcen
 LIBÉR 1.
viciſcendis ,quos in fenſi ſeruant: vel fanana
dis, quibuſcum accepto beneficio in gratiam
le redierunt: fæpè etiam qui intentatis minis,
ac inceſto;vel verberum ,vel carceris metu ,
ferocius vrgent,atque inſtant.Nam pari lo
El co vtrumquehabent ſortilegi, tamque com
modè aliquid viab eis extorquetur , quàm
precibus, & blanditijs impetratur. Quorum
mtamen nihil in præſentia confirmare exem
plis decreui, quoniam eà deinceps ſuum que
et que locum ſunt plenius habitura: hoc nunc
le contentus addere, quod in iſto malarum im
k pulſionum genere rariusatque infrequen
ortius reperi vfurpatum . Hocverò eft quod
u illis ſatan aliquádo etiam pericula intendit,
ed ac formidines opponit ,quos blanda oratio
i ne permouere nequit.Claudius Morelius ż
Serre dänatusveneficij,cùm rogaretur,quç Non . De
res maximèillum impuliſſet, vt fe primùm cetab. išski
Dæmoni addiceret , refpondit: non antè
verbis, quicquid lenocinaretur,ab illo vin .
fci potuiſſe,quàm vbi de vxomis , liberorum
per qué nece terrorem inieciſſet. Antonias
el Ý Velſch , 3 cùm de obtorquendo collo , nifi
di in ijs quæ iubebat, pareret,minas intendiſſet InGucimit
non aufum fuiffe quicquam illi amplius de- gen 14. Cal
* lant. isty.
que pegarc, ita is dieta ſuaiam iam in illum exe
for cucurus videbatur, Alexiæ etiami Drigex 4 ,
Do cùm eam nullis pollicitationibus obſequen- Haracutia .
Aviso tem fibi pofſet adiungere , tandem inter - 4. IdusNot.
obo minatus eſt muriædiú quasilla inhabitabat, 1886.
er ruinami
 DAEMONOL ATREIAE SAG .
f
ruinam :quæ & non multò poft eſt confecus
ta.Eiuſne ille cauſam præbuerit, an tantùm
impendentem pręuiderit ,ac denunciauerit,
alibi fortè commodiùs dicetur. Certè habet
Ethnicorum hiftoriæ fatis multa exempla,
quæ ædificiorum deie & iones, fatorum ftra
ges,terræ hiatus , aéris ardores, aliasq; id ge
nus calamitofiflimas tempeftates, in homi.
num perniciem à Demonibus,non aliam ob
cauſam inuectas,memorant, quàm vt corú
métes noua ſemper aliquavotireligioneob
ſtringerent, fuamą; in illos tyrannidem ma
2
gis ,magisque prolatarent . Vnde hoc pri.
mùm colligere eft, nó eſſe fabulofum quod
vulgus Sagarum loquitur fibi præfentibus
præſentesadeffe Dæmones , accorăm con
gredi.Tum in ſe permouendis, quę duo po
tentiſfima funtad labefactandas mortalium
mentes,ſpem ac metum , cupiditatem ,ac for
midinem , vti ſunt rerum valde periti, adhi
bere,atque admouere.

QUEMADMODVM DOLIS SVIS

captosDemones medicato puluere , virgis, vnguine,
pariſque id genus venenis inftruant : quorum alia
mortem ,alia morbum tantùm, quadam etiam fana
tionem afferant. Vi ea neque femper,neque omnibus
fint noxia: fed reperiantur, quibus fæpè fruftra
fint afperfa: maximeſ, qui in maleficos
capitalia indicia exercent.
CAP
 LIBER I. S

(0 ; CAPVT II .
ta
Am indc ab initio Diabolus homicida
er
I eft,nec
am vnquam cefauit homines pietate Joannis
abi
deſtitutos ad cædes,ac parricidia impellere. s.cap.
Vt mirum non fit, fi quos femel illaqueauit ,
fir
eos in primis ad veneficia paratos, inſtructor
que habere ftudeat. Acne vel vencni penų
ria,vel eius propinandi difficultas cuiquam
ne ad eam rem moram ,impedimentumque afe
cop ferat , minutum puluerem primo quoque
ED
congreſſu adminiſtrat , quimorbi necilvs
' certiflimam , cui ita conſtituerit , caufam
p! præbeat:quemque,vtnoceat,non neceſſe
VO in cibum , potumve infundere, aut nudo
ibicorpori affricare,ſed leuiter etiam in veſtes
COI
ipfas Ipargere . Eum quinetat , atri , qui
opp morbum tantùm facit, ciperitij , aliquando
etiain ruffi effe coloris. Ac quoniam ſagą
if fæpè metu , vel pretio, nonnunquam etiam
di miſericordiaa qua nec omninò profitentur
ſeaļienas ) adducuntur,vč morbo fic affectiş
curationem adhibeant , vti poft latiùs di
cetur : ne deſit quoque ad cam rem para Mazeicij
tum remedium , terţium accipiunt albi CO 5.1d. None .
AS loris , cujus vel afperlione , vel in eſculen- 1584.
3.
thi tum , poculentumve įmmiſſione , morbus Manerij.
$ propulſetur. Hæcque pharmaca fuis ſic of 3.Non . jan.
ficijs,ac viribus folo colore diſtincta. Clau 18854 .
dia Fellæa z.loanna à Banno3. Nicolæa Pil- Gerbeuillçi
Nonis Maij
catrix 4. ac pleræque omnes eius fodalitij 1585.
A 3 memo
 DAEMONOLATRIAE 6 AG .

memorant,ſe ſemper talia vſu comperiſſe,

qualia hîc prædicantur . Quitamen colores
non tam ſunt diuerfi,ne in venenorum , quæ
ipſiimbuunt, deledu quis hallucineturſä
Dæmone enim non ab innatis qualitatibus
ea efficacitatem ſuam habent) quàm vt hrin
quo pa& i conuenti fides eluceſcat , veritas
probetur, & conftantia. Addunt Matheola
Mezeleij. Guilleræa , & Ioanna Alberta 6 cineritium
prid. Non. illum puluerem , etſi vulgo faciat morbum
Doce.;1584. non lethalem , necandi tamen vim habere,
Sampetro. vbiprimùm àveneficis vſurpatur, poft da
mótij.6.Is. nefariæ illi militię nomen . Tantam ſci
Nou8.15& 1. tum
licet id lirayowyıxèp , ac primum rudimentú
habet prærogatiuam .Hoccertè non ſine ali.
ua admiratione eft , quod iſtiuſmodi toxi
ca fortilegi non modò tegunt rerum ad fu
gandos Dæmones comparatarum vfu , ac
miniſterio; fed nec inter ipſas expiationes,
ac facrorum procurationes præbere abſti
Sexxijs. Id . nent.Iacobera Equina 7 cum Petronij tribu
090.1587. lis fui filiæ ,cuiamatorem inuidebat , proli
bidine nocere non poflet ( ab illa enim ne
quam inferret iniuriam ſibi diligenter ea ca
uebat)tandem aſpergillo luſtrali, quod iſti.
uſmodi puluere virulento infecerat , quafi
aliud agensin templo orantem inſperſit.
Quo fado ſtacim grauiſſimo morbo eft cor
Bla inuiliæ repta : quem & mors no multò pòft eft con
ad aquas 17 ſecuta. Alexia Belhoria ,8 cum tota vicinia fe
Gal
1987, Écbrw . vna negle & a ad epulum , quod vir cqueftris
Darnye:
Darnyelius dabatin filij die initiali,effet von
cata :eum contemtum non ferens, à bapriſ
mo recentem infantem ,non aduertentibus,
qui aſportabant, eiuſmodi venenato pulue.
reafperfit,ac necauit. Acneminus expedio
tus fit eiusvfus, fi femper fit neceſſe in manu
promptum habere,ac deindediſpergere:ha
bent & virgas co medicatasxvel etiá vnguine
autre quapiam alia perniciali illitas,quas fe
piùs geſtant per occafionem abigendipeco
ris :his ceu ioco fepè obuios feriut homines,
quos perditos volunt. tum etiam pecudes:
nec equidem irrito , atque innoxio ta& u : vt
teftatum ſua confeffione reliquerunt Fran
ciſcus Fellæus 9, Margareta Vvarnia 1o, Ma+
Mazclai
theola Guilleræa ,11 & cuius modo memini 14.Cal.116
Iacobeta Equina.Nil fiquis fortèab eorum 1584.
iniurijs turi ſunt benignitate aliqua numi Roncæij
nis ſingulari, Neque enim illis infinita ſem- Calen,Den
pereſt in omnes poteſtas: vti à Dæmone ſuo 1536.
non femel inaudiffe fe retulerunt lana Pangeij alla
Granſan & # 2,12 & Catharina Ruffa.13 Equi, 3584
dem memini A finariam Nanceianam , cùm condzij.
me quæftore ad interrogata ex elogijs te menſe 19
lio 1582
ftium refponderet ,acde hoc præfertim ro 13.
garetur, indignabundam hæc efle locutam , Vellez ad
Quàm benè agitur vobiſcum , ô ludices , Mofellam
s . Cal. Aug
quòd nobis in vos nihil quicquam licet. 1587.
Nam nulli funt mortalium quos tan lu
benter inſidijs noftris appetamus, qui lic
gentem noftram omnibus pænis , fuppli.
A 4 cijſqus
 DAEMONOLATRPIAE SAG.

cijfquç proſequimini. Idem laquelina Xal.

uetia 14.fponte,nec quoquam ei interroga
Baxerij ad pione præeunte,recenſuit :Hæc propter ſor
Calend. çilegij, qua pridem laborabat , ſuſpicionem
Maias.1588. in vincula conie & a,ac poftmodum ludiciş
pronunciatione ijsſoluta fuerat: quòd fcilis
cet filentio pertinaci omnia quæftionútor
menta ferendo ſuperaſſet.Hoc igitur fecum
fæpius animo voluens, priusquieſcere non
poterat, quàm quæſtore, qui ſeueritatem in
illam tantam adhibuerat ,aliquo damno af
ficeret(eſtenim hæc ſagarum colluuies , ſu
1
pra quá dici queat, procliuis ad vindictam )
Dæmonem igitur fuum obtundere no cel
fabat,dum is eiusodijexplendi aliquam ra
tionem & tutam , & facilem inueniret. Sed
is imbecillitatis fuæ ſibi ea in re conſcius,pri
mùm quidem negotium exalia ,atq; alia dif:
cultate trahere, & caufas,ne id faceret, finge
se. Verùm cùm Xaluetia efflagitandi finem
non facerer , tandem pudens, ac dolens ,
quòd contra quam ipfeapud cam no feme!
prædicauerat , yideret iamiam proditam
iri ſuam illam imbecillitatem , atque ime
potențiam.Ifta certème mea Xaluetia ( in .
quit ) peffimè ſemper habuit illorum car .
nificum effrænata in voş ſæuitia , pridem
que , & fæpè de ça vindicanda fuit animus ;
ſed omnes conatus mei ( vt ingenuè fa
tear )in nibilú recidere: quòd illi in eius tint
præſidio ac tutela , qui folusinceptis meis
obą :
 LIBER I.

obfiftere poteft.Sed faxo,vt tantam fuam ra

þiem in commune falcem luant : dum hac,
atqueillac fata cultaq;, quátum pofium ,rem ,
peftate perccllo , ac protero. Huic eft non
15.
abfimileillud Nicolae Morelia is,quæ recé Sarrz 9.Cam
fuit Dæmonibus infirum ,atque ipuftum ef lend.Fe.
bruar.1587;
fe præcipuè eorum odiú , qui leges exercent
in veneficos : fruftra tamen ad vindictam
quicquam aduerſus illostentari , atque inci
pi . Ecce yt Deus farram , te &tamque præſtat
auctoriratem ijs , quibus in terris fuum de
mandauiçimperium : quoque ob id diſertè
pominis fui prærogatiua , atque honoreim
pertiuit ,Deos voi ſe appellans 16. Nimirum 16.
yı fint facrofan & i, aç ne ipfis quidem fagarú Pfal.iya.
ob muneris,officijque luicauſam ſorcilegijs
yiolabileș. fmo neç Dæmonum ipſorum
præceptis,vel minimum obnoxij, etiama ſu
.
am illisfidem antè labeilta alperti obftrin
xerint. Nam hoc fortilegis magiſtratus fan
@titatem præſtare, tanțifper dum in eo funt,
vt quieſcant ab alioqui importuniſtimise
įufmodiMagiſtellorum fuorum querelis,aç
que inſtigationibus,memorauit Deſiderius sandiodati
Financius 17.inquienseum ,cui ſe addixerat, dus pridic
toto tempore,quo magifter municipij exti- lulias 1984 .
tit,à ſe no effe vifum : cú cæteroquim diligen
tiſfimum ad quamcumq ; occafionem moni:
torem anteà habuiſſet Capelat igitur confi.
denter magiſtratus , quæ fui ſuntofbcij, ay .
noſcatý; ſe eivocationiferuire ,in qua Deum
B propug
 DAEMONOLATREIAE SA .
propugnatorem paflionum , defenſorem .
que fitfemper habiturus. Simili fan & ita.
tis cauſa , atque occaſione Marcus refert a
pud Pfellum , Dæmonem ſuum in diebus
crucifixionis , ac reſurrectionis nihil info
nuiffc, etiamfi id ab co obnixè contenderet,
Atque hæc venenorum tantùm , quæ forti.
legis adminiſtrant Dæmones , fic innoxia
vis eſt illis , quos mododixi,iudicibus : Nam
fi quæ præterea ,ſua manu legunt , ac miſ
cent ; dubium non eſt , quin ca omnes æquè
lædant, inGtumque virusin quofuis, pari
virtute cxerát, ac diftingant. Sortilegos ve
rò ſuas præter eà officinas habere refertiſſi
mas beſtiolis,plantis ,ac metallis , quæ natu..
ta præſenti aliquo veneno inſtruxit , ipfa
experientia fæpius comprobauit Atque
adeò tam multis , varijlque , vt tot recen
ſeri pofſint, quot a pud Homcrum Agame.
da cognouille dicitur : Η τόσα φάρμακα ειδη
όσα τρέφει ευρεία χθών.
Nam diſciplina, & tyrocinium ſub eodem
18 .
1.Piad. præceptore illiseft , qui nihil eorum igno .
rat, quæ ad hominum perniciem valent.Sed
hæc in gremio naturę latere malo, quàm me
nomenclatore in cuiuſquam venire noti
tiam . Quæ me etiam cauſa ſemper impu
lit , vt quoties ea in eorum quæftionibus
fcripta reperirem , omnino inducenda cen .
ſerem : Saltem commonefacerem , addita è
regione referid , ytab a & uario,dum is que
ftiones
 LIBER I.

ftiones illas medio foro recitat, prætermit .

terentur. Sic enim ſuntín Lotharingia rerú
capitalium iudicia, vt imperitæ atque adeò
$ armatæ multitudinis ſuffragijs,cum ſumma
ditione , acçitra prouocationem in reum in
publico expoſitum reddantur : ex Nanceia
ni taméduumuiratusſententia , ad quem dç
tota re prius referrioportuit.Atque vtinam
ne tam multis nunc innotefcerent. Verùm
hocita more hominum euenit , vt quæ clam
magis effe expedit ,ca in lucem audaciú pro
rumpant: Et eft iſtiuſmodi rerum memoria
diuturnior,fæpè quoq; iucundior , quam ea
rum, quæ ex vfu funt mortalium . Hoc mo
dò ,tunſilla etiam , quibus Circe, & Medea to
xica ſua contundebant , in Seleneæ monte
multis poft ætatibus , cum admiratione viſa
fcriplit Scholiaſtes Theocriti . Quid verò, fi
ipfa venena , vel etiam corum conficiendo
rum artes , & præcepta , monumento ali- .
quo exarata reperiſſent,facturos fuiſſe puta.
mus, qui ſiç ſola inſtrumenta in pretio ali
quo quaſi Epiąteti fi & ilem lucernam habue
runt.
VNGVINE SVO MAGICO IMPVNE
Sag asmanus,feque adeo totas illinere : que tamen
ficuiuſquam veftem vel exiremam attigerint, id il
lis continuò mortiferum fit futurum ,fimodo laden
di eft animus. Nam aliter eum contattum innoxið
elle,atque expertem iniuria .
CAD.
 I DAEMONOLATREIAE SAG.
CAP . III.
Nádiofiſfima eft alia ſpargendivenenira
IN O, cum manus eo illitas, ceu demulcen
tio
do fummis etiam veftibus admouent : Nam
vix eft,yt cauendo effugere queas, quòd ha
beat ea res ſpecié beneuolétiæ potius , quàm
iniuriæ.Et tamen præſentiflimum id elt cop
pori venenum , vti ipſa fæpè experientiama
nifeftum fecit.Quod velex eo maiorem ad
mirationem habet, quia nuda manus impu
nè, ac fine vlla noxa įmbibiç , quod fic virus
habet per conduplicata etiam veſtimenta pe
netrabile.Quod enim dicas reperiri , qui pe
Itis veluti fomitem in alios tranſmittant,ip
falioquin ab ea ruci, atque illæſi:hocnon ha
Þet çandem rationem .Nam eiuſmodi Saga
rum contactus ( vt alibi dicetur) ijs tantùm
Cap: 37:kº noxius eft, & lethalis , quos iniuria afic & os
libri.
yolunț:morbi autem peſtilentis contagio,
etiam in eos manat,quos minimè velis . Quæ
res mçimpellit , vt credam hic Dæmonis la
tenti miniſterio atque opera aliquid fieri,
quod non appareat,led intus tantùm graſſe
tur : vn & ionemqùe iſlam exteriorem
z fym
ienti ad
folum eſſe eius conſc , quam
tam nefarium facinus miferi illi eius du &tu
acconfilio afferunt. Siquidem experientia
deprehenfum habemus , fine noxa illam &
geſtari, & apere & ari à quouis poſſe, poſt,
quam in vincula conie & i forțilegi, ſocieta
tem Damoni ſuo renuntiauerunt : vtivſu .
ueni
 LIBER I.

venit, cum refertas ijs pixides inter le & o

tum , quibus earum perquirendarum cura
. demandata eſt ,manusagnoſcút. Quod non
ita pridem Freſfenij ( qui pagus eſt in Ger
1 mania ditionis Lotharingicæ ) euenit . Cùm
enim ibi Maria Alberta 2 , & Catharina Præ- .Non.Sep
uotia 3, iam iam veneficij damnandæ roga- temb. 1589
tentur', mala fua venena, ſi que fortè domi
reliquiffent,indicare: ne cui illis vita defun
&is,fraudi effe pofſent: idq; ſtatim feciſſent: tiſdem die
allatæ funci perquiſitoribus ollæ duæ fi &tisloco.
les , in quibusineſſet bitumen luteis, albiſa ;
guttis'intèrmixtú, ac mctallimicisvarièluci
dữ . Quod & ibide Keluers Otilla 4 ,Yzarts
Anguels, ac pleræq; fagæ multis alijs in lo
cis fa & itafle reperiuntur. Porrò ne quis pu. $. Idus Aug
tetea licillas iudicare , dum quæftorib. fuis eod. an.
}
placere ftudent,ac quæ in alios,eofá; non il. S.
laudatos familia vfus vnguenta aliquando
7. Idus ciar
comparauerunt, ea pro iſtiuſmodi malis ve- dem mēlis .
renis illos aftutè oftendere ; non ita res eſt,
multaq;concurrunt,quæ nihil hic fingi,aut
fimulari manifeftè arguunt . Nam primum ,
fi in ignem mittantur ,
fulgorem , ſtrepitum ,
nidoremque edunt,atque emittunt qualem
nulla res alia edere,atque emittere queat : V
ti obſeruatum reliquit lana Michaelia 6. Tú
viſa , qux ftatim ac ſe eis illinendi ac perfri. Ia agro sti.
candi poteftatem à Iudice accepiffent, mo- lum isge.
mento ſurſum efferrentur ,ac difparerent:v.
tidePamphile ſua recitat Lucius 7 : quæ ,in
quit
 DAEMONOLAIRBIAE $ A G.

quit indidem in ſe ingeſto talivnguine, iar

Apud Apu fui periclitabunda paulatim terra reſultauiè
Jeum-lib . 3. ac mox in altum fublimata forinfecus toj
de Afin .
tis alis euolauit. Et omnio de vnguinis i
ftiusMagici vſu, facultate, ac viribus conue
niút quoquothaétenusetiam diuerfi, fuper
ea refunt interrogati ſortilegi. Imo & colo
rem etiam ftudiosè deſignant,quo fides ma
gis fit non eſſe ſomnium ,ſed rem oculis ipfis
Sandomidi viſam ,ac perceptam Ioanna Gallæa 8, refere
cis.Idus præbitum ſibi à Dæmonequereinis frondi
Decemb. bus obuolutű ,fuiſſeģ; albidicoloris : fe etia
eo vt plerumquedelibutasmanus habuiſſe,
read vllam occaſionem deeſſet nocendima .
teria, atque inftrumentum . Alexia Drigex
Faracuriz 9 , conſentiens eſt huic oratio , nili colore ait
tmb dus no-. illi fuiffe fubruffum : eóque, cum impellen .
. 1586
te Dæmone maritum vnà concumbentem ,
acfomnum capientem illeuiſſet,nonmultò
poſtin ſumma miſeria ,ac membrorum con
Hictatione deceſliſe.
DEMON ES SVIS, ĆVM PRIMVM
cosadoriuntur, pecunias conferre, qua eftfublatis
praftigijs,fimus,tefte,folia, alieque idgenus quis
quiliaeſſe reperiantur. Cur ver as largiri nequeant
cum tamen eorum ,quiterra abditi latent , thefani
terum cuftodes,eſſeruatoresg effe dicantur.
CAP. IIII.
Irum 1 ,cùm credătur Dämones más
ximos quofq; thefauros; qui defoſſi,
ME
#C
 LIBER 1 .
Ć
ac reconditi latent, aſſeruare,atq;in potefta.
Greg Cette
i te ſua habere ; tamen nihil vnquam illorum aus in addi
depromere poffe , quo tam fæpè ia&atā apud rionibnsad
7 fuos munificentiam , liberalitatem ,re vel mi vita Anafta
nimùm comprobent : Aut ſi quid certè de lij Dicori.
promunt,acverè oftentant, non hocagunt,
quo eius fruendi poteftatem vllam faciant:
fed magis, vt tali veluti efca illectos, ludifica
15 tofq; homines perdant,acad exitum ,interi
1 tumque adducant : vti Norimbergenfi cui
dā accidiffe Anno M.D.XXX . narrauit Me
lanchton in progymnaſmatis Phyſicis 2. Ei Lib. xt .
Dæmon ,inquit,locum indicauerat, vbithe
fautum ingentem pridem obrutum eſſe aies
bat. Huncigitur gazis inhians ille propere
aperit.Oftendit ſe primùm fornix , ac fub eo
capla ab excubante nigro caneafferuata:qui
dum rapturus fornicé penitùs fubit, eius rui
na momento oppreffus interijt. Quo vifo
qui eius incoepti fpe & ator,ac teftis fuerat ex
eius familiaribus quidam tanti periculi me
tu confternatus aufugit , acrem omnem fi
cutieatn ipſe viderat , in vulgus diſſemina
uit. En, vt præfentium etiam opum particis .
pem illum Dæmon facere noluit , quem ta
meri earum fpe certa , atque indubitara la .
&auerat , Quæ aliorum etiam Dämo .
num pridem fraus fuit, & malitia , quemad.
modum fæpiſſimè experientia eft compro
batum.Etcertè id parſimonia; ac retinendæ
sei , cuius, alioqui nihil indigent , ſtudio ab
eis fie
 16 DAEMONOL ATREIAB SAG .
eis fieri,ftultum fit credere. ſed potius ficel
fe hominibusįmmenſaDei bonitate,ac pro
uidentia conſultum ,ne ſi veras illi largiren
tur opes,nullius iam tuta eller à tantis illece
bris integritas : ſemelque conparatæ ad om
nem nequitiam , Aagitiumg ; materiam ſup
pedicarent : vei Thales 3.dicitillas pappaxos
la libro de ós textov ixes p peipso. Ergo ( vt inquit Prel
collationi.
bus diuitia lus4. ) nihil eorum , quæ promittunt, ex fe
zum & vit tradere poſſunt : fed vilu tantùm quædam
tutis. inania ſuis cultoribus afferunt, varia pror
In cap. cur ſus, & inftabilia. Sennel Armentatia s, acce
Dæmones pta dono à Dæmone,vt fibi videbatur,pecu
timcant mi
pas, nia ,geftiens domum properè redijt, eam ve
S. numcraret : Sed excuffo faccò nihil niſte
prid.. Atas, ac carbones reperit. CatharinaMeten .
DaſzOctob
Cal
1986 . Gis 6, Succerdam : Claudia Morelia 7, Bene
6.
di &tus Drigæus 8 , Dominica Petronina 9 .
Duſç, pridic
Non. No acplerique alij ,arborum folia.loanna à Ban
demb 1586. nợ 10 , cum nummum aureum charta conuo
7.
Serre.3.Nonlutum in via reperiſſet,vti Dæmon euentu
Decéb. 1586. rum prædixerat, atque eum marito cupidè
tandem rion line pudo
Haracuria oftentaret : aduertit
On1.Cal.lanu re,pro aurcnactam ſe calculurr: ferrugineú
1586. qui etiã conta &tu primo facilè in fruſta diſ
Pengzij13. filiret. Vna Catharina Ruffa 11, inter omnes
Cal.Nouéb. quorum queſtiones capitales in manus meas
venére agnoſcit, nummos tres ſe femel fine
1 fraude ab co recepiffe.
NON SATIS ESSE DAEMONIBVS
diferta verborum ftipulatione obligatos , nexos
homines
 LIBER 1.
El
bomines habere :ſedillis pratetet notas unguibute Manetij
ſuis inſcribere, que ſeruitutem in quam abduxe- Nón.lulias.
n. 1585.
runt,perpetud teftenturQ . uaſepius corporis parte 11.
fiat infiriptio :vigſenfu pehitus illam orbent,ac Vellezad
deftituant. Morellam
I Calen - u
CAP. V. gut. 1587.
Ominorû in ſeruos importuna mul.
cis modis olim fuille fertur crudelitas
& fæuitia : fed in hocmaxime intolerabilis,
quod notis eoscompungendos curabant, vt
haberent quod fugam ;liin quam ſe forte da
rent , comitaretur , ac deprehenſioni ma
gis obnoxios redderet. His adeò barbara ,
atque inhumanæ feruitutis veluti tefferis
inultos ; acinſignitos etiamnum hodie ha
bet Diabolus , quos recens fibi addixit , præ
cipueqùe ( aiunt nonnulli ) ea in parte cor
n poris , quæ à facrorum Antiſtite in die cu
iufqùe initiali chriſmate fuir delibuta : vifu
res abadi pecoris ſigna, ſuis impreſſis immu
tare folent : Quæ ratio Gicuti parum proba .
bilis mihi videtur ( nam & ea quæ Antiftes ni
i hilattigit, fæpius vnguibus ſuis fædant,atq;
inquinant,quemadmodum pòftdicetur ) i.
$ ta non facile eorú ſententiæ acceſſerim , qui
$ negant abolendis baptiſmi monumentis,
notas eiuſmodi quafi contrarium fymbo
jum adhiberi : fruſtra enim ( inquiunt) ex
s pungiè corporeischaracter tentatur, quipe
nitus hæret in anima : cùm eadem ratione ſu
B
perfluum
 DAIMONOLATREIÄE SAG .

Dlamaille. perfluũ dici poſſit in baptiſmo aquácorpos

17. Calend. ri ſuperinijcere, qua tamen animiluesinte
Jebru . 1587.rioreluidenotatur.Certè vt vt res fit iam ni
2.
Sep12.3 No. hil ea dubitationis habere poteft :poft quàm
nas Decēb. non modo, qui eam ſuo damno experti funt
[ 1586 . diuerfidiuerſis locis, atq;temporibus eam
Pangrijir. dem referunt : ſed eriam ijs indicijs cópro
Calen. De bane, quæ intoculis manifeſta,dum veſtigia
cemb_1984 oftendunt : & rei nouitate prodigiofa , cum
Blamuillie. fine doloris vllo fenfu, vulnusea parte , quz
. 1582 . fic vngue Dæmonis eft exarata , penitiffimè
:Cal.Mar-
tias
S. admittunt. Alexia Belhoria i , Nicolza Mo
Mazilzil sa relia 2. & loanna Gerardina zi concorditer
Idus No.
uemb. $$ 4. declarauerunt, ſe illud'perfidiæ fuæ Symbo
6. lum in fumma fronte inuſtum habere.Qui
Charmefij.
s.Cal. De rina Xallæa 4 , in occipite: Claudia Fellea 5 ,
cemb.1584., in pe&tore ,& à tergo : Dominica Euræa 6, in
7.
Icherij so. coxa : lana Nigra 7,in dextro - Taquelina Xar
Calend. uelta 8 , in finiltro humero . Atque ciufmodi
April 1588. veſtigia illoipfo, quod fide defecerunt,tem
Buxerij.ad poris momento , fibi à Dæmone infcripta
quercum 3- fuiſſe. Porrò eius rei fidem præterea facere
Maij.1588. ipfas cicatrices in leue callá obductas,fiquis
parum iftis credulus periculum facereve
fit.Et quod magis mirum videripoffit,totus
ille locus ita cxanguis eft,acſenſu labefa & so
tus,vt ne admiſſa quidem acus altiffimè aut
dolorem faciat ,aut fanguinis minimum eti
ciat, Idý ; ita iám pro com perto habent rerű
capitalium vindices, vt inde quæftionis ac
tormentorum fæpe initium faciant. Quòd
non

21
 LIBER 1.
non & ita pridem Spinalijre fuit iam proba
tum . Nam cùm Iſabella Pardæa 9,ibiob for
i tilegijcrimen comprehenſa, vrbis præfecto Pridie Na
partem corporis fic à Dæmone ioſcriptá in-1585.
Mi dicalle,ſubijt ei in animum , experiri , verùm
ne id eſſet,quod deeiuſmodiſtupore fereba
tur . Ergo iuſlit in eam aciculam penitiſſime
& infigi,atq; inculcari. Quod cúin ſatis magna
hominú frequentia eſſet fa & um , & incruen
UZ
tum omnino vulnus apparuit, & nullú ſaga
mi doloris,vel minimi indicium afpicientib.de
To dit.Rurſus Brindufij, Ibi Claudia Bogarta
Jo.cormentis ia exhibenda,ad cuté, vt moris
bo elt,derófa fuerat,ob idq; cicatricem nudam ,. Caleada
si in ſummafronte oftendebat.Suſpicatusigi- Noueralto
5 tur Quæſtor quod verè erat ,ſcilicetimpref- 1500.
fià Dæmone vnguis veſtigium ,quod ante ca
All pillis tegeretur , in id inbet aciculá altiſme
infigi: Quod cùm eſſet factum ,nec illa dolo .
3 ris vllo fenfu affici ,nec vulnus vel tantillum
- cruore marare viſum eſt. Perftitit tamen ves
re
rum negare , ac dicere eumolim ex iactu la
is pidis torporem effe obdu &um . Sed poſt
+ modum tormentis admota , non tantùm ago
that nouitid fibià Dæmone infli &tum fuiffe : fed
z & plurima alia , quæindigniſſimèab co pal
fa fuerat enumerauit. Nouillimè 11. & E

fæij, qui pagusab hac vrbe miliario abeſt, is Calente

rú cùm hoc loci Dynafta præſens in Mugeta lias.ssa
ac fortilegij rea ličtorem periclitari iuſliilet,
sd ac is illam idcirco nudam ftatuiſet , in
B
veſtige
 DAEMON O L A TREIA E SAG .

ueftigaturus ficubi teſſeram illam reperiret ,

tandem in finiftro femine macula verruca
inſtar apparuit,in quá cùm ferrum , vel quan
tum poterat,adegiſſet,nec à Mugeta vocem,
nec ab ipſo vuloere languinis guttam vllamy
elicere,atque exprimere pofuit : cùm rurſus
locum maculæ proximum leuiter etiam
vulneraſſet, ingentem ea ex dolore clamo
sem edidit , largus cruor defeinde effudito
Qux autem tanti ſtuporis cauſa effe queat,
non admodum anxiè erit ei quærendum ,
qui ipfe fecum reputauerit , quemadmodum
nihil vnquam homini à Dæmone niſimore
tiferum ,atque exitiale accidere poflit. Nam
equidem fonge à vero aberrare mihi vi
dentur , qui fic à naturalibus caufis eius rei
rationem arceffunt. Corpora quæ fibi De
mõnesexcitant, plufquam glaciali rigere fri
gore. Vulgo autem ea orbari ſenſu , atque
obftupefcere, quibus extremè frigida ad
mouentur, vel circunfunduntur : vti hyes
mc fumma torpere , languereqùe magis ſo
lemus : & ætate iam affe&ta, quæ mortis ve
Juti rudimentum quoddam eſt ( ſunt au
tem mortui adeò infigniter frigidi) inquit
Plutarchus (12.vt aciem nouaculę fi quisten
Int." Anda. tet admouere,propter incomparabilem ri
an ignisfit' gorem obtundar) ſenſus omnes fint tardio
vtilior. res, atque hebetiores,
gelidus tardantefene&ta ,
--ſed enim
Sanguis babet frigentg effata incorpore tires. 13.
Er
 LIBER I.

Et in ipfis quoque animantium corporibus , Virgil.A

quæ partes minimum caloris habent, ſenſu neid.
minus pollent : qualiafunt pili,offa,dentes,
aliaqùe id genus ,quæ ( vt inquit apud May
crobium Dilarius 14 ,) effe &tui animæ fen
ſum miniſtrantis funt penetrabilia . Nam ta- Lib.7.Satue
lis vtique cenſeri nequit, qui membrisani -Kap 9.
· malium vnà cum vulnere ftupor à Dæmoni
bus infigitur. Primùm , quod fi quis manum
admoueat,nihil:iple ta & u diſtinguat,aut yl.
la qualitate immutatum reperiat. Deinde,
quod caufisque in fe efficientiam naturalem
cohibent,ſublatis ,maximeque,fiquæextrin
fecus accedunt , effe & us quoque ceſſare o .
porteat. As ficeft is, de quo loquimur,Dæ .
monum conta & us,vrinducta ab co ſenſušas
lienatio femper duret : quoque longius à
fua cauſa abest, eo magis conualeſcat . Tum
fagarum manus ad eandem perniciem à Dæ
monibus inftru &tæ , fæpè tepentes ſunt , &
eiuſmodi rigoris expertes : apprehenſa ta
men intermedijs etiam veftibus membra,
perpetuo hoctorpore debilitant, vriexpe
rientia ipfa non femel comprobauit.Deniq;
defloratæ , ac delibatæ tantum cuțiş vitium
( vt chirurgorum verbis vrar ) in fola cu .
te , niſi quid aliud eft , confiftit , nec altius
progreditur. Leuiſlima autem eiufmodila
ceratione, quicquid ſubeſt,vel quantum lon
giffima acicula penetrare poteft, ſenſu or
batur , atque exhauritur . Omnino igitur
B 3 Cauſain
 DAEMONOLAFRAIAE SAG .

Cauſam aliunde eſſe oportet, quam ab eiuf

modi frigore:quantumuis duro ,atque acer
bo. Cuiusgeneris etiá illud effe puto,quod
Meteorologiquidā ,percufa , afflatáue ful
mine animalium membra,perpetuýmexan
guia , ac torpida fieri produnt. Nam fulmi
nis contra ignea natura eft , multorumqi id
fæpè incendiorum cauſa extitit, quemadmo
Lib.ll.ca.21 dum pluribus oftendit Seneca is ,in quæſtia
nibus naturalibus. Hoc igitur quod iam no
bis dictum eſt, identidem inculcare conuc
nit : in ſátana nocendi, perpendique vim oc
culcam effe, ac nullis naturæ legibus aftri
eam : otioſeqùe illos agere , qui quæ is fa
cit , accertam aliquam naturæ rationem ex
quirunt : quaſi non illi fit potius perpe•
tuum cum natura diſtidium , ac contcntio .
Et id quidem ab hoc vno exemplo ( quod
ſuperioribus quaſi corollarium accedet ) fi
dem vel locupletiſſimam fibivendicare pou
teſt , quod nuncnuper , dumịn Sanmarda
no noftro ruftico ,' à mulieris , quætum
forte fortilegij comperta fuerat , marito
inaudiui . Pridem quidem fe eam de mala
aliqua arte ſuſpectam habuiſſe, velindema
ximè , quod fingulis , quæ Veneris diem
proximè antecelliſſent,no & ibus,cùm accu .
baret ,glacici inftar rigentem ſemper ſentif
fet. Id enim tempus Terè eſt in Lotharin
gia ( vti à nobis paulò antè di&tum eft , quo
fagæ dimiſſo conuenļuà Magiftellis quis di
grędį
 LIBER I.

gredifolent. ) Nam & eiufmodi rigoremex

illorum recenti contractu.eas contrahere ,ac
aliquantiſper retinere pofle non eſt vriquç
didu incredibile ,atque abſurdum . Qua au
tem ratione alia, quàm quæ modo dicta eft
haud facile eft coniectari.

DAEMONES CVM HOMINIBVS

.concumbere :fed frigido,iniacundo, irrite, atque
effælo coitu : matrimoniaque nihilominus fre
quentate : Zelotypiam etiam fingere: atque affia
mulare.
C A P. VI.

Bſurdum eft ( inquit Plutarchus in

Numa , contra receptam A
dijs lententia difputans) credere Dæmones
humana forma, ac.venuftate captos , libidi
noſa voluptatis vllam cum homine conſuer
tudinem habere . Omnino enim natura eos
ftinulosadhibu
it ad ſobolem , propagatio
nemque cuius nihil indigent Dæmones , vt
quicerto , Itabiliqùe numero ab initio lint
creati 1 , Tum ad hominis tam admirabilem
fabricam ,nulla vt duccedat, concurrere ne Lactantita
libi defal
ceſe eft. Primùm enim effe conuenitSpecie : la relig
tú gøvepšup x ouçurian , quæ nulla efle poteft Cap.s.
Dæmonicum homine : adeò natura inter ſe
diffident mortale , immortale :corporeum ,
incorporeú : fenfus particeps, ſenſusexpers:
& liquæ ſunt magis pugnantia, atque cotra
ria, Quæ quomodo inter fe iungi , ac copu
4 lari
 DAEMONOL ATREI AE SAG .

Jari queant , non video . tantùm abeft vt in

de oriri quicquam poffeputem perfe & um ,
atque abſolutum . Siquidem proportionem
ſemper aliquam eſſe oportet eius, quod agit
adid , quod patitur , extremaque medio ali
quoconiungi, vt inde effectus aliquis conſe
quatur. Deniquefifimile à fimili generatur,
quale id , quæſo iam efſe poterit , quod ex tá
diuerſis, diſfimilibuſqùe naturis coaleſcet,
atquç orietur ? At dices,fcio, Demones,cùm
fe ad id opificium comparant : in corpus a
liquod indui , quod ab ijs velut animatum
humani ſpeciem , vim , ac naturam habeac
( fiquidem homo ſpiritu , & corpore conti
netur ). Eſto corpore aliquo ſe induant,nam
inco técum mihiconuenire libet : puto id
vel hominis defuncti cadauer erit , vel ex
concretis, denſatiſque vaporibus moles ali
qua . Nam his ferè duobusmodis illos ſe non
bis videndos, exhibere, memini mealibidi.
cere. Quid obſecro abſurdius,incredibiliuſ.
que dici,aut fingi poteft, quàm quod vitæ a
nimalis fit expers,id ad eam alteriimpertié .
dam yim , ac facultatem aliquam habere ?
Nam certè fecundum naturam , cuius pro
pria eſt hæc molitio , niſi viuentis genitale
nullum femen eſſe poteft : quicquid Petrus
Paludanus, & Martinus Arelatenfis dixering
Dæmones , cùm ad eam rem ſe parant, è mor
tuorum hominum cadaueribus femen ye
luti emulgere. Nam tam ridiculum éft hos
quam
 LI BER I.

quàm quòd prouerbio vfurpatur: Ab aſino

mortuo crepitum.lam fiex denfatis, coali
tiſque vaporibus, quod Diuo Baſilio 2. alijſ
g gue multis placuit,nihilo certè felicius pro- i910:Efaiza
ceder negotium , nec erit res ea factu, quàm
le qux modo di&a eft, procliuior. Nam fi ſola
ignea natura, (vt ait Cicero )3. vim habet in
2. Lib. de.
d fe vitalem per omnem mundum pertinen pat. Deor.
1 tem , line qua nulla fit procreandi facultas,
pulla gignendi cauſa :( ,vt inquitPlutarchus
4 nulla eſt ratio , ob quam patriæ , & afpera
m montium faxa fæcuoditatis damnentur , In lib.A qua
quam quod ignis in totum nihil habent , aut ytilior.
fi quid habét,id oppido quàm exiguum eft:
quæ quæſo vitæ ſemina,quæ naſcendi prina
d . cipia ab eiufmodi nebuloſo parente expen
X standa funt, quiipfe nullo editus patre ni
hilin fe habet caloris , quod generando in
fundat,ac communicer.Nam & certè hoco
mnes vno ore loquuntur, quę Dæmonicor
poris ſui copiam faciunt,Sagæ ( faciūt autem
omnes vbi fe illiaddixerunt, eſtq; hoc quaſi
primum pignus initi cum illo fæderis) ſeil
1 lius ſemine,liquod effundit , in tancum frio
gido contaminari,vt eo admiſſo totæ ftatim
1 horrore diſliliant.Marciapud Pſellums ea. S.
In libro de
1 dem oratio eft.Si quod ( inquit) excremen- Demonib.
tum fentiuntur emittere,id vticorpusynde
manat , fic calore eft deftitutum , vt eo nihil
ad procreationem æquè in habile,ineptuma
que eſſe poſlit. Cuirei & ipla aftipulatur ex .
BS
perien.
 DAEMONO LATREI AE SAG,

perientia , ne hic per omnia rationum mor

menta decurram , quæ vulgoin hanc ſenten
tiam afferri folent.Refert Alexáder ab Ale
xandro, 6 audiffe ſe à quodam familiariſuo,
Libiz Geilli
nial.dieru amici paulò antè defun & i imaginé (cre
sap.g. dibile eft eam fuiſſe illudentis Dæmonis fpe
ârum aliquod ) ſummo pallore, ac macie ad
ſe acceſliſſe , acconatum eſſe vnà ſe cum illo
in lecto collocare: fed cùm contra luctando
id facere fuißet impeditus , pedem tamen
intuliffe vſque adcò gelidum , ac rigentem ,
frigori compararipof
vt nulla glacies illius
ſet. Refert & alicubi Cardanus non abfimi
lem huic narrationem de quodā æqualiſuo,
qui in cubiculo , quod pridem erat Demonú
occurſationibus infame, nocu decumbens
frigidæ manuspalpum ſenfiller. Ad dome
7. ſtica redeo . Ponſetæ Efelinz Leherij,7 ob
Paidie Noo fortilegium damnatæ ,conſentanea eſt ſupe
rioribusagnitio :Dæmonis ſui manú ,li quan
do ( vtamatores ſolent ) in finum immittee
ret, ſemper ſendiſſe marmoris inftar duram,
ac rigentem ,Addunt & Auerroes , Alber
tus , complureſóue alij prodigiofæ iftiuſ
modi generationis modum tercium ſupe
rioribus duobus fortè credibiliorem , ac
probabiliore.Dęmones fcilicet id femenin
cubos immittere , quod ante fuccubi excepe
runt:quimodus re &tè ex eo defendi pollit,
quod breuitantú intermiffe patrationis mo
niento à naturali , & conſueto hominum di
tet.
 LIBER I.
Net.Cui etiá vitio facilè occurrant ca , quàm
maximam habent Dæmones in rebus con
feruandis , ac ab interitu fuo defendendis,
dexteritate Hicigitur fiue vir incubet , fiue
fuccubet femina, liberum in ytroque natų .
- ræ deberefle officium , nihilque omnino in
tercedere quod id vel minimum moretur,
3 atque impediat,Si pudor,metus,horror,ſen
fusque aliquis acrior ingruit ; illicet ad irri
2 tum redeunt omnia è lumbis,effæ taq; pror
fus fic natura.Ob idque etiam fæpè ipfa fibi
amoris proxenetas , libidinisque fomenta
adhibet, quibus veluti calcaribus ad rei
Venerex patrationem conciretur . At hoc
qui nobis iſtos concubitus , ſuccubitusque
Dæmonum memorant, vno ore loquuntur
omnes ,nihil ijs trigidius, ingratiusque quic
quam fingi, aut dici pofle . Petronius Are
8.
mentarius, 8 membra fibiomnia ftatim , at
Dalhemij:
que Abrahelem fuam complectebatur, di
riguiſſe. Hennezelius , 9 qual in frigida op .
pletam ſpecum immififfet , re imperfecta Vergauilla
Scuatzebourg ſuam ( erant verò hæc luccu lio 1556 .
barum nomina ) reliquiſſe ſe prodiderunt.
Sagæ quoque omnes perhibent, fic Dæmo
uibus fuis comparata effe, quæ putantur
virilia, vt fine ſenſu maximo doloris pre va
ftitate, rigoregue nimio admitti non por.
10 .
fint. Alexia Drigæa la recenſuit Dæmoni
fuo penem ,cùm ſurrigebat rangú ſemper ex . Haracurie
4. idus Nou.
titiffe, quantjellent fubices focarij,quostum 1ss6.
forte
 28 DEMONOL ATREI AE SAG .

forte præſentes digito demonſtrabat: ſcro

to,accoleis nullisinde pendentibus . Clau
dia Fellæa,11.expertam effe ſe ſæpius inftar
Mazilxij s. fufi in tantam vaftitatem turgentis , vt fine
idus Nouē. magno dolore contineri à quantumuis ca
35840
pace muliere non poſſet. Cuiaftipulatur &
12. illud Nicolææ Morelia 12 conquerentis fi
Serræ 14. bi,quoties à tam mifero concubitu diſcede
Calen.Feb bat,decumbendum perinde fuiſſe, ac fidiu
1587°
tina aliqua , ac vehementi exagitatione fuiſ
ſet debilitata . Retulit & Didația Miremon .
tana,13 ſe ,licet virum multos iam annos pal
Praneij pri- ſa eflet,tamen tam vafto ,turgidoque Dæmo
die Calend .
Augu . 158 $. nis fui inguine extenſam lemper fuiffe , vt
fubftrata lintea largo cruore perfunderet,
Er communis fere eft omniú querela , per
inuitas fe à Dæmone ſuo comprimi , non
prodeſſe tamen quod obluctantur. Vnde
puto , fatis clarum manifeftumque eft tali
concubitu nęcirrirari,nec elicivllum ſemen
poffe.Quod tamen ņemo neſcit,veluti fym
bolum ad procréationem conferri oporte
se. Sed efto , poffit aliquis inter adeò frigi
dos , inamænosque complexus deſpumarç
in libidinem .Sit hinc vir , illinc fæmina ve .
luti ad manum . Ex vno ad alterum magna
celeritate , acdefultorum in modum tran
featur, Quæ in hac mora tam pufilla inter
cedere poteſt, quę tantę reimolitionem ,ex
clulis, quicomitantur, ipiritibusnon impe
diat?Irrituseft ad generationem coitus , ina
quiunt
 LIBERI
,

1 quiunt Phyſici, fi ad locos caulis non pene

las trat,ac pertinet : vnà enim fpiritus excerni
Start oportet, nec in via diffundi, ac diffipari. Si
lema quidem re &tè Zeno 14 ſperma dixit effe mi- A * pud ? lu .
xturam , ex omnibus animæ viribus reuul- tarch, in its
& fam :quod nifi perpetuis , ac directis ad cof- De cohib .
iracundia..
bir dem locos arteriæ meatibus integrum , va
de leníqueperuenire nequit . Obidque puden
iu dum maximè in coitionibus intentum effe
ili oportere dixit Galenus, 15 vr quàm longiſli
mè femen feratur. Quamuis enim foecundú Lib.devfa
partium in
fit, fi tamen proculvibrari non poteft , vtijs
10 euenit, qui ómochoddio nominantur ad pro.
creationem , generationemque omninò eft
inhabile. Et vthæcita ſint omnia , vti aurus
mant , hic tamen faciant neceſſe eſt Deum
prodigiofarum iſtiuſmodi libidinum admi
niftrum ,acovjeritliv. Nam fi aliud nihil ad
1 generationem conferre pofiunt Dæmones,
7 quàm quod homines ipli conferre folent,
videlicet genitale ſemen , vnde animalis fa
cuftas,ceu ex traduce,propagatur:ad abfolu
tionem autem , perfectionemque humanæ
illius fabricæ accedere oporteat , & rationis
participem animam :confequenscertè eſt,ve
aut imperfe &tum opus, nec abfolutum re
linquatur:aut Deusipſeei inchoato manum
vltimam addere , ac veluti coronidem impo
nére habeat neceffe. Nam certè (inquit Ari 16 .
ſtoteles 16 ) mens oxtrinſecus accedit , & di- 1.Lib.de
ortu & in .
vina eſt,nec ex ipſa feminum natura oritur. terita.
EtSe .
 DAEMONOLATREI AE SAG :

Et Seneca, 17 fi propriam mentis origineri

in li.de con aſpexeris, non eſt ex terreno , & graui concre
Pulatione
adalbi gam tá corpore;ſed ex illo cæleſti ſpiritu deſcen
Сәр. 6 dit. Iainblicus 18 etiam ex AEgyptiorum ,
18. Affyriorumque Theologia , refert hominis
DeMyſt materiam , ex humanocoitu optimècoapta .
Agape
19 . ri : à cau ſa verò ſuperiori, vniuerſaliquead
D.Augn. in hiberi formam . Et probata eſt à pijs omni
libr qu vet. bus ig fententia , animas rationis participes
poft fentea diuinitus tunc nouas creari , & corporibus
tiam Rabi- inferi ,cùm membra formam fuam , ac figu
anrum Då
hid Kimchi ram iam funt confecuta: fcilicet circiter qua
in Zachar drageGmum quintum 20 à conceptione
Agspuii diem. Inſpirauit (ait Mofes 21) in faciem eius
20. fpiraculum vitæ: id eft (vt interpretatur 10
Hipocr. in fephus 2 z )ſpiritum immifit in hominem ,ex
fura fætus fermentata humo anteà fe informatum.Ne
21. que equidem , vt is ad pofteros,ceu ex ſcatu
Gener.ri.
• 22 . rigine folent riuuli , perpetua ſerie demana
Libr. Am ret. Quod quidam non pænitendæ erudi
tiquit. IQ- tionis vir, fortè hac de re cum eo fermones
daicarum cóferenti mihi perfuadere conatuseſt, ex il
cand .
lis quæ præcedunt,verbis: CRESCITE ,
ET MVLTIPLICAMINI. Nam
ifta animorum ex animis propagatio , neu
tiquam ipforum , quæ tamen certa indubi
tataque eft, immortalitati conuenire poteft :
quòd quicquid ab alio principium ,caufam
Apud fores que habet id fuum etiam finem , exituinque
. De. aliquando fit habiturum . Longè fapientius
LibitIudai
bello
map.de ! Effæi,23 qui animos ex æthere ſubtiliſſimo
in cor,
 LIBER 1. 31
in corpora , ceu carceres illecebra quadam
naturali tra &tos commeare dixerunt . Et
certè in hoc eorum fententia præualere de
bet , vt qui à prima ætate libris ſacris, pro
phetarumquc effatis affiduè incumbentes
Moſaicæ hiſtorię fenſum ,longèalijs melius
ed callere potuerunt : Quibus quoque in hoc
non aſſentiri pudor nobis fit maximus, qui
habuerintalieniſfimos , etiam ab omni veri
Dei cultu homines fuæ lententiæ aſtipula
tores.E quibus iam audiamus Porphyrium ,
24 pertinaciffimum etiam hoftem Chriftia . 24.
ninominis de ea reloquentem .Certa cft ,in- Inti, de afin
ftineatis
quit ,Efſæorum religioni , Philoſophiæque Antique
deditiflimorum hominum ſententia , ani
masimmortales exiftere , atque ab æthere
tenuifGmo deſcendentes corporibus appli
caripúzm , id eft, impetu , & inftin & u faturati
tra & tas ad corpora . Quæ quidem non re
cenfentis tantùm : ſed probantis , laudantif
que aliorum placita , ac decreta oratio eft.
Proclus 25 quoque, qui poft Porphyrium 25.
fecundus contra Chriftianos fuis Epichere- In lib.de
matisadeò infeftè latrauit ;iftam animorum mona
in humana corpora è ſuperis locis migratio
nem ; ex eaque adeò infignem in alias con
ditiones mutationem ita defcribit. Deſceni.
fusanimein corpus ſeiunxit quidem illam
diuinis animis à quibus intelligétia potefta **
te, ac puritate implebatur : coniunxitverò
generationinaturæ ,materialibufquerebus,
à qui.
 }
DAEMONÓLATREI AE SAĜ .
à quibus obliuione,errore, & ignorantia eft
imbuta .Vndeapparet mentem diuinitùs ac
cedere,non parentū ſemine infundi ,ac com
municari . Quæ & Ariſtotelis 26 doarina
Lib...de a. fuit, dum inquitmentem fubftantiam quan
sima Cap. dam efle, quæ aliunde aduenire videtur,ac
non interire,id eft (vt exampliorib. Lactan .
tijverbis magis apertum reddam ) quæ ſen .
tienti tantiſper dum ipfa viuit,atque alitur ,
coniuncta eſt: Sic enim is libro feptimo de
Inſtitutione diuina aduerſus gentes loqui
tur: Non idem mens eft , & anima. Ex quo
igitur tempore ſpirandi facultatem accepic
id eft,vt ego interpretor , animali facultati
adiun & a eſt, cum eadem vſque ad vltimum
durat;donecemiſſa corporis clauftro , ad
fuam fedem reuoler . Athuius argumenti
pondus eleuet forſan aliquis,inquiés ex ſtu
pris ,inceftibus,adulterijs, nefandiſque alijs
amoribus nafci infantes. Neque tamen hoc
cuiquam abſurdụm videri , quòd Deusillis
vti alijs , qui ex legitimis nuptijs eduntur ,
mentem diuinitus infundat : aut Deum id
circo iſtiuſmodi flagitiorum ,libidinumque
comitem ,atque adminiſtrum inclamare. Et
certè multum intereft ,ſerueturne is , quem
Deus conſtituit ab initio ,naturæ ordo,& fe.
ries:an pręteripfum ,ac potius in eius contu .
meliam , ludibriumque tentetur aliquid,
atqueincæptetur.Edi &um de propagatio
ne humana ſummum , perpetuumque hoc
primum
 Ć I BIÁ Í.

primuſ fuit . CREŚCITE , ET

MULTIPLICAM INI. Directum eſt,
các fimplex:Acquemadmodum luriſconful
. tis dire &a in teſtamentis dicuntur , que recta
I å teſtatore in eum ,de quo agitur, nulla alte- ,
tius opera interpofita,& ,vtvulgusloquitur,
immediatè tranſeunt: ita ad homines ab ho
minibus hoc recta tranſit,nulla eius opificij
focietate cum Dēmonibus communicanda.
Deus, (inquit P.Lombardus 27 ) non incon 27:
i gruè humanæ conditionis modum , quem á Lib. 11.Test
icar, diftin .
e principio inftituit , licet peccata hominum 32.
intercefTetint,fine immiitatione conferuat.
i Exaltitudine iudiciorurieius hæc funt 28. 23.
Roma. 18 .
• Nam & Abrahamus 29 ex Agare AEgyptia , 29.
ad ſicvolente Deo, Iſmaëlem multarum gentiú Genel cag .
16.verf.co.
di paretite : & Lothus zo eius neposadoptiuus,
ii (ex filiarum inceſtuolo cócubitu Moabum , Genc. ci.ig
is & Ammanum, vride duxêrë originem Co- teil.37.16
Jeſyriæ adeo numeroſi populi , fuftulerunt.
į Verùm non eadem ratione cenſeri deber,
; si quis ſemen ſuum Molocho dederit,aliter
que eo vſus fit,atq; edi & i illius perpetui fert
fententia ,ordo poftulat, exigit vſus, atque
1 neceſitas. Et certè ne ipſi quidé Éthnicorú
n Philoſophi probauerunt poétarum in hoc
· licentiam : quod Deotum amores,matrimo.
i nia ,libidines,adulteria in ſcenam produce.
h . tent ; Homerumque ob id è ſua republica co
iccit Plato :fimili exemplo , quo eum Athe
6 nienſes iudicio infanum pronuntiauerunt;
D ç quia
 34 DAEMONOL'ATREI AE SAG

31. quia (inquit Cornelius Nepos 31. )Deos cum

Istpico ad hominibus belligerare deſcriptiffet. Quod
mifit Dares & fuſius exagitauit Serapion in Panegyrico
eis hiftorizo 32.Quo magis mirum videri poſſit, tam mul
32.
Saidasi ios Chriſtiani nominis authores , in ea opi
nione hærere, ſententiamque in hoc fuam
mordicusetiam tueri,ac defendere. Nam &
Iornandes Gothorum imperanțe Iuſtinia
no Epifcopus,in eo libro , quem de Getha.
rum origineſcripſit,non dubitauit referre,
fuiſſe in Scythia magas mulieres, patrio fer
mone Aliorumnas nuncupatas, quæ Fili
mero Gothorum rege in vltimas ſolitudi
nes ada &tę ,atque ibi ab immundis fpiritibus
33-34. comprefix tetros,ac feroces homunculos e
. didiflent, vnde fuam Hunni duxiffemt ori
De vaiuer.
filibono
3i . ginem ,EtGuilielmus Pariſienſis , Thomas
Lib.21.6.30. Brabantinus 34. Vincentius 3 ;. Hetor Boso
35.
Lib , tius 36.Ioannes Nider 37.atque alijcadem de
37 Cypriincolis,Hellequinis, Vrfinis , ac Mer
Libr.s for.lino Angłoconfidentius narrauerunt,quam
Demales.
cap .io . pateretur Ecclefiafticæ hiſtoriæ fides, atque
38. authoritas.Suam poft La & antium 38 (cuius
Lib.i.de tamen pridem error in hoc damnatus eft)
orig erro:
ex eo defendentes ſententiam , qin Geneſi
39, 39 legitur , hominum filias ſuis cóplexibus
Cap .6. Gilios Deiſufcepiſſe.In quo quam longèrem
40.
Rab. Dawid à veritate fuadetorquéant, latis in eum lo
KimhiD. cum interpretes 40 indicant inquientes fi .
Tho Theo. lios Dei non natura , ac generatione illic dis
bhid. Antici:ſed peculiari quadä beneficentia, quapre
ter d.
 LIBIR I.

ter cătorosDeusillos complexus eſt, aćtana

quá vnicè charos in familiam ſuam coopta
uit : quales fuerunt filij Serh. Quemadmodú
41.
4 , filiæ hominum contra appellantur, quæ Barth
818
nihilin fe commendabilius habent , quàm mize,Vrcht
- quod ab homine ſunt natę,& progenitę,qua. hemerus in
les fuerunt filię Caim.Et equidem D.Augų üz Script.
ſtinus 42 locum illum enarrans , nihil tale 42.
comminiſcitur, licèt cum non fugerint;quę Cap.23 . lib .
15 ;de Cinics
de incubis, ſuccubisque priſca nartauit gen - Dei.
- tilitas: ac præterea alibi 43 diſertè pronun- 43.
tiauerit, non eſſe fabuloſum , quod aiunt $.Cap 23.lib: .
de Ciuit
Dæmones cum hominibus concumbere. Dei .
- Quod & ego pro vero habendum cenſeo : 44 .
fed 4 ron ca cauſa id fieri, quo inde lobo Turquem
Hexam.dias .
lem tollant , vel voluptatem aliquam capi- logo s.
sant,afferantve {matrimonia, inquit Plinius, 45
Lib.s. ci.gs
45 inter Deoscredi; tanto que tuo ex ijs ne
minem naſci, puerilium prope deliramen .
· torum eſt :) Verùm potius vi tali ftupricon
i fuetudine eos, quosfemelillaqucauerunt,in
flagitia magis,magisqueingurgitent. Inde
s ridiculailla quod & redamari, atque in amo
I ris propenlone ( fi Dijs placet) libi reſpon
i deri volunt.Imò & matrimonia , vt alibi 46 46.
· dicetur , iungere, ac frequentare,non mi Co... ll. the
| nore equidem vel mechi, vel riualis impa
• tientia ; quàm iriter homines eſte conſueuit.
: Recitat NicolæaMorelia 47.cùm ea iam æta
te eſſet, qua ſolent à procis ambiri virgines: Sertti
ob idque frequentes apud fe ijadeſſent, fçpè isty.
Ca hoc
 DAB'M ONOLATREIAE SAO.

hoc in ipſam duriſſimis verberibus Magi

ftellum fuum animaduertiſſe , quod illos in
tromitteret : ac præterea interminatum fuif
ſe grauiora, ni in pofterum abſtineret. Et in
ſabbatarijs conuentibus maleficorum nefas
eft (ve plerique omnes recenfentJeam quamt
fibi alius matrimonio iunxerit , attingere,
aut etiam probri follicitare : Adeo verfute
fimulato amori Zelotypiam prætendunt.
In quam etiam fententiam refert Eraſmus,
48 48 oppidum fuiffe in Heluetia Schiltach
Epilt.fami- nomine, quod malus Dæmon coeum exuf
liar lib: 27. Siffe credebatur : non aliam ob caufam ,
Epif.20.
quam quia cxuponis ( è cuius etiam ædibus
Hammæ initium fuerat) filius mulierculam
quá is fibi amicã adiunxerat , attre & aſet: vi
deinceps fufius fuo loco parrabicur . Sed
hæc omnia tantomaiore ſtudio fimulantur,
quanto à veritateabfunt fongius: núquam
que operoſior eft veri oſtentacio, quim vbi
mendacium , veluti anguis in herba latet,
atqueobfconditur . Cùm enim coniugium
ad vitanda ftupra s procreandamque fobo
lem fit inftitutum : neutrius autem , vt iam
di&um eft ,indigeant Dæmones , quod nec
Venerearum libidinum illecebris trahan
tur; nec liberorum defiderio aliquo affici.
antur:dolos,machinas,fallacias,& præftigias
hec omnia effe oporret. Quod & exco ma
gisclarum ,manifeftumý;fit ,quod qui eam
Dæmonum goroforlar defendunt: contraria
nihil
 LIBER I.

nihilominus inter ſe ſentiunt , vbi quale ſit

ortu , natura,ac moribus, quod inde naſcitur
conſtiquunt : ( quæ certè in ram contrarias
fententias de eadem rediſceffio facilemen
dacium arguit )ſi quidem alij humano fan
tùm femine id procreari per eas ,quas modo
dixi,ſe viris ſubijciendi,tum propere fæmi.
nasineundi vices,autumant:Adamiticosá ;,
qui indeexiſtunt,liberos, appellant : quafi
ab Adamo,vt cæteros homines per petua ſe
rie propagationis dedu & os , ac deriuatos:
tum in infantia no &tes , diesque vagire , 49
plumbeos,macieque deformes eſle : etiamfi Gulielmus
nutrices quinque totas fugant. Hæcque vi- in vltima
parte de
tia eſſe adulterini,ac tranſlatitij illius ſemi- Vniucr .
nis : Alijcontra in illiselucere virtutes, quæ
humanas longè ſuperent , ſuſpicionemque
afferant admixtæ alicuius diuinitatis , qua
lem olim heroibus fuis tribuebat antiqui .
tas : qui & ob id ( inquit Lucianus ) neque
Dij , neque homines ; fed vtrumque effecre
debantur. Eius adeò rei documentum eſſe
ampliſſimum , quod de Caftoris , Pollucis,
Bacchi,Alexandri,Romuli,Aeſculapij,alio
rumque id genushusdem procreatione, lite
ris prodiru reperimus: genitos fcilicet fuif
ſe;cum quos,ea ætas Dcos, nunc Dæmones
vocamus , illorum matres facto
per alic
næ formæ affmulationem fuco , compreſ
liſſent. e os eriamnum incubi ,quos no
bis hodierne memorant fagx ,facilè faciant:
C3 cùn
 DAEMONOL ATREI AE SA G.
cùm nihilominus illis vires fint ad procrea .
tionem habiles, atque idoneæ. Quamquam
id ca folum gratia ad inuentum , excogita
tumque fuiſſe forte dixerit aliquis , vt ma
trum illarum turpitudo eo commento tege :
retur : quòd pudor fuiſſet illuſtribusortas
parentibus, adulterij, inceſtus , probri infie
mulari:Nec æquum fuiſſet tam excellentes,
præclarosquebelli , ac pacis artibus viros,
quique ſuis laboribus , eximijſque fa &tis
rempublicam auxiſſent, natalium labe ali
qua afpergi , ac contaminari . Hæret ta
men adhuc nuncin plerorumque omnium
ſermonibus , ac mentibus illa vti yeriſlima,
certiſſimaque opinio . lam quod inſtant
magis , ac validiffimum , firmiſfimumquc
ad eam rem argumentum nactos ſe putant,
dum oſtendunt partus ita à Dæmonibus
compreſſarum mulierum nonnunquam
informes, prodigiofos, ac portentoſos ex
$ 0. iftere : quales Cardanus in Scotia ;so Leui.
Cap.39 lib, nus Lemnius in Belgio ; si nos etiam Lotha
7o.devar. ringia,dum in fagas quæſtiones exercemus,
Çap.3.lib.r. non ſemel obſeruauimus : id quidem fa
de occal.cile erit ei diluere , quipenitiùs totum hoc
pat,mirac. negotium voletrimari, atque expendere.
In lib.often Nam , quod ait Vlpianus 52. iſtiuſmodi o
Rum , deyer ſtenta contra naturam eſſe; hac ego fic in
terpretor , quaſi dicat, ea communibus na
turæ legibus aduerfari,id eft , modum à na
tura præſcriptum , vel ſuperfluis, ac luxu
sjanti
 LIBER 1.

riantibus membris excedere : vti cùm quis

naſcitur tribus manibus forte , aut pedibus,
aut qua alia parte corporis , quæ naturæ mi
nus refpondet :qualis fuit infans ille , quem
AmmianusMarcellinus53. memorat natum
apud Daphnen amçnú,& ambitioſum An. Rerum go:
tiochiæ ſuburbanum :ore gemino, dentibus 19.Gub.fin.
binis,promilla barba, quatuorque oculis.Et
Šxtas noftra bicipites,fedigitos , bicorpores,
geminatiſá; alijs artubus admirabiles mul
. tos vidit . Vel neceſſarijs, confuetiſque defi
ci, ac deſtitui: vti fuit maſſa illa informis
ſpongiæ , vrticæue marinæ inftar palpitans,
acvitæetiam ſpeciem præbens , quam non
11 ita pridem (inquit idem Leuinus 54.) enixa
! eft inſularis quædam mulier , in inferio- Lib 1.Denn
re Germania. ve hîc omittá dicere Monof- tur occul.
mira.cap.5.
3 celos fingulis cruribus : Blémyos axepáres:
& Arimalpos vno ocuio in fronte; quos no .
,
bis narrat Plinius 5.6 . nam fuam certamque Lib.7.ca.116
propagationem habuiſſc feruntur. Vel lic lib.5.ca.de
deprauata, infamique forma, ac fpecie ap
parere , vt horrorem etiam fua fædicate,
immanitateque aſpicientibus incuriant,
Quale fuit illud , quod Chriſtianus Maffæus
97 .
57. non multis diebuspręcefliffe Rauenna Chron.lje
direptionem recenſer, Infans fcilicet Her.
maphroditus,afpera vno cornu fronte, ala
tis brachijs , oculato genu , pede accipitris
iftis notis y peétore inſignito. Rurſus &
aliud non minus ftupendum , quod enin
C Leni
 DAEMONOLĄTREI AE SA
Lcuinus 58 ſua ætate yiſum teſtatur: Adun .
Loco fupra co videlicetroftro,longo ,tețitique collo 9
mor.
çulis yibrantibus, cauda acuminara ,ſtſiden
çi voce , pedibus expeditiſſimis vt quibus
hac,atqueillaccelerrimèdiſcurreret , latç:
bras conclauis perquirens. Quæ tamen om
niạ quantum ad animalis corporis fabricam
attinet,ex ijſdem cauſis initium capere; quas
natura in ceterarum rerum molitione adhi.
bęs,nemoeft qui non ſit facilè conceſſurus,
fi modò fe ijs rationibus duci ſinet , quæ in
hoc argumenti genere plurimum ſemper
momenti habuerunt. Nam primùm,vt ſiiçn
tio prætermittam geminationes , agnatio
nesque illas membrorum ( minus enim fuf
pe &tæ ſunt iſtius Dæmonogomæ ,quod con
Iter eas à ſeminis copia, abundantiague pro
)
manarç,& figuram nouam ,alienamguenul.
lam prætereà habeant ) acà mola illa infor
mi, atque inclaborata , quæ monftri affi.
nior viderur , incipiąm : ne intep Medicos
quidem controuerfia eft, quin ei materiam
patura ipfa ſuppeditet. Sed in hoctácùm di
uerflynt, quod formæ vitium alij in mala
vteri conſtitutione: alij ex ſordido,impro
bove ſemine:alij ex aftrorum conțuitu , fy :
derumque influxų , ac præfertim quartz,
filentisque Lunæ , quam Varro intermen
ftruum vocat: ali denique ex alijs caufis na!
turalibus arceſſunt . Fieri enim horum ali
quo, vel omnib. fimul, vt concinná formam
decen .
 LIBER I. 41

" decentemque figuram ea conſequi non va.

leant. Addunt & nonnulliex prurientismu
ļiefis imaginaria Venere,ac fine vllo yiriçon
cubitu ,qui in hoc negotio agentis, quod pro
prium formæ eſt,partes obrinet ,abſurdas e
iufmodi formas aſciſci : nam & gallinæqua
pariunt, citra ylļam galli operam , quç ob id ,
quantocúnqueincubentur tempore, non a
j nimantur tamen : fed potiùs putrefcunt. Vt
$ cumque res fit ,à nemine adhuc ambigiau,
diui , quin eiuſmodi fætus à natura, none.
tiam à Dæmonibus caufam habet.Nam & ho
neftæ matronę,ac alioquidtam nefandi,con
cubitus ſuſpicione alieniſſimæ fæpètalem e
dere viſæ ſunt. Et contrà fagæ , quibufcum
ftupri quotidianam ferè conſuetudinem ha
bere dicuntur Dæmones,infances fuos fæpè
pariunt omnibus naturæ numeris, & parti
bus perfectos,atque abſolutos.Iam quod at
cinct ad horriferos illos partus, quiipſo quo
eduntur in lucem momento ſtridore , diſ
curſu , ac fpecie , quales vulgo Dæmonibus
affinguntur,terribiles fe oftendunt; etfi vra
gent illi non parum ad inferendam hanc de
Dæmonum exvoAO! opinionem :liquidem
inquit Euripides,
Η φύσις εκάσω γένες εσίσαρίς. 59 .
Si tamen earum efficientes caufæ paulo In Elachemy
attentiùs conſiderabuntur,nihil quoque re
. perientur habere , quod fuum natura non
agnoſcat.Palàm eft quanta formarum varie
CS tato
 40 DAEMONOLA TREIAL SAG.
tate in hominibus præſertim ca ludat, vtqúe
exco , quiadhucillorum extitit ,numero vix
duo reperti fint vultu ,moribufos per omnia
confimiles ,vel fi vno fint partu editi : Quod
inEfau ,& Iacob res ipfaolim fecit manifeftu .
Eius caufamn , firogetur Phyficus,non conti
nuò in feminisgenitalibus facultatibus eam
conſtituet, quafi natura ex vna, eademque
caula res adeò diuerfas ſiteditura ; cùm con
tra ( vtinquit Ciccro 60, ) eius via perpetuò
1a Caton vna fit, & fimplex fimilium appetentiffima,
k Lalio.
ac adeò rapaciſſima. Quid ergo quàm tan
dem tantæ diuerſitaris cauſam probabilem
fatis conſtituemus. Et de hac quidem variè
diſputant illi: fed in co plurium conſenſio
eft, vt ad matris imaginationem potius re
ferenda videatur. Memorabile eft, quodde
carein lacob facra hiſtoria 61 , legitur.Is pa
Genf C, 3o. Eto cum Labane focero conuenerat , vt fibi
vepſ.34 . habere liceret easomnes , quæ in grege ma

çulis interftinctæ , conſperſæq; reperirentur

pecudes. Quo igitur plures eius generis ede
rentur matribus ad aquam appellentibus &
populo amygdala, caſtancáue virgas colori
bus diſtinctas opponebat, quarum frequéti
afpe& u fenſus earum afficerentur,vnac; qui
poftmodum concipiendus erat fætus. Quæ
ctiam illi fruftra non fuit cautio : Nam ma
tres illæ ferè omnes agnas edebant maculos
lo vellere quamuis qui, iniret cas talis nul .
Jasin toto grege exiſteret. Ab innata igitur
( cosi
 46 DAEMONOLATREIAL SAG .
cate in hominibus præſertim ca ludat, vtqúo
ex eo , quiadhucillorum extitit,oumero vix
duo reperti fint vultu ,moribuſg per omnia
confimiles, velfi vno lint partu cditi : Quod
inEſau ,& Iacob res ipfaolim fecit manifeftú.
Eius cauſam ,firogetur Phyficus,non conti
nuò in ſeminis genitalibus facultatibus eam
conſtituet , quafi natura ex vna , eademque
cauia res adcò diuerfas fit editura ; cùm con
60. tra ( vt inquit Cicero 60, ) eius via perpetuò
Ia Caton . vna fit, & fimplex fimilium appetentiffima,
Lalio .
ac adeò rapaciſſima. Quid ergo quàm tan
dem tantæ diuerſitaris cauſam probabilem
fatis conſtituemus. Et de hac quidem variè
diſputant illi : ſed in co plurium conſenſio
eft, vt ad matris imaginationem potius re
ferenda videatur. Memorabilc eft , quod de
61, carein lacob ſacra hiſtoria 61 , legitur.Is pa
Genf.C ,30. cto cum Labane ſocero conuenerat , vt fibi
verf.38 .
habere liceret eas omnes , quæ in gregema
çulis interſtinctæ , conſperſæq; reperirentur
pecudes . Quo igitur plures eius generis ede
rentur matribus ad aquam appellentibus e
populo amygdala, caſtancáue virgascolori
bus diſtinctas opponebat, quarum frequéti
afpe & u fenſus earum afficerentur,vnat; qui
poftmodum concipiendus erat fætus. Quæ
ctiam illi fruftra non fuit cautio : Nam ma
tres illæ ferè omnes agnas edebant maculoa
fo vellere quamuis qui,iniret cas talis nul.
Jasin toto grege exiſteret. Abinnata igitur
Iconic
 LIBER I.

feminis facultate non erat ea veritas, acdi

uerſitas :ſed ab illis, quæ extrinfecus obrepe
banr, imaginibus. Quam ſitantum brutis a 62 .
nimantibus,quæ nihiltamen mente agitant, Tuſcul.q.ll.
natura vim tribuit ,ac facultatem , quid de ho !. De finib.
minefuturum putamus, cui animus eft ( in- de Diuinat
quit Plato ) deixiva10 , id eſt, ( vt interpreta- dib.z.
tur Cicero 62,)ſeipſum ſemper mouens,fem
per aliquid agens , nunquam agitationeva .
cuus non etiam inter dormiendum ? Siqui
dem illarum rerum viſa eum fatigant, quas
63
vigilans geſſerit, aut cogitarit 63. Quæ pụ- De niuinat
to cauſafuit Plinio 64, vt dicereț plures in lib.2.Me.
homine, quam in cæteris omnibus animali- crob.Lib.r.
in Somain
bus apparere differentias, quia videlicet co . cap.3.
gitaticnum velocitas, animi celeritas, inge- 44.
nijqùe varietas mutiplices notas imprimat: Lib.7.64.12
cùm cæteris animantibusimmobiles fintani
mi, & fimiles omnibus,finguliſquein ſuo cui
que genere. Ac licet Leonardus Vvairus 65,
in eo tractatu quem de Incantationibus edi. Lib.z.cap.1
dit , diſputet eiuſmodi macularum in per
cudibus Iacob varietatem , ex occulta diui.
næ voluntatis potentia magis fuiffe, quàm
ex obie &ta illa colorum interpun & ione: ip
ſa tamen hiſtoriæ veritas, ſi exa tè perpenda
tur , contrà facere videtur. Nam li hoc
fic facere inſtituit Deus , quid neceffe fuit i
ftud de virgis ,quod certè probabilc in natu
ralibus caufis fundamentum pofitum habet,
quali fubfidium aliquad , atque inſtrumen
tun
 44 DAEMONOLATREIAB SAO .

tum opificij lui adhibere ? Et certè fe -ipre

Vvairus ſuo iugulat gladio, tú eueftigio lau
data contra Diui Auguſtini 66. authoritate:
Libzdesi cum ſuperioris libricapite vicefimo,feriò s
tiam addu & is in conttariam fententiam ar
gumentis: quod,inquit, ſocerum lacob bo
na pecoris parte,adinuenta illa virgarum vi
riatione cum inſignicius damno fraudaue
rit : quod gallinis, cùm oua incubant, tales
offerri ſoleantcolores , qualibus diſtindos
carum puilos volumus : quod ea cautio ſit
maxima,ac prouiſio quidát liberis operam,
ne alijs exornetur genialis le & us imaginib .
ac tabulis,quàm quæ honeſtam , liberalemq;
aliquam fpeciem oſtendunt.Similitudinum
enim in mente reputatio eft ( inquit Plinius
67. 67,) & in quacredantur multa fortuita pol
Lib. ca.12. lere : viſus,auditus,memoria, hauftæq; ima
gines ſub ipſo conceptu . Et mulieres ( ait
68. Plutarchus 68 }fæpiuſculerepertæ ſunt ,qux
Lib s. de fimiles illis fimulachris , ftatuiſque partuse
plac.philof
apa niterentur, quas in delitijs habuiſſent.Quod
tamen ego prorſus fic di& um non intelligo,
quafi vniuſcuiuſque figuram ac lincamenta
inde cauſam ſuam neceflariò mutuari, atque
habere putem. Nam naturam bic etiam ius
fuum fibi vendicare indicat, quod non mo
dò liberos,ſed & nepotes parentum ſuorum
> vultus,mores, vocem ,incefſum , itaturam de
nique ipſam ,multis etiam poft annis referre
videmus.Imo & in parte corporis aliqua no
 LIBERT

tám generis ſui propriam , ac peculiaré. Vei luftip.lib .

Selcuci filij 69 , nepötéſque anchoram in fe: 15.
more:Dacijo, in brachio certú aliud quod . 70.
dam gencris ſui inſignead quartum vfque Plin.lib.y.
partum oftendiffe perhibetur. Bargami 71. 31.
quoque in Coleonum familia ( quim vnus Hik. Venced
maximè illuftrauit Bartholomæus ille, cu
lús adhuc Venetijs ad DD . Ioannis & Pauli
ere&a viſitur ſtatua equeſtris) peculiare fuit
mares vtplerunquetribus nafcitefticulis:ob
idquc adhuc eius familiæ ſymbolum tribus
nigris teſticulis eſſe notatum , atque infigni
tum . In Lepidorum 72,etiam gente trésina
termiſſo ordine obducto membrana oculo Plin. lib.18
genitimemorantur. Etindubitatum exem . cap.iz.
lum eft Nicæi nobilis pictæ Byſantijgeniti:
qui adulterio AEthiopis natamatre ,nihila
cæteris colore differente ,ipfe autem regene
rauit A Ethiopem . Cui & germanum illad
eſt 73. de muliere quadam Græca, quæ cùm
73,
enixa effet infantem , obidqueadulterijeſſet Plutarch.
damnata,progenies & Ethiopis quarta inué in lib.de
ta eft. Tum & hoc in corporibus liberorum vindicta
Pythonis Niſibenfis haftæ figuram fignum
Spartanis conueniens , poft mulci temporis
revolutionem , tanquam ex altiffima gene.
ris ſimilitudine emicuiffe . Verùm fiquæ ma
iorin corpore apparetturpitudo ,ac defor .
mitas, quæ ei figuramindatà communibus,
& vulgaribusalieniorem , vt plerumque cas
ab eiuſmodi phantaſıx violento , vehemen
siqùe
 DAEMONOLATREIAE SAG .

tigue motu progredi.Nam certè fi quid mue

lier auidius animoconcipit, ac menti incul
cataltius , fiucin ipfaconceptu , ſiue etiam
ineunte geſtationis tempore,huiusimago v .
ti di &um eft, vt plerumque in fætu elucef
cit . Dum enim vehementius , attentiuſquc
ferum vel obie&arum , vel concupitarum
ſpecies animovoluit,ac verſat ; euenit, vt ea
fum figura concurſantibus vnà humoribus,
quos ad id habet obſequentes embryoni, in,
datur atq; imprimatur, Viſo.n.ſub conceptú
oblato ( inquit Empedocles apud Plutar
chum 74) infans in formatur. Fidem huius
Lib's ne reifaciuntampliflimam , quæ deea re extant
plac Phi- apud probatos authores , exemp!a. Scrupu
loscağ . 12.
13: lum ( inquit Heliodorus præful Tricenfis
In hiſtoria 75.) in agnoſcenda Cariclæa filia marito ade
mit AEthiopiſſa vxor ( eſto hæccommenti
tia narratio ,at veritatem prç ſe fert aliquam
camque,quàm proximè fieri poteft veftigijs
conſequitur ) quod diceret Andromachi
fe ob oculos imaginem tum poſitam habu
iffe ,cùm vxorium patraret opus. Hancque
in cute candoris cauſam prater loci morem ,
ac naturam non reſpuiffe virum naris alio
quiemiun & iſlimz. Marci Damafceni nota
eft hiſtoria de muliere , quæ villis, qualibus
veftiri folent cameli , horridum Infantem
peperit : non aliam ob cauſam , quam quod
Diui Ioannis Bapriftæ inter geniales com
plexus in aducrfa cabula contemplaretur ef
figiem .
 LIBER 1.

figiem Quæ etiam caufa fuit 76, Nicolao Pó Guiliel. Toen

tiścieiusnominis LIJ. cùm eius nepris villo , rad.Chrom
fum admodum infantem peperiſſet, vt viſo- Sabaudia
rum ,quotquot erant Rome, imagines edi- cap:46,
ato tollendascuraret Alius 77. nondum de
77.
poſita cacodæmonis perſona, quàm in fabu. Buſcodncia
la paulò antè adumbrauerat , obuiam fortè vtrefert
vxorem moræ impatiens compreſſir: vnde.de incas
grauida fa & a talem forma partum pofteà e- ta.cap.imo
didit, qualem ipfa maritum perfonatamin
ter amplexus attentiùs conſpexerat . Nar
rant 78. de Cippo quodam rege , illi inter 98.
dormiendum enata in fronte cornua ? cùm Per. Merr.
part ij.Voit
commiſſos interdiu tauros fomnians altius kiar.lcd

animo agitaſſet. Rurſus Hiſpano adoleſcen- cap.7.

ticui nomen erat lacobo Ozorio vnà non
amplius no &te canitiem obrepfiffe , quod
dies illinecis fequens effet diftinatus. Ac
quam quam hæc multis parum credibilia
ſcio eſſe futura ; tameniuuat & ea meminiſſe ,
Yt per aſpera etiam , ac ſenticofa loca ad veria
tatem plana , pronaqùe magis via inftitua
tur.His igitur lic perſpectis imaginationis vi
tibus , quid verat nosnunc aſpectu horribi
les illos partus naturæ confidenter attribue
re ; cum vrique velin conceptu ,vel in præge
natione mulieres cacodæmonis alicuius i
maginem ,qualis in DD.Michaëlis , A pri,An
tonij,aliorumque cælitum pi&tis tabulis via
deri ſolet, oculis auidiùs potuerint capeſſe
re ?Quod etiam infortunium inmatre obid
excufare
 DAEMONOLATRÍTAE SA .
79 excufare videntur Iuriſconſulti 79 : quafi fei
1. Quzret a: licet fataliter,non cófilio acciderit . Acquod
liquis. De obicctæ oculis eiuſmodiimagines præftant,
terb.figni.
idiam multo certius res ipfa,fi præſens erit ,
efficiet. Sagisautem Dæmones ante óculos
fæpè prafentës verſari,modò hac,modò illa
fpecie alibi fatis eſt demonſtratum .Mirum
igitur videri non debet,fi quando liberos e .
dent prodigiofa eiuſmodi deformitate infi
gnes : (quanquam & hoc rarò accidiſſe me,
mini). Sed aliud eſt,quod vrget magis: hor
rifer ille pro eiulatu ſtridor , incefluspre.
ceps,latebrarum perquiſitio: quorum nul.
lius vel muta ,ac fenfus,motůſq; expers ima
go :vel res adeò ipfa cauſam dare poteft:cùm
viſum tantum feriant,non etiam aliquem a
liorum ſenſuum , quem imaginatio ad fætú
Poſlittranfmittere.Et certè fateamur,opor
tet, hic Dæmones operam ſuam interpone
re,acfe plerunque tum in illas , tum in illa
rum fæcus immittere, atque ad eas a& ionés
habiles ,promtoſqùereddere, quæ alioquin
fatur ' viresoês vincant,acſuperent. Quod
& vbi 80. de illarum , quæ putañidur trans
Quinto cap formationibus difputauimus ; non obſcure
oftendimus. Quibus ita poſtis, ac conceſſis,
non erit, opinor , abſurdum dicere : partus
ficdeformitate prodigioſos; ex eo tales exi
ſtere, quod mater,dum is informatur, vela
doleſcit,frequéti Demon occurſatione per
culfa ,rei viſe ex vehementi imaginatione il .
li figus
 LIBER 1.
li figuram induxerit.Vocem porrò efferatá,
greſſumque ac fugam inſolentem à Dæmo
-1 ne omnino effe , qui fortè vel viuos in vtero
> vel abortu egeſtos fine luce infantes, cx ma
f tris arbitrio inuafit. Quæ fortè olim caufa
. fuit ( inquit Alexander ab Alexandro 81 , vt ii.
Geniat dia
1 eos vel in fluuium , maréve proijcerent , vel lib.rr.cap.2$
in vltimas terrarum oras ablegarent. Etho: & li.s.ca.2%
die Chriſtiana luſtratione eorum pleroſquc
pro Eccleſiæ iudicio dedignamur ac præfo.
candos , extinguendorque curamus ftatim ,
atque in lucem prodeunt . Nimirum quia
fufpicionem afferunt intus latentis,acrecon
diti Dæmonis . Hominum igitur non Dæ
monum ea proles eſt certiflima , licet mi
nu reſpondeat figura , iplaque adeò mate
1 rix moles. Cùm enim ( inquit Circero 8ż . ) Lib.l.de
io rerum natura duo quærenda fint: vnium , aib ,bon.
quæ materia fit,ex qua quæque res efficitur: mal.
akerum quæ vis fit,qué quicque efficiat : v
trumque autem in homine , neutrum ne
1 tean Natitium quidem inDæmone, quantum
1 ad eiuſmodi procreationem attinet , efficax
reperiatur: fruſtra bigeneres iſtus partus ,at
! que hybridas ſola exterioris figura; aduen
1 titiorumque motuum caufa,ac prætextu no
bis malè quidam feriati homines prædicant.
Et omninò , vt eò redeat vnde digreſſa eſto
ratio . Probabilior videtur eorum fenten
1 tia, qui negant Demonum illam ex mutuatio
tio ( vt fic loquar, femine generatione.Quá.
D quanti
 $
DAEMONOL ATRBIAI SAG .

quam ſcio qui cótrà ſenſerint autores grauif

fimosà quibusdiſſentire parum tutum vide
retur, fi hæc efſet de religione rebuſque fa
cris contentio Sed cùm nihilpietatem attin .
gat.& fit etiam inter patres Typoßampu tidus de
care ſermo nihil ab homine orthodoxoa .
lienum facere me exiftimaui,fi cui magis af
fentirer opinioni,addu & is quæ me mouent
rationibus liberè eloquerer.

DAEMON ES CORPVS SIBI CONDEN

Jare ex aliqua materia , formaſque variarum a
nimantium fibiaffumere : bumanam etiam non
nunquam ,ſed infami, ac deprauato vuliu , mani
buſque, to pedibusſemper in moren auiumtapa
cium yncinatis,atq, bamatir
CAP. VII .

