De Arnhemse Villamoord, Minus Gewraakte Hoofdstuk

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 233

De Arnhemse villamoord

De Arnhemse villamoord.indd 1 28-11-2013 16:17:12


In de reeks Gerede Twijfel verschenen de volgende delen:
• M. de Maaré & P.J. van Koppen, Dissidente rechercheurs in Enschede. Tegenspraak in
de opsporing (2006)
• Han Israëls, Moord in Wamel. Bewijs met liegende getuigen (2006)
• Hans Crombag & Mirthe den Hartog, Kindermisbruik. Het probleem van escalerende
beschuldigingen (2007)
• Eline Havinga, Suus Hopmans, Petra Melis, Judith Vastenburg, Mara Zeeman, Hans
Nelen & Peter J. van Koppen, De dood in het Chinese restaurant. Een moord met vele
verhalen (2008)
• Hans Crombag & Han Israëls, Moord in Anjum. Te veel niet gestelde vragen (2008)
• Peter J. van Koppen & M. Vere van Koppen. De Appelschase babymoord. Een misdrijf
met slechts één verdachte (2008)
• Peter J. van Koppen, Fokke Fernhout & Saskia van Bergen. Twee maagdenvliezen.
Langdurig seksueel misbruik (2009)
• Hans Crombag, Robert Horselenberg, Peter J. van Koppen & Gwenny J.P. Zeles. Twee
mysterieuze schietpartijen. Waarom vier slachtoffers dood moesten en twee het
overleefden (2009)
• Peter J. van Koppen, Jasper J. van der Kemp & Guillaume Beijers. De Warnsveldse
pompmoord. Ofwel de Vier van Warnsveld (2009)
• Madeleine de Gruijter, Priscilla van Hal, Maaike Kuiper, Alegonda Ouwerkerk,
Carlien Zick & Peter van Koppen. De Haagse kindermoorden. Bedacht bewijs voor drie
misdrijven (2013)
• Olga Scherrenburg, Maud van Beek, Sara Jonker, Naomi Goldstoff, Manon Hardeman,
Wim Luten, Sanne Lagerweij, Anniek Luijten, Annick Diesfeldt, Abhijit Das & Peter
van Koppen. De moddermoord. Over hoe een ongeval een moord werd (2013)
• Han Israëls, Annemarie Pagano Mirani, Nienke Scholten, Willeke Spierenburg &
Erwin Wiering. De Arnhemse villamoord. Valse bekentenissen (2014)

De Arnhemse villamoord.indd 2 28-11-2013 16:17:12


De Arnhemse villamoord
Valse bekentenissen

Han Israëls
Annemarie Pagano Mirani
Nienke Scholten
Willeke Spierenburg
Erwin Wiering

Boom Lemma uitgevers


Den Haag
2014

De Arnhemse villamoord.indd 3 28-11-2013 16:17:12


Voor W.A. Wagenaar (1941-2011)

Omslagontwerp: Haagsblauw, Den Haag


Opmaak binnenwerk: Textcetera, Den Haag

© 2014 Han Israëls, Annemarie Pagano Mirani, Nienke Scholten, Willeke Spierenburg &
Erwin Wiering | Boom Lemma uitgevers

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze


uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,
of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch,
door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toege-
staan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde
vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp,
www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloem-
lezingen, readers en andere compilatiewerken (art. 16 Auteurswet) kan men zich wenden
tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus
3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl).

No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any
other means without written permission from the publisher.

ISBN 978-94-6236-351-9
ISBN (ebook) 978-94-6094-9449
NUR 741, 824

www.boomlemma.nl

De Arnhemse villamoord.indd 4 28-11-2013 16:17:12


INHOUD
1. INLEIDING 7

2. HET MISDRIJF 11
Technisch onderzoek 13
Getuigen 13
Elisa: compositietekening en herkenningen 17
Algemeen over het misdrijf 18

3. AANHOUDINGEN 21
Nevzat, Hasan, Huseyin, Ömer en Herman 22
Kemal 23
Nevzat aangehouden 26
Herman aangehouden 27
Şevket aangehouden 31

