VERTROUWELIK
_Wetan321906
VSSEN reser
barum ‘Aan de heer V. VAN QUICKENBORNE
oer. Vice-eersteminister en minister van Justitie
UWREF.
BIJLAGEN v. de heer P. VAN TIGCHELT
‘Op basis van artikel 20 van het Koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1996
Lbetretfende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, velligheidsattesten en velligheldsadviezen is voorliggené
‘document voorzien van de vermelding ‘beperkte versprelding’. Deze vermelding betekent dat de auteur van het
“document de verspreiding ervan strikt beperkt tot de personen die bevoegd zlin om er kennis van te nemen zonder dat
leen classificatie (wet 11.12.1998) relevant is.
Mijnheer de Minister,
ONDERWERP : recente benoeming thsane HAQUACH
Naar aanleiding van de recente benoeming van hsane HAQUACH als regeringscommissaris van het
Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, menen we u te moeten informeren dat zij door
‘onze dienst gekend is in het kader van de opvolging van onze wetteljke bevoegdheden inzake
extremisme',
Meer bepaald is ze gekend omwile van haar nauwe contacten met de Moslimbroeders. Deze
coniacten tussen de Moslimbroeders en thsane HAQUACH kunnen worden gekaderd binnen een
bredere strategie van de Moslimbroeders, waarbij deze proberen te wegen op het publieke debat en
de beleidsvorming door goede relaties te ontwikkelen met invloedrike personen in verschillende
kringen van de samenieving (politiek, maatschappelik middenveld, economie), waarbij ze zelf ook
invioedrijke posites trachten in te nemen (entrisme) en waarbyj ze een brede waaier aan organisaties
en vaw's trachten te controleren of aan zich te binden —met als achterliggende doe! om geleidelik aan
hun zienswijze ingang te doen vinden en te implementeren,
We kunnen daarbij echter ook vermelden dat Ihsane HAOUACH voor zover ons bekend zelf geen lid is
van de Moslimbroeders en zef nooit de aandacht heeft getrokken omwille van concrete extremistische
stelingnames.
Verder kan ook worden aangestipt dat de Moslimbroeders bedreven zijn in het verhullen van hun ware
overtuigingen en motieven en zich naar de buiterwereld doorgaans niet kenbaar maken als
Moslimbroeders.
Het is dan ook niet uit te siuiten dat hsane HAOUACH er zich zelf niet (ten volle) van bewust is dat ze
nauwe contacten ondethoudt met de Moslimbroeders.
Wij stellen dan ook voor om de bevoegde Steatssecretaris of haar Beleidscel, net als eventueel
mevrouw HAQUACH zelf, een sensibiliserende briefing aan te bieden (ct. infra).
At. 8 extremismeVERTROUWELIIK
‘Wet 11.121998
Toelichting
Volgens informatie cie wij hebben verkregen, maar die nog verder dient getvalueerd te worden,
frequenteert Insane HAQUACH de Ligue Islamique Interculturelle de Bruxelles (LIIB), één van de
‘Yoornaamste organisaties in Belgié die gelieerd zijn aan de Moslimbroeders, en is ze bevriend met de
van de Bolgische vertakking van de Mosimbroeders.
HAQUACH is tevens gekend als de oprichtster en voorztster van het Collectif Les Cannelles (voordien
Bruxelloise et voilée), een vereniging die ijvert voor een inclusieve, diverse samenieving en het recht
‘om een hoofddoek te dragen. Volgens onze info zijn er verschillende andere eden van les Cannelles
die eveneens de LIIB trequenteren of die banden hebben met de Moslimbroeders. Daaidoor zouden
‘de Moslimbroeders (achter de schermen) een belangrijke rol spelen binnen de vereniging en mede het
beleid en de strategie kunnen beinviceden. We kunnen daartbij ook vermelden dat het recht om steeds
‘een hoofddoek te dragen één van de klassieke strjdpunten is van de Mosiimbroeders.
Context
De Moslimbrosderschap is een van oorsprong Egyptische socio-politicke groepering die wordt
beschouwd als de moederorganisatie van alle hedendaagse soennitische extremistische bewegingen,
en van verschillende terreurbewegingen. Ze profileent zich heden echter als een in essentie
vreedzame organisatie. De Moslimbroederschap is wereldwid vertakt en is ook in Beigié aarmezig.
Naast de zuiver nationale inplantingen in de Arabische wereld is ook een ‘internationale’ strekking
ontstaan, die met name sterk vertegenwoordigd is in landen met een islamitische minderheld en die
‘een eigen dynamiek ontwickelt.