A Emones ' quidem natura fua cor

Pfalm.ca.s. poris expertes effe , fed vel ex aére ,
& ad He DM
bra:1. vel ex denfiore aliqua materia corpus fibi
pro tempore , atque vſu comparare etiam
Eraf Chilia
II.Centur.s. probauit Platonicorum fchola 2 : Cui & in
ad.r. hoc affenfiffe fe D. Auguftinus non info
3. ciatur 3. D. etiam Bafilius fcribit 4, Dæmon
In libr. De
patu . Dz . num corpora aliquando efle acria , aliquan

In Efaiam do ignea: fæpè etiam ex vtroque clemen

cap.io. to temperata.Iam ve hoc dubitationem nuk
lam habeat,Dæmones fefe , quæ fub ſenſum
cadát corporibus inuoluere : prout id quod
adornant facere exigit , ac poftulat. Qua
VEST
 I I B E R I.

verò forma,ac fpecie id præſtent tam inaini

tum fit dicere , quàm Protheú in omnes ſuas
figuras diſtinguere. Quemadmodum enim
terræ anhelitus in nubes fe induunt,que ven
tis agitatæ fpecies innumerarum rerum pra
ſe ferant: fic Dæmones ex obie &to,atq; arre
pto quoq ; aére,ac vaporibus corpora in eum
quem cupiunt,modum ſuavolubilitate,agi
litatcự; facilè informant.Idem Bafilius 5, re
fertillos læpè hominibus petulanter inful- ta Efaia
tare felis, ruftellæ ,ac canis ſe diſcétpentis fi- tap.z.
gur. Iamblicus 6 , & Plellus7, dici non pof- De Mydet:
Ie ,quanta varietate ludant modò ſe in bre. AEgypt.cts
uiſlimam molem contrahentes , modò in Quãdo alia
numina alde
ampliſſimam exporrigentes : modò viriap- tet ap.
parentes,modò occurrétes,vt fæminæ :Lco .
De Dames
nismore frementes ;faltantes, vt pardalis; la- nib.
trantes ,vtcanis,atque in vtris; valiſque figu
ram ſeſe aliquando transformantes .Aluaro
tus à Minues,Ouieda,& qui Indorum Occi
dentalium mores fcriptis mandauerunt fre
quentiſfimos narrant illis eſſe Dæmonum
occurſus,modò hac, modò illa animantis faoi
cie ſeſe oſtendentium . In quot verò vultus
atq ; ora immutatos illos viderint noftræe
tatis fagx ,opere pretium quoque eſt hîcre
cenfere . Nicolas Morelia 8, refert cùm fe
8
Magiftellus fuus captiuam inuiſeret , mo
dò auis per feneſtram inuolantis,modòle lend 14.Co
Sertz Fabia
poris, aut muris , circumcurrentis tandem 1587,
hominis, à quo ftuprabatur, forma, atque
D imagi.
 DAEMONOL A TREIAE SAG .
Pangzijio. imagine apparuiſſe. lana Gerardina 9, fub
Calen De canis atri forma à fe itidem in carcere vifum .
semb. 1584. Almaria Nanceiana To , cancriinftar fibi ob
10
uerfatum ,interea dumáme Quaſtorc, ex te
ftium elogijs interrogaretur. Prereq; omnes
quæ in valto regno fueredepreñenfæ , cùm
ſe noctu inuiſerer,il fabiconfueuiffe per can
cellos feneftrarum felis, aut pufillæ alicuius
beftiola habibu . Et omnino nullæ funt ani.
malium ſpecies , quas illi per occafione non
vſurpent ,dum dolos admoliuntur,technaf
que inftruunt: Nullam tamen ( vt refert Ab.
bas Trithemius ) omnium fibi adaptaneli
bentius, quàm hominis ,quòd ea ad congrefs
• fum , ac coffocutiones conuenientiflima fit .
Verùm in hoc Deierga miferos mortalismi
rè elucer benignitas : quòd nunquam tam
commodè illam affingunt, quin fucus etiam
craffioribus appareat . Nam aut in vultu for
ditas eft , ac turpitudo , aut vncis , hamiſque ,
quales obſcenis vulturibus infunt manus ,
pedeſue deprauatoshabent,aue denique in
folita, atque inſigni aliqua nota, quæ nature
immanitatem prodat , confpicuos fe often
10. dunt. loannes Pifcator10 , Hennezekiny, Sa
Getbeuil
lãi4.Nonas lome rz , Catharina Balandræa 13; Nicolza
Maij,111585.
. Ganatia 14,Sennel Armentaria is, & loanna
Vergauitha Gerardina 16 , retulerunt fe , & fæpè, & orio
Non luait sè, atque attentè confideraſſe ſuos Magiftel
1986:
12. los, cùm præſentes colloquerentur: obfer
Ibidemo ualleque ſemper illis obſcuras, atrasq; fuiſſe
facies :
 LIBER I. 53

facies:ac ( quod Iornandes dicit de Hunnis, Calen.Sept.

quos Demonibus incubis ſatos ferüt) offæ fi- 1586 .
miles : lumina penitus abdita Mammæ tamen Hardemon.
1
inftar micantia: Oris ri&tus fparfos,profun- tij .Non
Decembr.
dos ,ac perpetuò olidi,ſulphureique aliquid 158 .
æftuantes: manus ſtrigoſas, & villis,atque ha
mis deformes: pedes corneos,bifidofg.Ita. 8. Maynerij
Idus lul.
curam aunquam iuſtam , led aut breuitate,
aut vaftitate ſemper aliqua infolentem : to .
Dulę pridie
tamque adeò feriem extra modum . Addit Calend.
Alexia Belhoria 17, illum ſe aliquandovidiſ odob.ts 87.
16 .
ſe capite,vel pede altero truncum , mutilum Pangæijir.
que, cùm fortè faltationes no & urnas vnà cú Calend De
fuis agitaret. Quæ res me in memoriam in- cemb_1584.
ducit eiusrumoris , qui me puero circumfe . Blamuillz
f
rebatur de Empulis , quarum frequentes de ad aquas
no &te'choreæ in triuijstum videri fereban - z-Calend.
tur( la mequie Hennequin ) id eft,familiam Hel
mi
lequinam vocitabant : nam Hellequinos ab
incubis Dæmonibus fuam traxiſſe origi,
nem non ignobiles fcriptores prodide
LD Tunt : rectè an ſecus anteà eft difputatum ,
? Et certè eiuſmodi Hecate vno pede ince
dens ctiam veteribus celebrata fuit , vti Ari
Itophanis , Homerique interpretes proli.
xe commentati ſunt. Nec modò nodurnis
ſolitam apparere horis , fed & fæpiffimè me
ridianis, maximeqùe cum manibus parentá
batur Quod quidem ,haud ſcio ,an rectè por
။
ſit referri ad id , quod legitur in Pſalmis He
bræorum 18 : Abincurſu & Dæmonio meri. Pſal go
D 3 diano
eyo
 st DAEMONOLATREI A E SAG.

diano ( quanquam funt & qui meridianum

dici putant,quod in lucis,ceu meridianæ an .'
gelum ſe transformant ) fed & meridiecho
ræas agitare Dæmones poftea demonftrabie
Huius lib, tur19, Verùm de hac qonwuépow plura ſuo lo
ap. 14 . co dicentur 20 .
20.
Huius libç. D AE-MONES SERMONEM , QV ALI
P
vtuntur ea,apud quasverſantur , nationes fibi
fine
gere : ſed ſubfurdum ,pufilium , & claufo murmu-,
Te Taulum
CAP. VIII ,

Tli Diabolus plerunque inteſtina, la

Een tentique graffatione homines in malos
affe & us impellit , quemadmodum alibidi .
ximus : tamen & id explanata vocis ( qua:
Esp.1. hu . lcm habent hominum inter fe collocutio
nes) impreſſione aliquando facere foletima
ximeque vbi illos fortilegij pa & ionibus, ve
luti ex formula fibi nexos, obligatoſqùe ha
bere parat. Nam hæc non eft vulgaris & mo
mentanea ad eum tranfitio : qualis euenit,
quoties humana imbecillitate in vitium labi
mur : ſed quædam veluti correptis verbis
mancipatio : quàm deinde vti inter herum,
& feruum conſtare oporter certis , ac præſcri
ptis imperandi, obfequendique legibus , ac
conditionibus. Ergo eſſe oportct & cógreſ
fum ,& colloquia, quibus vitro , citroque e .
iufmodi pada firmentur . Quod humana
fpecie homini fe fæpè videnduin exhibeat,
fuper
49 . LIBER I.
ridiace fuperius eſt demonſtratum . Quod verò fer
danza monis cum eo commercium aliquod ha
-idieci beat, hoc quoque nihilo eſt ad credendum
difficilius. Si enim humanam figuram fibi
walach - ex denſato aére afcifcere poteft; qui minus
ex eiuſdem diuerberatione , agitationeque
vocem fibi effingere poterit, quam etiam
exceptam , ac repercuſſam valles fæpè ar ,
ciculatiflimè reciprocant , atque imitan
tur ? Etcertè ftatuæ , quercus , atquean
tra illuſæ antiquitatis fic fua oracula edide
runt. Memnonis ftatuam ( inquitApollo
nius 2, ) cùm eam Solattingebat, atque ad e .
dius os perueniebat, quod oriens facere fole. Philofen
tas libre,
bat , loquiperhibuerunt Nicephorus Gre cap.13.
3.
goras 3. in Byzantintſua hiſtoria : Sunt (in Lib.s.Iube
quit) quiexiftiment Spiritus quofdam ad fin .
miniſtros partim bonos partim malos futu
rorum ſcientiam hominibus impertiri per
vocem ex aére ortam , & aures hominum
circumſonantem . Acquemadmodumorga
norum pneumaticorum foniſola ( vt Iuue
aalis verbis vtar ) criſpinumeratione pedi
nis in varios accentus, actonos diſtinguú
tur : ita & Dæmones folent, pro ſua in fingen
dis rebus dexteritate aérem fine lingua , ſi
ne palato , Gne faucium , laterum , pulmo.
num vlla vi , & figura in quemuis ſermo
nem,atq; idioma informare.Quiiater Græ
cos olim habitabant ( inquit Pſellus 4, ) he- In lib .De
roico ſtylo reſponfa dabant: quiapud Chal- Dim .
D4 dæos
 LIBER I.

7 fuperius eſt demonſtratum . Quod verò fer

monis cum eo commercium aliquod ha
beat , hoc quoque nihilo eft ad credendum
difficilius. Si enim humanam figuram fibi
ex denſato aëre afcifcere poteft ;qui minus
ex eiufdem diuerberatione , agitationeque
vocem fibi effingere poterit , quam etiam
exceptam , ac repercuſſam valles ſæpè ar .
ticulatiſſimè reciprocant , atque imitan
tur? Et certè ftatuæ , quercus , atque an
trailluræ antiquitatis ficfua oracula edide
runt. Memnonis ftatuam ( inquit Apollo
nius 2, ) cùm eam Solattingebat ,atque ad e
3 facere fole- Philofra
ius os perueniebat, quod oriens
tas libre
bat , loqui perhibuerunt Nicephorus Gre- cap.13.
3.
goras 3. in Byzantintſua hiſtoria : Sunt ( in
Lib.s.Lab
t
quit ) quiexitimen Spiritus quo fda m ad fin .
miniſtros partim bonos partim malos futu
rorum fcientiam hominibus impertiri per
vocem ex aére ortam , & aures hominum
circumſonantem . Ac quemadmodumorga
norum pneumaticorum foni fola ( vt Iuue
nalis verbis vtar ) criſpi numeratione pedi
nis in varios accentus, actonos diſtinguú
tur : ita & Dæmones folent, pro fua in fingen
dis rebus dexteritate aérem fine lingua , fi
ne palato, mne faucium , laterum , pulmo
num vlla vi, & figura in quemuis ſermo
nem ,atq; idioma informare.Quiinter Græ
cosolim habitabant ( inquit Pſellus 4, ) he- In lib.De
roico ſtylo reſponſadabant: quiapud Chal- Dam ,
dæos
 DAEMONOLATREI AI SAG.

dæosChaldaico fermone ytebantur : ficuti

qui apud AEgyptios, A Egyptio .Qui Arme
niam incolebant aliò migrantes indigena.
rum oratione loquebantur, Quod & fage
quædam de ſuisMagiftellis etiam núc affir
mant ; lic videlicet eos fecum loqui , vt non
queat vernaculè, ac germanèmagis ,vel qui
nunquam patria excefferit : imo & nomen
fibi itidem vernaculi ſermonis vulgò aſſu .
mere. Margareta Luodman s, refertid fuq
Vergaville fuiſſe Vngluc, id eſt, infortunio ; Sybilla C«.
Febp.1887 . pellaria 6 , mach leid , id eft,noxio ; Catharina
6. Haffner 7, 1zum Vvalt vliegen, id eſt, ad faltus
Ibid. 18. Ca yolanti : Alexia Bernhard 8, Feder uviſch, id
Jend. De
Semb.isse . eſt,plumæterfori. Quæ Romandice loquú,
7.
Ibidem 7. çur ( nam Lotharingica ditio vtriuſque ling
Cal. 24ob. guæ incolas habet ) Maiffre perfil , lely-bois,
$$86, Verdelet , Saute buiffon , & id genusalia multa,
qu e hiceſlet otiofum recenſere. Verùm que.
la Guermiņ
gen & Cal. admodum nunquam fe in hominē tam com
Febr. 159o. modè induunt,quin fuperfit aliquid, quod
9. fucum ,fraudemqùedetegat: ſicuti iam an
Cap. 7 :
fed dictum elt g :ita nec adeò feliciter humą
nam vocem imitantur . quin fi &ta, çmentita .
que audienţibus facilè appareat. Nicolza
10 . Ganatia 10, Eva Heſoleria ļi, lana Nigrą .
Manerija, Armacuriana 1 ?, ac pleræque aliz voe
Idus lylias,
$589. cem illis eſe aiunt , qualememittunt, qui
os in dolium , aut reftam rimoſam inſertum
In ſuburbils habent. Ob idqùe illos ſemper loquendo
CHA; Tullu. vulțum scmittere , vti folcpt facere pu
diluadi,
 LIBLR 1.

la dibundi, & ſceleris alicuius fibi confcij. Aut

Leheriis.
Arm certè exilem ,ac debilem Sic retulit Hermo Calend .
tena Jaus Barbarus 13 , à fe auditam fuiffe vocem April.1588.
136
lage ſubſibilantis Demonis,cùm ille fortè de hri Petras Cri..
af ſtotelis entelechia interrogatus fibi, & Georoitus Lib.
7.dehoneſt,
to gio Placentino reſpondiffet.Eadem curioli- diſcipli
na
Elqu tate Appion Grammaticus (huncà fe adole. cap.ze
mit fcente viſum fcribit Plinius14. ) Vmbrascú
ali rcuocaffet, ad percontandum Homerum , Libr.36
de qua patria, quibusq;parentibus genitus ef- cap.z.
6. ſet, non auſus fuit profiteri, quid libireſpon
ria difſet Quod ego fic interpretor adeò confu
lo fa ,ambigua,obſcura,ac debili voce locutum
hi fuiffe,vt claricertigue nihilinde elicere po
qui ruiſlet, poſtea referret.Nam Dæmones(in
in quit Pſellus is dedita opera tenué, & pufilla
bring yoceedút,yteorú mendaçia ,ppter indiſtin- In lib . de
e dam illius obſcuritatem minus deprehen. Lxmom .
uién di poſlint. E ¢ Gennadius Patriarcha Con
a ftantinopolitanus vocem confufam inaudi
uic Spectriad altare de no &te ftantis , cùmid
ille iurgabundus increpaffet , vt Cedrenus, 16.
ma Caliſtus & Theodorus 16 fcriptis ſuis teſta In add in
ity tym reliquere. Vimus 17 quoque, id eft (vt Zonar to.
conijcio ) ex vlmo verba facies Dæmon The mo3.lib.r.
e fpelionis, qui Gymnoſophiſtarum erat natu hift.Eçcle
10 maximus,iuffy ad ipſosadųentantem Apol. Halt ,
lonium fapientem voce tenui ſalutauit . Af Philoft libe
fyriorum eciam , & Chaldæorum denaronoun çaposo
do Tiia hoc præftare ſolebat,vt Dæmones è pe
lui ftridula voce , aç tenui libilo verba çde
D $ rent,
 DAEMONOLA TREIAE SAG.

rent.Nempè hæc cò redeunt omnia , vt imi.

tatio quæ( inquit Fabius 18 ) artis eſt propria,
Lib. 3. Init, nunquam tam feliciter naturam exprimat:
Ord. Cap.s. quin inter hanc , & illam ſemper aliquid in
terſit , ipláque veritas pluribus parafangis
ſua fequentem veſtigia hypocrilim poſt
ſo
relinquat.
SAT ANAM RECTI SPECIE HOMI
nes ſapèdecipere ,fuos quoque ad eamdem hypocris
fimquàm maximè poteft eruditos babere, quo in
occulto magis fit eorum improbitas, minuſque cor
je & ura,46 Jupitionibus coarguatur,
CAPVT IX .

Ali ſpiritus(inquit Iamblicus 1) fimi

2.quandoa. MA litudinem bonorum fæpè arripiúnt.
pumina fatanas ait Diuus Paulus 2. in angelum
aliter appa Er
lia
scant. lucis ſe vt plerumque tranſfigurat, integu
ij Corinth. mento que ſemper aliquo fe inuoluit, quo
cap.14.verb. homines deludat,perdatque facilius, Quis
enim adeò eft confidens, ac ſecurus, qui ſi
prima fronte ( quod aiunt) cornua olten
dentem , id eft , perniciem apertè intentan
tem videat, non ftatim obnixè illum vitet, ac
defugiat ? Ergo quemadmodum.
pueris abfinthia tetra medentes
cùm dare conantur, prius oraspocula circum
Aſpirant mellis dulci,flauog liquore: 3
Lucret. lib. Sic improbus malas merces ſuas,vt vænalio.
res hominib obtrudat,eas ſpecioſis inuolu
cris tegit ac ( quod de ſuitéporis Philoſophie
dixit
 LIBER I.

i dixit Seneca) pharmacopolarú more pyxi

pidibus venena occultat, quæ tamen honeftif
am fimos ticulos præ ſe ferant. Imò vt facilius
emptorem inueniat ſplendidi, ac lauti mera
en catoris habitum ſibi aſſumit : nimirum quo
magis fides fit nihilſordidi, fallacis,aut exo
ieti apud eum proſtare : fed talem , vt aiunt
Mi eſſe generoſitate cquum ,qualem phalere, &
ephippia nitore , atque elegantia exteriore
demonſtrant. Ac primùm quum nihiladeò
exoſum habeat , atque honores , cultuſque
diuinos;præftigijs tamen , atque incantatio.
nibus ſuis nó ceflat intermiſcere votiuas pe .
regrinationes, anathemata, libationes, ſacra,
luitrationes,precationes ſolemnes,expiatio
ili nes, eleemofynas atque id genus alia , quæ
is religionis aliquod ftudium præ ſe ferre vi
* dentur,vti poft fuo loco fufiùs declarabitur.
o Hocqueadeò agit,vt fuos habeat in illis, vel
ad ſuperſtitionem exercitatos, atque aflue
1- factos: quo videlicet fufpitionem eius, quo
tenentur,criminis,à fe longiùs amoueant .
no Vt mirum nemini eſſe debeat, fi ſage, quibus
cft cum Dæmonibus vitæ quotidianæ con
ſuetudo ,adeò bellè,atque appofitè eam per
fonam adumbrent , acimitentur . Siquidem
( vt ait Cicero 4 .)& tola in Slaw alva ,Tolc , xg Sepao
Suvides. Iftud verò uporwrão nó eft p quis Epif t ad
Attic.ii.
plenius exhibită , acreditú quærat , quàm a . S.
pud D.Paulus.vbiſpecié aflimulatę ſapien . In Epit ad
tiæ fuis depingit coloribus ; fuperftitióe vide verf.in
licet,
 DAEMONOL ATRBIAL SAQ.
ficet,animi ementiça humilitate,& corporis
læſione ,ac dilatione:Nam hoc fuco adeò fre
quenter Satan tenebras ſuas illuſtrat , vt à lu .
cenihil planèdifferre videantur, Noſtrar
tate in Mediomatricibus vifus eft non illau .
datæ vitæ curio feuerius cum magiſtratu ex
poftulare , quod è paræcianis eam iuſfiffet
duci, quæ opinione ſua religionem præ cæ
teris omnibusfan & iſlimè, pijſlimeque cole
ret.Nam & facris omnibus primam intereſ.
fe , ab ijsq; vltimam , atque adeò inuitam rea
cedere: precationes ne in via quidem inter
mittere:eas vſq;& yſq; crucis fymbolo diſtin
guere: aras Diuorum conſecratas memoria
nullis non diebus fuppliciter adire : teſſera
precaria femper inftru & á eſſe:folennia quę
que ieiunia celebrare , vel rigidiſſime blanc
do , atque humili ſermone obuios quoſque
appellare :denique nihil non earum præfta
re, quæ demiſſam mentem , propenſumque
ad pieţatem , ac religionem animum poſſent
indicare. Atque hæc toç fan & itatibus com
mendata, cumulataque mulier poftmodum
eft innumerorum manifefta maleficiorum ,
ac flagitiorum in ignem Iudicis iuſta con.
demnarione coniecta. Pleræque omnes eius
criminis compertę, quantum mihi ex earum
confeſſionibus ha & enus comprehendere
licuit fic fiera, diſfimulataque pietate ſcele .
ftiffimam vitam ſemper obtenderunt. Ipſe
Satan, qui illarum princeps eſt, & caput;cùm
primùm
 LIBER I. 61
primùm illas adoritur, in eum fe habitums
comparat , qui beneficium , ac falutare ali
quid præ ſe ferat : vti fuprà ſuo loco eftde
nionitratum . Et gid exemplis prætereà con
1
firmandum venit non fie futurum laboris
valdè operoft . Nam 6 & iam inde à mundi Geneli su
incunabulis Heuă ſub ferpentis fpecie blan
da ſua oratione im pufit, vt contra quàm ve
titum erat deceptum ex arbore ſcientiz po
mum deguſtaret. Degebat is tum ,ait Iofe Antiqu 7.
it,
phus ,cum Adamo;eiusque vxore perquàm iud.lib.1.
familiariter.Er eius poftea ex ære lignum à cap...
1 More 8.obic& um Hebræis , quod intueren- t.
tur , fvellent è dipfadum venenatis morfi- Numer.2t.
yet[ s . &
bus conualeſcere, Tum Epidauro Romam loan. cap.Bir
fedandæ peftilentie ergô A Eſculapium ea verf.14
fpecie effe inue & um . Quæ etiam Hierogly
3
phicorum interpretibusnonnullis 9 , cauſa
fuit vt ſerpentem pro ſalutari tum corpo Calius Alle
ris, tum animæ fymbolo vſurparent . Nequis fit. corios
mihi horrorem tam fædæ , tetrægue beftiæ ment. Hic.
I
hic obijciat.Sed forte recentiora,acexprefrog.cap.a.
1 fiora magis iuuabunt. Refert D. Gregorius
1,
1ớ cùm eum artes iam onines deficerent,tani.
1
dem monachalivefte indutum beato Equi- Dialog libo
1.cap po
tio apparuiſſe ,quòd fcilicet ea morum , vitę
que fan &ticatem maiorem præ fe ferret, quá
vulgaris, & plebeia . Sabellicus I, & Platina Ënnc
ad.8 .
iz Cæteſtini pontificatu ( hoc tempus fcrip lib.i.
tor Chronicorum mundi Maſlaus reijcitin
annum CCCCXXXVIII. ) in Creta Mofis In Celedia
pron,
 DAEMONOLA TREIA É SAO.
Prophetarű vetuſtiſſimi perſonam induiffe,
obuerfatumque ante oculos Iudçorum , qui
in ea inſula agitabant euum ,ac pollicitum ſe
ſuo pede eos in terram promiſfionis efle re
ducurum :ftantibus vtrinqueaquis ,vt in E
rythræo olim maricùm populus ex AEgy
pto eductus eſſet in murorum ſpeciem con
ftitiffent ; multofque iſtis præftigijs temere
afſenſos,ac pelagus ingreffos marinis flu & i
bus fuifle obrutos: præter admodum pau
cos, quitum demum vanitatis ſuæ admoniti
ad Chriſti opem cófugerunt. Idem quoque
In D. Mar. ( inquit Seuerus Sulpitius 13. ) D.Martinum
ni vita . Turonenfem Epiſcopum ludificare aliquam
do conatus eſt diadematis aurei , veftifque
purpurea pompa , quaſi is Chriſtus effet ad
judicandum mundum coelo delapfus. Sed
cùm nihil promouiſſet,aufugit, nihil ibiſud
relinquens, præter intolerabilem , qui eius
præfentiem teſtaretur, fætoré. Tpiada duos
trop G lo órior auguſtè, ſanctea; colit , ac've
neratur vniuerfa Chriſtianorü ecclefia :velu
ti non tantùm euangelij indubitato teftatá
elogio , ſed & Moſaicis myfterijs longè ante
prænuntiatam , quibufque imbutum Mercu
rium Triſmegiſtum probabile eft in Piman
dra dixiſſe,quod mens Deus cum verbofuo
mentem alteram opificem pepererit.Tantę
maieſtatis gloriam affectans Dæmon Præ
monſtratenſis cænobij cuidam monacho
triceps An.M.C.XXI.apparuit, conatuſque
sit per
 LIBLR 1.
eft perſuadere ſe illud trinum numen effe( &
certs τρίμορΦΟ -Εκάτη is eratin cuiusille con
templationeanimum adeò defixú haberet;
31 ſeſeque ob infigne meritum , ac pietatis cul
tum eximium eiin conſpectum dare , quo
præfens adorare poffet. Verum monachus
dolum facilè olfaciens, eum multo clamore ,
acconuicio acceptum à fe tandem repulit,
nd ac fugauit.Nec tantum ficfe honefta , ac fpes
M cioſa aliqua perſona Dæmon laruatum in
fert , vt fucum faciat: nam debile , ac vanum
fæpenumero eft, quod ex habitu ducitur de
morum ,vitæ ; integritateargumentum ; fi
quidem veftis (quod aiunt) monachum non
facit, multaquc ore , ac corpore ſignifican
tur , à quibus vita eft alieniffima : ſed & free
quens eft illi oratio de vita ad pietatem ,reli
gionem ,ac fanétitatem informanda. Imo fä
peniſ harum diferta pa & ione negat fe vllé
fædus, focictatemque pofſe inire.Et hæcilli
quoque iam vetustechna eft. Nam & olim
- Pythias, Veſtaléfque in perpetua virginitate
1 manerc oportebat: vt nunc nifivirgines ,&
malitiæ hominum per çtatem adhuc exper
tis
tes diuinationibus quibuldam apti,atq; ido,
nei eſſe non poſſunt.
28
illa facras puerifortes ter fuftulit,illi
30
Retulit è iriuijs emnia certa puer . 14 .
Et facra nonnulla fuêre , veluti quæ Plutar. Tiburtus
chus Is.Nephalia, aut Meliſponda appellat in IS .
In li. de con
quibus vinum attingere ,aut luxui indulgere bib.iistud
fum ,
 DAEMONOL ATRBIAE SA O.
16 . fummum erat nefas. Apollonius 16 quoque
Philoft in de Amphiarai refpófis apud Phiaortem ver
& cap.4. ba faciens,refert eos, qui illa accipere vole
bant integrum diem à cibo;à vino autem tri
duo iuflos ab eius facerdotibus fuiffe, vt ab.
ftinerent. Et Lucius ille 17 apud Apuleium
Libr.1l.de Ofiridis ſacris ioitiandus in numerum Palto
planteo phororůà Mithra ſacerdote precipuè iuſſus
eft ,decem continuis diebus cibariam volu
ptatem coercere: nullum animal elle : inui
nium effe.Hacadeo dere meinini me audi
reà Melchiore Errico ſereriiſliini Ducis no
ftridum viuebat,à ſecretis , & conblij inte
rioribus non illepidam narrationem , quàm
eo etiam confidentius hîc exponam , quòd
is de quo ca eſt inſtituta,veram ipſe addubi
tanti mihi pofteà affirmauit . Theodorus
Mallotius ( is propræturam in Vatti regni
prouincia,quæ ditionis eſt Lotharingicæ le
nex obtinuit )cùm adhuc iuuenis amplifia
ma familia natam adolefcentulam in matri.
monium deperiret : & illi eius potiundæ
fpes omnis effet abſciſta, atque crepta (nam
& fortuna egens,atque humilis & famulatus
mercenaria conditione,in qua tum erat, ig .
nobilis, & defpicatus nullam ne detegendi
quidem amoris fuihoneſtam fatis rationem
videbat :) Ergovt deſperatis rebus, & ipfam
fe iam deferente expectatione homines ad
quodlibet confilium ſe facilè conuertunt,ac
xullo dele& u fugienda,ſequendáue ample
tuntur
& untur: Maillotius conſeruum ex Germs.
nia , cui audiuerat Dæmoncm effe ad que .
cudque obſequia paratiſlimum ,adit : huic
que ægritudinem ſuam aperit : rogans , vt li
quod ci remedium afferre poſſet, id ne gra.
uatè faceret , ingrato enim non iri locatum
beneficium . Hanc Germanus occaſionem
libens arripit , vt cui ſeex pa & o intra dies
paucos neceſle erat,vel fe fuo Demone libe
rare,atque expedire adducto alio ,quiiſtud ,
ceu #salienum in fe tranfcriberet, vel ab eo
obtorta ceruice Accari,atque interfici(liqui
dem hæc ei pacto lex addita fuerat. ) Agen .
do igitur illinegotio , conſequentis diei di
juculum in clauſo ,ac recondito quodam co.
clauicondicit:vbivixdum ſe ſtirerant , cùm
tepente patefa& is foribus ſe infert lepida,ac
liberali forma,puella ( hoc habitu Dæmon
primùm ſe oſtendere volebat,ne Maillotius
ad formidabilem eius aſpectum exhorrel.
ceret ) eamque ſe eſſe prædicat, quæ illi nu .
peias quas tantopere ambiebat , faciles effec
confe& ura ,modò vellet in ijs,quæ erat præ.
ceptura,obſequi. Acillo auidè,attentegue
expectanti, quænam eius eſſet fententia : im
primis.coepit edicere vt furtis, crapula , libi
dinibus, iniuria ,blaſphemijs,ceterisque, quç
animum inquinant,vitijs,temperaret :pieta,
tem coleret : inopes facultatibus fubleuareti
ſeiplum in hebdomada bis ieiunio macera .
tet :ſolennes, ac quotidianas precationes ac
E inter
 DAEMONOL ATRETAL SAO,

intermitteret : eaque fedulo obirer'omnia

quæ Chriftianum hominem decet ,atque x
quum eft facere.Iftis enim omnibus life vela
Et núcupatis verbis obftringere , futurú ve
optatisthalamisfine difficultate vlla potires
tur. Hæcquelic elocuta ,ac conftituto , iritra
quem refponfum auferret ,die,fe foras eie
€ t Maillotius qui videret tam ſanctis , atque
honeftis conditionibus tantum fibi beneti
cium obtendi, iam nihil cunctandum puta .
bat, quinid gratus ,ac lubens acciperet. Sed
dum magis,magiſquein eam rem cogitatio
nem intendit , atque huc illuc varie inter
fpem ,metumque impellitur :ex eius vultu
domeſticus quidam facerdos conijciens, alle
quid fubeffe ,quo ſic diſtraheretur, eum blóm
de adortus, ac quid animo volutaret , expif
catus monitis ſuis peruicit ,neampliusad vl.
Jum cum Dæmone colloquium deſcende
ret.Sicque fruſtratus fua expe & atione Ger
manus , nó longè abijt ,quin ex pacti formula
penas penderet. Nam non adeò mulris post
dicbus ex quo plana , atque aperta via deci
dens , inque caput proruens exanimis mo
mento repertuseft. Idem Nicolex Albericano
Energimenæ Laudunenfi eueniffe memo.
rat,qui eius hiftoriam nuper defcripfit :lcific
cet eius,quiatri hominis fpecie illiobuerfa
batur , Dæmonis non alium apud'cam fuiffe
fermonem ,quàm de fanctimonia , de pudo
te de religione, ac facrorum ftudio : ad hæc
que
 LIBER 1.

que cùm primùm lam adortus eſt præci

puè , atque ante omnia fuifle cohortatum .
Quid quod Chriftum , qui eſt piorum om
nium exemplar tentaturus Eccleſiaſten e.
git ,& fcripturæ teftimonium laudauit :imo
adorauit coram eo procidens ; atque in

14 quiens : Tu és Filius Dei18 . fimiliarte, ac

; '
feruum Dei , ac verba ſalutis annuntian- . verf.13.
19.
tem vniuerlo populo audiente prædicauit, Ac. i6. ve
cùm è ventriloqua fæmina verba faceret. ſu 17.
Quorſum enim hæc , nifi vt Euangelij præ
T
conem ageret , ac interim litum ( quod a
iunt ) melle gladium offerret , veritatem
mendaciſſimo ore proferens, & lucickariſfi -
mæ caliginem , acdenfiflimas tenebras of
fundens ? Quæ etiam cauſa fuit , vt illum
Chriftus tunc compeſcuerit , ac tacere iufle
rit. Paulus verò nihilominus eiecerit , ex eo
quod is tum oblidebat corpore. In quo
verſuriſſimi Dæmonis calliditas animad
uertendavenit , qui fic einentita teflera ca
ftra Chriſtianorum ingreditur,ingreſſuſque
ſuis ipforum arnis illos cónfodit , ac truci:
dat. Nam etfi Euangelicæ do &rina pleraq;
funt hæc omnia: quoniam taméab eo velutt
manu capiuntur; cui parere, in re etiam reli
giofiſliina, fumma eft impietas : idcirco ca
uenda ſunt diligenter, atque fugienda. Ha
bentenim ( quod ait Irenæus 20. ) la &ti gyp: Lib.I. Carol
lugrimmixtum.Et quéadmodum Heracleum
3
 Đ ATM ok oLTR II AI SA ở.
in Ponto memoratur fuiſſe mel ſuauiſlimú ,
quod tamen qui ediffet, illico in terram de
ijciens fe,ac miris modis confli &tans interi
ret: fic nemini dubium eſſe debet, quin pre
fentiſfimam perniciem afferant tam ſalura .
ria in fpeciemmonita,elogia , atque exem
pla , fi quis nimium credulus ſeifs duci, ac
permoueri ſinat. Vam cum obedientia prin
cipium ſit , & caput cultus Dei, cuius affe & a.
tor eft in primis Saran rem ſuam ruftrenuiſ
ſimè gefliſe ſe putat,fiad eam homines qua
uis ratione adduxerit. Ac quemadmodum
qui auibus infidiantur , folent eas aliarum ,
quas ad id edo &tashabent,cantu in tendicu
ļas,laqueófque inducere: ſic is pietatem ,reli
gionem , fan & itatémque nufquam non in o
re fuorum habet,dum eorum verbis infidio
fis in gurgitem ,voraginémque omnium ſce
Jerum , atque impietarum , quos ſemel appe.
tiuit deprefferit,ac demerſerit. Iam quod at
tinet ad commentitiæ ſapientiæ membrum
tertium, ſcilicet proprij corporis lanienam,
qua olim Donatiſtz, hodie Anabaptiſtæ , ac
nihili quidam homines in ſeipſos,ad often .
tationem magis affe & atę fan & imonię quàm
ad vllius diſciplinç,ac macerationis Chriſtia
4 ang vſum , atque exercitationem defæuiunt:
hoc quidem manifeftum carnificis Satanz
inuentum eſt. Quotus quiſque enim noftrú
eſt, qui hoc ſic inſtrui non putet magis illi,
vthominum oculis inſeruiant,ac ( quod aic
Comic
 LIBER I.

Comicus ille ) populum ſtudio ftupidum in

funambulo occupent , quàm vt pietatem ex
animo colant, Deóque, quitheatrum fuum
haber in latebris, verè fe mcerentes demiflos,
atque affli & os oftendant. Ne tubis canatur
ante vos (inquit Chriſtus ) quemadmodum
hypocritæ faciunt in fynagogis , & vicis vt
1 honorificentur ab hominibus: Amen dico
vobis,habentmercedem ſuam . Hoc adeò ab
hominibus nulla alioqui veræ religionis O
pinione imbutis ficdamnatum , olim fuit :vt
id etiam inter maximas mortalium delira
tiones enunjerauerint. Apuleijzi.de ea rc
21.
, clogium in promptu eft , quod hic totidem lib.s.De.
verbis propter eius antiquam elegantiam ,ac fire saree .
bracteati,floridiqueſtyli rarum nitorem al
griba .Arrepto (inquitflagro, quod ſemiuiris
illis facerdotesDe Syriæ intelligit) proprie
um geltamen eft, contortis tænijs lanofivel
leris prolixè fimbriatum . & multiiugis talis
.
ouium tefſelatum indidem fefe multinodis
1 commulcat idibus, mira contra plagarum
dolores præfumptione munitos : Cerneres
profe& u gladiorum ,i& ugue Aagrorum fo.
1
lum fpurcitie ſanguinis effæminati madefce
re: ac vbi tandem fatigati;velcertè ſuo lania
tu ſatiati pauſam carnificinæ dedere , ſtipes
æreas , imo verò , & argenteas , multis cer.
tatim offerentibus , linu recipere patulo :
necnon & vini cadum , & lactem , & cafeos, &
farris, & filiginis aliqod. Superioribus an
ne
 DAEMONOLATREIAE SA .
nis Mirecuriam ( quæ fedes eſt , & caput
prouinciæ Vogelorum ampliſſimæ, in qua
etiam per annos aliquot propræſes fui ) ap
pulit circumforanelis quidam , folitus fub
pænitentis nominc prouincias peragrare, aç
pecunias, aliaſque res, quæ ad vitam condu
cerent , corradere. Is frequentięde , qualis
elle ſolet diebus Dominicis ad aram maio
rem primùm quidem procumbebat nudus
vmbilico tenus: ac manu vna lilicem , altera
ſcuticam geſtans, illo peétuscrudeliter con
tundere , hactergum miſerè dilacerare non
cellabat : idem quoque fa & tirans in ſupplica
tionibus publicis, ac ſacrorum pompa,lique
forte folennibus illis diebus ducebatur,
Tum plebs illius primùm miſerefcere , ac
quid de ſetantum meruiffet mirari : deinde
certatim pecunias in eum conferre. Sed is
eo quæftu aucus vberrimo in noſocomium
hilaris ſe recipiebat : ibique notis fomentis
primùm curato corpore , acad futuras pla
gas etiam indurato , atque obfirmato , cibis,
ac vino ſe intantùm ingurgitabat ; vt cas eti
am , à quibus hofpitaliter erat receptus, non
parceret amaris, petulantibufqúe, fæpè etiá
obſcenis,acturpibus di &tis inceſſere, cuius
ſei fama cùm ad urbaniludicis aures tandem
perueniffet, accerfitum hominem , in carce
rem conie &tum , & feriò rogatum , quid cau :
fæ eſſet, quòd licle prater modum afflige.
ret, impulit fateri,non id ſe facere , quoade
Pinigen
 LIBER 71
7
? millum aliquod facinus expiaret , vri antè
1
fimulauerat : fed magis, vt popalimiſericor
dian concitaret , abeoque ftipem faciliùs,
3
& largiùs exprimeret. Cæterùm non tanti
Gibieffe doloris illa verbera,quantiaſpicien .
tium opinione putarentur : tum quòd ad
ea pridem vſu occaluiſſet :tum quod herbis
vteretur , quæ membris ftuporem induce.
i rent,fenfumque ijs ad tempus minuerente
Qua re intellecta Nanceianorum Duumui .
rú niudicio , quo lontium omnium quos has
7
bet Lotharingia penz cenſentur, per com
pita virgis, led egregiè cęſus eſt ; tum alte
um humerum ferro candenti inuſtus, ac
relegatus. Hunc lic ſe inter ſacra excarnifi
candi morem , olim a Egyptios vſurpaſſe
authoreſtHerodotus in Euterpe . Gallos
Idęæ matris facerdotes idem fecide ſcribix
Ouidius:
Attonituſque feres,ptquos Cybeleia mater,
Incitat ad Phrygios vilismembra modos.
Et,
Cadunt initatis vilia membra moda .
Lib.u.38
Apud Horatium quoque 22. ty : .
Gaudet Bellona cruentis. 23.
Quod ſcilicet facrorum eius cultores(Bello-L1 .7.de.. &.
Procons
narios Vlpianus 23. vocat ) hibi lacertos di
ftri& is gladijs cruentarent : Quod & memi. Lisa
pit Martialis 24.
Albanimis fauis lacerantar bracbia cultris,
Camfurit ad Phrygios Entbeaturba modos .
5
 DAEMONOL ATR BI A. SAO .

Lib . l. cap Et tetigitalicubi Plinius 23. fed & deriſos .

Xenocrate Phyfico ' recitat Alexander ab
Genial disr Alexandro 26. quod yt aiebat, non effet lu .
lib . gendum, & Deoseſſe crederent, quibus facra
fap.19. faciebant: autnon ſacrificandum , fi homi
27.
* Lib.2.deci: nes . Quæ & Labeonis Antiftij fententia fuit:
pit. Dgi. pumina bona ( inquit D. Auguſtinus 27. àà
r malis cultus diuerfitate diftinguentis quod

hị cædibus , ac ſupplicijs,illilætis obſequijs

qualia ſunt conuiuia , ac lectifternia ) propio
țiaſi velint , Quod ego ſiç di & um velim ,
non vt Chriſti regnum in delitijs , ac vo
luptate ftatuere me quiſquam putet ; qui
ſciam eius militiæ certiflimam teſſeram eſſe
crucem :fed vt intelligant homines , non efle
$x iſtiuſmodiļanienis , accruciamentis om
nino æftimandam pietatem ; vtieorum plea
rique nunc facere ſolent: Et Diabolus ipſe
non alia re frequentius ſcenam ſuam inſtru
it. Nimirum quia Chriſtianos videt ſeieiu .
nio ,vigilijs,ſolitudine, laboribus macerare,
ac conficere , dum carnem ſuam fubigunt,
dum admifforum pænas volentes luunt,
dum fe ad preces , fan &taſquç meditationes
comparant , atque inftruunt. Quod is ſapè
exemplum per fummam malitiam accipit ,
augetque adeò effero illo laniatu : quaſi tan
to magis colatur pietas , quanto in corpus
fæuiatur acerbius,atque inhumanius , vi eft
ciusars, & verſuria. Veluti cùm farctiſlima
eriam quæque immoderato , incoplultoque
vſu
 LIBER I.

vſudeprauat,fædat,ac diſtorquet:ná hic alio

qui veram ,fynceram queChriſtianorum dif
ciplinain conuellere non eſt animus ,& lique
Ecclefiæiudicio comprobatur .

DARMONVM ILLV VIEM SVMM AM

dersonfirare, tum que eorum prafentiam femper į
comitatur odoris fæditatem , tum quæ de vitando
mandirie adeò accurai è fuis precipiunt : maxime
que in mambus , quarum Lauationem aiunt faſii
nationibus obelle : quomodoque id fitaccipiendum ,
2 }, CAP . X.
O
1.
ui Eemoth , id eft animal impurum ,acſpi.
D Gregoro
le ritum immundú pallim literæ ſacræ 1 , ia Memory
le appellant Diabolum , idg ; adeò nomen non Marc
Matth. ,ca.iz
as .
modò in illum conuenire putandú eft, quòd lab.eu
ble ingenio,ac moribus ſit impuris, vt eius om
iple nes a &tiones,ac ſtudia demonſtrant : ſed etiá
true quia ſordibus, atque immunditia exteriore
eive' impenfius delectatur. Nam & illiin cadaue .
rare ribus frequens eft commoratio : & liquan
ung do viuens corpus occupat , vel etiam id libi
aunt ex aére,cócretiſye vaporibus informat,præ
Fones ſentiam in eo ſuam ſemper inſigni aliquo foe
ſzpe tore teſtatur : imo & in illis partibus recep

cipi,t tum frequentius habet ; quæ vti in naui ſen .

tane tina, corporis fordes, excrementaqùe acci
orpus piunt. Vnde& dylaspivutOyurg in Biblijs
viele dicitur,quæ Pythoné haberin ventre, quam
iſlima Gratianus in decretis ventriloquam vertit.
toque Munera quoque illiefie folentè fimo,& fter,
vla core,
 DAEMONOLATREIAE SAG.

core,epulęè morticinis pecudibus : Ac vt eft

in prouerbio šuolovývoir épistoy,taleſ ; vul
go ſuntpediſſequæ , quales & heræ , vt ple
rumq; mulieresætatis fordib.obſoletas,for
tunarumq; tenuitate viles , ac { qualidas pro
miniftris habet : quas præterea, quaſi naturæ
vitiú minus in hoc eius deliderium expleat,
cdoctas habet ad ſordes atque immunditiã.
Hæcq; ob id præcipua cautio eft, ne mane
folito aliorum hominum more manus fuas
abluant : quod ea res faſcinationibus ſuis ( vt
ait) indubitatio occurrat : ſeu ab ipfis fagis
proficiſcatur,id eft ſuas ipſæ lauét manus:vti
Nirecuriæ . Alexia Gallæa 2.Betuncuriana ,innumeręg;
7.ldus De aliæ , quarum nomina nunc non ſupperunt,
semb,1584. quæftoribus ſuis vltrò recitauerunt : ſeu ab
3.
illis, quos veneficijs fuis deftinauerunt per
Mizilzij.s.
Id Noo fe dere :ficuti retulerunt Claudia Fellxaz, Ca
bru.6587
tharina Latomia 4: quarum hæc Dominica
$ Hareturiæ Durātiam infenfe feruabat ,quod eafdévna
3 Non le ambirent nuptias : illa , alienillimo animo e
brwa.x587 . ratin Malurticam quendam , propter penè
quotidianas rixas , & contentiones , vt inter
vicinos allolet,neutra tamen iniuriam vlci
ſci faſcinatione aut veneno potuit: quòd ef
ſent illi ab earum infidijs turi iſto lotarum
Leherii 7., manuum præfidio . Sebattiana Maxentias ,
id spri.is88 loanna Nigra 6 , Ioanna Viderica 7,& Frácif
Leheriis . caPerina 8.affirmant eá lauationé certò pro .
Cal . April . ficere cótra malas incantantiú artes,fi domo
quis pedé offerens fe prçterea in Dei tutelă,
pral
 LIBER 1. 75
prseſidiumqùe ſupplicibusverbis cómittat.
Ida ; ſe à Magiftello ſuo loliero ita inaudiviſ Lanfractor
ſe memorar Nigra illa :dum fcilicet cum illo riz.7.Idus.
Maij, 1588.
de hoc expoftularet, quòdin NicolaiTonſi
vxoré venena luatam læpè incaſſum ( parlil Baiis.4 Non
fet quæ tamen multi alij præſentiffima fenlun,1584.
hffent. Hoc etiá bimorā ,impedimentuque
femper attuliſſe Viderica illa recitauit,quo
ties maritum faſcinatione parauillertollere,
Parauerat autem ſæpiſſimè,propter iniucun
diffimam ,ingratiſſimamqùe lediconſuetu
dinem.Nuper etiam Mugeta 9.iamiam inig
nem imponenda,acvltimùm cú marito prā - lub Effzij.10.C
.1591 #
dens placidè eum multis audientibus mone
bat ,neinſalutato numine, illotiſquemanib .
manè domo pedem efferret, ſi ſe à ſagarum
infidijs tutum cuperet,acfecufum . Quomo
doverò reiadeò leuis , atque exiguæ vires
tantæ cffe poffint,aut quare ea corporis pars
ſua mụnditie in hoc cæteris præltet,non eſt
facile conie & ari : Niſ G hoc impoſtar ille
prætextu ſolerter aliud regit, perqùe amba
ges ,atque inuolucra nobis fuam vult fenten,
ET
tiam oltendere. Vtialibi illum feciffe obſer
uauitex Vviero loan.Bodinus , eo videlicet
ele
loco , vbi memoratur apud ſagam quadam
obnixè egifle veteres calceos diligenter ve
as,
afſeruaret, quòd eos præl dio illi futuro el
cil
fe diceret ,aduerfus maleuolæ alterius lage
rou impendentes infidias . Nam dubium non
mo
clip eit , quin ca ratione monitam voluerit, ve
in peer
24
 16 DAEMONOL ATRETAE SAG .

in peccatorum cæno volutari perſtaret, qua

vtique homini ſunt inftar calceorum lutofo
rum . Quo fenfu Philo ludæus intelligen
dum putat,quod Deus Moli præcipit, vt ca !
ceos ad fe acceffurus deponeret. Et certè
10 . AEgyptijio puritatem denotantes aquam
Prus Apol -pingebant; quod eo elemento luftratio ,atq;
Sculptura expiatio optimè fieri crederetur . Et frequés
xum lib... eius vfus fuit in gentilium facris, ac Įitationi.
bus :
Tu genitor cape facza masw.patrioſque penates : ?? .
Aencid ). Mebelloè tanto digreffum , & cederecents
Attrectare nefas,donec meflumine ving
Ablwero .
Et 123 .
Aeneid. « Dio corpus properet fluuiali aſpergere lympba.
13
Aeneid.6 . Etis:
Corpuſą, recent
Spargit aqua.
Et apud Horatium 14. à Dijs immortalitas
tem poſcens ille compita circum , lautis ma
Satyrarum
kibao nè ſenex manibus currebat, Heſiodus quo
quein operibus, & diebus , vetat manè litari
vinum loại , vel etiam quemquam ingredi
amnem ; aut fontem xepois vizlors. Thele .
machus etiam Palladiapud Homerum fup.
plicaturus marina aqua man abluebat. Dei
item lege eiufmodi externa per aquam mun
dities fæpèin veteri teſtamento comméda
tur,præſertimque in manibus , vti ludæorú
Letteró, ut. more frequentatora legimus 15. quivitulam
inter
 LIBER I. 77
interficiétes ſuper eam mactará manus ſuas 16.
abluebant. Sunt enim puræ manus , quales 1.adTimob
Cap . a.
ad Deum 16 ſemper tollioportet, puricor.
dis indices .Etprouerbio vfurpatur, manus
. Jauare , proinnoxium fe oftendere. Qulo etiá
ſymbolo innocentiam ſuam Pilatus publice 17"
teftari voluit 17. Et contrà , ludæi diſcipulis Matth 293
Chriſti calumniam intentarunt ;quod illotis
manibus ad epulas accederent . Quem nel
18.
cio morem an vitādi offendiculi cauſa , poft Match.1s.
1
eum paſſum Diuus Petrus 18. immutarit: nã 19
niſi lotum raro cum accubuifle Diuus Cle. Pierius Vs.
mens eius familiaris,& quotidianus penè có bilie rs
glyph.21,
uidor ſcriptum reliquit.19 cap 31
SORTILEGOS, QVOD OLIM PAGANA
feciffe dicitur antiquita , Damonibus fuis annuatim
quid pendere ,quo velplagarum metum ,vel earum ,
quibus ex pactoobnoxij funt,praftationum vacatio
nem redimant. Tum id quod ficpenditur,fi animal
isma eft,vt migri coloris planè effe oporteat.
squo CAP. XI.
elitari
Vemadmodum folent dominirerum
gredi
O fuarum nexum ,mancipiumqueannu
Thelen
is vel operarum vel pentionum præftationi.
sa lup bus apud cos aſſerere,quibus illas olim vten
at. Del
das, fruendaſve concefferunt: ita Diabolus
mmua
ſedulò hoc agit,vtquæ in ſeruitutis, cùm cá
nimed
i imponeret , lege dicta ſunt , ac pa &to pro
udzor
miſſa,ea à ſuis acerbiſlimè vbidies venit,exi
vitular gat : maximeqi fi caufam habent ab alicuius
inter MUA
 28 DAEMONOLATRBIA SAO .
muneris excuſatione : veluti cùm à no & ut:
niscomellationibus ac tripudijs,aut re qua
piam alia fimili , vacationem impetrant:
Rogeuille Qiiod Dominica Zabella 1. retulit folitum
in agro
Teatrzo prçſertim frequétarià locupletioribus : quo
+3830 rum permultos vidiffe fe ait, qui non modò
Magiftcllorum fuorum gratiam , veletiam
plagarum metum , ſi quid fortè minus ex ea
tum fententia admiffrent, bucculo ,veruece ,
autre quauis alia ( quod vfitatiflimu babēt )
redimerent, acluerent : fed & iftum non lio
ftendi le condi&tis loco , temporeque licen
tiam ,ac libertatem . Id confirmat Defideri
si neodat. Financij 2. Mandrenſis ſpontanea de fe con
pridie
Jul 1816Idus feſfio,iaqnientis ftato annidie, qui circa or
tum Caniculærécurrebar,fcro ia m vefperè,
acdeſignato ſuper kupellam , quimons in
Vogetis perarduus eli,loco libi neceffe fuif
fetale aliquid Magiitello fuo pendere : idas
adeò nifi planè nigrum gratum non habuiſ,
fe. Quemillum colorem non nunc primùm
affectare clanant oinnes Hiftoriæ : Nam &
olim ; cùm ſub Mopli nomine oracula red
Plutarch. debat , & per literas à Proconſule quodam
de oracul.
defectu . Afiærogatus eſſet album , an atrum vitulum
maller fibilitarizatrum refpondit.Hunève
rò fuifle morem confulendorum Dæmonú
per chartas confcripras , ceraqùe obſignatas
iftud uuenalis indicat:
Propter quod fas eft genua incerare Deorum .
Et Diti, Dijlý; Manibus 4 , nifi atras vi &timas
cæderg
 LIBER I.

Cædere Pontificum quos cæca habüit anti 4.

quitas ſcita vetuere. 1 Alex, ab
Scabere terram lex. Gen.
III. Dier.lib.
Vngubus, & pullam diuellerte mordicses agnem . cap.zz.
Nimirum cùm is color ( veinquiebat Pythao
1 goras; ad malinaturam pertinear.confenta.
neum eft eius eſſe illa quæ malorum omniú
aurhori, atque hortatori dicantur, ac deuo
uentur. Beatrix Baonenſiss, addidit nete
Gerbeuit.
nuiores quidem ( cuiusgeneris ca colluuies
ferè omnes habet )illarum preſtationum imAug 1885.
munes effe 6 : fed quemquepro fua faculta 6
Medioma
te , quod maximè in promptu habet , quaſipiſteriji za
fymbolum dare, ac conferre. Alios quidem Cal.Mazu.
gallinaceos pullos,vel gallinas ipſas : quod fe 1589.
fecille Defideria Paricnfis 7 & Cathelonia
Vinceoria , affirmauerunt. Alios demptoś in Stiuenit
è capite fuocrines,feftucam ,auiculas,aut le territorio
uidenſe aliquod munus.veluti è bubuloco- comb.iste
rio monetā : quæ fi nec fuppetit ab ipfis Dz . 8.
monibus ante accipitur : fatiſq; cffe vt fe fæ- Catharina
pèà ſuo Magiſtello intellexiffe memorauit Apollonia
loannes Piſcator 9 ,)ſi ad id afferant mentem in Freiffen .
pronam , ac religiofam . Quod fi quis facere reimb 158gar
recuſat , vel etiam negligit : præfto ſunt illi
minæ ,verbera, morbi, liberorum neces, rei Waynetif
familiaris damnum , ac detrimentú aliquod 4.Non . Man
ias 1585
intignc. Quorum metu dici nequit, quàm
prompta fit illis in iſtiuſmodi promiffis per
foluédi celeritas : adeò pauor, & formido di
Jigentiam , ftudiumg; excitant :Et hic quidé
iam
 30 DAEMONOLA TREIAE SA .

iam olim veterum pe& us pupugit aculeus:

hæc corum mentescontaminauit labefacta
uitque perſuafio , nullis etiam iſtiuſmodile
Cicero lib. gibus , ac conditionibus antè obftrictos 10.
R. de legib. Nam & in palatio Romæ vetus ftetit ara fe
Plioius lib. bris : exquilijs quoque altera mala fortune
2.cap.7. deteftaræq;. Orbone etiam ad ædem larium
Alexan . ab Proftuert & , Prolæ , Timoris, Palloris , Auer
Alexan. lib .
1. cap. 13. runci,Robigi,noxiorumque aliorum Deo
Volater phi rum , quos vno nomine Veioues appellare
da deceleb.poflis,celeberrimain alijs Romæ regionibus
Sacro . fuêre delubra : vbine obeſſent,neve incom
modi aliquid offerrent , donarijs coleban .
tur. Q'læ & per Græcos, aliaſque gentes laté
fuſa ante fuerat fuperftitio. Siquidem Athe.
nienfes contumeliæ,atque impudentiæ , no
ijs afficerentur : Bæotii , AppolliniPorno.
pioni , nemuribus prouincia infeftaretur:
Detæi,Herculi Conopio, ne culicibus diue.
xarentur : Rhodij, Apollini Erythibio , no
rubigine ſegetes laderentur : Gades , Pauper
tati,ac Sene& neca duriùs premerentur, fa
cra religiofiffimè faciebant Atque vti
nam nead hæc noftra tempora tam fanati
cus , profanufqùe dimanalet error : tanta
non deprauaffet cultus rituſque diuinos de
mentia : fed confiderarent homines ( vt o
lim re &tè monuit Cicero ) ceremonias , reli
gioneſque in Deum non metu , non pacto,
non pretio tantùm ; ſed ca coniunctione
quæ eſt hominicum Dco,præcipuè effe con
feruan .
 LIII1 1.
feruandas fan & itate videlicet,ac pietate: que
maximè placatum Deum efficiunt,eiuſý ;ta
bernaculum curti kominibus formantac fta .
biliunt .
Compofituin iúsfafig ,animi,
fan tig,receffus
Mentis, & incodtüm gemeroſope&tusbonefto 12.
Nari Cola donariorum iftis negle& is, graſſa- Pets Satyas
riad Dei opem miſericordiamquc via reli
gionis manifeftum eft ludibrium
Héc cedo vt edmostedm templis,do farrelitabo ig. Mon.Cam
Immunis ayam fi tetigit manus: lib. 3.
Ode .
Mollibt auerfos penátes
Farve pio, do ſaliente mica.
Vt hic omittam dicere,quod quidam nuncu
paris votis i coelitibusvulgo , & palàm , quæ
06 ? cupiunt,contendunt.
30 Rem ftruereexopta caloboue, Mercuriumg
Arceſsisfibra : dafortunate penates;
DO Da pecu ,á gregibusfærum .
quæ timent deprecantur:
,
Vota metu duplicant matris, propiuſ periclo
sper It timor . 3.Acasid .
r, 14
Imo in cos probra ,contumeliaſque indigna
VEL
nari. bundifæpè ingerunt,hac fiducia ,quod obla
i do s
tis poſtmodum tur donari an
js , upacato , facile ſque
canti s t b i i i q lum lea
s de n
do fi ha t
. V al Ita a
torem feciffe rumorett : qui cùm eos , quòd
vt dânofiorealea luderet , omnes excepto vno
,reli
Diuo Antonio , maledi&is inceſfiuiſſet (peri
Dacto
culum enim nó leue fibi effe putabat ab eius
tione
igne facro) ac poftridic tas blafphemias lui
е со F turus
TUAN
 DAEMONOLA TREIAE SAO .

turus cereis candelis fingulos fupplex do

naflet, conſultò DiuiAntonijară præterijde
dicitur , inquiens:Inſane merite, tu nulla)
me laceflitus fuiſti iniuria, nullo etiam dono
nunc placaberis. Verùm hîc forfan præſtat
tacere, quàm parum opportune Ecclefiaften
agere : maximècũ hæc fatis fine præcòne ſuz
impietatéloquantur,ac prædicent. Hocmo
do fatis erit oftendiffe.

Damonas accepto placari munere quouis ,

Si deuota modo mens eft, & conſciapraui.
SAGAS AD SA BAT HARIOS SV OS
conuentus auolaturas maritorum Zelotypiamfal
lere,illis in ar&tiorem fomnum per incantationein
duétis : vel etiamfuppofita,qua earumfpeciem ha
beat,ne aliqua.
CAP . XII .

Vmhęcfcriberem ,venére mihiin ma

Сан ynusrearum quarundam percontatio
nese Forbachio ( quod municipium eft di
tionis Lotharingicæ in Germania citeriore)
è quibus,quodadhucnon feceram , didicia
uolaturas è lecto geniali veneficas ad conci
liabula ſua ſolere,ne quid quotidianæ ,ac no
& urnæ conſuetudinis defideretur maritis,
vel fomnum per incantationem concilia
re, è quo ij non poſſint facilè excitari : vel
perſonas quafdam iam dormientibus adum
brare, atque adiungere, quas fi contingeret
interea expergiſci ,ſuas vxores eſſe putarent.
Bertran
 LIBER I.
ertranda Tonſtrix i, id ſe fæpè feciſſe pro
dit : atquead ſopiendum tali fomno mari Forpathij
m ,fæpenumero illi aurem vellicaffe, dex . Calend. sda
a manu eo prius illita vnguine, quo viam ptem.is87 .
1 eiuſinodiconuentus affectans folebat fe
oſa inungere. Eller vxor Decani in Ottin . 24
en 2, infantis culcitra : Sichen Maya Speir . Eodem
& die .104
hen, ſcopas fuppofuiſſe fe memorauerunt,
oftquam efſent nomen ſui dæmonis præ
atæ : Sicquemaritís fucum ſæpè feciſſe Ma 3
ia ž , vxor loannis Sartoris in Metzer Eſch , Homburgij
Nonis lng
tramentorum faſcem veluti vnguine infuf nijasgo.
catum , qui,ftatim atque ipſa domum effet re
uerfa , euanefceret. Catharina Ruffaipſum
Dæmonem ſua accubatione eiuſmodi vices
aliquando geffiffe declarauit.
MVLTA E S S E, QV AE DAEMON E S
grauiter, & feuerè in Jagas animaduertant : 10
&urnorum conuentuum defertionem , morborum
ſe inconfultis ſanationem , iniuria conceßionem , in
nocentiam , contumaciam , à malè agendo dehorta
tionem , criminis apud iudicem agnitionem , irri
tam infidiarum molitionem , atque eius generis A
lia quamplurima : qua vel atrocißimis verberibus
illis lejere,ve!dāno aliquo reipropria grauiore pero
fare neceffe eft.
CA P. XIII.

Ffenfio fi quæ vnquam magna eſt &

O diuturna , cercè ea eft quæ ex inuidia
contrahitur : cuius ( vt inquit Cicero ) mơ .
F tuslona
 DAEMONOL A TREI AE SA fi .

tus longè omnium accerrimus eſt , ac perti.

naciſfimus. Quæ Gin homines conuenit ra
tio : quid in Satana valituram putamus, qué
nihil æquè cruciat,ac folicitum habet , quàm
quomodo feliciore conditione , quàm ſua
eſt, degentem hominem ,noua femiper aliqua
calamitate,ac miferia afficiat,atqueaffigats
Vriam mirum videri non debeat, fi quos ſe
melfibi obnoxios reddidit,atque obſequen
tes,tam duro habere folet imperio : tam af
perè, atque inclementer tractare. Profe & d
hæc communis , perpetuaque eorum om .
nium querela eſt,illum nuſquam por fingco
recauías,dum habeat quod culpe,aut contu
maciz imputce, ple & at, ac feueriffimè ani.
maduertat. Etomning nunquà cum illo ,nc
vnius quidem mométi pacem conuenire, ac
Aucherij 4 . conftare. Cuninus Gugnotius 4, fe quod ad
Nor. lanus indi&tosconuentus nunc tardius , nunc in
frequentius acceffiffet , non ſemelilli vapu
Tafle pene ad interitum recenſuit.Rurſusgra
ues luiſſe pænas quòd filiam DominiciRaij,
cui venenum eius hortatu fecerat , non peti
ta venia , ad fanitatem auſus eſſetreducere.
Metum præterea longèmaximum libi attu .
liffe , cùm forte ab co per aérem deportarc
tur, ac fupra flumen Moſellam conſtitiſſent
loco , ve libividebatur , vorticibus admo
dum horrendo:Nam dedeijciendo, ac mer
gendo non deftitiſſe minas interponere,
quoad fidem dedillet, ſe Deſiderium Gale
riun
 LIBERI,

ei rium 5 , quocum inimicitias habebat,veneno

Pangæijite
an fublaturum . Quod & nó multò pòft per ma Calen De
5,4 ximas eius efflagitationes præſtare coactus eemb.iste 6.
Neft.. lana Gerardina 6, Catharina Ruffa 7, & Vellaijad
i Franciſca Fellza innocentiæ lux penas non Morellam ,
iq ſemel dediffe fe affirmauerunt :ac tantas ( ait Cal. lolias.
13876
» Nicolza Morelia 8) vt intercepto ,præ ver
berum atrocitate , ſpiritu , penè exanimare Pangzijs.
7 tur. Neque id mirum videri debere : ferreas 1984 Id Nougno
.
mi enim (inquiebat ) illieſlemanus.quibus,ceu
Ei malleo , caput vniuſcuiuſque fic contundit, Serra14.co.
len. Februa
of vt attrc &tantibus exoſſatum videri poſſit. A
5 lexia Belhoria 9 , & Claudius Morelius io, re
id multoties cum fuo magno malo expertos Blainuilla
ad aquas
fuiſſe conqueſti ſunt. Nonnunquam & in os Nop.Febr.
,1 fic vnguibus inuolat,vr id totum lacerum ,ac 1587.
10.
dilaniarum fæpè relinquat: ſicuti Roſa Ger Serra 3 .
Sardina 11 , commonftratis adhuc veftigijs, Non Dece.
Iudici fecit manifeſtum.Cum eadem Belho 1886.
ria multis egeratDæmon , vt coniugem fu- In agro selo
um veneno perderet. Hoc cùm ea non fu- uend:NONE
ftineret facere , præ amicitia ; hancilledo, Nouembr.
lens repulſam aqua intercute ipſam affixit;
ex cuius tumoribus, cùm fex integros men
ſes laborallet,non priùs conualuit, quàm ſex
tarios fædiţiſfimi humoris duodeuiginti,
per imospedes, fa & o vulnere cieciflet.Mar
garecam Luodman 12 ,non ceſſabat quoque verginilla
1 hortari, vt viçinæ mulieris buculam , quòd c . 1o. Cale.ro
jus olera depaſta eſſet,ac tota vngulis obtri- braaisog.
aiſſer , venenata potione, quam illi tunc
3 F 3 inli
 86 DAEMONOL ATREIAE SA .

in ligneo catillo porrigebat, nccaret : fed

id detra &taret facere,vt quæ metueret
cùm
muliere , quam alioqui perſpicaciſſimam no
uerat, in facinore deprehendi: tandem vt ea
fe neceffitate liberaret,acaliqua ratione pla
catum Magiftellum haberet , maluit vitu
lum , quem vnicum in ſtabulo alebat, illoip
fo veneno tollere. Proprij quoque iumenti
13. damno,alieni, cui contra Magiftelli manda!
Forpachij tum pepercerat,Bertrandæ Tonftrici 13.ne.
Septē.1587. ceffe fuit falutem luere. A polloniam 14. Bę.
14 mon cò per ſummam importunitatem per
In Freilien, pulerat,vt fidem daret non prius quieturam
utt.1589. effe, quàm damnum aliquod ingens familia
Eyfart municipis fui intuliffet: quod promiſ
ſum cùm tamen perficere non poffer ,illius V
tique conatus prohibenteDeo ,in cuius tute
lam, præſidiumque Eyfart fe ,fuoſqùe prima
diei cuiuſque diluculo commédare ſolebat:
cò tandem redacta eft, vt fibi neceſſe eſfer de
çennis filiæ ( huic nomen fuit Eugel) parri
cidio , non impleti promifli vexationem à
Dæmone redimere. Eamdem necandæ ro
bolis necefftatem & alius Dæmon Cathari:
IS . , næ Præuotis 15.attulit: Cùm enim eam forte
Yn Ficiffen
4.Non Sep. libido incelhflet perdendæ veneno filiola ,
temb, 1589. quam vnicam Michaël Cocus eius vicinus ſu
ftulerat, atque id & fæpè, & fruftra aggreflà
effet facere ( nam eam mater quotidianis
precationibus,luftrationibuſque contra ma
las incantantium artęs munitam habebat )
tandem
 ; LI BER I.

eandem vt hanc veluti prædæ fruſtratio

i nem affiduè incuſanti Dæmoni cumulatio
rem etiam reponeret, quem in cunis adhuc
habebat, infantem Odillum nomine immi
fericors mater veneno perdidit. Siquidem
fagis hæc lex eft perpetua , vt quod perpe
ramin aliorum caput conantur , acmoliun
tur, id in fe admittere pofteà cogantur : nec
vnquam patitur Dæmon irrita apud eas eſſe
fua conſilia. Quod fi incoeptum eft pluri
um , & contenditur in quam commune ma
21 lum recidere debeat : res ad fortem reuoca
tur,vnaque ea cui eius iuitio fortito obtige
i rit,pro omnibus noxam penderecogitur: V .
tià ſe , facinorifqùe focijs aliquando vſurpa
tum memorat eadem Præuoria . Cùm c
ex nim (inquiebat illa ) conſilium vnàiniuiſſe
musde faſcinando lutoris Freſſentij pecore,
atque id nefcio quofato impeditæ nequiuif,
le femus facere s patrandum nihilominus fuit
ri aliquid , quo fcilicet illi qui eam veluti præ
ai dam certusexpe & abat, aliqua ratione effet
do fatisfa &tum . Sorte igitur experiri placuit in
i quam hæc faba cuderetur: duda eft : & in
Agnetem Eyfvvitz omnium nequiſfimam ,
flagitiofiflimamque fæminam incidit : quæ
nihil faci morata atrocitatem alacri animo
præfentibus focijs viginti annorum filio ,
Perter nomine , medicatam potionem pro
pinauit : vnde non multo poft illi tötum
corpus prodigiosè diſtortum ; deprauatum
F 4 quc
 DAEMONOLATRIIAI SAG .
que fuit. Hoc nimirum faciendum erat , aus
à Dæmone,quinihil vnquá condonat,mor
te etiam duriora pati. Talem fiquidem con.
16. tumaciam impunè non tulit Balial Bafolus,
Donibar di 16 Nam cùm eius mandatum de miſcendo
ad san Ni. cuidam veneno , quem forte exofum habe.
& pridie bat, neglexiſſet : tam duras.in proprijsædi.
Non .Marg bus dedit : yt mallet ( quantum inquiebat )
alios fimiles cruciarus,li iterum eflent feren
di, morte præſenti depaſci . Nec tulit etiam
jnulțum Margareta illa, de quamodo men :
tio eft habita q
: uod facinoris focias eſſet ab
incoepto dehortata , cùm forte ad ftagnum
Vyapenbruch conueniſſent, ac de morce.
jus aquas, perdendis arborum fru & ibus, exa
gitarent ; Id yerò faciebat,quòd meminil,
let ſe pon femel earum pomis , & duram , &
Jongam famem tolerafle ; nam dc hoc gra.
uiter obiurgata,multis præterea verberibus
caſtigata parum illud conſultum non mul
to poft lạit confiļium . loanna á Banno 17,
Mamerija: cùm teftium authoritate obryta , tormento
NoAlag
fumque , quæ offerebantur ,metu peruiota,
Judiciomacsſuas noxas , maleficiaque pate .
feciſſet, ac præterea co verbis præeunte De
monem , cui ſe ipfa addixerat,perpetuum fa
ceſſere julliler , non multo poft folam in
Carcere repertam fic is pugnis, calcibuſque
conſcidit , vt illum ſibi poftremum diem
iam eſſe putaret. Sed commodùm interue.
nientes cuſtodia impedimento fucrunt,
ne fuan
 LIBER I.
ne luam ille immanitatem , acfæuitiam lon.
giùs exerceret . Certè illi cofum tergum re .
! centibus verberum veftigijs adhucfoedum
erat ,cùm hæcQuæſtori denarraret. Keluers,
18,
Otilla 18. ob eandem agniti criminis caufam Freiepil
tam duras Magiftello luo in carcere dedit, 8. Id Ant
vt ab ea editus præ intolerabili plagarum " > Ⓡ.
dolore clamora Caſtellani domeſticis lon
gillimè etiam exaudirçtur. Ecce vt incle .
le mentiſfima iniuſtiſlimaque ſemper eft apud
Diabolum ſeruitus, ijs etiam , qui ſe totos ad
à eius arbitrium comparauerunțiùm conta
Chriſtus iugum fuum ſuauę , onuſque leue
14 !, ybique prædicet , vltroq;hofteturad illud
) fubeundum , qui animabus fuis requiem
quærunt. Et certè contrariorum inftituto
.] rum , ac diſciplinarum fines , atque euentus
decer efle contrarios. Lex Chriſti ſuprema,
eſt charitas ex fide , nullamque poftquam
nos in fuam Ecclefiam conftituit,ea fanctio
remedixit,atque irrogauit. Mandarum no
uum do yobis( inquit 19 ) Yt diligatis inuir Ioan 13
çem ,ſiçut dilexi vos.Rurſus, zo in hoc cog verſ.37.
nofcent omnes , quod mei diſcipuli eſtis , 20.
fi dile & ionem habueritis ad inuicem . loan 35.
yerf. s .
Hæc præcepta nullam in exequendo ha
bent difficultatem , plena funt amoris, deli .
ciarum , atque oblectationis. Si minus eſt ijs
obſecundatum , non illico Deus iram in
contumaces euomit : ſed lentus eſt ad pee
nam , eique etiam inuitus accingitur . Acli
21 qULA
 DAEMONO LATREIAB SAO,

quando tamen irroganda venit , moderaz

ta eſt , & femper ſalutaris : paterna , non
dominica : punientis amorem , non vlcifa
centis , odium concilians. Diabolicontrà
præcepta , ac monita quotidiana funt de fi
21
Loan.8. APO multatibus, infidijs , crudelitate , cædibus,
pl.12. damnis , atque iniurijs 21. Siquidem ipleab
initio homicida eft, calumniator,urædator,
vaftator, infidiator ,vexator,cárnifex : Ima
nihil adeò obnixè fatagit, quàm vt fuos, vti
ſe, habeat in aliena calamitate ,ac miferia affi
duè occupatos. Siimperata abnuunt ac des
tre&ant hoc,vt iam di& um eft,illis fupereſt,
vt læuillimis vel ad necem contundantur
verberibus : lin exequútur,hoc quoq; fequi
tur , vt ipfi fe continuis mororib atq ; ango
ribus miferè implicent: veluti qui rerú truci
um , acerbarumque fpe & aculis , neceſſitate
officij coacti contra innatam clementiam ,
interfune. Tum miſericordia , quam pri
mum innata humanitas etiamnum ingerit ,
deprehenſionis metus , ac ex peccatorum
conſcientia timor nunquam pacatam , tran
quillamque illis mentem eſſe ſinunt:ſed ili
los vndique premunt anguftiæ , mala vrgét,
fequuntur miferiæ, ac calamitates.

VERAM ; ET PRAESENTEM SAGA

rā ad nocturnasfuas Synagogas fepè esſeprofeétio .
nem,nonnunquam etiam vanam , & per infomnium
fantum conceptam ,ac meditatam ; redig fentire,qui
Virum
 LIBER I.

vtrumque defendunt. Tum vt diuerfa finteius pro

fe & ionis rationes, quibuſve noctibus fapiusfiant in
Lotharingia.
САР . XIV.

ES eſt controuerfa , & plena diſſen

R fionis,inter eos , qui hæc fagarum tra
Etant portenta :cęne reuera ad illos, quos fic
iactant Dæmonůconuentus auolent,ac pre
ſentes ijs adfint;an tantùm occupata præſti
gijs phantalia,atque,) vt euenire folet,vbi
Exercent vanas nocturna inſomnia mentes)
adeffe libivideantur. Et habet ca cócertatio
in vtramque partem exempla, rationeſque,
quibus contrariæ fententiæ probabiliter
defendantur. Nam & certis authoribus I.
compertum habemus extitiſſe:quæ cùm do- Fr. Turel.
mi, imò in codem cum marito cubili , ma- la , & Io. Bo.
nifeftè perno &taſſent:recenſerét tamen po- Dęinong- >
Itero manè, ac confidenter dicerét multa ad mania.
eiufmodiconuentus pertinentia , quibus ſe
ſuperiore nocte interfuiffe affirmarét. Alias
item2.(cùm eas neceſſarij, ac propinqui, qui- oi2:
bus eius reiex rumore iniecta erat ſuſpicio, nus in Hi.
totas poetes confultò vnà cum vicinia obſer ſtoria de
uaſſent)viſas quidem inter dormiendum có. teatr
gent,seps
moucrivehementiùs, quafi qui ingenti ali
quo dolorecofli& antur; vel etiam in ſedili,
aut alia quapia re equitare,vtiqui viã admo.
tis calcaribus accelerant : cæterú non egredi
domo;fed tantú experrectas laffitudine pfe
ferre;
 DAEMON LATRET AR SAG .

férre : veluti quiperegre redeunt:ac miran

daquæ ſibi feciſſe videbantur narrare : imo
& illis iraſci,ac fuccenſere, qui fidem ijs non
adhiberent.Quæ res mulços impulit, vt crc
derent hæc mcra effe fomniorum vifa quæ
Dæmon in eorum animosįmmitteret, quos
laqueis ſuis irretiuiſſet. Habetque ça opinio
aftipulatores magni nominis non paucos
La prologo nec vfqueadeo ab ea diſſenticntçm Diuum
the Daniel." Hieronymum 3. qui & Hebræi cuiuſdam
fuæ ætatis fententiam in argumentum pro
fere elçuantis, ſed indignè,authoritatem hi
ftoriæ Abacuc ça folùm caufa quòd Prophe
tæ geſtationem , tranſuectionemqueperae
ra , præter à natura conſtitucum ordinem có
tincat. Contrà non defunt & laudatiautho
Apaleias, res 4.quiexemplis, rationibuſquedefendát
viderieus
Molitor , & eiuſdem rei veritatem :Auditos enim quico
losa Bodi, dem cum Strigibas vnguento perfri& i, ac
deliburi momento ad eiuſmodicetus, vna
cum ijs transferrentur : Vndetamen redeun
tibus emetienda eflet via multorum dieru;
S. ceſſante videlicet carmine, & quod ait Apu.
Lib.3.dę all
Po aurco . leiuss , cæca numipum coa &torum violentia .
6. Auditos etiam 6.qui eò pedites profe & iyna
Nicolaz
erat in folennicó.
Stephana cum liberis , quos animus
Dom . Mar : uentu deuouere , domum poftea à Dæmone
tiai , mense
Dec.1887. peraéraeſſent deportati. Hocque multorú
verbis,ac teſtimonio conſtitiſſe , quiabeun,
tes in via effent allocuti,& multa nocerede
untes offendiſſent attonitos , ac perplexe
refpun .
 reſpondentes. Tum in iproconuentu collo
cutiones, quas deinde diuerli totidem ver .
bis recenſerent,qui interfuerant: laruarum ,
corticum ,ac reticulorum , quæ quiſque celi
% dæ ,tegendæque præfentiæ , vultuiobduxir.
i ſer:cratcrum , veftium ,ac ſupelle & ilis,quæ
vſui fuiſſet agnitiones: exauditi ſtrepitus,ac
- clamores ab illis ,quiarmenta, pecorumque Cap. 4. le
gis salic.ee
greges in propinquo cuſtodiebant :fuppofi- loachi.com
7. tz perfonz , qux abſentium vxorum loco mer. in lib .
denat., Da
maritis accubarent:acadeò tam multorum , mı .
qui in peſtilentom eam focietatem ſunt arci.
ti,conſentiens , ac conſpirans de ijs omnibus
oratio , ac teſtimonium : è quibus id quod ſe
5 quitur , quia maximè proprium ad eam rem
vifum eft, paulo amplioribus verbis placuit
. hiccommemorare. Lutzeij ( qui vicus non
ignobilis eſt in radicibus Vogefi montis )
aganalia
Maio menſe arini M.C.LXXXIX.P
* vicarijs celebrabantur . Exco viro Claudi
us Chotæus in vicinú ,cui nomen eft Vviſem
bach , appetente no &te , redibat . Iamque eius
montis , qui inter vtrumque vicum aſſurgit,
bonam partem confcenderat , cùm fubito
turbine correptus ſtetit, circunfpe & ansatto
nitus , nuncubireiadeò inſolentis caufa ali
qua appareret.Nam cæteră tranquilliſfimus,
quietiffimuſque acr erat . Aducrtit in feceffu
quodam ( cum accola crepidinem Moreli .
am appellant ) laruatas mulieres ſex , inftru .
& am multò auro , atquc argento menſam ,
quan
 DAEMONOL ATR BAE SAO.

quamdam
ſaltando circumeuntes :perinde
que fua ia & antes capita , ac qui intemperijs
agitantur: tum ijs aftantem in nigro tauro
hominem , qui cas vtiotioſus aliquis in tri
uio ſpectabat.Ibiigitur conſtitit , tantifper
dum ſe colligit , ac rem totam certiùs oculis
agnoſcit . Quod dum facit, momento tur
ba illa diſparuit, ac fe ex eius afpe & u ſubdue
xit . Amoto igitur eo metu le denuò viæ
cómittit.Aciam montis verticem ſuperaue
rat,cùm ecce eum mulieres illæ à tergo inſe
quuntur,capita ſua vtantea ia & antes, atque
altum , ceu ex compoſito ,filentium tenentes.
Præibat homo atra facie , manibufque in
harpaginis ſpeciem incuruis : quas etiam pa
Tabat illiin frontem immittere, nifi obftitif
fet,diſtrico ,atque oppofito enſe ;fiquidem
hoc fa &to inlultare deftitit, quafi devitamea
tuens;atque euanuit . In quo ſubit Platonis,
Plelli, & quorundam Academicorum com
mentum aſſerentium Dæmones minas,ver
bera, le & ioncs , vulnera & timere, & pati , de
quo nosalibi .Oftendunt ſe nihilominus į
terum mụlieres illæ , vnaque cum iis homo,
quem modo dixi tauri fefforem , chorearú
que ſpectatorem : ad queni, iam faecus confi.
dentior Chotæius acceſſit propius , atque
infit. Hem túne hic es mi Deſideri Gaxete
( id enim ei erat nomen )obſecro , fi quid po.
tes ſerua me: nam Pol fidem meā tibi aſtrin
go , me nihil eorum , quz vidi equidem par
làm
 LIBER I.

e palàm effe fa & urum : Vixque hæc dixerac

1 cùm turbo illum ,ceu nebula , inuoluit de
tuò, fed eo demum euolutus , & liberatus,
folum fe in lolo , ac longè à via diſlito loco
| reperit : quàm tamen veſtigandoad extre
mum nactus quam feftinātillimè potuit do
12 mam fe recepir. Triduo poft id teſtimoniú
le ad aliud rurlum à Iudice quæftionis voca
tus, hoc ex abundanti fuperioribusaddidit:
Tecordari ſecùm propius ad menfam accef
hiſſet, viſurus & quibusepulis eſſer inſtruca,
16 Demonem fibièveſtigio in osvnguibus in
uolaſle : acdum ſe contrà ferro defenderet,
inter hæc vehementiori vento iterum ſub
latum ,atque ad Combrimontis catara & as,
qui locus à priore non minus ducétos paffus
aberat,fuiſſe deportatum . Quod ne quisde
Jiramentum eſſe putet hominisno ſobrij, &
noctis, locique ſolitudine tum forte exterri
1 ti:id ctiam Barbelina Gaxeta 8.è mulieribus :
illis vna ſuperiore menſe totidem ferę ver- sandcode
tiir . Caldas
bis apud quæſitorem recitauerat : hocadij Iun.1889
ciens ,tritici heminas duas , caſeosque bubu
los toritem Chotaio illi à Defiderio Gaxe
3 to,eiuſquevxore dono datos quo cælatum
haberet,quod fic viderat.Quade re coră cô .
opofiti conuenerunt per omnia : extra hocv
num quod Barbelina diceret nó cfle in Cho
tæium à Dæmone intentatas manus , quia
fic femeníę propinquum intuliſſet , vt ise
-logio ſuo mențicusfuerat,ſed quod aureum
craterem
 DAEMONOL ATRET AE SA .

Craterem ab ea furto tollere parauerat. Ali

ud fequitur eiuſdem generis : Ioannem ab
Hembach vixdum ex ephebis egreffum ve
hefica mater fecum ad nocturnos Demonú
conuentui deduxerat : ac quod tibijs ſciret
ijs illum canere iufferat:atque in proximam
arborem ,quo clariùs exaudiretur, inſcende
re: quod dum facit, ac faltantium choræas oo
culis otiofis colluſtrat, forte reiinſolentia
am admiratus ( nám præpoftera,ridiculaquc
illicerát Omnia ) Deus bone (inquit ) vnde ift.
hæc nobis tar ftulta,amenſqueturba . Vix.
que hoc dixerat ; cùm in terram prolapſus;
altero humero debilitarum ſe, ac cùm aſtan
tiū opem inclamaret, folú reperit. Quod cu
palá prædicaſſet, & vatie de co ſentiretur ad
lijs viſum ,alijsrem geſtam eſſe contendentje
bus,fecutaeſt poſt modum , quæ eam dubi
tationem tolleret, occaſio . Nam Catharing
In fociſleny Præuoria g . earum vna quzchoros illos da
Non. Sép. gitauerant , ob ſortilegij fùfpitionem non
multo poit comprehenſa, rem omnem ; vti
ſuprà memorata eſt adhuc eius rumoris,
quod Herbachius diſſeminauerat, ignari,
& nulla interrogatione, præeunte , patefecit.
so vedea Keluers Ocilla 10.& Eylarti Anguel 11.pra.
tam & 7.ximè fequenti anno veneficij damnatçidem
Id Auguft. quoque diuerſæ affirmauerunt:locum pre
Isgo.
terea illa , vbi id eueniffet ſuo , quo id telta
Dalas N &. rius fieret , nomine Mayebuch appellans.
DEC. 1990. Quod fequitus non minus proprium eſt
huius
 1.

eft huius argumenti.Redictis Nicolça Lange

Bernhard è moletrinaGuermingenfi Allo
nunturiam ante 8.Cal. Augufti An. M.D.xc.
aciter fecundum fepem fylueftrem aperto
meridie faciens, aduertit in aruo finitimo
chorum in orbem faltantium , tum viro.
tum , tum mulierum : Verùm quod præter
folitum aliorum hominum morem auerfi,
tergaque oftendentes id faciebant,attentiùs
eosafpiciensvidit præterea quicaprinis bu
buliſque pedibus deformes vna intermixti
laltatorium illum orbem verfarent . Tum
pene metu emortua Ieſu auxiliare nomen
( vti quibus finiſtri , inaufpicatigue aliquid
imminetjinclamare ccepit,ac rogare ſuppli.
citer, vt ad fuos miodo falua , incolumiſque
redire poflet. Illico euaneſcere oés , qui tri
pudiabant,acdeſinere videri:præterquam v
nam Petter Grofl-Petter nomine, cui ocyus
in aërem ſublato elabi interca , atquc excida
re viſum eſt penicillum , quali furnarij con
ſucuerüt furnifuiaream , priuſquam panem
in eum condant,extergere. Inter hæc vehe
mentiori illa quoque correpta vento vix ani .
helitum ducere,ac ſpiritum trahere: tum et
iam domum reuerſa triduum integrum ex
valetudine decumbere.Cuius rei fama cung
ipſa, eiusque propinquis ſpargente vniuer
fum pagum iam peragraffet: Petter ille ne
videretur eius diffimulatione tantùm crime
agnoſcere, ac fateri : primùm quidem apud
Iudicem
 DAEMONOL A TREIAL SAO.
Judicem iniuriarum ferocius agere: Sed tam
dem veritus ne non ſuccedente lite , quod
iam in procliui effe videbatur , maius ipli
ſibi crearet periculum , eam confulto dere
ruit:Quæ res multo etiam magis eius facti ſu
fpitionem auxit, æftimantibus mulcis mala
mentis confcientia illum eam , quampri
mùm in animum adeò auidé reuocauerat,
iniu riam mufGitare.Ergo ludex in eius vitá ,
moreſque tanto diligentiùs inquirere :Accú
certis indicijs rem non effe vanam compe
riflet,comprehendere:tuin ad criminis non
adeò inuitam confeffionem adducere : tan
dem & alios, qui cum illi eius fceleris focie
tas fuerat, coarguere , ac iam manifeftos fa
cere. Inter quos fuêre Barbelia Ioannis faa
tomi vxor 12. & Mayetta Laurentij. Super
Dufç 6.Cal.
Bebrų . 1591. maioris item vxor 13. quæ diuerfw ,totidem
13. tamen verbis , illud de ſaltato à fe auerfisz
Darz 14 .
Cal Mart. vnà cum intermedijs cornupedibus choro
‫اور‬.. proditum à confcio Petter indicium verùm
effe agnouerunt . Acceſfit & earum con
14 feffioni tertius Ioannes Michaël 14. armen.
Dufa is .
Cal Mart. tarius, hoc etiam ad maiorem eius rei fideny
sgt. addens, fe interea,dum hæc fierent, tibici
nis functum fuiſſe officio , pedum quod .
dam forte oblatum oriadmouendo , ac mi
cantes ei digitos,vti cùm ad numerum veræ
inftantur tibiæ , adducendo. Ac cùm Ni.
colæa illa ( vti di &um eft) lefum tremebun
da inuocaflet , feque præterea crucis ſigno
muni
. LIBER 1. : .

edturn muniuiffet, è quercus altiore ramo , tuitur

quod infidebat,præcipitem decidiſſe:demum tur.
sich bine inuolutūjacin pratum nomine Vveil
dele Jer in quo paſcentem gregem paulo antè re
actio liquerat,deportatú fuiſſe. Eiusrei grauiffi
mal mum , firmiffimumque argumentum de
nique hoc fuit , quòd locus , vbi fic in or
zerat bem agitatæ fuorant choräz illæ poftridie,
vita quemadmodum Nicolæa antè monuerat,
acci apparuit circo impreſſus , qualem habent
706 hippodromi, vbi in gyrum aguntur equi:
1701 fed & interſtin & us yngularum caprinarum
bubularumquerecentibusveſtigijs. Quæ &
perſtiteruntvideridum aratro denuo pro
fo cillum , fuba & umque aruum illud bruma
ſequente fuit. Teſtimonium dixére Nickel
Clein ,DeſideriusVerues , Gaſpar Sutor ,
20 quotquot in rem præſentem maturè du & i
AS de ea poit à ludice ſunt interrogati. Ecce
rem geftam , non fomnio viſam ,oculis ipfis
1 perceptam , non auditu intellecam , diuerſo
tum conſentientibus verbis affirmatam ;
non vnius excogitata , fi & aq; oratione euul
gatam . Çui ſi quis paruam fidem habeat,ni
hil equidem moror, quominus in contraris
opinione hæreat : modò fciat me nihil hic
fingeré,ac comminiſçi;fed potius huius ar
gumenti exempla plurima omittere , quæ
neglecta cùm a me legerentur , in venea
ficorum quæftionibus capitalibus interce
pit obliuio. Viciſlim etiam eorum fententie
bon
 DAINONO LATREIAB SAO.
non accedam inuitus , qui hæc quandoque
per inſomnia videri putant. Quod & Catha
rinaPræuotia 19.diſerta ſua aſſertione teftatú
su dereiken. non ita pridem reliquit , inquienis nonnun .
.Non.ser: quam præſentes, ac vigilantes ſagas in eiuſ.
modiconuontibus ad effet fæpè etiam dor .
mientes inani , vanague imaginatione tan
tùm cos agitare : Nam Dæmonibus æquè
promptum eft & vigilantes , quo volunt,
tranfportare : & dormientibus, ac intereà
( ve Galeni verbis vtar 16. ) in orryozpóriop
In definit: Marian indu& is iſtiuſmodi viſa offerre, at
Med
que obijcerc: ſcd non ego credulusillis qui
ku5d0HG , animique emotiones atquc abftra
& iones a corpose in hoc negotio interpo .
nunt . Neque enim eas re &tè defendipoffe
puto :maximè, ſi quæ dicuntur Dæmonum
he cos miniſterio, atque opera fieri: cùm etiam D.
22.12. vet.3. Paulus raptum ſuum ad tertium cælu præ
dicans ingenuè fateatur,neſcire ſe in corpo
re,an extra corpus raptus fit : Deum enim
folum id noſſe. Er Petrus 18. legatur liccla
Watik, 15. ritate transfigurantis ſe domini vnacùm re
liquis duobus difcipulis oppreffus ac lxseta
Gio obftupefa & us,ve nefciret quid diceret,
aut vbinam eſſer. Plinius 19.quoque ( iuuat
Lib.y.thisz . enim & hic paganorum authoritatem lau
dare) poftquam ex veterum exemplis retu
lit Hermotimi Clazomenij animam relin
do corpore errare ſolitam ,vagamque è lon
ginquo multa - cnuntiare, quæ
nifi à præſenti
noſci
 AQ. LIBER I.

ndoqi dolci non poſſent.Ariſtæietiam vifam euo

Carba lancem ex orein Proconneſo coruiſeffigie,
telat hoctotum tandem fabulofitatem appellat.
Bonus Res eſt ardua,& ſupra omnem omnium ho .
inein minum captum euagantem extra corpus 2
m dop nimam , ac poſtmodum in id , ceu poftlimi.
de tas nio ,redeuntem conſtituere : Nam niſi mor.
& qui te eam compaginem diſſolui pofſe , rurſuſ
oliue que diſſolutam ante ſupremi ludicij diem
nterei non coalituram piè , ac Chriſtianè credi.

-60 mus.Porrò ſi quid fomno etiam ferrcoexci.

tæ ,acfolutæ lagæ nuntiant ſe vidiſſe, quod
,
qui locorum , vbi geſta narrantur, longinquitas
cum ſomni breuitate comparata , arguat nó
ftra
aliter , quá leuiſlima aliqua peregrinationc,
po
olle qualis ſolet efle animi ,luftrari quiuiſſe: non
ftatim ſequitur,animum relitto corpore il
um
D Inc peruafiſſe:nam ea res incolumi, atque in
tegro homine neutiquam accidere poteſt:
fed verò fimilius eft in eiuſmodi fomno, qui
ficanimæ, extin & uſpeciem præbet,penitus
delituiffe animam perinde, atque in ijs, qui
apoplexia,morbo comitiali,aut vteri ſtran
gulationeſuffocantur: interimgue Dæmo.
nes, quibus eſt incomparabilis velocitas(Na
tura enim incorporea, inquit lamblicus 20 .
ſubito, vbicunque vult, adeſt, nullo alicubi Denyfe
rijs Aigypt.
prohibente ) cam imbuiſſe, atque informar cap. de in
ſe illorum omnium notitia, quæ è proculre telleétu ,
moris prouincijs , ac regionibus fumma cele saime
ritate conquiſiuerút: vti corum opticorum
 10 DAEMONOL ATR BIAE SAO.
non omnino abſurda ſentétia eft 21. qui non
Arif.in lib. immiſſione radiorum ;fed admiſſione ima
dis,qualem ginum ,vt in fpeculo euenit, res oculis perci
fuperei. pi ac deinde animo communicari volunt:
Nam certè Dæmones ſe fæpè in hominum
mentes inſinuare,ac, quas volunt notiones,
finente Deo,in ijs imprimere ,ac quán confi .
gnare notius eſt, quàm vt pluribusoſtendi
22 . oporteat. Et Cardanus 22. cui hæreditaria
Lib.3.de fuit eiuſmodi cum Dæmonibus conſuetu
fubtil
do , non ncgat lamias inter dormiendum
putare ſe varias, ac longinquas regiones per
agrare, atque in ijs reges; theatra, choræas,
viridaria,fontes , viuaria,aliaſque res amo
miſlimas videre : imò & venuſtiſſimos adoles
fcentes,propter quos dormiant , ac quibufo
cum vnaſe oblectent Tantùm ne fe iple ſuo
' prodat indicio ,ac fortilegij alliger ad natu
rales caufas ,victuſque rationem ca reuocat:
quod videlicet caftaneis, fabis, caulibus, 0
pio,cepis,& phaſeolis veſci ſoleants quæ ridi.
cula ratio elt , cùm nec ſolæ , nec ſemper ea
eſca vtantur : Hæc etiam forte caula eft,
quòd parùm fibi conftans addit ftatim pu
tare fe eiuſmodiviſis ſortilegij aliquid ſub
efle: Sed , vt ad intermiffum denodurnisil ,
lis conuentibus ſermoné redeam ,iuuat, qua
magis eorum veritatéadiuué, modum quo.
que,& viam , qua ad illos properatur,expone:
rę. Acprimùm vulgatiſlima ea ab omnibus
perhibetur, quę per caminivaporațium ele
CON
 LIBER I. 103
conſueuit. Contra quam fi quis fpatiorú ini
quitatem ,atq; anguſtias obijciat,autalias et
iam naturædifficultates opponat: ſciat eas
pridem exiftius Dæmonolatreiæ , quçmon
ſtrofa,portentoſaque omnia habet , finibus
iuffas effe excedere. Quamquam & hoc inde
defendi poffit , quod angulis quadratis ftru
Eta vaporaria paflim habent cafæ ruſticorú ,
è quibus ea ferè exiftit colluuies :Alexia Vio
In agro TE
Jæa 23.lanna à Banno 24. Claudia Fellæa 25. trzo is8s.
Dominicus Petronius 2 6. ac plerique om 42 .
Manerij3.
nes 27. eius flagitijcomperti id ſpontaneis, Non lalias
ac difertis ſuis confeffionibus teftatum reli . 1585 .
25.
querunt.Addit Nicolça Ganatia 28.promo
inftrue- Mazilaij so
re habuiffe ,dum fic fead eam viam Id Nou.1585
rueret,pedem alterum in cremathram tol. 26.
Giruncue ,
lere,poftquá caminúxiſſet, quo ſeipſam an . riz menſe
teilleuerat,vnguine. FranciſcusFellæus 29. O & o.1585.
27.
non cremathræ , ſed extremis,acfupinis fco Maincrij s .
parum virgis itidem inun &tis, atque oblitis 14. lul. 1585.
23.
conſueuiſlepedem finiftrum imponere. A. Mazelai14
lios alij quoq ; perhibent modos ad eos con- Calc.lann .
uentus auolandi. Margareta Doliaria fe in 1584
29.
colo , vel arundine equitantem fæpè illuc Vergauilla
perlatam fuiſſe , poftquam verbaquædá ad 14. col.lan .
eam rem propria effet præfata. Alexia Ber : 1586.
30.
narda 30.ſe ſui:Hennezel Erricus31. patrem In Guermin
tauro ingenti, ac valido , matré verò baculo sens
Feb 1990.,
r Cal
bifurco , quali equis ſubſterni ſolet ;ſe autem 31 .
arundini impoſitos , vnà ſemper cò peruo Vergauille
laffe . lanna Granſanetæa Montenaienfis 32. 1586.
G4
quotics
 304 DAEMONOL ATREI AE SAG,

quoties eam viam affe& abat,præſto ante fa .