4. ÖMER BEKENT 35
Het begin van de tweede dag 38
De tweede dag – ’s avonds laat 39
De eerste fase – tot de bekentenis 40
Verhoorstrategie 50
Druk 54
De tweede fase – de eerste bekentenis 62
Een ware of een valse bekentenis? 112
Het opmaken van het proces-verbaal 118
Daderkennis? 121
Zaterdag 10 april 1999 126
De latere bekennende verklaringen van Ömer 135

5. ŞEVKET BEKENT 145


De andere verdachten 145
Şevket bekent – 13 en 14 april 1999 146
22 april 1999: het eerste opgenomen verhoor 148
Het tweede verhoor op 22 april 1999: geen proces-verbaal 150
Het derde verhoor op 22 april 1999 155

De Arnhemse villamoord.indd 5 28-11-2013 16:17:12


De Arnhemse villamoord

Het verhoor van 3 mei 1999 165


Het verhoor van 4 mei 1999 173
Na 4 mei – ook over de andere verdachten 177

6. HET STAMPROCES-VERB AAL 179

7. DE RECHTBANK 191
Onderzoek door de rechter-commissaris 191
De zittingen van de rechtbank 193
Het requisitoir 197
De pleidooien 199
Het vonnis 201

8. HET HOF 203


Het rapport van Rassin 204
Zittingen in juni 2000 206
Dave pleegt zelfmoord 210
Ook Herman bekent? 210
Latere zittingen 213
Het requisitoir 214
Het pleidooi 219
Het arrest 221

9. NA HET HOF 225

10. TOT SLOT 229


Waarom heeft Şevket en, vooral, waarom heeft Ömer bekend? 229
Waarom is deze zaak misgegaan? 235
Had tegenspraak kunnen helpen? Of de rechtspsychologie? 238
Heeft het geholpen dat de meeste verhoren zijn opgenomen? 240
Over processen-verbaal 241
Hoeveel van dit soort zaken zijn er nog meer? 242
242
244
Hoe zal het aflopen met de Arnhemse villamoord? 246

BIJLAGE MET NAMEN 249


NOTEN 251

De Arnhemse villamoord.indd 6 28-11-2013 16:17:12


1 INLEIDING

Op 2 september 1998 werd in een villa in Arnhem een 63-jarige vrouw


doodgeschoten. Het is dit misdrijf, dat de geschiedenis is ingegaan als
‘de Arnhemse villamoord’, dat centraal staat in dit boek. Er zijn voor deze
moord negen mannen veroordeeld. Het bewijs tegen deze verdachten
bestaat uitsluitend uit bekentenissen. In dit boek zal worden betoogd dat
alles erop wijst dat deze bekentenissen vals zijn. Er is geen enkele serieu-
ze aanwijzing dat deze onherroepelijk veroordeelde verdachten iets met
de moord te maken hebben. Daarmee hoort de Arnhemse villamoord in
hetzelfde rijtje als de Puttense moordzaak, de Schiedammer parkmoord,
Ina Post, de Warnsveldse pompmoord en de Zes van Breda; allemaal zaken
waarin is veroordeeld op basis van bekentenissen, terwijl er alle reden is
om te betwijfelen of die bekentenissen wel kloppen.
De Arnhemse villamoord is om één reden extra van belang. De meeste ver-
horen van de verdachten zijn op video opgenomen. Daardoor valt voor het
eerst te zien hoe het kan gebeuren dat een onschuldige verdachte bekent
en hoe de politie er vervolgens in slaagt om hem te laten vertellen wat er
tijdens dat misdrijf is gebeurd. Hoe lukt het de politie om een onschuldige
verdachte die helemaal niet weet wat er gebeurd is, toch hierover te laten
vertellen? Wie de processen-verbaal van deze bekentenissen leest, krijgt de
stellige indruk dat de belangrijkste verdachte in deze zaak beschikte over
‘daderkennis’: hij wist dingen die een onschuldige verdachte onmogelijk