In ons land kan de Liga van Mosiims in Belg (LMB) worden beschouwd als de Belgische vertakking
‘yan Ge internationale Mostimbroederschap. De LMB en Belgische Mosiimbroeders maken immers deel
uit van een overkoepelende structuur / transnational netwerk dat de activteiten van de nationale
vertakkingen en organisaties die gelieerd zin aan de Mosiimbroeders, tt op zekere hoogte tracht aan
te sturen en te codrdineron. De LMB is opgezet als cen nationale koopelorganisatie, al 2jn haar
activiteten in de praktik vooral geconcentreerd in de Brusselse regio en is de Brusselse afdeling van
de LMB, de Ligue Islarique Intercuturele de Bruxelles (LIIB), veruit de belangrikste en meest actieve
afdeling
In Europa en in Beigié stieven de Moslmbroeders op lange termijn naar de geledeljke islamisering
van de Europese maatschappil in al zijn onderdelen. Op kortere termijn is hun voornaamste doel het
beschermen en versterken van de iclamitische identteit en de maatechappesjke verankering van de
islam, die op een orthodoxe wijze wordt geinterpreteerd. De Moslimbroeders proberen zich daarbij te
profileren als de spreskbuis van de mosiims en gesprekspartner van overheden. De strategie om deze
doelstellingen te verwezenlijken is hootdzakeljk gebaseerd op politiek-maatschappeliik activisme,
lobbying en entrisme en worck aangedreven door een ‘elitaire voorhoede’ van goed opgeleide
Moslimbcoeder miftanten,
De Europese Mosiimbroeders kiezen daarbij voor een graduele en uiterst pragmatische aanpok,
waarbij ze flexibel omgaan met bepaalde orthodoxe islamitische voorschriten, hun discours
aanpassen aan hun publick en hun ware intenties en overtuigingen verbergen. Hun publiek
gecutiveerde imago van goed geintegreerde, gematigde en (relatief) progressieve ‘Europese’
moslims, staat echter haaks op hun slachtofter- en hun interne discours en hun achterliggende
boodschap dat de westerse warden en levenswize fundamentee! onverenigbaar zjn met de
islamitische waarden en regels.VSSEI
VERTROUWELIJK
Wet 11.12.1998
DATUM
Rt
Het extremistische gedachtegoed van stichter Hassan AL BANNA en de invicedrike ideoloog Sayyid
QUT, vormt immers nog steeds de kern van de ideologie van de Moslimbroeders, waarbij het
Liteindeljke doe! de create is van een islamitische samenleving en staat en waarin alle onderdelen
van de maatschappij en aspecten van het dageliikse leven, worden gereguleerd door de religieuze
Tegels en voorschriten (sharia). Dit komt meer concreet onder meer tot uiting in de verwerping van het
ssecularisme en van gelike rechten voor mannen en vrouwen, het geloof dat de islam superieur is en
dat nationale wetten en regels moeten worden aangepast aan religieuze regels en niet andersom, het
verdedigen van complottheorieén met een duidelijk antwesterse en antisemitische ondertoon, het
sympathiseren met de beweegredenen van daders van terroristische aanslagen — al worden de
aanslagen zeff in westerse landen wel steevast veroordeeld.
Het voomaamste gevaar dat, op kortere termijn, van de Moslimbroeders uitgaat is dat ze een Kiimaat
creéren van segregatie en polarisering, wat op zijn beurt een vruchtbare voedingsbodem kan zijn voor
verdere (gewelddadige) radicalsering. Indien de Moslimbroeders er in zouden slagen om zich effectet
op te werpen als bemiddelaar tussen de overheid en de islamitische gemeenschap, zullen ze deze
invioed immers ongetwijfeld aanwenden om de isiamitische identiteit te versterken. Aangezien de
Mosimbroeders voorstander zn van een meer sirikte interpretatie en naleving van de religie en ze
van mening zijn dat de islamitische identiteit en regels voorrang hebben op de nationale identiteit en
de wettelike regels, zal dit er allicht toe leiden dat de moslimgemeenschap zich meer zal terugplooien
op zichzelf en haar religie.
Opties en verdere acties
Rekening houdend met de strategie van de Moslimbroeders om invioedrijke personen te benaderen en
deze trachten te beinviceden — waarbij ze hun ideologische achtergrond en ware intenties verbergen —
stellen we voor dat onze dienst contact opneemt met de beleidscel van mevrouw SCHLITZ, teneinde
deze problematiek te signaleren en toe te lichten. Daarbij kan ook voorgesteld worden om in een
volgende fase mevrouw HAQUACH zelf te contacteren en te sensibliseren omirent deze
problematiek,
Met de meeste hoogachting,
‘Adrfinistrateur-generaal