Condzij res affuiſſe canem atrum,atque horridum ,in
menſe in
lje 1 $$ quem ,leu bene domitum equum ,intrepide
ingiliret, vectioniſque pretium fuiſſe , cùm
defilijſſet,ab eo viciſlim inſcendi,ac compri.
mi ; cùm fe tamen in non illaudatæ ( vt fibị
33. videbatur ) formæ adoleſcentem ante im
Pangxij an, mutafſet. Erricus Carmuçius 33. Domonem
cçu portitorem aliquem conſueviſlę fingu
los vltra fluuium , fiin quem fortèinciderét,
tranfmittere Quod autem viæ vel ante fuc
rat , vel etiam poft erat reliquum , coactos
14. femper fuiſſe pedibus conficere . Barbelina
ad aquas. Rayel34. Franciſcus Felleus 35. atque alij no
id lap.1587. pauci perfæpè fe itinere pedeſtri co ſię
31.
Mazilxiji profectos:præſertim cùm in propinquo ali
agro Pan. quo loco caetus erat indietus,aut etiam fire
880 14. Cal, periebant, qui cum fe vnà in viam darent. Si.
209 : 15 $$. quidem comes,aiunt, in itinere pro vehicu
Joeſt. Quibusomnibus & hocobiter non er
36, rit abfurdum adijcere, quod de die , quo lic
Gerbeuil, yna conucniunt,ab illis vulgò dicitur.loan
Maij 158s, nes Piſcator, Coleta eius vxor 36. Marga
37 . reta V Varina 37.Nicolæa Ganatia 38. Clau
Ronczij ad dia Morelia 39.& vno nomine omnes,quos
Calc . Deco.rum quæftiones capitales hactenus in Lo .
1986, tharingia expenderelicuit , non alijs nodti.
38.
Mayncpils bus , quam quæ proximè præceduntdiem
id iul, 1987, vel louis , vel Dominicum eiuſmodi con
39
Serrz'i na uentus agitari autumát.Caufam adhucabila
bicce.1586. lis ſcire nó cótigit:Hoc taméinde efiç faſpi
cor ,
 LIBER I.

eor, quòd aliæ alibi tempeſtates occupatos

in Demones habent:Neque enim (veinquitD .
di Balilius 40.) eodem temporis momento in
ha diuerfis locis eſſe queunt : Nam & quires ſa. Homilide
: garum in alijs regionibus geſtas fcripferunt, Sancto splo
ſitu.
tb alias illis noétes , quàm quæ modò dicta ſunt
En in eam rem impendiaiunt:Vt probabile fit
et eiufmodi vices,& tempora pro locorum in
teruallis, ac intercapedinibus variare, & mu
tari . Dij ( inquit Apollonius 41. ) id eſt ( vt
Philoftrow
interpretor ) Dæmones non ſemper in eo fus in cius
of dem permanent loco : ſed nuncad AEthio vita,Libr.com
na pes, nuncad Athum ,núcadOlympum pro eap...
i ficiſcuntur. Sed hæcin copiectura magis po
fita funt. Hoc modò reſtat videre , an etiam
certa ,ac præſtituta fit hora aliqua no& urnis
illis conuentibus ac Synagogis : Et ex tat
quidem reorum , quas vidi, percontationib .
duo tantùm loannes a Villa 42.& Agathina loi quin !
& Franciſci Sartoris vxor eius 43. rei me adhu . anal,No.
4cm 5
i commonefecerüt,affirmitantes eam tempe
ſtatom quæ vna, atque altera horamedianı Hierpiece
noctem præcedic,apprimèidoneam eſſe at cale.Cie,
e que opportunam ,non modò illis conuenti , asga.
bus, fed & quibuſcumque alijs Dæmonium
· terriculis, ludibrijs, occurſationibus,ftrepia
Etibus: quæ ſequitur nó item ijs eſſe obnoxia.
1 Caufam non addiderút illi : nęcego eam hic
. ariolabor. Vnum tamen dicam nullas in to
ta nocte horas ſuſpectiores habere ilțiusvm ,
brará apparitionis ,qui earuin metu aliquo
s tentan
 ROG DAEMONOL ATREIAL Sasil

tentantur, ac trepidant :Etea certe non et

fine iatione perſuafio. Siquidem experien
tia docet illas præcipuè fpe &tris , tetriſque i
maginibus eſſe infames. Et veteresſatis mul
tiid ſcriptis fuis teftatum reliquêre,Ariſto ,
Lib.i.de A. menes apud Apuleiú 44. ( nam fabulas quo
hnu auseo . que intermiſcere iuuat, quçfi min vera nar.
rant , at quam maximè fieri poteft , verita
tem probabilitate imitárur) à Meroe & Pan.
thia lamijs infignibus vnà cum contuberna,
li Socrate ſe appétitú fuiffe circa tertiam vi
giliam receſet. Quod ego nocte circiterme
dia interpretor : Siquidem in eam ſecúda vie
gilia delinit : vtivigilias earum inuentor Pa
Minius lib. lamedes 45.Troiano bello primú diſpoſuif
7 ap 6 . fe fertur : Plinius lunior 46. narrans, vti A
46.
Lib27.Epi- thenodoro philoſopho inſultaſſet olim idce
lúſenis macie, & fqualorecofečti,addit id fa
& um per no & is filentiū .EtLiuiusfcribit ſu
pra ædem Veftæ vocem no &tis filentio audio
tam clarioré humana : Inter recéciores quo .
Genial. quc Alexander ab Alexandro 47. recitat ter
diet. libe s . rificos laruarum tumultus in ædibus qui
cap . 24 buſdãRomęà ſe eſſe auditos,medio ferè no
De die na & is ſilencio . Silentium boni authores inter
sali cap.9. pretantur intempeſtam noctem ,id eft ( vt a
49
la Bruto. it Cenſorinus 48.) quç mediam proximèan.
tecedit. Profunda Plutarchus 49.& ferè me
A pudPhile diam ( quod huius argumenti proprium eft)
furatoin lib.
nominauit , vbi verba facit de monftrofa,
horrendaque illa imagine,quæ M. Bruto ex
Alia
 LIBER I.
one!
Afia exercitum traijcere voléti apparuit. A In confuta
erie
pollonius 5o vbi de vmbra Achillis à fe vi- tionecon
I la refert miraculum , hanc euanuiffe ait poſt tra
cleaHiero.
.quarta
SMI
collocutiones aliquot, quod iam cantus gal
lorum audiretur.Vndeinfert Euſebius Cę Apud Apua
5 ° farieplissi. noctem intempeftam , quæ certè z.de Aling
2012
gallicinium proximè antecedit conuenien- aureg .
tiorem eſſe malo Dæmoni , ad nefarios fer
Ps
mones euocando . Telephion Milefius52 .
? Lariſlęcadauericuidá cuſtos adhibitus con.
tra ſagarum mulierum infidias . ex ijs vnam
muftellæ fpecie ea no & is tempeftate fibiob
di uerfatam fuiſſe refert. Ecce, inquit , crepuí
IM
culum ,& nox proueEta, & nox altior , & deine
le de concubia, & iam nox intempeſta , mihig:
id
oppidò formidacumulatior quidem , cùın
repente introrepens muſtella contra mecó.
ftitit ,obtutumq; acerrimum in me deftituit:
vt tantillum animalis præ ni mia ſui fiducia
d
mihi turbaſit animum . Intempeftam nocte
Seruius 53.mediam ,Macrobius5 4 quam me- 3.A Eneid.
54
dia proximè ſequitur: tum enim principite Salurnal.
nebrarum , lupiſque ( vt cum Eſaia loquar) 1.cap.4.
vefpertinis accommodatiſſimum tempus eſt
rebus agédiş cum hominibus importunum
atque inaduoſum eſſe incipit. Acvt illud A
pollonij de gallorum importuno noctur
nis vmbris cantu ſermonem repetam ,ſuccur
Fit non ita pridemáme lecta in Duſanæ ftri
gis quæſtione quadam capitali de ea renar
Yatiuncula , non vtiqueab hac , in quam
nunc
 BOS DAEMONOLATREIAL SA .

nunc dilapſi ſumus,oratione admodum alie

na:ei ſtrigi Babilless . Latome nomen fuit
Huiz 3.Nos Hæccùm fortè à quæſtore de no & urnis ſa
Deem.15pI
garum inccptis curiofiùs rogaretur , inter
alia reſponditnihilæquè illis infeſtum , atq;
inimicum accidere poffe, quàm fi gallus inte
rea, dum ſead ea parant,occineret. Idem re
$6. tulerunt & loannes Bulmius 56.eiuſq;vxor
Amantiæ 6.
Calcn.lal. Deſideria Magiſtellos fæpè fuos,cùm dimit
38917
tendę concionis tempus inftaret,identidem
folitosinclainare; Eia faceſlige properè hinc
omnes : nam iam gallicanere incipiút.Quod
ego fic interpretor,vltra id tempus negotiú
fuum non potuiſſe crahere. Equidem ſcio
Lib.1o. &. 21. ex Plinio 57.A Elianoquccorum cantus leo
nibus , ſcolopendriſque eſſe formidabiles.
Kurſus ſiij (int præpofteri, acinſueti de no
&te præfertim oſtenta habere multa : quale
etiam fuit illud , quod Volaterranus 58. in
Philologi* Matehæi magni Vicecomitis Mediolanen .
fis filij natu maioris natali pocte euenille
memorat : in qua videlicet nó ceſſarunt gal
li , velad tædium cocciffare ; vndc & Galea
cio nomen illi inditum eft : Et fic facun
dia , laudæque militari floruit ( inquit lo
ulus 59.) vt principum ſuæ ætatis famam vel
In elegijs clariffimam facilè obſcuraret:Cuius rei ipo .
clero , viso ,
yuusixop in co cantu fuifle non magis diſpu
to , quàm illud de duTiBaDHą gallorum curr
leonibus , & ſcolopendris: ſed hoc defea
do non tam vocem (nam eam nihilo imma
nioren
 LIBER 1.

siorem , efficacioremue habent galli, quà na

ali
aliæalites pleræque ) ſagarum morari male
Tificia,quam no & is ijs inimicam tempeftatem ,
qua illi vocem frequétius exercent : vnde &
menfi dicatos à veteribus aiunt 60 ,vti hora
il rum no & urnarum nuntios,ac partitores . Eras.Chithe
m! I.centu . I
WT FREQVENTES EX OMNI GENERE HO "
mines ad nocturnos Damynum cætus conuenire:fed
maioriexpartefæminas, vt eft is fexusprauis com
felis magis obnoxius.
CAP. XV .

Acobus Meyerus 1. non indiligeris anna

li
lium ſcriptor refert Attrebari ſub Philip Anns.
Inicio
Libile
po Burgundioneextitiffe ,qui fortilegij ma
nifeſti,ac de conſcijs interrogati dicerent ex
omniordine,ftatugue mortalium viros, mu
liereſquc in fuum numerum cóueniſſe .Triſ.
cala quidam nomine ( vt lo.Bodinus in Dæ
monomania fcripfit eorum , quos in Gal
ilia nouerat hac ſortilegij labe infe & os,mul
ta millia RegiCaroloix . indicauit . In Lo .
tharingia meminiintraannosfedecim , à qui
busrerum cepicalium iudicia exerceo , non
minus o & ingentos eius criminis manifeſtó
compertos, Duumuiratus noftri fententia
capitis effe damnatos : præcer totidem ferè
alios, qui vel fuga, veltormentorum per
1 cinaci tolerantia vitæ fuæ confuluerunt.
Nam ficubi fallax eft , & lubrica quæftio ,
o certè quæftorum in hoc criminis gesere ex.
pe & ation
 Υιο DAEMONOLATREFAE SAG .

Etarionem vt plerumque eludit , ac fruftra

tur : quod & ſuo loco pleniusdicemus. Om .
nes autem,quotquot in hoc maleficio depre.
henduntur, vno ore frequentiam maximam
eiuſmodi conuentuum prædicant, lapnai
Banpoż. & Nicolaa Ganatia 3. tantam eam
Maybecii
. iva. 3, extitiffe , quoties illis interfuêre , alhitmaue.
1985. runt,vtnon parum illas humanæ conditid.
3. nismifereſceret, cuitot hoftes , acipfidiato .
Maynerij s.
ed ilul 1585. res ſupereſſe viderent:valdeque mirum elle,
+
Vellzij ad quod ab eis mortales pluribus incommodis
Mofellam non afficerentur. Catharina Ruffa 4 non mi.
s.Callal nus quàm quingentos à ſe viſos ea no & e , qua
3587. primum in eorum numerum eft alleeta . Bar
S.
Blaipuilla belina Rayel s . illic viros à fæminis longè
ad aquas
Id lauuai numero ſuperari,vt Dæmoni multo procli
3187 uius eſt ei ſexui fallaciam intendere.Quod
& Torquemadius in Hexamerone fuo ob
ſeruauit. Certè multò plura in fæmina ex
empla edi memini,quàm in viros. Necadeo
eft fine ratione , quod hæc hominum collu
vies frequentius in genere effertur fæmini
no yóveen papucnis, ſagx, veratrices,lamiæ ,ſtri
ĝes ,& Longobardis,mallæ .Scilicet in rede
nominanda numerum , & frequentiam par
In declama eſt praecipuas partes obtinere. Fabius 6. ve
tionibus. neficium in fæmina facilius credi . Plinius 7
7. foeminarum fcientiam in veneficio præuale
Lib.as.ca.un re dixerunt.
INSVAVES, ATQVEILLIRERALES IN
toineffatonibus Sagari apponi cibos, e qui prate
reala
 R
E
B
I
L I.
en ant
am l es tis on
a f l
iebmi dep e l ar
run te
i o n t : Qmu mul n in .
r i u i n u i l r u ò e um
50 • s
i fm o a p t t n e d t u
l ſ i ſ
ipe e v um , de fmae r
od aame m
de ta : Qu t non eft per ver : Na
Galiquando humanis,morticinis, ac alijs id genus
inſuetis carnibus verèveſcuntur: at fineſale ,acpar
ne.nequid caufa fit,quod ſe ab ijs duobus pracipue
abftineant,probabiliter difputatur.
CAP. XVI.
Hida
Væres celebrandorum conuentuums
TITA Q occafionem maximam hominib . præ
706 becomeffationes, venerez libidines , a @
iz tripudia ,eas omnes Demó ſtudiosè adhibet,
fuos vt habeat apud fe & frequentiores, &
She aſſiduiores. Tum enim euenit, vt poftquant
eostali lenocinio deliniuit, faciliùs præcipi
-pia
tes agat ad ea etiam fcelera, quæ antè exhor .
LOG ruiflent, vr miruseſt impellendi artifex , fi
quein fortè in lubrico conftitutum nanciſci
3 tur.Quemadmodum autem ftupris,faltario
collo nibuſque illos exerceat,poftdicetur. Nunco
CMI vt conuiuas accipiat tam lepidus, & bellus
is , cóuiuator,operæpretium eft videre. Ac pri
redi mùm in confefio eft omnibus , quos fic fua
Iimam
mm dignatur méla, adeò omnes eius epulas for
6.8 dere, fiue earum apparatus oculis , fiue odor
jius narib.percipiatur, vtvel famelico ,ac latran
zuak ti ftomacho facilè nauſeam parere poſſint,
Barbelina illa 1. de qua proximè mentio eft Serra 13.
e
' li Cal .
fl e apponiomn ium generum ,ſed adeò viles,il- 1586. .
libera
 tis DAEMONOLATRÉ Í KE SAG .

.. liberales , ac malè conditos , vt viiſine vef:

Serræ 14. cendo.Nicolaus Morelius z . ita triftem , a
Calend.Fc ſtrictum ,atque amarum elle illis guftum ,vt
3. ſumptos confeftim prä moleſtia tibinecefſe
Yergauilla fuerit expuere. Quod peflimus Dæmon vi.
ferebat,vt vix manus ab .
Septe.1986. dens, adeò indignè
ſtineret. Vinum prætereà inftar atri,atque
Giruncurix infynceri ſanguinis in fordido aliquo fim
O & ob.1586. pulo epulonibus ſolitum propinari. Salome
s. Ruffa
Vellzij ad 3.Dominicus Petronius 4. Catharina
Moſellain j.AnnaMorelia 6.lacobeta V Vehet7. An
S. Cal.lul. na Richemontana 8. Stephaneta Mercatrix
1987.
6 9 ac plerique omnes eius farina rullarum
Madonuille ferè rerum copiam illic deeſſe , præterquàm
..Calend. falis, & panis : cęteraque adijciale
Deccm conuiuium
. 1581
7. dici poſle Et certètemerè non eft, quod illis
Duræ ,men- fic veluti cófulto deficiuntur,ac fubefle cau
fe Septemb. fam oportet , quæ tantum vtriuſque odium
3584
8. Dæmonibus ingenerauerit.Eam verò facil
Pittelangij. limèaſlequetur, quidiligenter perpenderit,
II . Calend.
Octo.isgo. quàm pugnent inter fe, comparatę, ac com
9. potitæ horum , atque illorum naturæ, ac fa
Emeliniz. cultates.Dæmonibus inſitum eſt ,atque ind
Calen-Iu«
mias isg . ftum penitus omnis puræ religionis , cultus
diuiniodium :cæremonias , ritusque ſacros,
& , li quarum rerum in ijs vfus eft,eas omnes
infeſtas, atq; inimicas habent. In veteri pora
rò lege nulla hoſtia line fale Deo aceepta e .
jo. rat. Omriem ( inquit Dominus 10. )oblatio
Leuitici ca.
nem ſacrificij tui fale falies:neccellare facies
areaſ.13.
falfæderis tui à facrificio tuo.Et in nouo in
ftrumen
 $26. LIBER I.
-visfiat ftrumento 11. Omnis vi& ima ſale ſalietur : ir.
Marci cay
atrilles bona enim res eft fal: Cuiusrei exemploin verlies
Esgulu hodiernis quoq;myfterijs,præcipueque bap
a libine tiſmi, quo renaſıimur , ac denuò gignimur
Demo ad ſalutem : Item in aqua, quä fugandis De
manu monibus exorciſmo luſtrant, mos eſtfalemi
Tatrisi admiſcere. In eadé lege veteri 12. panes pro
liquor politionis, ſeu faciei ( Septuaginta interpre 12.
ari Sale tes évoxi85 , id eft præſentes,accoram Domi
nopofitosverterunt) ſuper altare offereban Malachiet
rinal
tur. In auguſtiſlimo item facraméto Eucha-cap.24
erp./
Jerca riſtiä panis confecratus ipſum verumg ; fit &
fumitur à Chriſtianis Quofymbolo panis, &
Macedones antè vſos fuiſſe; ſi quando f &
tera
dus quod fan & illimum vellent haberi ini
13
14 bant,author eft Quintus Curtius 13. Nam pa Lib.
CITI
nem ( inquit) gladio diuiſum vterq ;ferien
tium libare folebat,Dæmonibus nihil eſt e
què inuifum ,atq; iuſtitia ,quæ (vt inquit Or
pheus in hymnis )
Καλαραϊς γιώμαις αιείταδίοίλα βραβέυει..
Lt contrà nulla re ad Deos propius acce
ditur (quemadmodum ait Plato in Theæte
to ) quàm quæ iufta , atq; æqua ſunt peragen
do : Nihil autem eft quod homines æquita.
tis, ac iuſtitiæ magis admoneat, atque ſal: vt
Pythagoram céfuifle authorin comentarijs
Pythagoricis apud Laértium Alexander,ve
pote qui feruet , ac tueatur quicquid occu
pat,litá ;ex re puriſtima, aqua vidilicetma
rina . Vnde & illius hoc fymbolum tòrrollo
H napor
 DAEMONOLATRLI AL SAG.

mapaliStot04 , Quæ etiam cauſa fuit, vt Plato

diuinis rebus amiciflimum familiariſfrmu
quedixerit
Splendet in menfa tenuiſalinum ,
inquit Horatius : nimirum quia falisin ea
præcipua femper fuit religio : vnde & Græ
cicum ſuo Homero ifp8s ödas vbique dixe.
runt. Ereius adhibitione veteribus credi
tum eft menfam fatis conſecrari,vii ex Arno
bio obſeruare elt : Sacras(air) facite menías
falinoruin appofitu. Panis vſum ad toleran
dam vitam fic effe neceffarium , vt pro quo
cumq; vietu ,rebuló; quotidianis , ac neceffa
rijs literę facrę illius nomévſurparint: Quid
Barthotem autem ſatagunt14. magis Dæmones , quàm
Vveltheme ne mortales æquo inter fe iure viuant } ijs ne
tus in phra- fuppetat,vndefeipfi afant,ac fuftentent fatis
fcriptura. indicio funttam multæ iniuriæ, peſtes,cala
miteſque quas humanis rebus quotidie im
15.
Regeuillz portant, tot quæ non cellant inuehere mafa,
in agro Ten - atque incommoda fed omillis iftis, quæ tan
trzo anno tùm ad conie & uram interpretatione reuo .
1983.
16 . camus,intermiflasepulas inftauremus , ac in
Cofinogra- folentibus , vtanteà, cibis extruere perga
phix tomo mus. Addit Dominica Ifabella is. aliquan
2.cap.6.
do etiam apponi humanas carnes , quod &
apud suytharum Sortilegos, quos Bachfos
vocabant, in vſu frequéti fuiſſe prodidi Bel.
loforeftus 16: Hunc verò morem à Baccho ,
quem præcipuis colebant honoribus,deriua
tum credibile cft: Dam & cum Omeftem vor
Catun
 LIBER 1.

catum author eft Plutarchus in Pelopida, &

- Themiſtocle :Iſabella Pardæa 17 Deſiderius spinali pets
Financius 18. & Albertinus magendræus 19. die Non .
Maias .
eos, qui ſunt amplioris fortunæ , fuperiores 1588.
epulis accumbere : Stephaneta Mercatrix 20 18.
argento bibere: pauperiores fi& ilibusrur - Sandeodat
prid. Idus
ſusarcanorum omnium , alijs exclufis , com- lul. 1581.
potes fieri, ac participes. Pleriq; eorum , qui 19 :
modò ſunt memorati , iſtis nó expleri famē, Med Vuinijin
ioma .
aut fitim ſedari: fed cibi , potuſque auidita- tricibus.3.
tem ,atque appetentiá tantam fupereffe, quá- Non.Maid
20 . s
ta anteà fuerat maxima. Quæ fanè res mul Emel
iúij
tos impulit , vt crederent mera hæc efle viſas Calenda
lan.is91 .
fomniorü ,ac præftigias : qualia fortè de hor.
21.
tis Tantali , ac pomis Heſperidum fabulati in agro sea
funt poétæ. Cuiconuenit & hoc loanne Mi- tenii 4.
Non . luns
chaelis 2 1. referentis neutiq illis, qui eiuſmo 15go .
di côuentibus interſunt, integros ,certoſq;
efle oculorum ſenſus. fed omnia perturba
ta , confuſa atque incerta illis apparere: vti.
quibus ex ebrietate; metu , fomno , alióque
vitio natant:ac caligant oculi :aut etiam arte
aliqua perftringuntur. Et certè memoratur
Paſetes 2 2. ſæpè fuis incantationibus hoc ef 22.
feciffe,vtrepentè conuiuium omnibus epu- Etalim të
lis inftru & iflimum appareret : rurſus cùm Phaſetis .
proverb See
wellet, nullo tollente , vt fpectantium oculis miobolus.
momento ſubducerentur. Ec NumaPompi .
ius 23.in frequenti conuiuio arte fua efficie 23.
at(nam & eum narrant in lignem fuiffe for- Gaido Bt
ilegum ) vt nullo apponente menſæ ftatim curice
H 2
exquis
 LAE
16 DAEMONOLATRE SAG.

exquifitiffimis epulis magna copia extruea

philof . in rentur. Apollonius quoque Thianæus 24
eius vita lib recenſuit vidiffe fe in India Brachmanes,
quipræfente feconuiuia vafis , cibifque ap
paratiffimaftruerent: cùm tamen ,qniijs ap
parandis, ferendiſue , ac mutandis ferculis
miniſtrarcnt,nulli afpicerentur Verùm ne
fic quidem Dæmonum poteftas coar &tanda,
ac coanguftanda venit ,vtpræter ſpeciem , o
pinionemý; nihil omnino præftare queant.
Nam & veris epulis fuos nonnunquam acci
piunt : fed ex morticinarum pecudum car
nibus , alijſque rebus, quas homines habent
pro dereli &tis: qund & alibi attigimus. Imò
& compertum habemus multorum , quiin
terfuerunt,verbis,fæpè in eiuſmodlepulum
imperata obfonia : huic felem : illi nigrum
hoedulum , gallum gallinaceum , aut fi quæ
ſunt infueta hominum menfis cibaria, & mi
pimè eſculenta elce . - Tum nota eft ex An .
dræa Alciato, alijſque multis de viatore illo
hiſtoria ,qui cùm de nocte imprudens in fa
garum conuentus incidiſſet , ac rei noui..
tate , infolentiaqùe attonitus Dei numen
Chriſtiana fiducia imploraffet, fubitò ex e
ius aſpectu ſublata omni menſa , argenti ſo
lum craterem reliquum fuiſſe ex vniuerſo
apparatu : qui ſublatus, ac domum deinde
perlatus , cuius fuiſſet pofteà agnitus eft :
Cui autem vſạieſle potuiſſet, niti ad infun
dendum quod poſt biberetur, dici non po
teſt :
 LIBER I, 117

teft : nam & fi &tæ , commentitiæqùe potioni

æquè imaginarium vas adhiberelicebat. Y
3 trumque igitur re & è, & cum veritate de
fendas, vt icilicet aliquando ijs , quos fag &
fuppeditant, veſcamur cibis ; qui ſi delint,
aut aliter Dæmoni, in cuius hæc funt arbi
trioviſum eſt , veſci tantù in fibi ſola opinio .
ne videantur . Quod & in profectione ad
noấurnos illos cætus euenire paulo antè
meminimus. Nam & ibi ſagæ fe aliquando
præſentes fiftunt: fæpè etiam , cùm ab ijs ab
fint, acar iore fomno domi detincantur,
videntur tantum fibi adeffe , ludificante ni
mirum ſenſusDæmone , cuius faſcinationi
bus multę imagines in dormientium animos
folent irrepere: quæ deinde vigilantibus ve
ritatis opinionem inſitam relinquant, quaſi
iam non id fuerit fomnium , fed potius que
damterta , atque indubitata corporis adio :
fic enim verfipellis geftit res ſuas plerumque
quo faciliùs imponat, di
ftinguere,
CHORAEACVM, QVI IN DAEMONVM
Sacris olim fuit, vfum etiamnum hodie retineri in
nocturnis eorum conuentibus : maioremque laſsie
tudinem parere, quàm ſolent vulgares alia ac
hominum ſaltationes, llem eas ab auerfis fa
gis in orbem tripudiari. Tum vt malo more
ſemper inualuerini : licet ab inſania parum difta
re conftet.
H3 CAR
 Fr8 DAEMONOLA TREIAJ SA .

CAP. XVII.

Ira calliditate Dæmones cum impio

Men gentilitatis errore colebantur , ea fi
Bafilius ho.
in alıq. fori bicordiefle fimulabans , ad quæ propenſos
prafos homines elle videbant , quo fcilicet religio
nis addito fuco in illis peccandi ſtudium ma
gis,magiſque accenderent 1. Inter quæ falta
tionum , ac chorparum , nam eæ non par .
uam ad nequitiam feneftram ſemper ape
rucrunt vel maximam fuiffe illis curá teltan
tur quæ de veterum ritibus , ac facrificijs ad.
Plutarchus hucextant fcripta :apud Græcos 2. quidem
in Thcs. quæ iam à Theſeo circum aras Deorum ca 7
nebanturcarmina cum tripudijs,folennique
faltatu Apud Latinos verò inftitutum á Nu
3
Plutarebus ma3.Saliorum collegium ,quod etiam ad an
in Num . tonij Eniphonis, cuius fcholam Cicero poſt
laborem fori frequentaſſe dicitur, temporą
perueniſſe ex eius de ea re ſcriptis obſerua
Li 3.Saturn uit Macrobius 4. Imo etiam ad Antonium
cap.12. Varium , quem Herodianus 5. te ſtatur, cùm
5
Lib.s.Hic facrum Holiogabaloſuo faceret , mulieres
stor de im . Pheniſas adhibuiffe , quæ circum eius aram
mascum . curſitarent ſaltantes, ac ym hala ,tympana
que magno cum ftrepitu pulſantes : circun
ftante ètiam inTheatri formam vniuerfoſe
natü ,atq; equeſtriordine.Etiam anreà vero
cultu ad idololatriam defcifcentcs fineli
tæ 6 , circa vitulum ex inauribus confiati.
Exod.zo,
cap. lem choros įn orbem agitaueranr Nunc
verò
 LIBER 1.

verò poftquam hanc impietatis caliginem

lucis Euangelicæ ſplendor hominum men
tibus excuitit, & defierunt pro dijs haberi
? Dæmones: perrexerunt nihilominus ipfi in
clandeſtinis fuorum conuentibus huncral
tandimorem obtinere,ac flagrantiusetiam ,
quàm anteà inſtaurare . Ac quemadmo
dum eorum epulæ efuritionem , ac Boudra
míarconcubitus dolorem ,ac moleſtiam , lar
gitiones, inopiam atque egettatem : omnia
deniq; beneficia detrimentum , ac damnum
accipientibusfemper afferunt: ita iftæ cho
ræx , actripudia, quæ alioqui voluptati eſſe
folent,tædia,labores, atqueærumpas grauiſ
fimas nuſquam non pariunt : fiquidem ab ijs
adeò defeſlas fe domum reuerti Barbelina
Rayel 7. ac pleræque omnes ſagæ, quib.con
tigit intereſſe,memorauerunt: vtfæpè inte
grum biduum præ laſlitudine fibi fuerit de .
cumbendum . Et,quod miſerrimum eſt, at. Blainuilla
que iniquiffimum excufationem contrà ne idus lanu.
mini afferrelicet : ſed fi quis eum laboremę. 1587..
tatis, aut valetudinis occafione detrectat , ac
defugit, huic præfto funt verbera : pugnis , 8.
aut calcibus non aliter contunditur , atque Alexia Bel
horia
accinitur ,quàm quæ exoflantur malleis ſal Blainuilla
famcnta. Porrò circulares elle omnes cho- 16. Calend .
ros , qui ſicagitantur , atque ab auerlis fal- Iul 1587.
tatoribus , viivna Gratiarum in choro de Vergauilla :
pingitur, tripudiari affirmant Achen Vve. 8.Idusjun.
1586.
her 8. loanna Gerardina 9. Dominicus
H 4 Petro.
 120 DAEMONOL ATRLI AE SA .
10. Petronius 1o. Hennel Armentaria 11. Anna
Forchzij in Ruffa 12. Zabella Ioannis Deodati vxor 13,
agro Pange. Odilla Guillarda 14, arque innumeræ alix,
DC1584 quas hic , ne tim nimium longus , prudens Q
11.
Girucuria mitto .Addit Sybilla Morelia 15 ,gyrum ſem
meafeoft, per inlæuam progredi. Quod & alicubive
* $ 86 furpatum in Gallorum facris obſeruauit Pli
12 .
Duſz prid , nius 16 ,inquiensillos adorando totum cor
Ca odob. puscircumagere folitos : hocque in quam
1936.
feciſſe ſemper religiofius fuiſſe.Et Pythigo
13
Duſz "Calen ræ iam multis ante ſæculis fymbolun fuerat
ράο.586. προσκυνείν περιφερόμενον. Dubiunt quατά ρτέ
14 pofteriordinis cauſa , atq;occaſio,nililifor 1
Spinalis. Id .
Octob. 1588. tè ea eſt, ne le recta,atque ex aduerfo intuens
۱۲. testam facilè agnoſcant. Nam non leue pe
Serræ 14.
Cal. Decēb. riculum effe putantin iudicio , quod quie
1986. ius ſceleris fiunt manifeſti, de conlcijs fæpè
apud quæſtorem vi tormentorum profiren
Loin.28.cap,ze tur, Obidque, & fæpè perſonati ,vt alibidi
dum eft,conueniunt. idem etiam illuder
fe poteſt, quod abſurda , indecoraque omn .
nia amant,ac faciunt : veluti cum Dæmoni.
bus , eos vencraturi,terga obuertunt; ad eos
acceſluricellim euntcancrorum more : iap
plicaturimanusinuerſas retro applicát: col
locuturiin terram figunt obrutum, & idge :
nusalia ab omni coniuetudine reliquum
hominum alienillima. Vtcumque res fit , ip
fa nos experientia fatis commonefacit,id file
tandi ftudium inter homines ferè femper
malo exemplo inualuiſſe ; vcl ad luxusiam ,
aç ne
 LIBER I. 121

. ac nequitiam , quod iam ſuo tempore con

I querebatur Scipio A Emilianus 17. in oratio
necontra legem iudiciariam Tiberij Grac. 3.MacroSaturnalibe
.
s chi : vel ad fanaticos furores ac demeptįam ; sap.com
e quibus ſemper olim à ſaltationibus fuiffe in
ienum teftantur quæ deMenadibus,Bacchis ,
Vitermonibus, Corybantibus , Thyadibus,
ac Baſaridibus veteres fcripta reliquerunt.
Quod & fapientiflimus Aragonum , ac Sici
liæ rexAlphonſus 13. [citè in muliere immo .
deratius , intemperatiusque faltante nocauit Panormita
inquiens: Expectate,nam hęc Sytillæ oracu reb gelt.
lum iam iam eft editura. Alphe,

SOLENNI IV REIV RANDO , QVOD

ipfe etiam Darron verbis præit, ſagas vicißım ſe
obſtringere,non prodituras fe iudicio facinoris fc
cias : Neque tamen in eo tantùm fiduciæ ponere,
quin ſibi contra eum metum alia eriam ratione
prouideant , nomen videlicet fuum dißimulando,
vultuig laruam ,reti:ulum ,velum ;autquid aliud,
obducendo.

CAPyT XVIII .

On eſt nouum eos , qui ſunt eiufdem

N facinoris confcij , alios alijs per ſum
mam etiam execrationem iureiurando fele T.
obſtringere, quo'fint fibi vicillim magis fi- Maynerija
Non, lul
di;nec, ſi contingatdeprehendi ,tam faciles, 1585
ad retegenda , quæ ſemel conſociauerunt, Leber
ija,
conlilia Sic lana à Banro 1. & Iacobus Aga Cal. Aprika
thius 2.retulerunt forțilegos inter fe religio 1588.
HS
 122 DAEMONOL ATREI AE SA .

Aſfimè cauere,nefi quando in reatu eius cri

minis efle contingeret iudicium in fe inui:
cem , vel exquiſitiflimis tormentis adhibiti
profiterentur:vegue ſemper eſſet præcipua
eius filentij fides. Quod & illis fic in religio
névertitur, vtviolati inçoiurifurandi pe .
nas exiſtimét eſſe ſempiternas.Id adeò Már.
3 tha Margelotia Brindenfis 3. oſtendit , quæ
Spinali cùm poſt admiſſorum confeſſionem ſeſe ve
prid. Non.
Maij 158. hementius cruciaret,aceius rei caufam à lu
dice regaretur,refpondit fe in magno metu
eſſe, ne quia Dæmonide ſe, ſocijsa; celandis
promiffum non feruaflet, vita defun &tælu
endnm eſſet Aammis æternis tale periu -
rium . A pra Hofelotia 4 :addit iufiurandum
illud folennibus verbis dicari à Dæmone:
$9 N.' Apri.
fuburbis nec adeò pridem vidiffe fe Barbaram Mar
ad fullum gæam , & Ioannam Petroniam eo aſtringi,
pertinenti: cùm in ſocietatem ſuam primum conueni.
Març.1587. rent.Verùm quoniam hæc cautio fæpè parú
proceſlit ,nec deliêre reperiri , qui quæltio
nis,ac tormentorum vi ad inuitam confer
fionem adducerentur:vt huic quoque fragi
litati proſpiciát, hoc prætereà fatagunt, quan
tum poſſunt, ne ab ijs,queiſcum eft criminis
focietas , vel nomine , vel aſpectu dignol
Eluiţia Fri cantur . Eamgue ob cauſam s necillos Dæ ..
ciſca Mile- mon , neciplı ſefe vnquam nominatim ap
zij pellant:fed vbi publicè euocantur, velutiad
Lul.prid.ca.
1588
comeſſandum , faltandum , vel quippiam
aliud fa &titandum , id his ferè fic verbis:
Eho
 LIBER I. 123

Ehodum , Thermopolis , Duſa, Haracuria ,

Eenuncuria : id eft, quiadeftisex illis pagis, Blainuille
atque vrbibus, huc concedire. Quod Barbe ad lanaquas ide
u.1587
lina Rayel 6.ſagęquealię fatis multæ , quaru
tamen nomina nunc non ſuccurrunt, diuer- Lib 6. ca.Ge
8.
ſæ etiam prodiderunt . Rurſus nonniſi per
fonati, accobonquévou,fæpè etiam ( quod ob- virglibero
Georg
ſeruauit apud Philoſtratum Appollonius 9
Blainuilla
7.) farinarijs cribris obuoluti,
S. Calend.
Ora velabducti cortice horrendaa cauatos, Mart.1587.
vnà verſantur,maximeque quiſunt locuple 10.
tes, quòd eos fortuna inſigniores , contpećtio In agro Sti.
reſque faciat : ficuti non ſemel aduertiffe fe Nouc.rs86 .
dixerunt Quirina Xallæa 9. Roſa Gerardi 11.
na ro.loanna VVeher it. loanna Gerardina Vergauilla
menſ. Sept.
12.Qdilla Boncuriana 13.loanna à Banno 14. 1984.
& Franciſcus Mazileientis 15. Ac,ne cuiquam 12.
Plangæij ...
commentum videatur , Nicolza Morelia Calen Dec.
16. cùm quæſtor illius fortè tentandæ gra- 1584.
tia hæc diceret meras eſſe nugas,ad amplio- .13.
rem fidem indicauit fe fuam illam laruam 8. Calian
adhuc habere domi in arca reconditama1589.
quæ ibidemum perquiſita , atque inuen Maynerij llo
ta ea effe ab eius nouerca agnita elt , quam Non.ful.
ipſa illiin eum vſum adaptauerar , cum pri- 158s.
niùm vnà ad nefarios iſtiuſmodi conuentus 15 .
ná Pangæij14
proper ent fuit Ló. Caliana.
arent. Quecriam puto cauſa
rdis ceas alas ppeilar
1 goba ,y M a : Nam & 1884
16 .
ab illis hoc nomen mutuati Maſcaradas vul Serrx 14.
gari ſermone eos vocamus, qui Hilarijs per- cal f¢bę.
iano
bis Jon atiçircum copița currant . Enyt ſemper 1587.
funt
 DAEMONOLA TREIAE SAG ,

funt integumenta atque inuolucra ijs quia.

gunt quod fciri timent,quibuſque & pecca
torum conſcientia metus ſemper aliquis ex
oritur. En quoque quæ fidem faciant non
elle vanum ,quod famacircumfertur depre
ſenti ſagarum ad illos conuentus profe &tio
pe : quod & fupra pluribuseſt deinonftra.
tum ,

IŅIVCVNDAE , AC ETIAM RIDICV .

berum fint qua ſaltantur in Dæmonum conuenti, i
bus cantiones:pro ijs sihilominus agendas abs dif
cedentibus gratiasperinde ac fi magna alicui yp
luptati fuiffent.
CAPVT XIX.

Vemadmodum plantæ quædam fic

O ſolis conuerfioni obſequütur, vt qua
quà fe is ferat ceu pedileque comiten
tur:maris æſtu , vei vel creſcit Luna ,ita & ac
cedunt , reciprocant , affluunt, ac remeant
eodem modo & hominum animi cantu ,nu
*meriſque efferuntur ,miteſcunt , durefcunt,
1. molliuntur, ac facilè ad quoſlibet motus im
Cicero. lib. pelluntur. Gracchus i eburneola ſolitus e
3 de orat . rat habere fiſtula ,quiſtaret occultè poſt ip
Fab 111.C.10 fum cùm concionaretur ,peritum hominem
1.cap.2 & quiinfiaret celeriter eum ſonum ,quo illum
Plutarch. in autremiffum excitaret , aut à contentione
vira Crac
reuocaret . Et Alexander fic Timothæi mu
ficicantu quodam exafperatus fertur , vtex
epulis ad armaillico profiliret , accùm con
trario
LE SAG LIBER 1. IZS

raijs ei trario alio eſfer delinitus , ferociam omnem

je&pedeponeret,atque ad conuiuas pacatus, ſeda .
- aliqui tusque rediret.Lacedæmonij ( inquit Thu
tacian cydides 2. ) non rei diuinæ faciendæ gratia :
Ecordes féd potius moderandi ardoris , qui ad pri. Lib.s.bell.
profs mum quemque cum hofte congreſſum , mi , Pelepon.
cunoat litem accendere folet cantum ribucinumad
hibebant;cuius modulatio hoc efficeret , ve
ſedatè , cunctanterque incederent, ac pug
RIDA
nam capefferent. Contrà qui frigidiore celo
degebant , minuſque vehementes primùm
la habebãt ſpiritus,tubarum clangore , lituum
ediu ſtridore,fcutorum pallatione,virorum cla
more,tympanorumque impulfione ad præ
lium inflammabantur .
zdag Vangiones, Batauigtruces, quos are recuruo
Stridentes acxêre tuba . 3 Luca.lib.si
5, 14
C o m Nim iru m var iè(vt inq uit A riſt otel es 4.Jan i debello
Pharſa .
vi ta k mi affe & us & Muſ ica par ant ur :exi ſtu ntq; ex
eius modulationibus magnæ morum , atque Politie lib .
a & ionum in hominibus mutationes. Quæ 8.cap. S. s .
pelis etiam cauſa Platonis.fuit,vt diceret cantum In dialog
tum Lydium ,tum Phrygium adolefcétibus, u.de cap.
in quos liberaliter inſtitutos velis effe, adimen
molt dum quod alter luctu animum deijciat, at
min que affligat:alter exciter ad libidinem , & lu
illi xuriam Et certè non malè ijs duobus tertiú
quis adiecerit Marixdu fcilicet,& qui fanatico
ein furore inflammat ,ac percellit :quales memo
17 rantur fuiſſe, qui in ſacris Deorum ,quos va
710 na ſoluit antiquitas , hymni cantabantur à
Cory .
 126 DAEMONA LATRET AE SAG.

Corybantibus Cybeles facerdotibus ( quas

& ob id Byrápuovas, id eft, ad fonum faltātes
vocauit Homerus)cum cymbalis , alijsq; Mu .
ſices organis,atque inſtrumentis.
Tympana vos,buxu ý, vocat Berecynthia matris
Idea 6 .
Virg-9. A. A Bacchi Baffaridibus clamore vaſto, ac dif
heid.
ſono ipſum aërem complentibus.
Quacung, ingrederis clamor iuuenilie, Ovna
Fæminea voces ,impulſaģtympaña palmis,
Concauag, ara fonant, longog,for aminebuxus 7 .
7. A Gradiui Martis Salijs , qui per vrbem pul.
Ouid.4.Me- fatis ancilibus canebant carmina cum tripu

dijs,folénique faltatu. Denique ab ijs omni

bus,quinocturnis facris, quæ ob id yyxtüdros
vocabantur,operari ſolebant.
-qualis commotisexcitafacris
Thgas ,vbi audito ftumiulantTrieterica Baccho
Orgia,nocturnusy, vocat clamore Catheron 8.
Xing 4.A. In quibus & annumerare licet , quos huius
temporis ſagæ Dæmonibus permixtæ exer
cent denocte cantus, & clamores. Nam fiex
fonorum temperata , atque æquabili varie .
tate non modò hominum , fed & belluarum
(vti Herodotus de Arionis Methymneidel
phino refert) mulcentur animi , ac ferociam
ſua exuunt certè diſcordia,ac diſcrepátia ad
vefaniam pacatiſſimi etiá adigétur,ac cópel
lentur.Idq; adeò vt modò dixidemonftrat,
qui in prælijs adhibentur tympanorum ,tu
barum , & vociferationum promifcui tumul
tus, ac
 LIBER 1. 127

fus,acftrepitus,qui & vecordifſimos quofas

pugnarú apertiffima pericula inire copellút
A bre ciere viros,Martemg, accendere caniu 9.
Horum autem fimile aliquid intercedere 6.Æneid.
oportet in ſagarum no & urnis conuentibus,
quo ab humanitate omni, fi quæ illas fortè
adhuc tangit,deducantur.Nam illinc effera
tas diſcedere conuenit,ac quaſi rabie accen
fas: quo fcilicet fint ad mortalium perni
ciem , exitiumque (cui vnirei incumbunt
Dæmones ) inſtructiores ,ac paratiores. Er
go miris modis illic mifcentur , ac turban
tur omnia , nec vlla oratione fatis exprimi
qucat , quàm ftrepant ſonis inconditis, ab
furdis, ac diſcrepantibus. Canit hic ad tibi
am , vel veriùs ad contum , aut baculum ali.
quod, quod fortè humirepertum buccę,ceu
tibiã admouet,vt poft multos recitauitMar
gareta lanina to. Iflc pro lyra equi caluariams Morhangi?
pulfat , ac digitis concrepat; vt narrauerunt Cale.sept.
Margareta Doliaria 11. Sybilla Capellaria 1987 ,
12. & Sinchen Mayà Speirchern 13. Alius fu Vergauille
fte vel claua graviore quercum tundit: vnde prid Calero
exauditur fonus ac boatus veluti tympano Noue. 1586
12 .
rum vehementiùs pulſatorum ;quod obfer ibidemts.
uaffe fe meminerut loãnes Bulmius, & Deli Calen. Dcc.
1586.
deria eius vxor: Intercinunt rancidė,& com 13.
polito ad lituimorē clágore Dæmones,ipsú. Amantis
que celú fragofa , aridaque voce ferunttota 6 Calima
1586.
turba, colluuieſqueclamoribus,fibilis, pau
fu,vlulatibus furit & bacchatur. Etomnino
talis
 128 DAEMONOLAŤREI AE SA O.

talis eſt, quales Syrbenæorum choros fuitre

memorát Athenæus 14.ex Clearcho: in quo
Dypronop . fcilicet quiſque caneret, quod fibivideretur,
lib.as.
nec auſcultaret , quod præſcribebat is qui
choro præerat: Aut quale ſolet effe remi .
gum celeuſma,vbi procellæ , tempeftater
que impendent.Accùm his penè eue &ti fino
omnes, qui interſunt: tamen priuſquam di
mittantur, gratias Demoni ingentes ab illis
agioportet, quòd eos videlicer bearitadeò
feſtiuis,ac lepidis cantionibus : Si quis enim
hoc facere aut negligit,aut detre & at, præfto
illi ſunt verbera :acadeò tam fæua, crudelia .
qué, vt fæpè integrum biduum ex eorum
dolore ei, qui ſentit,ſit decumbendum : vti
Ioanna Granſanctæa , aliæque eius farinæ
pleræque retulerunt . Sed hæc for èproli
xius de re non vtique admodum feria : non
fuerunt tamen Gilentio prætermittenda : vt
ſciant homines non eſſe temerè , quòd lic
Dæmonibus inconditæ illæ , atque abſona
voces placent.Quamquam & hoc rectè aiunt
fimiles habere labralaccucas.
MORE HOMINVM DAEMONES SVOS
conuentus agere,vbiſolita in fideiclientelaris pre
ftatione oſcula ,amplexuſ à ſuis excipiant:vnum
qúe ex omninumero eſſe velutiprincipem , cui bic
bonos folenniter exhibeatur.
CAPVT XX.
VI patronis honores lege clientelari
Q debitos præſtát, eorum le genibus ad
uoluunt,
 De uoluunt,ofcula porrigunt , iun & algue ma
ud pus in illorum pallas, didu &taſque inferunty
demiſſum , beneuolum , obſequentemquca
zu nimum iſtis veluti fymbolis profitens. His
ni perſimilia Dæmones à ſuis feueriſsimè et
e iam exigunt,quoties conuentus fuos agant,
1 verùm morcalieniſſimo, atque indigniſſi
mo,vti ſolent alia omnia facere. Atque aded
pervnum ex ſuo numero ,quitum principa- Getbeuillet
tú inter eos obtineat.Beatrix Bayona i ſpon 4 Non Ads
If te,ac nullo etiam interrogante recitauit v. guft.i58s.
10 num ex omnibus folitum effe è fuggeftuin Mainerij e .
a cella aliqua eminere vultuoſum , ac faftuo id jul. 15893
3.
fum , ad eumque timidum , ac trementem Ausherijs.
ſuo vnumquemque ordine accedere : dein- Non Ianu .
1 de in ſignum obſeruantiæ ei lead pedes ab. ists.
ijcere, pronumgue,ac venerabundú coràm Pangzij 14
7 ampleáti NicolaaGanatia 2.Cuninus Gug- Calc.linu
t notius 3.Fráciſcus Fellæus 4.eius foror Fran . s
C ciſca ş.ac Barbelina Rayel 6. itidem aiunt è ibidem so
multis femper vnum eſſe , ad quem fumma Id Notes
1584
imperij ,ea qua cóueniunt nocte,redeat.Qué
principatus honorem non eft quod quis fa. Blainvi198
id la . lle7
buloſum exiftimet, aut etiá ex vulgierrore,
ſuperſtitioneque aliqua promanafle putet : i.part.qu.
109. artic.
quali fuperuacaneum fit ibi ordinem qua . & 2
rere,vbi fine lege , ordincaue funt omnia :
ſciat eum effe etiam ex recepta inter pios, lö repeti.
tions M&
probatosquc authores fententia. Nam &
Diuus Thomas 7. Franciſcusa Vi & oria 8. & In Herometa
Antonius Turquemadius 9. dt ca Demo- concido
dum
 1630 DAEMONOLATREI AE SAG,

numin Dæmones prærogatiua, ac poteſtate

adeò luculenter differuerunt , vt nihil am

10 . plius quęrioporteat :maximeque poft illud

Matth . g . quod ex Euangelio 10. memorant obie& ú
& 12 . Chriſto à Pharifæis conuitium , quod fcili
LUC.II. cetin principe Dæmoniorum Behelzebub
Marc.
Dæmonia eijceret: Nam licer ea fit Phari
fæorum oratio, habet coniunctam cum an
tiqua Hebræorum Theologia opinionem,
ſicutiautumancin eum locum interpretes:
Etid diſertè ftatuit Eufebius CæfarienGs ,
In confura.contra Herodem diſputans. Siquidem affir
PhiloArati, mat lamiam illam , quæ Menippum infano
amore torquebat , Dæmoné fuiſſe, qui Apol
lonio maioris,ac potentioris Dæmonisagen
ti aulpitiys obtemperauerit. Et fi quando in
feriorum ordinú Dæmones detrectant pa
rere, quibus primum euocáturcarminibus:
vis demum illis denunciatur ab ijs Dæmo
nibus non ferenda, quiſunt ſuperiorum or .
dinum .Quæ potentiſsima,caſtigandæ iſtius
vel moræ , vel contumaciæ apud illos ratio
eſt. Vti proprijs ,ac expreſlis ad id formulis 7
docuit Hieronymus Mengus in fuis exor
ciſmis, ipfe anteà id à Lucano abundè edo
& us. Ac quemadmodum Ecclcfię ſuæ caput
eſt Chriſtus, ita & habere damnatos ſuum
Coryphæum , cuius perferant imperium
( hunc Porphyrius Serapidem , poécarum
turba Plutonem appellat ) fubftantiarum
quoque coeleftium ordines alios eſſe,qui re
gants
 LIBER 1.

at gant, atque imperent:alios rurſus,quiregi

m mini,imperioque ſint ſubditi. Dionyſius 12.
UN in cæleſti Hierarchia tam multis oſtendit, cap. 4
a. vt otiofæ futuræ ſint omnes rationes , fi quæ
præterca in eam ſententiam hûc afferantur.
Et antiquitasmaiorum , minorumque gen
tium Deos diſtinctis ritibus coluit. Porrò
C non ſemper effe fatisfactum officio ea , quæ
di&a, genuum poſitione,ac coxæ amplexu :
fed prætereà ( di& u indignum ) ab inuitis
11 ingerendaeſſe oſcula Demonis podici,poſt
quam is fefe immutauit in hircũ horridum,
10 ac multo grauius olentem , quàm hædi fo
| lentineunte bruma,multi memorant. Poft
hæc etiam euni migrare (inquit Ioanna Grã.
fan &tæa 13. ) ad aſpicientium terrorem in
immane aliquod monſtrum , vaftitate , for- Conduit
maquedolio non abfimile: cui os enorme, thenfe lede
1582
fumo permixtas flammas indefinenter euo .
mat :idque vt pauorem fuis incutiat : quod
s fæpè facere geſtit ,quemadmodú alibi com
) modiùs dicetur. Adorationis etiam modus
$ is omnium vulgatiſſimus à fagis perhibetur :
primùm in genua procumbere auerfas dein
de manus in morem obreſtantium compo
1 nere:fed poft terga , atqueinuerſas tum il
lum verſus porre & as ſuſtinere tantiſper,
dum fatis, ſupergue eſſe voce ſignificauerit.
Ita malus , prauuſque diſtorta, acperuerſa a
7. mat omnia.
I A DAE
 DAIMONOL ATREI AL SAG.
A DAEMONIBVS SAEPE MAG
na vi in fruges,ac fata immitti variarum fpecierum
beftiolas,quaea momento populentur , acdepafcane
sur. Quomodo ,id fiericontingat.
CAPVT XXI.

ST malo Dæmonicum natura bellum

ficodio immortaliimbutű, vt quæ hæc
toto conatu ,ac ſtudio edere incumbit,
illecontrà ad vaſtitatem ,atque exitium ſem
per adducere contender, Ac quafi ad id non
ſatis ſine grandines, pruinæ, reliquçque aéris
tempeftates ,atque iniuriæ , quibus fe vulgo
immifcere creditur;alia prætered muſta,vel
ad prodigium adhibere non ceſſat, quibus
id tandem conſequatur, & perficiar. Alexia
Inagro Tec
tsæa an.1883 Violæa 1.refert fe , poftquam bacchantium
more hac,atque illac vnd cum æqualib.mul
Ads. Apri.
so. Calend. tum difcurriſſer, folicam in aërem fpargere
Mart.1987 . minútum quendam puluerem , ad id fibiido
3.
concefſum :vnde erucębru
Haracurig circo à Dæmone
4.Id.Non. chi,locuftæ ,atque id genus peſtes fatorum
1586 .
adeòdenfæ nafcerentur,vtijs agri illico vn
Haracuriz diquaque contaminarentur. Apra Hofelo .
13.Cal. Ian, tia 2. Alexia Drigxa 3. Odilla Boncuriana
1586.
S. 4. & Rofa Gerardina š . memorant fe fimili
Ja agro Sti.fa &to ingentem murium copiam non ſemel
nenfi Nonis
in agris excitauiſſe , qui illico in terram ſe
Nou.2586 .
6. abderent corrodendis ortarum frugum ger
Caftro sali minibus. loanna Porelia 6. fatetur ſe eo
ni menf. A
pril 1582 rum,quibus malè cupicbar,iumétisaſtrum
fæpe
 LIBER I. 733
fæpenumerò immiſſſe, à quo frequentatis
aculeis tandem miſerrimè necarentur. Idý;
præftare potuiffe, quoties volebat ſola plan
fa
tæ, quæ prima ad manum veniebat ,euulfio .
ne, acin terram cum præfatione certi alicu .
jus carminis,deie &tione.PetroniusArmenta
rius,ac loannes Malriſius, quod ſuo loco fu
lus
fius dicetur,lupos itidem illiſo in arborem
gramine aliquo excitabat,qui in illud , quod
juſtiffent,ouile irruerent,nec nifi edita mag
fen
na ſtrage finem vaſtandi facerent. y Velſch
70:
Antonius rogatus, vt ſortilegorum ſodali
Cri
tati hortum quem ponè caſam fuam habe
bat,in noctis fequentis ſaltationes common
daret,primùm quidem negauit ſe id facere
poſſe ,quòd diceret fibi eano& e peregreeſ
ſe oportere:fed cùm nihilominus pergerent
m
rogare ,atque adeò profuo iure inftare, ex
orari quidem ſe fiuit: ſed tamen ſicuri ante
cauſarus fuerat alio profe & us eft. Poftero
igitur mane domú reuerſus, ac hortum for .
tè ingreſſus eum pallimcampis,aclimacibus
11
depaftum reperit , ipfiſque beftiolis etiam
num oppletam vndiquaque horti aream .
Quod tamen tacitus tulit ſolita fcilicetnefa
riæ illius ſodalitatis veftigia agnofcens.Nam
& hæc primùm denegandi horri , tandem
gue domo excedendi
fuerat occaſio ,ne pro
prij videlicetdamniſpe& ator ,adeoque mi.
r
niſter eſſe cogeretur. Ac quod hic inſur
gunt disores, atque increduli quidam ho
13 mines
 134 DAEMONOL ATREI AE SACI
homines non eſſe in alterius, quàm Dei oma
nipotentis poteftate quicquam creare,ac fin
gere,noui quidem nihil allerunt: fiquidem
omnia 7. per ipſum facta eſſe omnes fciunt,
loan.pri & fineipfo fa & um eſſe nihil , quod fa & um
mo cap. eſt, neabangelo quidem vſque ad vermes,
Verùm quid verat illa iam ſparſim creata in
vnum celerrimè locum à Dæmone cogi , ac
coaceruari , cui longè ettam difficiliora lic,
cere non vno huius diſputationis loco a
pertè eft demonſtratum ? Et haud fcio , an
quæ plerumque inter tonandum vnà cum
pluuia in terram decidunt veluti ranarum
agmina , illius afte , atque operaante fue
rint ſublata , cùm nec in aere tam parua
momento , quo nubes ibi conſiſtunt, gene
rari, necante à ſole, vti vapores , expiratio
neſque terræ ſurſum attrahi, atq; cuchi pof
fe videantur. Cuius generis & probabile eſt
fuiſſe , quod Dæmonum impofturis adhuc
8. ludificata antiquitate legimus & fanguine,
Apud Iulia terra,lapidibus,lactc,teltis,oleo triduum e
Obſequent
tium in lib.tiam aliquando pluiſſe. Nam ea à natura cau
de Prodig. fam nullam probabilem ynquá habuerunt,
Et illa ipſa antiquitas fatis alioqui naturæ e
do & a leges inter prodigiofa ng papà púsin
accidentia femper enumerauit . Iam vt mi
rum videri non debeat fi quæ beſtiolęcótra
innatam grauitatéin fublime feruntur: imò
inde in terram cum impetų etiá incolumes,
ac falux prorpunt,in eum quem natura de
C1 dit lee
 LIBER 1.

Othe dit locum congeri,ac coaceruaria Dæmone

queant. Siquidem vulgòid præſtant, quile
fin
uiter etiam Magicis artibus funt imbuti:
den
Quemadmodum noftraçtate viſus eft Nan
UN
ceij Comes quidam è Germania vniuerſas
cubiculi muſcas circa infixum in parietem
DE
pugiunculum congregans , non aliter atque
apes in fuga vberis inftar è ramo pendere ſo .
lent . Et alius è tota vicinimte,ac confinio ex.
citosangues in ignem Magico circulo con.
cluſum inducens,ac,cum ex ijs quæ corpore
immanior erat in illum ingredi detre& aret:
coacta eft tamen repetito identidem carmi
neid facere,ac fe cum cæteris in obiectum i
76
gnem dedere,& prouoluere. Quæ fi homi
nes Demonum opeadiuti minimo negotio ,
etiam ad oble &tationem pręſtant: quid que
ſo fa & uros Dæmones putamus , vbi ad ex
piendam , quæ illis innata, atque inſita eſt,
nocendi libidinem , fe totos parant , ac de
nouent ?

NOVI SEMPER ALIQVID A SV

periore conuentu afferri oportere , quod in alte
rius fit patratum exitium ; nec impune elſe,
fiquis ab iniuris , ac maleficio vacuus ad fequens
tem redeat.
CAPVT xxii.

Vemadmodum folent heri in villicis

procurator
Qepar over ibus, cùm eorum rationes
S,
expendunt, fegnitiem , negligentiamg; du
rids
 REIAL
336 DAEMONOLAT SAO .

riùs caftigare:ita Dæmon in ſuis comitiji, gd

tempus examinandis cuiufque rebus , atque
a& ionibus ipfe conftituit,eos pellimè habe
reconſueuit, qui nihil afferunt , quo ſe ne
quiores , ac fiagitijs cumulationes doceant,
Nec cuiquam adeò impunceſt, fi à ſuperio
Te conuentu nullo fe fcelere nouo pbftrin .
xerint:ſed ſemperoportet , qui gratus eſſe
volet, in alium nouum aliquod facinus fe
ciſſe. Quod Dominica Zabella 1. ait ita el
ſe cognitum omnibus , qui nefariam illam
militiam fequuntur, vt de hoc vno maximè
fint ſoliciti , ne ad indi &tos conuentus veni.
ant ab ea ratione imparati.Acnein hocfeig.
norationis excufatione vlla defendant, im .
Rogeuilla probus ille Magiſter figillatim de omni.
jo agro Ten bus, quæ à ſuis poftulat,ſcholas habet , præ
Frço 40.1583 ceptaque tradit : veluti de frugibus inferen
Puſz prid. da calamitate ; deimmitcendis in arbores,
Col. O & ob, fruticesque bruchis,papilionibus,erucis ,at.
1986,
que id genus infeſtis vermibus: de faſcinan .
Abidem Cat.do pecore :de ſegetibus pelliciendis , labefa
Odto isso. &tandisque,æruginc,aut tabe quauis alia: de
Gerbeuihçi ſpargendis venenis, atque adeò de perden.
1.Non.Mi. . do,quantum in eis eft,vniuerſo mortalium
genere ; vt vnumquodque horum fingulite.
Fangæij Itatum ſua confellione reliquerunt.Hennel
prid.Non. Armentaria 2.Anna Ruffaz. Ioannes Piſca .
P ¢¢¢ .1584 .
tor, Coleta cius vxor 4. Matheola Guillerca
Ibidem . s.Franciſcus Fellæus 6. ac ferè omnes , quos
Cal.lapunk.
ca forrilegij labes aſperfit.
DASMO ,
 LIBER 1.
DAEMON ES SE IN VARIARI'M ANT
mani um formaspro tempore atque vfu inducere :
QW
quoties inter juos verfurivolunt,precipuang, femei
ebe
no per eſſe herii,maximè ùm ſe publicè colendos, ve
nerandoſque exhibituri ſunt.
ric CAP . XXIII .
A Emones non efle prauos mentis in
TIR
D hominibus affe & us, quemadmodum
Elle Democritus, Auerroes , totaqueadcò Peri
Tel pateticorum ſchwlacómenta eſt; fed potius
fpiritus,vt fic dicam eflentiales, ac ſua natu
raconſtantes ſatis illud Euangelij 1.arguit, Matth.cap.6
vbi memoratur illis rogatu ſuo conceſſum yerlina
fuiſſe, vt in porcorum gregem abisét. Quo
modo enim auaritia, air bitio,acperfidia in
le porços demigraſſent? Rurſus eos cùm velua
ti in certamen cum homine deſcendunt,nó
Vanis imaginibus , ac fimulacris : ſed compas
$ ratis , quæ ſub ſenſum cadant, corporibus, ac
paveposegi lua poalevcongredi:licet non v
go no iſtius diſſertationis loco demonftratum ,
vt ſuperuacaneus futurus fit labor ,fi quis i
terum in eam rem impendatur Sed hoc ope
7 ræpretium elt nunc videre, quas illi formas,
1 ac ſpecies præcipuè Gibi aſſumant, non qui.
dépro eius clementi , in quo verſantur, qua
El litate , & differentia ( quod Pſellus 2.attigit) ca qoon .
fed vtiid,ad quod ſeparant, munus, ac off do namo:
1 cium magis poftulat,atque exigit. Cùm igi- homipe of occumper
.
tur primum aggrediuntur hominem allo
qui, ne is ad inſolitæ rei aſpe & um tam facilè
Is expa
 DAEMONOL ATREIAE SAG .

expauefcat,humana libentius ſpecie occur .

runt,eaque adeò, quæ prę ſe ferat honeftio .
rem aliquam formam; nimirum quo ver.
bis ſuis authoritatem , fidemque maioréad
iungant : Illifque ob id veſtis nigra , & pro
milfa magis placet , quòd ea vtatur nemo ,
qui non fit apud ſuos in aliquo honore , &
pretio.Quamquam non defunt,qui ad tege.
dam potius pedum fæditatęın ( quod illis
perpetuum eſt infigne, ac veſtigium infitæ
turpitudinis ) conſulto adhiberi puţent.Ce
terùm colorem atrum magis arridere, quia
nihil niſi atrum , funeftumquc ipfi vnquain
hominibus moliantur. Acvbi iam conſue
tudine aucta eſt familiaritas, & cæpit pauor
frequératione paulatim decedere , tum pro
yſu , atq; tépore modò in hæc, modò in illa
vertuntanimalia . vtpote, fi quempiam per
viam comitantur, cané frequentiùs referút,
quod is,etſiaſſiduè ſubſequatur, nullam ta
men aſpicientibus ſuſpicione malæ rei præ
beat3. Sic Andreas quidam Italus canem
Entrop. lib. cæcum , & rụffum ſecum ducebat Anno
16.
M.D. XLVIII.qui vniuſcuiuſque arcana a
periret,ftupendáq; alia plurima ederet . Sic
né nigrica
Vperpergia CorneliusAgrippa 4.cacodæmo
definum . nis ſpecie quotidianú aſſeclam habebat, cui
collare erat loreum Magicis per clauorum
emblemata notis inſcriptum Sic Dæmones
Pauluslo: ſepté in Nicæa ciuitates inter ſepulcra deli
mius in cias
telebát ſub forma canis obuios quoſq; incef
elogio .
ſen
 LIBER I. 139
re
fentes: donec eos D. Andreas 6. rogante po
Po pulo in ſolitudines exegit.Sic non ita pride Abdias Ra.
. ruſticus quidăapud Vogeſos ( huic Delide. by pricom
rio Financio nomen fuit) liquandò vnàcú futi A.
popularibus diſcumbebat ,pedibus aduolu- polto.
)
tum canem habebat,à quo demifla clam man
8
nu venenum acciperet, quod deinde cui vel
Jet infunderet.Ex eoq; fatis multos perijſſe,
priuſquam illius fraudis in eum vlla tranſ
2
ferretur ſuſpitio. Quod ſi quem tranſuerſo
aëre ſunt ve &uri , vti fæpè euenit,cùm ad co
uétus fuos nocturnos properāt,equú ( quod
animal in eo genere officij maximă pernici
taté habet) ſępius induunt, ac feffores ingéti,
quò voluntceleritate tranſmittunt Sicme
morat Olaus Magnus 7. Hadingum Dano :
rum regem in fuum regnum , quo nonnul- Li.3. hiftor.
lorum fa& ionefuerat eiectus, per immenſa degentibus
maris ſpatia ab Othini Dæmone in equiſpe- ca. ig.
cie eſſe redudum.EtTorquemadiusin He
xamerone recitat habuiſſe ſe ,cum primùm
literas attingeret , æqualem , cui ſub noctem
Gadalupo , vbiGrammaticæ dabat operam ,
ad deambulationem egreſſo obuiusin equo
Dæmon perſuaſit, vt poft fe in codem equo
federet viam vnà confecturi Granatam ,
i
quo vtique animuserat poftridie contende
3 re : Hocqueiter licèt longa diſtans interca
pedine ,vnica tamen nocte,etiam in tardo, &
claudicante equo expediuiffe : Ac ne quis
huic de ſe talia narranti paruam fidem ha
beat ,
 140 DAEMONOLA TREIAB SAO,
beat, viris fuit non vulgaris, ac cuiuſuis preso
tij, vt qui in Caroli V.Imperatoris comitatu
Medicinam honeſtiſſimis ſtipendijs fecerit ,
Hugo Flo. Et alicubi 8. G benè memini habent Franco .
siacenfis. rum Annales ( eum quidam aſſeruit fuiſſe
Petrus Ab
bas Clunias Comité Matiſconenſem ) quiab epulis, quas
cenfis,Gul tum fortè otiofus celebrabat , foras euoca
Paradinus cus in præſtolancem præ foribus equum in.
Sabandiz lilire cogeretur ,à quo ftatim videntib. mul
cis ita ſublimistolleretur, vt videri ilļico de
fineret : Nimirum fi dies , eaque hora illi di
&a erat , qua ex parte in malam rem eſſet
Dæmone abducendus . Et Inuillæ ad The
riotrophium , pluribuſque alijs in locis hu
ius prouinciæ teftatum reliquerunt , ſuos
à ſe fæpillimè viſos effe Dæmones D. Hum
berti præ ſe ferentes imaginem ; qualè vul
goin triuijs depi&am videre licet. Iam ve
rò G forrilegos alicuius rei monitos efle 0
portet ; & funttamen in præſentia , quicollo
quium impediunt homines, in muſcam exi
guam migrat Demon, iam ob id noto nomi.
ne Beelzebub, atque eo habitu vicinas auri
bus partes fubit ,quo propiùs quæ vult inſu
ſurret. Id4 Claudia Symoneta 9. Cafteleti
Cal.o to fortilegij damnata , præter plerafque alias,
quarum nomina nuncnon fuppetunt , vnà
cum Antonio filio obſeruauit, inquentes fa
bi circa tépora obferuatum fnille illa muſcæ
fpecie Dæmonem , cùm in carcerem dedu
cerentur: ac diligenter monuiſſe , ne feipfi
inten
 LIBER 1.
Intentari criminis manifeſtos ſua confeffios
me facerent, quamlibet exquiſitis tormentis
adid vrgerentur.Cófoſſosenim certiſſima,
acſæuiſlima ſupplicia manerc : contrà filin
i guam continerent, futurum , vt propediem
lalui,incolumeſque euaderent. Nocu etiam
fæpè iuuas in alienas ædes per tegulas, per
cancellos, perq;tenuesatque anguftos alios
meatus fe vna cùm Lamijs fuis intromitte
re : Huic vfui felis conuenientiſſima eft for
1 ma. Hanc libiaſſumünt adeò germanam , ac
natiuam,vt niſi rabie, qua maiore graffantur
quắm ſolent domeſtici,vix diſtingui,ac dig .
nofci qucant:Sicuti plerique omnes,quibus
aliquando ea res perfpe & a fuit, conftanter
aſféruerunt. Iam ſi quem hocvrit, quod fui
loci , atque ordinis alius quiſpiam in pafcen .
do pecore fe diligenter habeatur,folicitum
que tenet quomodo conceptum in illum ex
ea inuidia odium , amota omni fufpicionc,
expleat : tum auxiliaris aliquis Dæmon af
ciſcitur, qui lupi formam prædabundus in
eius gregem irruat,ac edita itrage ſerui incu
riam apud herum accuſet:quam etiam pecu
lij damno tandem farciri illum conucniat.
Idle Patronius Armentarius 1o. & Ioannes
Malrifius 11. ita fa & tiraſle inter alia nefarix Dalhemit
ſuæ artis portenta Ingenue ſunt profeſſi:Ar in
goovalo ra
eiſcendique,atque cuocandi Dæmonis mo 11.
dum fuiſſe, euullum gramen in fortè obie. Tra
Sexeri
nfylue
& ximminentis arboris truncum conceptis mijn
quibur.
 743 DAEMONOL A TREIAE SAG .

quibuſdam verbis impingere, quo fa & o in

de lupus ſtatim exoriretur , quimomento ,
deſignatas ad cædem pecudes diſcerperet :
Nam certè ci miniſterio cóuenientius nihil
deligi poterat ea fera, quam
natura pręter a
lias præcipuè ad prędam inſtruxiſſet.Vrſie
tiam forma non nunquãgeſtiunt videri Dæ
mones,cùm videlicet hocagūt,vt ſuis quam
maximè terribilesappareant : quod tú pre.
fertim demonſtrant, cùm tempeftatibus in
aére commotis fuam immanitatē oſtentant,
Idq; obſeruaffe ſenon ſemel recitauit Barbe
12 . lina Rayel12. addens conſueuiſle illos præ
Slainuilla tercà ad maiorem horrorem cymbalorum,
ad aquas id .tintinabulorum , cathenarumque longam
Lenua. 1987.
poſt ſe feriem trahere,fremituque, atq; vlu.
latu horrendo omnia permiſcere :In quota
men illam hallucinatam fuiffe facilè credi
derim ac ſpeciem imitationemq; proveri
tate in tanto tumultu , ac trepidatione præ .
cipitanter accepiſſe. Quamuis & fichorribilt
In lib qui forma à ſe vifum retulerit Hernias 13. D.Pau
Seclella di li (vt quidam ferunt) diſcipulus:nimirúbe.
citur,viâo-ftiz, quæcetis inftar erat,locuftaſq; igneas O.
re affatim euomebat . Poftrema, eadég; gra
tiffima eft illis hirci forma, cùm non iam ali
cuiſeminiſterio parát: fed magis hoc agút,
ve ipſi obſeruantia aliqua ſuis ſe colendos
exhibeant, atque apud eos maieftatem ali
quam fibiconftituant. Quam veluti perſon
dam quare ei potius a & ioni adumbret, non
 LIBER I.

eft facilè conijcere, niſi fihoceft, quod re .

3 gem decet eo habitu in publicum prodire,
qui maximè eius virtutes exornet , ac de
monftret : aut quod de Pythagoræorum
Meter uxure memorant, id corpus iuuat po
tillimum inire,quod moribus, ingenióque
conuenientillimum eft. Hircorum præter
cæteras pecudes nobilitatur graucolentia :
nulla re tam certo ſuam Dæmon teftatur
præſentiam , quàm odoris fæditate intolera
bili.Hircorú libidinoſa obſcenitas etiá pro
uerbio locú fecit; hoc vnú Dæmó præcipuè
fatagit, vt fuos rebus Venereis quá maximè
deditos habeat : Et ne delit occafio , ipſe ſe
quoties illis occurrit , in ea formáinduit, 5
huic vſui fit accomodatiſlima : nec adeò de .
ſtupro interpellare ceſſat, donec ad id , quá
uis ingratiſlimū,iniucundiffimúq; illos pel
lexerit: Hircorú in obuias quoſq; effufa fa
pè petulantia eft, nulla non obit,ac pererrat
terrarü loca Demó, du oftendat in qué impe
tum , incurſumque faciat: Hirci faliua fru
Quis ( inquit Varro 14.) venenum eft , eiuſq;
détes fatis interitus, ac peſtis præſentiſima.
Que etiá cauſa fuit,vtin lege locationis fun Libe !. dere
diexcipi ſoleret, ne colonus capranatum in , & Libe.
1 fundo paſceret. Et Aſtrologi ita id animal 2.cap.se
receperütin cælum , vteum extra limbum
duodecim ſignorūcollocarent: Satánę vipe .
rio morſus eft ,affatus lethalis, & exitioſus:
i fac poftquam è colitûm concilio ,ac cætu eft
detur
 144 DAEMONOLATREIAE SA .
deturbatus, hominum rebus ſe importund
præbet , vt nulla maior cautio fitijs, qui in
tutela pecoris Dominici excubant, quam il
lum longiffimè ab eius ſeptoarcere, ac pro
hibere. Hircis obtutus trux , ac ferox , frons
cornibus aſpera, barba promiſſa, ac inculta ,
villi temerè pendentes, ſuccincta crura , to
tuſque adeò habitus corporis ad deformi
tatem ,fæditatem que comparatus , vt aptior
abco deligi non queat,qui intus foriſque fa
da, horrenda, atque im niania habetomnia .
Siquidem fimiles (quod aiunt) conuenit has
bere labrala & ucas . Er omnino qualisqua.
lis ratio fingi poflit eorum penes quos huius
rei fides elle debet, cóientienti renúciationc
teftatum accepimus hircinum iſtiuſmodi
phaſma, ac perſona Dæmonilongè eſſe gra
tiflimam : præſertimque, vbiſe ſuis honore
aliquo afficiendum exhibet . Quod & Ga.
Rib vioida guinus 15.ſcriptum reliquit de quodam do.
seb. geftis core Theologo primatum monafticum a
Fra uCo.. pud Ebroicas obtinente (huic Gulielmo E
delino nomen fuit ) quicùm illuſtré quam
dam matronam deperiret, neq; tamen eius
potiundiſpem vllam reli & am iam videret,
à Dæmone quouis pretio depaſcendos fibi
eosamores potius exiftimauit, quàm non il.
lis tandem fruipro libidine . Ergo id vt im .
petraret fupplex (ea enim pacto addita fue
rat conditio ) Dæmonem in hirci ſpecie ve.
aeratus eſt. Eam quoq; pa yonatpilavTor
quem .
 L I B E R I. 145

i quemadius16. vir Hiſpanus frequentem a

iin
pud ſuos effe memorat. Etfi eius initiú lon- in Hexe
1
giùs arceſſere placet, ab antiquiſſimis ad hæc merude.
a noftra tempora iam manaſe reperietur. Ná
" & in Apollinis arce ingenté ſeu hircum , feu
atietem ancum edito in loco repofitú fuif
/ . fe ,cui diuini honores adolerétur,Heſychius
aliją ,Græci ſcriptores meminerunt.imò &
hirco in ſacrificijs impenfiùs delectatos Dę.
mones, fidem facit illud Theſei, quicùm in
1
littore maris Veneri capra feciſſet, fubitò ea
3
in hircum ,quaſi ea ſola grata effet hoſtia, im
: mutata eſt :vnde & poft Epitragia vocaricæ .
I pit. Idem fa &citatum in Calliętéplo, quod in
Gargano monte viſebatur,tù in eo vbi Am
phiatai oracula reddebantur , & Strabo , &
Pauſanias ſcriptum reliquerunt.EtAEgipa
-
nes, Satyri, Sauni, Sileni, aliaqueruſticorum
lo Deorú turba, quos vano erroredeluſa gen
a tilitas coluit, hircinis deformes membrisſe
femper vitendos præbuerunt.
QVIET AM , ET LABORIS EX PERTEM
fuiffe , qua olim eueniſſe legitur hominum àbonis
Angelis per aërá tranſuectionem : eam verd , qua
nunc circunfertur ſagarum à Demonibus , plonam
effemoleftiarum ,&laſsitudinis.
il
CAP. XXIIII .
16 Abacuc Propheta momento ex Iudça
1. 1
10 HI in Babylonem tranſlatus fuit, vt pul- Draieliose
of mento , quod melloribus fuis ferebat, Danie
7. lemin
 146 DAEMONOLA TRSI AL SA

lem in lacu leonum paſceret: in ludæam ab

eo loco pari celeritate relatus . Philippus
Allu Apod quoque Diaconus 2. pofteaquam Eunuchú .
Candaces AEthiopum reginębaptiſallerin
via , quæ ab Hierofolymis in Gazam ducit ,
fubitò in Azoto viſus eft:Etaliàs fæpè fpiri
tus Dominimultos rapuiſſe,acin lóginquil
fimas regiones incredibili celeritaterráſpor
taffe in facrisliteris legitur. Verú adeò tran .
quilla, ac quieta ve & ione, vt lomniū potius
quàm vera aliqua migratio efle videretur: v .
ti eius beneficia ſemper adiuuane,nunquam
decipiunt : Satanæ contrà vbig pernicioſa
funt officia,ſolacia moleſta, damnofa libera
litas, intempeſtiua ftudia. Ergo fiquando
fubleuandi laboris occafione fuos ficper aé
rētranfmittit,longè grauiorilanguore con
fectos relinquit, quàm fi incitatillimo curfu
Vellead viam , & afperā pedibus confeciſſent:Quem
Morellam admodum Catharina Ruffa 3. Dæmonis,cut
S. Cal.lul.
3587. ſeaddixerint, fraudes , atque impofturas in
medium proferens enumerauit. Addit este
Blainuille, Barbelina Rayel 4. ſe tæpè ex ea geſtatione
Ianuar.1587. in tantum exagitatam ,acdefatigatam fuiſſe ,
vt domum reuerfæ perpetuum triduum de
cumbendum eflet,priufquam pedibuscon
Giftere poflet.
HOC QVAMVIS MEMORATV INCRL
fufcitando
vno tamen ore fagas omnes loqui
dibile,
Tum nubium poteftatem fibià Damonibus fæpè fie
ri; quas poftquam vnà cum isſunselave ,pellant,
 L I BIR I

trudanique què velint,ac etiam nih fi quid obftat in

Sertas excutiane. Queque eius molitionis proprias
peculariaque ab illismemorentur.
11
CA P. XXV .
Oneft dubium , quin , quod fequitur,
Now futurumfit fupra omnium fidem ae
al multis etiam fortè ridiculum . Hoc certème
0 Kini teftatum ſpontanea , ac libera aſſertio
une plus minus ducentorum hominum , qui
meDuumuiro damnante incendio crimea
fortilegijluerunt:ftatis,certifq; dieb . folitos
conuenire ſe gregatim ad ripam , vel ftagni,
1 vel riuuli alicuius, maximeque fi quis eflet,
quem ſolitudo à prætereuntium oculis fe
pofitum haberet, atqueillic aquas accepta à
Dæmone virga tantiſper diuerberare, dum
vapores, fumofque abundè excitarent, qui
buſcum vna ſublimes efferrentur. Illud de.
inde, quod liceſſer excitatů ſe in nubes den :
fas,ac caligantes induere,quod poftquam ve
nà cum Dæmonibus ei eſſent inuoluti ages
tent,pellerentque quo erat libitum , ac tan
dem multa præcipitacum grandine in terras Vergäväitta
decuterent. Salome 1. & Dominica Zabella 6- сal se.
2.addunt , priuſquam co modo aquam exa- ptem2 . 1586
gitarent , confueuiffe in eam immittere vel Rogeuille
1 ollam fi & ilem , qua nonnihilantè inclufiffet in agro Teo
Dæmon aſpicientibusincognitum , vel etiá treoisss.
lapides tantos , quantam optabant pluere Morhangit
s, grandinem.Decker Maygeth 3. ſelitáſe vnà 13. Cal head
K 2 cum
 143 DAIMONOLA TREIAE SAG .

cum ſceleris popularibus acceptaså Dæmo

ne candelas cærulèas in ſtagnum Fonterff
grube tantifper deuexas, ac luminepronas
tenere,dú id affatim guttis ſuis inſtillaffent,
tum puluere aliqué medicatum in id quoq;
ſpargere,ac diffeminare :tande aquas virgis
nigris, quibus . Dæmone fuo effent donatæ ,
identidem ingeminaris quibuſdá verbis ad
execrationem , deteftationem que certis , ac
proprijs contentiflimè etiam diuerberare.
Quo fa &to totus aér ſtatim infuſcaretur, at
tandem largostum imbres,tum grandinem
in ca, quae iuftſſent,loca, oiſ liquid fortè ob
ftaret,effunderet. Quæ fic excitandarum nu
bium ratio non nunc primùm inoféuit , ſed
& à multis iam ætatibus narrauit Pauſanias

Id Aradi. 4.in Lycæo monte Arcadiæ fuiffe vfurpatá.

In eo , inquit,fons fuie nomine Agno tá ado
mirabilis naturæ ; vtrediuina ibicuriofiùs
pera & a , quernoq; ramo aqua leuiter com
mota mox denſus inde furgeret vapor nehu
læ affimilis, qui nó multo poft effe & a nubes
aggregatis item alijs largos imbres demitte .
ret. Non eſt igitur hoc noftræ ætatis inuen
tum : Non eſt etiam vetularum , quarú men
tės Dæmon deprauauerit:viſum ,autinfom
nium : fed ipfis vigilantium ac fanorum , qui
præſentes affuerant, oculis res certo , acli
quido comperta , atque explorata. Quam
& confirmant quæ fequuntur ex Malleo
Maleficarum narrationcs : quas quoque il
lorum ,
 LIBER I.

Jorum , qui eos fcripferunt, fidem ſecutus

non dubitaui hîc exponere.Quefitores qui
dam cùm periclitari vellentin venefica mu
liere, quam fortè in vinculis habebant , ve
rane eflent, quæ de ſua in commouédis tem
peſtatibus poteftate ſortilegi prædicarent,
camque ob id manu ſua miliſlent ( nam tan
tiſperdum in reatu manent , Magicas vires
omnes illis effe ademptas certü eſt) ſecedens
illa in confertum arboribus locum ibiſcro
bem , quam manibus ipſa foderat, lotio op
pleuit , quod demum digito mouere non
deftitit, quod ex eo fufcitatus, atque elatus
vaporin nubem opacá concreſceret , quàm
ftatim tonitrua ac fulgores crebri įnterſe
sa carent, maximo cum aſpicientium metu , ac
i formidine. Sed illa , bono animo efte , in
1 quit : iam faxo ,vt nubes hæc in ea quæ vole
s tis ,loca tota deportetur: quæ cùm illiin pro
· pinquas folitudines deſignaſſent, eò fubita
1 ventorum vi , ac tempeſtate delata nubes
į properè in ſaxa, ac grandines diſlijt, cala
. mitate interim omni inter demonſtratos
iuffoſque fines ſe cohibente , ac continente.
Huic quoq; παράλληλον cft quod fequiturde
ruſtico quodam Suauienſi, cui de ſiccitate,
i qua tum laborabatur, vehementius conque
ja renti fortè præſens octoannorum filia rece
1. pit ſe, fi ita iuberet,ipfius agrum , in quo túc
0 vnâconſidebant,largoimbre ſtatim effeir
a rigaturam . Accùm pater dixiffet fcid per
K 3 cupere
 igo DAEMONOL ATRRIAI SAO

eupere, illáquepauxillulum aquçad id libi

dari poſtulaflet,ad torrentem ,qui in propin
quo decurrebat, dedu &ta eft, vbi exagitata
vnda illius Magiſtri (aicbat) auſpicijs, cuiſo
mater addixerat,tantum illico pluuiarúca .
lo exciuit, vt fatis eflent ei agro abundèirri
gando, cæteris interim quaqua verſum per.
inde atque anteà fitientibus. Huic exemplo
affineelt & quod ſequitur. D. ClaudiusPe
Aquolxin rotius 5. Grammatophilacio fodalium D.
Mathurini Georgij apud Nanceium præfe& us,vir cer
ladimagitt, tè bonus, & cui in re grauiori facilè fidé ad
hibeas,de iſtis differenti mihi apud familia
res aſſeuerauit zqualem habuiffe fe olim for
tè, & in eius ſceleris ſocietatécum patre for
tilego aggregatum , qui eiuſmodivaporesè
pelui cui frigidæ paululum antè eſſer inic
&um , videntibus omnibus , vnà aderant in
ludo literario excitarer.Ioannes Charmçus
Gerbeuillet 6. Iana Oberta 7. & alij eius farinæ complu
jd .Odob. res,ſe non per fomnium :ſed ſuis vidiſſe ocu
158 1.
lis memorantingentem fui fimilium nume :
7.
Sanpetro rum fecum fic excitatas nubes hac , atqueil
montijs.id. lac vento ,emiſlaue fagitta ocyus percurren
Hopein.issi tium : ac non aliter , quàm denſum fumum
Icintillæ traijciunt,atque intercidunt: inte
rimque fragore, atque immani tonitru cir
cumçrepantia omnia audiuiffe. AlexiaGran
Blaingilla
ad aquas 7 . lanna 8.parrat,cùm itidé nubibus permixta
Cal.Febr." ve & aretur, ac fortè præteriens in eum per
geniſſet locum , vade deſpiceret ex munici
pibus
 LISIR 1.

fil pibus fuis quendam equos paſcente, cui no

pit men erat loanni Vehon , eximprouiſoafti
a tifle fibi atra , ac pręgrandi figura hominem
Eike qui veluti obfequendicupidus rogaret, eco
qua illic eſſet, quzei ruſtico malè cuperet: 1¢
in promptu habere , vnde illú vlcifceretur .
Accùm ipfa reſpódiffet fibi cum illo graues
eſſe inimicitias , quod vnicum filium olin
in eius paſcuis equitium habentem penè ver
D beribus necallet, Eia ( inquit ille ) afſentire
ce modò , iam faxo ne diutiusid inultum ferat:
Acdiéto citius in ſublime elat' vel quo nul
la queat intendi oculorum acies, illico ful.
men cum ingenti flamma,acfragore in ſub
24 ditos equos contorſit,ex ijſq; duos proſtra
* uit, vidente ac multum trepidante ruſtico,
qui vix paflus triginta ab eo loco aberat : G
cutiipſe eſt elogio ſuo teftatus. Barbelina
Rayel 9. addit dolia tranſuerſa per nubes à
fortilegis adnitente Dęmone impelli,ac vo Blainville
} lutari tantisperdum ei loco impendeát.qué ld.lanun
in
delignarunt
r u mpi ad calamitatem actum demum 158 %.
ſ a
la di ſax ,& f ,
14 que impetu peſſum ire , ac obuia quæque
1 conterere.
CAMPANARVM SONVM, QVOD EO
11 ad pias preces excitenter bomines, Damonibus in
feftumeffe, atque inimicum , earumque non abs re
01 vſum frequentem effe, vbi tonitrua grandines, Te
ľ lequeque tempeftates, quibusfeilli creduntur ing
mifcere, ingruunt, atque impendent.
CAP
 DAEMONOL ATR BI AE SA .