De Arnhemse villamoord.indd 7 28-11-2013 16:17:12


De Arnhemse villamoord

kon weten. Op de opnames van de verhoren is te zien hoe dit kon gebeuren:
door hem steeds maar weer te laten gokken, door hem via suggesties in
de goede richting te sturen, en een enkele keer ook door gewoon voorzeg-
gen. Dankzij de opnames van deze verhoren valt meer te zeggen over valse
bekentenissen dan ooit eerder mogelijk is geweest.
Maar nu eerst even over het misdrijf zelf. Onze kennis daarover berust bijna
uitsluitend op wat daarover is verteld door een vrouw die ook bij het mis-
drijf aanwezig was en die de schietpartij op miraculeuze wijze heeft over-
leefd. De 33-jarige Elisa kwam die fatale avond nietsvermoedend aan bij de
villa in Arnhem om een jas op te halen die vermaakt was door de vrouw des
huizes, Geke. Geke was een vriendin van Elisa’s ouders. Toen er na aanbel-
len niet werd opengedaan, liep zij achterom. In de villa trof zij Geke aan,
met achter haar een man met een pistool. Geke zei dat de man geld wilde.
De man beval de twee vrouwen om naar de slaapkamer te lopen en op bed
te gaan liggen. Liggend op bed hoorde Elisa twee knallen. Ze voelde dat ze
geraakt was. Ze bleef doodstil liggen. Ze hoorde wat geloop. Toen ze na
enkele minuten niets meer hoorde, belde ze achtereenvolgens haar vriend,
haar broer en de politie. De politie was snel ter plaatse.
Elisa had, zo schrijft de politie, een schampschot aan het hoofd. Geke was
dood. De villa was zo te zien niet doorzocht. Er was weinig meegenomen.
Naast twee kogels en twee hulzen waren er geen technische sporen van
enig belang. Onderzoek naar getuigen in de buurt leverde zo goed als niets
op. Behalve het verhaal van Elisa was er dus bijna niets. Aan Elisa zijn foto’s
van plaatselijke criminelen getoond. Ook van de later veroordeelde ver-
dachten. Zij heeft nooit iemand herkend. Er is met haar hulp een compo-
sitietekening van de dader gemaakt. De compositietekening is getoond in
het televisieprogramma Opsporing Verzocht en dat was het begin van de
zoektocht naar de dader. In het volgende hoofdstuk, over het misdrijf, zal
dit alles uitvoeriger worden besproken.
Elisa vertelde dat ze één dader had gezien. Ook in de rest van dit misdrijf is
er niets dat wijst in de richting van meer dan één dader. Toch zijn er voor
dit misdrijf negen mannen veroordeeld. Volgens de politie zouden ze zelfs
met zijn elven naar de villa zijn gereden. Vijf van hen zouden naar binnen
zijn gegaan. Verderop in dit boek zal blijken hoe het de ontspoorde logica
van de verdachtenverhoren was die de politie dwong tot dit onwaarschijn-
lijke scenario.
De aanzet tot dit boek is geleverd door een van de onherroepelijk veroor-
deelde verdachten: de ten tijde van de moord 33-jarige Nevzat. Hij meldde

De Arnhemse villamoord.indd 8 28-11-2013 16:17:12


Inleiding

zich enkele jaren geleden bij het project Gerede Twijfel van de juridische
faculteit in Maastricht. In dit project worden strafzaken onderzocht van
onherroepelijk veroordeelden die zeggen dat zij onschuldig zijn. Zonder
Nevzat zou dit boek niet zijn geschreven. Dit boek had ook niet geschreven
kunnen worden zonder de medewerking van het Openbaar Ministerie, dat
de banden van de verhoren beschikbaar heeft gesteld. Wij zijn het Open-
baar Ministerie daar zeer erkentelijk voor. Maar wij bedanken vooral de
advocaat van Nevzat, mr. Paul Acda, die het Openbaar Ministerie hiertoe
heeft weten te bewegen.
De zaak is in Gerede Twijfel onderzocht door een groep van acht studenten:
Chera Boukhris, Bonnie Kamstra, Annemarie Pagano Mirani, Lara van Roon,
Nienke Scholten, Willeke Spierenburg, Moniek Weerts en Erwin Wiering.
Zij zijn begeleid door Gwenny Zeles en Han Israëls. Na afloop zijn Annema-
rie Pagano Mirani, Nienke Scholten, Willeke Spierenburg en Erwin Wiering
op eigen kracht doorgegaan. Zij hebben een eerste versie van de complete
tekst geschreven. Han Israëls heeft op basis daarvan de uiteindelijke versie
geschreven.
Wij gebruikten voor ons onderzoek het dossier op basis waarvan de rechter
heeft veroordeeld. Wij konden ook beschikken over 160 videobanden met
verdachtenverhoren. Bovendien hebben we dankbaar gebruikgemaakt van
een scriptie over deze zaak, geschreven door Hakan Külcü.1
De meeste citaten in dit boek zijn afkomstig uit het dossier, de videoban-
den van de verhoren en de processen-verbaal van zittingen van de recht-
bank en het gerechtshof. Ter wille van de leesbaarheid zijn bij deze citaten
geen bronvermeldingen geplaatst. Wie de precieze vindplaats wil weten,
moet even een mailtje sturen naar Han.Israels@MaastrichtUniversity.nl.
De tekst is in bescheiden mate geanonimiseerd. Achternamen zijn wegge-
laten. Achternamen in citaten zijn weggelaten zonder dat elke keer aan te
geven met ‘(…)’. Voornamen van de hoofdpersonen, die nog steeds gemak-
kelijk te vinden zijn in de publiciteit over deze zaak, zijn gehandhaafd. Alle
andere voornamen zijn veranderd.
Voor commentaar op een eerdere versie van deze tekst bedanken wij Hans
Crombag, Peter van Koppen, Annet Mooij, Joof Schöpping, Gwenny Zeles en
iemand wiens naam wij om ons moverende redenen niet vermelden.