CAP. XXVI.
Smos pridem Chriſtianis ioleuit, vtcam
panis excitentur ad pias preces,ac vota V
IMA
bi periculum ,difficultaſque aliqua impen
det Quod & fa &titant præcipuè ,fi quando
aer nimbis, tépeftatibuſq; vehementius com
mouetur, & grandinem , ac fulmina mirita
tur. Earum igitur fonum vtaudit Dæmon,
in maximam indignationem erumpere fo
let,inclamans prohiberi ſe incepto rabidarú
Hamburgij iſto canūlatratu: quod Maria , 1. vxor loan,
Non. lun. pis Sartoris in Metzerech , acante eam ple
159
ræquealiæ , quas nunc meminiffe laboro ,cer
to certius fe comperille dixerunt. Ac ſi
quando quas ille canes intelligat à fuis roge
tur, eas dedignans fuo nomine,vtifacere for
lent , qui in eorum mentionem quos odio
aliquo profequitur incidunt:reſpondet Be
guenotas illas garrulas, atque obftupentes,
quæ nunc, vtauditis , odiosè adeò nobis ob
ganpiunt . Hocque Catharina Pigeon 2. ob
Anno MD . tortilegij crimen non ita pridem damna
ta , vnà cum alijs pluribus ſua confeſſione cla
rum reliquit.Quòd autéid illi ex animodo
leat , nec offenfionis affe &tatam vllam fimu
lationem habeat, fæpè experientia comper
tum habuiffe fe omnes, quęde ea reinterro
gatæ ſunt ſagę affirmauerunt : Et id fatis in
dicat, quod non rarò earú pulfatores fulmi
ng percuſſos audiuimus,nec ferè mortalium
alios
 LIBER I. 153
alios ciusiniuriæ magis effe obnoxios, quod
x alibi atřigimus . Impedimentum porrò
tempeftatibus ex ea re maximum creari vul.
gus fagarum loquitur:Et ca opinio fic quo
rundam animos imbuit , vt iam præſentius
remedium nullum aliud elle putent , nihi!.
que quod eqyè Dæmonum conatus infrin
gat , atqueimpediat. A qua ctiam non eſt alie
num ,quod ſcribit Paulus Grillandus delta
la quadam vencfica (huic nomen fuit Lucre.
tiæ quá cùm Dæmon dimiſſo vt affolet con
uentu ſublatam domum reportaret , audito
campanę ligno,quod ad Deiparam viginem
ſalutandam dari ſolet,illico in ſubiectas ſen
tęs, ac dumosquaſi viribus defectus abiece
șit, vbià iuuene quodam ,cuitum illac iter
erat,viſa,atq; agnita ,primum quidem aliud
fingere cæpit,accomminiſci;ſcd tádem fuis
ipſiusiugulata verbis ,vtrarò mendacia co
hærent,rem vtierat,ſilentij tamen fide prius
mercede pacta , omnem iuueni indicauit :
Quam cùm is, vteft ea ætas arcanį parum te .
pax,ex æqualibus vni incautius prodidiſſet,
ça in vulgum quali per manus ſparſa ad Ma
giftratus aures etiam accidit, qui difquifione
ampliore teftatum , ac comprobatú facinus
{ cueriſſimè animaduertit : Nequicquam ta . Dufa prid ,
Cal . octobre
men illas pulſari,ac ſanare aiút Hennel Ar- 1586.
mentaria 3. loana Oberta 4.ac quædam aliæ
alleruerunt, nifi id fiat maturè : videlicet Sanpetto
montijo.Id.
priufquam nubes çircumie & um pago terri- Ngugusan
KS torium
 DAEMONOLATREIAB SAG.

torium attigerit. Equidem præoccupanda

facies Dominis. &manus eius præuenienda
malm on. eſt,laudarique multum debet prompta, ac
parata in eo ſedulitas, & diligentia : fed nec
importunum ,alienumgue orationi tempus
eft, cùm ipfæ iam vexant procella ,atringit
calamitas, venit tempeſtas.
Confringens tegula , imbriceſqúe. 6
Pisut in Nam tam adcò promptum eft præfens ma
Motell.
lum tollere, quàm impendens, imminenfa
auertere . Quodcumque 7. temporis mo
mentum ad eum orádum tempeftiuum eft,
atque opportunum.Commentum igitur eſt
Sagarum ea ab illarum Magiftellis adin
uentum caufa , vt hominibus diuinæ opis
fpem omnem inter ipſas miſerias, atque a
rumnas præcidant.Addit Feuxen Eugelir:
ritum , ac inefficacem efle earum ſonú ,li qua
ex illis dum luftrarenturà facerdotis concu
bina fuerịt nuncupata . Quod ego ridicu
lum ,abfurdumque exiſtimo. Ac licet ne
gent recentiores quidam cam in aere De
mones poteftatem habcre, vt grandinem , &
alia id genus dira faciant , ob idque vanata
eſſe , & impiam de pulſandis campadis con
tra tempeſtatum vim ſuperſtitionem : in hoc
tamen conueniunt Demonibus interdum
multa extraordinaria permitti à Deo , in
quibus partes ſuas non obfcurè interpo
nant: Plurimague adeò iplos agere , quo
rum viş fenfum noftrum , & vfitatam ratio
 LIBUR 1.
upande bem ſuperet. Quod & ex lob hiſtoria facra,
niends & D.PauliEpiſtolis 8. qui diſertè illis aeris
pta,a poteſtatem attribuunt latis clarum ,manife- Adsphof
cap.a, VCE
edow ftumque eft;Acfi hoftem aduentare , atque
con etiam imminere claſſico ſignificetur, id non
cingit illico damnandum eft , quali in eo fono, ac
canoreMartio aliquod aduerſus illius im.
petum ,inſultumque eriam oſcitantibus pro
fidium conftituatur. Nam ad arma potiùs
ernis cóclamatur, vt milites ſoporem , focordiam
qué excutiant , diligenter agant excubias ,a
Aliaque quæ militem iuuat munia ftrenue
obeant. Induite,inquit idem Diuus Paulus
9. tuba Euangelij , armaturam Dei, vtpof Ad Epho
c
fitis ftare aduerfus Diaboli infidias : Chri . cap.
Kianis arma ſunt oratio, & gratiarum actio,
quæ audito Campanarum ligno , quod ad *
cam rem ex vſu mortalium nunc proprium
eſt populariter capiuntur. Siquidem prope
eft Dominus 10.omnibus inuocantibus eum
in veritate,vota ſuorum exaudit , aures eius pfalmiftir
ad preces illorum . Ac quod quidam optimè verf 8.
dixit, oratione pia cómouctur cælum ļl . re
cluduntur oſtia loci illius inacceſibilis , in Pfalm.se
yerf.16.
quo maieftas Dei inhabitat. Sunt & qui cum
Nolanas 12. pulfandiingruentibustempeſta
tibus morem ambitiolius defendentes ad 12.
dant, & vim illis ineſſe diflipandi acris , di Pote Mel
ſpergendarumý; nubium ex fonitus ſuiim left lib. -
manitate,, & vehementia ,quali fiillud no luč sap ...6
cedat, hoc ei,ceu lublidiú aliquod accedera
CONVO
 156 DAEMONOL ATREI AE SAG.
ponueniat. Acnon aliæ res, vti ſuņt tormer
ſa bellica longè potentius,fiexpediat id pres
ftent,atque efficiant. Quamquam & hoc
nonnullis vſurpari audio; verùm conatu yri
que irrito, atque inutili :Qui enim fatis vali
dè concutere queat, rem tam multa interca
pedine diffitam ,tam yaſto ,atque denſo cor
pore præditam : Quamnec incluſa tonitrua
fragore,nec eluctantia fulmina iaculatione,
hec flagrantia fulgura commotione fua dif
foluere , ac diſpergere yalcanț , Et vt fit di
fpergendi facultas,quo quæſo ruinæ iam fę
tarum grandinę nubium.Nam çertèdiffipa
cio fragmenta habet, ac xacopata , quæ ne .
ceſſe ſit momento in ea in quæ incumbunt
loca præcipitia ferri, ac ruere. Perinde igi
tur hoceſſe exiſtįmauerim , quafi qui olim
( vt refert Plinius 13. ) popyſmis fulgetrás lo
uem iratum delinituri adorabant:Autillud
Nat.hifto.
Lib.28.ca. 24 quod șſt in prouerbio:Veſpa cicade obſtre
pens,Catulusleonem allatrans.
VESTIGITS VELVTI VNGVIVM
Sæpè impreſſ4,4tque exarata apparere, que fub
mineſunt percuſſ4, quod opinionem multis adfert
adnitentis Damonis,cui fama eft, cùm ſe in cor
pus aliquod induit, maximè id placere : quod
yncis, hamiſque in morem fera beftia fit in
Atructum .
CAP. XXVII.
Su venit vt quæ fulmine ſunt afflate,
ac percuffæ arbores,muri,pauimenta,
vefti
 LIBER 1. 157

a: veſtigia fæpè oftendant velutivnguium ; que

Pr? alija Dæmone,cuitumoreft hamatas,atque
o vncinatas effemanus,credant:alijid , ceu ani.
Je , deridentes in naturæ , quæ rariora, ac dif
li ficiliora fæpè edit folis caufis poſitum effe
cu affirment. Expeditum fiquidem , & prom
* ptum eſſe fulmini in eas partes ſua ſe volubi
Tu litate fcindere, quæ ſpeciem incuruatorum
o radiorum præbeant, vtiflammæ, cuius plu.
rimum admixtum habet, proprium eft vir
di gatis notis ea, qušelambit, inſcribere. Quod
& in Epheſinitempli incendio animaduer
D tiſſe le recenfet Ariſtoteles i.& paffim'in çdi
* ficiorum , quæ ignè cóſumpta funt,reliquijs Cap.1.lib.z.
obſeruare licèt. Tum eius quod corporis eſt Metcon
expers in id quod eſt particeps a &tionéful.
lam eſſe pofle,quá ficex impreſſionë notam
ac veftigium relinquat. Sed hac omnes vna
d delet ratio ex eo du &ta fundamento , quod
• in huiusoperis petorationië poſuimus Dæ
monės ſapè ex folida materia corpus fibi
M comparere : tum eo habitu fulminibus Dei
f nutu , ac voluntate permiſceri , ad deinde
multa efficere, quæ funt præter omnem tri
butum inanimatis à natura motum, atque
di ordinem , veluticùm ſurſum , deorſumque
méant ,acremaneant,quaſi aliquid fcruten .
tur , atque inueftigent. Vnde & nomen illis
oxýnta : A utcùm obuia aliquando declina
E uit 2.velperuadunt innocenter; aliquando Volatera
Thilo li. 3
12 etiam proterunt,ac pelſundát. Vt hic etiam
SITE
 DAEMONOLATREIAE SA .

evremontpala adijciam , quibus licet Arifto

teles z naturalem caufam attribuat : tamen
hopilib.s. mira-valde ca ſunt, habentque fine dubio (ve
Merco inquit Seneca 4. ) inſitam potentiam aliquá
Lib 2. nat. diuinam :vtpotè cùm ferrum ,aut xs, quoſcu
the cop 4. tum tegitur, liquatur:ligno interim nullam
vim externam accipiente: loculis integris ,
atque illæſis confiaturargentum ,ftat fracto
dolio vinum : malorum ſerpentiú ,aliorum .
quc animantium, quibus mortifera visinelt
venenum omne confumitur: prægnátis mu
lieris,eaſuperſtite, atque incolumi , fætus
exanimatur. Vtnó omnino explodenda vi.
deatur eorum ſententia , qui in iſtis aliud
quiddam , quam quod in naturalium caufa .
rum ferie ,atque ordine poſitum eſt ,interce
dere putant,Maximècim id teftatum repe
riatur confentienti ferè omnium voce,quiſe
noſtra ætate in Dæmonum poteftatem tra
diderunt,eo modo fcilicet folere illos, cùm
furunt , ac bacchantur vnguibus digladia.
ri : vti & non pridem lana Nigra . Arma
Leheijs, curiana retulit de Magiſtello ſuo , qui Ni.
Cal April. colai Bequenot j ftabulum no &u ingreſſus,
vt ibi eius equum interficeret , priufquam
id aggrederetur facere, exteriore parietem
fic vnguibus exarauit, vt (quod aiunt) ex ijs
facile iconem conijceres . Et memini meno
dum ex ephebis egreſſo,cùm Chermis ( quat
mihi patria eft ) fulmen vniuerſas#des pro
pinqui mihi hominis effet peruagatú , ad ex
tremum
 1,

o tremum eam porticum qua id ſe foras eie .

me cerat inſcriptam profundis , frequentibuſ
que vnguium veſtigijsreliquiſſe .Quz ,cùm
i populares rei nouitate addu & i magna cum
admiratione certatim inuiferent; accurri, &
ipſe caque præſens vidi, non fine aliqua na
sium offenſione ; cùm ſulphuris teterrimo
pidore ædes illçadhuc oppletę eſſent.
NON RECTE SENTIRI , OTI
cum Epicureis negant Damones bominibus occur
fate,folatiaaffcrreterrores inijcere, infidias par
Tare,idiarios,mcleftos,ac noxios effe : cum hun
paßimtum facræ,tumprophane hiſtoria perhibe
Ant , hodiernig, adeo fagarum omnium fermones
uno ore confirment.
CAPVT XXVIII.
Heodorus Byfantius 1. totaqueaded
Pat :itide
Epicureorum ſchola negauerunt la
Senen . li.
pienti vifum vilum vnquá fuifle obic & um . de reg til be
Šiquod enim aliquando auditum ſiç appa
ruifle ,id pueros , mulierculas vecordes, ata
que ægrotos , quibus formidines ex imbecil
litate animi,ac rerum ignoratione exiftunt,
authores ,atque aſſertores habuiffe. Et hæc
quidé illis ex alia longè abſurdiore nata eft
opinio: non eſſe ſcilicet in rerum natura ſpi
ritus,acDæmones :proindeq; ab illis fruſtra
iſtiuſmodipharmata ,ac terrores metui, Ad
quam perſuaſionem , & Caffius vnus ex es
Epicureorum familia conatus eft Brutura
virum
 DAEMONOL ATRETAI SAG.

virum nihilominus conſtantem , & moderáé

tum adducere : vti in eius vita recitat Plutar .
chus 2.Sed huic reliquæ ferè omnes philoſo
Plutarch. in phorum reclamauerunt fententiæ : Et ipfa
eiusvita . experientia à multis ætatibus repetita cam
fatis à commenti opinione núc vindicat: Sca :
tent enim hiſtoriæ exemplisphantaſmatum
quæ proprias figuras , non etiam inanes ex
metu imagines habuerunt. Illud quod eidé
Bruto Philippus appatuit: Athenis philoſo
pho Athenodore: Curtio Ruffo in A phrica:

Plinius ( e. RomeSendcui vniuerſoz. Qüod poftremum

cundus epi. huius in quo verſamur argumenti fidem ex
lib.7. epif . eo magis adiuuat, quia non momenti vnius
37.
viſum id fuit:ſed perpetui biennij. Toto e
nim eo,vt perhibentAntoniniPij ( quo im
perante id accidit ) viographi, Marcus Ruf .
fus ſenator, poftquam è viuis abiſſet, eodem
quo viuens folebat loco : ſed mutus , ſilenſq;
federe viſus eſt : vtipnumera alia omittam ,
quæ pofteriorum temporum res geftæ con
tinent. Quibus & Chriſtiani ipſi calculum
fuum adiecerunt:adhibita tamen diftinaio
ne,ac differentia: vt fcilicet fpirituũ alij fint
hominibus beneuoli,ac fideles, à quibus ſa
lutaria omnia veniant expe &tanda:alij noxij,
atquedosodes , à quibus peſtifera, accrude-.
Jia omnia fint metuenda: Illis fi quibus oc
currunt,ac fortè proftratos vident , eos fua
Genef.zi. virtute illico erigere, ac confirmare: vrieuc
bit Agariq. Abrahami famulz , cui magna
delpe
 LIBER I.

deſperatione affectqob commeatus difficul

tatem , quàm in Berſabees ſolitudinibus, yná
cum filiolo lſmahele patiebatur , Angelus
apparuit,ac cùm perterrefađã videret pro
hibitam primùm timere amicè folatus eft,
0 ac de eiufdem Iſmabelis fortuna benè fpe
rare iuflit. Idem & Cornelio centurionicon
tigifTe in A &ibus Apoſtolorú legimus:Nam :
cům timoře non paruo ad primum angelical servei
aſpectum correptus fuiſſet ,ab eo tamen Ita
tim liberatüs eft,atque audijt orationes ſuas
G
ac eleemofynas Deogratas , acceptalá; fuif
fe:proindeţue ſecurus faufta , proſperaque
omnia expectaret.Mulieribusquoque, quæ Matth . 28 .
- prima die Sabathi ſummo diluculo ad Server (3 & **
üatoris noſtri ſepulchrum acceſſerunt,viſus Marc.i6 .
.
eſt Angelus facie inftar fulguris coruſcan. verf.6
ti, veſte, vti nix candida, ac cùm ad cam oris,
í habitufque admirationem expauiſſent, a6
1 illoadmonitæ funt, metum omnem vtde
. ponerentiatque ita iam confidentiores facta
2 figillatim ,quod ſibi faciendum erat, edo &tę
fuerunt Hos verò alteros metu quos aggre .
diuntur exanimare ,ac fepè vix viuos cùm re
cedunt relinquere : nimirum ne fic confter
natis apimo tam facilè Git eorum artes, falla
ciaſque detegere:fimul vt fiquod adhuc be
nè agendiconfilium fupereft,id illico excu
tiant,atqueadimant.Nam & Thucydides 7 .
apud Plutarchum hunc longè vberrimum in lib.de
i pauoris fru & um commemorat, quòd om . vitt.Aless
L nes
 : 16 DAEMON OLXTREI AE SA .

nes honeftos conatus ſoleat frágere , ac pro

&
Lib.s.de o . hibere. Et Cicero 8. ex veteri poëta : Pauor
Iator . ( inquit) mihi ſapientiam omnem exanima
to expe& orat: Tum Plautus: Pauorterritar
mentem animi.Quç etiam caufa fuit ,ob quá
veteres Pana Deum (ſub hoc Pamphilus Eui
febius,dum ad Theodorum Epifcopum ſcri
bens Plutarchi de Thamo hiſtoriam reci .
Cat,Dæmonesomnes comprehendit ) exiſti
mabant repentinos terrores, improuiſaſque
formidines immittere . Inde tot apud eosle
mures,laruæ , tamiæ ,Empuſa , Vertumni,a
Jiaque id genus fpectra;quæ fe , vt afpicienti
bus terrorem maiorem offerrent, modò in
hanc, modò in illam fpeciem immutare ſo
Jebant : vei eleganter his verſibus expreflit
Ariſtophanesin Ranis:
Kai nu opão ei top dia enzion Mére
naiouri, darop hautódation yžpriguero
Tótt i Biçrwid'octve, tórepaymun
Ωραιοτάτω τις , σε επι, φερέω ' αυτίω άο
A Aawk ér',at yusip, QXWS * HÚOP
Euwa toiwy iwi,

Et quiAntonij Abbatis Alexandrini vitam

deſcripſit:Ei(inquit 9. ) degenti in Heremo
Xirullib, nequillimiſpiritus monſtrofa diuerfarú ima
S.cap.7 . ginum facie metum incutere ſunt conati:fe
rarum morein eum rugientes , vlulăteſque:
ſerpentum ſibilationibus perſtridentes : ri
dibus ringentes : dentibus infrendentes:
toruo
 LIBER 1. 16 ) .

pro totuo oculorum afpe & u ſcintillantes: flam

au mas ore naribus auribuſque perflantes: nul
malaque adeò pauoris omiſſa ſpecie, qua illum
ri terrere poſſent. Cui & germanum eft illud
D.Hieronymi in Hilarionis Abbatis vita ta
E: lem fi non formarum , at vocum imitatio
nem , variationemque continens. Ab eocin
quit) fæpè no & e intempeſta auditi infan
tum vagituszbalatus pecorum , mugitus bo
um ,plan &tus quafi mulierum ,leonum rugi
tus,murmur exercituum , aliáque variarum
portenta:vt ante ſonitu , quàm alpe.
vocum
i & u territus cæderet.Nimirum in hoc fupra
i quárn credi poteft fibi placet Diabolus : vt
3 quauis ratione diuexatos homines habeat,
jadque omnes concitandorú terriculorum
occafiones ob id femper eft intentus . AT
(inquit Homerus 10. ) pove Si te nãou ÉR Iliad.dk
άιαμ βλάπτες ανθρώπες.Ατη(interpretatur Sui
das ) estáboro , ó évtixéuevo. Qua de rein
veterú hiſtorijs alia etiá abundát exempla:
quę tamé hic nó eft animus attingere,cú plu
ra hec gras datura ſit , q vſus veniat. E quibus
hoc mihiprimum erit de auriga quodáNan
ceiano Eum fortè in Henæo faltu ,qui faltus
ab vrbe alterum abeft lapidem fæuior tem
peſtas inter lignandum nec opinantem op
preſſerat.Vtigitur ſe ab eius caſu ,pregeret,
tedo alicui feftinanter fuccedendum fuit.
Quod dum facit,ſub ea , quæ ſe in proximo
denſam , patulamq; magis oftendit,arbore,
L atque
 164 DAEMONOL ATREIAB SAO.
atque ibi confiftit, expectans dum ſedatur
tempeſtas :Ecce fibi aftantem ex improuiſo
lignatorem alium videt, quédum attentiùs
confiderat ( vt fit vbiin ignotum , peregri
numque hominem incidimus') aduertit illi
naſum nunc fe enormiter in litut morem
producentem ; nunc in iuftam ,priftinamque
formam momento contrahentem : tum pe
des corneos , bifidofque ac totam corporis
molem ex ra modum . Primùnı igitur in
gerti pauore deijci,ac penè emori:pox, qd
(in eiufmodi difficultatibus more inole
ùit,)Chriſtiano fe fymbolo ,fiduciaque mv
nire : tandem folum fe , vrantea , videre ; at
que adeò obftupefactum ,vi quæ illiantě in
vrbem vel velatis (quod aiunt ; oculis errari
non potuiffet'via,túncabattēciſlimo etiam,
ac diligentiſfimo ignoraretur . In quam
quoque vrbem fickingủa hærens,oculis ftu
pens,totoque corpore trepidans appulit: vt
quæ acciderantnarranti facile fuerit crede
re.Cuius etiam rei fidem non parum adau .
xerunt, quæ lignatores alij eminúså fe viſa
prædicauerunt:Eo enim loci infuſcatus aër,
ac denfiore fumo obuolutus illis apparue
rat.Eiuſdem argumenti eft , quod ſequitur.
Defiderij Maioris Scuteltani doliaria yaſa
11. NicolausStephanus ex conducto religaué
Buxerij ad rat , pactamque mercedem per lacobetan
quereum 3. 11.vxorem ( hæc infignis erat venefica )fępius
Cal.Maij.
atque incallum libireddi popofcerat. Hanc
laco .
 LIBER 1. 165

Iacobeta interpellandi prouinciam tandem

pertæſa, ac prætereà fruſtrati tamdiu labo
risindignitate nó parum commota hoc fe
dulò agebat,
. quomodo eam tergiuerſatio ,
1 nem in Deſiderium noxa aliqua animaduer
teret : quærebaturque tantum ad id latens
aliqua occafio . Commodum inter hæc iul
fus eft Defiderius in ſolas terras excedere,
quòd eius domum peftilentia fortè inualif.
ſet , habebatque is ſub mapalibus ſeorſum
familiam : Ibi eum fera iam nocte cum ſo

lo filio degentem Dæmon ( licpoftulante

lacobeta)adoritur ſtrepitu, fremituq; adeò
horribili:vt cælum ipſum ſolutis compagi
busin eiuscaſam ruiſſe videretur:Neque fal.
fum fuiſſe hunc terrorem , aut à Deſiderio

7 malitiosè excogitatum , dum fibi placetva

nos in vulgus rumores diffeminare, indicio
pofteà fuit: quod ipfe cum filio ex eo in ta
lem morbum inciderunt, qui omnium ,qui
viderunt, opinione pro deſperato habere.
tur. Húc pertinet & illa,quæ fufiùs fuo loco
de nutrice deſcribetur , narratio ; cui multa
nođead puellicunas vigilanti Dæmon Er
• rici Carmucij, qui illam malè oderat terro
rem maximum iniecit , vitris feneftrarum
ingenticum ſtrepitu confra & is, ac difie & is:
Plellus quoque author eft, Dæmones fæpè,
quo terrorem eiuſmodiadaugeant , lapides
iacere folitos,ſed i& ibus irrritis.Tali lapida
tione diuexatos fuiſſe Moguntinos Anno
L 3 D.CCC.
 166 DAEMONOL ATREI AE SAG .
D.CCC. LIII.refert Sigebertus.Et ferri qut
dem ca moleſtia potuiſſet, niſi lógè grauior
alia effet conſecuta: ex incendio ſcilicet , quo
conſumptæ ſunt vniuerfæ illorum ædes,
quas fic anteà Dęmon ſaxis appetiuerat.Qug
calamitas etiam Columberij, qui pagus ſex
miliaribus à Leucis abeft , noſtra memoria
accidit. In eius extremo vico , qua iter eftSal.
ſuriam , rufticus cafam habebat , humilem ,
quidem illam, fed fatis pro fortuna lautam,
ac nunquam quod eſſet auditú vilis fpe & ris
infamem . Occupauit tamen illam Dæmon
ſolis primum contentus lapillis domeſti
cos citra noxam de no&e impetere : ſed ve
id aſſuetudine ab illis negligi, ac etiam ludi
brio habcri vidit,hunccótemptum non fe .
rens,ignem cafæ profunda iam nocte immi
fit ; quo fic momento exarſit, vt ferè folo
tota exæquaretur . Quæ cùm illac aliquot
pòſt diebus iter faciens ab accolis inaudi.
uiſlem ,locum adhuc ruinis deformem ipfe
præſens videre volui, quo rem omnem cla
riorem , teftatioremque apud alios relin.
querem . Huc etiam non inconcinnè refere
In Hexame poteſt , quod Torquemadius 12. vir Hi
.ri
poneDial,3.fpanus vernaculumvernacula lingua refert:
Salamanca ,inquit,matrona fuit cuius ædes
importunis eiuſmodi lapidationibus infe
ftæ vulgò habebantur : Eo rumore excita
tus vrbis præfe& us periclitari ipfe voluit,
veráne eflent,quæ de ea re adeò conſtanter
prædi
 * L I B E R I.

predicabantur :an potiusà domeſticis tegen

dæ alicuinequitiæ affangerentur. Nam & in
ijs erant duæ non illiberalis formæ adoler
centulæ, cum quibus amatores liberius per
eam occafionem congredi velle , atque in
hoc omnem iftam fabulam adornare eras
fufpitio. Adillas igitur ædes ea ſe hora prç
fecus confert , qua ferebatur frequentiſli
ma effe lapidatio. Accurrunt vnà populares
non minus viginti , è quibus aliquot dimit
tit,qui adhibito lumine perueftigarent , cc .
quis in ſuperiore domo eſſet, qui ſicdome
ſticos faxis appeteret. Redeút peragratis di
ligenter omnibus latebris , renunciantque
omnino reperiſe ſe nihil, vnde ea timeride
berent:Placuit tamen ad imos ædium , quo
tumèccenaculo deucnerant , gradus confi.
kere,atque aliqua mora quicquid eller am
plius probare, & experiri: Ecce autem vix
dum eo loci conſtiterant, cùm ingeri tumul
tu lapides cæpêrein agmen deuolui: quita
men fingulorum crura innocui præterlabe
rentur. Denuò igitur mittuntur, qui vide
rent,vnde hic lapidum imber ſeſe tam crc
ber effunderet: fed & vbique ſolitudo ,vt an
te,à reperta iam à multis conceptam de care
opinionem non parum confirmauit , vi
delicet hæc Dæmonum arte ,ac præftigijso
nia fieri: Auxitque adeò quæ non ceſſauit
grando corum capitibus allabi , qui ſe cc
iam ex illis ædibus præ metu foras çiecerát:
L 4 Ex qui
 DAEMONDLATREI AE SAG.
Lx quibus tandem vnus loci ſecuritate fa:
&us iam ferocior ſublatum,ac diligønter 0..
culis notatum lapidem in aduerſum re & um
hoc præfatus proiecit :Siisà te eft,ô Demon ,
cundem moxin me reijce. Quod cùm illico
eller fa&um , licet caſu irito ,defitum eſt, am
plius dubitari,quum resita fe haberet,vti il.
lam primum in vulgus matrona ediderat,
Et meminimecum graſſante Tholofę peſti-,
lentia Anno circiter M.D.LXIII . in Auſco .
rumauguſta eſſem ,ac fortèapud D. Abelių
in eius yrbis Metropolitana Ecclefia foda
lemludo nocté ducerem : ytitunc ætas erat,
atque otium ,ab eiufmodipetulanti Dæmo
ne omnibus, quitum vnà in eodem atſio in,
cluſi eramus ,exhibitam ſæpius interluden :
dum non leuem moleſtiam fuiffe ; hinc, il
linc temerèia & is lapidibus , quitamen fine
cuiufquam noxa, atq; iniuria in terram de
cidebánt . Eius artrij foribus peſſulum in .
tus obdu&um erat: nulla in eo præter aba
cum,menſam ,atque fediſia ſuppellex, ynde
technavlla oriri, atque inſtruipoſle crede
retur.Et hæ quidem ficfunt bonorum , ma
lorumque Dæmonum in aggrediendis ho
minibus contrà comparatę rationes per eas,
quas modò dixi,caufas beneuolentiæ , odij,
folatij,terroris,adiumenti, noxæ ,beneficij,
iniuriæ , quæ ftudia in vtriſque ſemper alunt
diuerfa , & contraria . Quibus & hoc con
ſequens eft, quod nobis ab initio di&um eſt
ambigi
 L IBER I. 169
ambigifinemagno errore non poſſe: quin
foț qui rebus hominum faueant, inuideant
proſinc, obfint, patrocinencur ,inlidientur
Dæmones.
3
NON MODO, VT IAM DICTVM EST,
fortilegos per aërem à Damonibus deferri: fed
cx eo locomulta in hominum perniciem moliri, ad
rrachinari: demumque in terram innoxio cafu,ac
qualis folet eſſe auium , lapſione plaida, quietáue
deponi,.
CAP. XXIX.

Vi negant maleficorum ad fuos con

uentus veram profe & ionem , imagi
na Jainquetantùm exiſtimant : maximele
defendunt authoritate Ancyrani Concilij
ftatuentis húc errorem prorfus Paganicum
effe, & impium Sed hoc Concilium Prouin
ciale tantùm fuit fub Marcello Ancyrano
Antiſtite,contra quem etiam hærefis Sabel
Jianæ fufpectum Afterius Apollinarius, &
Hilarius ſcripſerunt,vtmulți exiſtimantce
lebratum . Acquamuis poſt confirmatum in
Trullo,canone ſecundo fextæ fynodi repe
riatur : tamen contrarijs multorum patrum
quos ætas poſterior tulit , ſententijs eaim .
pugnata eſt opinio : Inter quos fuerunt D.
Ambrofius, Auguſtinus i. Thomas 2. Bo Libile 1.
este
nauentura 3. Innocentius O&auus 4.& Car: deciu. Dei.
dinalis Caietanus . Tum luriſconſulti non 2.
ij.a.ij.q.
infimi ordinis Alfonſus Caſtrenſis 6. Syl ut. 5.
Ls uefter
 190 DAEMONOLATREIA
E SAG ,
yeſter Prierius 7. Paulus Grillandus 8, Mar
Istracta de tinusNauarrus 9. Sprenger 10.ac plerique a
krigibus.
S. lijquiquæſtiones inter eiuſmodi maleficos
Lib.2. de fæpè & diuerſas exercuerunt. Et certè tu
fortil, 9.7. tior , potiorque ſemper vifa eft ca fententia,
In manuali quæ reiillius veritatem aftruit:Siquidé fun
62. nu is. damentum pofitum habet in ea ratione, de
In Malico qua vno ore Theologiomnes conueniunt:
Malcfi. videlicet Dæmonibus poft lapſum atq; apo
Lucz s . ſtaſiam integra manſille naturalia dona : vti
Marci. S. ſunt immortalitas, potentia,motus celeritas
12,
ſcientia , aliæq; id genus veluti dotes,quas à
Matth .d. fua acceperunt origene: Bonis autem ſpiri
tibus promptum elle, vt vel momento tem .
poris , non tantùm ipfiimmenſa acris ſpatia
decurrant: fed & homines nullonegotio vnà
fecum traducant , latis demonſtrant, quæ in
eam rem paulò antè de propheta Abacuc, &
Philippo Diacono à nobis ſuntrecitata. Mi
nus igitur mirum iam videri debebit,fi hæc
quoque præſtant mali . Necadeò ea res exé.
plo caret:fed & perhibent literæ facræ homi
nem fuiſſe ſpiritui immuudo obnoxium ,
quem in loca ſolafæpè is tranſportaret, diſ
cerptis antè quibus erat colligatus cathenis,
EtIES V M iplum 12.ſcimusà Diaboloal
fumptum fuiſſe ac modò ſupra tépli pinná
locatum, modò in monté excelſum deporta
tum.Ac ne quis putet hæcmiracula eiuseta
eis propria fuiffe , quæ Deus pro tempore ,
atque Euangelicę do & rinz vſu tuncedi, at
quc
 LIBER I. 171
que apparere voluerit Nunc verò nec necef
fariam ,nec credibilem ea habere authorita
tem fciat pofteriorum ætatum hiſtorias i
ſtiuſmodi quoq;exemplis abundaſſe :quem
admodum amplius in huius operis perora
7. tione docebimus : & noua alia quotidiè ſe
6 prodere ,è quibus pauca quidem ,fed clara,ac
teſtata earum prouinciarum , vbi acciderút,
monumentis ſubijciam . Eft Giruncuriæ in
Vogelorum prouincia cattellum fatis firmű
33
è cuius ſumma arce,cùm tegularum ordines
aliquot fulmineeſſent diſiecti,Sebaftiana Pi
carda 13.non multo poft in eo pago ſortile- 13. . No
gijrea fortè & id apud Iudicem profeſſa eft, uemb. 1986
1536 .
Dæmonis , ſuaque fimul opera eſſe patra
tú : Cùm enim (inquiebat ) ènubevna in il
lam proruiſſemus eo confilio ,vt funditus e.
uerteremus, non fuille tamen in noftra po.
j teftate id exeqai: ſed tantùm pauxillulum
id ruinæ attulimus, vt eſſet quod eius cona
tus nos non omnino pæniteret. Simile huic
eft quod ſequitur.Cuninus 14. quidam no
mine Magiſtratú in D. Clementis fano ,vbi Ronczij.ad
cómorabatur, obtinés , cùm ruri frenő inter d.clemen .
domeſticos curaret, cælumque iam magnis tis fanum .
tempeftatibus commotum cerneret , domú 1996.
Cal Dec
fugam parabat : ſed dum ad eam ſeinſtruit,
ſubito fulminis i &tu proximè ſe quercus ſex
radicitus vidit euerfas: ac eam, quæ feptima
loco adhuc ftabat , totam ceu vnguibus
laceratam , ac diſcerptam . Cùm iam mul
to ma .
 19 ? DAEMONOL A TREIME SAO ,

to magis properaret,amiſſis etiá pre feſtinga

cione pileo ,acijs inſtrumentis, quętum ma.
nibus geftabat:ecce deintegro audito fulmi
nis fragore illi vifa eft in fumma quercu , quç
in proquinquo erat,hæreremulier , qua ( vč
caedibileeſt ) nubes fe eo impetu exonera.
uerat.Ea igitur confideratiùsintuens,agno
pitè vicinia cfle vetulā, quam illico ſic cæpit
verbis increpare:Túne, peſſima,ea es Marga
reta Vvarina ,ad quá quantum nunccốperiº
non immeritò ante hac fortilegij ſuſpicio a
pud omnes peștinuit ? ynde cu nunc nobis
adesiſto habicu? Cui illa : ignoſce hocmihi,
quæſo ,ac celatum habe,quod nuncyides:fa
xo,a hociţa de me promeſucris,vt nunquá
meţibi,tuiſq; vel minima oriatur injuria: ac
nequis de iſtisaddubitetſciat non modò els
fe cóprobata Cunini illius teſtatione , quam
iureiurando apud Quęſtorè fan & iſfimè fir
mauit : ſed etiá iplius Vvarinæ agnitione, &
extra tormenta fæpius repetita,& in ipſo vitę
vltimæ momento mulţis audientibus cófir
mata. Huc etiam pertinet,quod ex alijs quçe
ftionib . capitalibus ,çorumq;, qui illas exer
cuerunt, fida renunciatone compertum ha
beo . Cooſta cú magno fragore,tonitribuſá
tempeftate, qui armenta reliquofq; pecorú
greges in collis Alemani iugo cuſtodiebant,
is ad vicinos Huecuriæ capos,quæ eſt in Vg.
geforú præfe & ura pertinet , fe vtin operto
ellentin proximas fyluas abdiderăt:Ecceye
ro il
 L I B E R I.
76
yo illis ex improuiſo viſi ſunt ruftici duo
130
ſummis arborum , quæ proximè ftabant, ra .
. mis hærentes, ac velut implicati, adeóqani
mis confternati ,ve facilè indicarent illucos
cơnfilio ,ſed caſu , atq; inauſpicato aliquo im
pëtu perueniſſe. Tumauté veſtitusfæditas,
ac deprauatio , quafi per lutum , ſentefá; oés
fuillérreptati, fufpitioně adaugebat ,eo loci
Magiſtello ſuo eiectos,detrufoſque fuiſſe :
poftquã is illos hac,atque illac more fuo tra
xiſſet.Cófirmabatur & id eo magis, quòd cũ
illic tanto téporis fpatio conſediſſent: quando
tú fatis effet ad probanda, aſſerendamq; ocu
lorum fidé: momento tamen,aduertentea;
nemine,dilapfi appareredelijſſent.Tandem
& dubitationé omnem amouit , quæ no lon
go pòſt tépore cóſecuta eſt illorum ea de re
fpontanea,atq ;armentariorú verbis confen
tiens cõfeſſio, cùm ad interrogata 'ex vincu .
lis reſponderent. Eft etiá villa, quæ ſeBelli
monte Vitelliū contendentib.liniſtrorfum
oftendit : in eius fummúte &tum cùm fortè &
ijdem è procellofa nube præcipites decidif
fent, magnáq; difficultate Rotarius (id erat
corum alterinomen )afficeretur, quemad
modum ex ita arduo loco fe incolumes por
ſent in terram demittere :nam & earum rerú
adhuc eratrudis & inſolens: hçcq;illiadin .
fanas eiuſmodinimborum molitiones peri
clitata primùm fucrat abitio. Amantius, qui
à prima pubertate in Dæmonis feruitutem à
parenti .
 174 DAEMONOL ATREIAE SAO.

parentibus abductus maturè ſe ijs aſſuefece

rat, ridens ibi infit : Bono animo es , ſtulte,
nam qui nos habet ſua poteſtate ad difficilio
rahabiles,atq; idoneosMagiſter ,hocetiam
negotium facile, ac fine vllo periculo expe
diet .Nec dictum res diutius morata eft:nam
ſubito turbine vnà correpti , fine vlla noxa
in terram ſunt depoſiti, ipfa tota fic contre
miſcente domo, vt å fundamentis reuellivi
deretur. Hócq; ipfidiuerfi,totidem tamen
verbis recenfuerunt. Imò & cum villaticis
cómiſlide die, déq; tumultu,ac trepidatione
omni inter eos liberè, ac conſtanter cotiuc
nit. Actandem quos viuos criminis focietas
conuinxerat,eofdem mortuos flamma iudi.
cis damnatione abſumplit. Et hæc quidem
pauca ad tam multa, quæ ſuperiores attige
runt ceu auctarium accedant. Nam certe fi
plura numerando percenſore velim , facile
id mihiſit facere, quialia etiam in Sortilego
rú ,quas exercui,quæftionibusviderim : fed
sti Iuriſperitis loqui niſi laudata aliqua lege
pudor eſt :ita mihi ea commemorare , quo
rum documéta in aduerfarijs meis nulla ex
fcripta habeam, hic eftreligio : Multa verò,
veiam dixi ,à me priuſquam hæc fcribere ef
ſet animus,negle & a funt,quç profe&ò nunc
piget nonannotaffe, quòd corum vſus
fæpè veniat,necoccurrant ta
men deſiderata ,acre- ,
quifita.
DAEMO
 179

DÆ MONO LA .
TREI AE.

LIBER SECVNDVS.

NON ESSE IN DAEMONVM POTE

ftate disſolutas morte animas adſua corpora reuo
Care. Vt tamen funt operam Dei adumbratores
maximi,id ſape in fpeciem eos preſtare, dumſeſe
cadaueribus infinuant , ac in ijs motum , qualis in
viuentibus effe folet ,interius cient : quemadmo
dum ivóvroudTois euenire videmus. Tum de Pe
tronij Dalhemij impietate,parricidio, prodigiofifg
amoribus hiftoria.

CAPVTPRIMV M.

, ,
fit per excitatos ab inferisManes, Odyff.
meminit Herodotus in Terpfi
core . Et Homerus 1. Vergiliuſą
2. Mercurium ( is magnus incantator fuiſſe
perhibetur ) vexpéywyou , ac animarum ab Aeneid .
Orco 3. suiocatorem faciunt . Hifto
riz etiam tum facræ tum profanæ fre- Eras.Chil
quentiſſima eorum exempla continent , contur.
1. Adag.sg
qui reuocatas ad ſua cadauera vmbras hus
mana voce loqui , ac interrogata reſpon .
dere complerunt . Saul 4. dubitans vtrum
e de fummareru prælio cum Philiſtæ de Samücli
m is s
I. cap. 28 .
cerneret, an potius bellum in aliud tempus
trahe
 176 DAEMONO LA TREIAS SA .
traheret,ad Deioraculum confugit,ab eo ei
uentum belli lufcitarurus: fed filente Deo ,
acreſpólum denegante in Endor vrbe pro
ximain ad anumi quamdam Manes, vtaudie:
rat,elicere callenrem le contulit; ab eáq; da
to iureiurando feid fa &cumi nemini indica .
turum , impetrauit , vr Samuelis animam ab
inferiséniocaret. Vix igituriplaz.carmébe
Lecle (1.24 ., nc adhuc mouerat ,cùm ecce imago veneran
D Auge ad difcn facerdotali habitu ami &ti ex impro
lib.102.g. 3. uiſo affuit: qui Samuele ſe eſſe diceret, nuna
tiaretque Saülifore ,vt poftridieiprecumli.
beris acie vi&tuscaderet,domefticumq;reg- ,
num vnà cum vita amitteret: Cui exemplo
Libr.9.de fimile eft & germanum illud Lucani 6. vbi
bello share militem inducit recens occiſum à Theffali
Ca quadam mulieré reuocatüm ad vitam ; ad
Sexto Pompeio euentübelli Pharſalici præ
dicentem . Quod ne quis commentum eſſe
poëticum exiftimet, id Plinius 7. ex Varto
ne totidem ferè verbis , ac tantùm filentio
Lib hif .Sin prætermitía mulieris incantatione recitat.
941,7.68.
Belloinquit Siculo Gabienus Cæfaris clar.
fiú fortſGmus captus à Sexto Pompeio iuſſu
eius incita ceruice, & vix cohærente iacuit
tota die . Deindecùm aduefperauiſſet eum
gemitu precibulgue congregata multitudi.
ne petijt, vci Pompeius ad fe veniret,aut ali
quem ex charis mitteret : Se aurém ab infea
sis resniſfum , haberetque,quod nunciarer,
Milit Pompeius plures ex amicis, quibusGa
nus
 DIRIR 1. 177
lenus dixit inferis Dijs placere Pópeij caus
as , & partes pias. Proinde euentum futurum
quem optaret.Hocle mutuare iuſſumar Srgu
mentum fore veritatis, quod pera & is máda.
cis protinus expiraturs eſſet: Idg; ita euenit.
Huic perfimilc eſt illud , quod de Zacla Libt.z.de
AEgyptio propheta memorat Apuleius 8. A limo ako
Is(inquit) grandimercedepepigerat defuna teo.
&i cuiuſdam adoleſcentis fpiritum ab Infe
ris reducere, corpuſq; ceu poftliminio ani.
mare . Ergo propitiatus cceleſtia ſidera; in
ferna numina,naturalia elementa, no&urna
filentia , adyta Coptica , incremêta Nilotica,
arcana Memphitica, & fiſtra Phariaca herbu
lam quanda circa cadaueris os,&alia pe& ori
eiusimpofuit: fictumore pe& us eius extol
li,ſalubris vena pulſari,ſpiritu corpus imple
rij & adſurgere cadauer, & profari inccepit:
accum iuflum effet mortis ſuæ arcana pro
dere noxio nouæ nuptæ poculo peremptů
fuifle ſe pronuntiauit,vt adultero torú man
ciparet Hæcq ; elocutum tandé rem ſua ter
rå reftituifle . Non defunt etiam vfus acatis
propria , quæ antiquis illis annumeraripor
fiat.Anno MD LXIII . fuit Lutetiae mulier
eiuſmodiartibus imbuta , cuius nomini hîc
propter familiæ claritatem , atque amplitu .
dinem parcendum cenſui: quam cùm faluta
turus de more inuiſerem ( erat enim ea mihi
!!9 municeps) repericum Neuſtrijs duob.ratio
nem ineuntem , quemadmodum thefautos
M quorum
 193 DAEMONOLATRIAE SA .

quorum perueftigandorum facultatem fibi

à rege conceſſam aiebát ( Nam Leonina lex
Lvnieade 9.quæ prohibet iceleratis facrificijs,odiofa
Theſau.lib. que legibus arte thefaurum quærere : ſicuti
& falutares aliæ multæ pridem aulicorum
ambitionis ftudijs exulant) commodiſlimè
nancifcerentur. Atque inter hæc alterum , &
feriò quidem narrantem audiui , quomodo
non multis antè diebus refixum patibulo
cadauer ea caufa ad colloquium impuliffet:
fed ab illo certi nihil exculpere potuiffe , a
deò ambigua,perplexáque erantomnia eius
reſponſa; & à multis fæculorum ætatibus re
cepta eft hec perſuaſio animaspoſle exciri ſe .
pulchris, acdenuò ad ſua corpora carminú
incantamentis reuocari. Sed ego fic morte
diffolutam hominis compagem puto , vt i
Mal 71. * terum componi, ac coaleſcere , niG Dei om ..
lob.cap.7. nipotentis beneficio aliquo fingulari, nog
queat, 10.aut
Donec longa dies perfe&to temporis orbt,
Omnia mifcebir milo diuinitus igni.
nec quicquam experghesextat ,
Frigida quenfemel eft vitaipawſa fecuta Ii.
Lwete.lib.3.
12. Nam quod ex fuperiore Samuelis hiftoria
In lib.de ci- contrà arguunt:hoc non ex omnium fenten
nie. "ci & b. tia eſt. Neque enim ( vt inquit D. Auguftinus
eta fcript.c. 12 Tertuliano 13 alijfqueorthodoxis autho
ribus non paucis in hoc conſentiens ) ea ad
13 .
In lib de veri ratione rapienda funt :fed potius ad vi
#wima. fum ,atq; intellectú Saulis , qui fa &tus repro
bus ro
 LIR ! 11.
m69
Dale bus re&è de ea te ſentire non potuit.Præſti
diola gias verò fuiſſe Diaboli vel hzc indubitato
ficut demóftrát:quod ſi verè apparuiſſet Samuel,
orum non vtiq; vit iuftus, & qui viuens prædicaue
rat lolúDeum elle adorandú,paflus ellet ſe à
umi rege adorari.Rurſus homo Dei,quicú Abra
101 kam erat in refrigerio, nó dixiſſet ad virumi
bel peftilentem ,& dignú gehennæ ardore: Cras
76 mecum eris . Et certè cam narrationé expo
nens Zonara vir Chriſtiania veritatis obier
CA
uantiſfimus 14. nó euocatos Manes Samue- Atihal.com
viſos euocari, & fpe &trú mo ..
SI lis dicit, ſed tantùm
loc no etiam animam Samuelis appellat. Si.
quidem ( vt diſertè ftatutuin vltimò capite is.
Ancyrana Synodiss.reperitur) quæ per in . Ifidoras.com
cantationes fiunt non verè dicuntur fieri, & 9.lib .. ktya
El
in corpore : fed tantú in ſpiritu ,& fpecie quam
da, queoculos fallaciter feriat. Aut fi folidu
adcog; humanum aliquod fubeftcorpus,id
vita prius esücum Opasvorms ievā Dal ( vt ait
Vitruuius ) eius videlicet molem intus agi
táre Dæmone,perinde atq; &vádlovalots,Die
daleiſq ;organis euenite videmus, cú mecals
la ( vt inquit Caffiodorus 16.)mugiunt,anel
In lib . vi
angues inſibilant, aues ſimulace ,ac vocem ziorami
propriam neſcientes habere, dulcedinem ta
men cátilenæ probatur emittere. Tripodes
Pythijſpóte ſua ſe mouent,ac procedunt: hi
quidé conuiuis vinú : illi aquam fundentes,
quos Apollonium ,cùm eſſet apud Hiarchá,
alioſque Gymnoſophiftas, vidile memo
MA fants
 PARMONOLATREIAE SAO ,

sant Nam hæc puto Dæmones, quibus eſt a'r

lioqui non parua cum eo , qui vitam homi
num cótinet, ſpiritu affinitas,longèſua ſub
tilitate , agilitateợ ſuperaturo's nemo ſanus
vnquam ibit inficias. Tum etiam aliud eft ,
quod hoc totum magisconciliat. Nam cùm
fpiritus finifpurci,atque immundi : mirum
efle non debet,fi vri fusin volutabro , ita illi
in foetidiscadaueribus hofpitium , ſedemg;
gratiflimam habeant. Quæres facit, vt in fe
pukehretis , lociſquenocentum ſupplicio ,ac
cruciaľu infamibus frequentes Laruę,id eft ;
Dæmones , occurſent. Nam ftultuin fit, &
cum im pictate paganica coniun & um crede
r'e animais defiderio reli & corum corporum
circa ca obuerfari,ac vofirare, cum digreffis
D. Auguft.
fermo ad abitio lit in foca , ſedefquecertas,ac conftitu
frat.in hc tas 17.Quò etiam pertinere videtur , quod
semo .
18. D.ludas ī8 . narrat Diabolo ( hoic Francif
Iniulepitt . cus Venetus 19. Hazazeli nomen fuiſſe ait )
verf. , certa med interfuiffe cum D. Michaele Ar
changelode Motiscadauere :eo fortaffe con
Troblem .
Helip.como filio,vt in id illapfus Iſraélicis faciliasimpo
rect.spre neret , atque ad idololatriam domefticum
pl.mit malum feneftram patefacerer. vti eum non
ſemel poftea in alijs muftis feciffe, Rabino.
rum libri perhibuerunt . Adeoq; proreme
dio contra id lingulari tradiderunt ( á MG TÙ
Tur in adı xaydu Separtvovles) li circult feptem circum
uer in lib.
id'lepulchrum,vbi conderetur mortuu ,du
Hol.de
morb.ink cerétur 20. Ad hæc omnia accedit , quod Sa
tanas
 LIBER 11. 181
9
tanas operum Dei fectator maximus hoca.
pud fuos agit ſedulò, vt fecú illo poteftate,
ac viribus conferat , & quá maxinè exæquet.
21.
D. Petrus 21. Tabitham vita defunctam dif
Act.A
ports
cipulorú rogatu , quibus illa vi & um piè fup ca.9.
peditauerat , fuſcitauit à mortuis: vti ante eu
multis fæculis Helias 22. in vrbe Sareptavi 22 .
duæ mulieris ,à qua cibo adiutus fuerat, fili.Reg.3.01.17
um morbo extinctum ad vitam reuocaue
runt.Symon ne ei vllain reinferior videre
tur,cadauer defun & i pueri, quem Egelippe
23 Neroni propinquitati coniundum fuiſſe 23
ait, Magicis ſuſurris excirare conatus eft : & Egelp.lib.
ijs quidem illud fic mouit, vtad vitam redu 3.cap.be
xifle videretur : led eum mox vti anteà exa
nime in terram recidiflet,ceſſantibus( inquit
Clemens in itinerario ) quibusillud illigaue
rat carminibus, quid fallaciimitationi veri
tas certa , atq; indubitata Dei virtus temera
rijs Dæmonú aulis , & conatibus interfit, res
ipla fuit indicio . Idem Trallis , quæ vrbs eft
Alię in Philimonis Demóſtrati,& Caricus fi
tięſemeſtricadauer euenifle memorat Phle.
gon Adriani Imperatoris libertus. Damis
quoq; & Philoſtratus 24.authores funtApol 24.
In Apollo
lonium Thianæum dcfun &tis vita corpori. nij
bus lucé fæpè reftituiſſe, Et Germanorum
fcriptis vulgata elt nó ita pridem de Aulico
quodã hiſtoria ,qui accepto de vxoris obitu
nuntio , ac quemadmodú eius cadauer eſſet
epulturæ mandatum ,properè domü reuer
M3 ſus do
 OLA
182 DAEMON TREIAL SAG .
lus domeſticis rationibus vt proſpiceret, ąc
multa iá nocte cam cũanimo fuo voluens, vt
fit , vbi rei alicuiusdefiderium penitius infi.
det,inter hęcaduertit illam ſuo more veſtes
deponentem , ac notum cubile inire volen
tem : Sed cùm ne hoc faceret aliquátiſpetre
ftitiffet, quitam conſtantirumorçmortuam
intellexiſſet,vi &tus natiua loquentis voce, &
conſpicua feſe cftendétis corporis imagine:
fuit cam vnà fecum concumbere , ac tantif
per in quotidiana viręconſuetudinc habuit,
dum exorciftæ cuiuſdam efficacibus verbis
Dæmoni , qui refoſſum illud cadauer illu,
dendo,acfi poffet perdendo marito obſede
rat , abeundi necelfitas impoſita. Quæ certe
pulla imponi eo pacto poterat, fi fuo ipfa
corpore incluſa anima fuiſſet; fed veieu, qui
quid iniuflè occupat,leges facilè deijcipatiú
tur: ita & Dæmonem ex infidiofa eiuſmodi
cadaueris obfeſſione exturbari nemoaded
mirabitur, qui ſcięt quantæ fintadiuratio
num , atqicxorciſmorú in care vires. ljſung
Manes, ex Vmbræ Thyeſtis,Polydori, Tan
tali,Agarnemnonis, A chillis,aliorumq; he
roum ,quas poëtæ circa tumulos fuos obuer
fantes nobis decátant,id eft, vt cum Euſebio
In refutatio 25. loquar, impurorum Dæmonum fpe& ra,
peſexta că, ac ſimulachra imbecillioribusManium fpe
era Hiere. cie illudentia , dum inferias,parentalia , ex
slom
piationes, atquealia id genus facrificia fibi
poſtulent. Cur enim (aitis ) ftultam iltam
Iudens
 3. LIBER 11.
et Ludens opinionem reli & is beatorum inſulis
105,4 ad tumulum fuum diuerſari vellenr. Cuius
inly
etiam erroris,atque inſanię luſtinus Martyr
eftet
26.eos redarguit qui-ſe animas -Orcoſuis in
leche cantationibus euocare profitentur , quod reputation
PIR
non aduertant pro Manibus Dæmones ſe frauic .
excitare . Nam vbique vana adumbratio, imi
cent
tatióquc eſt veritatis potius , quam ſolida,
line
certaq; vlla eius expreſſio:multóque magis,
vbi femel vita defunctum hominem , ac iam
ut ( quot aiunt ) Ditis peculio annumeratum
hi
denuò in lucem ceu poftliminio reuerſum
lu noftris videre nos credimus oculis; acijſde
de
corporis muneribus fungi, quibus integra,
Itt
illibaráque vita antè fruebatur. Rarum , &
Gngulare eſt in hanc fententiam Petronij
Arinétarij 27. factum in periocha ita deſcri
ptum, vthic non queat cumulatius. Nam vt Dalhemi)
Ah..888 .
3 eum fuccuba Abrahel re expertura , quam
de obfequendo verbis fidem dederat , ad v
nici filij horrendam cædem impulerit; vt e
-
iusdeſiderium impotentius ferenti, ip !og;
parricidij horrore penè ad infaniam adacto,
Tpofponderit vitam ſe puero redditurum , fi
id le ſupplex ,ac venerabundus rogaret,vei
terata in fpecié vita ,ementitiſq; nacurę fun
&tionibus atque officijs eum libi prodigiose
ſuperſtité per annum integrú oftenderit: ve
deniq; nulla prius tentatú valetudine mors
illum denuò occupauerit,reliquerica ; con.
feftim fætore adeò grauem , vt aileminus,
M sicóque
 184 DAEMONOLATREIAB SAG ,

adeoque compreſſis naribus afpici potuerit,

illic, & figillatim , & copiosè demonftratum
eft.Quoniam tamen ea res quędam prçterça
habet animaduerfione non indigna , ve que
veteratoris Diaboli in affimulandis, effin
gédiſgue hominibus auiditatem infinitam ,
atque inexplebilem contineant ; & illis con
cluſæ orationis anguftijs commodè contį.
neri non potuerunt omnia : non erit à præ
fenti inſtituto alienum aliqua præterea in
medium afferre, quibusmagis fa& i eiuſmo
difides adiuuetur : caufa innoteſcat : pate
antinfidiæ : euentus damnetur , atqueim
prouidis,incautiſque ad attentiorem fugam
excmplum deinceps proponatur. Ac pri.
mú ficutambigetnemo, qui fuperiora lege.
rit Ephialtes, atq; incubos eſle Dæmones,
quiaddi&tas fibi mulieresmore virorú con,
ftuprent, ac comprimant :nam hoc femper
morbum eſſe corporis,quo viæ Ipiritus anie
malis intercipiantur,non facilècum Medicis
ſenſerim ita & hyphialtes , ac ſuccubos eſſe,
qui ſe yiris habitu , fpeciéque muliebri ſub
mittant,non erit creditu difficile : vtrobiq;
enim peccati,quod vnum amant Dæmones,
par eſt admiſlio , & alteruin altero nihiloelt
fa &tu difficilius; licèt id quidem infrequen
tius eueniat;ſiue quiamulicrum ,quarum in
hoc modeſtiam malitiosè imitantur,conſue
tudo non eſt viros de Itupro appellare; ſiue
quia ea colluuies magis ex eo fexu clt,quem
confilij
 LIBER I.
mert confilijimbecillitas minus ab infidijs Dia.
tu bolituetur, ac defendit.Etcertè in tam mul
Cere meas peruenêre,
ris, quæ hactenusin manus
que fortilegorú quæſtionibus ſingulare, folum
que hoc ſuccubæ fuit exemplú . Cui ne pro
diret incomitatųm aliud hic adijciendum
COM cenſui : quod à probatæ fidei viro Melchio
001 re Errico Sereniſſimi noftri Ducis a ſecretis,
& confilijs interioribus aliquando inaudi.
ceai ui.Fuit (inquiebatille ) Henamenij, me eius
{me Joci Dynaſtæ res procurante, ſortilegus qui
part dam , qui iuſſus à ludice dicere, vti primùm
ein eſſet,ad tantam nequitiam abdu & us, ac qui
bus potiſlimùm aệtibus illum Dæmon ad
CPP le pellexiflet,eam rem fic liberè,atque aper
lege tè effet elocutus . Cùm bubulcus ego prima
One luce hoſtiatim armentum cogerem , atque
LICOM yna è puellis quæ illud ftabulis emittebant
Apa præ ceteris animum meum amore titillaret,
Sani
cæpi in eius cogitationem noctes , diefậuç
edici effe intentior . Tandem euenit, vt eam mihi
ock ardeņriùs interſola paſcua animo voluenti
fube apparuerit fimilis occultanti ſe poſt dume
obic tum . Accurro ad opratam prædam ;aſſequor
ries atque adeò amplector vel relu &tátem . Tan
lock dem poft aliquot repulſas , ca lege ſui faciç
UCH copiam ,liſe prohera haberem ac vel ipſum
mit Deum illi pofthaberem .Conditionem acci
blue pio: fruor : imo fic ipſa me deinceps cæpit
slu frui:vt ex vno eius miſer ſemper pepende
icem rim arbitrio, Simile quiddam Philoftratus
lilin M 5 28.rcfers
 DALMONOL ATR EI AL SAO.

28.refert Menippo Demetrij Cynici diſce

In Apollo. pulo olim accidiffe.Is,inquit ,cùm Corintho
mais Thyana.Cenchræas proficiſceretur, obuiam habuit
quandam imaginem puclle peregrinæ , le
pidæ, ac ve videbatur,prediuitis:quçdiceret
ſefillius amore correptam ,inuitaretq; fami.
liariter, vt vellet in domum fuam diuertere,
Ille igitur viciſlim eius amore captus fæpè
cum ea concubuit,ac iam de ineundo matri.
monio cogitabat : Habebat enim ipſa do
mum regio ornatu apparatam . Sed Apol
Jonius cùm in ca domo fingula confideraf
fet, exclamauit Lamiam efle,quepropediem
effet adoleſcentem ad extremum vel deuo
ratura,vel inſigni aliquo damno ,atque iniu
ria affe &tura. Nimirum hunc Dæmon inli .
dijs,captionibuſque ſuis fru & um ponit lon
gè maximum ,atque vberrimum : Eumque
præterea, quod improbi fæneratores face
re folent, ſemper acceſſione aliqua noua
impietatis cumulat,atqueadauget: errorem
( quod ait D. Hieronymus 29.) errore tra
la proqmio hens , & femel Aagitijs pollutos in ca ma.
mentariorá gis , magiſgue ingurgitans. Huic adeò rei
in Zacha. argumento eſt ea , in qua nunc verſamur,
hiltoria.Nim primùm ad infandam libidi
nem ,peftiferoſýue amores ille &tum ſcelera.
to vnici filijparricidio obftringit: tum pro
pter tanti facinoris conſcientiam vltima fe
rè deſperatione affe& um ad impioseultus ,
qui sequitiarum omniun eft cumulus,agic
præcik
 L I BE R I 1. 187

er præcipitem ,ipſum ſe interim talem demon

sho {trans,qualem iam à prima ſua præbuit cri
uit gine:diuiniſcilicethonoris æmulum ,atque
affe &tatorem eximium . Volens Deus pieta
el cis periculum in Abrahamo 30.facere,ei ali
quando apparuit , enumeratiſque omnibus, Geceler
6 quæ contulerat, beneficijs, Iſaacum eius fic
lium in vi &timam ſibi popoſcit. Ille igitur
nefas ducens vlla in re Deo non obſequi
aſſumptum filium iam ad deftinatum mon
1 tem deduxerat , ibique imperatum facrific
cium erat facturus,nifi Deus ipſe ei interce
1 densobftitiffet;inclamans ſe non talem eſſe,
qui eum vellet liberis crudeliter orbare,
quem benignè patrem extrema fene & a fe
ciſſet:ſed experiri tantùmvoluiffe ,an talibus
iuſſis eſſet pariturus . Idem & fimius Demon
affectata à tam multis annis geſte rei imita .
çione nuncfacere gaudet.Etcertè probabi.
le eft Abrahelis nomen eum de induſtria fi .
bihic aſciuiffe, ve eſſer in quo vel eo renus il.
lius fa & i veritatem aliquam referret. Euen
tus verò contra docuinenta fuit eius in hoc
præcipuam fuiffe curam , ac ftudium , vt ad loan papel
impiam filijcædem paternas manus contra
inſitam ,atq; innatam hominibus charitatem
accingeret. Siquidé fuit is homicida ab ini.
tio.Diuinationes, vaticinia, Manium euoca
tiones,ac pleraque alia id genus ,quæ eius a.
lim fiebant auſpicijs incantamienta hominis
alicuius folenni , feſtague vel deuotione,
vel
 DAEMONOLATREIAE SAG .
vel ma &tatione fieri folita obferuare eft a
pud Homerum in Vlyſſe;apud Silium in Soi
piove : apud Valerium Flaccum in Efone:
apud Papinium in Terelia :apud Horatium
in veneficis fæminis: Humanis quoque ho .
ftijs eius aras plerique omnes funeftauerur,
quieiuscultuiaddiai fuerunt populi , vai
Genial Alexander 32.prolixè recitat : maximeque
dier.lib.6. propriorum liberorum ,vtde Eri &thxo Eu
cap. 2C
33. ripides 33 & Plutarchus 34. de Ariſtodemo,
In Eruth. atque Epebolo Paufanias 35. de Mario , &
34 . Carthaginenſibus idem Plutarchus 36. & de
Parallel.40. nouæ Hiſpaniæ incolis , priuſquam Chriſtia.
35 næ veritatis lux eis vlla affulfiffet, memorat
In Melleni.
çis. Petrus Bembus hiſtoria Venetæ lib. VI . VE
36. hic etiam addam quede lepthe recitant ſa
De fera nu
a mis vin. cra Biblia 37. Qui cùm in Ammonitas mo
diéta & in uens youiſſet, fi vi& oria potiretur, fe, quic
Imperato
Apo . , quid redeunti ſibi primum domo occurriſ
37 fet, facrificaturum : ac vnica reuertenti filia
Iudi. 26 virgo adhuc fa &taeller obuiam ,eam nihilo
minus in holocauſtoma obtulit. Nam licer
35.
Lbs.anti. macatam loſephus 38.crematam Zonara 39 .
QIP ... Sabellicus 4o.adaram pro hoſtia immola
39,tam aurument ; tamen non defuerunt , qui
Aonal.ro
moi . ex Hebræorum 41. quorumdam fententia
40 .hoc lic intelligerent , vrinter dicatas Deo
Ennead. 1. virgines tantùm concluſa fuerit; ac fic(quod
Jib 6.
aiunt ) ex hominum ſocietate ,ac vita com .
Dauid . municeu morte fubducta , atque exempta .
miri. Nam & à patre priuſquam eo voto defunge
retur ,
 LIBIR 1. 189
tetur ,impetraſte narratur, vt ſibi liceretvir.
ginitatem ſuam cum æqualibus per bime
es
nie 1tre tempus deplorare. Et certè Omeltem
10 Deum , qualem Plutarchus 42. Bacchú præ
dicat,iftud magis decet: Ac ſi tale illud fuit, la Pelopida
& Themift.
- quod ego tamen nihil hic ftatuens Theolo
11 gorum iudicio relinquo , neque legitimum
neque Deo gratum facrificium fuiſſe, cum
eodem loſepho auſim aſſerere . Porrò hæc
de Petro Armentario certa , atque irdubi
tata hiſtoria eft: vtiad Duumuiros Nanceia
nos peruenit ſuis quæftionibus,probationi
bus, atque argumentis inſtru & illima. Cuius
Jd prçtereà fidem pleniſſime cófirmauit,quod
loci incolæ de pucriad vitā per ſpeciem re
uocatione fuis le oculis vidiffe apud mulcos
predicauerút : Nam quantum attinet ad ftu
priconſuečudinem , quæ fuit Armentario
illicü ſuccuba, aliunde,qua ab illo , eius rei
veritas refcirino potuit.Germanú eft illi par
ricidio quod ſequitur exemplum de Ber
L tranda Tonftrice 43. quæ cùm Cremer la- 43 .
1 coh filium malè odiffet , quòd fibi fublatam Forpachif
-7.Cal. Sep
abillo furto pecuniam fufpicaretur , noctu 1587.
domum eius ingreſſa ,effra & is à præuio Dæ
mone foribus , venenata potione illum ne
cauit Prælucebat opeticum violaceo lumi
ne vxor Stoffel Pannarij : geftabat in nigra
teſta venenum vxor Quitini Lanionis : ca
44.
; put, quo potio in os certius inijceretur , co- lbidem.com
bibebat Briccius Merg 44. ipſa immiferi- demisia
Cors
 190 DALMONOLA TREIAL SACS
cors mater infundebat. Quod & idem Bria
cius,cùmn codem dic quo illa de fe apud quę .
ftorem reſpôderet.ita eueniſſe aſſeruit: hoc R
ad rem magis confirmandam addito argu S:
mento , quod prius fublata ſtragula filijar F
tusilla illeuiffet,net: m facilè attrectatus ex .
citaretur.Dominica Zabella 45. ſe quoq; in
ôgeuillz quinauit,non folum filij,fed & coniugis par
in agro ren DO
tezo.Ana . ricidio .Alexia Belhoria 46. vnum item , &
1583 g
alterum maritum veneno fuftulit . Eodem
46 P
Biainuilla enim loco habent & cædes, & parricidia:eft.
ad aqunsin. que illis æquè acer , ac præſens animus ad N
Cal Febtu. vtrumque : ita omnem omnino humanita
tem ,pietatemque exuerunt. d
LVEM ISTAM SORTILEGII SAB
pè in liberos ipfa parentum labefa & atione, ac ve
buti contagione demanare: dum ſcilicet Magiftel CL
lorumfuorum gratiam eo fa & o inire illi ſtudent. fy
Ac quomodo atatis excufatione malè id crimen
quibuſdam in pueris defendatur : tum propter &
ſuam atrocitatem , immanitatemqúe: tum quod 21
eius vnquam deponiendi fpesferè omenisfos ereptus fa
Atque ablata. CO
CAPVT II. ba
th
Nfinita , atque inexplebilis ſemper fuit fe
ISSatanæ auiditas : fic vt in quam familiam
tů
ſemel pedem intulerit, indevnquam nifi
le.
ægrè retuliſſe auditus fit. Et hoc quoq; inter
alia indubitatum ,certumýue indicium fem .
per habitum eſt contra cos, qui fortilegij
poflis
 LIBER II.
LAI SAG
Bidem poftulati,ac delati ſunt : quod reperirentur
ijs editi parentibus , quiillius criminis antè
fe apudque
ſeruit: het fuiffent damnati.
Redit ad authores genus,
dito ah. Stirpemi, prinum degenerfanguis refert T.
gula flje
-ediatus Et hæreditarijcriminis exempla quotidiana Hippoly
Seacca in
apparent in liberis.Si quidem Dämon præ
quogie cipuè fatagit ſuos indies numero cumulatio
Tugis
ses ve habeat. Quæ resilliin procliui ma
mitem, &
gis effe nequit , quàm fi cos, quos iam in
Eoden
poteftatem habet, ad liberorum talem cor
cidizel
Die ruptelam adigat, atque impellat. Nicolza
Morelia 2.nondum puberem fe ad no & ur
manitta
nos Dæmonum conuentus & patre fuiſſe de Sertzi
du &tam fatetur. Alia eft ,quæ quamuis non . 1987.
dum eius ætatis eflet,quæ muliebris patien
tię legem poſſet am :dicit tamen
acaipere ſe pro
re mandat e
fuiff in denſ
am
Job cul à mat a
oleh fyluam , vbilepidum adoleſcentem nancif
mod ceretur, quem illico facilè deperiret. Quod
& ita vti prædixerat,euenit. Sed vt illum in
quod amplexus admifit,fenfit illico fe illufam : vi
214 fa eft enim fibiè marmore ſtatuam aliquam
complecti:adeò rigidus,ac grauis incumbe
bat. Hennezelio parentes Erricus3. & Ca
tharina ſuccubam dederuntin vxorem , que vergawille
fe Schuartzbourg nominevocabat . Ei quan menſ 156 ,e and
11
tú illi primo acceffu aduertere licuit, crina
Je, & veftis erát atri coloris : pedes equinis yn
gulis deformes. Nec eam tamen ob id minus
deperijt:ſed Aatim concubitus voluptatema
facia
 I
192 DAEMONOLATRB AE SA .
facrorum omnium abiuratione auidiſm
depactus eſt. Verùm quaſi in frigida opple.
tam fpecum immiſſlet re impedita , atque
Giruncurig imperfecta pudens,ac dolens abijt . Dori.
menfe oct . nicus Petronius , cùm nondum annum æta
tis duodecimü attigiſſet,itidem ad nefarios
illos cætusà matre , vt vxorem duceret, eft
perductus.Nam & illi matrimonia frequen
tari aiunt Coleta Piſcatrixg.ac pleræq; aliæ :
Manerijs Imò Bertranda Tonitrix , & Sinchen May .
Id. Maij. Speirchen 6. retulerunt interfuiſſe feeiur.
3585
6. modi nuptijs , cùm fortè de nocte ibi fierét,
Forpachil vbi fontes eius regionis in crucé agiſolerét.
Sept.1987. Ac pro folito munuſculo fatis fuiffe vocatis
nuptæ in anum prono ore ſuffiare .Refert&
7. agnes Theobalda 7. præſentem ſe adfuiſſe,
Heft. Pitte, cùm Cathalina,& Eugelad Hudlingen Beel.
O & o.1Sgo. zebub ſuo vna item , & altera folenniter nu .
berent,in illiuſý; nuptijs quantum memine
fat appoſitas fuiſſe è nigra caprea alfas car
ñes . Dominica Falluæa 8.cùm iuncos religan
Ruppese dæ vitivnà cùm matre diuelleret,ac fiumiia
cunda Mo- centes fe ,vt fit ,à laborerecrearēt: cæpit poft
meriá, 1587. aliquot ſermones illam mater monere , ne
H. inl. prid.
ad vllius rei afpe & um forritidaret, fi quæ ſe
forte inſolentior oftendiffet : nihil enim ab
illa futurum periculi . Accùm hæc dixifiet,
momento aſtitiſſe humana forma aliquid,
quod aſpicientibus appareret calceario ho
mini ſimile:erat enim incin &us větraliſpare
fim picecontaminato , à quo tandem , cùm
eller
 LIBER 11.
m effet in cius verba iureiurando adacta , ae in
oli noue militiç lignum inie & o in frontem vn.
gue notata,tandem eſtcompreſſa,ipſa vid &
ei te matre : quæ & viciffim fe illi ftuprandam
a præbuit præſente ſe filia. Indeiun & i manje
bus in orbem aliquandiu tripudiaŭére:tan
i dem accepta,vividebatur,pecunia(nam pau
lò pòft rétractata puluis eſſe ccepit ) dilapfo
in auragincubo ad fuá difceffère. Mattheus
Amantius Rozeratius 9. fcelus hoc foreile .
Huccarte
gijabs fefe excufatione ætatis apud Quæſi menſesepte
e torem deprecansc , óquerebatur ſe primum 1586
eo obligatum fuiſſe illa ætate , qua nihilad
o bucipfe poterat,quaque per imbecillitatem
| alieno imperio etiamnum erat obnoxius.
Nam vixdum è pueritia egreffum vnà cum
fratre , & forore à matre abdu &um aliquo
quafiad confanguinei ſponſalia , atq; ibiin ..
fcios rerum fimul coactos ſe Dæmoni addi
cere:poftquá eſſecille malta prolixè ad ma.
iores illecebraspollicitus. Ijs & conſentanc .
umeft quod fequitur. Adornabant carnif .
ces tormenta , vt à Barbara Gileta 1o. crimi.
pis iſtius confeffionem exprimerent: Ea illa Hacearis
ſedatè intuens,ac defpiciens, Quæ hæc (in menfesogt
1983.
quit )demétia eſt ſperareà me per vim quic.
1 quam extorqueri poffet que li velim veltros
- quantoſcunque conatus facilè prohibeam.
arquc cludam ea , quæ mihi expeditiflimaeft
aduerfus omnes cruciatus , tolerantia : Sed
iam vos lubens ifta moleftis libero . Nam
N
quod
 DAEMONOLATREI AE SA .
quod me meus ille Magiſter non ceffat oli
tundere,vt quatuor mihi è multis fuperfti.
tes liberosadhuc tenellos eius tyrannidiad
ijciam ; cerrú eft cunc me crudelillimæ mor.
ti porius offerre ,dum ètalibus miferijs, quas
hactenus paſſa fum pufiones meos eximo.si
cnim euado iſto non conui& a iudicio , hoc
criam reftat : aut ab illo morte ipfa durio
ra pati; aut illud dechariflimis liberis etiam
ingratam ,atque inuitam facere. Eiuſdem &
argumenti eit quod fequitur :Franciſca Hac
11. quarta. vix annorum feptem filiam lanan
Tillæ ad 10. nomine, vr ſe tandem fimili moteftia libera
nn Aun ,
ret , Dæmoni addixerar : idque inter alia
admilla quæfitor fortè indicauerat. Cùm
& ei rei confentiens eflet filiæ teftimonium ,
fidemque prætered maximam facerent es
quæ ipſa de no & urnis , quibus interfuiße
fe dicebat , ſagarum conuentibus cerca , ac
propria afferebat : cæpit & omnium opka
nione eiufdem criminis cum matre mang
fefta teneri. Sed quia indigna ea ætas vi
debatur,in quam lege ageretur (nam vec VE
tum malum venenum adhae fecifle inue
piebatur) recepit loci domina curataram ſe ,
vt ab infanda illa conſuetudine , quàm fan
& iffimis fieri poffet inftitucis abduceretur.
Ergo fupplicio affecta matre fic apud matro
Dam quandam ſeruatam ,ac monicam per a
liquod tempus habuit ,vt refipuiffe,ac prifti
Qam libertatem ,excuffo Dæmoniiugore
supe
O, LIBER II :
eld
superaffe omnibus videretur: Sed, malum,
Dert edm nocte quadam inter ancillas media fuo
more decumberet, fublimem illam Dämoo
Ny rapuit , quaſi ſecum ablaturus : feciſſetgue,
14 vt creditum eft, nifi ab ancillis allatum eſſer
Ti impedimentum , inclamato fæpius nomine
, I B's v.Sic diſturbatus prædam inter tabulati
tigna prædi& am ,ac pendentem reliquit, at
queabijt.Necid commentum fuit ancillard
Ben
vanum in vulgus rumore ſpargere geftien
eh tium ,ſed ipfa totius viciniæ , quæ ad illarum
lai clamorem accurrit,oculis res cognita,ac per
* fpe &ta. Tum in filia ftupor,ac conſeruatio
miſerabilis , inædia, filentium , vigiliæque
A oco dierum ,ac no & ium perpetuæ fatis in
is, dicio fuêre , nihil horum per fraudem , &
maliciam affi &tum , excogitatuinque fuiſſe.
Nam vltra feptimum diem incolumi vita
E, non poffe perferrifamem author eft Plinius
12. Quod fi ad vndecimum trahialiquan
.
do contigit, quemadmodum & is annota- lib.11.cop
uit, id vti,quod modo narratum eft , præter vleima.
Aaturam eueniffe fatendum eſt. Extiterunt
K & alij plures noftra memoria fic ab ineunte
ætate in malam rem à parentibus abducti,
3. quos quoniam doli iam capaces videbantur,
od cenſuimus nos Duumuiri damnandos , vt
1 nudi ter virgis cæderentur circum eum
1 locum , vbi viui parentes comburerentur.
- Quod & ab eo tempore ferè fic eft vſurparú .
* Sed ne hac quidem rationt vnquam putaut
Na plena
 1995 DAEMONA LATRETAE SAG .

plenèlegibuselle ſatisfa & um :maximè, fi ,vii

poft dicetur, ætas iam doli capax reperiatur,
& conftér illos Verenum malum feciffe: ve
qùm opo , ruiſle præterea , quo publicæ fecus
ritati conſulererur, è naturę humanę finibus
illos eijci,atque extrudi. Nam quod penz
ad fontium emendationem , corre & ionem .
que eriam adhiberi folent, verendum eft ne
hicfruftrafiat.Experientia enim deprehen.
fum eft eos,quificin poteſtaré Demonis trá
Gerunt,rarò nifi morte illiadini : adeò te
nax & fui iuris dominus, ficque ægrè quie
quam de fuo remittit. Quod Grad exemplu
res pertinet;quæ commodior ad nequitiem
feneftra aperiri, quæ impunitatis ſpes maior
offerri,aurdari poteft, quàm fitanti, tam
que deteſtabilis fceleris iufta ,ac legitimaali
qua excufatio admittatur ? Viderint igitur
qui earum rerum iudicia exercent, virum
leges,quæ ætatis imprudentiam excuſant, ac
mifereſcunt,reétè ei maloconueniant, quod
fit non modò delperatum , fed etiam cum x
tate vires adaucturum : cùm & in alijs longè
leuioribus deli & is vltimam fæpè legam tam
diuinarum , quam humanarum ſeueritatem
adhibitam legamus.Quadraginta duo pue
Quarto ri å duobus vclis funt lacerati 1z. ea fo
Reg cap 2. lùm caufa , quòd Eliſeo proterue iflulif
Excipian . fent dicétes:afcédecalue TrebiusGermanus
Tukad le. legatus de impubere fumi iuſſit fuppliciú,
Deyta vt Marcianus14.libru vodecimo de publicis
iudic
 LIBER II.
RE
iudicijs obferuauit: quod cùm ad pedes do
mini cubaret, cùm occideretur , eius tamen
CC: cædem non prodidiſet. Athenienſium er
iam celebratur iudicium , quo nondú ep.he.
ant buscapite damparus fuit: quod cornici ocu
los eripuiſer. In hoc enim.qualis eratætate
EPI
adulta futurus, ſpecimen ampliſtimum de
Det derat. Quæ res & ſuperioribus annis me,
collegaſque meos impulit, vt nondum ſep
tendecim annorum furem in crucem agen
734
dum pronunciaremus :quòd iam tertiú vir
gis cæſus , ac etiam alterum inuftus humerú,
pergeret tamen furtis , latrocinijſque vitam
traducere Eodem affe & um fupplicio Sena.
tus Parifienfis fententia vndecim annorum

puerum : quod æqualéiđu lapidis necaſſet,

ac mortui cadauer occultauiſſet , memorat
e
Bodinus is.in ſua Dæmonomania.Deniqu , 15.
vt eò, vnde modd digreffus fum , redeam ,ę. Lib.. "
quum non eft vnius lalutem multorum in
nocencium ,ac immeritorum aperto difcri
mine redimi . Nam dubium non eft , quin
quod adhuc ignari rerum ex aliena patrant
libidine , id pro ſua , vbiætas iræ , vltioniſ
41 que cupiditates plenè accenderit , ardentiſ.
limè fint executuri . Er Mæpandri in hoc
criminis genere fententia femper probabi . '
lior viſa eft: Salutari ſeucritati poſtponen -16.
dam effe inanem fpeciem clemétiæ 16. Item , ad Brit
Sexti Cæcilijapud Gellium 19. acerbitateni
Lib.2..coala
vlcifcendi maleficij benè , atque cautè vi .
N 3 WER
 DAEMONOL A TREI AB SAG :

uendi diſciplinam effe. Non deeffent exem:

pla,quibuspueritiam illam à veneficio, inſti
gantibus parentibus, non temperafle facilè
oftendi poſſet: Memini enim legeremein
iſtiuſmodi reorum quæſtionibus, qui fate
rentur fe in extremis vnguibus venenum
habuiſſeafconditum ,quod à parentibus ac
cepiſſent,eiuſque affri & u inter colludendu
equales ſępè infeciſſe ,ac necaſſe:ſed nec per
fonas,nec tempusnunc dicere vacat : qudd
cùm ea legerem , non effet adhucconfilium
hæc ſeribere. Vnum tantum ſuppetit,quod
hæc iam in lucem edituro ad hoc iudici.
um noftrum Duumuirûm eft delatum de
nondum feptenni infante Laurentio Arſe.
laienſi 18.quem nó modò conftitit ex ipfius
Sentes.Cal.etiam diſertisverbisad nefarios Dēmonum
IqA.ASPI
conuentus à parentibus fuiſſe deductum ,
vbivertendo verujaſſandisque carnibus mi.
nifter adhibitus fuerat ; fed & ab ingerente
ſe Magiftello , qui fibi Verd- loli nomen fe
cerat, venenum non femel accepiffe, quo co
rum ,qui vel leuiſiimam exhibuiſſentmole
Ittam , iumenta deinde necaler: vti euentus
ipfe comprobauerat. Hîc controuerſia in
ter Duumuiros , & diffenfio fuit non parua:
quid de eo,qui hæc ſig perpetrallet ,eflet ſta
tuendum : contendentibus nonnullis non
effe diutius in hac hominium focietate feren
dum ,quiad humani generis capitalein ho
kem tam turpiter deſciuiler: Non videri
 LIB & R 1 1. 899
y commiferatione dignum , qui nihilipſecu .'
1 iuſquam , cui nocendilihido fuiſſet, eſſet mi .
i fertus: Eius vitz non eſſe parcendum , quia
į lijs vitam per ſummam iniuriam ademiffet,
ac quod viueret, niß Deus prohiberet, eſſet
ademturus: xáozpua illum eſſe, ac vltimę ex- *
K ccrationis hominem ,cui nelegibus quidem
paganorum , qui tamen pietatem vti nos
# non coluerunt,parſum vnquam fuerit:Tan
0 to Aagitio contaminatum , vti pecus , ad
11 quod acceſfit mulier 19. haud dubiè interfi
Cap.
ciendum efle, ne quid ſuperQt, quod adeò liet is.ga, mi
execrandæ , ac deteſtabilis rei memoriam
vnquam refricet: Innocentiam confilij, que
alioqui infantes tuetur , nullam dici , ac de
20 .
fendi poſſe 20. vbi perſeuerantiæ animi iu 1.infans en
dicium oftendit, quam nemo in eo fuiſſe ne- leg.Cor. De
11 gauerit , quiacceptam iniuriam ex interual
load animum reuocauerit :21. clam quoque 21.
1. Diuorit .
22.ac timidè , vei qui malæ rei libi funt con II, de Dia
Scij, vulcus fuerit. Factum vbi atrox apparet uor.D.
iam nor domefticam diſciplinam , atquea
1. diffamart
le nimaduerfionem ,qualis folet effe in pueros : de lagen.de
fed iudicum notionem ipfamque legum ſe. maaunc.
ueritatéexigere ez.Impunitate deli& i prop 23.
emed pr,De
terætatem nó dari 24. li modo in ea quis fit Lvnica ope
hu in q crimen quod intenditur, cadere poteft:
1 at tale id eſſe, quo de núcagitur ſatis oftédc. 1. Impuni
ra re inimicitias ,furta,médacie çmulationes ac tur.Deper
DO periuria ei?,ceu aporySuevod peccata, quib ta
dan mennene inficiabicur obnoxiã elle puerilé
21 N illant
 DAEXONOLATRIAE SAG.

illam ætatem ; vnaque ex omnibus venerg

ante pubertaté non tétari,quòd ad eam fci.
licet vires nulla adhuc fatis fint validæ at .
Copil. que efficaces. Quod & fenfit Gregorius 25,
Nadingmer, in antiquis,Deniquçhoç nunc vfuuenire, ve
feptennes pueri ad fraudem callidiores rc
periantur, quàm quiolim rudioribus adhuc
fæculis ſuam pubertatem erant aſſecuri.
lan yt verè dici poffit adcò præcocem præ .
maturamque in pueris nunc eſſe folertiam ,
ac perfpicacitater, vt earum malitia ætatem
( quod loquuntur luriſconſulti) facilè fup .
plere inueniatur. Contrà quiad miçiorem
fententiam inclinabant :Non videri cum ad
hoftem tranſuiſſe ,qui quid ageret ipfe non
intelligeret: Quam etiam ob cauſam olim
*. tyroni 26. qui primùm deſertior fuiſſet,
1.2.9.qui ignoſcebatur : vtpote diſciplinam adhuç
lub.f.dety jgnoranti, Immifericorditer, duritergus
quicquam ab co fa & um non præfumi, cụ .
ius ingenium ,ac mores nihil zquè,accruder
litatem abhorreant,atq; abominentur: Ce
dium autem , vulnerum ,incendiorum , alia
rumque id genus calamitatum afpe& um
non ferre pueros;ſed ftatim alienis malisilo
lacrymare,atqueingemiſcere ipſa experien.
tia fatis effe manifeftum :vt fiadeò quid ſecus
feciſſe reperiãtur , id prodigio fimile exiſti
mandum fit,credendumque potius in coil.
Jos voluntatem fuam nullatenus accommo
dalle : cùm tamen nullum fine ca crimen
yaquam
 LIBER 11.

unquam cótrahi poſlic. Non magis illos nem

cis cuiquam afferre cauſain , quàm ferrum I nadlege
de fuſtem , lapides,venenum ,aliáque quæ ad al. Cornel.De
Sica.6 .
TUS tcrius perniciem adhibenturinſtrumenta ;
in quæ tamen fanus ideò fæyit nemo, quod
18: ad cuiufquam cæden , atque exitium vſui
NE fuerint, & adiumento .Nam hoc (it canum in
ore proie& um mordere lapidem , eo qui vi.
brauit omiffo ac neglecto. Sacrata equidem
olim capita , ac deuota fuiſſe Dijs Manibus,
quæ impuneà quouisoccidi, ac violari por.
tel kent:ſed ea illorum fuiſſe ,quife volentes,ac
OICE ſcientes ei deteftationi vltrò obtuliffent : pa
&is videlicet per annú cibis publicis , ac pu
rioribus : idque velluſtrandæ patriæ ,vel ex
701 piandiali uius frelerismorbi,oftenticaufa:
vti fuit caper ille emiſſarius apud Hebræos 28 .
28 :fed eorum omnium nihil in puerum il. Laait caught
\ um rectè dici pofle, qui nihil mercedeſpo
E, ponderit . quinon fit periculum publicum ,
uda aut fcelus alienum morte luiçurus : in cuius
G deniq; fupplicio nullum aliud exemplum
alip ſtatuipollit,quàm quo naturę ipfi probrum
But inferatur, quæ confilio primam hominum
isit pueritia non ſatis proinde inftruxit, ac mu
Tien piuit.Quod pecora etiam quæ femel nefan
2003 da hominum libidine ſunt fædata , ac cóta.
illik minata iubentur interfici,ac eorum memo.
coi ria obrui , non camdem habere rationem .
Multum enim intereſſe crede perimatur,
mei quod ad cædem iam natum et animal :an
N vita
 DALMONOLATRETAS Sae.
vita adimatur homini, cuius caufa cæterissa
nimantibus natura vitá conceſlit, ac tribuit.
Nec leges ipfas omnibuseaſdé panas ob ea
dem facinora ſemper irrogaſſe:fed huic pro
dignitate ,atqueamplitudine minuiſſe : illi
pro tenuitate,humilitatea; adauxiſſe , ac cu-.
mulaſſe: æqualitate enim (inquit Plinius)in
ferendis fententijs nihil inueniri pofle ina
qualius. Indignè igitur eum facere, quiho .
mines, bellualq; eodem iure cenferi poftu
let. Nihil innocentiæ ,fimplicitatig : puerors
aduerfari , quod acceptæ iniuriæ diu remi
niſcantur: quod eius referenda occafionem
libenter arripiant: quod caueant in facto de
prehendi.Nars & hoc bruta animantia face .
re,quibus tamen ob id nemo re & tè vllum a .
nimi iudicium tribuit. Atrocitatem 29. fa
iniurijs. D. diexaffe &tu facientis confiftere: ob idque
1.1.8.!.de
cum , quioccidit , cum vulnerare tátùm vel
let,mitius legibus puniri:in impuberem au
tem nondum dolicapacem agi iniuriarum
non poſſe: tantum abeft, ve deearum graui.
tate quæftio ei moueri debeat. Siquidem e
ius, quod non eſt, nullas eſſe qualitates iura
vbique prædicant. Fruſtra igitur hit diſtin ,
gui inter domeſticam diſciplinam , & exem
pla publica: cùm non minus repugnet iuri,
quod in proportione conftitutum eft (dvas
dayor vocat Ariſtoteles) ætate adhuc tenera
infanté palim,ob factum homicidium ,ſup.
plicio afaci , quàm adulta hominem obid
ipſam
 LIBER II.

Tipſum virgis domi cædi , ac caſtigari. Omni

noinfantiam doliexpertem efle ; nec quic
bez quam ,quod malitieimputari debeat,in eam
1993 cadere poſſe : sic enim cùm fe admodum im
pubere fiue meipexúmcov XopedDemoſthenes
dixiffet,re & è eo dixiſſe adnotauic Vlpianus
BS 30.vt intelligeretur nó fuiſſe adhuc dolica
pacem : Nec quicquam contrà facere videri , 1.3.3.1. De
quod virgaru metu mētiuntur pueri : æqua- fepulch.
viol.lac .
libus,fiquæ intercedit contentio , inuident : Cuiatius
moderatores ægrè ferunt,ac fæpè oderunt : obferuat ,
manus ab alieno non abftinét. Nam hæc rul- 6.cap.az
dimenta tantùm effe vitiorum , atque incu 31.
nabula, non etiam confummata , quæ huma. Horat.
nis legibus coërceri, ac vindicari oporteat hapud f. fi
crimina,ac peccata.Porró quod nunc matu quis cum
rius quam olim fapere,atque intelligere di- tutor.de
cantur,hanc veterem eſſemultorum tempo Do.cxcufa
el rum querelam .
J. Impuber
Damnola quid non imminuit dies ? rč De furt,
A Etas parentum peior auis tulit 1.Hæredib ,
Nos nequiores,mox daturos * fubf. de
Progeniem vitioforem . 31 . Dolo.
Cuius fententiæ authorem Horatium mul 34
1.4.de tri
tis poſt annis ſecuti Saluius Iulianus 32. Do buc.adiet
mitiusVlpianus 33. Iulius Paulus 34 ,ac luriſ. nc,
conſultialijplerique:omnes tamen negauc.
rút pupillos doli eſſe capaces, niſi qui client 35
1. non tas
propè ipſam pubertatem , id eft (vt interpre cum in p
tatur Calliftratus35. ) quibus femeſtre tantú de exc.tir .
tempus ad pabertatem decffet, vel ad fum- torum .
mum
 DAEMONOLATRIAI SAG .

mum annus,vt explicauit Galenus in Apho

9. Aphos riſm :36 :Neque enim cos ante id ætatis dele
Tilm . 3o .
37 . &um rerum habere vllum : Denique 37 ve
1. in fraude, pia dignum videri, qui aliquid ex eius præ
vtindigqux cepto facit,cuineceſe habet parere Quantú
Die
autem parentibus liceat in liberos tenellos
adhuc,atq ; obnoxios omnes qui volent me
moria repetere, quales iplica ætate fuerint,
facilè iudicabunt. Et fecundum hanc ſenten
siam , quod mitiorem interpretationem
habere videtur, eft pronuntiatum . Verùm
quòd ea animi labes vix elui pole dicatur,
ac fi qua tandem rationc queat , præcipuam
cam elle,quæ pofita eft in quotidianis corú
monitis, ac inſtiruris, qui ſe communi ho
minum vita ad duriorem , rigidioremg ; pie
tatis cultum contulerunt : vifum eft includi
eum oportere in Paulianorum coenobium
quod eo loci, vbi reus agebatur , nec non ita
pridem extin &um eſt:ěleroſque enim om
nes dicere,nullam ſpem bonæ mentis reli
quam fore: neceffe quod prætereà expe& a
retur, ſi non ea via relipiſceret. Quod faxit
Deus Omnipotens, Deus luminum , miſeri
cordiarum ac fpirituum pater, vt tandé ho
mines , quod deinceps ſequáturin judican
do exemplum habeant,& certius, & planiųs.
Nam certè ex co:qui adhucextitit, ſortilego
rum numero nemo quod ſciam auditus eft,
qui ſe ad bonam frugem recepiffet.Sed con
drà vno ore ferè omnes autumantfibi,poft
quan
 L I BE R 11.

quan femel fidem Dæmoni fuam obftrini

žerunt , non licere impunè eam vnquam fale
lere.Ac, fi quando id faciendi ſubeat libido,
aut illius tædium aliquod cos capiat , fortè
quòd promiſſa non perficiat,quód intolera
biliter fæuiat, quòd inftetvbique importů .
nus : non licere tamen id facere propter eius
juges,aſlidualque dehortationes,minas,ver.
1
bera . Quod & loannes Burſarius 38. hoc ip Dembros
so menſe fruſtra ſe ſæpiſſimè tentafſe alleueu.cal au
rarit . gut. 158 .

facilis defcenfus Auerni :

At reuocare graduon,ſuperá queeuadere ad aurus.
Hoc opus hiclabor eft.
Itta tamen fateamuropořtet omnia ex Dei
nohem
inch omnipotentis morü pendere, & arbitratu .
Eamque emergendi difficultatem non tam
obis
eſſe ex alliduitate Dæmonis , quàm ex eo,
Cnani
quòd iufto Dei iudicis deſerci Sortilegi & ex
DIROM
neis tal ius gratia fpoliati ſuopre robore ac viribus
non poſſuntſe eius vinculis expedire.
HVMANIS CADAVERIBVS SORTILE
7,milere gos abuti ad ſua maleficia : praſertimque, fiqua
tandele funt vel abortu egeſta, velfupplicio interfe&ta, val
audio denique cedealiqua indigna, 4tqueinbonefta pet .
& plans empta.

tglorilega CA P. III.
uduset
e.Sed.com Sorril egos ſæpius
Jad maleficia human
lua abuti cadauerib
is
, authores us
ſunt Por
elibi pol phyrius.in libro de facrificijs, & Pſellus in Cap.dero
re Culiza
<li eo qu en
 206 DAEMONOLATREIAE SAO .

to quem ſcripſit de Dæmonibus. Nimirum

( inquiunt) quia animæ liberatione terrena
contagionisiam fa & a vaticinatrices : conta
gionem tamen aliquá è ſuperiore contuber .
nio adhuc retinentes, circum corpora voli
tare, atque obuerfaricreduntur.Quod mihi
Dcutiquam fit verifimile : Nam nec vllum
vnquam defiderium eft eius cuftodiæ,vnde
quis euaſerit ,nec defæcato,ac puritaté ſuam
demum adepto animo cum fætido ,ac putio
do corpore vlla neceflitudo re &tè interce
dere poteft: & omning tanta morte fit vtrin
quc feceſſio ,donec manifeftamur coram tri
bunali Chriſti ,quáta vnquam darivel cogi
Be s.2. ad tari queatz.Credibile eft igitur hæc ita con
Corinth. fultò , ac malitiosè à Dæmonibus eſſe adina
Yorf 10.
uenta,vt naturam humanam magis,magiſa;
ludificantes eius reliquijs ad eam ,quam mo .
liuntur mortalium perniciem maiori cum .
contumelia abutantur. Reperiebantur ( in
quit Tacitus z . de Pifone veneficij ſuſpeão
Annal.liba
loquens ) ſolo,ac parietibus erutæ humano,
rum corporú reliquiæ ,carmina, & deuotio
nes, & nomen Germanici plumbeis tabulis
inſculptum: ſemiuſti cineres, ac tabe obliti ,
aliaque maleficia queiscreditur animas nu
minibus infernis lacrari. Quod & Apuleius
4.artigiffe videtur , dum cauſam recenſer,
itb.2.de Ak- ob quam cadauera Lariffæ in Theffalia per
uigili no & is cuſtodia feruari folerent. ' Nis
1 mirum ( inquit ) ae fagæ mulieres, quibus
cargo
 LIBUR 11.

ea regio abundabat illa cótumeliosè demor

ficarent, præfegminaq; ad exitiabiles viuen
tium fortunas conuerterent. Hoc & noftra
ætatis maleficis hominibus moris eft faceres
præſertim ficuius fupplicio affe & i cadauer
exemplo datum eft, & in crucem fublatum .
Nam non folùm inde ſortilegijs fuis materia
mutuantur : fed & ab ipfis carnificinæ inftru
mentis,refte,vinculis, palo,ferramentis. Si
quidem ijs vulgi etiam opinione inefle ad
incantationes Magicas vim quamdam ,ac po
teftatem . Mulierum quoque fætus abor
tionc egeftos nulla alia probabiliori caufa
itidem vſurpant : alij quidem è detra & a co
um cute membranulas adaptantes quibus
barbaro, acignoto aliquochara &tere inſcri
ptis demumvtantur ad ea , quæ maximè cu
piunt,conſequenda.Quadere Agrippa,Pe
trus de Abano, & Picatrix tres damnatæ Ma
ziv proceres plura,quàmère hominum fit,
præcepta reliquére. Alij verò totos , inte
groſque decoquentes : dum velin cinerem
ariditate abeant : vel in maflam adhibitis ,ac
comixtis quibuſdam alijs coalefcant. Quod
Baptifta Porta Neapolitanussiin libroſe Cap
cundo Magiæ naturalis obſeruauit ſua æta
e fa & um . Id genus paguaxono185 membra
im in ſua facinora abortus diuidentes , non
Dodò ab obſtetricibus, verùm etiamà mc
etricibus proditos retulit Plinius 6.Ethow
lib.28. CAN
Die frequentes habet,quæ ſub Lotharingica
ditions
 108 DAEMONO LA TRELAX SAJ.

ditionceſt,alemania :vti fæpè deprehendi

ex eorum quæſtionibus capitalibus : Anna
Ruff 7. agnoicit operam ſuam commodal
le ſe Lollæ cuida venefice in eruendo eiuſ.
Dule Cal.
CAD.186. modicadauere, quod ad faniDuſani maioré
portam recenti funere obrutum fuerat: atq;
exciusexufti cineribus medicaſſe potioné,
quadeinde ad certam eorum , quosvellent
peremptos , vterentur perniciem . Cathari
Ibiden pa Metenfis & addit ſeadingratiorem fapo.
prid.Non. rem admiſcerefolitam lupioum filicesina.
Sopl 1586. las ,fel bubulū , fuliginem , & fi quid cft quod
amarore fuperet. Nam eciam inuitis& obni
xè reluctantibus ea in psingerunt , vtialibi
dicetur. Bricelj Meg 9. conueniens cit huic
teſtimonium ,derefoſlo ſcilicet infantisca.
orpachi )
Calend. dauere, quod eius pater ( huic eratnoméFa
Seps:1587. ber V volf) pridie extulerat: in hécquetan .
tum diuerfus eſt à ſuperiore , quod rion altaa
tum in cineres,ſed elixum in maflam confe
cerit, quo commodiùs inde vn & ionem pa
faret. Olla porrò in cineté redegiſſe afperi
gendis nemorum arboribus , vt glande ſua,
deficerentur. Fuxenæ Eugel 10. ab hocnon
Bulacijmen eft aliena affertio , dum narrat eiufmodici.
fe April
neres in ventos cum cxecrationc , acdeuo .
tione fpargiſolere : velad vredos arborum
flores : vel ad interficiendas regeres. Maria
Ioannis ir Sartoris in Metzer Eſch commo.
Humburgii
Non. lan. rantis vxor recitauit Ioannetā Soniaus Ma.
thes vxorein , cùm partum intempeſtiuèels
ciller,
 A. LIBER II. 109

prebant ciffet,eu clàm in quo habitabat cubiculo de

i de fodiſſe: Sed cum id olfeciffent fagæ quædá ,
marki éum illas poftmodum refodiſle,arq;in vng
ndo i* uentum confeciſſe : vnde & ipſa fcopas ali
Dice quando illeuiſſet , quibus inſidens ſublime
erat illico eſſer elata, atque in Bruch (is di & usco

po' . mitijs locuserat a Magiſtello fuo Rouſgen )

OSVE deportata . V velch Antonius 12 idem quoq; 12 .
ſibi narratűrérulit ab Groſs Nichel, & Beſs- Guelmin .
Citi
Temi keſs ,vxoribus vtraqueex fortilegijſocietaté lanu.ss8
82 14. 9Cal
.
ikes notiſlima fibi fæmina non adeò pridem re
chora fodiſſe le è cæmiterio Guermingen fi duo e
sos ſufmodi cadauera , quæ parentes Bernhardi,
& Antonius Lerchen recens humo condide

Solo fant,eaque igne confumpta in Magicos fuos

vſus conuertiſſe : reſecto prius vnà cum hu
S merò,coſtiſqùe continentibus,dextro bra
OB
chio : in vfum fcilicet luminis, ficuide nocte
quer
venenatam potionem fortè vellene infun
dere. Res hæc prodigio eft , & fabulæ limilis .
Extremi eiusmébridigitifláma ſulphurca,
ac violacea tantifper ardebant , dum perfe
&tum , abſolutumqüe eſſet, quod aggredie
Bintur negotium . Eáque demum extincta
Un
ochie tam integri,illibatiguereſtabant,quàm Glu
minifomitem nullum ante præbuiſſent.Id
dem
DION que quoties opus fuerat cum eadem digito
rum incolumitate repetitum fuiſe. Quod
& Bernhardi 13. illius vxor non multo poſt in Guer :
7110
quàm hæc ab illo prodita fünt,totidem ferè mingen,in
SMA Cal.Febr.
verbis retulit. Nihil etiam inficiata, quod in 1990.
ées
city proprij
 Διο DAEMONOL ATREIAL SAO .

proprij partus contumeliam Alagitium ad

miſerat :dum illum in Magica fua portent
fic ipfa miſerèdilaniauit ,torruit ,atque abo
Jeuit. Equidem qui volet ſuperiorum res
geftas memoria repetere, quotidianas etiam
ac vulgares attentiùs conliderare.neque ex
emplores hæc noua :neque , quam quæ De
mones quotidie edunt miranda plurima, a
fide alienior videbitur . Refert Plinius 14 .
lib.11.cap.37 vidiffe fe , cùm vigilias pro vallo ageret in
hærentem militum pilis fulgorem Itellæ ef
figie, & antennarum cornibus ignes hincipe
de fæpè fine damno inſediſſe,quoseius tem
poris nautæ Caftorem ,& Pollucem :hodiera
ni ( vt audio ) Diui Anfelmi ignes vocitant:
Sed efto, habeant hæc caufam ab exhalatio
nibus terræ , vel maris, quæ extremis lignis
adhærentes agitatione fammam concipit
Detur lignorum eas oras, atque extremita
tes, ceu magnes ferrum trahit,itaexpiratio
nesille ſugere,ac morari : qui fit vtignisce
terarum rerum edaciffimus , huic tamen ad
exardeſccndum atque ia & uram tam facili
parcat , ae ne leuiſſimum quidem fui vefti
gió relinquat ? Nã certè , inquit Plutarchers,
is ignis velut fera aliqua vorax , rapaxque
In lib.vtrü quicquid in propinquo eft , columit: lamg
aqua
nis vtiigo in corporibus , quæ ſenſus expertia ſunt,in
fit an
lios credibile videri poſfit, an non in animatis
monſtroſimile prorſus videbitur , finevllo
fcilicet doloris fenſu , fine vlla viuæ cutis in
iuria,
 LIBER 11 .

tay furia , ac læſione circumfedere diutius igné .

an At Lucio Martio 16. in Hiſpania in reremp- Valet.Ako
tis Scipionibus concionanti ,ac milites ad vl. tias apud
Plin. lib.14
tionem exhortanci, flammam ex capite emi. cap . 107 .
cuiſſe: Idem quoq; Seruio Tullo dormien 17.
tiin pueritia contigiſſe: Et Anagniæ feruo liburabiye
becondita
18.tunicam arſiſſe, intermortuoq; igne nul 28
lum flammæ apparuifle veſtigium Roma- Iuliusobla.
prodigiig
qui ( vt inquit Macrobius) rebus fi & is fæpius 19.
2 11.2. Acacia
verasinuoluit,Aſcanio ex eo augurio regnú
M portendit:
Ecceleuis fummo de vertice viſus Iuli.
Fundere lumen apex,tałtúque innoxia molli
Lambere flammacomas, & circum tempora paſii.
Potius igitur eft, vt dicamus iſtiuſmodi ige
nem nó eum eſſe , quiid ,in quo viuit , depaſ
citur : qualem in vſu quotidiano habemus :
ſed ementitum , & fola fpecie à Dæmonead
umbratú : vti& in difficiliores longè prom
50
ptiſſimum eft hominum oculos fallere. Er.
raticos equidem flammarum globos memi
ni legeremein fagarum confeifionibus, qui
ijs de nocte fæpè eſſent obuerfati, ac huma
na voce locuri. Sed hic aduerfaria mea me
deficiunt , quæ locum , tempuſ“;ſuggerant.
Etli eos non alios fuiſſe credibile eft , quàm
quos philofophi depingunt nobis ignes fa
EX
tuos, è cliuofis fæpè etiam paluſtribus locis
lle
viatoribus apparentes.Nam quod à natura
libus caufis fuam illis arceffunt originem ,
02 nihi)
 1272 DAEMONOL ATREIAE SAG.
nihil quidem à ſe alienum faciunt , qui cun
&ta è natura fontibus deriuant , nullam ali
undererum fabricam , atque opificium ad
mittentes. Sed ferè iam vulgi viſum ,ac Spe.
& rum illud effe exiftimantis obtinuit ſen
20.
Pontus Tiardæos 20 )
In lib. dev. tentia. Galli ( inquit
Aiuerfit. " appofitiflimè lingua patria vocane Aduiz , id
eſtpaildoma ; quo nomineeiuſmodi impreſ
fiones,quæ viſum tantùm feriunt, appellari
folent.Quæ non eft omnino à ratione aliena
perſuaſio :Nam primum motusnon conue.
nit ,quo tranfuerfoignis naturaliter nunquá
fertur,nifi cùm fomitē ſúum ſequitur : quem
nemo dixerit in locis , per quæ foletdecur.
rere faruusille, & ad concipiendam fámam
facilem , & ad aſendam ſatis copioſum per
petuò , & vbique reperiri. Tum quòd viato
Tes in ſtagnorum ,fluminumque voragines
aliaque præcipicia pellicit : id verò fine ful
picione non eft infiti genijalicuiusmali,at
que infidiofi : qui fic hominibus facem ad
exitium , interitumque præferat:vt innefa
rio illo opere, de quo modò inſtitura eft o
ratio ,eueniffe probabilius eft : extremisſci
licet membriè cadauere reuulf digitis non
hæliſſe verum ignem : fed in ſediffe tantùm
ignea imagineDemonem ,miſerafqueiftiuf
modi humanæ vitæ reliquias, ceu inſtru .
mentum , materiamą; ad eam rem própria
fibi præcipuè delegiſe ; quo luis opinio
nem inijceret illis efficacem ineflc vim ali
quam
LAG LIBER II.

quis qua ad ardua , & difficilia : maximeq; fi præ

lani ceſſerit inaulpicatum aliquid , vtipuerperia
ciunx illa vel abortu edita,vel etiam à veneno , cza
7. de, aliaque vialiqua cauſam habentia . Nam
i in hoc demum feriò triumphat. Hæc illi
20 Jumma hicfructus,atquemerceslógè vber .
rima iucundiſtimag; eft omn um , quas vn
in quam inftruit inſidiarum . Vnum ,atque al.
posterum poſteriorisgeneris du propero,adij
chciam.Pergamenſes (inquit Paulus Diaconus
21.) cum à Sarracenis obliderentur,à Mago 21.
non quodam ( vt in defperatis rebus maloexem , lib.zo rere

4602 plo fieriſolet)conlilium exquifiuerunt,qua fub Thee .

ratione vrbem fuam obfidione liberarent. rolio.
i Eum verò reſpondille futurum ,vtid certò
um facerent, lidextrasfuas in ollam intinxif
die ſent, in qua fætus è grauida matre per vul
finusdetra &tus chulijfſet : Quod cùm religio
in sè admodum feciffent: nihilominus omnes
nel in hoſtium poteſtatem venerunt : Id enim
ci Dæmonem nó alia caufa.commentum fuifle
credi par eft, quàm vt cumulato per ſum
mam crudelitatem parricidio Pergamenſes
is immaniori fcelere au &ti perirent . Nec eo
List". illi fcelere ſolicruentati , contaminatiq; re
periuntur. Scribit Beroſus ( li modò Beroſi
ſunt,quæ circunferuntur ſcripta) cùmMe
diru gaſthene Mirtilo, & alijs nónullis vetuſtio .
ribus, immiſſum olim fuiffe à Deo cataclyf
inimum ad viciſcédos mores hominum, èma
ma trum apertis viſceribus infantes euellen
LUM O 3 tium,
 214 DAEMONOL SA ,
ATREYAE
tiú , ac diripientiú : vel ad nefandas ſuas epu
las, & cóuiuia:vel ad miſiéda, paranda “; alijs
venena . Priori aſcribere licet,quod Ariſtote
22. les 22.recitat in libris de Morib.ad Nicoma
lib.7. cap.s. chú , mulicré extitiſſe adeò natura vitiosā ,ac
Apud Philo deprauată , vtègrauidis mulierib.facto vul
fratá lib.4.nere fætus detraheret,ac deuoraret. Quod
¢ap.8.
24 , Apollonius 23. Diodorus 2 4. & Ariſtopha
lib. 20 nis interpres 25. Jamias olim fa & itaſſe mę.
25. morant.Et Horatius 26.alicubi meminit.
In veſpia. Neupranſa Lamie vinum puerum extrabat aluo.
26.
In lib.de are Hodiernas etiam idem vfurpare fuprà ex
te Poët. amplioribus verbis Dominicæ Iſabellæ 27.
27
Cap.1 . meminimus . Pofterioris generis eſſe poteft
lib 1. quod fequitur exemplum , mihi non multo
28. antè, quàm hunccentonem emittere cogita
Hell,Pitter rem , oblatú.loanni Molitori à Vvelferdin
langij.12,
Costo, gen 28. anniculus erat infans, præcipuè eius
delicię: Hunc Agathina à Pittelingen ,Anna
à Miltzingen, & Mayeta à Hochit cunisclam
detra &um in ardentem rogum imponunt ,
quem ipfæ ca cauſa in perarduo monte , la
Griſe,nominato extruxerant , eiuſque exu
fti cineres ſtudiosè colligunt ; tum rore ex
ſegetum ariſtis, graminumque fummis her.
bis excuſſo perfundunt:atquemaſſam vtiq;
friabile concinnant :afpergendis fcilicet viti.
bus ,fatis,atq; arboribus:quo ftatim lælo flor
re perirent,fru & ibuſq; ſuis deficerétur : ſed
forſan plus ſatis de re,cuiustam parum graç
ta ,iucundaque eft commemoratio ,
PER
 LI BIR I I.
PERDI FFICILITER VITARI POSSE
quas venefica hominibus ftruuntinfidias: quod de
nocte is obſeratas, clauſas ,domos ignota ſpecie,
ac forma illabantur : ar & tiſsimo fornno decum
bentes dirisſuis artibus ebruant , prodigioſaque
alia multa edant ; contra que nullum tam pram
Jens eft remedium , quam , quibus nos le &tum inits
si Deo tradere, ac cömendare folemus,precatio .
nis. Tum quadam de ea perincantationem indu
cendifomniratione.
CAP. IIII.
Bs renó eft quod paſſim formidabi Tob . cap.
A les funt,qui ſortilegij ſuſpe &ti haben
tur:Etfi enim nó eft illis infinita,quibus vo
lunt , nocendi poteſtas, vti in Sarræ marito
rum percuffore Aſmodæo innotuit : quoniá
tamen noftra nos, fic volente Deo , peccata
illorum iniurijs fæpè obnoxios reddunt :
quod etiã V velſch Antonius 2. própria.con- laGuet.
feffione ſortilegij manifeftus prodidit: & mingea.
nemo adeò eft 14. calend.
han . 58go
Integer vitæ,fielerisý purus, 3. 3.
quéadmiſli alicuius conſcientia non ſtimu- Horas.
let,ac terreat :nemoin colenda religionetá
attentus ,& diligenscuipræcipitantibus for.
tè negotijs non accidat,eas preces, votáque
omittere, quibus ſe in Dei præſidium ,actu
telam quotidiè commendare folet 4. nó in- D Auguft.
iuria metus ille lecuriſſimum quemq; ten. lib.21.deci
cap. .
tat , atque afficit
. Tum quotidiana eius rei
experientia fatis eft documento , quam non
0 leue
 I
ATRE
ONOL
216 DAEM AE SA .

leue ab ea re periculum plerunq; nobisím

pendeat. Siquidem vel inopinantes, ac fæpe
dormientesde nođevenenis ſuis aggrediú
tur ; vel etiam vigilantibus fic ſtruunt infi
dias,vt humano confilio ,acprouidentia vix
vitari pofe videantur. Extant quidem ya.
riæ de his in alijs huius libri partibus narra
tiones,quæ lectori in hoc abundè ſatisface
re queant;verùm quoniam fe denuò hicin
gerunt, & non omnino injucunda, ingrata
que futura eftcorum commemoratio , non
pigebit & fequentia paulo copioſius illis a
ſcribere. Ac primùm memoratu non eft in
digná, quod teltis quidam auditus in ea quç .
S. Itione , quæ capitaliter elt inſtituta contra
Vergauille Margaretam Luodmans , recenſuit.Ea inter
10.6s1.Feb. fecusa ſe admiſſa hoc quoque fponte agno
1587. uerat,fe nocte quada teſtis illius ædes fuiſſe
ingreffam , eo animo,vt ſomno ſopiti fauci
bus venenum infunderet: idque incæptum
quin perficeretur parum abfuiſſe ;ita in pro.
cliui videbantur eſſe omnia. Sed , ( malum )
contra quam putabat excitatum illum fuil
ſeà fomno , adeò vt re infe &ta cum facinoris
ſocijs ipſa ſe in fugam dare cogeretur: con
fectante interim illo manu armata , ac tan
dem,cùm aflequi non poſſet,minasferocius
intentanţe. Ea igitur de read ampliorem
cognitionem interrogatus is reftis omnem ,
vti illam ſaga prænarrauerat, certis , diſer
tiſq; verbis recenſuit : videlicet appetitum
ſe, fic
 LIBER II. 217

fe , ficuti di& um eft,veneno : hocqúe vnum,

ne præberent illis fuiſſe impediméro , quod
forrè ex perre & us : neque enim earum yn
guine adhucillitus fuerat, ſe crucis ſymbo
lo, ac precatione Dominica contra tantum
diſcrimen ,atque periculum muniuiflet: ve
rumque omnino id eſſe, quodillas cum telo
multum yiæ eſſet proſecutus, nec tamen af
fecutus. Catharina Metenfis ,ac Hennezelius
adoleſcens 6. de quibus proximè habita eſt ...
mentio , lacoba V Veher7. Gaſpar Haffner Vergaullla
8.Margareta lenina9 illa Margareta Luod . mentesept.
1587.
mam ,Sennel Armeptaria 1o . ac ferè omnes
eius criminis rei deprehenfi in Germania, ibidemCal
Octob.1584e
quæ eft ditionis Lotharingicæ , concorditer 8.
affeuerant eam fibià Dæmonibus (modò ijs Morhangij
per aliquot annos fuerint operati) penetrá 18.Caldept
1587.
darum ædium facultatem eşle tributam : vc ,
Vergauille.
fcilicet per quaſuis anguſtias nullo negotio so Cal. Feb.
viam Gibi faciantin mures, feles, locuftas,ac 1587.
alia eiuſmodi pulilla animantia , prout vſus 10 .
poftulat ,contracij,atque imminuti : intro . Dufx prid
Cal. Oduba
miſſosque denuò priori formæ reftitui, fi 1586.
yelint;actum commodè incceptum perage
re, quale ſuperius eft declaratum ; videlicet
illinicndo primùm eo per artus omnes , cui
moliuntur interitum , ne euigilet : tum fir.
miter,ac validèos illididucendo , ne potio
nem agitatione excludat : tandem venenum
in fauces ingerendo admota lucerna, quæ
ſulphuream flammam euomat: Itupendum
OS illud
 218 DAEMONOL ATREI AL SAA .

illud eſt ,quod teftatum de ſe reliquit Mare

gareta illa lenina , quæ cùm laquelinum , fi
lium ſuum malè odiſlet, quod de conſequenį
dis in próximas Alſatiæ nundinas pecunijs
fæpius obtunderet, acillius tandem fe qua
uis ratione Alagitationibus expedire decrc
viſſet : Id vt faceret no &te intempefta vnd
cum ijs , quas patrando ſceleri locias Gibi !
adiunxerat , à Dæmone in illius ædes , quæ
crant in Saxbringen, eft inueda: vbi dormi
cntem ex compoſito adoriuntur , ac lecto
deturbatum ante focum conftituunt vi
uum aſlaturæ , fi in ſe fuiſſet : fed fato ali
quo impeditæ animum ſuum ad aliam iniu
riam conuertiſſe. Ac fortè humi repertam
teltam eius lateri , fa & to prius vulnere, quod
tamen momento coaleſceret, inſeruifle : vn
de etiam poft multorum menfium vexatio .
nem , videntibus multis,erupit.Non abſimi
le huic eſt , quod ſequitur Bertranda Tona
ſtricisin.quæ ſe earum ope quibuſcum forti-
Forpach if legijerat ſodalitium , Eliſæcuiuſdam collo
2. cal.Sept. ob denegatum lactis vrceolum os infixiſſe
1587
agnouit . Item illud Sennel Armentariæ
12. fummum pedem cuiuf
Dulx prid. 12.recenſentis fe in
Cal Octob , dam Philippi Piftoris nomine os è verueci
8586 . na coxa inferuiſſe : cùm prius admota piſcis
Ipina vulnus feciſſet , quod deinde callo
obdu & um ingentes , ac diuturnos dolo
res illi pareret : vt ab eo Piftore pofteà eç
jam relcitum eft , Ac quoniam in earum
 LIBIR II. 219
doxarum mentionem incidimus, quæ ficfc
cretis,ac ftupendis fortilegorum artibus có .
trahuntur , hancpoftremam adijciam , quæ
non parum admirationis eft allatura.lanz
Blaſiz Thermopolitanæ 13.gener eratnomi
Valfracarig
ne Raynerius, vnaque amboni in ijſdem z . ARA.1889 .
dibus ipfi habitabant.Huic Raynerio Clau
dius Gerardus eius popularis femoralia cô,
cinnanda pridem locauerat , nec inſtando
tamen adhuc efficere potuerat,vtea fibi ali
quando vtenda redderet . Pertæſus igitur ta
tam ceffationem ad Raynerium tandem ire
pergit , vt ſciret ecquando finem tergiuer
fandi eſſet fa & urus: is tum fortè domo abea
rat , ſolaque ſocrus Blaſia ad focum cum fa
milia fedebat. Ab ea igitur pannum ſuum
fibireddi poftulat, quando ſe tam fæpe bo
nusille eiusgener eſſet ludificatus, repertu
rum elle ſe qui induſtriè æquè , atque illo
eam operam nauaret . Quam rem illa indig .
Fillimè ferens , verbis tamen tunc fibi efle
abſtinendum rata ,dun re hominé poſtmo
dum vlciſcitur , rogat vti velit in pauculos
dies,intra quos fine fruſtratione id qd pof
cebat eſſet allaturus eam moram ferre: Inte
rim etiam vnà fecum ad focú pauxillulum
federe non dedignaretur , atque ex pomis
quę recés ibicođa videbat libique velletha
beret : Iamg; Gerardusid facere non femel
recufauerat , cauſans fibi non effe diutius
illic morandiotium , & omnino nullumtum
cius
 110 DARMONOLATRBI AL SAG.

eiuscibi, quem offerebat , eſſe deſiderium :

cùm ex pomis illis vnum eius volæ manui !
cum tanto ardore adhafit, vt alteram ei ex
cutiendo ftatim ad mouere cogeretur. Ve
rùm dum id facit vtrægue fic conglutinan
tur ,vt in vnum coaluiſſe viderentur , medij
pomiardore interim liciocrebreſcente, y
res illi parum abellet ab infania , Inclamat
igitur obuios quoique obreſtans, vt ſui mile
reſcerent. Afferre quiſq;pro ſe ci malo quod
poterat remedium : hic aquam reſtringuen
do ardori:illeinſtrumenta dirimendis,ſepa
randisque manibus : ſed cùm nihil horum
quicquam prodeſſet,& iam palàm eſſet id il
li mala aliqua arte cofectum eſſe negotium ,
ex vicinis accurrens conſideratior vnusmo.
nuit,vti eo reduceretur , vbi illú id malum,
primùm inuafiffet. Quod cùm factum eſſet,
capit bona illa Blaſia , ceu ridiculum quid
contigiſſet , hominem ludibrio habe.
re : nihilo minuſque à ſuperiore brachio
ad manum vſque quod intererat tantiſper
demulcere , dum id pomum illi excideret:
Quo facto confeftim ſedatus eſt dolor . co
peruntgue illi manus liberè, vtanteà , fuum
facere officium . Quibus in hiſtorijs hæc prę
cipuè obſeruatu digna mihi videntur : Prie
mùm ,quod Demon vti Imperatores niſi ve
teranos milites certis militiæ præmijs non
donant:ita eam fe in alienas formas immu
tandi poteftatem , quæ fortilegorum per .
ſua
 LIBER II, 211

ſualio eft , ijs tantum faciat , qui emerito mul.

corum armorum ſpatio fidem fuam quam
plurimis maleficijs probauerunt . Idque effe
illis veluti quoddam authoramentum , ac
mercedem diuturnç ſeruitutis , & fidelitatis.
Quod & Erricus Carmutius 14.difertè teſta
tum ſua confeſſione reliquit poft alios eius Bangzijama
farinæ non paucos : quorum tamerinomina noissa
ex Aduerfariorum meorum faſciculo deli
deratz'chartæ me hîc recenſere non ſinunto
Alterum non prætermittendum filentio vi
decurs de fopore, quo'antè fagæ folent eos March 20
,
deuincire,quibus venena fua ſunt infufuræ . ci. verf. the
Quæ res nos admonet Euangelici illius no
bis iugiter eſſe excubandum ,ne fur domum
perfodiat, ac dormientes , inopinanteſque
opprimat. Tutiffimas autem eas eſſe vigi
lias quas Deus noftris inuitatus precibus pro
nobis agič.Qui habitat 16.in adiutorio altif
fimis in prote &tione Deicæli commorabi- Pfalm.ge
tur.Contrà infidijs obnoxias, quæ non fiunt
eius du & u,atque aufpicio . Niſi dominus 17. 17 .
cuftodierit ciuitatem , fruftrå vigilat qui cu . Pfalm.116
ftodit eam. Ac quod quis iſtiuſmodi ſopori
feras Magias derideat,quali aniles, & fabulo
fas , non ſum oppoſiturus quod Homerica
Helena 18. vinum miniſtraſſe dicitur lig td
Izílyton xa xãu , id eſt malorú obliuionem : Odyff to
vel,vt Plinius 19.locum eum citans interpre. Lib.z6.c.9.
tatur,fomniú : quod Papinius de virga: Vir 20.
gilius 20.deramo viStygia ſoporato : Nam Libe
poeti
 DAEMONOLATRET AL SAG

poëticam fi &tionem hæc habere videntur, et

ipfamet luce veritatis indigere. Sed tantùm
ea que vſus, experientiaque quotidiana con
firmát, in medium allaturus : Quis enim nc
fcit multa effe quæ naturaliter vel infuſa,
vel admota non fomnium ,aut ſoporem tan
tùm ,ſed etiam ftuporem ., torporemque ad
uerſus vehementiſſimos quoſque cruciatus
inducant ? Quæ vapxwoxa ,nec chirurgi ig
norant , fi quando ab humano corpore
membrum aliquod abſque doloris vlloren
ſu refe &turi funt. Cuius artis facetum qui
dem , fed tamen commiſeratione dignum
exemplum memorant de Narbonenſi ado
Jeſcente à Thracio pyrata in ſeruitutem ab
duco : cui interea,dum ex medicata potio
nè altior fomnus obrepit , tam bellè teftes
exfe & i funt:ytexperrc & us feipfum mirare .
tur ficademptavirilitate nouum hominem.
Rurſus aliud à Mattheolo 21. recitatum de
Lib.4.6.74. Hetruriæ aſinis : quos cicutæ paftus adeò
in gloc. graui fomno conſopirefolet,vt pro mortuis
fæpè efferantur:detra &ta etiam , ac direpta
iam pellis bona parte, vix tandem excitati ſo
in pedes erigant, miſereg rudentes ad præ
fepia fua proripiant.Et proftant in pharma
copolarum officinis multa eo præcipuè noe
tayaccommendata vſu : yti ſuntlolium , ſola .
nú , iuncus vulgo Euripice di&us , Mandram

Ouid . gora,caftoreum ,papauer,

Mch Innumeraſ, berba ;quarum de lacteſoperem 22.
Nox
 LIBER II .

Nox legit.
Quæ fi fomnum ar & um , atque diuturnum
conciliandi facultatem habent carum re
tum ſola vi , ac potentia, quas natura ad id
propriasadminiſtrat : quid quæſo ſuis artib.
ac machinis efficient Dæmones , qui non
modò rerum omnium , quas edidit natura
latentes , atque arcanas vires per fe& iffimè
callét,ſed &, lic volente Deo , multa poffunt
etiam fine vllius rei aduentitiæ , atque exter
næ adiun :ento ? Nam certè aliunde effe non
puto ſi modò vera ſunt, quæ de Epimenidis
Cretenfis ,aliorumque plurium fomnocam
multorum annorum memorant Pauſanias,
Eudemus ,& Simplicius : cùin is ſecundum
naturam neutiquam accidere , ac tandiu due
rare potuerit. Siquidem (inquit Ariſtoteles
83. )quorum eſtofficium quoddam , & mu. In lib. de
nus à natura tributum : ea fi modum tempo mino de
tis in quo data eſt vis agendi, & facultas ex- vigilia,
ceſſerint: túipſa neceſſariò præſtare munus
ſuum non poſſunt.Ergo ab aliqua alia vi fu
periore , ac potentiore pendere necefle eft;
& aliud omnino effe, quàm quod natura ef
ficere cöfueuit.Qui ſuperandis filentio tor
métis fæpè à fontibus geſtantur chara & eres
ignorabiliter literati ( vt cú Apuleio 24 lo 24.
Libr.3.do
1 quar)à natura caufam efficacem fomni habe diesel
re non poſſunt:cùm tantú id temporis tom
num conciliet : quod fit alioqui à fomni
quiete propter doloris acerbitatem alieniſ
Gimnum .
 -984 DAEMONOL ATRETAE SKO ,

fimum Tum in perexigua lamina , charta

" que vulgo exarati,ac deſcripti reperiuntur:
quas resnosalio tépore geftamus, fine ſom
ni vel minimo lenocinio , atque illecebra.
Et tamen per hæc contemni dolores , ac fæ .
pè quæltoribus in eruenda veritate impe
dimentum afferri,etiam non infimi ordinis
luriſconſulti exiftimauerunt . In ca quæftio.
ne quæ Silerij 25. Chriftianæ Sereniſſimæ
Faris de pu. Danorum Regine conſiliarij percuſſoribus
ea deTot in Germania,non ita pridem , eft habita, ex
fura . * cædis confcijs vnus ( Benigno illi nomen
fuit ) eius quidem pænam facilè effugere
poterat, quod tum , cùm in eum inquirere
tur,peregrè eſſet,ac faluti fuga poffet confus
Jere:fed fretuscharacteris Magici,quod cir
cumforaneo quodam donatusfuerat, fidu .
cia ipfe fe iudicio volens obtulit. Nec in eo
ſua'lpe quicquam frultratuseſt : Siquidem
prius quàin ipſe , tormenta omnia ſunt defa
tigata, atq; ita & incolumis, & inconfeffusila
Jis folutuseft.Verùm iam è reis eximendus,
cùm tanti ſcelerisconſcientiam amplius fer
re non poſſet,eius ſe ſponte fecit manifeftú;
ac tandem capite luit . Ac quod quis dicat
hæc in volente, atque adeò obnixè enitente
minus mira eſſe : quia nimirum nulla poit
cam, quam Deus permittit Satanæ , tanta lit
in res hominum poteſtas,quanta ea eft, qux
abicorum approbatione,aſſenfionegue pro
ficifcitur : hanc verò inuitos etiam fomno
ſopiena
 LIBER II.

Lopiendi facultatem non ita accipi debere:

:: Quod fi fic pridem a & um fit de vniuerſo ge
- nere mortalium ,fciat16. nihil, aut parum 16 .
abelle à conſenlu negligentiam , aut etiam L.1. 9.Me
i patientiam : quæ fæpè hofti incurrendi,in- giſtru de
uadendique occaſionem præbet: vt qui ar- yxo, a &t.l.
cem eo imminente neceſſario præfidio , ex- cü in plu
cubijſque non muniat: perinde faciat, ac qui tcs.gloca.
ipſam volens,prudenſque tradat:Quo etiam ti 1.1.8.ſci.
pacto occupatam iure ille fibi vendicare po cntiam.de
teft :quemadmodum & ex lege vſucapionū tribus act.
27. quipofſeflionem vacuam occupat vi pof 27 .
I. fequitur.
fidere non videtur. Imputent igitur fibiil 6. Item fi
lud infortunium , qui ſe fomnio dant , non vacuam .
antè implorato , flagitatoque Dei omnipo . De vlurp.
1 tentis auxilio : cùm , vtimodo dictum eſt, id & vſucap
. illis tutiffimam præſidium ſit,ac propugna
culum aduerſus omnes tenebrarum prin.
cipis inſidias: Sed dormituris mens perni
ciofis cogitationibus fæpiùs vagarur ad in
ftar fornicantis Hierufalem ( vt cum D.Hie- Ad Rutie
ronymo 28. loquar ) quæ omni tranſeunti Ex Monachá,
Elaia
1 pedes ſuos diuaricat . cap.57 .
METAMORPHOSES ADEO MVLTIS
tum veterum , tum recentiorum exemplis decana
tatas ſpeciem ,non etiam veritatem habere earum
rerum , quas pra ſeferunt : decipi enim oculo
rum ſenſusDemonum.qui eas oftentant , praſti
W süs . Quæ porrò ſic aßimulatam fpecien comitan.
TE turactiones: etfi ce quidem veræ reperiuntur : ni
bile magis tamen rei veritatem afiruere , quod
P conftat
 DAEMONOLATRBIAL SAO.

conftat eas à Damonibus , qui operi admittuntut ,

identidem proficifci:vi eft illis ad queliberprompta
natura atque expedita.

CAPVT y .

Icron eſt animusApuleijafinum de

H nuò in ſcenam producere: aut quas
poéta comminiſcuntur , Metamorphoſes
nouis exemplis tueri , ac defendere: fed hoc
quod ; multorum affertione conteſtatum ,
ac ipſa experientia comprobarum habeo, in
medium proferre, Duſani Vergauillçi,For
pachenfes,& ferè omnes qui haétenus in Au
Striregni præfe &tura deprehenfi funt forti
legij,quorumque percontationes in manus
meas peruenêre , ſe ex homine in felem to
sięs migraſſe retulerunt, quoties ſein alienas
edes latenter intromittere volebant , fua
vt ibi noéta venena ſpargerent . His afti
pulantur, & conueniunt teſtimonia multe.
rum , qui fe ab illis, cùm in coellent corpo.
ris habitu , infidijs appetitos dicunt : rem ,
focum , perſonas, tempus, cxterafque cir
cunftantias, atque accidentia , quibusfides
magis conſtare poteſt, cadem omnia cum il
lis referentes. Barbelinä Rayel .hoc recens
Halkuilis eſt, quæ fe in felem indutam fuiffe fafla eft ,
ad aquas Id .
102.1887. vt ea ſpecie,ac figura Ioannis Ludouici do
mum & facilius ingrederetur,& tutius per
uagaretur. Quod cùm aliquando faceret ,ac
eiusinfantem bimura incuſtoditum reper.
 LIBIR 11.

ifret ,puluere medicato, quem tum in pedis

palma concluſum geftabat, eum conſperſit,
acinteremit.Petronius Armentarius 2, cuius
paulo antè memini, fi quando ,quod in pro- Dalhernij
cliui eft inter pares , odio, aut inuidia mo- Anisti .
uebatur, contrà vicinorum pecorum cuſto
des in lupum ſe cóceptis quibuſdam ad eam
transformationem verbis,immutabat : de
mumque tutus eo prætextu ab omni noxa
ſuſpicione obuiam quamqipecudé dilania
bai,ac diſcerpebat. Ioannes Malriſiusidem
fa & titaſſe fe memorat, cùm Sexæij trans fyl
uas arménti cuſtodiam haberet.
Vidiſapèlupum
fieri, & ſe condere fyluis
Mderim .
Viderunt & Dolaniñon ita pridem Výcan Vit.Acius
thropos duos Senatus fui ſupremo iudicio
damnatos,acfupplicio publicè affe & os.Hu
ius & argumenti eſt ca narratio , quam acce
piipfeà clariflimo Comite Paulo à Salm ſa
tri cubiculi in regia Lotharingiæ fummo
præfecto: Is,cùm addubitarem præftigiane
éflent , quæ ſic aliena forma oculis appare
bant, an haberet ca res aliquá veritatem, nar.
rauit mihiHeſ - Pittelangij , quoin oppido
ditionem ebtinebat , vetere inſtituto deberi
abificolis fibi familiæque ſux gratuitas , ac
anniuerfarias operas : Èas cum forte ij pre
ftitiſſent, facta cum carrisſuis lignatione, ac
viciffim pro remuneratione cibum cape
1 rent, in caftelli atrio orta , vt fit rixa inter
р . canes ,
 423 . DAEMONOL ATRBI AE SAGE

canes , quas ſecum habebant : ex ijs vna in

proximum hypocaufti furnulum fe condi
dir : Accùm htficcæteræ adlatrarent vehe
mentiùs, incolarum vnas introfpiciens , ac
præcęteris aſpectu horridam intuens,fufpi
carus id quod erat (náea regio Strigibus vul
go eſt infamis) telo, quod tunc geftabat, in
eius os iniecto vulnusgraue inflixit: Q.10 aC
cepto ftatim illa ſe foras proripuit ; faltem
delijt amplius videri. Poftmodum totă vr
bem perualit rumor, vetulam eſſe quandam
quæ decumberet ex vulnere, quod vbiacca
piſſet neſciretur:Sufpicari omnes , quod ve
rum erat,rabida effe illam cané, quæ in atrio
telo eſſer percuſſa : Atque tum ex hacfufpi.
cione , tum ex ea, qua pridem laborabat fa
ma, comprehenſa ,& in cuſtodiam tradita ;
tandem etiam de hoc diſertè interrogata,li
berè rem omnem, ficuti hîc recenſerar , fie
mul & maleficia alia quam plurima pate .
fecit. Adderem & hîc quod in citimaBur
gundia non pridem accidiſſe à viro vtique
fide digno acceptum habeo, dehoſpite qua
dam ; quæ cum diuerforibus inter cænan
dum felis ſpecie petulantius inſultaret , ab
corum vno truncata pedesaltero poftridiè
voimana reperta elt: Sed id quoniã ille obi
ter tantự narrauit, nec eft quod plenè hicro
ferre poffim , ſatiuseffe duxi prætermittere.
Poftremūde hac re erit mihi quod aliquane
do accepi à clariſlima heroide D. Diana
Bom
 L I B E R II,

Dommartinenfi vxore illuſtriſſimi princi

20 pis D. Caroli Philippi Croij Marchionis ab
Haurech patronimei clementiſtimi;cuique
EC fortunarú mearú , quales quales funt,accef
fiones præcipuè acceptas refero . Narrauit
igitur illa mihi non ita pridem Thiecuriæ ,
qui pagus in eius ditione eít,mulierem fuir
fe eiuſinodi malis artibus addictam : cui &
ea induendi alienas formas à Dæmone fa
cultas eflet tributa . Eam igitur , cùm eius
pagi opilionem odiſſet impendio , ac quo
quo pacto malè mulaatum cuperet ;in eius
gregem pafcentem lupi forma , atque ba
bitu aliquando irruiffe :fed ab illo accurren
te inie & a ,atque impacta ſecuri vulnus in fę.
more accepiffe:quo debilitata coacta eſſet le
illico in proximum dumetum inferre : vbi
ab afſequente opilione reperta eſſet vulnus
obligans veftis diſciſiv peniculamentis, quo
ſanguinem , qui ex eomagna vidifAuebat,
fifteret : ficque eo indicio delatam ,accom
pertam rem omnem , vti hîc recenſetur,
agnouiſſe, actandem luiſfeignis fupplicio.
Enimuero nec nunc primùm abijt in vulgus
ea de prodigioſis iſtiuſmoditransformatio
nibus opinio : fed & veterum fuit ifta iam à
multis fæculis inueterata perſuaſio : vti eo
rum libri non vno hoc loco teftantur : Eu
anthes 4. magni nominis author recitat ex
Arcadum annalibus gentile fuiſſe in An- Plin.lib .&
thei familia hoc fatum , vt vſus ex ea quotan cap. 28.
P3 nis
 DAEMONOL ATREI ALS AG,
nis fortito ad ſtagnum quoddam perductus
poſitis veftibus tranſnaret,confeftimg bel
lua ex homine fieret , ac nono poft anno, fi
intcrim humanum fanguinem non guſtar
ſet,priſtinar formā reciperet. Neuros etiá ,
qui Borxſthenem accolunt, lemel quotan
nis ad aliquot dies lupos effici, ac rurfus ex
a & o fpatio , quod ei ſorti attributum eft, in
priſtinum habitum redire folitos recenſúê.
re Herodotuss. & Solinus6. Et Agrippas,
In Melpo- qui Olympionica fcripfit,teftatum reliquie
penc.
6. Dementum quendam in lupum fuiffeim
In Polyhi. mutatum ;quòd infantis, quem Arcades lo
deguſtaffet ,
Quod & Lycaoni Pelaſgifilio contigiffe re
fert Pauſanias , cùm mactati pueri fangui.
ne aram Ioui Lycæo facram reſperſiſſet.
Nec id folum ita contigit illa ætate illiſque
moribus, quibus nulla adhuc Chriſtianę vę.
ritatis hominibus lux affulgebat,nequis hiç
temporis cæcitatem cauſetur : Sed & Bulga
riam Baianum 7. quendam habuiſſe cius
Sigebert. ln Symeonis,qui aliquando in ea imperauit,fi
Luith.lib.3. lium , qui ſe in lupum , aut quamuis aliam
beſtiam , cùm vellet, mala arte immutaret.
Et Ruſciæ dux quidam cùm audiuiſſet in
ditionc ſua effe hominem , qui fe in eam ,
quam vellet, formam mutaret : accerfitum
illum , ac prius catenis conftri & tum iuſſit
Torquema. in hoc artem ſuam properè vt oftenderet:
mez. dial. 6. Quod cùm ille dixiflet ſe quidem lubeater
fasta
 LI BIR 11.

fa&turum ,modò in propinquo conclauilice

ret, ſoli paululum effe , idque illi effet cócef
ſum : Eueſtigio egreflus lupi quidem natiun
fpecie, ſed ijſdem ,quibus anteà cathenis im
peditus in magnam omnes , qui aderant,
fui admirationem traduxit: Sed in ferociſſi
mos duos canes quos Dux inlidijs ad id col.
locauerat, incidens miſer diſcerptus dilanis
tusque eft: Nec quam ad fuitutelam alioqui
commodiſſima ca lupi forma adiumenti af
ferre potuit. Vt omittam dicere, quæ defo
cijs Vlyſſis Homerus ; de Afino aureo Lu
cianus , & Apuleius, poft tam multas Oui
diſ metamorphoſes prolixè funt fabulati.
Nam omnino fi quis de hac re re &tè fentire
volet ; etiam fi ſolis naturæ notionibusat
que intelligentijs ducatur, hoc concedat ne
ceffe eft,fic
comparatas efſe rerum omnium
formas,ac ſpecies poſtquam ſemel ſunt inge
nitæ,vt nifi cum fuo interituim mutari non
pofſint: Neq; vllum omnino effe à priuatio
nead habitum regreffum ,ac viciſſitudinem
Quod fi etiam vltra animum volet intende
re,arque ad ea erigere, quç Chriſtianum ho
minem fapere decet :iam infidentior nó du.
bitabit ftatuere horum, nihil poſle Dæmo
nem : cùm nec euellendiquidem pili vnius
ex hominis capite poteſtatemvllam ex ſe ha
beat . Quæ enim dementia eft credere quic
quam , quod fit creatum, & conditum poffe
eius, qui creauit opus etiá excellentiſſimum
pro
 DAEMONOL ATREI AE SAO.

pro libidine labefa& are,ac peruertere: auç

in eo corpore , quod fit ad omnem rationis
vſum in habile,animum , qui fit ratione præe
ditus, vel tantillum poſſe morari , acconfi .
ſtere ? Nam certè(ait Cicero ) habilem ,& ap
tam ingenio humano figuram corporis na
tura dedit. At, inquies, id ficpermittit ille
9. qui hominum mala in bonum etiam
A4.cap.3. finem conuertit : fed , cedo ,cui vfui ? aut,
quis id ita eueniffe in vlla facra legit hiſtoe
10. ria ? Nam certè Nabuchodonozor 10.ad in
Daniel.de fimum animantium ordinem , ob affecta
tos honores diuinos , aliquando redactus
eft: nunquam tamen oris , vultusque ha
bitum depoſuit : ſed tantùm eodem cum
illis paſtu , hofpitioque per aliquot annos
vſus cæli iniuria villos , vnguesquecontra
xit: qualibus bruta animantia tegere,arma
regue natura conſueuit. Incredibile igitur,
atque abſurdum eft quemquam ex homine
lupum , vel aliud aliquod animal verèfieri
poſſe. Et tamë aliquid id effe oportet, quod
Sic à tam mulcis obſtinatè defenditur : nec
fruftra eſt , quod de eo mortalium adeò
crebri ſermones circumferuntur. Ercertè
Magica hæc elle portenta, ac præftigias, quæ
habeant ſpeciem , non etiam veritatem ea
rum rerum,quas oſtendunt , plerique om
nes, quihoc totú certius expendús arbitran
tur:idquc duobus ferè modis,euenirç : vna
vbi Dæmon corum , qui fic fibi immutati
viden
3 LIBER II.
11
videntur , portarlap immiſſis perturbatio
nibus labefactauit : Tuncenim fit , vtnon f . lib.ii- cap .
cutiipſarum eſt natura , fed prout illorum
afficitur, ac moueturſenſus, leſe oſtendant.
Quod & Pyrrhonios Academicoſque iam
olim obferuaffe refert Gellius 11. & Medicis
in confeſſo eft, fæpè eorum quiæſtu febriq;
vehementiore iactantur fic fenſum depra
uari , vt alieniſſimasformas , acfimulachra
pro veris firmiſſimè concipiant, ac ample
dantur. Cuius argumenti illud effe poteſt,
quod narrantde eo , quife in fi & ilem yrceú
conuerfum adeò obſtinatè credebat,vt acco
dentes propius à feobnixè prohiberet,verie
tusſcilicet neſe illidendo comminuerent :
Hçcõi erat illi affiduaapud domeſticos que.
şimonia , quod ,vt decebat, in edito aliquo lo
co ,ac minusiniuriæ obnoxio ab illis non fta
tueretur : fed potius negligenter in obſcuro
cubili collocaretur . Fuit & alius, qui ſonan
tes frænos , atque alia ferramenta in aluo re
habere crederet : nec prius ex eius animotá
ridicula euelli potuit opinio , quàm folers
Medicus aluum exoneranti in cella frænos
ſuppoſuiſſet, quosà ſe poſtea egeſtos puta
ret.Adeò fæcunda eſt abſurdarum , atq ; in
ſolentium rerum imaginatio , fi quando in
vitium labitur. Quam etiam ob cauſam Pla .
to 12.Simulachrorum magiſtram ; Ariſtote. In sophila
les 13.thefaurum formarum : alius quidam In li.defom
philoſophus portentorum officina appella. no& vigilix.
PS. rCRON
 134 DAIMONOLATRIIAK SA
se non dubitauerunt. Altero autem modo
vanas eiuſmodi ſpecies extrinfecus adhibre
riappofitione,autadumbratione rerú ,quæ
telem præ ſe ferant imaginem ,qualé Demo
tunc ex vſu eſſe exiſtimat. Hicq; error foris
graſſatur excernos ſenſus obic&u mentitarú
formarum ludificans.Sic Homerus, ac Ver
gilius fi quem vel pugnæ in vltimadifficul
tate fubductum ,vel in eam ad laborantium
opem atque auxilium indu & um defcribút,
ita oris , vultuſque toto habitu à Dijs , penes
quos ca erat cura, tranſformatum memine
runt, vt ab illis eciam , quibuscum quotidia
na erat conſuetudo ac familiaritas, nonag
noſcerentur. A quo nó cft alienú quod Vin .
centius 14. narratdequadam muliere, quam
ludzi oratu (quòd cius voluptatimin vel
let obſequi) malefica in equam adeò appo
fitè conuerterat , vtnon modò popularibus
omnibus; fed & ipfi marito talis effe crede
retur :ſolumą; D. Macharium,quòd vir el
ſet fan & imonia rariore præditus, non fuiſſe
præftigijs illius captum :fed eam perpetuò
pro muliere,vtireipfa erat,agnouiſſe .Huc &
non malè referri poſſe crediderim eiuratio
nis effi&tæ,atque cmentitæ , quod ſequitur,
exemplum . Vxorem admodum adoleſcen
tem duxerat vir ſenex ianuæ Caftri Baſſum
petrani tú fortè attributus cuftos; alteriuſ“;
qui cum ante nuptias ſtupri cófuetudinem
habuerat, etiamnum vzorem attre &tabat ;
Dolens
 LIBER II.

Dolens igitur illa macham fibi induci , nee

zlaris flore, nec formæ liberalitate vlla ex
parte cóferendă: vicinæ mulieri,vt fit,& gri
tudinem fuá aperit , confiliumq; ſi quod ha.
bet libiſuper ea re daripoſtulat: lubet vici.
çina (Lahirç nomen ei fuit ) eam bono efle a
nimo : habere enim ſe in promptu ,quod el
malo adhibeat remedium , herbulamque ex
horto lectam illi porrigit,ex qua liusmari.
to códiat,illico miſſum fa & urus ſit peregri
num illum amorem. Conditin proximam
cænam ,atque apponit.
medicatisfrugibus offam .
Eum ex illo primùm capitis grauedo :dein
de fomnus ar& ior comple & itur,quo poftri
diè tandem folutus ademptam ſibi virilita
tem omnem , non fine pudore,reperit.Nar
rattamen vxori infortunium , quod alioqui
diutius illam celare non poterat: Quæ ſe ſua
imprudentia ,ac leuitate deceptam videns :
quòd ,dum partem alteri inuidet, toto ipſa
excidiſſet : rem omnem marito ytiincæpta
perfe & aq; fuerat aperit: erratia; veniam pe
cit, huſus in eum amoré , quo illum ſummo
proſequebatur, cauſam reijciés : Ignoſcit fa
cilè maritus , qui ſciret fe ad id malú per laf
ciuiam , ac libidinem occafioné primùm ob
tuliſſe: lacique Dynaftę ( huic Franciſcod
Baffumpetra nomě fuit,eius patri, cuius fic
celebre nomen eſt inter cos, qui partes ca
tholicas in hodiernis Francorum tumulti,
bus
 636 DAEMONOLATREIAE SAG .
bus ſunt ſecuri) ordine omnia exponit.Is j
gitur fui officij effe ducens , & homini quem
in famulatu habebat fartam , tc &amų; vale.
tudinem curare,& fcelus adeò indignum di
gnis in muliere venefica penis animaduer
tere : accerfitam , ac minis territam eò ade
git,vt quibus fic per ſortilegium , fraudaffe
videbatur homine, ea illicò ci reftituturam
ſe reciperet : Quod & fecit alia quadam her
ba, quam deguſtaret,illi præbita :Sicque ipſa
ſuo indicio comperta, ac deprehenfa flamis
non multò poft meritum luit ſupplicium .
Vnde liquidò conftat nihil quicquam veri
ibi ineffe : fed vbique falli,ac decipi infpicié.
tium oculos : Nam qui magis ea pars à corpe
reexa&a redintegrari poflit, quàm caput, a
liaque eius membra ſemel abſciſa,atque am .
putata. Verùm eft præterea aliud quod vr .
get vehementius , atq; in quo fidei huiusar
gumenti magis laborare videtur : fcilicet
non tantùm hęcin externę faciei,corporiſ.
que adumbratione pofita efle;ſed & interio
res motus, atque affe&tioneshabere ,quales
ci animanti.cuius fpecie illuditur natura in
didit,atque ingenerauit: vti ſunt in curren
do velocitas : in ſuperando robur ac firmi
tas : in dilaniando feritas: in vocando auidi.
tas: in penetrando facilitas: in currendo le
uitas, atque id genus alia quæ vulgo præter
hominum conſuetas vires ijsinſunt, qui fic
datu ſuo in beluinum demigrant.Eaenim
Salam
 LIBER II.

Satanam illis re ipfa præſtare quotidiana exa

??quc4. perientia deprehenditur.Siquidem validif
vals
24. fimas quaſq; pecudes in agris facilè profter
adi
nunt,difcerptarumg; carnibus,etiam crudis
vefcuntur, fi in eos fit impetus, curlum tama
citatis paffibus fugiendo explicat, quàm lu
pus, aut perniciffima alia fera facerepolets
in aliorum ædes etiam occlufas de nocte,vti
( feles, illabuntur , & omnino animantium ,
quorum ſpeciem figuramg aſfimulant,mo.
# res,naturama; proximè imitantur. Quæ et
iam non eſt quod quis putet eſſecaptiones,
& præftigias , quibusvt fuprà,fenfus noftri
ludificentur ; cùm eorum omnium poftip.
fam aétionem reſtent veſtigia , atque docu
menta : videlicet ipſa graffaritium in facto
deprehenſio ,fuga,aſſecutio,vulncratio,pau
periei quàm fecerút, vel potius damnorum
i quæ dederunt manifeſta iniuria :ijſque om
VEN
mibus confentanea , ac fæpè voluntaria fa & i
confeſſio : vr verius fit dicere hæc quidem i
ta vti apparent reipſa eueniſſe : ſed admini
ftro Damone, quitales præter naturam co
natus ea, quam maximam habet,facultate, ac
potentia ( huic enim ,vt inquit lob 15.huma Cap.AT
næ omnes ſunt impares ) adiuuat : vti in E
nérgumeno illo feciffe credendum eft, qui
validiflimas, quibuscóftringebatur , cate
nas, ac compedes nullo negotio diſcerpit,ac
il comminuit 16.Nam id humanis viribus non
Lies 16 .
mis potuiſſe effici notius eft , quàm vt pluribus
oftendi
 538 DAEMONOLATRIIAR SAG.
oftendi debeat. Vtomittam narrars, que de
Quercetenfibus monialibus hiftoriæ quæ
Chtitie dam memorant 17. illas fcilicet Dæmonum
bus Mal
anh Cho ope atque auxilio ad proceriſlimas quaſqua
aico mune"arbores inſtar felium perniciter adrepiſie :
kilib.se. ex carum extremis ramis mirabiliter pepen
diſſe :voces quarumcumq; animantium feli
ciffimè expreſiſe , ac multa alia in quibus
ftupor maximusineſſet facilè effeciffe. Sici.
gitur facultatés, vires atque a & iones earum
1
animātium ,quarum pręfe feruntimagines,
imitari fatebimur:vt parum ab ipfa veritato
abeffe videantur , reipfa autem tales effici,
quales apparent:non erit eipromptüm ete
dere qui hominis dignitatem , excellétiam
que penitus voletintuerj, veſcilicet ad Dei
imaginem creatus fuerit, vt in co totius opi
ficijmudanitypus mirificè eluceat 18. quam
Prel... d etiam ob cauſam uixpóxos pov illum apellaue
Xebteor. 20
re,vt paulominus ab Angelis eum Deusmi
nuerit, omnia illifubmitéen's ac ſubijciens:
vt baptiſmo abluerit, atque expiauerit: vė
eius corpusa mortuis ad æternitatem im
mutabilem olim fit ſuſcitandum . Nam quis
hæc tot,tantáque beneficia ficludibrio has
bere fuftinebit,vtea in abie &tæ animátis vif
ceribus, medullis , ac tergore ceu ſepulchro
aliquo vnquá códi poſſe exiſtimet? Et certè
hæc falua religionevix credi poſle puto , cu
6. quæft. & Aquileienfi Concilio 19. impietatis dam
Gano . Epit.
nati reperiantur , qui in alia formam ,quàm
qua .
 LIBIR 11.

queàDeo rerum omnium parente primùny

eftindita , quicquam immutari poffe affir .
mant. D.quoque Auguftinus 20. cosgraui
1 ter ac feuerè reprehendit, qui credunt Dæ. lib. is.de ont
monum arte , vel poteftare hominis corpus ait.Deik
in beſtialia lineamenta poſſe cóuerti: ſi qui lib.z.de Tri .
nis.
dem foli Deo, non etiam transgreflor ib .An
gelis ad nutum ſeruire hanc rerum viſibiliú
materiam . Et ca etiá pleriſq;omnibusEth
nicis ſemper alienior viſa eſt fententia :In
ter quos fuiſſe & Plinium 21. rerum alioqui
creditu difficillimarum narratorem confi. lib.8.cap.2.
dentiſſimum magis mirum. Nam eius in hi
ſtoria naturaliexpreſſa illa dere hçceſtora
tio: Homines in lupos verti,rurfumque ſibi
reftitui : falfum exiſtimare debemus, aut
credere omnia, quę fabuloſa ſæculis compe
rimus. Et OlausMagnus 22. dú eius lycan
thropiæ patrocinium cótentiofiùs etiam ar. lib.hift.decent
fentibus
ripit, acad id exempla vndique conquirit, Septentri
hæc duo imprudens inter alia commemo it.cap.io
rat, quæ ipſiusſententiam potiùs conuellut,
ac labefactant : Cellaria ceruifiarum in
grediuntur ( inquit de lycanthropis lo
quens, eius enim verba nihil immutauero )
acillicaliquot ceruiſk , ncmedonis tonnas
epotant,ipfaque vaſa vacua in medio cellarij .
vnum ſuper aliud eleuando collocant. Et
paulo poſt Intra Lithuaniam , Samogetam ,
& Curoniam eft paries quidam ex quodam
caſtello diruto reliquus: Ad hoccerto an
pitepper
 440 DAEMONOLATRITAE SA .
ni tempore aliquotmillia eorú conueniát,
ac vniuſcuiuſq; agilitatem faltando explo
rant , qui hunc parietem tranſilire nequiue
rint , vti pinguioribus fortè euenit, flagellis
ab eorum Præfe&tis cædútur. Nam quid hîc
reperias, quod nó fit hominum magis ,quàm
luporum ; In cellas deſcendere : zythumà
ſerijs expromere ,ac bibere:Vácuas ferias ſe
rijs ordinatim ſuper imponere:ad millevnd
coire, ac conuenire :de agilitate obnixèin
14
ter ſe contendere, poena etiam in tardos gra
ui propofita : necdeponere obeſitatem , fi
quæ antequam in lupum verterentur fuerit
contra &ta ? Quæ omnia perinde ſunt, quafi
quiscommeſſantium ,colludentium ,ac con
certantium hominum turbam aliquam no
bis narrét ; ignoto tamen ,atq; ementito cor
poris habitu.Quæ fraus (vti iam di&um eft)
facilè oculis incantione , ac præftigijs fieri
poteſt; falua nihilominus , atque incolumi
rei veritate.
SAT ANAM IN VENEFICORVM SO
cietatem ſepèſuos aſciſcere,ad eaque multa adhi.
bere non ex fequidem virulenta , ac venenata,fed
tamen viroſa,acputida : Curg, id ita faciat.

Bulaeij mes CA P. VI.

fe April Arum eft,& à nemine quod ſciamade
1986.
2 RI huc obſeruatum veneficij, quod ſe
Voergauille quitur,exemplum.Fuxan Eugel ,1. & Catha
6. Cal
2586 . rina Haffner 2. aiunthoc negotijſæpè libià
Dæmo .
 LI BİR I I.
Dæmone datum fuiſſe : cùm graffaturæ vo:
a neno ſe in alienas ædes intromittebát, vtde .
mini fignatosad cædem homines collo , vel inte .
all ſtinis ( licenim loquuntur) quantú poſſent ;
comprehenderét ,accohiberent. Tumeum
so preſto affuiſſe, putidamq;caráculam è mor.
ht
ticina aliqua pecude in osillisaltè ingefliſſe:
quod non aliter acpræſentiſſimum aliquod
venenum illos ftatim nccaret , atque extin
E' gueret.Quç res nos admonet ſuam Satanam
nequitiam ſemper integumentis aliquibus
in noftram perniciem inuoluere.Quis enim
neſcit nihil noſtrę opis eum ,fi quid molitur
indigere ? Rurſus, quis vnquã audiuit mot
ticinæ pecudis fruftulo tantum virus inefle,
11 vt necis cauſam fic neceffariam , ineuitabi
lég; habeat ? aliud certè eft quod agit:nempè
vefuosin eius rei flagitij ſocietatem trahat,
dumadiutores operis facit.Acquoniam in.
1 tercedere aliquid oportet, quod oculos ip
fosciusteftes habeat ,vſurpat is, quodſpur

l cz , impuræque ſua natura maximècon.

ueniat, cadauerum ſcilicet putidas eiuſmo
di reliquias : vt alibi fufiùs diečum eft.
DARIORVM QVAE SORTILÉGÍ OC
culiè mortalibus inferre ſolētmalorã exëpla , quib.
formidabiles eorā deteguntur artes, aig, infidia ;
C A P. VI .

Alos genioshominibus nó modde *

M eleinfeftoseſſe, ſed & fedulò agere
fuo's
 đại DARMONOLA TREIAT SAD .
fuos,vthabeant ad illorum cædesac damna
quàm paratiflimos,inſtru &tiſſimoſque,alibi
iam demoſtrarüm eft. Verùm quonia in vel
deprehenfionis metus :vel rei difficultas ac
magnitudo :'vel denique confilijinopia ,ea
rumque artium ignoratio , que valent ad
occultatam perniciem fæpè negotium im
pediunt, aut remorantur,pręſto illisfemper
adſunt, non ceffantes commonere, inftare,
materiam fuggerere, ac fi opus eſt, ſecædis ,
i. fcelerumque locios,miniſtros, ac ſatellites
Lanfrac offerre ac præbere. Ianæ Vlderical.animú
ria.71d. Ma
ihs. 1588. non leuitertetigerat,quod Ioannes Canar
dus mercedem , quam ob præbitam in pe
coris publici cuſtodia operam fibi dari por
Kalabat,paulo ferociùs denegaffet: facien
dum igitur aliquid erat quod ci viciffim do
leret,ne hoc ficinultum abiret: nam leuiffi.
mas etiam offenſas condonare fagis ſumma
crux eft :tantumqueis labor , ac difficultas
erat qua ratione iniuriæ fufpicionem à ſere
moueret , fi quæ ob eam rem ad Canardum
fortè perueniret. Nam iam totum munici
pium rumor oppleucrat,eum Viderica iur.
gandum non effe qui vellet ſe,fuáque ſana as
falua habere . Recepit igitur Dæmonid ea
via aggredi , qua ſuſpicionis nihil , quod'in
eam transferripoflet, haberet : ac propere
Canardi ædes tum quidem occluſas per fe
neſtram ingreditur,ibique eiuspuellum'in
cunis dormientem adeò comunodè fuffo
 SAN LIBER 11.

*** Éat, vt càtharro extin & us credi poſſet. Sed

miſeros parentes non fugit eius infortunij
0x caufa : Nam in Vldericam aliquando poſt
- ** ſortilegij ream audititeftes id eius flagitium
D eſſe magna fiducia dixerunt. Quod tantum
abeſt ,vedeprecari voluerit,autinficiari; vt
i magis ipſa confirmauerit fingula quæ in co
a facin ore interceffiffent. diligenter etiam ,
es acſtudiosè denarrando . Barbelina Rayel 2. Blaizujus
Info cum Dæmone ſuo rationem aliquando in- ad aquas
che ijt , quemadmodum Claudio Mammão, à Id li isofi
2.3 quo tamen nulla anteà lacellita fuerat iniú
moderne ria,damnnm aliquod inferret :nam illis fee
pè pro eodem eſt, meritos acque immeritos
ledere(vt alibi nobis di & um eltex Sebaſtia
næ Picardä amplioribusverbis) placuit co .
e filium de exequendo nođu negotio , ne fi
ab interdiu id fieret, facilius in facinore depre
ita henderentur. Accedunt igitur ad eius vna
cult cum vxore decumbentis, ac dormicntis le
dlho &um : Iuxta erat infans faſcijs conuolutus :
perte Hunc cunis detra & um parabant in proxis
mum fiuentem mergere : ſed experrecta
iQE mater nouo infantis vagitu manibus , vt fit
liela in tenebris , primùm cunas coepit tra
ailly Care, tentatura G forte is introrsùs fe demi
Table Affet, lašatis faſcijs, aut ijs contrà agitatione
1000 fe aftrinxiſſet, vti illi ante non femel euene
werf rat. Sed cunas nacta vacuas , potius nihil ha
unlibuit, quam vt cubito ſurgeret ac veſtigaret
fresh ficubi illum reperiret. Quare præpeditaz
acina
 DAEMON OLA TREIAL SAG .

ac intercluſa bona illa mulier hoc folú otij

habuit,priuſquam per caminum cur Dæ
mone ſuo auolaret ,vtinfantem in le & i fpó .
dam abderet ne illum præpropera ac feſti
nans mater tá citò ac volebat,reperiret : hoe
etiam negotij diſcedens fa & ura, quádo eam
peiùsmul &tatam relinquere non poterat.Id
libi ita euenifle prodiderunt Mammzus il
le,atque eius vxor, cùm contraAlexiam Bel
horiam (inquantum eius fa & i ſuſpicionem ,
licet iniuria,transferebantteſtes audiretur.
Nam non multo pòft Barbelina illa ob for
tilegijex vehementifiimis indicijs fuſpicio
+ nem comprehenſa factum id elle ruum.non
illius Belhoriæ agnouit . Huius funt & quæ
fequuntur facinora in loannem Ludoui.
cum ,qué multis, vt aiebat, de caufis oderat.
Huic primùm traijcienti riuum quendam,
acad molendinú properantiadnitence Dz
mone tritici faccum vehiculo cxcuffit etiam
grandem :tum eiusequis fuperiniecitpuluo
ris à Magiftello ſuo medicati nonnihil : quo
fa & um eft , vt ex illis duo è veſtigio more
rentur : reliqui morbo conflictati lango.
rem in multos dies traherenr. Deinde , ac
non multo poft felem mentita , atquehoc
habitu eiusdomum no & uingreſſa, eodem
puluere bimum adhuc puerülethaliter in ,
fecit : Tandem & medicatum pirum in via,
quam is Gerbeuillæum cótendens initurus
erat, depoſuit, quali id è viatoris pera fortè
excidir
 LI B E R 11.

excidiffet. quo is imprudenter ſublato , ac

De guſtato ftatim graui morbo correptus vix
tió prædoloredomūpedes ſe referre fuftinuit:
hæcq;fingula Dæmoné, vti euenerunt , no
folùm prædixiſſe; ſed etiam illud de ponen
do in viam piro confliú eius propriú fuiſſe.
S

Catharina Ruffa 3. agnouit ,folitam fe de no

&e per caminum in ædes alienas inferre, vt ville ad
detra&os cunis infantes pronos in culci Molellan

Cloud tram ſterneret , ac ficextingueret :relistae 1587 .

riam occafione, quaeius infortunij cauſam
maritus in vxorem cum offenſione perpe
tua reijceret . Nam hocadeò Dæmon ſedu
lò agit , vt fintrixæ frequente inter eos, qui
M ſe aliqua amicitiæ , coniun & ioniſque neceſ
fitudine attingunt. Catharina Mecenſis 4. i Dufæ prid .
nimicitias , atquc odium concitauerat in fe Non seps
1587 .
Lolla Gelæa :Hancob id illa impendiovka
arny
ciſci cupiebat; ſed qua ratione id faciens no .
xx ſuſpicionem effugeret,no videbat, quòd
ſuas inſidias ſciret ab eadiligenter obſerua

3 ri . Reperit igitur viam Dæmon , qua id tuto

exequeretur, ac monuit , vt poftridiècùm è
fornacibus Salinæ,quæ Dulæ omnium , quas
habet Lotharingia ,celeberrima eft, vnà can
dentes carbones fitellis fuis pro more do
mum referrept; præſtò adeffet, cùm Lolla
ſuaccu turbine deijceretur , acin eis ospro
perè halitum luý cffarçt: fic enim futurum
vt partum fuum ante tempus atq; in maxi.
mis doloribus eijceret Quod vti verbis prę.
3 ceperat ,
 DAEMONOLATRETAE SAG
ceperat, ita reipfa eft cófequutum.Namq; ad
ſignú deturbatæ ſitellæ à Dæmone perftata.
Lolla impuroCatharinę ſpiritu eueftigio in
vehemétiſſimos partus dolores incidit : vix .
que domum maturè fatis peruenire potuita
lana Granfan &tua , ſera iam pode nens ad
Bendrij
pcpl lul. lucernam fola anima voluebat, quemadmo
dúde Barbara Gratiofa, à qua paffacrat in
iuriam , penas expeteret. Præſto affüit Day
mon felis fpecie conſpicuus, authorý fuit,
ve limacis teftam in puluerem comminuc.
ret ,eoque illius veftem conſpergeret. Am .
plexata hocconfiliù obſeruauit ficubicom
modè id explicare poſſet.Nec longiùs illam
remorata eſt occalio: Nạm repertam Barba
ram obſcuro ſtabulo in pecudum præfepia
paleas comportantem vnà cum pecudibus,
quæ ibi erant, illo puluere fuffudit: fuitque
is protinus omnibus ad ynum lethalis . Eo
poftea minus noxiè vſa eft in ple&enda filia
Antonij Giboli : nam cùm itidem illo eam
abundè afperhiſſet ,membra eius leuitátùm
morbo debilitauit:ac cúm aliquot poft dies
ſanandi animo illam eodem refperfiffet,a
morbo recreauit. In quo obiter hoc aduer
ſendum venit pharmacis, quibus fic vtútur,
non eſſe inſitam aliquam vim certam vel nc
candi,vel favandi:neque enim eadem res ad
gam repugnantia fimul elas:
é efficax eſſe poteſt
nia Dæmon pro fua poteſtat
fed ea om
tențeș moliri, atque efficere: latiſq; illi effen
 L I B E R IT.

. Afagæ operi manus tantùm admoueát, quo

de noxæ , maleficijque conſcias reddant ac
1 participes.Huc & referripoterit, quod ſcri
bit Plinius 6. fontem effe in Dodona , cuiſi Lib.2.c.ro
quis ardentes faces immergat, extinguat, fi
extin &tasadmoueat ,accedat.Nam hæc pro
digia eius Dæmonis ,qui ibi edebat oracula,
fuiffe neminidubium effe debet: neq; in ijs
libi'natura quicquam vnquam vendicauit :
Rurſus & illud Plutarchi7.de Ciceroneve In dialogo,
aefica, quæ eadem virga mentem adimebat, An brtta
animalia
& reddebat : homines in pecudes immuta ratione vo
bat, iterumque fibi reftituebat. Refert & tantar .
Petrus de Abano 8. viſum à fe præftigiato 8,
Differeathing
rem , quitaurum ei in aurem concepta qux- 756. )
dam verba immurmurando , ceu mortuum
us humi profternerer: illumq; repetitisijſdem
verbis ſuſcitaret, atq; in pedes erigeret. Sed
ED pergamus cætera huius argumenti narrare
exempla . Alexiæ Belhoriæ 9.frequentes e
. sant rixæ cum marito , vt aſſolet, vbiquoti adaquu iga
m diana eſt domiinopia, atque egeſtas : réſque Cal. Febs
es in tantum odium peruencrat , vt iam non 1887.
voluntate , fed difficultate viciſcendi tan
tùm teneretur. Hocad ſe Demon recipit fa
1, cere, fi fe dignum iudicaret, quem de ea re
abſecraret.Adhibenturpreces.quam dimif.
ed fis verbis voluit. prouinciam ſuſcipit, fortè
1: codie, qui dies erat pridie Natalium Serua
toris , miſer maritus in vicinam vrbem crat
profe & us, ibi vt compararet , quæ vſui ef
4 Se for
 DAEMONOLATRIIAL SAG,

fe ſolenç familiæ genialibus illis diebus: 4€

Şerą iam nocte domum redibat. Huncin i
ţinere violenter correptum , ac verberibus
acceptú Dęmon ſeminçcem deiecit in cryp .
tain Donalibariæ (id nomen illiloco eft ) ac
ad bonam eius vxorem ayolans , ei quæ à le
geſta erant,nunciauit. Quibus auditis , in
viam ſe darconfeftim , tum yt officioſam ſe
hoc de eius reditu fțudio, ac cura demon
ftraret,tum maximè, vtipfa oculis fuis video
ret, quam adeò pridem animo ſuo concupi.
uerat, illius miſeriam ,ac calamitate Actan
dem -iącentem , & lamentabiliterinfortunių
fuum conquerentem na &a, Hem mi vir (in
quit )conabar tibi obuiam ,quæ te ſcirem ru .
riadeò multa no& e ; ſed quid hoc fibi vult,
quod te fichumi proſtratum acdolenté via
deo ?Edocta igitur quod iam ipla ſciebat il
lum ſubleuauit ,acquod potuit humeroad
miniculata domú reduxit,vbiex plagarú in ,
tolerabili dolore illa ipſa no& e interijt. Po.
ftridiè inclamata vicinia eiuş cadauer , vt e
fat cæcis ac liuencibus i &tibus faucium ,nudú
exponit : narratque ,vti pridiè ficariorú maz
nibus elapſuseo habitu domum ſeanhelans
retuliſſet. Quod apud omnes facilè Gidé ob
ţinuit. Nam neque ea ætate erat, ac forma,vę
mechos introduxiſſe putaretur, lacobetą
Sexail Tras Equina 1o. cùm parum libigratos quoſdam
fyluas 6. Id .
videret tranfuerfo faltu iter fuum habentes,
ac aliqua ratione vellet illis elle nocitum,
quod
 LIBER II.

quod in ore promptum habuit , id eftillica

imprecata ; ſcilicet vtin eos viarum errores
inciderent , vnde ſe explicare non poffent.
Quod & vti expețiuerat, ita accidit Nam de
via degrelli tam longum deerrauerant , vt
domum tandem reuerfi vix præ laflitudine
ſe ſuſtinerent. En, vt hominum vita Dæmo .
num infidijs, contumelijſque eſt obnoxia!
Que res eos affiduè admonere debet, quàm
intenta in Deum mente ſemper eſſe debeat,
vt is præſidio ſug eosſepiat, angelis ſuis co
rum mandet cuſtodiam : de laqueo Venan
țium eos ſeruer, liberet,eripiat ii . Pfalm . get
SPARS AS A SAGIS HYMI HERBAS,
puluerem , feftuces, aliasg id genus quiſquilias
Supergredientilius necis , vel morbi certißimam
cauſam ,prout illis nocendi confilium fuit, ac vo
luntas,afferre:Cateros omnes ,quibus parcere de
creuerunt,faluos,incolumesg euadere. In quo mi
rè elucentDiaboli in affiigendis,perdendiſqúe be
minibus aries,40machine.
CAPVT . VIII .

Vpra demoſtratum eſtex ſagarum ver

bis
SInon obfcuris morbum , ſanationum
ye cauſasex eadem ſæpè re eas petere, at
muruari.Rurſus aſpectum abijs aliorumve
ftibus puluerem mortiferum nánunquàm
eſſe, cùm eum ipſz citra noxam vllam attre.
étent. Denique quiinde fequitur morbus
pulla alia arte ferèeſe medicabilem , quàm
Q5 quæ
 DAEMONOL ATR II AS SAO.
qux ab illis volentibus proficiſcitur : camo
que plerumqucvnius , atque alterius verbi
prolatione; vel peanus folo conta&u ; fæpè
ctiam earum rerum adhibitione , quarum
vfus vulgo aduerſus morbum nullum eft
efficax , conftare , ac contineri'. Qua on
nia fatis indicant rebus, quas fic adhibent,
nec iuuandi , nec nocendi facultatem fua
natura ineſſe : ſed quicquid id eſt, quod lic
prodigiosè efficiunt,hoctotum fibiDzmo
nes vialiqua,cuiusignoretur cauſa, & ratio,
aſſerere,ac efficere. Siquidem exempla ea,
rum rerum cótinent, quæ nulla natura pro
babili caufa nitútur , fed potius ab eo , quem
ipſa in agendo , patiendo que tenere folet,
modo,atque ordine ſuntalieniſfima: Quod
& ex ſequentibus teſtatum ,manifeftumque
magis fiet, Odilla Boncuriana I , recitauis
Laracuri
# .Çal.ianu, moris efle fartilegis, qui in facinore depre
hendi timent,venenatum puluerem ibidic
In agrosti ſeminare, quà viam fa & uros putant, quibus
lend Non. , calamitatis aliquid ſtruunt, ac moliūtur.Cui
Nouetss6. conuenit illud Roſe Gerardinç z.queſe Ste.
Leherii , phanum Obertum popularem ſuum in mor
Cal. April. bum lethalem conieciffe falfa eft , cùm eius
limentali puluere antelucanishoris cóſpero
Spinali pri. ſillet. Iacobus quoque Agathius 3 , cam tol.
Noa. Maij lenda vxoris Hilarija Banno longè comme
*588.
diffimam viam fc à Dæmone edoctum fuit
Brundufij ſe memorauit. Iſabella Bardza 4. & Martha
Ano 1988,
Mergelatia . aunquam fe fruſtra cam cótra
quy
 LIBER II.
quemquam tentaſſe, præſertim fi hoc à Dæ .
mone luoinſlæ effent facere. Franciſca Peri
è na 6.pira aliquot ,quæ exarbore vicini ( Ria Brijs 4.Nemo
beriano einomen erat ) deciderant ,tranfiens lygus
fuftulerat ,ob qd ei traucocópio dices durius
vapulauerat. Id ergoilla dolens, ac aliqua
ratione vlciſci cupiens non longè abijt, quin
Dæmonexplendi deſiderij occafionem ali
quam aperiret . Ea vero fuititer, quo Ribe
rianus fumino manead operas ſuas conten
dere ſolebat , herbula , quam tum illi tra
didit vt infterneret : Quod cú feciſſet,acille
infidiarum ignarus locum eum effet ſuper
greffus, illico in eum morbum incidit , qui
yitam illi non multo poſt cruciabiliter ab
rumperet.Benedi& us Drigæus 7.id conglij
fibia Dæmone datum fuille ait : cius vel ve- Haracurie
ſtem ,velianuá veneno inficere,cuimortem aliance
1 1586.
wellet afferre . Barbelina Rayel 8 ,ſe contra
Franciſcum Tibicinem, ( cuius viciniæ non Blainuilla
ad aquas ide
pridem commigrauerat )id adhibuiſſe. ac lany.1887,
cùm pofticum , per quod pecus adaquabat,
puluere virulento contaminauiſſet, poftri
die ex eiuş equabus tres eſſo ad præfepere .
pertas exanimes,atq; ſupinas. Claudius Mo
relius 9. cú pro foribus Vvolfangi Hadon
uillæiaffinisſuiid feciſſet, ac eo loci forte i Serrgs.Non,
Decc . 1986,
ter haberet: cius filia,cófeftim cótra &to mor
bo exconó multò pòft miferè interijt. Illac
etiã equus iter habés crusfregit.Idem fimi
li faſcinomulapuit Nicolaum Auguſtinum
Serra
 DAEMONOLATRICAL $ AG,
Serræ Caftellanum ; cum quo erant illi inimų
citiæ: Accùm eiusvicem aliquot poſt dies
miſerefieret , quem tam diuturno , ac graui
morbo confli &tatum videret, non potuit ta
men opem vllam afferre , aut à morbo ve !
tantillum recreare , vetante ac prohibente
id Dæmone, cùm quo deca re ſæpiùstamen
expoftulauer c . Catharina Metenfisco acer .
Dora Prid bè ferenspiftoris cuiuſdam repulfam , à quo,
Non sep ! mutuum panem rogauerat , & vt hanc re
penderet gratiam , Demonis fui implorat ay
xilium . Altaris momento pro ſuo more di
ligens,atque officiofus ad quamcunque vin
di&tæ occafionem :atque ea gratia illiherbas
ſuggeritconuolutas papyro , moncns colo
ci illasvtdiſpergeret,vbi frequétior is eiuf
que effet familia : Nec mora acceptas effun
dit in porticum.per quam neceſſarius in vi
cum crategreſſus: Cui dum infiftit piſtor,
poſtque eum vxor, & liberi, omnes eodem
morbo correptino prius conualeſcunt, quá
faga du & a miſericordia à Dæmone impe
traſſet ,ex ea valetudinc vt emergerent.Atq;
inid herbas denuò accepit ,quas clá corűſub
miſit cubili ficuti facere edo &te fuerat: ſicộ;
Hafecuria confirmata à morbo valetudine ad priſtina
Non Febr, fanitatem oés redijſſe. Catharina Latomia it.
acceptam eriam à Dæmone herbam tranf.
uerfo liminiædium Ioannis Antonij fubdi
derat; P vt eius vxor eſt ſupergreſla prorſus
cilac in mammis exaruit ; ex qua penuria
poft .
 LIBER II .
poftmodum infans, quem tum fortè lacta
bat,interijt : quod vnum maximè in voris
habebat. Nam veſortilegis inter animantia
hominum ſemper eft precipua cædes : ita in
ter homines infantium , ac eorum, quos zta
tis innocentia , atque integritas magiscom
mendat longè eft gratifiima:vti recenſuit a
liquando lacoba Cauallia 12. Drigeus etiam Sexxijs.
Octo. IsisIl.
ille, & Odilla, quorum modòmeminicùm
in eius pagi, vbi domicilium habebant colo
latione, indi& ioneque ab exa & oribus pre
ter modum ( quantum ipſi ſuas facultatesre
putabant) eſſent cenſiti:atque eam iniurian .
inſigni aliquo damno.coercere,acvindicare
cuperent : non defuit qui pro caoffenfione
gratum , conuenienſõue conlilium afferret,
Dæmon . Tale autem id fuit, vt ibi quàm la
tiſſimè venenum ſpargerent, vbi eius pagi
1 pecus frequentiùs pabulari ſolebat. Quod ,
ve magis effet illis in próptu, indicauit poſſe
conficiex primis quibufque, qui ſe offerrét,
vermiculis ,vbiellent ſatis ad diſpergendum
4 attriti ,& comminuti. Hoc igitur cùm feciſ.
fent,intra dies paucos periêre in eo pago pe
cudes centum , & quinquaginta ( vt Drigrus
recitauit )vel centum , & ſexaginta ( vt Odil
Ilie la :) diuerfi enim interrogati cætera præter.
quam in numero conuenerunt Id eriam res
die ipſa comprobauit: nam totidem ferè illo té.
Tus pore ſunt ab eius loci incolis defideratę Ec
ria ce ve ſparſæ herbs,puluis,vermiculi,aliçgue
ok
 DAEMONOLATRÉTAE SAG :
id genus quiſquiliæ non morbum tantiri 1
faciunt, aut necem afferunt, quod alioqui
per contagionem fa & um defenda poſſet, yti
in rerum peftiferarum aſpiratione, aut con
C
ta & u euenire folet : fed & membra frangunt,
t
acdebilitant , lac minuunt,deducunt,ac per
imunt.Ea igitur niſiarcano aliquo Demonis
miniſterio præſtari non poíle manifeftum
eft. Et id adcò confirmat , quòd ei tantùm
noxia ſunt,cui perdendo ,aut lædendoſunt
deſtinata :Cæteri enim omnes futò , ac citra
noxam fupetgredi, & caicare folent. Quod
& Alexiæ Drigex 13. quod ſequitur fa & umi
Hatacuris iam indubitatum reddit . Ea filicis mani
4. ,
d.Nou pulum à Dæmone fuo acceperat per cam
viam ſpargendum , quam Claudij cuiuf
dam paftoris filia , qui cum illi fimultas
intercefferat , frequentiùs inibat : eo confi
Jio, vt illam confeftim perderet. Id tamen
vnum verebatur,neillud infortunium alios
etiam ,qui eam viam ingrederentur, quibuſ
que nihil nocitum effe vellet , læderet.
Juſfit igitur Dæmon de hoc vť quieſcerets
quòd fors niſi eam , cui poderetut, non effet
attadura.Quod vti prædixerat, ita & poftri
die euenit : Nam ſola ex omni vicinia pa
ftoris filia illac itando mortis caufam con
traxit.Humberti etiam Caſtellani non mula
to poſt valetudinem miſerrimè afflixit :cùm
eius ſedile eadem herba perfricuiffet, fuit
guc illi ſoli ca faſcinatio pernicialis,cùm ta
MGN
 LII& II.
men multialijantè , poſtquc eum in illo fes
diffent. Huic & alia duo exempla non malè
adiungi poterunt:vnum de loanna Poirelia
14.à qua medicatam offam cum vniuerfa vi Cafturæ ad
cini familia deguſtafſet:ei tamen ſoli interi- CaAro fali.
tum attulit ,quem ipfa animoad cædem de- num , menſe
ftinauerat. alterum de Hubertula Buxeria- Aprilissa.j
na is.huiciniquè iniurius fuerat èmunicipi. 15 .
bus quidam N.nomine,cumque abundèvl. Bazerijad
tura iam fibi videbatur , ſi vaccas quinque Cal.Mark
quarum prouentu ſe ,familiamqucfuam ſu . isig.
Itentabat,veneno tolleret. Periculú tamen
erat ne in facinore deprehenderetur, fi ſua
manu illud ipfa patraret fingulos medica
ta virga contingens , quem morem in alijs
fuis vencficijs tenere ſolebat . Ifto igitur
metú vt cam liberareteius Magiſtellus,mo
pet, vt antelucanis horis paſcua, ad quæ frem
quentior pecoris erat appulfus , venenato,
quem à ſe antè acceperat , puluere con
fpergeret: Reftare quidem primum illam ,
ac vereri ne ca lues ad vniuerſum pecus
perueniret : cui tamen volebat parcere ,
1
præterquam N. illius vaccis , quem v
num tali infortunio mul &atum cupiebat.
Recepit Dæmon intra cum quinque vac
carum numerum futuram effe omnem non
xam . Idque cuentus tandem comprobaum
. uit ;nam folæ illæ ex omnibus perierunt,aut
it in morbum inciderunt . Faceſſant , igitur
12 iam nunc, qui nugas effe dicunt, qua pada
lagis
 DAEMONOLATREI AE SA .
fagis rumor eft cú Demonibus intercederet
cures ipſa de le lit indicio ,multorumą prę.
1 tereà mortaliú iuftiffimis querelis teſtata , ac
comprobata reperiatur : quam tamen vix
ſentiantſtolidi quidam : adeò bis ftulti nule
lo malo fapiunt.