De Arnhemse villamoord.indd 9 28-11-2013 16:17:12


De Arnhemse villamoord.indd 10 28-11-2013 16:17:12
2 HET MISDRIJF

Op woensdag 2 september 1998 werd de Arnhemse politie kort na acht uur


’s avonds gebeld door een man die zei dat er in een villa op de Apeldoornse-
weg een vrouw was doodgeschoten. Hij was zojuist gebeld door zijn zuster,
die de schietpartij had overleefd. Direct daarna werd de politie gebeld door
deze zus zelf, de 33-jarige Elisa. Elisa vertelde het volgende verhaal.
Zij was die avond tussen half acht en kwart voor acht aangekomen bij de
villa om, zoals afgesproken, een jas op te halen die voor haar vermaakt was
door de vrouw des huizes, de 63-jarige Geke, een vriendin van haar ouders.
Het was nog licht. Het motregende een beetje. Ze reed met haar auto de
inrit op en parkeerde voor de villa. Na aanbellen werd niet opengedaan. Zij
liep eerst rechts en toen links om de villa. Via een buitentrap aan de ach-
terkant van de villa kwam zij op de bovenverdieping bij de keukendeur, die
niet op slot was. Joehoe roepend liep zij naar binnen. Pas toen zij vanuit de
keuken in de hal was gekomen, zag zij in de woonkamer Geke staan. Geke
zei: ‘Elisa, ik heb hier een boef.’ Achter Geke stond een man met een pistool.
De man was in de dertig. Hij had een ‘licht-donkere’ gelaatskleur. Mogelijk
een Marokkaan. Volle snor. Bolle wangen. Egale gezichtshuid. Zwart haar
met een grove krul. Zeker tien centimeter kleiner dan de 1,68 meter lange
Geke. Normaal postuur. Redelijk netjes en onopvallend gekleed.
Geke zei dat de man geld wilde. Elisa keerde direct haar tas om op de vloer.
In haar portemonnee zat alleen kleingeld. De man zei dat hij geen kleingeld