VID CAVS AE SIT, QVOD DIABOS

1 1:48 Muleficorum fepè aſſenſum poftulat, vbi quid
alicui calamitatis molitur , ac ſtruit: Plurima
que , qua id illum more facere demonftrants
exempla.
CAPVT IX.

Vod homines Diaboli opera afAigania

Cap 14 tur morbis inſolitis , quorumque ratio
O.
Medicis conftare non poſſit, ſatis lob
Cap 15. i.docet hiſtoria :Et quęD.Lucas 2.recitat de
terlink
muliere , quam fpiritus infirmitatis fic de
cem di octo annis alligatam habuit ; vt eius
ex neruorum contractione totum corpus
effet incuruum . Verùm quòd ,priufquam id
aggrediatur facere,fuorum illead hoc aſſen
fum fæpè poftulet , quaſ aliter debiles eius
vires future fint,non paruam dubitationem
ſemper attulit exiftimantibus multis hoc
inde effe, quod pridem,fi , quæ vult, arbitra
tu ſuo faceret, peſſum ijffent omnes morta
les, quibus is nunquam non fuit hoftis infe .
ſtiſsimus : Ideoque illià Deo iam & primo,
quo è ſtatu ſuo deie & us eſt, tempóre occlu
fam fuiffe omnem contumelijs libidinemy
fenten
 LIBIR 11.

nec hominibus, niſi per homines ,vllam illi

effe nocendi reli &tam facultatem.Quæ qui.
dem etſi defendi poteft opinio , nec ea ec
it iam fententia male ſtare videbitur, quæ Sa
tanam vti carnificem , & miniftrum irz Dei
pleraque omnia in hominum perniciem
per fe agere ,ac moliri aftruit :eumque con .
ſenſumconſulto, atqueea cauſa, illum exi
gere,vtin fccleris focietatem , coſcientiam
ht que ſuos aſciſcat gratiã aliqua promereatur ;
dum eius quam tantopere concupiuerunt,
vltionis copotes facit, potentiam fuá often
tet,ac venditet:dum ea præftat,quæ omnes
omnium hominum vires vincere , ac fupe
rare videntur ,à fortilegis denique omnem
iskonoxæ ſuſpicionem auertat,atque amoueat,
dum eam infert illis abſentibus, ac ne digi
ill to quidem opusadiuuantibus.Et hæc qui
Redem , quæ fequuntur, documenta non obf
curè illa de conſenſu indicant,ac common
ftrant. Beatrix Bayonaz. cùm Petronium
Maxentium ,à quo grauiore aliqua laceſſi
pie tafrierat iniuria,vlcifcivellet :id tandé Dæ Gerbirdilo
1:0 Dion ,caiſeilla addixerat, facturum ferece . Izi4.Nol
bo pit,modo ipfa afſentiretur. Nec mora vt Ang 1584
bocfedixit cupere , ftatim ille Petronijad
ta' hucinfantem filium aggreditur, nccatquc:
afea : ac poftridie,quali re benègeſta, gloriabun
mo dusid illi nunciat. Hoc etiam ad contume.
elu Jiam adijciens, matré quidem imparientiſ
Пеп Limè mortem ferre filij, fed ne eo quidēlu
Nilai R & tu
 DAEMON OLATA EI KE SA .
&u ad vitam illum effe reuocaturam . Iana

Gallça 4. ſola imprecatione Catharină Sy

Mirecurie monetam valetudine tentauit : vt & alios
7.d. Dece. plures antè fecerat:exploratum multo víu
nuda
inferri poffe:prout pacto illicum Demons
santè conuenerat. Idem Barbelina Rayels
Slaiguilla
adequas id.fæpè optatu ſuo à Magiftro factum memo
Janua:1887. rauit , quem prætereà non tantùm ad exe
quendaiftiufmodivota pacatiffimum , fed
& renuntianda legitione diligentiſhimum
ſempereſſer experta. Nam nec ima pridem
vix Diris popularem quendam ſuum deuo.
uere cæperati, cùm canis horridæ ſpecie is
aſtitit, nuntiansiam peraétum eſleopusex
Tá agrasti cius animi fentétia. Rofa Gerardina 6. An
ucaliNon, na Drigæa 7. Iacotius Iacotinus 8. Jacobus
Noue. 1986.
Pifcator,& Coleta eus 9 :vxor, atq; alij.com
7
Haracutia plures pro certo afferuerunt intabofcere
Jd. Nouem .ferè omnes , quibus Diras ſunt imprecati,
quodqueipfiapertè moliri non audent,ſo
Mirecuria lere per Dæmonem ſuum in cos, quos odio
menſe Od
aliquo profequuntur,occultè exequi.Nico
lzaMorelia 10. faffa eft oratu fuo illum atra
Gerbeuillçi
Non,maisinfperfiſſe puluereNicolai Dominici equas
22 dum is eos ad vicinum fontem appelleret;
10. vnde grauiffimo morbo correptiin ſumma
SerraFebru miſeria non multò pòft interijſſent. Præ
.
tereà cùm è familia Dynaftę eiuspagi,quem
incolebat, coco venenum feciſſet, ac mor.
bus tantú mortis expers effet fecutus: pries
Hur
 LIBER II.

cabing mùm quidé duriffimè ob id Dæmoni vapta

vrtás: Jalſe;tú coa & a fuiſſe hocilli prouincie de.
& alios mandare,vedáno grauiore cū afficeret ac fi
W vellet extingueret. Qua accepta momento
become aduolauit in eiusculiná,ac potioné , quæ tú
Dynice illi fortèad fanatione in mortario miſceba .
en tur,mortifero puluereà nemine cóſpectus
me inſperſit: vnde & non multò pòſt is è viuis
nader abijt. Hocmihifuafide narrauit Dynaſta
90,4 ille, præſens adfuiſſet,omniaq; otiosè et.
Sinut iam obſeruaffet. Eiexemplo etiã non abfie
inilen mileeft hoc Nicolai Carpentarij, qué Mar.
Ea tha Margelatia Brindenfis n . per Dæmone
25 fuú mortifero puluere abſens etiá conſper- Spinatt
pli .Nomi
confit:quòd is iuxta prędiolum ,gilla habebat, Maias 1996
chloe lignorú feciler congericm ,quçilli effetima
loco a pedimento ,Rurſus hoc laquelinæ Xaluete
clico iz qùæ retulit fatis fibi ſemper fuiſſe , quo
beli ties perditum vellet vel hominem , velpe Buxerijad
nepiecudem , id ſolo etiam nutu Dæmoni ſuo, quetcam mit
cal.Maij
20gb vt fieret ,indicare. Quod & eius popularis 1981,
sob Hubertula 13.cùm infequenti anno fortile 13.
Ning gij itidem rea perageretur, hac etiam nar- ibidemy
70. ratione confirmauit.Rureredieramus ( in- Cal.Math
ellos quit) multo opere fatigatę , g faciundū lo-" 5 %.
here caueratLeonardus quidá nomine,expe & a
moi bamuſg; auide dum cænanobis apponere
primo tur . Ecce verò eius filia deſidiam mihivni
men ferocius exprobrare , ac iubere interea ve
not in lintea, fortè ibi vt lauarétur congeſta, li
diuiú infunderem :Ob qué ego ſuperuaca
ACUM
 *** DAEMONOL ATRBIAB SA

neum laborem cùm indignabúda Diras il

li imprecarer, nó longè abfuit Magiſtellus
meus, quiproperè fe hác proteruitatem in
illam , fi ita iuberem , vindicaturum pollice
retur :Quod & meallubelcéte praftitit. Ná
ad matré ruri operas poſtridie curanté tre
pida accurrit filia,nuntians puellulú fratré
tutelæ fuæ commiſſum cafu ,cui ipfa obfifte
te non quiuiſſet,calidaelle perfufum , iam
iamque animam exhalare: Quod ego audio
ens cuius opera id effet fa & um facilè con
teci :Et non adeò multo pòſt accurit Magi
Atellus illemeus, narrauitý ; mihi quemad :
modum mea gratia hoc bonæ illi nego,
tium confeciſſet. Non euafuram fiquidem ,
quin parentibus pænas grauiſſimas fegni
tiei ,defidiæque qualem ipfa mihi adeò fe
rociter exprobraberat,dediffet. Poftrema
erit in hanc fententiam de lana Armacuria
Leherijs . na 14. Ea ſpicarum faſciculos tres ex agro
Cil April viciniſubſtraxerat, Arque in Alexiæ Cabu
fiæ proximum hortum, quod is occultado
furto maximè eſſet oportunus ,depofuerat,
fed non ita elàm ,quin & Cabulia fortètum
in ſemota aliqua horti parte opus faciente
aduerteretur.Quæ cùm, vt eft mulierú in
genium , vicinis quod viderat palam fecif
ſet;atque ex co lana non modò malè audi
ret,fed & iam in diſcrimen aliquod veniret
( nam furto etiam ſubduaiex alieno horto
oleris pęna eſt fuftium in Lotharingia)dici
nequit
 LI BER II.
1
nequit quanta ira,atque indignatione in il
lam exarſerit: vegue poft hæc non ceſſaue
Erit omnes vias,rationeſque exquirere,
tam infignem iniuriam pro libidine tan
dem exqueretur.Ergo ardentin hocin (o
lutione meditantem Dæmonille , cui lere
addixerat eam aggreditur,increpatqueig
nauiam , quæ hancin animo ſuo ægritudi
nem paſſa eſiet randiu reſidere, eum paratú
ſe , atque obſequentem ad quamcumque
M vindictæ occalionem toties eller experta :
Aſſentiretur modò , aut prouinciam de
mandaret: fic enim non longiùs inultum iri
eam lingue petulantiam.Nec mora, vt ſeid
dixit Iana cupere, aduolat ſedulus ille mi
niſter ad Alexiam (iuméta tum fortè ea af.
feruabat in paſcuis,atq;ex eis vnum quod
in proximas fegetes euaferat ad armentum
tentabatreducere ) turbine correptam im
pingit in humum tanta vi, vr illicrus fran
geret,de cęteroque relinqueret adeò ex eo
caſu attonitam', vt domum feminecêrefer
re oporteret. Diuerſa ,atq; altera nihil præ
monita quid alierius ferret narratio,totide
tamen verbis hiftoriam hanc recenſuere
it . Iana illa,atque Alexia :tum & euentus mul
tis ipſo aſpectu cognitus éam manifeftif
di fimam reddidit.Hic occurrit à multis agi
gir tata quæſtio , tantumne homini in hominē
OM vnquam licere poſſit ,velli fauentes, obfe
do quentesø habeat, quotquot ſuſtinet orbis
ai R 3 Dano
 DAEMONOL A TREIAS SAQ .

Dæmones, vt fola deuotióe, imprecatione

que cuiuſquam capiti agris fortunis dans
nu ac pernicieinuchere queat.Etid qui
dem ita fieri poffe iam à multis ætarib . creo
diderunt veteres : vti indicant quæ adhuc
extant duodecim tabularum fragmenta 15,
Plnius lib. QVI FRUGES EXCANTASSIT. Efalibiz
28 cap. 2. A
Wbg.cap.l. QUI MALVM CARMEN INCANTAS
SIT. Inde enim facilè intelligere eft arca
nas quaſdam, & vețuftas execrationes iam
tum fuifle; quarum ea vis foret, vt cui femel
obnuntiarentur,nunquam exitium , perni
cicmque vitaret . Quod etfi alicubi deridet
Seneca 16. inquiens id fieri non poſſe , tam
Lib .4.Na palàm effe, vt eiusrei cauſa nullius philofo
begreb.9.6.7. phiſchola intsandafit:non eft tamen quod
quis ſe ob id in hoc minus credulum pre
beat: Siquidem ad imbres,qui attrahi cau
cibus,ac repelli à quibuſdam credebantur,
fuam ille refert orationem : Quares homi
ni,qui totus à naturæ legibus pendebat,nifi
alienillima , abſurdiffimaque videri non
poterat . Naturam (inquit in libro de Ira
17. ) mutare difficile eft,nec licet femel mi
xta nafcentium elementa conuertere .
Tum profeflione Stoicus erat : vti fcriptis
à fe libris ferè omnibus demonftrat Er
qui eius ex Tacito , Suetonioguc vitam de
cerpfit,teftatur. Quæ Philofophorú fami.
lia , nifi quod naturæ conueniens , conſenta
Acung; eſſet, leppeſrepuit,acreiecit.Des
nique
 LIBER II.

nique huic , ficótra planè fentiat,reclamant

us quę paflim apud probaię fidei authores re
periuntur exempla,ac documenta. Nóphis
in quarto Herculeorú libro ré refert haud .
quaquam fabulofam (inquit Platarchus 18 ) 18.
aprum immenfæ magnitudinis Xantho - In libro de
rum fines inuabffe, qui ſata , frugefque cir.charmuke
cumquaque deuaftans à Bellerophonte lit
interfectus. Cumque pro eo beneficio ni
* hililli gratiæ ofſet repélum ,rogafle impen
mil fius Neptunum ,vt eam ingratitudinem vl.
ciſceretur. Quapropter falſum quendam
humorem pereorum agros ſcaturijſle , lic
be ve quicquid in ijs naſceretur , eo humore
corruptum deficeret. Nec prius tanti ma
li finem affuilfe , quàm mulierum precibus
victus Bellerophon Neptunum , vt Xan
This tandem ignoſceret ,exoraret, Quæ eto
jam ex eo probabilior mihi videtut oratio,
À quod hodiernarum fagarum Magiſtelli,
quos dubium non eft pro Dijs olim coluiſ.
fe homines , ' fimile quid etiamoum fa&ti
tant. Nam fi quid illis fortè fit quod do
leat, præfto adfunt quiiniuriam vindicent
Dæmones:vel etiá grauius,ſeueriuſquc quá
ipfæ exoptarint.Tum rogari geftiút ei ma
do vtopem , ſalutemque aliquam ferant: fic
ex offenfione virionem ,ex vltione noxam ,
è noxa ſupplicationem impiam ,ac decefta
13 bilem vno du &u aucupantes . Qui cumu
De tus lógè eft maximus earum nequitiarum ,
R ad quas
 164 DAIMONOL ATRDAL SAG.
ad quas homines abducere tentant. Et cer
tè is ferè ſagarum núc mos eft, vt ad leuem
quamque offenſiunculam indoleant : iram
inde contra& am cum magna acerbitate s
uomant: tandemque ſedatæ ,ac munuſculo
aliquo delinitæ malis à feapportatis reme
dium adhibeant. Quod & in Bellerophon,
teillo nuncobferuare eſt,dum incandefcit,
dum affligit infortunio ; dumque per eius
infortunij occaſionem afflictos eo adigită
ſe vt rebus laplis opem auxiliumque ſupo
plices petant. In quales etiam difficultates,
atque anguſtias tridui perpetui aduerfa
tempeſtate conie&us Xerres , quarto de
mum die à Magis impetrauit eam vt com
peſcerent. Quod & fecerunt ( inquitHero,
dotus 19.) quibuſdam animalium inciſio
In Polym nibus incantatis ventis,inſtauratifque The
tidi , ac Nereidibus ſacris. Sed vt incceptum
de imprecationum arcanis viribus fermo
nem perfequar: maximeque quæ homines
ipfos tum priuatim , tú publicè afficere ſom
lent, ac percellere,nota eſt illa ex antiquis
hiſtorijs verborum conceptio ( Liuius car
mina deuotoria appellat ) qua Di& atores,
atque Imperatores euocatis numinibus vr.
bes,exercituſq; deuouebant . Referam aút
ex Macrobio 20. integram quod habeat o
Saturnal.li. mnib.numeris exprelá deteſtadç in caput,
fortunasque alterius iræ diuinæ formu
lam : nullibique quod ſciam adcò luculenta
réperia
 LIBER II. 269
nb reperiatur . Dis pater, ſiue Iouis Manes ſiue
quo alio nomine fas eft nominare , vtom
nes illam vrbem , exercitumque quem ego
me fentio dicere fuga , formidine, terrore
compleatis : quique aduerſus legiones ex
ercitumque noftrum arma , teláque ferent,
vti vos eos exercitus, eos hoftes,eoſque ho
VATAN
mines ,vrbes , agróſque eorum , & qui in his
locis, regionibuſque, agris, vrbibuſqueha
bitant abducatis: lumine ſupero priuetis :
2210 exercitumq; hoftium , vrbes, agróſque eo
rum deuotas , conſecrataſque habeatis illis
due to legibus,quibus quandoq; funt maximè ho
ftos deuoti:cosq; ego vicarios pro mcafide
magiſtratuque meo yt pro populo Roma
Hai no,exercitibus,legionibusý; noftris do,de
.
uoleo. Si hæcita faxitis, vt ego fciam , ſen
tiam , intelligam tum quiſq ; votum hocfa .
xit rectè fa & ú efto . Quibus atris tribusTel.
lus mater, ceq; Iupiter obteftor. Quum tela
lurem dicit , manibus terram tangit : cùm
Iouem dicit, manusad cælum tollit : cùm
votum recipere dicit , manibus pe & us tan
M git. Quia deuotione Stonios, Fregellas, Ga
bios, Veios , Fidenates intra Italiam : extra
verò Carthaginem , & Corinthum tú mul.
tos exercitus , oppidaque hoftium Gallo
- rum , Hifpanorum , Afrorum ,Maurorum ,
T aliarumý; gentium funditus perijffe priſci
loquuntur annales . Et eius equidem virtu .
& c effectum plerique putant,quod nonnul
RS lære
 adio DAIMONOLATREIAL SAQ,
He recitant hiftoriæ ; vt fcilicet in exercitii
nulla præbéte ſe idonea alia caufa virivna,
& equi metu ſubito corriperentur,in fugá.
que verterétur. NS 3 Panc, vel aliquo Deo .
rú eiufmodi deuotionibus incitato,ac com
moto ( quam etiam ob caufam Paufanias 21,
Le Phocaillavexdy: Pindarus 22.Ad quónicy pólov appel
cus.
lafle videtur eorum terrroreimmiti folere
la Nemeis. exiftimauerút. Quinimo nec hoftes tátùm
2 .. fed & cines iſtiuſmodi Diris inpeatere fo
Plutarch.in
vita M.Craſ lebant, fi aliterà nefario aliquo incoepto ,ag
6.cie ioli. rei publicæ pernicioſoeosreuocare nó po.
de Diuina ,
soge. terant. A & æius in via, per quam Craſſus 33,
iter facturuserat , lucceníam cratem con
Aituit : cumquc ad eum locum Craſſus perr
ucniſſet, aflitens is, & facra quædam , acli
bationes faciens diras admodum , atq; hor
rēdas execrationes obnútiauit , Deos quoſ.
eam inauditos anteà , atque horrendos no
mine appellans : Nec eas illi fruſtra fuiffe
meritò creditum eít ob eam , quæ non mul
to pòlt ſecuta eſt , Parthicam cladem , & in
fignem equidem, ac memorandam.Deniqs
nec contemnendi periculi res ça grauibus
etiá , ac conſtantibusvirisolim viſa eſt qua
cumqdecaufa ,aut à quouis ipſa denuntia
, retur. Piſoni ( inquit Suetonius 24. de Ger
zu Caligula
** P *. manico loquens) decreta fua reſcindendi,
clientelas diu vexanţi non priusfuccenſere
in animum induxit, quàm veneficijs , & de
notionibus impugnariſ competit : tum &
aim de
 LIBER II. 287
n domeſticis vltionem mádauit, fi quid
i accideret. Qnod & hodie ijs intermina ,
olemus, quibufcum nobis rixa eſt, ſi qua
eſertim veneficij fufpicione laborants
sefi deterius aliquid contingat nos eius
aſam in illos eſſe reie & uros . Et hæc qui
m cautio fæpè profuit : Nam à mala ſua
idine iſtius metu illos retra&os,ac reuo.
os fuiſſe experientia non femel eſt com
obatum.Et ea quidē Latinorum animos
n primùm imbuerat opinio. Nă & Athe
templum fuum Diris fuiſſe ſtatum He
Chius ſcribit:Ariſtophaneſq; meminitin
oris.Puto eadem de caufa qua febri, Ver.
mnis,ac Veiouibus ijdem Latinipoſuc.
nt : ne fcilicet eiuſmodi denuntiationibus
ouocatz obeffent, nocerent , incommo .
rent : Nam tum vulgarem earum impre.
tionçm fuiſſe indicant quæ eius ætatis o
tores fcripta reliquêre. Ezéuxeta ( inquie
Efchines in oratione) κατά Κτησιωντος μή
γήμ καρπούς φέραμ,μήτε γυναίκας τέκνα τίκ.
** yoveūtup forxóta ,& Matépata & cæt. Quæ
cecrationum verba nunc quoq; fagis no
is fæpè in buccam veniunt, fi quid fortè
endicantibus denegatur . Neq; enim alia
rum frequentiororatio eſt, quàm vtvni
erfa eius familia fame pereat, quiſtipé ná
Infert: pariat irata Lucina materfamilias :
codigijs , portentiſque tota domus infe
stur.Nec equidem ( quod deplorandur
eft )ve .
 26 % DABMONOLAIRLI AR SAG,
eft ) votis femperinnotuit ,cuius & nos alibi
meminimus : Idem in oratione AEſchines
γέγραπται γαρ ούτζέντη άρα έι τις τάδε φησί,
παραβαίνοι ήπoλις, και ιδιώτης, και έθνΘ - Εναγής ίσω
τυΑπόλλων και της Αρτέμιδος. Εt hoc quo
que crebrò vſurpant ſagæ illæ : Nam non
modò fingulorum res domeſticas,ac priua
tas , fed & plurimum cómunes, ac publicas
Diris ſuis interuertunt,ac peffundant :Ilis
bouem , iumentum ,vxorem .
deniqueipſam : hisvniuerſum pecus, ſege
tes, vindemiam , ac fæpè integrospagos, &
oppida . Et habet ad nutum qui vota ea fta
tim exequantur. Dæmonesmorbo, fyde
ratione ,fulmine ,charmate: fi modò ex res,
in quas ſuntcócepta, Dei præfidio funt de
ftitutæ :nam aliter ne hilum quidem noce.
re poſſe certum eft : quod & pluribus alibi
oftendimus. Tum diuerſi ſuam quifq ; pro
uinciam ſortiuntur, vtolim Dij gentium ,
alius aëris tempeftates, alius maris procel..
las commouebat : alius hunc,illúmuemor
bum incutiebat :aliusaliud pariebatinfor
tunium . Et haud fcio , an inde in quorum
dam animosis nunc dimanauerit error : vt
quib. malè precari volút, eosmorbo quem
in alicuius indigetis poteftate eſſe credunt
feririoptent: veluti cùm D D. loannis,An
tonij,Manij,Anaſtaſijmala malè ominan
tur itiny fiap ,ignem facrum ,impetigincm ,
fara viap intelligentes Nam ea kominib.im .
mittere
 LIDIR IT.

mittere ccelites illos multi putant : cóque

adeò nomine fæpè funt venerabiles , ace .
tiam formabiles. Quàm bene viderint qui
iſtis ducuntur opinionibus.
nec enim liueſcere fas eft,
Vel nocuiff& Deos 25 . Cláud.de
Niſi Diuos fibi fingunt,quales habuit erro- topt.Pro .
rum tenebris obcæcata illa antiquitas vbi- fer.lib.z
. que diros,truces,noxios,atque adeò mini
Itros carum pænarum , quas quifq; de alio
per ſummam etiam expetere vultiniuriam
ac contumeliam . Porrò quod quis dixerit
iſtis iniurijs atque infortunijs facilè obnos
xios fuiſſe illiusætatis homines , qui ſe vos
tentes in Dæmonum poteftatem permitte :
bant :
ok : qua conditione non æquum fit cena
ſeri,quos Deusnuncin tutela,præfidioque
ſuo vtiam in familiam cooptatos latere vos
luit , non ita res eft : Nam habuerunt tum
Hebræi,tum Chriſtiani ſuas ápolis, xoyxatda
145 , in tanta etiam religione, vt ncmini fas
eſſer qui in eas non iniuria incidiflet cuade
re.Ochozias 26.Rex centurionem cũ quin
f.Reg.i.
quaginta militibus, vt Eliam ad fe attrahe- antiq.lube
ret,miferat.Repertum ille in montis verti- daic.lib.si
cep be ,
ce deſcendere iuſſit, & ad regem venire: In
hocenim ſe miſſum , vt nifponte ſua faciat,
1 vicoadum co pertrahat. Elias præfatus ſe
11 prodigium editurum , quo verus propheta
nofceretur, & igne ad ſuas preces cælitus
miffo ipſum vna cum militibus conflagraa
turum
 DAEMONOLATRIAE SAN .
turú : malum hoc eis imprecatuseſt moxd
27 . eandés turbo delatus centurioné & cius co
mitatum perdidir. Cùm Eliſeus27.eius ſe
Antiq. libr. & ator & comes indiuiduus ( vt Iofephiz 8 .
& 7. verbis vtat )pucris per ludibriú , Afcédecal.
29 .
ue;clamantib malè precatus effet, eorú quae
s.Reg.3.
Antiq. 14. draginta duovrforú laniatu perierunt.Da
dair.lib.7. uid vltrices Diras Ioabo Abenerižg.inter .
30 fectori eft imprecatus : quæ eum aræ etiang
Regiae
cornua tenente tandem mactauerunt zo.E
iuspfalmi, præcipućque quinquagefimus
quartus, & cétefimusodauus impio ,prodie
toria;vltimum precantur exitium . Veniai
(inquit) mors fuper illos, & deſcendant in
infernum viuctes. Necid irritis votis illum
facerevoluiffe putandú eft ,dum fibiindul.
get :fed magis quod exitum qualé zelo glo .
Maichal. riæ Dei percitus optabat,vora ſuaconfecu .
tara fperabat.In Euangelio 3r.căm Ieſuse
ſurien's veniffet ad ficum ,nec fru & um in ea
inueniffet,fua maledi &ione perpetua fteri
32 litateipfam damnauit.Elymam magum D.
Anor vert. Paulus cæcitate percuſlit 32.Hymenzum ;
& Alexandrum Sataniz tradidit: Quod pos
and Timoth ſterius 33. etfi fic quida interprétantur qua
cap.i. af. fica traditione excluſitantü fuerint Eccle
fia ,ac' mancipia Satanæ effedi: funtcameo
quide carnis interitu hocquoq; intelligăt :
vri in Anania 34. & Zapphira alibieuenile
wao.Sivers. legitur:quibus ſola increpátis Apoftolivox
præſencem interitum attulit.Quod & futu
 LIBER IT

tüm Efaias 35. vaticinatus fuerat, inquiens :

126 Spiritu oris ſuiinterficientimpium . Nulla Efaiz
sh igicuriam controuerfia eſt,quin fint Dirä :
quarum imprecationes exitiabilem fæpèca
Dentum habeant: Sed quænã earum excien
darum fit ratio,re & è quæri, dubitariģ; po
reſt.Et funt quiad verborum certas concea
priones , acformulas cam naturaliter refeo
rant, quafi hoc,vefillo modo,numero,atq;
ordine pronuntiata vim habeant:prætereà
aliam,quam quæ rebus fignificandis primú
fuitimpofita. Quod ego tá ridiculum ,abw
furdumq; effe exiftimo, quam illud , quod
de chara &eribus , ac literarum figuris quis
dam in eandem fententiam autumant. Si
quidem interid quod agit, quodų; patitur
conueuientiam quandam intercedere om
meMIrN portet, vt inde effe & us aliquis cófequatur.
Quæ autem nudæ vocis in folidum : fæpe
etiam multa locorum intercapedine di
ftans corpus tam potensa& tio effe poreſt ,ve'
id ſic momento perdere , atque exanimare
queat . Quid defcriptæ lineæ ,compofitiguo
numeri cum eo quem ducuntanimalia (pi
ritu commune habere poffunt.Certè exd
literæ, ſyllabæ , di&iones accuſatori ad ar
guendum , quæ reo ad defendendum : Ivo
dici etiam ad condemnandum , orationem
Te miniftrant : fed non ideo penes iplas vitæ ,

ON neciſque in quemquam arbitrium quis eſſe

dixcrit ,linea demonftrant, quo quiſo mo
IU
do ,a6
 DAEMONOL'ATREIAB SAO.

do ac ſitu commodè, aut fecusftare poflit,

non conuellunt fola deſcriptione, aut fi :
mant ædificium , vel fi millies in charta, ere,
cera diſtinguantur, ac repetantur: Plato in
Timæo numeris omnia tribuit cæleftia , &
humana ,vniuerſamque naturam ex ijscon
ſtare dicit : Quin & in Parmenide monadi
diuinitatem cátam tribuit, vt dicat vnasſo
lùm eſſe veras , atque immortales ſubſtan
čias: veluti Deum Angelum quem mentem
vocat, & animamo. Nullibi tamen apud eum
reperias vel veſtigium iſtiuſmodi mortifex
ræper numeros incantationis , atque exe
crationis. Ac quod alij ad fiderum affe &tio
nes hoc etiam referunt:nihilo equidépro
babilius loquütur,quod vniuerſas, immu
tabiléſque eas effe conftet, cùm contrà to
ties ad imprecandum inſurgant maleficit
quoties in hunc, vel illú ira excandefcunt.
Si quis porrò halicui quem inter imprecan
dum è virulento ſuo pe & ore efflare dicun
tur,hoc etiam tribuere velit, quafi quiocu .
lis folis faſcinare dicuntur Triballi in Illi
Plinius lib. ria : Vitiæ in Scythia :id quoque abſurdain
B.cap.zo credibiliáque multa continet. Primùm em
nim ,vti iam di& um eſt, procul remotos nó
attingunt, quia eo nulla vis veneni peruca
nire poteft : & vt id faciant, qui præcordijs
fuis innocenter eum ſpiritü continere pof
ſunt: cuius afflatusalijs adcò noxius elt, &
pernicioſus. Tum Gaunceas noccadi vires
habet,
 LIBER II.

habet,quipoftmodum fit falutaris. Names

quidémemini legere me, qui dicerent cero
to numero cóceptis imprecationibus mul
tos in grauem morbum conieciſſe: quos ſta
tim ipli precibus, metu , autaliqua alia ra
tione addu & i contrarijs verbis priſtina fa
i nitati reſtituiflent: Sic vt eadem lingua, &
i vulnus, & medicinam faceret : vti Circe ea
dem virga mentem adimebat,acreddebat :
| Pecudes faciebat,& homines : Et taurum a
i liquando admurmuratis in aurem quibuſ.
dam verbismorte proftratum iacuiſſe : ijla.
dema; mox repetitis vitæ redditum fuiſſe
1 nonnullęteſtantur hiſtoriæ :Ea igitur om
nia potius crediderim notas effe,& fymbo
la rei alicuius fccretioris, quæ eo veluti inte
guméro inuoluitur. Namſi quis ifta altius,
diligentiulá ; volet indagare,reperiet,à De
monibus caufam habere ſolá, ac præcipuă :
nimirum quòd vel ſortilegis cum illis ita
pa& to cóucnit, vel quòd eadé verba, ijde ca.
ra & eres, ijd ég; numeri vſurpãtur, qui in pa
Ailege ſunt di &ti:cú primùm id pactú cum
Sortilego alio, à quo fortèſunt edo& i , in
tercederet. Quod & ideo D. Auguſtinus
37. ex peſtif :ra hominum , Dæmonum
. de
que ſocietate conſtitutum , infideliſque, ac Ariaachii.
doloſæ amicitiæ pignus alicubi eſſe dicit, fiana.
Etex Eſaia 38 fædus cum morte, pa & tum Ca
p.
cum inferno non malè nominauerimus .
Ac quod quis dicat hæccum illis pugna
S re, quz
 194 DAEMONOLATRITAE SA .
re, quę paulò antè à nobis dicta ſunt de fansa
Etis patribus,adeoá;deIelu Seruatore no
ftro,eiuſque Apoftolis,acdiſcipulis, non i
ta eft : Multum enim intereſt furore , ac in
fania quis ad priuatæ iniuria vindi & á pro
filiat; an amorejac ftudjo gloriæDei,ad vk
ciſcéndum quæ in eius contemptum , con
tumeliamg; fiunt,dicatur ; vetitis ,prohibi
tiſque vtatur artibus : an quod ait ille
Divân numine ad ifta feratur.
fubfitne ad id progrediendi caufa aliqua
Deo grata ,acceptaque: an is ceu ſe quid in
dignum illud reijciat,acreſpuat: cùm nun
39 . tija Chriſto miſli 39. in quamdam Samari
Idex cap.9.tanorum ciuitatem fuiſſent ingreſſi, vt pa
verf.52.53.54
SS.& 56. rarét Domino,& ijs qui cú illo crant accef
faria vitæ ; ciues repulerunr illos nolentes
Dominūintra menia ſua admittere:quòd
cùm vidiffent diſcipuli eius lacobus, & loan
nes,dixerunt:Dominevis dicamus, vt ignis
delcendat decælo ; & conſumat illos, quem
admodum & Elias fecit ? Conuerfus autem
Iefus increpauit illos dicens: neſcitis cuius
Spiritus eſtisvos:Qualidicturus, Elias qui
dem ,cuius exemplum obtenditis, Dei iudi
cium quod illi mandatúerat à fpiritu exe
quutus eft: yos autem nó Deiiullu ,fed care
disimpulſu ad vindictam profilire vultis.
Et hæc equidem ratio Oniam virum iu
ftum multis antè xtatibus cohibuerat, ne
popularium quorumdam oratu facerdo
kesy
 LIBER IL

altres , qui ſecum Ariftobulo ad fuitutelam

maltemploconcluſerant,maledi&tis inceſſeret.
" Is (inquit Ioſephus 40.) ciuile Hieroſoly 40:
rok , mis bellum præfentiens in latebras fe abdi Jofeph At
midis derat : fed inde retractum , ac in caſtra ab- daic lib. i
Deix du& um Iudæi rogabant , vt quemadmodú cap.z.
olim precibus ſuis ficcitatis tempore plu
spot u iam impetrauerat,ſterilitatig;remedium
cillo attulerat : ita nunc deuoueret Dijs Ariſto
bulum , & quotquot eius partes fequeban
& # tur. Id igitur cùm diu recuſans cogereturà
W turba nihilominuspræftare,ſtansin medio
eorum fic precatus eſt Deus vniuerſi muna
Siasa di huius rex , quoniam & hi qui mecum ftác
je tuus populus , & qui oppugnantur tui ſa
en cerdotes funt, precor vt neque hos contra
illos , neque illos contra hos orantes exau .
dias. Nimirum in vitæ apertum difcrimen
incurrere maluit ( nam ftatim ab illis ob
i eam rem lapidibus eſt obrutus ) quàm eos
rum prauis affe & ibus obſequendo imme
* rentibus malè precari,atqi ominari, Balaaci
* 41.eriam vulgi fermone trita eſt hiſtoria, Naimetont
41
qui cùm Balaamum vatem in Iſraëlitas im- 22.verfisz
mihiffet,eos vt Diris deuoueret:non quiuif- 12.24.Ver .
ſe tamen eum id facere,ipfa alına cui infide 1o.& Nume
bat pertinaciter reftitâte, ac humana etiam
voce cum domino expoſtulante ,quòd non
intelligeret diuinitùs ea prohiberi, ad quæ
properabat : ficque non modò mala noa
eft imprecatus Iſraëlitis : fed & ipſos
S. fautia
 276 DAEMONOLATRE
IAE SA .
fauſtis omnibus eft proſequutus ipfæ Deze
mon ; quem omni ftudio in perniciem ho
minum incumbere certum eft : fi quando
probitatis velo malitiam fuam vult obten
dere,nó alia recommodius feid fa & urum
putat , quàm fiodium iſtius maledicentiæ ,
ac deteftationis præ ſe ferat aliquod : vti no
uum non eft pudicitiá ab impuriſſimis fcor
tis fæpè laudari.Cuisgeneris eft, quod Plu
42 .
In Proble . tarchus 42. de quadam facerdote Athenić
Roma pros fi recitat :: qux populi iuſſu adducinon po
blem . 436
tuit , vt Alcibiadem execraretur:quòd dice
ret precandi caufa, nó imprecandi ſe ſacer
doriú inijſte. Quo magis mirum eft hodie
tam frequentes eſſe in ore plerifq; omnib.
Chriſtianis eiuſmodi execrationes , ve iam
ex affuetudine damnari , ac reprehendide
fierint. Acquòd fæpè excidantetiam inco
gitantibus , vti vfus procliuitatem facere fo
let , in crimen ampliusnon vertantur. Et
clamat tamen D. Hieronymus 43. eos qui
I Leuitica negligunt oris maiedici cófuetudinem re.
Secare ,etiamfi non corde maledicant, tamé
immúditiam labiorú fecundum Eraiæ ver
bú & inquinamenta oris incurrere . D.quo
que Petrus, quo ei ficentiæ fræna magis in
ijciat, mádatum neceffarium ponit, vtper
petuò benedicamus: fciétes nos in hoc eſſe
Vocatos, vt benedictionem hereditate por
fidcamus: non etiam conuitio laceſhti ,non
iniuria affe & i:non contentione exafperati.
Nam
 LIBER II.

Nam & Michaël ( inquitidem Hieronymus

be 44 )licet cum diabolo de Molis corpore ve
di hementiùs contenderet : nunquam tamen in Epift .
ei & certè maledi & ione digniflimo iudiciú ad Titum
blaſphemię inferre voluit.Quid igitur iam cap 3
futurum putamus,fitemerè conijciatur ma
- ledi & um ? nempe vt ftatim recidat in eum ,
quiconiecit: vti quiin cælum fagittam tor
E quet,fæpè eam in ſeruentem admittere co
egitur.Sicutauisin incertum volans (inquit
Salomon 45.) & paſſer quolibet yadens ; ſiç 45 .
Prouer. 26.
maledi& um fruſtra prolatum venịt ſuper
e eum ,qui miſițillud.Etadhucaudemus no,
bis ipfi imprecari,ſi res ita fe non habeat, vti
eam verbis afferimus : quamuis tacita nos
mendacij arguat conſcientia .Quin igitur i
ridem mirari delinimus , fi fæpè conditio
nem noftram accipit,ac in articulo ipſo nos
opprimit , quiſemper in infidijs ſtat, ſuam
nos vt prædam faciat? Archiplanus ,vti non
adeò pridem eueniſſe recicac Vvierus 46.ei
qui in iure falſum prore caufaque ſua deie. Li depraf .
Dæm. ca. 17
JY rans , hoc fideimaioris ergô addiditin ma
lam rem ipſe vt iam abiret , ni verumlo
queretur. Nam illicò ſublatum Diabolus
videntium oculis illum eripuit: nec vllibi
1 vnquam pofteà apparuit. Et hic quidem
cómiſeratione indignus fuit, qui ficincon
fiderata, dementio ; ſuatemeritate fibi ma
lum accerſiuit: fiquidem nulla eft iniuria,
1 quæ fit in volentem : fed quæ hæc indigni
S 3 tas eft
 178 DALMONOLATRBLAD SAG .,
tas eft iratorum etiam parentum impreca
tionibus aſtringi liberos ,atque ex ijs noxa
illos contrahere ? Nam id multories eueniſ.
Lib *. de le fe teftantur hiftoriæ . Et cenſuit Plato 47,
gibus. funeftius nihil quicquam illis accidere
poſle : Imò & folam indignationem inau .
ſpicatam eſſe ,ac nó raròinfortunium affer
re.Nouiego homines (inquit Olaus Mag .
48.
wift.de gen . nus 48. ) adkucætate mea paterna benigni
tib sepier. tate excluſos ,qui continuò omnem infeli
lit.16.cap ... citatem , inopiam , calamitatem , infamian
eſſent experti. Qua etiam de cauſa in Aqui
lonarib.terris ab antiquiſſimisſæculis inter
laicos, & eorú ſobolé fuit yfitatum ; vt pue
ri, puellæó; le& um petituri ordine ætatum
recitata Dominica oratione,& Angelica ſa
lutatione paternam benedi&ioné accipe
49 . rent. Et concionatur Salomon 49.patris be
Seslefiak nedi& ioné filiorú domos ſtabilire : matris
maledi& ioné eas fuis ſedibus, fundamen .
tilg; conuellere. fed hæc forfan nimis mul.
ta in re non vtique admodùm dubia, & con
trouerfa;ad alia iam properemus exempla.
ALIVD IN EAMDEM SENTENTIAM
@xemplum : cquomodocades à Dæmonibusfa&
pullum fæpè
fui veftigiumoftendant,
САР, Ҳ.

Liud fequitur ſuperioribus haudi.

ta diſſimile excmplum de Bernardo
A:
Bloquatio : quem cum loqanad Banga 1.Q.
P48
 1 LIBER II. 299
pusin quodam rure faciens cum bigis præ
Mancrijs
odereunte,ac forte Argentoratum , vbimer- Nordisk
mi..ces aliquotcompararet ,properantem ani
4 maduertiſſet: memor pridem acceptarú,&
adhuctamen inultarum iniuriarum ,deuo
tione, ac execratione ſua infortuniü, qualu
in huis libri periocha narratur, illi peperit.
Nam vix adhucimprecaricceperat,cú ille è
curru,in quo fedebat , præceps tanta vide
ie &us eft , vtillicò exanimatus ſit; integro
i nihilominus toto corpore,nec velvulnere
vilo ſaucio , vel liuore decolorato , veltu
anore inæquali , vel deniq; luxato, intorto,
Of que vlla ſui parte læſo ; veilli intercluſam
ů animă,interceptofá;omnes vno momento
{piritus fuiffe à Dæmonecredibile ſit. Cai
reifidéne quis puterà fola fagæ illius con
feffione efle mendicatam , ſciat & ei in om
nibus cófentientem fuiſſe loannis Aurige,
qui in illa profectione Bloquatio operam
fuam locauerat,affirmationével mulisan
tě diebus, quàm à faga agnofceretur,in vul .
i gus ſparſam ,atque indicatam , præterquam
quod necis illius noua , atqueinaudita ra
tio argumentum dedit allatæ ab infolétio
realiqua vi,ac poteſtate infortunij. Acquo
niam habet hæc hiſtoria inter cætera prop
tam Dæmonis in obſequendo diligen
di tiam , fi quando ad nocendum å fuis afcifci
d tur : hoc etiam ad eam teftimonium loan.
au Montenaicnſis 2. adijcietur , referen
S tis ram
 280 DAEMONOL ATREIAS SAG.

Condæij tis rarò fe quicquam Dæmone ſuo in alce

mealclul. rius poftulaſſe perniciem , quod fimulac di
25820 Aum , fadú non effct:adeo is ad omnemald
agendi occaſionem aſliduus eft, & diligens,
ALIVD RVRSVS EIVSDEM CVM SV .
perioribus argumenti exemplum , cuiusprobabi
praterea veterum authoritate defenditur;
Tum quopræfertim nitendum fit præfidio aduer
fus Satanæ infidias,atque in: urſiones.
CAP . XI .
1.
Naacçin Sufdem etiam argumenti & fententia
eft quæ proximè in eadem periochą
Ecoute
exponitur narratio Malefica I. cui afina
riæ nomen vulgus fecerat , hoſtiatim ftipe
Nanceijcogere folebat: eiuſqueætas,acin .
commoda valetudo ficiam miſericordiam
potentiorum erga illam concitauerat,vtab
ijs ceu in demenſum aliquid quotidie acci
peret,quod fatis vitæ haudægrètolerandą
effe poſſet.Cú igitur lyo more ftans ad pro.
prælidis fores eá ſibidari importuniùs po
Itularet: ac tum inauſpicato egrediens ma
ior natu eius filius iuffiffet in aliam horam
vt facefferet,quod túcfortè domefticis non
ellet erogandi oriú : hocilla indignè ferens,
quod promptum habet in ore fagę omnes,
illieſt imprecata.Nec mora,qualipedem in
filicem is impegiffet ,cafu adeò violéto pro
cubuit , vt præ dolore domum fe ftatim
referre cogeretur : vbi omnem rem do
mefticis ,
G. ' LIBER IL 188
web peſticis ,quo pacto accidiſſet, ordine enar
2100 ſanshoc adiecit ab imprudentia ſua,aut in
conſulto grellu non eſſe partum fibi illud
infortunium :ſed à maiore vialiqua quæ fe
à tergo perculiſſet, nihilque iam dubitare
quin ex eo membrum fra & urus fuerit, nifi
cadenti Deus opem tuliſſet: Nam & ei me
(inquiebat ) figno crucis muniens primo
mane ſuppliciter commendaueram : Nihi .
lo magis tamen poſt hæc quieuit malefica.
Nam cùm indignabundus Dæmon , quod
ſic fruftra tentauerat,eirenuntiaſſet;multo
vehementiùs illum rogare,acobreſtarice .
pitadoleſcentem vt pergeret quouismodo
3 perdere,quod quidem illi facilè erat face
re,fiimparatum ab eo matutinarum preca.
tionum ,cruciſque munimine aliquádo ad
oriretur . Hoc fiquidem impedimentum
ſuperioribus conatibusipfe Dæmon cauſas
tus fuerat. Euenit igitur non admodumn
multis pòft diebus,vtis adoleſcensè cænaa
culi feneſtra brachium proferens pendene
tes è proximo muro palerculos nido de.
tra & urus ſublimis à tergo tolleretur , per
que eanı feneſtram præceps tanto impetų
deijceretur, vt pro mortuo domum refer .
retur: vbi tamen poft aliquot horas factus
vtcunque ſui compos patrem etiam lacry.
mis lamentiſque deditum iuxta fe intuens :
noli, inquit, mipater, quicquam mihiob
iftud ſuccenfere infortunium : Nam certè
S.5 pro .
 DAEMONOL ATRRI AL SAQ.

procul hîcculpa omniså meeſt, ſed extra

Fit me foras etiam renitentem neſcioquidd
Cergo imminés,ſuperindu & aetiam grauio
rirealiqua, quo vehementiùs deprimerer,
ac deijcerer.Et certè iuxta illum iacentem ,
ac proftratum repertum fuerat ligoumex
ftrue, quæ in ſuperiore horreo ad vſum fa
miliæ congefta fuerat: Atque hæc conftan
riſfimè perftans dicere , aliquot poſtdies è
viuis abijt. Accidit etiam intra paucosalios
ve Afinaria illa tum ex aliarum maleficará
indicijs,tum ex diuturna, qua laborauerat,
fortilegij ſuſpicione,ac diligéti fuper ca re
inquiſitioneia vincula conijceretur:Quam
ego ex clogijsreſtium interrogaui, tande
guc rationibus, ac fine vlla tormentorum
vieò adegi , vt fua fecus admilla omnia in
genuè fateretur . Inter quæ & boc fuit,
quod totidem quibus puer ille verbis ma
gna confidentia recitauit . Nam ftatim ac
patratum fueratà Dæmone facinus , is ad
cam in macelli vicinia tum commorantem
aduolauerat, ac rem omnem ,vtigefta erat,
enarrauerat: perrexitýue hæc illa afleuera
re,dum mors ſubijciente fammas carnifice
ipſam occupauit. Nec noua , primumquc
audita eft ifta in homines Sarana laniena , &
crudelitas : fed habent veterum hiſtoria,
tum facræ , tum profanæ plura de ea redo
cumenta ,quá vſus veniat.Ingentivéto ,qué
Satan ex folitudinibus excitauerat, ædes in
quibus
 LIBER I 1. 283
quibus conuiuium agitabant filij Iob 2.de
iedz ſunt, quiomnes ad vnum earú ruina lob.cap.t.
verf.ro
so ſuntoppreſli.Saræ 3.Raguelis filiæfponfos
☺ ſeptem Aſmodæus,id eft,deſtructor Ange. Tobiz ca.9
lus(Rabini mortis Angelum appellant) ea yerſ.s.kk som
qua primum quiſque le&tum genialem no .
Se inierat, interemit. A Egeam proconfu
lem , cùm beatum Andræain Patris vrbe
Achaiz in crucem tolli iuſtiſet , malus ſpi
rituscorripuit, ac pręfocauit . Marcus apud
Prellum 4. ait Dæmones læpè igne , ac præ
Ca vbi res
cipitio homines perdere, imò nauigia viris Damonum
onuſta vndis obruere, ac funditus ubmer. neferibún
gere.LeujnusLemnius g.latenter immiſce tur fpecich
re ſealimétis, humoribus,fpiritibus, aurç, Inexhort.
atq; aëri quem intra corpus concipimus, ac ad vitam
quoſpiramus, multaq; alia quæ nobis vſui opt.intila
funt, & valetudiné conſeruát ,deprauare ,ac
vitiare.Erdeniq;illum clamant ſacræ literę
6.leonis famelici,ac rugientis inftarobam
bulare,curſitare atque oberrarenulla non D. Petro
Epift.1.ca
terrarum loca ,dum offendat in quem virus versa.
ſuum poſſit effundere. Quin igitur adeò ſę.
uæ ,truculentæquebeſtiæ opponimus foli
de fidei clypeum ,fpiritusgladium ,galeam
falutis ; alia quali ſuçcenturiata præſidia,
temperantiam, integritatem , vigilantiā,ie
iunia, precationes,obſecrationelớ;aſliduas,
ac præſertim antelucanas , & matutinas?
Nam ijs certò ſuos conatus prohiberi , at
que ipfringi ipfæ etiam fagæ profitentur,
Et çek
 884 DAEMONOL ATREI AE SAN
Et certè non eft fine exemplo , quod olim
id facros vates factitaſſe Bibliorum codices
paſtim teſtantur. Sic Dauid 7. in anguftia
Halm s. conftitutus:Deus Deus meus ad te de luce
vigilo:Mancaſtabotibi, & videbo: manea
8. ratio mea pręueniet ad te 8.SicEfaias 9.Eri
Pfalm.72 git manc , mane erigit mihi autem . Domi
9.
Cap.27 . nus . Rurſus io.Anima mea deſiderauit te in
10. nocte: ſed & in ſpiritu meo, & in præcordijs
Cap.zo.
meis ad te de mane vigilabo.Siquiden Do.
minus oratione fuorü inuitatus eos ab im
pendentibus periculis defendere,ac prote
gere folet : non quidem ſecundum carnis
ſuæ propofitum : fed iuxta Spiritus San & i
conlilium . Quo magis demiror quorūdam
in cenfendis Chriftianorum moribus in
conſideratam , ſupinamque fapientiam : qui
fi quod Nolanis demane datur fignü , quo
excitentur homines ad tam falutares , ac
pias preces, & ijs quafi ofcitátibus auris vel
licetur : id illicò damnent , atque impro
bent : quia nimirum ab illis vſurpatur ,
quibus in conſtituenda , colendaque reli
gione diffentiunt.

ALIA QVO QVE EIVSDEM ARGV .

menti cum ſuperioribus exempla , ac vt Demo
nes eospræcipites drijciant, quibus nocendi pre
minciam à Jugis acceperunt.
CAPVT XII.
SV BIT
 LIBER II. 285

Vbit rurſus ſuperiori facto vnum , atq;

alterum non diſfimile de rufticis qui
Skler
buſdam , quorum alius luxuriantes ex
arbore ramosam putás :alius tundendas fru
ma ges ex horreo in aream deijciés , in fummo
un curru fænum cócinnans, arq; adaptans,ni
12 buletiam temerè periclitantes : detrufita .
men ,accompacti ſunt in terram adeò vio .
30 fenter,vt ſemineçesinde efferri oporteret:
2 sullo , quiim puliffet, ac deturbaffet, vllibi
apparente. Propria etiam magis funt quæ
ſequuntur. Pýrus erat in deuio nemore, è
quo loannes Rotarius i. fibi fructus pri- und
Haccuria
dem deftinauerat legere : nec putabat tam
AAN.I$86
abdito ,atque obſeuro loco à quoquá anim
UNI aduerti poffe , qui bolum hunc illi è fauci
DU bus eriperet . Notata nihilominus eft & ea
arbor & Deſiderio Saleto eius tribuli , qui
priór occupanspyra decerpere :atque ini.
SH pfo fa & odeprehenfus, no longè abijt, quin
pr Rotario præreptæ prædr panas daret , fs
quidem facilè fit quod iftiufmodi hominú
monſtris doleat , quodg; ad vindi&am ac
cendat : Ergo vr illi conſueto in alijs more
Diras eft imprecatus,turbine fubito inuo
lutus,acin terram deie & us crure altero fic
eft debilitatus ,vt ſe loco prius mouere non
poſſet ,quàm accurrétes ad eius clamorem,
qui in nemore pecorum greges cuſtodie
bant,ſuboixi,atque adminiculati domurn
-1 eum reducerent, Nec adhuc vulnus tuir
Coalue .
 288 DAEMONOLATREIAD SAG .

coaluerat,cùm Rotarius iſta primùm fpon .

tanea ſua confeſtione patefecit. Huius ge
neris eft & aliud de Apra Hoſelotia 2. Ea fie
ju lubarbiis lium habebat in famulatu loannis Halecu
V Apri ad riani: In hunc herus fruiciam adhibuerat
Tullum to . ob furtum ,cuius illum præ cæteris qui
Cal. Mark
rant in familia intimulabat: Id dolens ma
ter,ac cupiensvlcifci , occafionem fedulore
prábat,quoid faceret: Accùm aliquando is
iumenta è paſcuis domum reduceret, atq;
horum vniotiolus inſideret , accedens illa
Vnà cụm ſuo Dæmone, fubducta tamen o
minium oculis , collum equo tum commo
de depreffit, vt per id dilapfus feffor, at
que in humum depulſus crus perfringeret:
Quod & adhuc ex eo lapſu claudum , di
ftortumque apparebat, cùm is vencficæte .
Ites committebatur ,
ALLA . ETIAM DE EADEM RE ET
empla:tuin di Demones ,eorumg, affecle Striges
teit is edifi:isg latenter ignem inijciant.
CAPVT XIII .
YLaudia Fellæz 1.Maielaienſicum vi :

Lanfraen . ! muliere rixx frequentes fuerit ,

C cina
kia 1 t . vti ſæpè vicinitas inter æquales pare
Maljusah refolet iurgandi occafionem ac procliuita
tem : pridemque ſecum illa reputauerat,
quemadmodum vicinam latenti aliquo vt.
ciſceretur infortunio : Id enim clàm erat fate
ciendú ,quod populares oés, fi quid fibi deo
terius accidiffet,id fa& ú in Fellæ illicờre's
ijco
 LIBER ! IT.

fjcerent. Initurde hoc cum Demone confo

liū : Placet eam ſuo more opus ruri facere ,
interea dú is in vrbe partes ſuas exequitur ,
ne qua eius quod accipiebatur fa &ti fi dams
fuiſſet fuſpicio cã attingeret. Ecce verò vi
cinarú ædium occlufis, obſeratif &, foribus
audiri intus miſerabiliter eiulanspuer, qué
mater abiens ſolúdomi reliquerat. Accur
rere qui audiebant oés,ac fores properè ef .
1)
fringere,viſuriecquid illi contigiſſet, quo
clamores tantos ederet : Reperire illú pru
nis candentib . vndiquaq; adopertum ,atq
obrutú ,excutere citiſſime, tum cunis detra
here, vt quantum poffent feruarent incolu .
mem: Sed iam animáagere, acinter ipfasil
M
lorú manusemori.Peruagariigirur rumor
Fellææ haud dubiè hoc eße inceptú, quæ fl
mili damno plures alios antè mul& aflet,di
eebatur: In illa idcirco de hoc,alijſq; facino
aribus quorú pridem infimulabatur diſqui
fitiones fieri, actandem cò res redire, vt in
genuè id crimé vei ſuum agnoſceret,ac am
ple& eretur, fingula quemadmodú efſents
Dæmone fuo rogatu patrata, denarrás,ma
ximeq; illud de candentibus carbonibus,
quosis in proximo foco fub cinere reper
tos bacillo extraxerat ,ac mifeli infancisco
pis ſuperiniecerat. Ac quoniam in eum fer
moné incidimus , qui exuſtiones, incendia
que à Dæmonib immiſſa continet: iuuat &
dehoc exempla aliqua & ea quidem diuer
fa fub
 DAEMONÖLATREAL SAO.

fa fubiungere,quibus magis eius rei veritas,

quæà tam multis in dubiū adducitur, elu
ceſcat,atqueadiuuetur. Colmerij , qui pa
gus eſtin ditioneDiui Iacobid TauayniD.
Apri Cænobiarchæ , viri in ea nobilitatis,
ac fortunarum amplitudine , qua fumma
fruitur, comitatis,beneficentiæ ,atque in.
tegritatis laude illuſtriſſimi : euenit intra
annos viginti , vt eius loci incolæ petulan
tiſſimus quidam Dæmon non ceſaretno.
&tes, dieſque domeſticos lapidibus impēte
re : quod cùm & fæpè, & fruftra feciſſet, fic
illi id tandem ludibrio habere cæperunt;
vt pro eo probra, conuitiaque iam non du
bitarent regerere.Ergo profunda iam no
Ete fic totam cafam momento incendit , vt
nulla extinguendæ flammæ aqua fatis elle
poſſet:quin tota incendio ſtatim conſume
retur:vti ego reiinfolentia addu &us cupi
dius à vicarijs addidici , cùm illac fortè mi
hi non multispòſt diebus iter eſſet. Subit
& aliud fa & um , & id quidem áděnoop illi
Medeæ , quæ Creuſæ Creontis filix dono
mifit concluſum in capſaignem Magicum :
vnde ea , in quatum erat,regia conflagrauit:
lana Nigra 2. Armacuriana obnixè à Fran :
Lcheriis. ciſca Huynacontenderat,vt ex maſſa, priùs
Cal. April. quàm illam in furnum condit , particulam
decerperet :vnde fibilibum alendis pufio
nibusfacereliceret : Paſſa repulfam ,quòd
illa demenſum id effe incertos dies totita .
milia
 khi ii. 289

miliç diceret;nec fine cius fruftratióe quica

E quam inde domi poſle: non deftitit animo.
i voluere,quemadmodum ei repulla digná
9. rependeret gratiá .Necin hoc hælit diutius:
: - Nam accepto à Dæmone linteolo, quo erát
conuolutë minutiæ quædam inftar fæni
: defe & i,admonita eft clam illud deponere
9 in Huynä xdes,ac propetè faceſſere: futu
tum enim ,vtnon multò pòft flammácon
ciperet ſubitò , vnde illæ cum omni fupel
Ic ile cóſumerentur.Linteolú igitur glo .
moobuoluit , ac Huyne tú fortè aliquid in
furnaria agenti vænale offert in telæ , quam
He illam adornare audierat,licium , fed cũne
garet co fibiopus effe, quod ex domeſticis
- operis ſperaret plus ſatisfibi futurum , ni
hilominus bona illa in piftorium lacum ,
qui prope erat,abiecit : adders ſe; fi id illi
tum vſui elle nó côntingeret, cùm velletre
ftiturum.Ac vix pedem extulerat,cùm de
$ Aagrate ccepit cella illa farinaria , que do
pofitum glomum continebat: deinde & va
niuerſa domus adeò præcipiti ardore , ata
incendiosvt nullum ei remedium ſatis ma
turè afferri poffet. Res viriuſque deſerta ,ac
feparata affertione fimul ci ipſo cuenta fide
fibi apud omnes indubitatam vindicauit.
Finem fecero , li prius ex EraſmoRotero
le damo 3. huic non diſſimileexemplum reci
tauero. Oppidum eſt , inquit , in Heluetia " pit.famat:
11.19 . 1. 2018
it nomine Schiltach,quod q.id . April. Ann.
T 1933.co
 DAEMONOL AT RETAT SA
1533.totum ſubitò conflagrauit :Eiuſque in
cēdij caufam , quantú illius locimunicipes
apud Friburgimagiſtratú ,quævrbs illinc
abeſt octo milliaribus Germanicis renun .
tiauerunt.talem fuiſſe rumoreſt. Dæmon
fibilo fignum dedit è quadam ædium par
te:caupo ſuſpicanseſle furem aſcendit , ne
minem reperit, fed idem fignum rurſus ex
altiore conaculo redditum eft. Ethuc con
fcendie caupo furem perſequés: Cùm nec
illic quiſquá appareret,fibilus auditus eftis
faſtigio fumarij.Illicotetigit cauponis ani
mum eſſe Dæmoniacum quiddam : iubet
fuos effe præfentianimo:Aceiti fünt facer
dotes duo : Adhibitus exorciſmus : Re
ſpondit ſe eſſe Dæmonem : Rogátus quid
illic ageret: Ait fe velle eruere oppidum:
Minantibus facrificis reſpondit, ſe pro ni .
hilo ducere minas illorum ; quod'alter ef
fet ſcortator ,vterque fur. Aliquanto poſt
mulierculam , quicum habuerat confuetu
dinem annis quatuordecim ; cùm interim
illa quotannis , & confiteretur, & acciperee
Euchariſtiam ,fuftulit in aërem , impoſuit
que fumarij faſtigio : Tradidit ollam , iullit
vtinuerteret,inuertit, & intra horá totum
oppiduin exuftum eft. Et hic quidem tam
prompta,rapidaque à Dæmonibus incen
dia non eft quod valde miremur : qui hem
Beamus etiam hactempeftate homines il
Iorum excitandorum peritiſſimos , non
dice
"A
LIBER I 1.
le
dico pulueris illius bombardici, aut alioa
rum iftiufmodiέμπύρευμάτων, quibus tota
NO ædificia citiffimèconflagrare, ac conuelli
videmus vſu,atque artificio, nam hæc vul
garia ſunt, & quotidiana ; fcd reconditiore
aliqua quæ humanum captum ſuperet,via,
atque ratione : Ante huncannú fuitico
mitatu principis cuiufdá Baro è Germania
(neutrú nomino, quamuis id mihi prom
ptum fit facere ) qui profiteretur habere
fe , quod li per domos aliquot fparfiflet
eam in qua effent vrbem , multis etiam ,
JV
poftquam inde exceffiffet , diebus vni
uerfam effet incenſurus, atque in Hamma
turus : hocque quale eſſer per interpre
tem Comiti illius principis filio tandem
aperuit, vtroque tamen prius iureiurando
adacto non effe fe hoc arcanum cuiquam
U
vnquam prodituros,ac communicaturos.
Equidem fcio ex Plinio 4.Naphthæ tātam
effe cum igne cognationem , ve flamma Cap. 165
tranfiliat in eam vndecunque viſam . At id libiz .
quod πυρπολήτης ille fic diffeminidum do
cebatztále effe nequit: quòd ,vtaudio, iace
reſinevlla noxa multos dies poſſit ,in eo eta
iam cubiculo ,vbi luculentus, perenniſq;ao
i lioqui fit caminus.Execrandú certè , ac de
ei teftabile inuétum, à quo nullus iam hofpes
hi ab hofpite tutus fit futurus,quo ampliffi
mæ quæque vrbes, atque ornatiſſimæ , tot
m etiam ætatum operis extrudæ , ac fundata
tu T 2 vning
 L
LAIREIA
,296 DAEMONO SAO .
vnius hominis improbata libidine momen
to Gint perituræ :affli& is,atque euerfis vnd
oppidanorum fortunis omnibus.

ALIA ITEM IN EANDEM SENTEN

tiam exempla duo :ac quemadmodum Demones
fuorum oratu idis orisfpiritum obftruant, ani
mamg, intercludant,quas vlcifci cupiunt.
CAPVT XIV .

Vſtico cuidam nomen fuit Maluai.

cæ , huic caſtrum ad , Mofellam fum
RA
ma luce properāti , vt è la & is prouen
tu pecuniæ' aliquid cogeret in ſumptusrei
familiaris,violéter turbo ,reliquo aere alio.
qui placidilſimo, omnem fpiritû ſicinter
cepit, vtdiu vitę dubius ac incertus iaceret.
Hancilli perniciem per Dæmonem fuum
paraucrat Francifcus Fellæus i . quo animú
Pengeij14
Cal. Iaau. fuum multis iniurijs exulceratum exple
ret ,vtřipfe fponte, ac ſola admiſfi penicer
tia du &us poft agnouit . Huic germanum
eft illud lacobetz Vveher z. que vt pridem
Indicione occlufum in adolefcentem vicinam odium ,
mentesepti citra ſuſpicionem'magis effunderet : eam
dum ruri effét vento adeò vehementi per
Dæmonem fuum corripuit ,vtex eo in dies
factaturgidior, candé opprimeretur. Nur.
fiæ fereno cælo (inquit Iulius Obſequen
tius)nimbiorti fuerunt , quibus homines
duo fuerunt exanimati L.Scipione, & Caio
Lælio Coll.
ÅVASTS
 LIBER II.
RVRSVS ET ALIA DE EADEM RI
3 exempla: atque vti Demon obiter illis vulnera
infligerefoleat,quibus nocendi mandatumà fa
8is haber
CA PVT XV.
Lterius oculiclade Coleta Piſcatrix
A 1. muldauit abſens Claudiú laquimi
nú municipé ſuum : cùm deearemá. Gerbeuil
datum Dæmoniluo dediffet ,vtiipſa apud: Maijisex
Quæſtorem de ſortilegio reſpondensinge
nuè eft conferia.Cuius rei fidem etiam ad .
auxit , quod idem laquiminus pòſt retulit
i vulnus illud oculiſibi infli & um , quafi ab
impingente, acdemiſſo per vim ramo :cùm
tamen hinc,indeq;arbores nullę vel multis
paſfibus ftarent.Obidq;iam tum fuiſſe ſu
n fpicionem arte aliqua mala id damni illida.
j tum fuiſſe . Non alienum elt ab hoc quod
narrat Iacobeta y Veher , cuius proximè
mentio eft habita . Cùm , inquit, multis de
cauſis peroſus mihi eſſet ruſticus quidam
vnà in ijſdem ædibus mecum habitans: nec
viderem qua ratione citra deprehenfionis
o periculum vlcifci pofſem (erat.n . is acer ad
diligens mci obferuator )tandem viam re
peri,qua id facerem . Nam efflagitante me
Dæmon in eius genu ,dum inter dumetao
pus aliquod faciens veſſaretur, fpinam ve
ES hementius incuffit , vndeintegrum trime
0 ſtre ſaucius non prius conualuit, quàm ego
miſerta tam diuturnum dolorem rurfus
T3
illi
 294 DALMONOLATREI AE SAG.
illia Dæmonecuratione impetro : qui eam
obiter ,dú aliquot poſt dies in interiore fy !
palignatur, infuſo in yulnº vnguine ftatim
adhibuit. Totam hancré vti elegio ſuo faga
perhibuit, ruſtico pòſt de ea rogato per om .
nia ſua mométa confirmauit,Simile quiddá
eueniſe Aproniano Syriam peragrátime.
morat Ammianus Marcellinus z. idque a
deò fic eius animum in veneficos inflam
Lib.26 ro mafſc, vt eos quoad vixit non cellarit om .
sam get. nibus pænis ſupplicijfque perſequi. Et hiç
quidem operam ſuam commodare De
monem nemini dubium eſſe debebit : qui
apud fe reputauerit, quàm fit illi animus
ad nocendum procliuis,artes ad exequen
dam injuriam expeditæ, & faciles , fed hoc
totum de ſpinæ infixione,deque vnguinis
ipfufione commentitium eſſe crediderim,
cùm illi nihil iſtiuſmodi aduentitijs,
atque externis ad eas a & ioncs
adiumentis opus elle
conftet.

P AEM .
 DÆM ON O

L A TREI AE .
à

LIBER TERTIVS.
EODEM MENTIS ERRORE NOS
nunc Diuos morborum authores facere , quo o
dim Ethnici infortuniorum fuorum cauſas in
Dcorum aliquem reijciebant. Ex eo rurfus do
lium effe creatum deſanatione abyſdem necef
Jarid petenda,quafi quiſunt a Scorpionibus icti.
i Quem non parum confirmant qua in ea Damo
nes portenta ſub fpeciofo miraculi nnmine inter .
ponunt Ei anpraftigias taniùm , veletiam verin
Latem ea-babeant difputatur.
CA PVT I.

EVM peccata hominum ſe

uerè viciſci paſlim loquuntur
facræ literæ . Nam & Sodomi
P

tarú 1.0 hoſpites auerfarentur 1.

A
L

mutuilque fe libidinibus con- Genel.c.xs.

taminarent , tum vrbem euertit funditus, Verf.24.
tum regionem Gc fterilitate damnauit , vt
nullarum pofteà plantarum , fru & uumque
vnquam ferax extiterit.Et Dauidiper Ga
dum prophetam 2.ob cenſitú populum in
pænam , facta tamen optandi poteftate, in Samuelis
и стр 2,
dixit,aut famé per feptenniú duraturā . aut verf.is.
bellum per tres menſes iniquo Marte cum
holte gerendum , aut peſtilentiam per tri
T duum
 296 DAEMONOL ATR BIAB SA .
duum inter Hebrzos graffaturam , Ifraëli,
Pakisto fas quoque propter corum impietates , ac
ſcelera apud Babyloniosſeptuaginta annis
in exilio eſſe voluit . Denique diferțis Deca
logi verbis determinatus eft fe parentú ido
ļolatriam vindicaturú in filios ad tertiam ,
quartam ve progeniem . Et nunc etiam ira
fuæ in nobis gladium fæpèdiftringit;vtex
çmpla ſtatuat, à vitijs reuocer,in via redu
cat.lam vt nemini dubiu eſſe debeat , quin
manuseius vbique malis impendat,
Seace in Sequitur nocentes plier à tergo Deus 4 .
Merc.fur. Sed ad hoc fibi miniftros iam tum ab eo té
pore conſtituiſſe, quo peccatum hominem
primum inualit fpiritus videlicet Hamma
inſtar vrentis ipſa elementa , voiuerſamque
adeò mundi machinam nemo quantumuis
Eccleſiaſticorum ſermonum inſolens non
intellexit . tam vt mirari libeat inconſul
tam quorundam pietatem , qui eos que
que quos in beatorum numero collocant,
in iſtius tam triſtis miniſterij partem va
cant: quo ſcilicet mortalibus venerabilio .
res, formidabilioreſque reddant: hunc pro
ra : illum igne facro, alium morbo comitia
liarmantes in hominum perniciem ,vtſuas
iphexequantur iniurias ; vtpotè contem
.
stifica de pri,non ritè culti,aut aliqua alia ratione lę .
fpec Dem . li, ac violati. Quod ſua iam zrate Porphy
bonorum erebatur vnum eſſe inter ma
arqué ma. riuss.conqu
loçum . xima mala , quæ à malis genijs mortalibus
infere
 LIBER III.

inferebantur : quod fcilicet cùm effent ipfi

infelicivm paſtionum , quæ terrenis rebus
inciderent,authores : velutipeſtilentiæ ,pe
nuriæ ,terræmotusæftus,incendiorum ,ate
que aliarumid genus miſeriarum , calami.
tatumque: earum tamen cauſas in Deorum
aliquem maligne reijcerét: quibus certum
eſt ijscontraria fertilitatem , proſperitaté .
que magis placere. Eo fcilicet pacto ad im
pias ſupplicatióes, ac facra homines impel
lentes, quaſ aliter Deos, quos tamé ( inquit
Cicero) nec iraſci, nec nocere philiſopho
rum omnium cómune eſt , inimicos eflent
habituri: aut quod eſt etiam non minori
cumimpiętate coniun & um , quaſi cordiijs
cffer humana fìcincendijs , cædibus , acrui,
nis dum odia ſuaexplent permiſcere,acla
befađare. Et Hipocrates vehementer co
rumopinioni reclamabat, qui quòd vide
rent Epilepticos ſubito proſterni, accon
uelli eius morbi caufam ad Diuorum ali
qué,qui illis eſſet infeftus,referebant,eum
que placandum vel voți nuncupatione, vel
fabulæ fuſpenſione aliqua putabant : Quæ
certè querela multo magis in huius ætatis
bomines conuenit , quibus Chriſtianæ ve
1 ritatis lux nodum ficexcuſfit mentis tenes
bras , ac caliginem , vt fuos adhuc Veioues,
ac Robigines palàm imo cum pietatis opi
nionc aliqua nó babeant, ac muneribus ſci.
licet placent: Velyt apud cos in nulla fint
IS
amplius
 199 DAEMONOL ATREIAE SAG .
amplius offenſa: vel vt valetudinem pretio
aliquo redimant: vel denique vt alia fi quæ
impendét mala auertăt , ac depellant. Quod
ego præſertim didū volo in aniculas quaf
dam , quæ nufquam non habentinore fuos
Auerruncos , ad quorum fanafint neceſſa
riæ profe & iones : quibus deinde ipfæ fuas
grandi mercede locent operas. Vt interim
omittam py&acia, phylacteria ,cereos, cha
raeteres,nocturnas excubationes,tranfuer
fasægrorum dimenfiones, & id genus alia
deliramenta , quæ palam , & confidentiffi
mè nngantur : licèt eorum vfus etiam ana
thematis diſerta interminatione fit iure
Pontificio interdictus 6. Hecadeò taceri
Grego mi- poſſeot,niſi & nobilitarentur longè fædio .
norin De
@ retis.cap ribus ,atque immanioribus prodigijs : cùm
Non obfer- eiuſmodi Diuorum auſpicia addito mira
Betis 26.9.7 culi ſpecioſo nomine prætenduntur innu
meris Diaboli præftigijs,atque impoſturis ,
Nam quas is in fpeciem technas inſtruat,
quemadmodum imponat, atque horren
dis opinionibus mentes hominum imbuat
etfi notius eſt , quàm vt anxiè nimium his
oftendioporteat: pauca tamen addam eius
generis,ne & hîc exempla defuifle vidcan
tur. Eftin Mediomatricibus fanum mag .
næ celebritatis proter prodigioſas ſanatio
nes , quæ virtute , atque auſpicio Belli Ber
nardi,is interindigetesnondum eſt admif
fus ,cui illud facrum eft, fieridicuntur.Eius
colum .
 LIBER III. 299
columnas interioresmeminimeviderein
ftru &tas,atque munitas lintcolis,vnde pen
derentieltæ , carbones, ſtuparum ,ac capil
lorum glomi,fcruta, vitrorum fragmenta,
gladiorum mucrones , lacertou, ac bufonu
exuuiæ ,atq; aliæ id genus quiſquiliæ ; quas
videntibus omnibus, qui adeſſe volebant,
eò addu & iægri valetudinis ergô in maxi
moangore, vel euomuerant, vel parte ſui
aliqua crumpentes eiecerant. Prætereà in
gentem ſcipionum aceruum ibidem abil
lis reli & orum : poftquam vel tudine cófir ,
mata : neciam vtanteà ijs permembrorum
imbecillitatem innixi : ſed alacres, ac vege

ti domum ſe recipiebant. Hæc omnia Sale

cedij olim in ea prouincia præturam obti
nentis iuſſu noſtra ætate ſublata fuêre. Nec
obid tamen delijeid fanum fuam nobilita
tem retinere : Nam tanta nunc adhuc af
fluit, atq ; accurit ad eius famam hominum
multitudo, quanta ynquam anteà maxima.
Cuitu rei non dubito ( IlluſtriſſimePrin
ceps) quio pro tua inſigni erga Deum pie
tate,fingularique ſapientia tandem fis mo
deraturus, quando eatui arbitrij eft; in to
táq; illa regione fummus & religiones pro
curas, & imperium agitas . Potuiflem porrò
ea dere exempla multa proferre, fi hæcab
initio ſcribere fuiſſet confilium . Sed cùm
ad id animum non ita pridem appulerim :
duo tantùm adijciam , quæ in manus meas
hog
 10 DAEMONOLATREIAS SAG.
hoc etiam anno peruenêre.Richæij, quipas
gus eft in ditione D.Othonis Ringraft,coo
Morlangij pit Nicolaus Vvanneſonius 7. decumbere
Nou. Sept. ex morbo adeò graui ,vt eius fupraſpé om
pem eflet valetudo : In hunc mala ſuaarte
illum iniecerat venefica quædam ex eius vi
cinia mulier. Anxiè igitur ye in eiuſmodi
morbis diuturnis , acferè deſperatisfieri
folet,omnes quiinuiſebác rogare,vt fiquid
fcirent ad ſalutem, id per ea quæ bonis om
pibus ineft aliene calamitatis miferationé
ederent,ac communicarent : fortè & inter
hos affuit bowa illa vicina , quæ ceu miſeri
cordia du & a,nam nec fe ab ea omnino alie.
nas profitentur ſagæ : ceu quod ad quæſtio
nem poſci ſe metueret ab ægroti neceffarijs
fea enim de reiam frequentes mine in vul
gus conſulto ſparſę fuerant) narrant vidiſc
je , qui eiuſmodi doloribusconflictațiab ijs
conualuilent Itatim ac Diuorum alicui vo
ta núcupaffent,ac perfoluiflent. Celebread
mod mú efle in care de Bello Bernardo fa
mā, pillum nunquam quiſqua fruſtra à ſe
vocatum ſenſiſſet: Mitteret igitur qui ſeea
gracia ad eius ædem vnà cum donarijsſiſte
ret,ac cóceptis de more precibus morbum
expiaret . Nec mora inuenitur quicam pe
regrinationem ex conducto ſuſciperet , ac
perficeret: Huicnomen fuit Hans lacob ;
Is ritè, atque vti à laga præſcriptum fueraç
pera &tis omnibus,càm tandem domum re
verſas
 LIYER III.
Werſus iplum horæ momentum quo votom
defun & us fuerat præcisè inter multa alia
narrafſet, repertum eſt omnium , quitum
ægro aftabant,conſentienti teſtimonio ab
ea illi fuiffe conualeſcendi initium : ac ca
tépore magno nixu vitri fragmenta , & glo .
meratos capillos cæpiſſe etiomere : Qux &
ipfi Iacob in fi & ili fcutella ad maiorem fi
dem tum funt exhibita , vt videret : Matis
Hay ,MathsMaioris, Nobis Petter,ac com
plures alij, licèt diuerfi de hoc interrogati,
totidem tamen verbisid retulêre . Et men
fe O &tobri Anni M.D.LXXXVIII . ad me
perlati funt ab affine adoleſcentula claui
duo ferret: quos ipfa multa permiſtos pi
tuita videntibus, qui tum domierant, om
nibus euomuerat. Eiufque morbiin quem
illam anno ſuperiore Nicolæa Stephana,de
qua poſtmodum fiet mentio, coniecerat re
liquias fuiffeomnes quotquot eius antecef ,
fioncs,ac progreflus cognouimus facilè iu.
dicauimus. Nam & ab eo vomitu alui, quz
alioqui in lapidem induruerat tumor ſta
3 tim defedit, & quxannum integrum ince
modiſſima fuerat valerudo,paulatim leua
ri, ac confirmaricoepit.Cui zopámyou non
malè annumerari poterit quod Langius 8 .
vir Anglus , dum Medicinam in Palatino . Epif .Medt
cinal. epiftir
i rum comitatu faceret , à fe obferuatum fcri.
bit Anno M. D. XXXIX. Energumenam
ksilicet in eorú Palatinatu fuiffe ; quæ poft
diutur ,
 fo DALMONOLATÁLIAI SAO.
diuturnos , acerboſque ventriculi dolores
clauos ferreos oblongos,atque incuruos,2
cuſq; æneas cera, ac pilis obuolutas imo ore
proijceret, atque euomeret. Veterib.quo
que hæc cognita fuiſſe vel illud indicat :
quod Iulius Oblequentius Cn. Domitio ;
& C. Caſſio Cofl. Aretij eueniſſe memorac
mulicri cuidam, quæ farris granaaffatim c
uomebat ,cú & ex eius naſo multa alia præ
tereà epaſcerétur. Et noſtra aetate editi li
bri fatis multi,quitalium prodigiorum ex
emplis abundant: Sed non facilè corú ſen
tentiæ acceflerim , quiilla defenduntneu
tiquam talia exiftere, qualia apparent : ve
Tùm potius fic humanos fenfus præftigijs
illudi, vt ſimulata pro veris ample & antur:
Nà quod primùm autumane nihil foras ex
trudi poſſe,quod antè no lit intromiſſum :
2
Tantæ autem magnitudinis ea effe quæ ſig
egeri videntur,vtnequeper os demiffa,ne
que per anum ingeſta; qui tamen duo ca
paciſſimi funt in corpore meatus,veſ credu
Jiſlimo cuiquam videri poſſint : hoc certè
non vno modo reprehédi poteft: Primùm ,
quòd multa naturæ etiam vitio in homine
gignantur,vt lumbrici in ventriculo, calcu
liin renibus, lapilli in articulis,in lotio be
ftiolæ formicis aflines ,atque id genus alia
modum nullum retinentia , quæ tamen an
guſtiſlimis meatibus ipfa eijciat:fæpè etiam
fado vulnere expellat. Imò quod Leuinus
Lewis
 LIBER IIT.

Leninius 9.in ipfa fa & iſpecie refertex for g.

didis vlceribus,ac vomicis , vnguium , pilo . Do occult
rum ,teftarum ,olliculorum ,lapidum frag. raculis:
natura min
lib
méta fæpè eximi,atq; erui viſa ſunt, quæ hu 3.Cap.4 .
morú putridorum cócretione coalita exi
ftimarentur. Nemo taméea vel aliunde in
troducta fuiffe , vel non incolumi corpore
fuo loco aliquantifper conſtitiſſc ibitinfi
cias. Ac quod etiam intromitti , atq; inculca
ri queant, fi exemplis certandum eft: habet
eniin ea in hocgencre diſputationis nó par
uam authoritatem ; fuppetent ex recentio
ribus, ijſdemý; laudatis authorib. non pau
ca huius materiæ, & certa, & propria Lute
tiæ (inquit Ambroſius Paræus 10. ) Biturix Chirurg MB
ſcholaſticas fuit nomine Camerarius , qui a cap ago

cùm imprudens graminis ſpicá fortè deglu

tiuiſſet,atque ea per tracheam in pulmonis
fubftantiam eflet demiſia : tantis dolorum
cruciatibus ftatim eft confectus, vt ex ea 2
gritudine mors propedie cóſecutura vide
retur. Sed natura , quæ ad ſuiconſeruatio
nem nihil non molitur,viam reperit qua ſe
ea noxa confeftim liberaret. Primùm enim
fpicam tranſuerſis pulmonum lobis , tum
coftarum mufculis, ipfaqueadcè quæ eas
fuccingit membrana incolumi Camerario
eiecit,atque extrufit. Obſtetricati funt Fer
nelius, & Huguetius viri in arteMedicacla
ri ,ac nobiles. Quod fequitur apud eum
dem Paræum longè maioréadmirationem
habet:
 go4 DAEMONO LATREIAE SAG .
habet :tú propter intromiſſe materiz mag
nitudinem , ac eius penetrantis altiſfimè pe
riculum : tum propter totiuscorporis, que
patent eius ambages , atque anfra & us lon
gam , innoxiámque tranſmiſlionem . Fuit;
inquit,opilio quidam , quem prædones ru.
ri fortè repertum adegerunt, vtfemipeda
lem cultellum , cui corncú erat manubriú
craſlitudinis pollicatis in fauces ceu bolum
aliquem ingereret: Ingeſſit ac ſex integros
menſes corpore continuit : verùm ita tabia
do, ac macie confe &to, vt facilè intus màxi
mum angorem ineffecernercs : Tandem in
inguine ſe oſtendit vomica ferido graveo
lentique tabo diffluens: vnde cultellusille
aſtante vniuerfo municipij magiſtratu ex
tra &tus,atq; euullus eft. Iobertus Monpeffu
lanus medicus illum in Mufæo propterrei
miraculum ſtudiosè aſſeruatum pofteà ha
buiſſe dicitur : confecutus fcilicet à chirur
go , qui artem fuam in éo vulnere ſapiando
oftenderet.Nam is Sommieriùm , quod op
pidum à Montepeſſulano o & o ferè millias
ribus abeft ,habitabat. Finem fecero, ſi ter
tium ex eadem officina deprompfero. Ro
hannis Dynaftes inter Armoricos generis
nobilitate fatis clarus morionem in deliciis
non ita pridem habuit Guidonem nomi
tie.Is vt lunt eiuſmodi hominú inconſultę,
ac in ſemetipfos fæpè periculofx , temera .
tiçgue manus enlasmucronem digitos tres
longum
2
 LIXIR 111.

fongum in fauces per os , quantum potuit;

adegit: eumdemque per annum duodecim
mopòft die egeſſit, tranfmillistor renuiſſi:
mæ, fubtiliffimeque fubftantiæ inteſtinis:
qualia ſunt præfertim duodenum ieiunű ,
& quod tenue propria appellatione dici.
tur : imò in linus tortuofos, fpiraſque mul
tiplices conuoluris ,atque implicitis.Siigi
tur hæc fiue ingenerata , fiue immiſſa lus
ſponte natura profert, nihil extra cancel
los,quos ipſa ſibi circúdedit, euagata :quid
tandem Dæmones fa & uros putamus :Quo
rú ( vrinquit lob 11.) poteftati nulla eftquæ
adæquari,autconferri poffit .Qui ſi conce. Cap **
datur, nec obfter numeo momento in mi.
randam altitudinem montes excitare , cor
demquein profundiſtimas voragines deijo
cere: fluuios ſiſtere ,vel etiam aduerſos age
re : mare iplum ( ſi credere fas eſſet Apuleio
12.) penitus exhaurire,celú deponere , ter .
ram ſuſpendere, fontes durare,Manes fub- Lib. de his
limare,lyderaextinguere,carrarum ipfum laonuts
illuminare, & vniuerfam mundi huius ſe
riem furſum deorfum vertere poffunt fer
rum igni emolliri,fepè etiam liquefieri,de.
nuoque in priſtinum rigorem indurefcere
vidercus : idque earum qualitatum fola via
quas imbecillæ hominum manus admini.
ftrent.Et adhuc quiſquam dubitat credere
Dæmones ea , qua funt præditi , poteftate
8 maxima in bumana corpora tá multis per
B uia fog
 16 DALMONOLATRIAE SA ..
uia foraminibus indere eiuſmodi ferrames
ta ,teftas;ac lapides poſſe ! quia nimirú quá .
titate ſua excludatur, cùm vel ipſa pronu
tu coar &tare,extenuare, atque etiam in ato
mos minuere ; rurluſque,vbifựncimmiſſa,
priori figuræ reddere tota facilitate queát:
vel ſi ne hoc quidem fic placet , ita mea
tuum vias diſtendere, vt iufta capacitate il
Ja admittere, ac cótinere valeant. Qui enim
factu difficiliora ſunt hæc , quàm annofam
quercum integro cortice , vel validam tur
rim cohærentib.cæmentis in torquere,ma
rente vagina enſem omnem conterere,to
tum offibus hominem reliquo corpore in
columi comminuere , fætum prægnanti
fuperftite cxtinguere,illæſis localis as con
Seneca Na. flare ; & dific &to dolio vniuerfum vinum
tura quæft. fiftere ,ac continere ? Quæ tamen omnia ful
kab.3.cap..men efficere perhibetur; viné ac facultate
innata, an Dæmonis alicuius adnitente po
tentia, atque impetu alibicommodius dif.
putabitur.Et memini videre mein Burde
galeaſi prouincia, qui luxatos artus,fractant
quemembra reftituerent , ac perfanarent,
ſola eius cinguli contrecatione, cuiidin
fortunium contigiffer:licèt multorú etiam
milliarium fpatio is abeffet. Quod & fuato
Apud Plia. tatc eueniffe Cato prodidit 14.Quo autem
lib.28.01.2. pado id fieri potuerit non vidco, nil fire
conditam quandam adminiſtri Dæmonis
opcram in hocagnofcamus, qui ſubtilitata
fua
 LI BIR 111 :
fua membra affe & a penetrans cæcam alia
quam curationem ijs admoueat, nó vtique
diſlimili ab ea arte ,qua modo dictum eft ,ila
lum in corporibus humanis ftupenda plu.
rima peragere. Quæ omnia ſi quis velit ad
certum naturę modum , atq; ordine referre
nihilo plus agat, quàm fi cælum pafla manu
dimetiri tétet. At ( inquiút) agyrtæ , & præ- Catdanne
7 ftigiatores ita circúftantiú oculosperſtrin . fübiih
gunt, vt fibiferrum in iugulum adigere, i
dem ipfum moxore'expromere,peétus en
ſe tráluerberare, venatoriam lanceam , qua
parteminatur exitiú, in ima viſcera códere;
manú præcidere : nafum transfodere, alia
i que plura vulnera fibi inferre vidérur.Rür
ſus funiculos imo gutture in longuam ſerie
7 deducere; quaſi qui glomum aliquem euo
1
luunt,atq; explicant;auresmutilare, & dco
curtare : ac quod nó ita pridem vidiffe fer
turGermania.caput ceruicibus abſcindere,
ftatimq; in quem auulsére locum incolumi
homine reftituere : fæni vniuerſum plau
ítrum vnà cum auriga ,atque equis vorares
aliaý multa ad prodigium oftendere ,qua
quoque Dæmonum ope illis adnitentium
efficiomnibus eft in confeſſo. Quanto ma
gis igiturhæc procedet fabula,vbi eam ipfi
abſque vllo hominis miniſterio Dæmones
adornabunt. Annon præillis erit facile,af.
$ que expeditum vomiturientibus agrie
quiſquilias,& ferramentaeiuſmodiclàm in
у osig ,
 70 % DAEMONOLATREIAE SAG

os inferere: quæ deinde videntibus, qui a

Itant,omnibus ſe prodant,ac foras eijciant ?
Aut vulneris fpeciem in cute præbere, vn
de prodire, & quaſi emergere videantur ?
Nam certèid admittere ; & fateri farius eft ;
quod tolerabiliorem ,ac probabiliorécau
fam habet , minuſq; naturæ videtur aduer
fari.Sed hæc opinionum commenta omnia
delet vna veritas non aſpectu tantùin , atq;
oculorum quibusilludi poteſt luce coproe
bata ; ſed & ipfarum rerum attrectatione,
prxſenticonfirmata : ſi quando ea in diuer
Gs ,cuifceratiſque corporibus reperire con
tigit. Memini enim me pucro mulieren
veneficam , cửme patermeus tum Charma
rum prator vrbanus ex clogio teftium in
terrogaret, interfecùsà ſe admiffa hoc quo.
que agnouißein vicini ſui, cui nomen erat
Albimontano , fura vomicam mala fua arte
excitaffe,è qua fiinfcidédam curarent, glo.
mus emanaret. Inſciſa igitur vomica ,ac mul
tum ex vulnere hians glomum qualem in
textrinis videre eſt oftendit : quem chirur ,
gus Volſella apprehenfum videntibusom .
us
pl
ipfeoculis meis vidi,cùm domumachirur
go patris iuſſu eſſer allatus , domeſticiguo
16. omnes illum attentè , ac otiosè conſiderar
Epif. Medi fent.Huicaffineeſt quod Langius 16. cuius
dikep1.44 paulò
antè àme laudata eft authoritas,de
care ſcriptum reliquit. Oppidum eft ( in
quit )
 LIBER III. 309
quit ) in Germania (Vvlrich lingua patria
vocant) In eo agricolam quemdam ( Nenſ
feſſer cognomine fuit ) latétes, atq; occulti
quidam corporis dolores fic diuexabant,
vt præ impatientia ipfe fibi fua manu lugu
lum feriret ; Nam & de vịui interiorecute
clauus ferreus antè detractus non fine ma
ximo eius cruciatu fuerat.Mediciigitur cu
pidi perſpiciendze, cognofcendzğ;tam in
lolétis morbicaufæ mortui viſcera per vul
nus patefecerunt; In ijs præſentibusomni
bus qui adeffe voluerunt oppidanis reper
tum bacillum , quatuor è chalybe cultelli :
ferramenta alia duo : ac lanuginis, & capil
lorum pịla fatis magna. Hæcigitur cùm fic
fentibus veri nuntijs percipiantar,abfurdè
nimirum facere videntur ; quirei nouita .
tem ,acdifficultatem pro mendacio accipi.
unt : Quafi quod inauditum fit, aut difficia
le, id illico de dúvatov,xojtuigavon habédum
fit :ac non potius conueniat vnumquodq;
ex fe,atque vtire ipſa eſt, cenſere quàm per
affe &tatam incredulitatem in dubium , in
certumque adducere.
DAEMONVM ALIA IN LABEFACTAN
dis ,deprauandiſque hominibus afturia.
CAP. II.