11

De Arnhemse villamoord.indd 11 28-11-2013 16:17:12


De Arnhemse villamoord

wilde. Hij zei tegen Elisa: ‘Loop je ook eventjes mee.’ Hij dirigeerde de beide
vrouwen naar de slaapkamer. Hij zei: ‘Gaan jullie op het bed liggen.’ De man
sprak rustig. Elisa en Geke gingen op het bed liggen met de gezichten naar
elkaar toe. Ze omklemden elkaar. Elisa hoorde twee knallen. Ze voelde dat
ze geraakt was en ze voelde de kracht uit de armen van Geke wegvloeien.
Ze bleef doodstil liggen.
Ze hoorde zachtjes het geluid van de televisie, die al die tijd had aange-
staan. Ze hoorde minstens twee keer het geluid van iemand die een trap
op- en afliep. Toen ze langere tijd nog alleen maar de televisie hoorde, pak-
te ze de telefoon die naast het bed stond. Ze belde eerst haar vriend, toen
haar broer en ten slotte de politie. (De politie was toen al gebeld door die
broer.) De politie hield haar aan de lijn totdat snel daarna collega’s in de
villa arriveerden.
Geke was dood. Elisa had zo te zien hooguit een schampschot aan het
hoofd. Er bleken een paar betaalpasjes en wat geld te zijn verdwenen. Ook
ontbrak de gouden slavenarmband die Geke om haar pols droeg. Verder
was er niets gestolen. De villa was zo te zien niet doorzocht. Een gemak-
kelijk vindbare hoeveelheid contant geld in een kast in de slaapkamer was
niet meegenomen. Er waren geen sporen van braak. De spinnenwebben
rond een ongebruikte kluis in de kelder waren onberoerd. Behalve twee
kogels en twee hulzen zijn er geen relevante materiële sporen gevonden.
Onderzoek naar mensen in de buurt die iets gezien hadden, heeft weinig
opgeleverd. Bijna alles wat we weten over het misdrijf berust op wat Elisa
daarover verteld heeft. Zij is dan ook herhaaldelijk, langdurig en op ver-
schillende manieren verhoord.
Elisa heeft direct diezelfde avond al nauwkeurig verteld wat er gebeurd
was. Ze is later nog verschillende malen uitvoerig verhoord. Daarbij is wei-
nig nieuws naar boven gekomen. Ze zei in een van de latere verhoren dat
ze bij nader inzien dacht dat de man ook wel een Molukker geweest zou
kunnen zijn. Want hij had ‘iets beschaafds over zich’. De man had een ‘rond
accent’. Zijn Nederlands was goed. Hij zag er niet uit als iemand die aan de
drugs is.
Er is geprobeerd om op allerlei manieren nog extra informatie uit Elisa
te krijgen. Zij is zelfs onder hypnose verhoord. Dat is onverstandig, want
hypnose kan weliswaar leiden tot nieuwe herinneringen, maar die herin-
neringen kloppen lang niet altijd.2 Het hypnoseverhoor van Elisa leverde
overigens geen nieuwe informatie op.

12

De Arnhemse villamoord.indd 12 28-11-2013 16:17:12


Het misdrijf

De politie heeft Elisa foto’s getoond van plaatselijke criminelen, in de hoop


dat zij iemand zou herkennen. Dat heeft niets opgeleverd.3 Of daar toen al
foto’s bij zaten van de mannen die later voor dit misdrijf zijn veroordeeld
– de meesten van hen waren plaatselijke criminelen – valt niet na te gaan.
Maanden later, toen deze verdachten in beeld kwamen, is bij enkelen van
hen gekeken of Elisa hen herkende. Die pogingen tot herkenning worden zo
dadelijk besproken. Eerst bespreken we het andere onderzoek dat direct na
het misdrijf is verricht.

Technisch onderzoek

Er zijn, zoals gezegd, twee kogels en twee hulzen gevonden. De kogels zijn
van het kaliber 7.65 millimeter. Elisa heeft een beschrijving gegeven van
het pistool dat de dader in zijn hand had: zwart, met een ongeveer 15 centi-
meter lange, dunne loop. Behalve deze informatie over het wapen is er aan
technisch bewijs over dit misdrijf niets dat van belang is gebleken. Er zijn
een paar vingerafdrukken gevonden. Deze vingersporen zijn vergeleken
met de vingerafdrukken van allerlei mensen, ook met die van de later ver-
oordeelde verdachten, allemaal zonder succes. Het staat overigens geens-
zins vast dat die vingersporen iets met het misdrijf te maken hebben. Er is
op een brief in de villa iets van bloed gevonden. Ook onderzoek naar dat
bloed heeft niets opgeleverd en ook bij dat bloed weten we niet of het iets
met het misdrijf te maken heeft.
Zo ongeveer het enige wat technisch vaststaat over het misdrijf is dat er
geschoten is met een pistool van het kaliber 7.65 millimeter. De belangrijk-
ste verdachte die uiteindelijk zou gaan bekennen, was een man met veel
verstand van wapens. Hij vertelt in zijn bekentenissen gedetailleerd over
het 9-millimeterpistool waarmee is geschoten. Als de politie tijdens een
verhoor suggereert dat er nog een tweede wapen gebruikt moet zijn, ver-
telt hij over een ander 9-millimeterpistool.