Oc apud noftrates plebeios præſer i

inoleuit:vt ficuicontigerit morbo labora

V 3 rein
 no DAEMONOLATRIIAS SAQ,
fe inſolentiori, ac à vulgaribus alienioris
ftatim ex eius domo qucm ea de re fuſper
etum habent eſculéti ,poculentius aliquid
ſubſtra & um curent: quod deipde in certif
fimam fruendæ valetudinis fpem deuorét,
aut abſorbeant : ldque fibi profuiſſe ad fa
Jutem non pauci retulerunt. Cui rei fagæ fi
quis de ea illos percontetur nec eunt infi
cias. Cùm à Dominica Epurxa 1.ludex cu .
Charmeli riofiùs fortè quæreret , verumne id eſſet,
Calen. De quod de ca tam conftanter circúferebatur:
tomboiset reſpondit non femelfibieueniſſe, vequib .
venenum malum feciffet,eos exillo copua
Jefcere fine fua ope poftmodum audiret .
Quadere cùm aliquando cum Magiſtello
fuo expoftularet, qui fpopondiffet conua
liturum ,ſe inconſulta ,neminem ,cuius ipſa
valetudinem antè affixiſſet,hæc abillo tan
tùm audiebat : Annon Itulta fatis viden
turtibi , mihique eam valetudinem luere,
cùm creduli , acdementes eam referunt aca
ceptam noftræ virtuti , ac poteftati ? Ovem
teratorem infignem , qui hominum maxi
mam perniciem ex eorum imbecillitate a .
deo verſytè aucupatur! Quod enim ijnau
fragium , quam ia&uram maiorem facere
poſſunt,quàm fidçi ; qua ſola Deo afferun .
AdPhilip tur , ac vendicantur : per quam vnam ni.
fap 20 hil non abeoimpetrant, prona , faciliaque
Metcheca is experiuntur omnia 2 ? Cùm Dæmoniaci
Muoi cap ., pateplefum rogallet 3. vt liquid poſſet fibi,
alioque
 LIBER III.
kiioque fubueniret , illicò audiuit : fi cre
dis, licet.Rurſus 4.cæcis rogantibus fibire
ftitui lumen oculorum : fecundum fidem Matth.ca.rs
veftram fiat vobis,inquit.Etalibis:quem . Match,ca.
admodum credis, ita & eueniat tibi. Hicfi.
des quid aliud eſt. quim vinculum quovo
no firmillimè deuincitur Dei erga homi
des beneuolentia ? Quid aliud quàm fæe
dus 6.quo nosDeusin tutelam ,prębdium
que ſuum , noſque viciſlim in Deum illum palmin
recipimus? Mirum igitur iam videri non
deber, iea Dei æmulatorem maximum,ho
minum oſorem infeftiffimum Sathanam
tam malè habet : ligue de nulla re adeò eſt
lo ſplicitus quàm de ea labefactanda , conuel
lenda , ac tandem in fe ynum transferens
A da. Quamobrem machinas is quidem ſie
pè alias admouet : ſed nullam ferè validio
rem , quàm cùm de recuperanda quæ fe
mel amifla eſt valetudine , fpem inijcit.
Quis enim, dum id conſequatur, conditio .
nein vilam reijciat? Incutit igitur ipſe mor
bos,atqueægritudines primùm : ſed , Deus
bone, quales ? Certè quæ etiam non rarò
ad infaniam furoremquc adigant : Tum
earum perſanandarum oſtentat rationes,
& faciles, & expeditas: obfonium ſcilicet
ex eiusdomo , cuius mala arte ſein mor .
bum conie & os putant.Nam in ea dolorum
acerbitate quistá cric conſtans, & modera .
Sus , qui fc præfenti, & vt videtur gratuito
V remedio
 DAEMONOLATREIAB SA

remedio abſtineat ? Quis qui pro fummo

beneficio id non ample & atur fraudis, no.
x26; prorſus expers eſſe non exiſtimet ? At
virg & Frigidus,o puerifugite binc,latet anguis in berba 7 .
flog B Nam primùm in co obfonio fiducia ſpem

que omnem noftram collocare iuber, lica;

nosà creatore ad creaturas auertit ; quæ in
tolerabilis blafphemia eft. Tumei non ex
innata aliqua facultate , quod ferri poſſet:
fed ob id folum quod vel furto , velpreca
rio è fortilegi penu fit ablatum medendi
virtuteni tribuit. Denique, quod iniquiſſi
mum eft,nos in eam neceſſitatem impellit:
vt quos certò nouinus Den , vniuerſoquc
hominum gencri infenfos ;atque inimicos ,
nobis etiá priuatima afflida valetudinein
iurios , eos tamen fuppliciter adire,obtefta
riatq; etiá munerarinon dubitem us Nem .
pe hoceò redit,vt prędonibus gratiam ha
beamus, quòd fpoliauerint, non etiam tru
cidauerint : vt maleficos ferociores,atq; ad
nocendum deinceps confidentiores redda
mus , quod pro fupplicio præmium re
portare ſe videant : Vt denique corporis
breuem , incertamque valetudinem ani
mo lempiterno, atque indubitato luamus
interitu.
NVLLA RE TAM CITO, AC COM
modè adduci ſorrilegos ad depellendum quem fe
serunt morbum , quàm minis,verberibus,violen
sia : Cautionems tamen effe non paruum ,ne quod
minus
 LIBER III. $$
minusfueratmalum in maius habeat,verſuraga
graniere cum damnofiut : Tum propria quadam
declarantur,qua in eo negotio intercedere folent.
Difputatur etiam ,an illa mørbivi extorta cura
tiopoßu effe ritrafraudē arime capitalem cims,
qui fic vim adbibuit, necne,

CAPVT III.

N confeffo ferè eft omnibus, quçde hoc

Liinterrogátur,fagis:
ne quo plus metuuntur,
eo audentius nocere,ac minis, & iniecto
de carcere metu apud fe multum profici,
vt ſuas faſcinationes repercutiant . Diſerta
eſt, atque expreſſa ad id Claudij Morelijs. s .
oratio agnofcentis , ſe nulla adeò re magis non. Dec.
ada& um ,vtlewaret quas ſemel intulerat in 1936i.
iurias, quàm cùm de comprehenſione,ver
beribus, ac vi aliqua terror offerrebatur.
Vir quidam propter multarü rerum quam
attigit cognitionem in confilium interius
Sereniſſimi Ducis noftri alle &tus:cùm de ea
re fortè vnà fermonem haberemus ; narra
uit mihi, & feriò quidem , cùm aliquando
renuntiatum illi ellet filiolum in fubitum
morbum incidiffe , atque vt is ab anu qua
dam per veneficium allatus exiſtimaretur,
de tota re primùm nutricem eſſe percon
tatum : nam tum fortè ab ea geftabatur fi
Jiolus,cùm illum is morb , inuaferat. Tum
accuratè perpendiſſe, atque æſtimaſſe qua
lis is morbus effet, ex eorumné genere nec
aé,qui
 DAEMONOLATRII AI SAN

né,quibus via peruolgata naturæ confue .

uit ea ztas effe obnoxia. Accùm haud du
biè coperiſſet non niſi mala arte, ac per far
cinum illi confici potuiſſe; ſecum tandem
Gngula reputans , eò conie &tura peruenit,
vt nihil iã putaret ſibieſſe reliqui, quo mi
nus hanc filiolgortain à bonailla anu iniu
siam crederet. lubet igitur illam accerſ ;at.
que admiffam folam inędes interiores prie
mùm bládè appellauit , vtfi quid apishuic
malo conferre poſſet,id non grauatè face
ret:neque enim ingrato locaturam benef
cium . Accùm illam multa cauſari vidiffet,
quo fufpicionem veneficijà ſe remoueret:
tum de facienda medicina preces obftina
ciùs reijcere, arrepto fufte, quem ad id pa
rauerat, fic illi humeros, latuſq; perfricuit,
vit paratam fe diceret, quæ imperaret, face
se. Poftulare modò paululú temporis ap
ponifibi dum curat, quęad eam rem eſſent
neceflaria. Nec mora dato illi,quod poftu
Jabat,fpatio ,ac fa & a copia quæ vellet ægra
impertiendi, non multo poft admotis qui
buſdam , in fpecicm ſcilicet , acad tegen .
dam artem potius, quàm quod ijs ita opus
eſſet , illum priftinæ valetudini reſtituit.
Neceſſarius meus Antonius Blyenſtem in
Dommartinenſi ditione quæſtor zrarius
idem filiolo cuidá fuo eueniffe olim mihi
parrauit. Cùm is ( inquit ) vt pueris mos
eft, in æde facrzà matre ludens longiùs eua
gare
 EIBER F11.

garetur, præteriens vetula quædã illimanų

quaſı adblandiens caput demulſit : ac bene
precata.ceu aliò properans , foras ſeeiecit,
Tum puer illicò caput demittens, ac iamę.
grè fe luttinens,voce lamentabili morbum
facilè indicauit . Eo igitur domú relato ,ac
morbo in horas ingrauefcéte, haud dubie
eius caufam reiecere oés, qui rem yti getta
erat audiebant, in vetulam illá multorúve
neficiorum iam fufpectam . Ergo per vim
vicinis quibuſdam ea deducta , ve illatum
morbum tolleret,ftatim vt fuit coràm cæ
pitijſdem modis, quibus illeconfli & ari: aç
frimùm tcroore eſſe fiuida , tum ſpumas
agere cum tanto aſpicientium horrore, vt
in rabiem iamiam irura videretur. Succeſ
fit nox , quam in eodem lecto cum puero
ducerevoluit , nonnunquam illi pallisin
cumbens brachijs,ac os oricóponens,qua
fi quæ fouendo , atq ; aſpirando labaniem
eius vitam recreare conaretur . Matronarú
etiam quæ aduigilabát , fermonibus diuul
gatum eft bombum , qualis æltri feruente
æftate effe folet,tantifper circa puerum au.
ditum ,dum deſijt videri Enágelici textus
fragmentú,quod amuleti inſtar eie fortè pi
leo infutú herebat. Dubiú , reuellerit faga,
an eius Dæmon.Certè qui pridie conceptá
præcordijs mortem continere putabatur
puer,primo diluculo valés , ſaluusa; eualit.
Sed nec id bonæ illi pihili fuit. Nam ipfa
dibs
 LATREI
DAEMONO AE SAO ,
M6
abi beneficium vt aliquatenus fænerareg
non longèabijc,quin maximá pecoris pares
tem , quod in illis ædibus ftabulabat,male li
perderet . Qua in hiſtoria multa obſerua
tione digna pccurrunt. Primùm tempora
ipfa,ſua lan & itate,ac religione nocendi, vel
voluntatem, vel facultatem Sortilegis non
adimere:nifi Deus hoc fingulari ſua bonics
tate prohibeat,atque auertat: ytietiam eius 0
b exemplo 2.ſuperius eft demonſtratum ; quę
Cap.z.li ,
C
ter conſperſit, quam iniuriæ noxiam alibi
oportunius reperire non potuerat.Et non d
Semelipfi vidimus diſiecta ,ac proftrata in
delubris Diuorü lignafulmine, quod De
mon aliquis vibraſie, ac contorliffe crede
retur.Nam nullibi amant magis Dæmones
ſua flagitia facere , quàm vbi fuco aliquo
beneuola ominatione folent præterere.Sic
Ioab 3.fica confeffurus Amaſam ,eum prius
m.Reg. cap.amicè complexus , atque his interpellarus "
so.verſ.g. verbis eft:Num faluus es, mi frater ? Et lu

das 4. quem illi mapemyhop faciunt, qui

Matth. cap.vtriuſque inſtrumenti hiſtorias inter ſe co
26. verf.49.
ponunt,magiftrum , addito etia sa oſculo ,
quod figoum Hebræis fummæ erat bene
uolentię,falutauit:mox tamen carnificibus
miſerétorquendum , ma&tandumouc eum
reli& urus. Magi etiam moris habent ſuis
faſcinationibus,atque incantamentis ſacre
fan & as imagines , folennes precatiobes,ipo
fum
 LIXIR MIT 317
fumque ineffabile Dei nomen intermiſce
re.Denique nouü non eft (vt inquiuntGel
liuss & Plinius 6. ) reperiri qui benè omi
nando ,atque imperſius laudádo arbores,
fata, ipfosqueaded homines effaſcinent, ac Lib.3.caching
perdant . Quæ etiam caufa fuit antiquitus
( inquit Ariſtoteles 7 ) ve aliquid laudatu. Lib.7.ca.us
ris præfarimos eſſet, neca verba laudato 20. sorte
obeffent. prob.34
-si vitraplacitum laudavit, bacchare fronten Verg. E
clog7
Cingite, e vurino : tai malaligha futuro .
Tertia annotatio eft, nunquam effe foli
dam gratiam , aut plenum , integrumý;be
neficiit. cóferuntDemones;G id re &te be
neficium dici poteft ,fed ftatim vel æquata,
vel etiam grauiore aliqua iniuria, atquc in
commodo luendum eft ci,qui impetrauit.
Vix enim morbum vifum à quoquam de
pellunt,quem in alium non illicò transfe .
Tanr: Et vnius falutem alterius interitu fe .
rè femper pacifcuntur:vti refert Gregorius .
Turonenfis g . fa & um aliquando à quibuf Hilo.Fram
dam veneficis Pariſienſibus, quæ Mummo lib.6.62.si
lum præfectum , quem in morbum letha
fem mala fua arte coniecerant ad valetudi .
nem reducere sfiter non potuerunt , quàm
prius eius confenfu vita interfecto vix bi
mo infante , quem Chilperius pater vnicu
in ſpem regni alebat. Quam verſuram fæpè
etiam iniquo fænore feciffe priſcos illos
mortales Damopum erroribus imburos ,

pallim
 DAEMONOL ATRELAX SÀ
paffim eius temporis loquuntur annales :
Nam & Admeto regnum apud Pheras ha
benci Apollo à Parcisinducias cum morte
impetrauit roificã alius pro illo obire velem
10 . CE
let : Eccùm terra medio foro ingenti hiatu
Ariftoph.
interpres. Romæ defediſſet;reſponfum eſt non aliter CE

des in al cius labem coitură,quali primę ſpei adole

Euripi-
sette. ſcens aliquis ſeſe in eum hiatum deieciſſet.
In quo operæpretiú eft videre, quid pater
*na Dei benignitas , & tyrannica Diabolicru
delicas,acfæuitia interfit : Siquidem Deus il
aduerſos hominum cafus ad eorú falutem , li
conſeruationemques Diabolus proſperos, cm
fi modo tale quid ab eo vnquam ellc po fu
teſt,in peftem , interitumquecertiſſimum P
conuertit.Quartò & hoc obferuatione di

T
gaum eſt, quod per ſummá indignitatem ,
accontumeliam modum quem Elileusita
Reg 4.ca... Elias 12. & D.Paulus 1zifandigipatres mul.
veiſ.3 . ti in reuocandis ad vitam hominibus te .
12.
. puerunt, ipft ſagæ in ſanandis allīmulant, Pр
Regs.ca.17
Verl. 21 atqueimitantur,dum fic didu & is, paſtiso;
13 artubusin nouillima valetudine confli &ta
A .io.
Berl.so. Cap. tostoto corpore incumbunt. Nam & alibi
memini me plurib . dicere , quemadmodú
operum Dei maximus ſit adumbrator , at р
que affimulator Satan. Poftremò , quod ita te
horrere , atque auerfari videtur infcriptasico
facrisnominibus,aut chara & eribuschartu
jus,pyếtaſia , volumina, atq; alia id genus a-
muleta , & alexicaca, quibus homines cótra i
malas
 LBS Ř III.
malas incantantium artes vulgo fe munie
reſolentino ideò fit,quod ab ijs fibi impc
dimentum vllum afferri putet. Nam in o .
mnibus ferè faſcinationibus,impofturis,ac
curationibus hæc etiam fuos adhibere doo
cuit; quo fcilicet fpeciem maiorem fanita
tis habeant, fed multo magis, vt rudiores
in ijs,ceu in funambulo ,occupet , ing pra
ua ſua opinionecófirmet, ac ſtabiliat,dum
negle&is longè falutatioribus remedijs in
iftiufmodi rebus nudis falutis fuæ præ
fidium conftituunt.Sicuius enim anime, vt
cum D. Ioan. Chryſoſtomo loquar 14.è
fuggeftu enunciatum Euangelium nihil Homil
prodeſt, qui eius in charta defcripta fraga in March
mentum ad corporis valetudinem confer .
fe poterit, in quo quæfo Euangelij virtus
eluceſſit ?num in literarú characteribus, ac
figuris, an potius in eius fenfu , intelligen
tiague : fiquidem illis æquum eſt cos lem
per collo alligata geftari ; fin in his animo
reconditos, defixoſý potius habere.ſed is
ad intermiffasnarrationes curſum reflectae
mus.Nicolea Stepkiana iš.Sampáuliana met
çedeaccerfita ,ve Dommartinenſe caſtrum Dommastile
di mente
peftilentia, qua tum affe & um credebatur, Decéisen
repurgaret ( nam ei rei operas ſuaslocara
confueuerat )id quidem officium hó indir
.ligenter executa eft,fed cuiuſti dies excef
hlient,poft quos contagionis metus cellare
folet, ac ei numerata mercede fa & a eſſet
abeundi
 DAEMONOL ATREI AE SAO

abundi copia;dolens , quòd opinione citius

mutandam fibi videret, non alioquitenuis
acilliberalis victus conſuetudinem , puta
uit aliqua ratione eius abitionis tempus libi
elle trahendum ;fimul & Caſtellanivxorem
malo aliquo impertiendam , quòd in ſe ab
leganda præceps eſet,ac diligens.Ergo ab
iecta omni cunctatione placuit illam mor
boaliquo diftinere,in quoſubleuando de
nuò rogareturoperam , ftudiumque ſuum
impendere.Nec mora ci aftans ad foras cu .
biculi:En, inquit,hera ftrophijtui plicatu
ræ diſturbatæ ſunt,fineillas vt paulum rc
concinnem : addu & aque per ſpeciem offi.
dijad collum manu folertiffimè excufſit in
cius dorfum pulueris venenati,quem digi
tis tegebat,micas aliquot : Quo facto tanto
fuit illico membrorum omnium horrore
correpta , quanto folent maximo, quos fe .
bris primàm occupauit. Nec adeò multo
poft tantis prætereà pedum doloribus dif
ferri cæpit :vt ijs fædè auerſis ad talos digi
ti ſtatim diſtorquerentur Qua re omni à
domeſticis perſpects,atque intelle& a com
prehenſam afferuatam , ac denique verbe
rum iniceto meru exterritam non prius di.
miſſuros ſe ſunt interminaci, quàm fiſcina
tionc fublatam heram in priſtinú valetudi,
Dis ſtarum reſtituiſſet.Nam & hoc veneficij
Suſpicionem augebat , quòdab ea aliquan
do audierantic quicquid huius ſciret,
qua
licad
 LIBER III. 391
fic ad prohibendam ; auertendamque per
ftem vteretur , acceptum referre cuidam
Matthaeo Amantio non pridem ob ſortile
gijcrimen capitis damnato: à quo etiam ini
tyrožinij pretium ſtuprum paſſa, atqueex
eograuida fa &ta fuerat.Primum igitur ma
gnis clamoribus teftari inſignem fibi fieri
iniuram ,cui pro beneficio tapta culumnia
reponeretur,aç de ſuſpendio minas etiam
jactare. Sed cùm nihilominus illos in feni
tentia obftinatè manere videret , ac nihil iá
å ſe ca via profici,cô lium , orationemque
mutans rogare cepit,vt quando ea libi me
dendi neceſſitas imponebatur, ſuſtinerent
dum ad memoria rcuocaret , fi quod olim
ſimiliſorbo remedium audijſſet prædi.
cari.Acnon multò pòſtreuerſa dixitrepe
riſſe ſe, in quo iam exploratæ falutis fpem
ponere,ac defigere poffent: Nofle enim fe
herbas que in balneis affricte eidolorimé.
dicamentum präſentiffimum eſſent alla
cưrz : Orare modò ncægrè illis eſſet,fiquan
moravaletudini intercederet :Nequc cnim
eiuſmodi morbum eſſe , qui ita lit ad ſa
nandum facilis. Intèr hæcis , quem tum ſe
cum habebat,filius, cùm videret matreita
accipi , libiidem timens, qui ſciret fe con
fcium , nocte intempeſta è murorum pinnis
per funem fe demilit: Sed poftridiè è fuga
retractus,vin & us,ac cur ficclă ſe foras eie
ciffet; iuſſus eloqui, rem omnem , vei hie
hartaa
 D AI M o Not ATRIA S sở.
narratur,ordine explicuit : Hocaddens fè
toti ei fuiſſe caput, qui matrem ad illam im
puliffet ,dú cantam quærit, qua paratæ abi
tioni moram aliquam produceret, præter
ea nihilad ſalutem conferreilla omnia fo
menta ,quæ ea ficaccuratè ægreadhibebat:
Sed ijs ita fucum fieri oportere ,vt videatur
per cóuenientia naturæ remedia proceſGf
ſe curatio :Nam iam tú ab intentatis illi veri
beribus latenter antidotum eam admouifs
fe,fed illo vinci , ac contrahi non poffe ,qui
ab initio fuerat morbo impofitus tempo
ris modus.Expectarentigitur,dum is hebu
domadæ dies,eaq;hora bis recurriffet, qua
præbitum effeț venenum : Certò enim tum
igram conualiturain , faltem ab omni do
Joris fenfuiri liberatum , fola membrorum
reliqua laſlitudine :In quo datam expectam
tionem neutiquam fefeltit, nam in illo ip
ſo quem præftituerat temporis articulo
morbus eit fedatus Verùm inſequenti no
& te recruduit etiam acerbior , nam venefit
cam ,vtpofteà eſtcompertum ,adhibiti re
medij pænituerat , quòd videret paratam
inde rationem ad femaleficij coarguendás
ac etiam indubitato teſtimonio obruen
dam ,nam niſiab ea venefica,quçmorbum
1
fecit tolli,autſedari vix poffe alibidemon
ftratum eft,obidque ab illa repetitum , item
ratumq; fuerat venenum . Cùm igitur pos
Iridiè filio predictionis mendacium obia
dare:
 LIBÉR 101 .
daretur,multa malitiosè muffitans hoctis
tum dicere voluit , matrem vt verberibus
quàm poſſent indigniffimè acciperent;hoc
enim vti aduertebat vnicum ſupereffe con
tra eius tergiuerſationé reniedium . Arre
ptā igitur duo validiſſimi ruſtici no priùs
ceflarunt vitium malleolis contundere , pe
dibus obterere , pulfare ,agitare:ac denique
in obie & um ignem detrudere , quia fidem
ſuam aſtrixiſſet , ſe agram eo ipſodie imò
hora perſanaturam .Quod & pręſtitit,poſt
quam pomum illi comedendum præbuif.
fet, quod antè candidulo puluere videntia
bus nonnullis medicauerat.Sic tandem fa
etaabeundi copia, vtide hocilliantè data
fides fuerat in lietores eá ad caftri portam
7.
præftolantes incidit ; à quibus ex ludicis,
qui in eius vitam , moreſque inquiſquerat;
decreto comprehenſa, acin vincula conie
& a de tota re,ficuti hîc habetur, haud cun.
Etanter cófeſſa eft,ac tandem igni vnà cumi
filio eft cócremata . Quæ narratio duo præ
cipuè habet quibus nos erudiri conuenit.
Primum nihil ad curationem cóferre, quia
ſortilegiexteriùs adhibent morbis à ſe in
cullis remedia ,fed vel ea prætexi quaſi in
tegumenta fortilegijs , quæ veriti legum
ſeueritatem palam elle metuunt,vtcü her
e bas,vnguenta, balneas, aliaque quæ in vi
& u , vſugue quotidiano habent homines,
e quibufque medendi virescertæ ,ac præci.
pua
 384 DAB MONOL A TREIAB SAO

puæ nullæ funt,adhibét, vel excogitari ad $

infeftandos ſuperſtitione mortalium ani.
mos,veluti cùm ad votiuas peregrinatio
nes,nouendialia facra,luſtrationes, dona.
ria , aliaque id genus per fpeciem pietatis ,
quòd Chriſtianis fine in vlu quotidiano,
inducunt,veldenique adhiberiad conuel
lendam, labefa & anidamque fpem , & fidu
ciam , quam in vro Deo defixam nobis effe
oportet , dum eam transferimus ad nefcio
quæ efculenta , poculentáve, quæ furtim
de domo venefice ſubſtracta eſſe curamus,
vt illorumy vſů ex ea qua confli &tamur vale
tudine,emergamus.Nam hoc bone illelu
benter patiuntur etiam cum iaétura rei fa
miliaris,dummodò hac prauitate vulgio .
pinioné inficiant,reſidere ſcilicet in ſua pe
nü , leu in pharmacopolæ officina aliqua
quże morbam certò vincant medicamen
ta : Imõ( ve cum Plinio iuniore loquar ) fe
Deorum potentes effe ,& habere domi,quo
folæ cæteros mortales iuuare , ac feruare
queants Alterum non oſcitantérin ca nar
ratione prætermitiendum eft, fic effe Dæs
moni tenaces manus, vt non facilè cripi ſje
biſinat, quod femefcomprehéderit. Ergo
ſi quando ſuorum rogatu morbum immi
fit ,is ,vel cum alio etiam grauiore commu
tādus venit,vti iam dictum eſt, vel in illud
tempus eius ſedationem ,curationem vere ,
ijci oportet,quod fruftra quiſquam anteca
pere
 LIBER III.
capere ſuis apud eum precibus ftudeat. Ita
femper reliqui aliquid elle oportet , quod
is lụcro deputare poſſit,fed & cætera narra
re pergamus.Stephanú Noachum 16. Ma
drenſem perpetui triennij morbus vſque Caſtinal
m ret menſelulie
adeo exercuerat , vt res illi paru abef ANA, 1986 .
ab inſania , Ergo deſperatus ab omnibus,
periclitatiſque incaſſụm , quæ ſolers Medi
corum curaſuggerere ſolet,remedijs,tan
dem ad ariolos animum conuertit . Eratea
tempeftate Cranuillæi quidam præ ceteris
cius artis fama clarus : Ad illum preſentem
præſens rem omnem defert,Edoceturhoc
ipfi malum ab ea muliere confe & um fuiſſe
quam domú reuerſus vnà cum vxore col
loquentem eſſet reperturus . Compararet
igitur è lento aliquo farmento vinculum ,
quod eius collo ftatim ,accoràm eſſet, inij
çeret, minitareturque ferocius fe illi ani.
mam mox effe intercluſurum , ni labefa
daram valetudinéiamiam reftitueret : In
greſſus domym vetulam offendit vxoriad
focum aſlidentem , huic nomen erat Pari.
feræ Nouauillanæ ,eam , vti monitus erat, rc
1
verbiſquę quantum poteſt, perterrefacit.
Illicò eius genibus illa aduolui ,veriam po
tere,ac fartam tectam ab omni morbova
letudinem certò promittere , modò in ijs,
quæ præſcriberet ,obſequi vellet . Ea verò
eſle , primùm nc grauaretur pyrum , quod
crat illi præbitura ,comcdere: Quod enim
X 3 Sificis
 L ATREYAE SA G.
31.6 DAEMONO

filicisinftar durum'primo conta & u vidert

poſlit ,id non ita effe,manu enim attreda
tum perinde emollitúiri,ac ſi benècoétú ,
conditumque eſſet. Tum vt fe ftatim lecto
componeret,futurum enim , vt illicòmor
bus ingrauefceret penè ad interitu : Accer ,
ſeret ob id è vicinia le & tas matronas duas ,
quæ illi ea no & e vigiliam ſuam traderent:
harum pellima,præſentia ſe defendere cal !
lidè parabat ; fi quid obijceretur mala arte
factum ,quo adeò grauis, diuturnuſý mor.
bustam facilè,ac citò abceſbſſet ; neque e
nim huius quod ad id adornabat quicquá
palàm facere decreuerat. Conditioné nul
Jam reie &turu ſe declarat Noachus, modò
extam incommoda valetudine euaderet :
Acceptum tamen pyrum primùm negat
morlu diuidi poffe ,vt quod planèeffet fero
reum ,fed dum hæc loquitur , ac paululum
interim illud contre & at,fenfitnon sinead
miratione in lanæ mollitiem propè abijſſe;
Eo igiturdeuorato (namerat guſtu inſua.
uiſſimum ) ftatim illiftomachustato ardo
feconfiagrare coepit, quanto vix maiorem
candétes carbones excitare potuiffent. Er
goin cubili properècollocatur agentiani
mam haud ita diffimilis : Adhibet trepida
vxor,quæ ſecum ea no &reillú obſeruarent,
matronas duas quibus ſe tertiam bona illa
yltrò adijcit vultu adeò ad maſtitiam
compoſito , vt præ illa f &tæ videri potuif
fent
 LIBER III. 3:7
fent vxoris ipſius lacrymæ . lam non indi
ligens vigilia ad mediam vfq;no &tem pre
cefferat, cùm vencfica clàm aſperſas comi.
tes Lethæo ſuo puluere,ceu Mercurius ali .
quis ,ar &tiffimofomno comple & itur,ac in
Bereà fublatum ægrum humeris transfert
in proximam aream : ibique oblato imma
nivrſo imponit. Tum repetitis ſpatijs re
piùs vehit, ac reuehit , ipſa quafionereini
quiore opprimeretur non ceſſante inge
miſcerebellua , ea verò vox erat dolentis
Demonis, quod prçter ingeniú tali valetu
dinis beneficio operam fuam accómodare
cogeretur,fed eiustarditaté illa increpans
magis,magiſque vt viam pergeret iſtis vr
gebat verbis: A gedum ignaua,atqueodio
la bellua,nunc fa&tis digna recipis tuis, que
me primùm ad hunc ita mul& andum , vel
inuitam impuliſti.Hecà fe audita trepidus
feffor pòſt magna fiducia teftatus eſt . In
1 ter hæc experre &tæ , quæ ad cubile perno
aabant,mulieres id vacuum na &tæ totam
feſtinanter inueftigant , ac perſcrutantur
domum ,ficubi defideratum hominem re
periant:Actandem folum cum folavenefi
ca in area offendút. Rogát ecquæ ſe inſcijs
ita nudo, acincomitato lecedendicaufà fue
rit :Occupat illa prior reſpondere, atquc
infit:Annonaduerritis huc ea gratia àme
pertractum , vt oletum facerer? fed nullis
cum ea commutatis verbis hoc folum fate
X 4 gerunt,
 328 DAEMONOLATRIAL SAO.

gerunt,hominem vt tollerent, ac quam çiz

tiffimè in lectum reponerent. Verùm dum
id moliūgur,vix omnes ſimul magno nixų
reportando præſtant, quod illa fola nullo
pegotio aſportando perfecerat. Porrò cùm
ea lex pa &ti prçcipua fuiſſet,ytNoachus lu
pradi& is omnibus defun & us morbo peni.
tus fubleuaretur , & adhuc tamen doloris
nonnihil fupereflet, cauſata eſt venefaca im .
portunum mulierum aduentum , quo im
pedita fuerat , ne bene incoepta ad exitum
perduceret, fed ad fummum ferédam effe
octo dieru moram ,poft quos Gine vlla fru
ſtrațione inçegra futura eſſet ilļi valetudo .
Quod & euenit. In his atq; alijs multis ma
nifeſo deprehenſa, tádem eft in carcerem
incluſa, cuius tamen ruptis vinculis cuſto :
Leui. ca. diæ încuria cualit , atque abijt . Et habeç
erf.26 & quoque aliqua hæc narratio, quæ non fru
beut.ca. conliderationem intendant.
ver ſu . s. ftrale & toris
is. Primùm confidenter , atqucimpunè inter
Samuel. ca. hụius ætatis Chriſtianos veſſari,atque arte
38. verf. 3. quam fa &tiçare ariolos,quos tamé ſua ſocie
Reg. Il. cap.tate prohibuerunt mortales omnes, quo
as.Verſiz4 rum animos imbuit aliqua veri Dei opi
2.3 deMa. nio :Mofęs 17. Saul 18.Iolias 19. pænam vlti.
Jef. C.
mifuppļicij in eos fanciuerunt , qui in di
1. Nemo au ţione fua deprehenderétur arioli :Cóftan .
{pici Lod. tinuszo.illú , quicos conſulerer,deportari;
Cap.24. Conſtantius, & Iulianus 21.gladio vitore fe.
riri voluerút. Ancyranum 22.Toletanum
23. Au
 LIBER III.
23 : Aurelianente 24 : atquc alia pleraque
fanctorum patrum concilia è finibusChri
ftianæ communitatis exterminandos de
freuerunt. Et Chriftianorum omnium hic foryouto
confeplus eft vltimus , non efle in Eccleſia
ferendos : Imò difertèquidiebus domini
cis conciones habent , illos execrantur , ac
Diris deuouent. Et tamen Regum ,princi
pumque hic vậtatus, & quotidianus lulus
eft : Eos quoque non paruamercedead ſe
accerfunt.Horum etiam exemplo, nam ca
libus authoribus iam tutius peccatur , vul
gus adit :qui furto fubftra & a, velcaſu amiſ
la indicent ,ac patefaciant, cribri , aut clauis
verſațione identidem iterata : diftin & a in
Jultralem a quam chartularum immillione,
quæ nomina eorum , quos furti fufpectos
habent contineant:mantilis productione,
contractionéue reciproca , atque aliarum
id
genus rerum damnanda periclitatione;
quæ pyromantias aéromantias,hydroman
tias, & Geomanțias veterum omnes fuaim
pietate etiam adæquare poſſint. Tum furú
illi manipuli,qui fub AEgyptiorum emen
ţito nomine bonam Europæ partem quafi
ſuo iure prædabundi peruagantur, nulla
re ſe plautibiliores præbent, quam quod a
pudimperitam muļtitudinem profitétur,
qux quem que fors mancat, præmonere.Vt
hîc omittá recenſere lógè nequiores : Cran.
Nillzano illo ariolo monachum in Nider
XS hauu;
 330 DAEMONOLATREI AE SA .
hauu ; mulierem Thermopoli, quæ eſt ad
Hift nachMirecuriam ; militem emeritum Nanceij,
Lib.sg. alioſgue plures, qui palàm etiam , & fecurè
26 .
La Florica. ex eare quæftum faciút.Sequitur in eadem
pendio. hiſtoria è farmento intorqueri oportuifle
27. vinculú illud ,quod ſicMalefice collo adap
Lo Galba. tandum erat.Etvulgus in ea opinione elt,
Ja li.z.de re verberibus ſagas nullistam cómodè caſti
milita,& l. gari : quàm quæ vitis adminiftrat. Cuius
milites. De rei caufam , fi quæ tamen vera eſt,non facilè
29 fit afferre. Et adhuc in fimili difficultate
In Adriani hærent qui apud Plinium 25. Liuium 36.
vita .
30 . Plutarchum 27. Macrum 2 8. & Spartianum
Lib.9.de A- 29. quærunt ; cur vitis in deli& is pænam
fr . aur.
eorum tátùm militum , quiciues eflent, ho
noraret : curg; eam Centuriones præfer
rent, quaſi imperijinſigne,& ornamentum ,
Miles ille legionarius apud Apuleium 30,
Centurioné extra præſidium (credo) men
uitus, vt eft eiufmodi hominum audacia,re
1
pertum in via hortulanú, & ad interrogata
filentem indignabundus vite , quam tene
bat,deaſino deturbauit : eademgi tandem
aduerfa de vaftiore eius nodulo cerebrum
eius diffidit. Et certè aliquid fubeſſe opor
tet,quod, vtiapud loſephú de Elezarian X
6
nulo , herbiſque Salomonislegimus,Demo
nem , eoſýue quosfeme: fibiaddixit præci.
puè afficiat, Nam & Cæſaris Traiani illud f
©
circumfertur ; cùm fcriptis codicillislouis
Heliopolitanioraculú conſuluiſſet,an Ra: 1 9
mana
 LIBER III /

mam peracto bello , quod contra Parthos

mouebat, eſſet rediturus, illi reſpondiſſe
Demonem :vt vitem in ſuam çdcm inferrec
in partesdiuifam ac ſudario códitam , eam
Que perēdiè efferret. Quod etſiad ea magis
quæ militiam fpe & antimperia ,atqueaugu
ria pertinere videtur : habet tamē & in quo
vitiginei ligni peculiarem quendam , atque
alium quàm in quem cætera adhibentury
ſum confideremus. Quod quoque & Eu.
phorion obſeruauit, qui nifi ex vite nonli.
cuiſſe olim fingere Rheæ Deæ lignú prodi
dit.Et re& è quide : Nam eam Cybelen ali
ter appellatam teſtatur Suidas , id eſt (vein
terpretatur Feftus) Deam , quæ homines in
furoréageret. Si quidem Græci xüßesąp, in
Çaput ſaltare dicunc : Et eius facerdotes fo
lebant in ſuis facris caput circumagere:
31.
Terrificas capitum quatientes numine criſtas 31.
Lucrc. lib.
Quod & lagas in fuis tripudijs inſaniertes
vfurpare ſuprà meminimus. Et AEgyptij
vitem ex ſparſo gygantum ſanguine ſaram
putauerunt: quòd vinum homines in rabie
læpè accenderer: Moſes quoque, & Dauid
etiamfi per tropum , vuętamen fanguinédi.
xerunt. Er Orphæus vitem , Luna Virginis
ſignum ineunte,ſerereprohibuit : quali paa
rum Bacchico furori cum virginali mode.
ftia conueniret. Vetuit etiam Pythagoras
ex viribus, quæamputatæ non eſſent , Dijs
quisquam litari. Denique non fineratione
aliqua
 9 DAEMONOLATREIAE $ 19 .
aliqua Sampſonis commentum extitit :cùm
Dalidæ importunas, atque inſidioſas per .
contariones ludificaturus reſpondit ,nihilo
alijs ſe fortiorem futurum , li ſeptenis viti
bus flexilįbus reuinceretur. Et gallos galli.
naceos non caners , fi circulusè farmentis
collo addatur dixit Plinius 32. Nam iam tú
Har cap vitis aliqua fuit præter inditam à natura fa
cultatem commendatio . Quæ omnia eò res
deunt, vt in illa mulcarum nequitiarum ſe
mina latere fatendum ſit :non folùm exin
Data illa vi , & facultate labefactandæ men
tis humanæ : vbi,quod ait ,ille, vicit vinum
quod quis bibịt:
Bacchus & ad culpam cauſas dedit,ille furentes
Centauros labo domuit;
Sed & ex affe& tato eius in Magicis artibus y.
ſu , vei ex ſuperioribus apparet. Sequitur
quemadmodum in vrſo federe Noachum
oportuerit,id eft ſein fidem ,ac poteſtatom
Dæmonis , quifub veđario illo vrlo ļate
bac, permittere:priuſquam ad fanitatem re
diret: Hoc enim præcipuè, dum nos vule
labefa & are,fatagitDæmon , vt fiduciam illi
quàm maximam habeamus: Tum curatio
nibus ſuis ſemper talc aliquid intermiſcet :
vt à Deo ad creaturas nosauertat, ing; ter
fena penitiùs immergat. Cuius generis e
tiam eft quod Agyrtas, & circumforaneos
circulatores pallim videmus vrlos ſecum
duccre ,ac ijs mercede pueros imponere,vt
à lar
 LIBER ile.
å laruarum , lemurumquc formidine fiant
fcilicet in futurum fecuriores : deridicula
que alia multa iam anteà nobis dj & a, & le .
quenti quoque capite fufiùs, latiafquc di
cenda. Ad quæ priuſquam properamus, ac
finem huic diſceptationi imponimus,ope
ræpretium quoque eſt hicà multis traétam
tam quæftionem attingere: polfit necneci.
tra fraudem animècapitalewo iſta à malefio
cis morborum depullio peti,ac mendicari,
Et forſan id fruftra quæri quis dixerit poft
tot de ea
33. recentiorum etiam non contemnendis
332
ſuffragijs comprobatas : fed eas nunquam D. Tho.
tam ſan & as exiftimaui, quin aliquam excu. dift.3.4.3
fationem admitterét . Multum enim inter- üent.16.9.8
eft,vine, an precario aliquid ab alio auferas Syluefter in
& conſequare:Illud contemptum ,& dedi- leiti
gnationem habet : hocadmirationem , ob- quaft.s.&
temperationem , animumq;ſe fuppliciter cap.fi per
deijcientem ,ac demittenté. Siquis vel pre- Corciariae
ee , vel pretio à venefica contendat , vi abs " qih
Magiſtello ſuo morbi quo affligitur fana
tionen impetrat : perinde opinor facit ac
fiipſe fupplex ,venerabundulá; opem a De
moneimploret : iusſe beneficio alligari
poftulet, munereadoret , ac fe ea cauſa illi
obnoxium fore profiteatur. Omnes igitur
cruciatus, ipfamq adeò mortem potius fe
tendam effe, quàm vt finamus nos ad tam
horrendum facrilegium addaci. Siquidem
clamané
 334 DAEMONOL ATRÈTÁB SA 6 :

clamant ſacræ literæ 34.folum Deum cold

Deutero. .. dum , atq;adorandum effe :Deum ,inquam ,
Fetc., Math zelotem , qui non fit paffurus quicquam do
4.verf.10.
gloria ſua decerpi, ac delibari, quod alteri
aſcribatur. Ethoceffe reor , quod adeò ſem
uerè damnant, ac reprehendunt Theologi
illi : Nam & Conſtantinus Imperator 35.de
Sat Nullis eo quoque legem fanciés,diſertè fa & i atro
de Malef. & citatem in hoc conftituit : fi ſuafionibus, ac
Math.
præmijs aruſpex effet aduocatus . Et Pho
tius in Nomocone eius legis pænam ait tart
tùm intelligi debere : vbidei Suoiâp, id eft
per mactationes, ac facrilega facrificia eiuf
modinegotium peragitur.Qux etiam om .
nia huius ætatis fagæ pro more habent fa
cere :Nam primùm rogari, fæpe etiam mu .
neribus donari volunt, tum Diuorum ali
cuius maieftate læſam , violatamque autu
mant : quem idcirco votiua ad eius fanua
profe & ione donarijs,facrificijſque ncuent
dialibus placare conueniat. Nempe hoced
redit,vt tuvaletudinem redimas eiusvene.
ratione,munerationes, qui illam primùm
debilitauit Dæmonis:cuique aftutè ſpecio
fum illud Diuinomē ideò illa prętédunt,
vt ſuam impietatem religionis aliqua ſimu.
latione tegant, atqueinuoluant. Omnino
incxcufabilis eftiſta curandæ valetudinis,
depellendorumque morborum ratio : vel
fi quæuis prætexaturilli humani coflijimo
becillitas ,cófequendçi; ſanitatis cupiditas;
& de
 LIXIR 111.
& deſideriú: Prçcipuaenim seper effe debet
cauſa religionis,cui' fan &titas hîc apertè fos
datur,polluitur,violatur . Atlitu venefică ,
quam iſtiuſmodi faſcinationis non iniuria
fufpe & am habes,minis inſequare :verberi
bus eriam ,fi minus illam mouent mins, ac
cipias: volentem , nolentem eò adducas, vt
faſcinationem repercutiat:quæ hic ,quæſo ,
blanditiæ ? quæ imploratio,obteftatio , ve
neratioque effe poteft ? Si inde plus habet
illa , quod le contemptam , pulſatam ad opi
tulandum etiam ei qui lælit coada doleac :
quàm gracia , voluptate , commodo aliquo
au & am glorietur ? Si eius Dæmon ſe quam
fi obtorto collo à noxa retractum , amiffa
preda in fugam verfum ,deriſum , ſpretum ,
ac nihili penſum agnoſcic ? Qui furem per
ſequitur, remque libifurto ablatam ab eo
per vim aufert : quid admittit in quo furi
gratiam vlla gratificatus eſſe videatur ? Qui
occupatam ab hofte arcē armis recuperat,
eaque illum violenter deijcit : quid cialiud
relinquit,quàm ve dolens , pudēſque colle
& is fi datur farcinis aliò migret,fee poffel
fione deturbatum meritò lugeat ,ac cóque
ratur ? Qui quoque captum , comprehen
fumq; aliquem tenet, li huńcè manibus di
mittere cogitur, quod fortè is fe fucceflue
ripiat,minas Ipiret, ferrum intéter, aut vim
aliqua alia afferat :quid ex ea illi cóprehen
fione fuperelt præter elapſz prædę delide
rium
 36 ĐAEkoNot A RELAỸ ở độ:
fium ? Quid ſe indignum geffic, qui ficcona
Strictum leinuito eo qui conftrinxerat ex.
pediuit ,atq; in libertatem vindicauit ? Al TE
quieam ,quæ putatur å maleficis, morború
corationem non elle remedij alicuius effi ..
cacis adhibitionem : fed tantùm à vexatio.
ne,cui incuinbünt, ceffationem Jiberatio .
nemque;non dubitem cum Abdia Babilo .
niæ Epiſcopo aferere: vel ex eo maximè;
CE
quod momento, aciæ pè nulla facta media
IC
cina ea contingat , quæ à morbo ad fanita :
tem probabilis eſſe nequit tranſitio , ac de il
re
curfio Ergo fi quis fidenter;atque intrepi
de, vti hominem nullius malæ reiconfciú ;
& Dei nixum preſidio decet , Satanam in 4
malefica muliereadoriatur, vi;miniſq; coco
DIE
ſat, viabiniuriayic maleficio temperer,le .
dere ceffet,atque abſtineat, corpoře facelod
fat ( eiuſmodienim mörbum aliudnihil ef ti
ſe, quàm Dæmonis præſenciācredidit lam .
blichus 36. ) quid quæſo facit ab Exorciſta
jä lib'd e
Myl Aegy rum more alienum ,qui quoque energume
a . Quando nis catenas inducunt, plagas infligunt,ter,
alia Aumina rores inferunt . At, inquies, in hoc non eft
alices appas
agant
atqne precipua falutis fiducia ,preſidiü ,fed multo
magis in efficacibus ſacræ fcripturæ verbis:
quæ illicerta cóceptione , ſtatiſá; ceremo .
nijs vſurpant.Ethorum ,puto ,virtus,arque
energia ex fide eft in Deú per lefum Chri.
ftum : qua quoq; abu'ndare neceſſe eſt, qui
fic audentomnibus formidab.les ſagas iur
gio,maio
 LIRIR 111,

gio, minis ,verberib.adoriri. Nam aliter pe

riculùm fit, ne laceſſitæ contrà inſurgant,i
ramgšſuá,ac virus maiori licentia, & cóten
tione in lacellentem cuomant . Vtcumq ; res
fit,fiquiita morborum liberationer à ma
leficis per contumeliam extorquent : non
omnino culpa vacát, fortè quia illarú huic
negotio operam , miniſteriumg; vtrobiquc
intercedere conuenit :quçres,dicat aliquis,
caufam impietatis aliquam continere vide
tur :at certè talis ea eft, vtexpers dici debeat
illius,quæ Deum hominib. adeò infenium
reddit cum Dæmonibus pactionis , & com
mercijalienaab omni mala mentis,nefarij Leuit. 19 &
que voti conſcientia deniq;non illis panis Deutisa
obnoxia , quas leges tum diuinæ 37. tum hu
Laullus au
manæ 38. in cos conftituunt, qui ad Magos rufpex &
1. nemo&da
declinant, eos aduocant , conſülunt , ac in malef.
re aliqua Gibi adiutores conftituunt. Math .
CVRATIONES DAEMONVM VELO
femper aliquoreligionis obtendi:Japeetiam viri,
quirerum potiatur aſcita in fpeciem ope, ac mini
Sterio perfii:quo ſciliceteis maior accedat author
ritas. Verum inter bec Demones' nonnunquam
fuam iurpitudinem prodere, dam obſoæna etiain
fædag adbiberi volunt.
CAP . IIII.

Stutè Satanas vires religionis ad for

A tilegium in ſpeciem adhibet : tum
vi homines , quorum mentes ſcit ad eius
cultum
 09 DAEMONOLATRITAE SA

cultum eſſe procliuiores, in ſuperſtitionis

errorem faciliùs inducat : tum ve prodigio .
farum fanationú, quæ eius opera funt,ſuf
picionem aliò a ſuis transferat : nelicorum
beneficio morbus leuatus videretur, idem
& vereficio antè illatus exiftimaretur. Er
goin Cælitum aliquem ea noxa reijcienda
eft, quifortè violatum ſuum numen ira vio
dicandum cenfuerit :
Namqueſua igneſcunt animis cæleftibus ire .
Tum fequitur aucrruncandas effe eiufmos
diiras : fed , Deus vone, qua expiationc, ac
procuratione!certècuius etiare pudeat ,qui
vaniſlimas religiones ab vltima antiquita
te coluerunt. Quod etiam , quo magis mi.
retur lector , vno , atque altero exemplod
penu noſtra deprompto hîc operępretium no
duxicommónftrare Fuit Nanceijintra an
nos decem venefica mulier ( Thenotain
nomine vocabant :) Eatùm aliquando ro
garetur laboranti morbo vicinæ cuidam
medicinam facere ( nam & ea caufa vulgo
adiri folebat :vtſin Hifpania quos feruato
res appellant) à Diuo Fiacro morbum il
vouenda eller cum
donsrijs profectio , quam ipfa ,fi ita iube
rent , lubenter ſuſciperet. Condu & a eft
mercede,vt hancnauaretoperam :AEgram
tranfuerfo decuffatim lino cerato primùm
dimenfa eft : tumlinum in certum nuine.

rum complicauit , atquein finum quaſi fo

wendu
 LIBIR 111 ,

tendum impoſuit : Deinde & no & emquæ

proximè eſt inſecuta , totam ad ædium , in
quibus decumbebat ægra fores excubauit a
ac primo diluculo ſein viam dedit cú per
petuo filentio : Cùmq; ad D. Fiacri fanum
perueniſſet, id ingreſſa linum ſuccendit, e.
iuſque fiillantibus ceris figuras ad aræ ma
ioris gradus in crucem duxit : ac tandem 1e
foras eijciens ipſum fanum ter oberrauit :
lino illo interim flammas edente crepitan
tes, & cæruleas.
Luftralem fictriſtefacem ,cuilumen odorum
Fulmine caruleo, nigrog bitumine fumat,
Corcum membrarotat doétuspurganda ſacerdos 1. Claudia
DAL.
1jſque omnibus ficdefuncta fe in vrbem re
cepit. Ecce vt filentia,diméliones, vigilias,
murmura, figuras, ignes expiandis ſcilicet
religionibus interponunt : Quæ certè imi
tatio eft manifeſtiífima ariolorum , quos
pagana habuit antiquitas:Qui( vt inquit D.
Auguſtinusz.) circa idolorum aras preces In lib.de
nefarias emittere , & funeſta ſacrificia affer . nat.Det
te ſolebant: In hoc etiam longè intolerabi
lillima,quod fæpè admixtas habent ſordes,
illuuies , excrementa , aliaque multa : qui
bus nihil fingi poteft ab ea puritate alienius
quàm in diuino cultu, accæremonijs adhi
beri par eft.Cuius etiam generis eft quod ſe
3.
quitur de ruſtico Vogeloc soda, cui nomé Sanden dat
1 Defi deri o Fina ncio 3.is Vale ntin ú Va prid.Ides
fuit
lierium municipem ſuum , cum quo ini . Iul.iskt .
Y micitias
 34 * DAEMONOLATRITAS SAO:
micitias pridem gerebat, impenfiùs viciſci
cupiebat.nec adhuc tamen explendianimi
vlla tuta fatis, ac oportuna ſeſe obtulerat
occalio. Commodum igitur illi viam per
fola loca habenti occurrit obícuro loco vm
Philit libed bræ inftar,acapprchcnſum de equo táta vi
déturbat,vt altero crure prorſus debilita.
retur:Sed aliquanto pòft mifertus hominé
ve quém fatis diuturno mul&atum infor-,
tunio videret,ad eum cculaliud agers acce
dit.Rogat vndeid illi accidiſſetmali : Cau.
ſam prolixè edocetur, quã ipſe multo me
! fiùs fciebat .Tandem remedium pollicetur
& certum , & præſens, Gi di&o audiens eſſe
vellet. Nihil non cá cauſa fe fa& uru recipie
ruſticus, auidea; expe &tat quid ſe' ille pre
ftareyelit Præcipitigitur vtè noucm fta
bulis diuerfisfimúequinum precario con .
quireret ,quantum fatis eſſet coplerdo lac
co, quo tú cruscùm labefactaretur erat in (
dutum ,eumq; ſicconfertú prodonario apa
penderet D.Benedicto: cuius celebrcellet (
fanum in Berquel oppidoGermania :Sice.
nim futurű, vi eius anathematis arcana vig
ac poteſtate illi membrorum rectearetur,
accoualefceret :Quod vtab co pofteà refci. 1
tú eft ,non idcirco fuadebat, quafi id illiad
fanationem quicquam profuturum crede .
ret ; fed vteo commento artem fitam tege 1
ret. Nam ſortilegis mos eft curationibus 1
fuis iſtiuſmodircligionú expiationes præ
texere
 R
BE I
LI II . one n
r e a e n gi ga
xe m ll tam eli an
re :cù s nu e m r e t
r iu atm mn fp di
tu , aqcuepot acn o u mmde &mui, lrueamm.
i o b e r a nua i a t o u ſ
br ha . iPt ei q et eraca
im ud om us mp
ſe ol ditap Doni I
en ltlur m iz
de
f
Aepr
oe 4. cù m ag ri
n j c a ra ei Mlicet ç æ
e b
o i
s a t b e d i e u
m ſoi r :o ſ iç u,l q m
he aſe um tem rc
Ep inu fici ,peſ :bAusb He cutu e
ne i ſe
m
ni eſei tbe
d çc
pr cloum
ſ ſ si e ò m p m
fui ſodriix ; atq n ;e ad ob id te atu și ſu
b
u er am o mi u i ffe edic nis o n
A u n o f d o . n
nq ot ni eligi co
nu d am& am e om r rda fbueundtis
a æ q u r ſ u h i
ę l
ļi qu á
t e leesp
e ab
ſaqdu ,
u o cilice t.oTmain a gi
s
a gi
q ſ an h m ,m sd
io be ud uit otu uo e
br e ha dam tialtl f od ,q de Ph
o n u
t eom c i r b
r a
q re e
Het g . Isnd oa
m p iet u od cilic l i x u
i (q f in N i e
1
l i ſet t us to
or a
> s n t m um erat c æc rfu
ſ
ce co e c i ) fu u mex u lo : ru itus“;
ſt nd s n ac n
po vo ri an or moùm ,
t o t i ſaulie u æ b n o a n t
ir
o
v lpre m t , q a
s v e
utt
m v
m ſeſe lo em rair um
co t faunit ,ocutatolllayu ,tuvirf rc
p i a li b i ic e ba a m
ce , qu orebr o v t :N
o d i o l i n d m s
qu in lot t mu itue ru ati ,po
ns ſſe uea ft lo ſ mi
te e q re o cu lu
r e s t i s i c ax æ
a g
ni :aut qum eiu m eri ma esff , qu vi .
m u à æ ulto rla cft :Ma
æ
ru zvn , qu q
iæ
u m gp i
a
in li lac ti r
ch ,dous , fal ores ,ac pri æf um t
un tue
i b r r m
n
u mſcupam
ræ a:n qu er ho ri au pa
um ud st pe
Sat , fluiat vt ap iremoe im d em pro .
bi i
t nf ieqs
u
s vni .
ge , fta us ,ac co .S n i
s
s op em dio ne s
cu ſc eft,in qu a om fua
Y 3 inten
 34+ DAJMONOLATRII AL SA G.
intendit , ac collimat. Ac quo plus pond
deris , authoritatiſque habeant Řeges, Im .
peratoreſque, ei negotio fæpius interponit;
quale de Pyrrho memorant: folene ſcilicet
laborantibus medeti folitum fuiſſe , poſt
quá reſupinos dextro pede tetigiſſet. Tum
deVeſpaſiano ,cuius quoniam quæ celebra
tur in hanc fententiam hiſtoria, multa ob
ſeruatione digna cótinet, eam ex Suetonio
In aius vita 6.Tacito 7. Sabellico 8.alijſque non infimæ
gap.7.
claſſes ſcriptoribus integram hic tranſcribe
7.
Tib 20. ab re non penituit. Veſpaſianum protribuna
exceffu li fedentem Alexandriæ , vbi ftatos æſti
Aug. Cube
finem . uis flatibus dies opperiebatur , duo e plebep
8. viri adierunt opem fibi orantes à Sarapi
Enneady de demonſtratam : hic oculis captus , ille
debili manu : per quietem monitos ſe di
centes fore , vt cæco dies illucefceret, fiip
fius oculos ſputo Vefpafianus inunxiffet?
alterQue firmior fieret, fi calce contingere
tur . Cùm vix fides rei effet, nec ea vllo mo
do fuccellura crederetur :ne experiri qui
dem à principio Veſpaſianus aufuseft.Cæ
terùm amicis hortantibus , quod dicerent
perađi remedij gloriam penes Cçfarem , ir
ritiludibrium penes miſeros fore: vtrum
que pro concione tentauit . Nec defuit euen
tus:nam alterimanus ad vſum ftatim verſa
eft : alteri clara reluxit dies , Verebatur ſci
licet Dæmonille , quem ſub ſerapidis no
minçcolebat & Egyptus errorum materine
piorum
 LIBERITI.

piorum Eccleſia recèns ibicóftituta ex ve.

tutto illo ſe exturbaret domicilio : præui
ditque futurum ,vt duoçgri vierq; ſúa eller
defuncturusclade :ac proinde ambosim.
pulicà Vespaliano opem implorare ,vtcùm
euentus ſecucas effet eius fauore , qui erat
rerum potiturus , oraculi maieitas augere.
tur : nec ex eo imperij faftigio ad veræ lucis
0 fulgorem animum intenderet. Memorant
2 & fimile quiddam.de Adriano Imperatore
0 Maximus Marius , & A Elias Spartianus:mu .
Vierem fcilicet quandam fuiſſe oculis diui
nitùs orbatā : quòd Imperatori morbi imn .
UN patientia durius de ſe cófulenti neglexiſſes
ex oraculi pręcepto nuntiare, vtvitam per
dere parceret: propediem enim eflc ex ea
valetudine cmerfuram . Ac cùm denuò in
inſomnijs monita fuiſſet id facere :illata e
11 kiam de recuperando viſu ſpe, iam fa & am
Pro fuo periculo cautioré ea prouincia ſedulà,
. ac diligenterelle defun & am :ficque oculo
rum lucem de integro illi efle reſtitutam
poftquam tamen illius Imperatoris genua
1 ex eodem præcepto eller deoſculata . Nam
hocdemum fabulæ condimentum eft,

MVLTA ESSE QVAE SORTILEGI

agnofiunt fibi afferre impedimentum : ne alio
rum à fe affidam valetudinem , vel reftituant,
1
velfubleuent. Quag, ea fint prop:is ad id ratio
1
mubus ,atque exemplisdeclaratur.
Y CAP.
 144 DAEMONOLATRITAL SAT
CA P. V.

via ad ,
atque iniuriam ; ita ad beneficium , ac
falutem nullas non habet difficultates, atq ;
impedimenta . fi de immittendo morbo,
aut inferenda morte fagis inceſſit libido,
omnia ad id prona funt,atqueoportuna,ve
nenum multiplex , imprecatio , incanta
menta , faſcinationes , atque ipſe qui nun
quam vocatus deeft malorum omnium ar
chite&us ,atq; adminiſter Dæmon : vbi hoc
agitur,vtaut reftituatur valetudo , aut vita
conleruetur : tum numquam deſunt, quæ
contrà capiantur cauſæ . Quod à lacris, à Me
dico,aut alia re quapiam iam lit mendicatú
auxilium : quod ab alio , quam à fe morbus
fit allatus : quod in vinculis conſtituti fint
ea facultate medendi , quæ fibierat anteà à
Dæmone conceſa, penitus deftituti: quod
hac tantùm legeid illis liceat, ficommuca
to beneficio, damno , atque iniuria maiore
afficiant : quòd non fint diſertis defanand
do verbis rogatæ. Atque id genus alia qui.
bus nuſquam non folent afferendis rem
dijs moras , ac tergiuerfationes interpone.
re.Quæ etiam ex ijs quæ fequuntur exéplis
licebit magis dignoſcere: Roſa Girardina
procomperto recenſuit non poſſemor
bum tolli ab alio, quàm ab eo qui illius cau
Inagro Sti- fam dediſſet:Nec cuiquam licere,vtin meſ
Nos 156. fem alterius falcem ſuam immitteret. Ita
ab ea
 LIBIR 111,
ab eadem manu, & metųenda iniuria eft , &
expectandum beneficium . Dominica Eu .
1
ræa 2.ait non poſſe reſtitụi ſanitatem ei,cui
femel eſt adempta ; quin idem morbus fæ
Charmelho
pè etiam grauior in alium transferatur; at. 6.Cal.Dea
que abipfa veluti permutatióe ſemper ma- 1584
jus naſcatur compendium . Item medendi
vires à Dæmone acceptas ſtatim euaneſce
re, vbi ſacerdos, aut Medicus ægro lanita
tis ergô manus admouerunt . Alexia Dri
gæa 3 nunquam eſſe integrum , atque abfo
lutum fanationis beneficium ; fed morbi Harscaria
m.id Noue.
ſemper aliquid hærere , ac ſupereſſe. Ca. 1586.
tharina Balandræa 4. fruſtra aut ſedationě, 4.
aut leuationem ægritudinis expectari ab Ardemõtiſ
ijs , qui funt in ſortilegij reatu . delijſe e- cem.1584.
nim effe in Dæmonis manu , per quem hæc
poflunt omnia . Cui conſentiens eſt ,quod $
dicit Nicolaus Moreliuss. is cùm iam vin
Aus rogaretur, vt medicinam faceret pue- Serre 14
Cal. Februar
roloannis Chematij, quem non negabat à 1587.
fe in eum , quo tunc laborabat, morbum el
fe inie & um ,refpondit eius rei nullam am
plius eſſe fibi reli& am facultatem , quando
ea qua ſe ipſe induerat criminis confeffio .
ne Dæmonem penitusà fe ablegauerat: Ec
omnino carceris locum quo minus id fiat
ſua fanctitate aduerſari.Neque enim cùm i.
pſe ſcelerum ſit vindex , fortilegijs quæ ad
cam ſanationem adhiberi oportebat , con
ucnire poffe . Quod & Damis fenfiffe vide
YS
 946 DAEMONOL ATREI AR SAG.

tur,cùm ex eo Tyaneum magiftrum diuía

na natura fuiſſe præditú infert , quod crus
pedica nullo negotio exoluiſſet: Neque e
nim id ,inquit,quod eſſet in vinculis, ac cu.
ſtodia arte venefica præftare potuiſſet. Ca.
thina Gillotia 6.rogata,quid cauſæ effet,
Haecurix Canaſta Godefreda no conualuiſſet ex eo
Non,Maijmorbo, quo illam ipfa per veneficium an
tè debilitauerat , cùm tamé ei poma, pruna,
aliaque id genus eſculenta,que recuperan
dæ valetudini alijs adminiſtrare folebat,
non ſemelſua manu præbuiſſet, reſpondit
id ita fa &tum quod nullæ antè à Godefre
da illa ad id adhibitæ ellent preces. Baliai
Bafolus 7. & Coleta Pifcatrix 8 , nouú aliud
Dombafoll impedimentigenus commemorant : Scili
Jaum z ac cet quòd feinſcijs ,atqueinconſultis, qui e
Lid Non , eiuſmodi valetudine tentabatur , vota Di
Mart.5587.
8. uorum alicui nuncupaffet, ac perſoluiſſet:
Garbouil. Hoc enim contemptu pręuentos nihil am :
jei von plius afferre poffe, quod conferat ad labo
Matt. 1588.
rantium falutem . Verùm id abſque Mufpi
cione non eſt affectati quæftus, aut gratiæ ,
quarum maximè rerú funt cupidi, & aman .
tes.Siquidem id fæpè fatagunt, vt ipfi eam
operam nauent , indeq; quæſtum aliquem
faciát,vel certè gratiam ineant , cùm fintvt
plurimum mendici , vitamque eleemoſy
nis tolerent. Porrò quæ modo intercedere
obſtacula dicebantur, ne poflent fortilegi
morbum à fe allatum remouere ca con
lio,
 LIBER III.

lio, & rationenon carent:Nam'primùmte .

merè non eſt, quod Dæmon eius operá ad
medendú fibi eſſe neceſſariá fingit, qua an
teà ad lædendú vſus eſt. Siquidé neminidu
bium eſt,quin id ſolus,at luopte (gaiunt)
Marte præſtare poſlit, fed hoc ideò facit,
tum vt beneficium coarctet,ac coanguftet
magis, dum eius conferendi poteltatem
ad alterius transfert libidinem ; tum ve
ſuo pleniore demereatur obſequio , dum
illis inuitis, ac incóſultis nihil eorum quo
rum authores fuerút mutaturum fe often
dit. neque enim in eo parum fibi placent
quod vident vitæ ,neciſque Gbiin homines
poteftatem eſſe attributam , quodque vla
ciſcendi'nifi is quéipſi ſtatuerint finis, mo
dulg;nullusalius fit futurus. Rurſus quod
niſi reintegra , id eft nec corpori à Medi
co , nec animæ à presbytero quæſita adhuc
medicina negat fe falutem afferrepoưe,hîc
quoque per fraudem , & malitiam fingitur
aliquid , neutrum enim probabilem cau
fam habet eum à tali fanationis officio re
munerandi , Id igitur potius à zelotypia
eius eſt ,qui veretur ne eius beneficij gratis
extinguat,quæ præceſſit curatio , cui fortè
accepta referri poſſit ſanitas : Tum cautio
eſt maxima illis eam opinionem ingenera
re, qui ſe faſcino in morbum conie &tos pu
tant,non effe ad diuina aut humana reme
gia confugiendum , fi veliąt conualeſceron
OPPONE
 DAEMONOL ATREI AI SAI,

omnemque valetudinis ſpem iam tum cen

to deponendam effe , cùm ad illa vel ſola
mente, & cogitatione conuertitur. Etom
nino ſemper cauſa aliqua ſubeſt neſuorum
miſerationi, fi quę aliquando cos mouet,ac
cedat atque indulgeat. Tertium quod pre
texitur ei rei impedimentum eſt reatus, &
in carcerem incluſio: Quod equidem verú
non negauerim ', ſi modò fontes in ea funt
conditione, vtadmifforum confellione, ac
pænitentia Demonem ſuum á ſeamoue
sint,tum cnim fra &to fædere,cuius legibus
conitabat ea ſanandi per alienos à naturą
modos poteſtas,certum eft & ipſam pror.
fuselanguiſſe, atque euanuiſſe . Cuius rei
lögè maximam fidem facit, quod qui in eo
funt ftatu , nullam , etiamſi percupiant, in
commodandi,nocendique facultatem ha
beant,non ipfis quidem tortoribus , à qui.
' bus quæftionibus excrcentur . Tum facto
ipfo fæpè eft comprobatum ,& quando ex
periundæ eius rei gratia ludices , vel ſolo
rutii , aut voce illos manu fua mififient,a
uolaſſe Itatim , acſtupēda multa quaſi poſt
liminio in Dæmonis familia regreſlos edi.
diſſe. Quod li peruicaci cộtumacia crimen
ſuum denegare perſtiterint , nec diſertis
adhuc verbis,vei moselț facere,qui relipue
runtDemoni ſocietatem ,amicitiàmguere
nuntiauerint, vel potius eius imperiú eiu
rauerint,iugumą; excuflerint ,crediderim
equi.
 LUERIT 349
equidem falfum effe quod fic autunätde.
fijffe ſe quicquam amplius eius auſpicijs
poffe :maximeque ſi hoc agitur, vt quem ſa.
nitati reftituant.Nam & vin & ti, & in carce
rem conditi ab co fæpè inuiſuntur, in ſpem
Jibertatis eriguntur,confilio iuuantur,ofs
ficio ſuſtentantur:Eromnino tam fauente,
æquum , indulgentem , opitulentemque in
omnibus habent,quàm vnquam anteà ha
buerunt, fic vt verifimile non lit denega
turum valetudinis curationem , fi cuiquam
illam poſtulent;ac adeò tutum fit poftula
TO
re: Impediri autem vinculis ne adhibere
poſſit ,ſtultum fit dicere,cùm ipfe non vin.
ciatur, ac conftringatur, ſed,cuius ope ni
20
hilindiget,fortilegus. Et reladeò falutari
nemo fit ludicüm quimoram ,impedimen
tumý afferre cogitet, fiid eius fit arbitrij .
M Nicolaæ Noreliæ 9. pater fortilegij reus
O caufam in vinculis dicebat: Ex illius fortè Serre Ilie
verbiš in eius criminis ſuſpicionem addü- Cal. Februas
&a eft & filia , quam obid apparitor, quitú " 87.
præferis erat , Iudiciſuadebat vi compre.
hendi iuberet. De hoc Demon Moreliam
tum adhuc liberam facit certiorem , atquc
vt id damno aliquo in apparitorem vindi,
caret,ad hortatur fe cius rci prouinciam li.
benter ſuſcepturű eſſe, li demandaret: Nec
mora vt affenfa eſt, aduolauit is ad appari .
toris çdes acibi nactus eius vxorem infart .
tiants focum mammas præbétem , eas pula
ücre
 DAEMONOLATRET AL SA

uereadeò virulento ceu.tranſiens fuffudit,

ytinde exucca,experſở;la& is prorfus fie
tet. Cuius rei cauſam facilè fufpicatus ap
paritor , Moreliam iam tum cuſtodiæ tra
ditam adit,ac placatam libo, & è milio iure
condito rogat; vt,fiquid ad hanc rem opis
afferre poffet ,id non grauatè faceret, vicif
ſimcuraturum ſe , ne quid illi ad toleran
dam vită deeffet, tantifper dum maneret in
vinculis,ac deinde foras ſe eiecit expectás,
ecquid illa ſuper ea re conſilij caperet. Suc
cedit confeftim Demon ,multaque cùm il
la iurgatus propter collatos cum apparito
Te ſermones,tandeexorari ſe finit eius vx
oridenuò vbera lade, vel fi vellet ad rediú
diftenderentur; Quod & non multo poft
clàm illato in ea puluere albo pręſtitit.Ca
to. tharinaOcrearia to aliquando fua fideam
Nancxij.
AA. 158 pliata ; ac denuòtum ex nouis fufpicioni
bus,tú ex Sereniſimi Principis noftri, qué
præſens de töro hoc negotio haud diſfimu
lanter commonefeceram , diſertiſſimoque
mandato ad vincula reuocata , cùm vni ex
teſtibus quibus committebatur brachium,
1 quod illi,antequam in carcerem reuocare.
tur,mala ſua arte perculiſſe, ac debilitaſſe
ferebatur,manu violentius céu irata com
prehendiflet,euenit magna omnium , qui
tum aderant , admiratione, vt id momena
to ſanitati reſtitueretur. Quodque captum
to fine vllo officia plures ante menfes fue
 LIBER 111.

fat,id ftatim vegetum ac ad priſtinas, folis

taſque ompes functiones promptum , atqs
habile efficeretur.Et certè ei cu Magiſtello
Juoad extremum benè conueniffe fufpicio
inde fuit maxima quòd hūc ſæpius à ſe aba
legare monita id facere detrectalet , cau
fans nihil effe neceffe eijcere quem non an
tè admilfſes.Extiterunt &alia quę herbas ,
balnea,vn & iones , aliaque id genus præce
perint ,quęægris adminiſtrade fruftra non
fuiſſet.Poftremò & minuunt eiufmodi fac
nationis beneficium vel morbi perpetua
reliquiæ ,vel eius in alterum læpè etiá cum
grauiore dolore accruciatibus tranſlatio .
Nempe hoceò redit , quod iam izpiusdi
&tum eft, vt integram prædam nunquam
Gbide manibus eripi patiatur Dæmon ,led
delibatum ad minus quid fuperelle opor
ret , quod ei cedat in nauatæ operæ pre
dium ,ac mercedem : Siccùm alicui ex pacto
miniſterium fuum , atque operas locat,
quam etiam ob cauſam familiarem , atque
36
afliduum vulgus vocat , hoc prçcipuè in le
ge locationis cauet , vt aut certum fit tem
pus , intra quod doming alteri ſe ille attres
buat, aut fibi fit in eum quæ velit pro libi
dine agere. Qua neceflitate cùm patrem
illis Germani,de quo ante in Mallotijuchi
ftoria memini, præcisè obftrinxiflet,nec is Cap.g.lib .
taméinſtante die, quo implenda erat códi
tio , reperiret in qué ſe tam lepido famulo
EXO
 352 " DAIMONOLAT RELAX $ A O.
exoneraret:nouiſſimè &coa&us eft cum fi .
Jio vnico campeftem , perniciemgue com
municare, à quo repetendum pactum , ac
de nouo ineundum fçdus fuit, ſed breuior
dies in eius conditione eft di & us ,ac conſti
tutus : vt eo imminuto temporis fpatio ,ac
deinceps alio qui poftremusſe in illa retia,
plagaſque conieciſſet, ijs inuolutus periret,
prædaque venatori fieret.Quod & ita Ger
mano illi euenit. Nam cú miſer neminem
nanciſci potuiffet , qui că ab illa velutiſta
tione,atque excubijs eximeret : ne ipſum
quidem Mallorium , quideea re ſpem illi
aliquam iniecerat, ad extremum cùm per
Italiam vnà cum hero viam haberet, equo Ĉ
nec ceſpitante etiam vigilans prolapſusar
que extinctus momento eſt.

QVOD EXTREMVM ESSE POTEST

post exactam per omnefielus , impietatemqúe
vitam mors propria accerfira manu ad id De
mones ſeduld ſuoshortari, atque impellere: mas
ximè vbiillis indicij periculum imminere vident.
Sed hoc tam crudele mentis confilium Deum fua
benignitate, clementiaque fepè coxfringere, ac
contrà potius adpænitentiam ſalutarem cos ade
ducere.
CAPVT V.
Atentur omnes qui fe in poteſtatem
Dæmonis permiſerunt, adeò libi eſſe
F
apud eum inclementē, atque iniuſtam
ferui.
 1 I BÉ Ř iii.

feruitutem ,vt fæpè animum fubeat eiusiu

gum excutere , ac ad priftinam libertatem
contendere, ſed eum ſedulò obftare; nefa
ciát ſola ad id reli&a illis via ,& fibi ipſi ma.
nu fua vitam exhauriant. Ergo tum eius ty
rannidis tædio, tum ſcelerum conſcientia ,
fæpè etiam metu grauioris fupplicij, quod
eius criminis manifeftos indubitanter ma
net,mortem fibiipfi conſciſcunt, alij qui
dem ſuſpendio, alijvulnere,alij in fluuium
vel puteum praecipitatione, alijälia aliqua
via :quæ certè nunquam nôn eſt in procli
üi, quoties id ita facere in animun ſuũin
duxerüt: Imò tam fubita,repentinagmors
eius facinoris molitionem confequitur, ve
nullum ſatis promptum ab occurrentibus
impedimentum contrà afférri poſſit:Adeò
Demon , quem in hocadniti certū eſt ; rém
totam vrget, atque approperat.Quod & 0
mnino indubitatum facit ipfe vix credibi
Jis patrandi eiuſmodi facinoristtiodus: Si
quidem memini videre me fontis cuiuf.
dam (ei Sedenario nomen fuit) cadauer,
cui collum tantum religatum eſſet ad os in
parietem nőadeò tenaciter defixum tenui
ex indufio faſciola putrido ftamine intera
texta , genibus in terra penèinflexis, ac de
uolutis. At id ita pofitum tam commode
ſua anima defun & um fuerat, quàm ſi è tra
be fublimi canabea , validaque refte innea
kum pependiſſet,ac carnifex aliquis haud
Ž ſegais
 DAEMONOL ATRET AL SAGA

ſegniter operi manus admouiflet. Et pleri

que omnes, quific vitam deſerút, fimilice
leritate,ac facilitate pereunt.Non eft tamé
miſeris illis perpetuò idem , qui modò di
& us eſt,virže exitus, calamitatumquefinis;
fed vt eft diuini paſtoris ineffabilis benig
nitas,& clementia,abductas à lupooues ſem
pead ouile reuocat,denuogue cæleſti gra
mine paſcit,ac recreat. Hinc adeò eft , quod
fimulac in vincula ſunt conie & ti admiffos
rum confefliones non eò vſque differunt,
dum tormentis ab eis exprimanrur , fed
fponte & cum magna animi alacritate ex
ponunt, læti ,vt aiunt, fibioblatam efleoc
cafionem , qua poſſint leui miſerrimæ vitæ
diſpendio tantam à fe calamitatem æter
num depelfere.Ioanneta Gallæa i amplu
dehoc documétum reliquit , cùm fupplex
dicis.n . à quæſtore efflagitauit, ne meritas à fe pe
Nou.1586 . nas longiùs traheret , fe enim eas æquilli
mo animo paratam dependere, vream im
pietatem ,quam fummam in Deum admi
ferat citiùs poſſet expiare . Nicolæa More
2. lia 2.ab eo tempore , quo crimen ſuum lu
Serra,14. dici retexit, non ceffauit fe beatam prædi 1
Cal. Febru .
care , quæ fic feve ve anteà poffet Deo aſſe
1587 rere ab omni Dæmonis feruitute liberam :
Iamque triennium perpetuum hoc libi in
3.
Paracuric animo fuiſſe facere,fed non quiuiſſe ,neac
3.Non Febr. tentare quidé,adeò tenax eſt ſuæ prędę ar
1587
chiplanus ille. Catharina Latomiaz Mari
chenlis
 LIBER itt. 355
chenſis no negabat, quin eſſet pro tãtis ſuis
flagitijs extremas penas merita,tum Iudicis
etiã ſummā indignationé:fi quis tamen gra
tię locus fupereffèt , hoc folum fibi adijci
poftulabat, ne mors vlteriùs differretur,
quo ſe quàm citiſſimè fiftere poſſet proeius
Iudicis tribunali,in quo fpem ſuam omné
poſitam habebat: Sibi enim vel grauiſſimo
operi iam effe animam.Idatia Miremonta
na 4.obnixè Iudicem rogabat, vt ſe quàm
citiffimè morti addiceret,neque enim etiã . prid.
Prænæij
Cal.
fi vinculis abfolueretur , liberum vnquam Aug 1988,
futurum ,vt reſipiſceret , ac ad meliorem
frugem ſe recipert , quod Dæmoni fidem
ſuam obftrinxiſſet , quam vii importunil
fimo creditori quin exolueret,defugere
ú nó poſſet, quamdiu in vitamaneret.A pol
I lonia à Freiſſen 5. morte ſibi gratius nihil Freffenija
contingere poſſe aiebat, quo tandem ſcele- id . Aug
1 ratiffimæ fuæ vitæ finem aliqué inueniret : 1586.
Neque enim ab iniuria & maleficio quoad
viueret,temperare poffe , quòd ad eaDemo
nem aſſiduum hortatorem haberet , cuius
etiam mandatis, atque imperio niſi morte
ſe exoluere non poſſet:Craftinusigitur illi
dies priuſquam alius eas omnes miferias
clauderet , viamque ad cæleftem patrem
aperiret, ac patefaceret. Antonia Merca
trix 6.nihil fe iam equè cupere , quă vt citif Emelijk
fimè viua in ignem ponatur, quòd id fit fe Cal.Iusta
‫او‬.
etiam iudice pridem merita . Non defunt "Sgt .
Z 2 & qui
 DAEMONOL ATREI S'AG

& qui ſe iterum ſacramento iniţiali expiari

poftulent,ratiſe ea ratione in Chriſtifami
liam rurſuscooptari poſſe. Ea de re memi
ni me videre in foánæ Granfandtex 7.per
contationibus efflagitationes ſatis multas ,
Condzij
menic lol. fed quas pius ludexmeritòderifit,ac reie
1982 cit. Quæ enim (malum ) inſania eſt id po
ftulare repeti quod & omnes fciunt ab Éc
cleſia femper damnatum, ac prohibituna
fuiſſe ? Reperit tamen is error noftra etiam
ætate ſuos defenſores,quos meritò confu
tatione dignos nemo adhuc, quod ſciam ,
exiftimauit.

IIVSDEM ARGVMENTI CVM SV

perioribus alia quadam exempla,
CAPVT VII .

Stius tam nefandi criminis fumma fæpe

ISin eo confiftit, ficut ſuperiore capite di
&um eft, vt poftquam ætatem ferè om
nem per tot impietates, ac ſcelera tradux
erunt Sortilegi,quantulum illiusfupereft ,
id per vim ſibi ſua manu præcidant,ac ſce
leratiflimam vitam tandem interitu fem
piternoabrumpant,fic vt quos vivosAagi.
tijs, cos defun & os ſupplicijs Džmonin
deſinenter exerceat. Id adeoftédit quod
Sandeodati ſequitur Deſiderij Financiji. Mandrenſis
prid. Id . facinus:Eum forcipibus candentibus inu
lal. 1931.
rendum ,ac deinde in ignem viuum deder
dum Duumuirú Nanceianorum collegiú,
ob cule
 LIBER III. 357
ob cumulatum parricidio ſortilegiú gra
uiorelententia pronuntiauerat . Id igitur
fue per Dæmonem fuú reſciuerat, quod a
lijs quibuſdam eueniſſe poſt demonftrabi.
tur,liue ipſetam horridiſceleris conſcien
tia præſagiebat,ftatuit ſpontanea,acvolun
taria morte effugere. Ergo arreptum cul
tellum , quem fortè cuſtodia incautiùs in
ciſta cum panerecondiderat,in fauces quá.
tum potuit adegit,atque ita perijt. Et hoc
atque ſuperioreanno memini plus minus
quindecim in Lotharingia fuiſſe , qui fic
duriùs vitæ ſuæ conſuluerunt, vt ſe exéplo
publico ſubducerent.Quorum ego obruç
re, quàm renouare memoriá farius elle du
xi ,ne horrore perfundantur legentiú ani
mi , G hîcrot nefandis,ac furialibus ſpecta
culis ſcenam inſtructam habeant.Conuer
tam igitur,ac traducam orationem ad ea,
quæ exitus meliores habuerunt. Neque e
nim (quod ait quidam )ferit femper, quod
cumque minatur arcus: Nec ſemper eſt in
manu Satanæ, vt homines violétia ſua quò
vule ,impellat: Vt tentet,hocpermittitur,
vt præcipiret , non ita. Hinc eſt quod non
iple deſperabundos , vel in flumina abij
cit inuitos, vel laqueis crabi annectit , vel
cultris trucidat;fed tantùm hortatur,vt id
malè ſani exequátur: His autem omnibus
fæpè intercedit, qui imbecilitaté hominú
miferetur , Deus, modò hoc, modò illud
præ.
 358 DAEMONOL ATREI AE SAG,
præſidium pro ſua fapientia opponens, vei
ſequétibus exemplis magis fiet manifeftú,
Ioanna à Banno teftatum fpontanea con
feſſione reliquit , nulla in re adeo, impor
tunum fuaforem habuiſſe Dæmonem ,quá
yt ſe aut in puteú deijceret,aut in profluen
tem mergeret, aut reſte implicaret, auto
mnino quauis alia ratione perderet. Dici
que non poſſe, quàm in co frequens eſſe cę .
perit,vbi præſenſitillam iamiam compre
henſione eſſe deuinciendam , vt qui vide IP
ret bolum ſibi è faucibus eripi: Ac ne poſt
quidem ab incepto deſtitiſſe, ſed acrius, &
maiori etiam ftudio ,acimportunitate poſto
ipſam comprehenfionem vrſiſſe id vt pere ja
ficeret:Quoque factum minus defenderet
difficultatis excuſatione,oftendiſſe în care d
ceris obfcuro angulo negle & am catenam ,
quam fi vellet poſſet collo aptare, atqueil
la fauces ſibi frangere.Eoqueiam res pro
ceſſerat, vt placeret conſilium , fed hocad
conſummationem defuiſſe , quod nihil ſeſę
offerret , vnde catena religaretur . Anne
2. Drigæx 2. idem etiam perſuadere conatus
Haracuriz erat: Nam cùm flammarum , quarum erat
4.Id.Nou .
cruciatibus interficienda , horrorem , fimul
& exempli, quod editura erat, dedecus at
que infamiam ob oculos poſuiffet, tum fa
cilè obtinebat, vt hæcmorte volútaria prę.
perteret, ſed contra præfentis mali fuga,
atqus
 L I B E R III. 319
atque auerlio quæ omnibus naturaliter in
eſt , tum fortè falutis animæ certiſſima a
miſlio ,quæ à perditiſſimis quibuſq; eriam
metuitur , animum in contrariam ſenten .
tiam diftrahebant. Ergo illud confilium
conftanter reiecit. Tale autem id erat, vt in
carceris ſuperiorem feneſtram ſeſe extol
leret, vnde paratum oftendebat præcipi
tiú .Deſiderium Guerardum 3.cum nullis
ad einſmodi facinus rationibus adducere Venezali
poffet , hocetiam ad fuafionis cumulum 13.Cal.Nom
adiecit futurum , fi fic vim ſibi afferret, vt
euaderet in Gibi fimilem Dæmonem ; in
cuius poteftate futurum effet, quæ vellet
agere : ſed ne hoc quidem illum labefa & a
I re, acà fententia dimouere potuit. Siqui
dem tot eius anteà elufus dolis , conglia
eius omnia fufpe &ta habebat, in nullaque
1
ampliusmorem ei gerere certū erat.Tum
hæc illi non placebat & nobécris tam à Diuo
ů
rum quæ prædicaturforte aliena.

VALDE PERTINACES ESSE D AE

i
monum manus, nec facileis eripi,quod femelcor
ripuerunt: Inde effe,quod non modò in vinculis;
fed & in termentis conſtitutos abnixè retineni:
neſua ſe confeßionefortilegộ, cuius accuſantur
manifeſtos faciant:actandem admifforum pece
nitentia du &ti refipifcant: fed fæpè in nihilum
illis cos conatus, atque obftacula Deo fac volen
terecidere.
Z 4 САР..
 DAEMONOL ATREIAB S AGO

CAPVT yІІІ.