Getuigen

De politie heeft op allerlei manieren geprobeerd om mensen te vinden die


iets gezien of gehoord hadden. Er is aangebeld bij huizen in de buurt. Er
zijn mensen die zich spontaan bij de politie hebben gemeld nadat zij via de
televisie of de krant over het misdrijf hadden vernomen. Precies een week
na het misdrijf heeft de politie enquêteformulieren uitgedeeld aan ieder-

13

De Arnhemse villamoord.indd 13 28-11-2013 16:17:13


De Arnhemse villamoord

een in het verkeer op de Apeldoornseweg. Een uitzending van Opsporing


Verzocht heeft geleid tot allerlei tips.
Het gevolg van dit alles waren tientallen verklaringen van mensen die ver-
telden dat ze iets gezien hadden wat wel eens met het misdrijf te maken
zou kunnen hebben. Een man langs de kant van de weg die er verdacht uit-
zag. Een auto die stond op een plek waar men dat niet zou verwachten. Een
rode brommer die onbeheerd langs de weg stond. Sommige van die tips
konden later worden opgelost. Zo werd de eigenares van de rode brommer
gevonden. Zij kon uitleggen waarom zij die avond daar de brommer had
laten staan. De meeste tips zijn echter niet meer dan dat: tips van dingen
die gezien zouden zijn en waarvan onduidelijk is of ze inderdaad iets met
het misdrijf te maken hebben.
De belangrijkste getuige is en blijft natuurlijk Elisa. Behalve Elisa is er bijna
niemand die iets gezien of gehoord heeft wat van enig belang is. Er was
een man die op de dag van het misdrijf rond kwart voor acht ’s avonds
zijn hond uitliet op het pad achter de villa. Hij vertelde dat hij een schot
had gehoord. Dit moet welhaast het schieten in de villa zijn geweest. Over
het misdrijf leert dit natuurlijk niets nieuws. Het vormt wel een treffende
illustratie van de wetenschap dat getuigen zich kunnen vergissen. De man
zei dat hij één schot had gehoord; er moet echter twee keer zijn geschoten. 4
Bij andere verklaringen van mensen die vertelden dat ze rond het misdrijf
iets gezien of gehoord hadden, is het de vraag of die waarneming echt iets
met het misdrijf te maken had. Het belangrijkst is een man die op de avond
van het misdrijf over de Apeldoornseweg reed. Tussen half acht en kwart
voor acht passeerde hij de villa. Hij zag hoe een donkerblauwe of misschien
zwarte Volkswagen Golf de inrit van de villa opreed.
De verklaring van deze getuige maakt om allerlei redenen een betrouw-
bare indruk. Hij deed zijn verhaal minder dan twee dagen na het misdrijf.
Hij kende de villa. Hij vertelde dat hij een dag eerder dezelfde route had
gereden. Naast hem zat toen zijn dochter. Iets voorbij de villa stond langs
de kant van de weg een lichtgetinte man, niet Marokkaans of Turks, maar
eerder Indisch/Pakistaans, 30-35 jaar oud. Geen baard of snor. Geen pet.
Zijn dochter en hij hadden nog bij wijze van grap tegen elkaar gezegd
dat de man zeker op de bus stond te wachten. De volgende dag zag hij de