Artam femel in homines poteſtatem

Pare adeo obſtinatètuetur, ac retinet Dæ
mon , yt ne conſtitutos quidem in vin
çulis,ac iam veluti in tutelam Iudicis rece
ptos manu ſua mittaſ , opegue deſtituat.
Quod etfi omnibus ,qui hæctra &tát,ita pa
làm eft,vt otioſus videri poflit , fi quis de.
hoc inftituatur fermo , non pigebit tamen
ad detegendas magis ,magisq; veteratoris
illius artes, propria quædãin hanc ſenten
tiam afcribere. Acprimum ytQuirinăXal
Slainuille? læam 1.ſtatim ac in carcerem condita fuit,
s.Cal. Maz; inuiſerit , monueritque non euaſuram il
1587. }
finc,nifi quæftionum tormentis duriffimè
cxagitatam ,atque examinatam :ferret mo
dò tacita exiguitemporis dolores , certam
poft adeſſe libertate;ſe înţerim vbi res po.
ftularet: non defuturum . Atque yt is præ
dixerat, ita illi non multo poft euenịt:Nam
dum in tormçntiserat,ac yalidè ijs preme.
batur , ille ſe eiusreticulo crinali' ſubmiſit
non ceffans addere animum , ac fpondere
iamiam adeffe cruciatuum finem.Acfifor
tè eos paululum , yt intermitteret tortori
Quæſitor innuebat, id ille præuertens ceu
à fe fa & um miſeræ illi prænútiabąt. Sed cú
iá nullus eflet dolorú modus , & ampliºto
lerari ne ab obfirmatiſſimo quidem pof
ſent,erumpens illa,Amouete me hipc , ait,
latis
 LIBER III. 361
fatis verborum hîc mihi meus dedit perfi
dus : en parata ſum verum fateri : Acficà
Dæmone, quem diſertis verbis prius abių
rare¡uſſa eſt,libera ordinerem omnem ab
co, quo ſe illiaddixerat , die recenſuit.Anna
Xallæa 2 non abſimile huic factum , toti
demų; ferè yeşbis recitauit ; niſi quod non Blainuilla
crinibus, fed imis faucibusDæmoneſuum Mart.1889a
cùm torqueretur,occlufum habuifle fe di
xit Nimirum quo faciliùs locuturæ vocem
inhiberet, fi fortè per doloris impatientiam
admiffum fateri vrgeretur . Necea res fuo
indicio illos fefellerat, quitum præſentes
affuerant : Aduerterant enim tortæ fauces
in eum tumoțem excedere , vtmentum ip
fum ſua elatione propemodum adæquare
yiderentur : Tum adeò liuore decolorari ,
vt facilệintus angorējoelle maximú conij
cerent, Eandem Franciſca Fellæa 3. neceſ- Pangzijs.
fitatem filentij libià Dæmone allatam me. Id-Nouemb
1984
morauit :ac prætereà ita occluſas ad vocem
Judicis aures habuiſſe ,cùm is primùm illam
interrogaret , vt nihilo plusaudiret, quam
fi is nihil omnino loqueretur :fed tandem
fuperata incantatione , ac veritate à ſe tor
mentis expreſſa,non ceffaſſe ab eo tempore
Dæmonem de nece illi minas intédere:Ro
gare ob id ne ſeincomitatam relinquant :
præſertim de no & c cuius lolitudo maximè 4.
ellet oportunaillius iniurijs. AnnaMore. Hadonuik
lai.3. Cal.
ļia 4.atque alij quidá aiunt, cùm in tormen . Decibiseks
zs tis ef
 362 DAEMONGLA'T R ET AE SAG .
cis eſſent non conſtitiffe propius ad feren
dam opem , quàm extremis equuleis, vnde
æquè locuturis vocem inhibebat,acfi auri.
bus ipſis fefe totum inferuiflet. Certè dici
nequit,vt ſemelconquiſitam predam mor
dicus retineat cótra ludicis artes,velexqui
fitiffimas.Quas etiã tam fæpè ſolet eludere,
vt nó pauci eo adnitente debitas ſcelerum
pænas ſapenumerò effugerent.Multi enim
( inquit Iamblichus) s . admoto igne non v
In libr.de
myftcgypt. runtur, ignem videlicet repellente Deoin
cap Miracu tus afflante: vel fi vruntur,non perſentiút,
la multa neque pungentia percipiunt, vel radentia,
Squat.
vel vlla torméta. Equidem memini videre
me quifemcl,biſue è carcere pro infontib .
dimiſsi, actertium comprehenſi demum
crimen fuum faterentur; quo nihilominus
ab initio tenebátur. Ex ijs vnus Franſciſcus
Fellæus 6. nuncfuccurrit,quicùm è capitis
Hangæij iudicio bis celata veritate , ac ſuperatistor
14. Calend mentis emertiffet :tertiò delatus ,acin noxa
Lan.1987 .
deprehenfus, feras quidem , ſed graues ſce
leris pænas confeffustandem depédit.Imò
nec defuerunt , quivim quæftionis perfer
rentinconfeſſi,ac cùm iamè reis effent exi
mendi celatum eo vſquecrimen ſuum de
tegerét. Eius rei fidem fecit annis fuperio
ribus Margareta Valtrina : quæ cùm horæ
ſpatium integrum in carnificum acerrimis
tormentis manfiffet : nec ob id durius in fe
quicquam effet locutastandem iam dimit
tenda
 LIBER III. 363
tenda accerſi voluit Judicem , apud quem
primùm obftinationis ſuæ precata veniam ,
à capite vti eam Dæmon ineſcaffet, ac dein
de per omnia flagitiorum genera exercuiſ.
ſet,arceffiuit.Non eft & illud memoratu in
dignum.quod Alexiæ Belhoriæ 7 , idem fa Blainuilla
cere cupienti contigit, ftupentibus præ ad 17. CelEsbe
miratione, quitum aderantomnibus:Cùm 1587;
enim ad eiuſmodi ſpontaneam confeffione
ſe accingeret , ac à Dominica oratione , vti
mos eft Chriſtianis,auſpicaretur ;in murú,
qué poft ſe habebat,auerfa ruit rāto impetu
vt penc & a ia multis tolléda videretur; Sed
paulatim ad fe rediés,ac deliquij caufam ro
gata : Nó videtis,inquit,ſub le & o proſtratu
carnificem , qui meinodò faucibus cópre
henſam penè præfocauit? En etiã vt terroré
yultu minaciter obijcit ,atque quantum po
teft inhibet,ne de ſe verbum vllum dicam !
Nec me nuncquidéprimùm à vero dehor
tari tentat ; nam iam cùm torquerer , in au
rem finiftram le policis inftar intulit , mo
nens ſedulò linguam vt temperarem , nec
vinci me ſinerem exigui temporis non ad
modum vehementidolore : fic vcluti ſtre
nuus pugil non conquieſcit, neque defati
gatur,dum fupereft certandicopia,atq;oc
cafio: Nec prius vnquam deſtituit ;quos ſe
mel habuit obſequentes, quàm ipfi illi, ceu
agni lupo,fuerint erepti: Quod etiam cùm
præſentit acconiectar futurü:læpe vel pram
nis
 $64 DAEMONOL ATREIAE SAO,
uis confilijs,vt cùm ad ſuſpendium ,ſponta
neamque mortem impellit: vel re,ac facto ,
yr cùm collum ipfe obtorquet,verberibuſ
ue necat :vel aliqua alia via , quæ exitium
afferat ( lino Deusauertit )anteuertit :quod
proprijs, ſuiſque exemplis alibi fuſiùs eft
demonſtratum . Aut ſi ne hoc quidem licet
at ingratum , iniucundumque aliquid fi po
teſt facit : oe omnino innocuus abeat. Sic
Haracuriæ Catharina Latomia 8. Marchenſis; etfi ea pe
4.Non.Feb rat adhucætate quæ virum ferre nó pofſet:
bis tamen in carcere ab co compreſſa eſt ,il
lius odio, quod paratam videret crimen ſư
um confiteri;ex quo etiam vitio parum ab
fuit ,quin ea moreretur. Hic mouent quæ .
ftionem ,an pa& i quo primum cum Dæmo
neconuenit fagas eo inuito poenitere por
fit : an potius ea quoad viuant feruare ne
celle habeant . Et de hoc quidem, fifenten
riam dicat luriſconſultus , pa &ta quæ turpé
cauſam continent negabit eſſe feruanda.
Sed nunc deiure non ambigitur;hocmo
L.Item el , do quæritur 9. an quemadmodum more
Ex quibus:
dus maio . militari transfugis negatú eft poftliminiú:
ita & ijs qui femel à Deoad humani generis
hoſtem deſciuerunt,præcluſus ſit omnįsa
dicus miſericordiæ Dei ; fic vtà partibus in
quas ſemeltranfiuerunt, nunquam diſcede
reliceat. Et hoc quidem qui affirmant in
de eſſe dicunt:velquòd pænitentia , quam
peccatorum remiffionem precedere opor
tet .
 LIB ER 111.
fet io, nulla vnquam ducantur : inhibente
Matth.cap.fi
fcilicet illam Dæmone, quem omnium ſua . verf.2.
rum a& ionum alliduum monitoré habent:
vel fi quæ animum fubeat ludæ proditoris
perſimillimum eſſe 11. cui admiffumt quidé Matth . cap
facinusdifplicuit :nihilominus tamen reſi 27. verf .
puit, ad Deumq; eft conuerſus: fed potius
deſperatione vltima affe & us, mortem dam
natiſſimam ſibiſua manu quæfiuit.Quod &
f
fagæ ,vt alibi di&um eft 12. fæpè faciunt.Et Libri hain
hoc quidem non ſum exagitaturus Theo cap.6 .
logorum rationibus : ſed tantùm id quod
de lagarum peruicacia , pertinaciaque ex
earum quæſtionibus non paucis comper
tum habeo le &tori communicare. Et certè
pleraſqué memini me audire , quæ dicerét
non ſemel iniceffiffe fecupidinem amolien
dorum à le fuorum Magiſtellorum : tum
quòd abijs data fibi verba iam viderent : tú
maximè, quòd eorü intolerabilis eſſetcru
delitas,atque fæuitia : non quiuiſſe tamen
ſe illis expedire: quòd ftatim acea animum
ſubiret cogitatio,adeffentcoràm , atqueid
confilium verberibus etiam animaduerte
rent.Ac fine id quidem facerent.tamen ad
irritum cecidiffe : quæ ad eam rem adhibita
ellent, remedia omnia. Agathina Franciſci
Sartoris vxor 13. cùm eam tam duræ ferui
tutis tæderet ; quod multi efficax ad id res Mert.Picces
medium eſſe,ſed impiè putant ; co ipfa tan - laguntza
dem vtidecreuit. Ergo in Saruerdea vici- išge.
RUAR
 366 DAEMONOLATRETAE SA6 .
hum oppidum proficiſcitur, iter comitan :
te Eua Albentis Vvon Kirchel filia,atqueà
loci curione fe iterum baptiſmo luſtraricu
rat,ea ipſa Eua proparentis in hoc faciente
officium : Nihilo magis tamen deftitit ne
quam ille fpiritus eam pugnis, calcibufque
pofteà impetere;ſordibus vndiquaqueob
lito ore fæedare,ac quam potuit indigniſſi
mè habere. Non inculcabo quod villæ ad
Lib.2.ca.za Ionam 14. puellulæ cuidam accidiffe iam
dixi: 1cilicet ſemelà fortilega matre malis
artibus initiatam nullis cótrainftitutis tam
fanétè informari potuiſſe:quin in ea iusali
quod ſemper libi Demon retineret,ac ven
dicaret. Nempe hæc verapridem querela
fuit, nunquam tam benè deterfum morta
rium reperiri; quin in eo contuſarum her
barum odor aliquis fuperfit. Quod ago ,fic
di& um nó intelligo : quafiChironiú, quod
aiunt,atq; immedicabile vulnus id effe exi
ftimem : Nunquid enim quicadit non ad
ijciet,vt reſurgat is ? Et quiauerſus eft,non
Hierem. S.
reuertetur ? aut quis Dominum impediets
ne foluat compeditos,illumet cæcos,vincu
la difrumpat ? Sed hoc dico Sagas maximè ,
dum ſuifunt arbitrij , id eft,nulla vrgentur
diſquiſitione, cuſtodia ,eqnuleis, celatum
quoad earum et hoctotum ſemper habe
re,mordic'tenere: Vt credá illis ab ea quæ
fic putatur carceris miſeria : etfi ne id ſem
per quidem , vemodò di&tú eſt , neceffariú
Pros
 LIBER Tir.

prorſus Deo fic permittente, acculpam eas

rum expiante falutis eſſe initium.Quemad
modum ab infen hiſimo hofte aperta Phe
ræi laſonis vomica,quam medici fanareno
poterant, eum abimminente , certaq;mor
te vindicauit : vt hic quod circumferunt no
ſtrates proverbium , fi alibi vſquam verifſi
mè poflit prædicari per infortuniú , ad fee
licitatem commodiflimam fæpè viam ape
riri . Cuius rei vel illud abundè magnum
eft argumentum,quod vno ore omnes ſage
di&titant,illum fibimiſeris libertatis diem
primum illuxiſſe, quo Iudex vim ,terroré ,
cruciatus admouiſſet: Rogare ideò vehe
menter ne ſe iudicio abfoluerét, ac rurfum
tyranno illi in feruituté traderent : Vnicú
fupereffe remedium ,fi interea dum refipif
cerent , admifforumai pæniteret , ciriflimæ
morti offerétur. Alias quas iudicio prodi
diſſet copertas,ac confeſfas, fic mul& arent;
Neque enim aliter finem fceleribus,maleft:
1 cijiớ; fuis fa &taras, vel liid maximècupiát;
adeò non ceffat luis tantiſper Dæmon im .
minere,atq; inftare , dum fune à cuſtodia il
la liberæ ,nec adhuciniuris ceu aſylo cóclu
fç,ac conftitutæ :fed hæc magis eft vt Theo.
logorum , quod iam diximus,iudicio relin
quamus , hoc modò cótenti recenſere quod
licobferuauimus.
MVLT A ESSE QVAE A NOSTRAE AET A
tis quafitorıb.cotra fortilegos,priufquă eos torme
tis ad
 368 DAEMONOLATREIAJ $ A6 :
tis adhibebant , vſurpariſolent ad impediendas
quibus tormentorum vim eludere dicuntur , in
Cantationes : fedparum laudato more id fieri,
quod fit,vteft inprouerbio, clauum claubextun
dere,malum inalo depellere:
CA P. IX.

1. Lerique (aiunt Vlpianus i. & Fabius 29

1.1. g. ini PEC fic tormenta contemnunt, vt patientia
cauſa Dc facile mendacium faciat. Quod & de Lex
Qyæft.D . na meretrice,Anaxarcho,Antiphila Cyre .
2.
Inftitut. o . nenſi; alijfque multis fcriptum reliquerunt
rator.lib.5. Plinius 3. & Valerius 4.quotidianaque adeò
cap.4 . experientia iam tritum , vulgatumque eft.
3. Verùm cùm velid à corporis duritia:velab
Li.Hift.na. animiobfirmatione fæpè proficiſci cófter :
7 cap.23. minus iam mirum ,nouumý videri debet :
4, a.4i fiquidem eo progredi poffe humanam to
Lib.8.c

5. lerantiam .EtMariuss,quiinciſicruris ve.

Plutarch. hémentiſfimos , diuturnofque dolores ta
in eius vita citus tulit : & Lacon 6. puer , cui celata ſub
IdeminLa veſte vulpecula nulla viſcerű laceratione,
conicisa. dilaniationeque, vel minimam doloris vos
pophtegm cem exprimere potuit, fatis, fuperque de
monſtrant. Atquod diſtorta,contenta,per
vim addu &a brachia, & quod de Mummos
lo præfe &to ſub Chilperico refert Grego
rius Turonenſis a póſt tergum è traberes
Li6.hiſt. uincta:vel ad trocleas exterila : fubterfixia
Franco.cas tiam ſudibusvngues nullo doloris ſenfu af
ficiantur ; ſomnumque, quinifi in quieti ca
pipo .
 LI BER III. 369

- pi poteſt ,contra fæpè concilient : học certè

omnium fidem longè vincit,ac fuperat . Et
taméres eft ficriota ,ac perfpe & a ijs, quifon,
tes,maximeque ſortilegij delatos iftiufmo .
ditormentis exercent: vtin hoc præcipua
cura incumbant , qua ratione artem arte de
ludant, clauum clauo extrudant.Ergo alijs
Cautio eft, vt à li& oribus ſublimes de domo
tollantur, acabreptiå terra, Anthei inftar ;
in carcerem depottentur. Quem morem in
vſu pręſertim habentGermani,qui vaſtum
regnum incolunt :fimili puto ratione, qua
Vogefinoftrates, præſertimą; ruſtici nup
turas,atque ad facraconnubialia properan
tes virgines validiffimorum duorum ho
minum implicatis, atque innexis brachijs
in ipſo domus limine imponunt , atque ita
ſedentes in ædein lacram efferri curant : ra.
tiomnem carminibus incantationibuſque ,
quæ fortè ad impediendum matrimo
nium poſted intercedant , ea re præcludi
viam ,atque aditum : Alijs hoc curæ eft , ve
detracta ompi vefte tunica interiore in
duant , quam vno die neuerint , texerint ac
confuerint: Namque operoſum , & diffici
le eſſe conuenit, quod tantam difficultatemi
vincere , atque expugnare queat. Sunt &
qui ab imis plantis pedum ad verticeni ca
pitis vſquedepilatos, ac deraſos tormentis
exhibeant : quòd Dæmonem in crinibus
ac pilis receptum habere credant. Quod
At laun
 DAEMONOLATRIAE SA

iam olim Domitiani Imperatoris iuffu in

Apollonium Thyanæum vſurpatum tefta
In Apollo. tur Philoftratus 8.Nam & is fibidcrin bus
mij vira.ca.3 viſiones nafcinon femel antè dixerat , fer
Lib.s. & lib.
rumque ob id ijs admoueri valdè metuc
7.cap.14 .
bat.Et non ita pridė Alexia Gallæa Betun
9. curiana 9 cùm maximè cuperer maleficia
Mirecariz
9.1d.Dcsőb. ſua quatori palàm facere, nec tamsé id pof
1883 ſet per præfentem , vt aiebat,Demoncm :ro
gauit fibicrines abſcindi,acinignem poni:
Quo fa &to coepit ſtatim omnia numerando
perceſere, quæ eius du &u , atq;aufpicio ad
mififfet. Sic fortè operum Deivbiq; amu
laror improbus Dæmon hoc illius effinge
re voluir : quod de Sampfone in Biblijs le
gitur 1o.comæ tonſura illi interdi & a fuiffe
Indira
oraculo ,fivires fibi fato attributas incolu
mes , ac faluas habere vellet:quod earum ſe
des in capillitio effet cóftitura . Non defunt
& qui inie &a in os frigida inde putět detur
bariDæmonem .RoſaGerardina1r.fatetur
In agro
uenli Sti. hac vnare addu &am ſe , vt verű fateretur,
Non.
Nouem . atiafq;oés premendi rationes ſe pro nihilo
habuiſſe.Quod fequitur iam multorum o
pinioné fua experientia obtinuit,eaq;adeò
quç magni nominis principehocipfo anno
Serræ, qui pagus in ditione eft D.Ioannisa
Lenuncuriateſtem , fpe& atoremộ habuit.
Quadrupedes conftringuntur, ac in lacum
frigida oppletum immerguntur; fi inco
lumes enatant, pro manifeftis :fin fubmer
guntur,
 LIBER 111.
372
Guntur, pro inſontibus habentur. Quod
eriam Defiderius Gandonius 12. inter a
12
lia , quæ affirmabat ſortilegorum pro- Salfurie ad
pria pro indubitato enarrauit . Qui mos Non Mart
à Saxonia 13. Occidentali , maximeque à 1588.
Vveſtphalia ad nos primùm perueniſ- Le
ſe creditur : Et anteà ij fortè illum ac conf prim
Lex titu tia

ceperant ab Illyrijs , ac Triballis . Nam & Ncapela

apud eos mulieres faſcinatrices fuiffe , quæ
ne veſte quidem degrauatæ mergi poffent,
refert ex Iligono Plinius 14. Spranger 15.Hift. nat. lii
& Inſtitoris aliud à fe obferuatum memo. 7.cap.?.
rant : vt fcilicet auerfæ ad quæſitorem ra. Tertia para
piantur. Quæfitoris fiquidem animum il tis Quaft 15
las miſeratione occupare: imo potius faſci 16 .
Plin.Hift .
hare, 6 eum vel tantillum afpe & u præuer. nat libiy
tere queant.Non minus 16.quàm qui homi cap.4.
nem videre prior occupat bafiliſcus, aute
tiam lupus :
] --lupi Mürim vidêre priøres 17. 17.
11 Quarum omnium rerum cauſam fi quis ftu Virtal
diofiùs exquirat,nonaliam puto probabi
liorem reperiet, quàm quod Dæmon tali
bus experimentis occafionem cólulto præ
bet : materiamg; veluti fubminiſtrat , qua
homines ad tencandum Deum procliuio
res efficiantur:dum fcilicet ea omitčunt, ac
negligunt , quæ ad manum ſunt remedia a
lienazinſolentia, & quæ Dæmonem autho:
tem , monitoremque potius habent ;ſe & an .1.ad cerin
turgacprobát 18. Quelongè maxima in illis & Numiesto
Aa
 372 DAEMONOLATREIAE SA G.

eſt im pietas: quamque Deus ofim dipadů

venenatis morfibus in Ifraëlitas vindican
dam cenſuit : idem niG ab ea nobis tempe
ramus in nos exemplum editurus Satanz ,
19 . qui ſerpenis antiquus eft 19 ,paratumq;ſem .
Apocal.ca per habet, quo ipficiat , venenum nos per
32. verſ 9.
mittendo, ac condonando. At, inquiet ali
quis , ifto aquæ periculo, imo laminæcar
dentis ,ignotorumg; vomerum , quod lon
gèfæuiuseſt , olim vfos füille Chriſtianos
20.
ca Menni. teſtantur facri canones zo . Etiam anteaMo
1.9 from ſes potioriem cum execratione, & deuotio
ne ijs mulieribus dari iufferat , quæ ftupri
eſſent infimulatæ ; quo rei veritas, quæ alio
1 qui in occulto erat , manfura lucem fuam
obtineret: Neque tamen quifquam eo ze
fotypiæ facrificio ( fic enim vulgo appella
bant tentatum fuiffe Deum dixit : cùm id
21.
Lib.s. ex eius præcepto eflet : vti in Numerorum
libris 21. perhibetur. Sed hoc eius ætatis
proprium fuit exemplú dure ceruicis po
pulo in adulterium ;cuius tum frequentif
fimæ erant occaſiones,pro tempore id con
22 . ceffit Dominus, qui (ve inquit D. Auguſti
Inli,Qual .rius 2 2.) nouit quid quemque pati, ac ferre
Exod.
23 oporteat.Nequetamen nuncre&è in argu
Can.Extua: mentumadduci poteft ,cùm peregrina eiuſ. i
rî depurg modi iudicia Chriſtianis prohibita fint,atq;
cli de pure interdi&ta 23.Euangelij liquidédifertis ver.
can.Mennā. bismonemur occulta,incognitaqueilli
cöruluiftico linquere : qui folus nouit corda filiorum
homes
 LIBER III. 73
hominum ,nec eaaliter rimari, atqueinda
gare,quàm iudiciorum ordo poftulat : vo
luntaria ſcilicet,aut expreſſa à reis cófeſlio
ne, teftiumque non iyre refutatorum ma
nifeftis ,ac indubitatis elogijs : Nemo enim
(inquit D. Auguſtinus 24 ) qui quod ratio
Li.r. Quri.
nabili confilio fiat habet , Deum fuum ten Gencs.9.24
tare debet. Faceſſant igitur è nobis iftæ in
quiſitiones illegitimæ ,illicitæ , ac damnatæ ,
ne meritò audiamus , quod olim à Phari
fæis Chrifto per fummam iniuriam obie
ctum eft : Nos ſcilicet no eijcere Dämonia ,
niſi per Beelzebub principem Dæmonio
rum 25. aut quod Euſebius ad Hieroclem 25 .
al ſcribens de quodam loquitur Suljove : dne Matth ca 4 .
λανύει άλλον άλλο δαίμονε, nos itidemillis arti- vcr. 24 .
bus , quas in ſortilegis damnamus , accuſa
mus,ac reprehendimus : ipfos tamen aggre
m di,tentare,ac ad pænam , luppliciumque ra
IS pere : Et quod fa & i indignitatem etiam au
get legis ,iudiciorumq ; fpecie adumbrare :
authoritate defendere ,atq; adeò poſterita
ti exemplum , documentumg ; relinquere .
Nam certè more hominum euenit, vt quiin
eorum animos publicè inualiçerror , hunc
poſteriores mordicus teneant,ac, quodlo
quútur iuris do & ores , pro vcritate habeát.
Reâi apud nos locum tenet error ( inquit 28,
Epift li zlo
Seneca 26.vbi publicus factus eſt. Epift.124
FVT VRORVM SCIENTIAM DEI ESSE
propria :fiqua porrò Demones prediti effe viden
AA 3 tut ,
 $74 DAEMONOLATREIAL SAO.
tur, vel prafenfionê tamtùm effe coniecturam ex
prateritorum ſagaci inductione: vel eorum, qua ip
k aliquando conſtituerunt facere predictionem af
feftatam : pel deniq; eorum , qui èlanginquis, va
riſque regionibus maxima celeritate canquifiue
runt, preoccupatam n priationem ,
CAP . X.
Enes vnum Deum eſſererum futura
D.lo. Chri. PH rum cognitionem , ac prouidentiá lo
fofto ho. quuntur omnes,qui pietatem aliquá colút,
mel.8, in
loan.Iraiz. ac retinenti.Et Chriſtus z.id fe fuos ambi
41.Daniel, ţioſius de inftaurandi regni Iſraëlitici tem
pore quæſtiončafferentes coërcuităịnquiés
aa .Apoft. non eſſe illorum ſcire tempora, quæ pater
cap.i. in ſua poteftate pofuiffet.Oute yop ( inquie
3. bat Socrates 3. ) χαρίζεσθαι θεοίς άυ ηγείτο του
Xenophon .
lib.4.de 37707vle di ixãvou rapwitay dux 168 nýryoap.
dict & Pindarus quoq; etfi ea vixit çtate, quęmor
fact.socra.
talium menfesprauis Dæmonú erroribus
adhucimplicatas habebat : cæcam tamen fu
turorum ſcientiã apud homines eſſe dixit,
ad eaq; folam diuini luminis perſpicacitaté
Apud.Gel. atque acumen penetrare poffe idem fen
lium Noct .tit Pacuuins 4 .
Atti.lib.14 :
fapii. Siqui (inquit) que euentura funt prauideant,
AEquiparent oxi.
Apollonius Tyaneuss.qui nihil eorü , quz
Apgd phi fcire pollenthomines , ignorare ſe profel.
. 3.
CAP.1 . ſuseſt:diuinanditamen artem omnem bu.
manæ naturæ metas excedere , & vtrüquif
piam verè ipſam noſcet, fe nefcire dixit:
Įmà.
 LIBER III.

Imò etiam 6. fe perhorrefcere, tanquam de In oratione

Dijs malè fentientes,qui quæ Deorum funt 90amad
( eſe prænoſcere audent aſſerere, lulianus Domitiaut
habuit.
quoque cognomento Apoſtata : quamuis
( inquit Ammianus 7. ) prælagiorum fciſci.
tationi eſſet deditiffimus : futurarum ta- Rerum go
men rerum euentus ſuperas poteftates fo . ita lib.zs.
las prædicere poffe.Ettamen oppleuithçe
opinio non tantùm Ethnicos, quorum Dij
funt Dæmonia : fed & Chriſtianos , qui in
vero Deo πρόγνωσινκαι προαίσθησιν agnof
cunt, vaticinijs, oftentis,oraculis,fomoijs,
ac diuinationibus futura præſentiri poſſe:
Dæmonibufque, qui ijs vulgo præeſſe cre
duntur,fatidicam vim ineſſe ,quæ rarò con
iectura aberraret.Diſerta eſt ( inquiunt qui
has tuentur partes ) in cam ſententiam D.
Baſilijoratio 8. Dæmones plerunque futu Efaiala cap.
.
ra prædicere.Item D. Auguſtini 9 eos mul 9
to antè cognita prænuntiare , quàm eue- cap. lib.
niant: vti aliquando Serapis fecit, qui ſui fi Dam.
de diuinak
mulacrum intra certum tempus euerten
dum , omnemque de cætero ſui cultum , ac
religionem cum deteſtatione abolendam
prædixit. Et Pythoniffæ Dæmon Samuelis
affimulata perſona Sauli nunciauit futu .
rum ,poftridie ve regnum , liberoſque vnà
cum vita amitteret 10. Cimoni canis ii . id
1.Reg.28.
elt Dæmon canina ſpecie ,ac forma conſpi. 11.
cuus , humana voce inter latratus loquu Plutarch .
in cinone
Cuscertiflimum præſignificauit interitum :
Damon
 376 DALMONOLATREIA SA .

Dęmo alius habitu iuuenis flaua cæſarie ap

parentis luliano 12. de quo proximè men
Zorarą
Annal.co. tio habita eft, prædixit illi in Phrygia moc
mo.3. riendú eſſe; quod & nó multo pòlt euenit ,
13.
Alia itidem ,fiad recentiora deueniendum
Aimopus
Monach . eft,Guntchrammú13. Aureliæ, aç Burgun
de gelt. dionum regem certiorem fecit non modò
Franc. libr.
3 cap. 2 2. & aoni ac diei,verùm etiam horæ , qua Chari
Greg. Turo, bertus, è viuis effet abiturus Etnunc nuper
lib.5.6.14. lapę NicolaiMichaelis14.vxoriquatriduo,
laagro Stiuſ antequã in vincula coijceretur, causā venefi
fi... Non
TH1.189 cij di& ura à Magiſtello ſuo id ita ſibi euen
turú certò admonita eft:abundantq; omni
no tú veterum ,tú recentiorú hiſtorięiftiuf
modi exemplis, in quibus Dæmonu prædi
&ą, rę atq;euentiscóprobata, confirmatay
reperiuntur.Quid ergo? noſnę įn eas angu .
ſtias iſtis argumentis , atq ;exemplis conijci
paciemur ; vt concedamus Deum nequilli
mæ omniú , quasvnquam condidit , naturæ
id communicare, quod eiusip rerum huma
narum diſpenſatione prouidentiam præci
puè oftendit,ac demonſtrat? Minimè verò;
ſed quemadmodú cæterarum , quæ in Deo
elucent virtutum vbique æmulator , atque
adumbrator eſtDiabolus:ita & hic ftrenuè ,
fivfquam vires ſuas effundit, atque expli
cat : quòd nulla adeò re magis capiantur
homines, quàm eorum , quæ impendent,
fiue bona , fiue mala fint,antịcipara, ac præ .
cepta cognitione : Tum facilis , & expor
dita eſt
 LIBER III. 377
dita eft illiad hæc omnia natura . Primùm
ab vltima antiquitate vndeincæpit rerum
omnium memoria : quarum (ve inquit D.
Bafilius) comparatione,acollatione futu
ras conie& ura nos etiam fæpe aſſequimur,
Prætereà fenſus quo præditus eſt ,acumen ,
& ſubtilitas, motus quo fertur pernicitas,
ac velocitas:Etipſa in mutandis ,variandif
que reb. prompta facilitas. Siquidem eum
morbos immittere,aërem ipſum vitiare, ac
corrumpere;homines in ſuam ſententiam
illicere ; nouas rebus faciesinducere mul
taq; alia,velad prodigium facere poſſe au
thor eft idem D. Auguftinus, ad eorum,
quæ iam extant maturam renuntiationem ,
vel quæ impendent , ac ventyra ſuntoccu .
patam prædi& ione pronum iter, facilem ,
que viam illi expediunt . Vitæ diuturnitas
primis hominib. otium feciſſe dicitur ob
ſeruandarum rerum , vnde manauitAftro
nomia , per quam regnorum euerſones,
prælia, fru & uum prouentus, morbi,atque
ijs fimilia prænoſci creduntur . Quid igitur
mirum ,fi, quipoft conditum orbem per
petuam , integram , omniſque adeò ſomni
expertem ætatem traduxerunt, Dæmones
aliquam ſibi recordatione adeò vegeta,ac
ratiocinatione libera facultaté coniectan
di comparauerunt ? Medici impendentes
morbos ex ciborum ſatietate, & faſtidio,
membrorum laffitudine,nocturnainquie.
Aas te, a .
 978 "DALMONOLA TREIAR SAG .
ke alijsque prognoſticis præſagunt, eorun ,
dem ,vbiinceſſerunt , vel pertinaciam , vel
curationem ex fudoribus , deie &tionibus,
multiſq; id getes lignis xpiriuets auguran
tur.Et hæc non multo cófidentius,cerriuſ
que iudicabunt Demones , quibusinterio
res ,ac reconditiores quæq; naturæ latebre
magis patent , quàm dies ipſe mortalibus
appetente meridie . Exterarum gentium
res geſta per equos difpofitos, alia que via
rum compendia ad potétiorum aures tam
citò fæpè perueniunt,vtincredibilis tenui
oribus videripofſit tanta celeritas , nifi eius
fidem pridem confirmaſlet experientia .
Etiam dubitamusfateri illa, quæ inremo .
tis proculoris,ac regionibus eueniunt , ea
ferè quo fiunt momento renuntiarià De
monibus poffe , quæ deinde homines pro
ſenſus ſuitarditate mirentur , actanquam
prognoftica arripiant? Nam certè illos mi
nimo temporis fpatio maxima locorum in
interualla tráicurrere poffe , alibiproprijs
ad eam rem exemplis fic eſt demóltratum ,
vt nihil nunc lit necefle idem dolium vo
luere.Quanquam fi quis quicquam preter
cà deſideret,huicabundèfatisfacere debe
ant, quæ tum Græci,cum Latiniauthores in
cam fententiam mcminerunt : Caftorem ,
& Pollucem Romę Latinorum ſtragem eo
ipſo die nuntiaſſe, quo in agro Tufculano
tjelize CiteditaEt Locrcatum is.in Crotaniatas
ad Sae
 LIBER II . 399
ad Sacram fluuium victoriam Lacedæmo ?
nem Corinthum , atque Athenas, fimul atqs
parta fuit,eſſe perlatam .A pollonium ,cùm
in A Egypto effet, nouiſfe tamen quæ Ro
mæ fiebant in exercitu contra Vitellium
Imperatorem.Rurſus 16.cùm Epheli me
ridie diſputaret, ac id temporis Domitia- Volstein
nus Romæ occideretur , rem totam quali tib.l.de
præſentem , atque ante oculos poliţā mul.
tis particulatim narrauiſle: Etatauorú no
ftrorum memoria Ludouico Galliarú re
gi eius nominis Vndecimo pro certo nun.
tiatum , vti Carolus Dux Burgundiæ cum
vniuerſo exercitu ad hanc vrbem cęſus de.
letuſque eflet.Licet enim nõminus decem
dierum itinere abeſſet , tamen poſt comper
tum eft ea ipfa hora ad internecionem cæ,
ſum Burgundionem ,qua illiid nuntiatum
fuerat.vt alia tam multa omittam , quæ pale
fim ſuperiorum temporú res geftas legen ,
tibus occurrunt . Hæc igitur conie & uris,
obſeruationibus, occupatione rumoris,viç
acceleratione , alijſque alienioribus mo
distota nititur rerum futurarum præſig .
nificatio.Non ineft certa, conftans indubi
tata,ſtabilis, firma,atque perpetua,qualem
1 in vno Deo ( cuialiud nifi præſens tempus
& nullum eſt )faseft agnoſcere. Porrò adeò
= obnixè hæc fiunt à Dæmone,velvtindead
mirationem , beneuolentiamque apud
fuos conciliet, vel vt aduerſus defe&tioner

pra .
 380 DAEMONOL ATREIAE SA .
præmonitos,atque obfirmatos habeat, ybị
ſcilicet ex vinculis de ſe reſponderecogun
tur . Nam certè plerique omnes, qui in ea
forte,ac conditione fuerunt, id ita libie
ueniffc recenſuerunt. Ianæ Gerardinæ 17.
Pangeij 11.! cùm illiceu indignabundus in carcere vit
Cal destá detraxiſſet,ac capillosdifeciſſet, nuntia.
uit futurum , vt poftridiè ad quæſtionem ,
accruciatum abriperetur.Idem fecit Fran
18. ciſco Fellæo 18.cùm fe in coruum effinxif
Ibidem 14 fet ,atque ca forma illi in carcere apparuiſ
Cal. lane fet. Tum etiam Annæ Morelia 19 cui præ
$ 594
19. terea grauiter eſt interminatus, ne ſe, con
Hadouuillę
3.Cal Dec. ſcioſue iudicio proderet. Alexia Belhoriæ
1581. 20.pridie eius diei, quo erat torquenda,fi
20 .
gnificauit adeſſe ex vrbe carnificem , qui il
Blainuillz
ad aquas 14 lam quidem indigniffimèeſſetaccepturus,
Cal.fanu." fed caueret, ne dum ſe exigui téporis cru.
1587,
21. ciatibus vulrexemptam , in fæuiſlımú, cer
Moccuriz tiſſimumque fupplicium incurreret. Acaç
meore seps. hoc quidem ficinultum laturam , ſe enim
prætereà grauiſlimè in illam linguæ hanc
leuitatem, facilitatemque vindicaturum,
Ioannes Rotarius 21. cùm eius diei fumma
luce,quo dic erat vltimo ſupplicio afficien
dus ,à cuftodia de more inuiſeretur , acro
garetur ecquid animihaberet: Satis equi
dem pro tempore, reſpódit ille ,fed fi quid
adhuc cupis de me promereri , id age pro
perè , nam hodie poitremum me vides. Ac
cùin cuſtodia, vt hunc illi mețum adime
ret,ni.
 LIBËR III. 387
P'et, nihildum fe intellexiſſe diceret, quin
integra, faluaque deberent illi effc omnia.
Netu , infitille, incaſſum verba mihi dare
conaris , qui rem ompeni à Magiſtello meo
hac nocte didicerim , ſimulq; ea, quafi præ
rens omnibus affuiſſet, prolixè recenſuit.
Eademque ipſa ,cùm aliquot poft horas ca.
pitaliter damnandus ad ſübfellia conſiſte
ret, iudicibus fuis enarrauit:Hoc etiam ad
ijciens Magiſtellum illuin ſuum fuperiori
no& e non defijfſe fecum verſari, adeò pu
fillo corpore,vt à folo digitos o &o vixexa
tare videretur ,talem Tagetem , quem haud
dubiè Dæmonem aliquem fuiſſe credipar
eft,cùm in agro Tarquinienfi terra arare
tur, & ſulcusaltius eſſet impreſſus , dere
pente apparuiffe refert Cicero 22. Nihilow
- incinuſque gladio tam oblongoſuccin & um Lib.tr DC
1 diuinities
fuiſſe,quàm fi vir effet athletico aliquo ha
bitu præditus.

OPOD DICIVM EST DAEMONES

fuis adeſſe, etiam imer ipfos Iudicum confeffus,
nemini miră rideri debere : cùm & in interiori.
busſacrarys,lociſque adeò prafentis Dei maie
ftate venerabil:bus aliquando interfusfe repe
riantur.Tum obiter recitata de ea re memora
bilis hiftoria: Et difputata quaftio, an poßimt De
mones ſe ijstaniùm , quibus videtur,alis etiam
mulris prafentibus,cos.fpiciendosprabere.

CAPVT
 JAX DAEMONOL ATREIÀE SAC :

CAPVT XI.

Vlla adeò fan & a, atque auguſti loci

cuiuſquam religio eſt, quá Dæmon
violare non tentet , ita audax, & te
merarius perrumpit omnia, dum prædami
ſuam ſectatur , mortalibuſque inlidias in
ſtruit :Intemplorum facratioribus adytis,
in concionibus factis , in Anachoritarum
cellis in corum qui mundum eiurauerunt
fodalitijs, & frequens, & affiduus ; vei qua
cius ductu,auſpicioq; ibi patrantur facino .
ra ſatisindicant Imò & auſum ſe inferre ei;
quem olim fuorum Deus celebrabat; con
uentui teſtatur lobi 1.hiſtoria , vt iam mi.
rum videri nó debeat, fi in ipfo iuris facra
rio inter medios iudicum coleſlus cum ſuis
confiftere, ac veluti vadimonium obire au .
deat.Et ea quidem ,priufquam forum ,iu
diciaque attingerem ,fæpè audiüeraṁ con:
tigiſſe : nihilque magis me afficiebant,
quàm quos nutrices vagientibus infantib .
delemurum, laruarumquc occurſationi
bus terrores afferre ſolēt: Nunc poftquam
præſens attentiùs obſeruaui omnia ,exqué
manifeſtiflimis argumentis rem totam cer
ciùs cognoui,iam fa & us cófirmatior, haud
dubitauicam quoque alijs prodere , nihil
mctamen iniquiorem , finocredant, habi.
turis, quàm habere cos voluiſſem , qui miht
inexperto olim talia garrabant. Ex multis
igitur
 LIBE * iit . $$
igitur vnum fide mea lectortibi exponam;
quiid dum quæfitoris officio fungor ipſe
oculis meis viderim . Veneficam quan
dam ( ei Aſinariæ nomen valgus ab Afina
rio marito feceratjfic premebam di& is te
ſtium , vt iam effugio , aut tergiuerſationi
locus nullus ei relinqueretur:Itaq; ob ſe id
comparauerat, vt admiffa omnia fua velle
patefacere videretur, cüifliin vultu color
ſubirò immutari,oculi in aduerſum carce
ris angulum cum ſtupore defigi, oratio,
mens denique ipſa cepit excidere . Rogo
ecquis ipfam morbus adeò repente inua
fiffet:Reſpondet ex illius anguli fuperiore
4 parte videre ſe Magiſtellúlaum manus fi
bi ferociter oftentanté,quales habent can
cri bifurcas, ac dentatas:iamque inuolatu
ro fimilem apparere . Eo oculos conuer
to: Pergit illa obnixèintento etiam digito
demonſtrare : Nihil aduerto . Iubeo tão
men præſenti eſſe animo,multa & fecurè ,
& confidenter in Magiſtelliillius contem
ptum , faftidiumýue præfatus. Ex eo igi
1 tur timore iam ſe collegerat , ac pergebat
de fenarrare, quæ antè occeperat: cùm de
Bud ex alio angulo prominenté enor.
miter aduertit,mutata iam perſona, vti qui
ſcenæ alicui feruiunt; ac re &tis cornibus in
ftru & a fronte, quafi eam illicò ijs eſſet im
periturus,ſed rurſum deriſus, ac etiam con
äitijs profciſſus abijt , nec ab eadeinceps
viſus
 384 DAEMONO LÁ TREI AE SAQ :

viſus eſt :vti ipſa iamiam ad rogum profe

&ura declarauit. Idem Vici Mediomatri
cum non multis antè annis contigiſſe audi
ueram . Et hic quidem ſeſe offert queſtio
ſua quoque digna agitatione. Cuiquamné
cæteris ,qui ſunt etiam præſentes, nihil ad
uertentibus Dæmones ſe videndos prebe
ré poffint? Nam certè nec ego tum ,cùm A
finaria illa Magiftellum ſuum adeò obnixè
confpiciendum mihi demonſtrabat, quic
quam ipfe vel intentiſſimus vidi: Etextitit
adhuc nemo quod audiuerim me in hoc
perſpicacior, quantumcumque oculorum
aciem ipſe intenderit.Quæ res aut affe &ta
tum in lagis mendacium arguit , fortè ge
ſtientibus ex eo quæſtoribus ſuis metum
aliquem ,vt eft fæpè illarum malitia ,inijce.
re,autin Dæmonibus facultatem ;vti di&ú
eſt, quibus velint ſeſe oftendendi, cæteris
quaquauerfumadfint nihil quicquam cer
nientibus.Illud neutiquam mihi perſuade
re poſſum ; qui intellexerim , imò viderim
ipfe liceo caſu commoueri ; ac percelli fa
gas, vt animaillas iamiam defedura vide
retur:Tátus in verbis ftupor,in vultu hor
ror,int deniq; corpore tremorinerat. 1
Quorumcertè illæ nihil tam bellè fingere
poterát, quin facilèfucus appareret,vthic
I omittam dicere quàm omni affeuerationê
id perftiterint affirmare inter ipfas flam
más,ac carnificum manus. Hoc magis crê
diderim
 II BİR fir.

diderim præftigias eſſe Dęmonum ,quibus

corum tantùm , quorum velint afpe& um
præſtringant;cæterorum liberum , atque
inoffenſum relinquant. Nam fi, quemad
modum Opticis placet,ita mouetur ſenſus
oculorum ,vtiaër, qui intermedius eſt ,vel
luce, vel tenebris, quam eius tvteaegtraveſſe
dicunt afficitur,vtrumque autem Dämon.
nibus promptum eft pro libidine variare
2.fi quidem ijs à Deo ieris poteſtas eſt attti ad Ephef.
buta; iam dubium nemini effe debet, quin (1.2 verſus.
quoque ſe videndi, aut nó videndi , quibus
velint,copiam facere poffint:Nam & quod
{tudendum magis eft, hoc pretereà efficiút
( inquit Lađantius 3.) vt quæ non ſunt, ſic
C tamen quaſi fint,conſpicienda hominibus lib.ir.de
* exhibeant. Quam ob caufam non ineptè Origierto
cap.is.
quidam 4.illos oculorum appellauitiludi
13
bria: Etputo inde inccepiſe deGygis an . Plato lib.z
1 nulo , Orci galea, ac virgula diuina fabu . derep.Lu
ľ las, quas tam fæpè boni etiam authotės V- of tis. Cice.li.
fici
0 furpauerunt: Imò & omnes omnino ra. Homei.
tiones, quas Albæ, vt vocant , Magiæ magi . Iliads. Zá
ftri in eum vfum à natura fe mutuari pro.aodorus
Ariftop.lv
fitentur: Qualeillud eft, quod Plinius 5. ex
ακάρνεύω
Democriti ſententia refert, de pede Cha.
.
mæleontis finiftro , qui fi in furnovnà cum Ŝ
Chamaeleontis herba torreatur, ac in paſtil Libas.co .
los conficiatur,geſtanti hoc fit pręſtiturus,
ne à quoquam conſpici poffit. Nam quod Lib.so.idê
Gellius 6. hoc reprehendit, & deridiculam cap.13 .
ВЫ vans
 DAEMONOLATREIAT SKO .

Vanitatem appellat,vixin eo excuſari pow

teft, quin derideatur ipſe, qui ignorauerit
Dainones,ecrumque ſcctatores hunc mo
rem ſem per tenuiſſe in ſuis præftigijs', atqi
incantationibus ; vt ijs externum quid , ac
quod viſum fe: i7 et, ad deludendos homi
nes obtenderent. Tum nemini fraudielle
debet,fi quid fortè inſolentiusfcribit, mo
dò grauem aliquem laudet authorem ,qua
lem certè pluribus in locis fuiffe Democri
Libr.i.de tum ait Cicero 7. Et plus etiá puto ineum
Mat Dcos. ſuperiora illa re &è admodum conuenire,
quinon alienus fuiffe feratur ab eiuſmodi
recóditarum artium cultu, ac ftudio, Nan
8 & tantum (ait idem Cieero 8 ) exrorum in
De diminat.
lib.de fpe & ioni tribuere folitus eft ,vtex folo eo
rum habitu ac colore rerű, quas terra pro
creat,vbertatētenuitatemve aëris, qui nos
ambit ,falubritatem ,aut peſtilentiam fignt
ficare exiftimauerit. Imò mutauerit in ipfa
Deorum natura , quæ prima , præcipuaque
eft apud Dæmones ſortilegis ſchola , acdi.
fciplina : Tum illud nequaquam affirmat
Plinius quaft certum , atque indubitatum ,
fed magis oftendit te pro fabula,ac menda
cio habereiftis addubitandi verbis, Sicredi
mw.Vt vt res fit , co nos quotidiana ducit
experientia,& confirmant quæ ſcriptis am
pliflimis tradunt plerique authores : Dæ
mones , cùm ſein corpus aliquod induunt,
fui tamen videndi copiam in quantumuis
magna
 LIBER III;
magna hominú frequentia ijs tantùm , qul?
busvelint,facere. A Catoptronanteia 9.ac
Gaſtromanteia ,id eft diuinationibus, quæ Wolatet .
philolog
fiunt per infpe &tum quid à puero ad id ex Iib.38.c.de
artium illarum præceptis adhibito , vel in diuinarios
aquæ ventricola amphora , vel in obiecto
fpeculo , vti Didium Iulianū aliquando fe
10.
ciſſe fcribit Spartianus 10. Nónne ſolus is
lo cius vita
puer illo etiam ,qui ſortes mouet ,ac fatigat
nihil quicquam vidente apertifſimè cer
nir,delignat,eountiatquc omnia ? Contrà
verò eyüprowac circumforanei impoſtores
nónne in frequenti hominú corona mul
3 ta oftentant, quæ aftantium quiſque certo
Ex fe videre putat , cùm illis nihil quicquam
e tale appareat? Circulatorem equeftrem
Yinquit quidam apud Apuleium 11.) infpe
Lib.de
Xiſpatam præcutá mucrone infeſto dello SA, a
rare : Illabebatur ferrá in eius fauc es, quan .
tum putabant, qui oculos in eum intentiſ
- Smèetiam defixerant:Arnonid credebat
3 ipſe, qui ſic alijscredendum exhibebat,fed
- ferrum fciebat fe in manibus fuis cótinere,
e nec alio quoquam efſe dilapfum : Id quide
multi fieri putant agilitate , dexteritateque
Manuum , qua facilè, vel minus intentis, vel
locorum aliqua intercapedine diftantibus
imponitur.Sed fæpè nil Demonum artifia
cioillud effici non poffe alibi oftendimus,
maximeque fiquid fità naturalium fenfuú
fide alicnius. Quale eft illud, quod antè
Bba dixi
 DAEMONOLATRBI AE SAA

diximus, de Germano, qui integrum fení

plauftrum vnà cum auriga, atqueequis vi
ſus eſt deglutire . Quod certè niſi cum infi
gniſenſuum corruptela, ac deprauatione
12. fieri non potuit. Plato 12. youlturen, id eſt
Lib.s. De ftupore ,ac maleficio afficere,ſtuporeģ;af
top
fe & um decipere dixit (vti Budęus in con
mentarijs linguæ Gręceinterpretatur) no
ſtri (engigner) quafi ingeniosè, ac folerter im
ponere. Nam quemadmodú ľumeri lucer
næ,vel luce Solis clariore, ac ſplendidiore,
vel denſi , atq;opacicorporis oppoſitione
obfcuratur, ſic plerunq; aeris & repavov Dæ
monum arte , quæ cuiuflibet rei fpeciem
facilèadumbrat, in tantum obtenebraturi
vt omnem omnino aſpectum intentiſfimis
etiam tollat,atque auferat. Tenebræ (in
quit Plutarchus 13. )cogunt, aggregantque
Lib.a.23. vifum ,eumque ob id hebetant,atq;obtun
plac Phil dunt ,concrà lumen diſlipat, ac diſgregat,
cap . 18. At Gſuigeneris viſus nancifcetur aérem ,id
eft remperatum ,ac moderatum , tum liber
ſuum facit,atque exequitur officium.Quæ
cum , quemadmodum nuncdi & um eſt, Dç.
monibus fæpè fintad manum ; mirum cyi
quam effe nó deber, fi imigávAY, zjxpófis il
Iorum veluti αποτελέσματα quadam arbi
trio qualifuomoderantur,actcm perát.Et
ijs quidé, quibus tantùm viſum eſt, cam ce
citatem inferunt illi, nó ſecus acqui fpecu
lo exceptos ſolis radios contorquent,acdi
rigunt
 L , BER III.
rigunt in quos volunt,atqueita in eis ocu
lorumvim ficinfringunt,vtnon magisquá
.cæci videant, atque intueantur.Iftis ita po
fitis hoc modo dubitationem relinquit , P
necfulgor,nec caligo tum , cùm hæc eueni
unt, intercedere vlla videtur, ſed vtrobiq;
aër expeditus ,ac nulla re interceptusappa
ret,vt iam minus rationes iftæ huic,de quo
quæritur,fado conueniant . Sed aliter nos
afficere Dæmones , ac commouere aliter
cauſas , quzà ſola natura ſunt comparatz
certum eſt . Vvnumquodquecorum , quæ
nobis inſunt ( inquit Proclus 14) propria
quadam conditione à Dæmonibus moue. In lib. des.
tur,atque afficitur,id eft ( vtinterpretor) mon.ca.vbi
non eodem cú illo , quem natura in rebus tria deds .
ſuis tenereconſueuit,modo,atque ordine. muisse
Et Pſellus 15. Dæmones Plutonis galeá in- fert.
dụcentes animas hominum arte quadam IS .
De Damom
perturbant , & Sophiftica fraude figuras,
colores , ac quafcunque voluerint formas
in eorum phantafiam tranſmittúr,vifague,
atque imagines ijs obijciunt. Fruſtra igi
tur quis in hoc certam aliquam cauſarun
naturalium feriem defiderauerit , fed fatea
16 .
cur neceffe eft multa à Demonibus quoties no facrifi.
( ait Porphyrius 16.)prodigiorum ſuorum cijs cap de
machinas admouent, fierià naturæ confue- fpecieb
Dem.bous.
no .
to ordinc alieniffima:Que quoq ;,puto ,cau atq; malo.
17 .
fa fuit Iamblycho 17. vr eos Deorum peo De mykt.
diſequos appellaret, quòd fcilicet in ad- Rxypt. 6.I.
Bb 3 umbran.
 DALMONOLA TROIA ! SAG.

umbrandis rebus Deos veftigijs proximè

conſequi videantur:Eft & aliud fuperiori
bus non minus validum,ad allerendam ar
guméti huiusveritatem : Sienim Demones
(vt idem Pſellus afferit)poſſunt ſein homi
num corpora inferre , atqueinſinuare,co
rum ſpiritui phantaſtico ſe vel immiſcere,
vel adiungere, vtpote qui & ipfi fint ſpiri.
tus, cui iam id fide indignum videbitur ſui
imagine, quali fortè libet poffe quoque il.
lorum , quos occupant, phantaſtan ferire,
ac pulfare: Nam & fenfa fua adeò commo
de inculcant, yt ea verbis etiam difertiffi
misin aurem infufurraile videantur. So

18. crati (inquit Plutarchus 18.) familiaris fuis

In lib.lucão genius,cum eo qua fumma cõiun&us erat
de exEpicu : amicitia colloquens : At no extrinfecus vox
Witam tran-ad eum accedebat ( ait Proclus 19 )ſed ex in
figi oon timis inſpiratio procedens,acvſque ad ſen
poffc.
1 . fuum inftrumenta progrediens : Vocem
In lib des tamen viuam, ac quafi tinnientem auribus
mima& De; fuis haurire fe fortè putabat Socrates, cùm
fria de dt. neauritiſmus , attentiflimuſque quilibet
mone io
Gratis re alius, vel fi eiadhæſiffet , quicquam exau
dire potuiffet. Quæ ſiin fallendis auribus
valet ratio ; in decipiendo quoque oculo
rum ſenſu ,cui longè omnium facillimè il
luditur, non erit minus potes , atq ; efficax:
Siquidem fenfuum omnium eadem įmbe.
cillitas eft, vbi fallaciæ intenduntur, præ
Aigiç adhibentur.Pottremò & hoc Demo
nibus
 LIBER III .

nibusin promptu eft ,ve fimul ferè appare

se aclatere poſlint , adeò vt qui ſe modo
huic videndú præbuit, alteri iamiam ocu.
los vel prom priſline intendenti nullus vi
deatur: Sicut in aëre , & aqua(inquit lambly
chus 20. )contingere cófueuit; vbi , fiue co
loré infundas,fiue figura imprimas , mox re myn.
diffundirur,atque diffoluitur,ita & in Dę. Agypt 0.A
monibus fimile quiddam acciderc ſolet:
Nain & in his figura ,colorque, & ſpecies re
rum quarumlibet citò dilabitur: Vnde pu
to latis manifeftumeft nihil lagas impone
re, cùm fic ſe fuos Magiſtellos,cæcutientib .
etiam , qui adſunt, omnibus, certò videre
aſſeuerant,nec temerè eſſe, quod eos affir
mant,ceu aduocatos officij caufa fibi adel
fe in iudicio, necab alio quoquam , quàm à
fe videri, aduerti,atqueexaudiri .
PERPERAM SENTIREOI NE
gan fænas rllas de fugiseffe expetendas: Tum
figillutim confutalarationes , quibus illi vulgo
1
fententiamſuam tuentur ,ac defendunt.
CAPVT XII.

Xtiterunt qui ad periclitandas inge.

E genijvires magis , quàm ad aliquá ve
ritatis opinionem inferendá resſum
mavituperatione dignas , maximis tamen
laudibus effcrrent. Sic Glauco apud Plato
nem i.iniuſtitiam : adoleſcés quidam apud Lib.4.devle
Philoſtratum podagram.cæcitaté, ſurdita. " Apulang
Bb 4 temi
 392 DALMONOL ATRIIAS SAG.
gem ; Polycrates Bufyridem : Phauorinus
quartanam febrim : Lucianus Paraſiticam ;
Ét tandem Eraſmus ſtultitiam in ea com
mendatione poſuerunt,vt ipfa veritas nul
la pleniorc, acluculériore oratione fidem
confirmare potuerit . Sed quiex animoid
fecerit, quo lententia fuam legentibus pro
baret , tum apertè adhuc oſtendit nemo,
quàm qui lamiarum patrocinium conten
tione etiam , quam in aliena re fieri ſoleat,
ftudio non ita pridem ſuſcepit . Sed quo .
niam & bonis exemplo nocet, & malostra
hit ad peccandum impunitatis defenfio
ne,atque illecebra , tum eciam adueſſatur
ei, quod toto hoc opere interponimus de
tam infefto,atqueimmaniſcelere iudicio,
pauca hçcçum bona illius,& fi qui funt qui
cum eo ſențiant,venia atțingenda efle pu
taui . Ac primùm quod Apologiæ ſuæ præ.
cipuum fundamentum in eo ponit, multa
ſortilegis affingi, quæ ipfi per rerum na
turam nullo modo queant excitare : vti
funt tonitrua,nimbi,procellę,turbines,re
liquæý; tempeftates, quæ manifeftè fuá ha.
benta naturalibus caufis originem , contra.
rium non vțiq; adeò inauditum , inſolenſ
que cft, quin commodè defendi poffit ſcrie
prorum,nec paucorú , nec vulgariúà mul
tis laudata authoritate , & fententia . Me

Philoårigforatur Apollonius2.vidiſſe in India Bra

CINEVITA " chmanes, quiarbitratu fuo pluuias, & fere
nitates
 LIBER III.
picates inducerent : Habuerunt & Aſſyrij
3. inter fuos Chaldæos Iulianum quendam spidan
( Is Theurgica fcripfiffe dicitur ) qui labo
rante fiti Romanorum exercitu ſub Marco
Antonio cótra Marcomanos 4. nubes pro- Dion Ne
uocauit , ynde imbres ftatim deciderent ; czus & Xi.
Arnuphus Magus A Epyprius in eo bello, philiausis
quod Romanicum Quadis geferuntimpe nini Philo
traſſe diciturMagicis fuis vocibusà Mercu. fophi Sui. V.
rio, alijſque Dæmonibus , qui ſunt in aëre, ſebius.
vt pluuiamimmitterent : quæ fic Quados
exagitauit , vt vi & oriam Romanis cedere
cogerentur. Idem deBiarmenſibus poft Sa
xonem Grammaticum refert Olaus Mag.
puss. Ij, inquit,cùm Regneri Danorum Ke
lib.4.6.1
gis impreſſionem amplius ferre non pof
fent,reſque jam, quod aiunt , ad triarios re
dijffet : cælum candem carminibusaggreſ 1
fi tantam inde copiam imbrium elicuerüt,
atque in aduerſos hoftes impulerunti vt
eorum exercitum omnem difijcerent ,ac
diſliparent.Lucius Piſo recenſer 6.Numam 6.
fæpè cantibus fulmen elicuiffe , acTullum Apud Plin .
Hoftilium , quod idem tentando ritus,cz. lib.z.ca,sque
remoniaſõueminusferuaſlet,eo i & um pe
rijſſe. Paulus Venetus author eft Tarcaros,
. quæ gens vetere Parthiam ,Scythiamý; núc
. occupat,tenebrasterris cùm volunt,ſuisin
cantamențis inducere : parumque abfuiſſc,
cùm fortè apud eos verfaretur , quin à la
yonibus eo pa &to circumuçnişętur, ac fpo
Bb liaretur.
 DAINONOL ATRATAE SAG,

liaretur. Cuigermanú eft quod Haitonus

in Sarmataruis hiſtoria ſcriptum reliquit
ex ijſdem Tartaris vexillarium quendam ,
cùm fuorum aciem inclinatam ,ac penèdif
iectam videret , hoftes tali aéris opacitate,
denſitateque inuoluiſſesc pene ad interne
cionem cecidifle Conſtantinas Imperator
1.eorum de vir 7.tefte Zonara inter Orthodoxos pijffi
Halefic & muscredidit Magicis artibus adhiberi poſo
daihem . fe fuffragia ; ne maturis vindemijs metue
rentur imbres, aut ventis grandinila; lapi
datione ipſa quaterentur.Quod pofteà dá.
natum nominatim reperitur in libris Bache
dixãoy : quia, vt notat Theodorus Balſamo
in Nomocanone,legibus puniuntur, qui e
iufmodi Magica faciunt:tametfi boni alicu
ius conſequendigratia,ac propter vbertaté
fru & uú id præftét. Siigitur ficauerti pof
funt, certe etiam excitari contraria ratione
poffe nó vtiq ; ita abſurdú videbitur . Quod
8. & Coltantius , Conftantini illius filius nó
1 Malti co . obfcurè teftatus eſt, cùm illos, qui Magicis
artibus elementa turbant,ferali peſte abſu
mendos ftatuit. Nec ab ea etiam fententia
In plal.77. alienus fuit D. Auguſtinus 9. cùm Dei per
varl.49. mifſu elementa à Magis concuti poſle per
10. hibuit:Et eiſubſcriplit D.Thomas 10. aſſe
In poftil. rens tú cogià Dæmonib.nubes in aëre : tum
fua iniobe yento impelli, ac etiam inde ignes deijci.
Quod dođè vt omnia alia quę attigit inter
pretatus eſt in ſuis comentarijsouvlážews ar
tis mi.
 LIBIR III. 395
ris mirabilis D.Petrus Gregorius 11. Tolo Lib.4.82.41
fas Iuriſconſulcus ipſe mirabilis : Et nunc nun.3 .
Plantaferax noftris maturè interfia fulcis.
Concitant ( inquit de Dæmonib . loquens)
pluuias,ventos,ac tépeftates in aere ex coa
& is fumantis terræ , fudantilá; maris vapor
ribus (nam alioqui ipfi nibil gignunt ) atq
inde componunt , eiaculanturq; ixvegias.
τυφώνας πρησήρας, multaque φάσμαλα,και ti
Swxa ,in quorum compofitione miros, vbi
fic materia fubeft, fe præbent artifices. Sed
hxcomniavel rudis antiquitas crediderit :
vel recériorú illi addu & a authoritate pro
barit opinio. Sit extremętemeritatis,ac de
mēriæ fic naturá velle Dæmonú nutu,ac vo
lútate conftriaátenere;vr illorum arbitriú
ipfaſe parare ,ac fingere debeat:ijsfaſces fic
ſubmittere, vt pluendi tonandią modú,ac
tépus ab illis accipere neceſſe habeat.At ne
mo (opinior) quivel mediocriterin Theo
logorú libris fit verſatus ibit inficiasDeo lic
12 .
volente Demones ita eiuſmoditépeftatibus Plutarch . #
permiſcere:vt eas ceua draſtiæ quædam
E. de fera num
rinnes ,ac ( quod ait Chriſippus 12 poſtq; vindicta.Ida
problc.si.
cú Baſilio13 )carnifices,ac diuinę vltionis mi 13 .
niſtriin hominum perniciem humanarúq; in cap.15.
rerum calamitate impellát,traducát atqi e kluiz ,&
pfal.78.
tiá decutiant. Notum eſt illud D. Pauli 14 . 14:
inquientis Dæmonib. attributam eſſe aëris ad Ephes
poteſtatem : Et in Apocalypfi 15. memo. 2.ca Terc
rantur acrię poteſtaces eiuſmodi preſteres , cap 14.
ac ful
 DAEMONOLATREI AR SAG .
ac fulmina molientes . Empedocli quoque
16 . apud Plutarchú 16. Dæmones cæliuagidi
In tra &t.de cuntur : id eft,vt ipfe interpretatur alibi17
vitanda v- cum aërem,qui colc ſubditus eft,occupan.
fura.
17. tes;fumma föt ait Xenocrates 18. ) maligni
Problem , tate , & nocenditum cupiditate tú audacia.
18. Hæcigitur G fic illis demandata eft cura , &
Apud eun- yeluticommiſſa procuratio exercendę Dei
dem Plus
tarch.ie in homines iræ peripfamet natura inftru
Isde & menta: iá hoc quidé minus durum ,minufq;
fuidc.
incredibile videbitur,fi quis illis in ea reco
mites ſagasadhibeat :nó vịadiutrices open
ris,ad quod patrandum , aut promouendú
Remo nefcit nihil omnino ab illis adiumen
si afferri poffe : fed vt illas Demon propen
ſçad damna,atque iniurias voluntatis con
fcientia magis ,magiſq; affines ſcelerired
dat : illis fuas licet falso in tam ardua , atquç
admiranda re vires,ac potentiam oftentet;
eas vfque, & yſque defatiget, exagitet,ac in .
grato aliquo opere faciendo exerceat.Nam
fic ſuos bcare ſolet perpetuis ærumois, la
boribus , ac moleftijs bençuolus ille Magi
Iter. Nec eius rei fidem quicquam imminue
redebet illud , quod in natura abſurdum ,
atque incredibile cenſetur:contra innatam
grauitatem ſublime efflri homines,atque
1 aéra furſum verſus perrumpere . Nam hoe
primum ingenuè fatemur , naturæ ex fele
in hæc omnia nihil iuris effe: fed ipfa etiam
inuita, ac ftupente eiufmodi prodigia , aç
POP

7
 L IBEX III. 398
portenta ſe oſtendere: vt qui velit ea ex cau
fis naturalibus æftimare nihilo plus agat,
quàm ficonetur digito ipſum cælum at
tingere. Neque enim par eſt humanaratio
ne, atqueiudicio ea cenſere , quæ palàm eft
fieri præter omnem ordinem ,atque moda
à natura conſtitutum . Simon Samaritanus
( quemadmodum Ambroſius in Hexame
ronc , & Clemens Pontifex in itinerariote.
ftantur) hoc inter alia miracula , quibuscú
Petro Apoftolo certabat, efficiebat vt pea
nisſublime in volantis ſpéciem efferretur,
Quod fpe &táteNerone fa & ú fcribit Egiſip
pus 19.ipſumą; prætereà Apoftolorú preci
bus decidiffe,& iuxta Ariciam crus alterum lib.y.co.id
fregifle.Mitto quod Pauſanias in Atticis de
Muſço poëta narrat, illum Borex dono vo
litalle :Quod de Pegaſo Argiuo Bafilius 20. 1n oratione
de Abari Scytha Herodotus 21. ac poft eu funebri
Gregorius Theologus22.meminerunt:fo . zian. Grego.Nano
fitum videlicet fuiſſe iaculari ſagittă dono 21.
ab Apollineacceptam, cú qua fimul perni- In Melpe.
ciffima velocitate transferretur.Nam fabu , mene.
22.
læ commcntum potius, quàm hiftoriæ ve- Epift. az.ad
ritatem hec habere videntur.Et li ficquidē BahliumMe
contingere potuerunt Cacodæmonis aftu ,gaum ,
atq; opera, qué impio erroredeluſam gen
tilitaté fub Apollinis , A Eoli, aliorumque
Deorú nomine coluiffe nemo ignorat.Ne
que enim id magisà veritate laborat, quàm
illud quod de Antidio TuronenſiAntiſtito
recen :
 398 DAEMONOL ATRET AL SA

recentiores ſcripſerút23.cum ve & ore Diga ,

Maral. lib .
bolo vlum ,quoRomácelerius perferretur
atq; ibi pontificem à nefando aliquo ince
pto própriſfimè reuocaret. Et vi hæc non
fint,quid amplius quærendu videtur,poft
quam fcimus hominem fpiritui immundo
obnoxium 24 diſcerptis catenis ,commi
Loca S.
Marciso nurifq; compedib.quibus vin&us erat,in fo
la loca à Satana deferri ſolitum : Imò leſum
ipſum affumptum ab eo fuiffe in fandam ci
28 . uitatem 25. & ftatutum ſuper pinnaculum
Matth . templi.Etſi enim cófultum non eft pijs in
quirere , qua rationeid ſit factum : de faxi
tamen veritateimpium ſit diſputare, quan
do ea tam diſerto Euangelijelogio conſigo
nata reperitur. Si igitur id ei aliquádo eue
nit, quiipfius Satanę vietor,atque expugna•
tor fuit, vt ab eo per aérem deportaretur:
quæ iam ad credendum tanta erit tarditas;
quæ homines illiusiniurijs fæpè obnoxios
maximeq ; qui fe voléres cius poteftari per
miſerunt , non admittat ab eo pro nutu , ac
libidine furſum ,deorfum volutari, actrāk
ferri poffe ?Denique fi ad rationem eorum ,
quæ non modò ex annalium vetuftate, fed
etiam ex recenti hominum fermone,atque
memoria conftant, hæc exquirere placet:
quid noftris temporib . vulgatius, qua ſunt
tum frequentes,ac afliduæ fagarum deea re
affertiones; tum ijs confentanea hominum
teftimonia, quinon per fomnium , aut Mat
gicis
 LIBER TIT.
gicis a&ibus auerſos fenſus, fed oculis ſuis
vidiſſe ſe illas rubibus excuſſas, vel ſummis
arborib.ac te&is perplexas hærere , vel hu
miattonitasiacere conftanti fermone affira
mauerunt ? Necid quidem in triuio confa
bulātes, fed in iure facramento fan &tiflimo
rogati, atque ada&ti, vti in fuperiore diſce
ptationenon femel eft demonstratum . Fao
ceffant igitur , qui ſic naturam rerum om
nium normam ac regulam conftituunt : ve
nihil præter eius modum ,ordinemque fue
ri poffe putent:Sic De , quictiam
Legem parifydera cogit 26 .
mamisconftringunt , potenciamquecoar-Boët i. mets
s.lib.
& ant : vtnihil plus fa & urum credat, quàm
cüdum naturam credibileeft . Hoc
quod ie

enim nimium malignè , acftolidè eft fenti

re de eius operibus:ac quod aiút.loué pror
fusorbum facere.Ego (inquit Lucius apud
Apuleiú 2 7.)nihilimpoflibife arbitror.ſed
vtcunque fata decreuerint,ita cuncta mor fib.i.de All
talibus prouenire.Nam cun& is hominibus ao aluno
multa vfuuenire mira ,& penè infe & ta : quæ
tamen ignaro relata fidé perdát. lam quod
cogitationem , cuius pænam 28.nemo pari 25.
debet folam afferrià fagis ad eiufmodi ele Ecogitatie
mentorum affe & iones cauſantur : idý; pro pan D.
alio veniæ, atque im punitatis fundamento 29 .
ftatuunt, quafi euentus rerum ( quod ait In Mitar
Cicero 29 )non etiam hominú con Glia vin
dicaridebcant :id quidem apertè eft cçcas,
atque
 460 DAEMONOL ATRETAS SAO:

atque impuras animi affe & iones contra ip:

fius Euangelijauthoritatem defendere:cu
ius diſerrillimo teſtimonio 30. ſcimus maz
30.
Šiaeth.s las cordiscogitationespeccatum eflecorami
Deo grauiflimum : vti etiam nominatim
31. poftremo Decalogi ſermone cauetur zi.
Exod.zès coſque qui mente cupida , propenfoq; ſtu
dio facinus aliquod agitauerunt, etiamſi
nihil promouerint : tamen perinde habere
excuſatos,acfiipfi nunquam quicquam ani
mo incæptauiſſent. Et omnino pari iure
conſcios,atque infontes cenfere.Acne quis
hic diſtinguat, nihil fe pæd'asillas morari,
quas Theologorú ſcholæ relinquút ſecre
tæDei vindi& z (irregularitates vocant)de
illis nunc tantùm quæri, quas legeshüma.
32. næ 32.ad exemplum trahant (ſanguinis po
Glos.& Os nas vulgò appellant) quibus omnino ang
in c.fignifi indigni, qui nihil admiſetuntipri,quod in
dehomicid.eos vt authores verè poſlitreijci:cogitatio
33 . nem énim folam nihil nocere , nifi & facta
1 fæpe: De fecutum ſit 33.nec conatum ipſum , fi nihil
verb.fignif.
34 . obeſt vnquam imputari iniuria. Eſto , lit
1.1.9. hæc aliquid humano iure 34. licitum : quod ta
autem vere mendiuino damnetur, atque improbetur.
ba . Quod
quiſque At nec defunt in iftis fan &tiones difertilli
mx35. quæ cadem feueričaté voluntate ſce
1 Quifquis leris, qua effectum puniant,Edi& o Cratia .
Ad leglul. Valent. & Theod . grauiflimè mul&tatur:
qui occaſione poteſtatis nuptias contrahe.
recum aliqua,inuitis quorum intereſt, vớ .
luerits

!
 LIRIR 111.

inetit ; licèr eas non peregerit 36. Quiemit iubita i

venenum ,vt.patridaret, quamuisnon poqua prædis
tucrit dare:pcena nihilominus tenetur, quę pe teit.cz
37
eſt legis Corneliæ de ficarijs 37. Solicitato. 11. ad leg.
tes alienarum nuptiarum 38.itema; matri Pomp de
moniorum interpellatores; etfi effe & uſce patricid. De
38 .
Ieris potiri non poffunt,tamen propter vo 1. r . de ex
luntatem perniciofæ libidinis extra ordi- trsord etia
nem puniuntur 39.Quiattentauit,nó etiam miu D.
9
tapuit facratam virginem : hoc facinus lue si quis non
te damnatur 40 Etompinein grauibus,at- didam ed
que atrocibusfatis eft ipfo fa & o initiú cria Epiſcopde
clcric.
minis mente deduxiſſe , vt ſublit pænæ ali 40
qua occafio Quæ cauſa fortaſſe fuit ob quá 1 fugitiden
brate noſtra Senatus Parifienfis fummo ſuo de verb 6
gnificat 1 .
iudicio deMaieftate damnauit virum alio
quinobilitate inſignem ; quòd de interficie
endo rege conſilium apud ſe tantùm inija
fet : cuius etiam poenitentia ftatim du & us,
ipſc de le fuiſſet indicio Quod verò tantùm
eſſe poteft fceleratæ mentis incæptum aut
cogitatio , quæ tanta humanicordis nequi
tia,atqueimprobitas, quam nó dicamania
mo agitare , concupiſcere , atque ex petere
quod cæterioés mortales horrent ,ac perti
mefcunt :aéris fonitus ,atque ardores: fatos
rum ftragem.accalamitatem :arborum ex
tremam verberationem ,ac fæpè evullio
nem :ipfamque adeò latiffimorum finium ,
atque ampliftimarum regionum deuafta
cioden , atque exitium : fed etiam manibus
Co pedibus
 DALMONOLATRLIAI San .
pedibus no &tes, & dies conari vt hæc fiant,
adeffe ,adnici,atquc fubuenire : quantum in
ſe eſt ijs , quos putanthæc omnia excitare,
Dæmonibus ; & toto deniq; impetu ,acftu
dio in hocincúbere, vt illis ſolis quam ma
ximè placeant: vel fi infenſum Deum , atq;
homines oés habituros feſciant. Hæclunt
illa cogitationis peccata ,quæ D.Bafilius 41.
la li.de vera non vt phantaſias fimpliciter; verùm vt con
virginitate. ſummata opera in animaiudicanda eſſe cé
ſet:quæq; fimul , acſe vti ignis fumo prodi
derunt ſopienda,atq; extinguenda veniút :
tanto etiam grauiore pæna, quanto lepe ta
çita plus habent in celando, quàm aperta in
committédo malitiæ. Aut fi nihilomnino
nuda conſcientia lucre debet: & fatis eft ad
innocentiam
Cacum verſare in pectore vulnus:
valeantiam omnes legum ſanctiones, quæ
prauas de Deo ,deque religione opiniones,
ſola etiam lingue profeſſione denudatas,ac
rete &tas,fæuiflimis flammarum cruciaribus
puniunt. Sit illa Imperatorunn , Iuriſcóſul
1.1. j. occi
forum .Ad torumque 42. furialis,ſangu& inaria vox,
Sc.Syllani- quz non modò fautores ſcelerum , fed etiá
an 1.vtrüm conſcios eadem pæna, fuppliciog; qua per
Adleg.po- petratores plectendos prædicauit, Rurſus
peiam.de quod obtendunt ætatis, ſexufqueimbecil
parric. f . a
Jia.de pu. litatem :quæ in cenſendis cuiuſque vitijs 2+
bl.lud in quabiliter,moderateq;attendi debeat, hua
Inſtitut. iuſque quale eſt criminis odium eorú , qua
nobis
 LIBER 111.
hobis natura tribuit, excuſatione deprecan
tur:quafi ipſa peccandi procliuitatem , pro
penſionemque vnà cum annis , muliebriq;
conditione attulerit : id quidem illi vide
rint, qui hanc naturæ ,quæ tamen omnia fa
pienter agit, dică tam grandem impingunt.
Certè necomnes, quihacfortilegij labein
ficiuntur , fæminæ ſunt & ætatis exa &tæ , ac
decrepitæ, fed & mares : licet id infrequen
tius quidéæquèGibi in hoc obfequijgenere
deuotos, addicoſque habet Dæmon. Et ſi
quæ,vt certè complures extrema fene & ta in
hoc facinore deprehenduntur : inuetera.
tum hoc malum eft , & plerumque ab ipſa
iam adoleſcentia admiſſum , & contractum .
Et vt hæc ita fint vtiipſi volunt ,quis neſcit
nullam neque fexus, neque ætatis omnino
effe excufationem aduerſus legum præce
pta 43. deli & umque nullum innoxiú præ
textu humana fragilitatis haberi 44. Di. 1 Auxilia :
ſerta ,atque aperta Domini vox eſt: Vir fiue 1. in deli
&tis Demis
mulier 45. in quibusPythonicus, vel diui norib.25.
nationis fuerit fpiritus, morte moriantur : an.
Etincantatrix in Endor 46. mulierSaulis 44.
leges reformidat, quæ capitali fupplicio c.lllud 2.9.46
Magicas artes perſequebantur;artiſở; negat Leuiti.zo.
vllam experientiam ob id dare velle. Ecce 46.
yt nullo nec ætatis, nec fexus diſcrimine, ac 1. Reg.zh
dele & u fupplicium eft in eos diuina lege
conftitutú : qui eiuſmodi veritas, illicitalai
artes exercét.In nouo inſtrumen.quodiam
Co z mitiorem ,
 404 DAEMONOLATRIIAS SA

mitiorem ; moderatioremque do & riñam

continet , tamen grauiſſimafententia pro
nūtiatur 47.eum palmitem, qui in Chrifto
loan is. non manferit ,foras eijciendum eſſe , atque
in ignem mittendum . Omnimodoid dici
de pretio tur,& line exceptione.Quod fi ius ciuile48
de public vetat nos diſtinguere, vbi lex'ipſa nondi
sem act , ftinguit: quid faciendum tandem putabi
mus in Euangelio, cuius maieftas eft fupra
Deutet. lege:cuiq; quicquam 49.veladdere, velde
Apoc.22. trahere piaculü eſt fempiternis luendú fá
marum incendijs ? Ipfæ Romanorum leges
antiquiſſimz capitali poena animaduerten
dum cenfuerunt : non modò in homines,
Só .
LL2. Andal., quieo criminctenerentur( vti Tacitus sos
factum memorat in Pub.Martium,& Pitua
nium : quorum illum conſules extra porta
Exquiliná necari, húcde faxo deijci, quòd
eſſent lortilegicoperti,iuſerunt: Et Ami
mianus Marcellinus siin Hilarium auriga ,
Lib.z6.se
tum geld. qui quòd filiú nefarijs artib. erudiendum
Mago cuidá tradidiſſet, capite iuffuseft ab
A proniano vrbis prætoreid facinus luere:
accùm etiã è lietorisà quo fuerat negligen
tiùs colligatus manib.in proximú delubrú
euafiffet,in eum nihilominus inde retra & ú
legea & um fuiſſe)ſed etiá in ipfas mulieres :
quéadmodum recenſet Valerius $ 2.de Pub
Ł.b.6.ca:3. licia, & Licinia : quibus ob eiuſmodi ma
Jeficium cum Septuaginta Romanis gula
laqueis fractçfuerunt.Nec equidé animad
perfionis
 LIBER III,

uerfionis feueritaté foliilliin foaminas ad

hibuiſſe reperiuntur : Sed Athenienſium
quoque celebratur in Lemniá fortilegam
53.
iudicium 33. præproperum quidem illud, Demofth.la
at odij quo tum in eam peltem fummo fla primacötra
grabant, nonobfcuram habens fignificatio Ariftogik
nem . Nam ad ſolá ancillæ delationem, nec
cauſa diſquiſitionem vlterius adduéta, ip
fam crudeliſlimæ morti dediderunt. Quid
Eriphila :Mycale,Canidia,Eri& ho , Saga
na ,Dipſas, relinquaque maleficarum mue
lierum , quæ fuit priſcis illis temporib . tur .
ba:num ex tot Scriptoribus , qui earú me
moriam ad hanc noftram ætatem propaga .
uerunt , quiſquam extitit adeò indulgens,
qui muliebrem ,anilemque imbecillitatem
earum peftiferæ, ac ſceleratæ vitæ vnquam
prætenderit? Agèverà demusillis banc ve
niam : quod in lubrico humanæ fragilitatis
conſtiţucæ ſuſtinerele nullo modo potuc
runt,quin laberentur :Quæ tandem inſania
eſt, id illis flagitium condonare , quo ſine
quoad viuentfeipfas cú maxima in Deum,
atque homines contumelia contaminaty
ræ? Nimirum hoc eft rabidis canibus , quas
alioqui įnſapabiles nemo neſcit,idcirco vi
tam dare : quia nulla fua culpa , ac vitio in
eam rabiem incurrerunt.Sapientis eſt (in
quit Seneca 54) non ſanos quidem ,ſed fana
biles ſergare. Neque enim bonus agricola Lib.z.de
adminicula ſupponit ijs arborib. quas fcit clementia
Ce 3 nulla
 400 DAEMONOLATREIAJ SAG.

nulla cura deprauationem ,diſtortionemg;

fuam eſſe reli &turas. Hanc verò labé, pofte
quam femelad hæſt, vix elui poſſe ,eiulţuo
durare fæpiùs ad extremum cauſam non v .
no loco ſuperius eft demonftratum.Et cer ,
tèadhuc quod fciam audicus eft ex tot mil
lib. quos fortilegij laqueis irretitos habuit
Satan,nemo, qui le aliter ijs expediuerit, ex:
plicaueritquc,quàm culpæ vel coa& a,velli
bera apud Iudicem profeſſione, acdeinde
eius morte luitione : adeò ille ſuiiuriste
55. naxeft dominus.At Imperatores 55.remiſ
Libr.3.de fionem pæne fieri vetueruntijs, quiimpu .
Epifcop.
kudicatia. nitatem veteris admiſſi non emendationi
potius, quàm conſuetudini deputarent. Et
Plato in Protagora ait non folere exigi à
fontibus pænasad vindicanda, quęid ab eis
ſunt admiſla peccata: ( quis enim id infe &tu
reddere poffit,quod fa & ú eft)ſed'demúid
fieri, vt in futurú caueatur, ne denuò is de
linquat , qui iam deliquit. Quæ igitur faris
probabilis caufa ia afferri poteft, quin eiuſ.
modixcöicipalx ,& quilicie Dæmonibus æ
ternú deuouerüt, dicaruatý;,ipfi ftatim ac
dignoſcuntur,omnib » ſupplicijsnon intera
ficiantur ?Nam certè fi quid eft ,quod publi
cè ſolicitos habet ciuium animos : quamuis
fine eiusfraude, ad quem ea res pertinet,
tolli ipſa non poffit, tamen par efthancillü
iadurá potius ferre,dum cæteris in comu .
ne conſulit,prçcipuaque ſemper debet effe
cauſa
 LIBER III.
caufa publica trãquillitatis. Hanc proprijs
xdibus diruendis , atque foloadæquandis
occaſionem volens arripuit Publicola 56.
56 .
Multi etiam magiſtratu alioqui honorifi. Plutarch, in
centiſfimo ante tempus abiere: quòd eum cius vita.
fcirent apud ſuos inuidioſum :vti deScipio 57.
Lib.z.diui
ne, & Figulo recenſet Cicero 57. Er Oſtra pat.
ciſmo 58. virtutem , potentiamg ; fuam luc 58.
rút nó pauci: quòd aliter populo ſua quies, Plutarch.de
fecuritaſque conftare poffe non videretur. Ariftide
Et reperiuntur tamé, qui verulas quotidia
na minarú iactatione terribiles , veneficio
rum , quæ deinde ſequuntur,certiſſima no
xa formidabiles : Et ipfo tandem fanatio
nis,cuius folę facultatem habere dicuntur,
miraculo venerabiles defendant : nullam
ob tot , tantaque fcelera, atque flagitia ani.
maduerfionem ,fuppliciumg; mereri. Hoc
autem quid eft aliud,niſi fi eft( quod dicút)
luporum in medio ouili arcem , præſidiú
que ftatuere ? Certè memini videre meto
tos pagos , qui de alio migrando cogita
rent,nó alia caufa , quàm quòd impunitam ,
inultámque nimia Magiſtratus indulgétia
viderent iftam in maleficis mulieribusalias
diuexandi licentiam . Sed non habeant học
fatis idoneam cauſam ad ftatuendum ali
quem iudicijs de re adeò graui modum .
Sit contra fas, legéſque conceptum apud
vulgus ex incerto rumore metum co tra.
here ; vt eius adimendi occaſione necefle
Cc: 4 fit
 408 DAEMONOL ATRIIAS SAG.
fitcuiquá vitam per ſummum dedecus eri
pere. At hîc iam quieſcat omniscalumnia
peceſſe eſt: quòd adhuc ad pænam raptum
1
neminem quiſquam audiuit, quem malefi
ciorum indubitatus cuentus teſtiū planilli
ma elogia, ipſaqueadeò ad vltimum perle
yeranscófeſsio tanti criminis manifeftum
ante non reddidiſſet. Sed iam infurgit lon
gè firmiffimum eius defenfionis propugna
1.fæpe.Dę cum : legibus nihilin quemquam vindi
Terblagoif. cariſolere,quod non ipſe voluntatę, confi.
Corngi... lioq;admiferit. Cui rci nihil æquè repuge
is net,atq; illa ,queà Demone affertur,vis e o
rum libertaci,quos licin ſeruituté abducit.
Neqz enimobícurum eſſe quibusille dolis,
machinis ,fallacijs, ac præftigijs ingruat, vbi
hoc molitur Adeò vt vix liçin cuiuſquam
poteſtate,maximeq;vbi ætas,fexus, ac ruſti
citas confilium impediunt,eiusftudijs , co
natibuſque obfiftere, Ehodum dic mihi;
vllumne niſi illo authore , atq ; impulſore
committitur Hagitium 60. Audituíne eft
Sup.. ob id quiſquam abſolutusiudicio , quod di
ceret ſe in ea cuius reus ageretur fraudem
elle à Diabolo illc& um ? Voo equidem no
mine hoc eft euertere omnem à fundame
tis do &trinam Chriſtianam : qua monemur
61.ſemper in Deum ſperare : quòd is fit fa
Cor 10. delis, nec ynquam permiſſurus, vt tētemur
ſupraid quod poſſumus. Verùm nequid
orioli ceffemus, quali fit ille häc pro officio
fecurita
 LIBER III.
fecuritatem nobis etiam incogitatibus pre
{ titurus, Imperatoris fe in hoc munustan
tum exequi velle oſtendit , vbi viciſlim à
nobis poftulat,vt eius nutn , voluntateque
pendeamus:fidei inconcuffæ arma capella
mus,intrepidi hofti obſiſta'mus 62. & quan ,
tum in nobis eſt rem ft. enuè , gnauiter. Ad phef.
que geramus. Ac quoniã ignoratione eius, 1.FC
cum quo committimus , multa fæpè pec
cantur, quòd vi& toriæ initium ab eius per
fpe & is viribus , confilijſýue ſæpè oriatur,
monet etiam diligéter qualicum hofte no
bis pugna futura lit : Nimirum cum eo qui
maleuolentia , nocendig; cupiditate,virib .
vigilantia ,aut vllo belli apparatu nunquá
deficiatur , quiq; inftar leonis rugienris fa
melici , atque oberrantis femper quærat,
quod deuoret 63 : Ac quietiam , fi quan
do vires minus proficiant , leonina pelli 1. Cor.ch ?
vulpinam affuat :Evdemonis perſona, quo
facilius imponat , adumbrans, quali qui ho.
ftium tefferas ad eos ipſos deludendos aſſi
mulant.Ecce ve tali Imperatore , tamq; fi
delibus monitis ,ac confilijs res hofti , & im
mani ,& verfuto longè à victoria abfutura
eft, fi nos nobis ipfino defimus. Etfi enim
is non dormit 6 4. Sic nec dormitat, aut fo- 64.
pore languet, quicuftodit Ifra £l 65. Quo 1. Petr . S.
65.
nyagis mirum eſt reperiri ca diffidentia, ne pralia.com
dicam impietate homines , qui dimicatióis
exitum ad eius qui laceſſitpyrum ,atquear
Ccs bitriuma
 RELAE
388 DALMONOLAT SAGE

bitrium conferant, quali neceſſe fit quiap:

petunturillicò omnes fuccumbere, vietar
que manus dare, ac nó potius credere fasfit
Chriſtianos oés Satanęteliseffe impenetra
D.Greg 29 . biles 66.nifi ipfi fpáte reli &to præſidio, ab
ie&oſ; clypeo nudi in eius arma prorue
rint,aut niſi potius volétes in eius caftra ,po
Matth . 4 fugerint.Quorſum enim Seruator 67.dum
nobis exemplo præit, Sataná impia fuaden
téabire iubet,niſvecerta fiducia idéfacere,
audeamus,perſuaſum habétes paré pugnæ
exitü eſſe na & uros, fi eius ductu atg ; auſpi
cio rem.geremus? fiq; cũ Propheta 68. ho
Ierem.zo.
fti dicemus : Vade homicida, dominusme
cum bellator fortis! fic.n.toties exclufus a .
bibit , quoties inſultus repetet, preliumque
redintegrabit , vti non lenel eueniffe mc
morant hiſtoriæ 69. cùm pios illos patres,
D.Hieron. qui in ſolitudinibus religionis ergò confi
Hilarionis debant,eius technis, & fæpè, & fruſtra ad.
De Pauli. ortus eft.Sed nihil mirum eſt , fi quos iam
Palladius.
habet aliqua ratione obaratos , tandé lon
gafænoris acceſſione, veluti obrutos ner
uo , compedibuſque ar & iffimè vincit , ac
conſtringit. Nam ferè ſtupris, libidinibus,
furtis,cædibus,alijfá; flagitijs delibutos,ac
70. delibatos 70.demum hoc fortilegij coral
Adar ca.r.
Exodiio . Jario nobilitat, fabulaque (quod aiunt)fa
Iſaiæ 6. bulam trahit, fic permittente Deo , qui pec
Ad Rom.9. catum peccato ,cæcitaté cæcitate , ignoran.
tiam ignorantia punire folet. Vt enim fibi
milio
 LIBER III.
militem ( quod ait D. Ambrofius 7 , ) elegit 7.
Chriftus : itidem Diabolus voluntarium In libro de

feruum audionatur , & fuo iuri acquirit, beata vitą.

neminemq; iugo ſeruitutis aftri& um pof
ſidet , qui ſe ei prius peccatorú zre non ven
diderit.Imputentigitur fibi, quod ficvo
lentes Dæmonum implicantur erroribus,
cùm antè à Dco deflexerint ipfi, quam isil
listergum obuerteret 72. agnoſcantque ſe 72,
iufto eius iudicio Satanç in tam duram ſer- Hoſexs
uitutem efſc condonatos , ac traditos 73 .
73.
Neque etiam iam ad illud, quod in vltima Rom.te
legitimarú defenſionú inopia vſurpari fo
let,confugiant, calamitoſos potius efle eria
gendos,ac recreandos, quasvexandos , aut
damno aliquo augendos , cum hæc miſeri
cordia in eosnon conueniat , quiin miſe
riam volentes inciderunt , quiới ( q aiunt )
aſciam crurib , fuis ipfi eliſerunt. lam quod
autumāt pactum nullum inter hominem,
& Dæmonem rectè intercedere poſſe: quia
nimirú nec iuris , nec orationis alteri cum
alterovlla eſſe queat communio,atq; ſocie
tas. Tum fi quod intercedere poſſit tantam
effe earum rerum , quæ in ftipulatú dedu
cuntur,difficultaté,abſurditaté,iniquitates
vt inde nulla poſſit valida facis oriri obliga
tio Iftę quidératióes cóuenirent,fide hog
in iureex edi&o eſſet diſceptandú : Quod
videlicet ad publicam lęgonem pertineat,
quòd turpem caufam contineat, pad cir
cumſcri
 DAEMONOL ATRILAL SAO,
3
circumſcriptionem fic malitiosè excogica .
tum,quòd nemo velli maximè cupiat , id
præftare ,atqueçfficere queat; & alia id ge
nus, quibusijs ſubuenitur , qui in captione
aliquam inciderunt. Nam excludendæ a
& ioni puto prodeflent, liquam fortè Dz
24. mon inſtitueret,vti apud Bartolum 74.có.
In qu . von. tra Virginem matrem . Sed cum tentatio
filata cora : nis,impulfioniſque via , in qua ridiculum
Chrifto . Sit neceffariam ad legitimos a&us perſona
rum habilitate conſiderarc,hoctotum ag.
grediatur facere fruſtra, atque otiosè mihi
videntur agere , quidiffentanea illa , repu
gnantia , ac difficilia in argumétum trahe
re ,atqueadducere conantur.Et, vt hçe Iu
riſconſultorum placitis,ac legibus dimeti.
75. rioporteat,fatis anteà eft demoſtratum 75.
SPEC. ſermonis vſumineſſe,Dæmonibus , quoi

doncè voluntatem ſuam ſignificant, ac in

terrogando , reſpondendoque ftipulatio
ne conſtituant. Fum fi quæ ſunt, quä vires
eius,quiea fpondet,hominis vincant,acfu
perent;qual ſupra modum , ac natura con .
ftitura in ijs præſtandis! Dæmonem a qua
ett maxima poteſtate adniti ,atquevltro o
pem ſuam prebere, Turpium porrò,atque
in honeſtorá cauſam nihilo magis hoc ne
gotium impedire, quàm latrones, meretri
çelúcà præda ,& quæſtu reuocant facinoris
76 * atrocitas,famæque pudor , acverecundia .
Væigitur illis (vtcum Elaia loquar gb) qui
Gic for
 LIXIR 11t.

at fædus cum morte percuſſerunt, & cum

inferno pactum fecerunt. Pa & un ( inquit
D.Auguftinus77. ) conftitum ex peftiferá
focietate hominum ,atqueDæmonum , pa- tib .
& um infidelis , & dolofa amicitię.Vequo. doctrina
que illis, qui adeò horrendi , atq; execran . Chriſtiaan
dicriminis odium deprecantur, penaſque
minuuntexcuſationemetus, ætatis , ſexus ,
imprudentiæ , atque aliarum id genus re
Tum ,quas ne in leuioribus quidem prére .
xere quiſquam ſanæ mentis audeat. Quid
enim hoc eft,fi non eft (vt inquit D. Paulus
78.)apertè Deum prouocare , atque impe- 95.
tere. Siquidem impium eft (aitCalliodorus 1. Cor.c. rodiny
& ad Roman
79.)Iudices illis efíe indulgentes; quoscæ cap.13.
Jeſtis pietas non patitur impunitos. Obila 79.
. re ne eiusregnum veniat , neque enim id Lihr 9. ist
ediet plach
ſtabiliri,ac confirmari melius poteft ,quàm iici tegis
cùm hoſtes eius vnà cum Satana ipforum
Imperatore proſternütur,perduntur , ob
terútur.Vbiimpius ( inquit D. Ambrofius
80.Jinterficitur, Chriftus infunditur, vbi
In lib . de
abominatio aboletur , fanctificatio conſe Paradiſo
cratur. Hominum ſecurirati, tranquillita
tique peflimè confulere : Nam ( aitPytha
goras 8ι.)οί μή κολάζοντές τους κακούς βελον- 81.
toy áãoxedstous dyabdus. Denique malum Scoquc are
bonum (quod ait Eſaias 82.) & tenebraslu , 32 .
cem dicere, omnemque omnino virtutis, Cap.s.
vitij,præmigrum ,poenarum delectum ,iu
diciumque tollere.Equidem non verebor
quila
 DAEMONOL ATRII AL SAO,
quiſim tam longo, ac diuturno' maleficos
rum examinandorum vfu exercitatus, ac
confirmatus, palàm , atque ingenuè de ijs
fententiam meá oftendere, ac ipſam quan
tum potero proferrelucem veritatis . Vi .
delicet rot isapietatibus,veneficijs,porten
totislibidinibus,flagitiofifquefacinoribus
vitam illis apertè eſſe inquinatam , ac con
tarinatam , vt è iure effe non dubitem om
nibus tormentis excruciatos igni inter fi
cere, tum vt debitis peenis ſua expient
feclera, tum alijs lint documen
to ,ac magnitudine fup
plicijcos decer
reant.

is

@OL ONIA AGRIPPINA

Typis Lamberti Andrex .

ANNO M. D. XCVL
1

1752
295667
.
 $