14

De Arnhemse villamoord.indd 14 28-11-2013 16:17:13


Het misdrijf

man daar weer staan. De man keek de donkergekleurde Volkswagen Golf


na toen die de inrit opreed. Deze getuige kon zijn waarneming nauwkeu-
rig plaatsen in de tijd: hij was op weg naar een bijeenkomst in Huissen,
die om acht uur begon, en hij kwam daar aan kort voor het begin van die
bijeenkomst. Rond het tijdstip van zijn waarneming moet Elisa de inrit van
de villa zijn opgereden. Het is echter moeilijk voorstelbaar dat het de auto
van Elisa is geweest die de man heeft gezien: Elisa had een witte auto, een
Renault 19 Chamade.
Heeft deze donkerblauwe of zwarte Volkswagen Golf die tussen half acht
en kwart voor acht de inrit zou zijn opgereden iets te maken met het mis-
drijf? Het lijkt vreemd dat iemand die een villa wil gaan overvallen, met
de auto de inrit oprijdt. Maar deze getuigenverklaring ziet er zoals gezegd
betrouwbaar uit, en de politie heeft dan ook altijd aangenomen dat de
dader of daders is of zijn gekomen in een donkerblauwe Volkswagen Golf.
Die donkerblauwe Volkswagen Golf zal verderop in dit boek een probleem
worden als de politie ten slotte een verdachte vindt die verklaart dat hij de
daders naar de villa heeft gereden. De politie probeert hem te laten verkla-
ren dat hij toen in een blauwe Volkswagen Golf reed, of dat er althans zo’n
auto bij het misdrijf was betrokken, en dat lukt aanvankelijk van geen kan-
ten. Meer hierover in de hoofdstukken over de verhoren van de verdachten.
Er is nog een getuige die iets vertelt waarvan de politie denkt dat het te
maken heeft met het misdrijf. Deze man reed op de avond van het misdrijf
rond zeven uur samen met zijn vrouw over de Apeldoornseweg de stad uit.
Direct na het passeren van de villa reed hij over het viaduct over de Catte-
poelseweg (zie afbeelding 1) en even later aarzelde hij om te stoppen op de
parallelweg. Hij zag daar langs de kant van de weg een oudere grijsachtige
of zilverkleurige auto met open kofferbak staan. Bij de kofferbak stond een
man van een jaar of veertig met donker haar. Hij droeg een veelkleurig col-
bertjasje. De man hoorde volgens deze getuige duidelijk niet thuis in deze
omgeving van grote chique huizen. Uiteindelijk besloot de getuige om door
te rijden naar een iets verderop gelegen benzinestation. Daar kwam hij,
blijkens de beelden van de bewakingscamera, aan om 19.10 uur.

15

De Arnhemse villamoord.indd 15 28-11-2013 16:17:13


De Arnhemse villamoord

eg
oelsew
Cattep
Apeldoornseweg

We
villa
Braamweg

g L a n gs
Cattepoelseweg

He tH
az
en
gri
etje

Afbeelding 1: Kaartje van de omgeving van de villa

Heeft deze waarneming iets te maken met het misdrijf? De man moet
dit gezien hebben kort vóór tien over zeven. De blauwe Volkswagen Golf
zou pas ongeveer een half uur later de oprit van de villa zijn ingereden. De
belangrijkste verdachte die is gaan bekennen, bezat echter een oude zilver-
grijze Mercedes 190, en de politie dacht dat dit misschien de oudere auto
uit deze getuigenverklaring zou kunnen zijn.
Bij andere dingen die gezien zijn is het nog meer de vraag of ze iets te
maken hebben met het misdrijf. Zo zag iemand op de avond van de moord
kort vóór half acht op de Apeldoornseweg in het gras net voor de oprit
van de villa een donkerbruine of donkerrode Volkswagen Golf staan. Het
nummerbord begon volgens deze getuige met de letters NZ. Uiteindelijk
zal het de politie lukken om de belangrijkste verdachte te laten zeggen dat
het nummerbord van de Volkswagen Golf waarmee de daders naar de villa
waren gereden, begon met de letters NZ of NL. Opnieuw: meer hierover
verderop in dit boek.
Er zijn veel meer mensen die verklaren dat zij iets gezien hebben. Het heeft
geen zin om die andere verklaringen te bespreken, want ze spelen in de rest
van deze strafzaak geen rol meer en er zijn ook geen goede redenen om te
denken dat ze iets met het misdrijf te maken hebben.
De belangrijkste getuige is en blijft natuurlijk Elisa. Zij heeft niet alleen
haar verhaal verteld en foto’s van plaatselijke criminelen bekeken. Ook op
andere manieren is geprobeerd om haar te gebruiken als bron van infor-
matie over het misdrijf.

16

De Arnhemse villamoord.indd 16 28-11-2013 16:17:13


Het misdrijf

Elisa: compositietekening en herkenningen

Op aanwijzingen van Elisa is een compositietekening van de dader


gemaakt. Die tekening is onder andere getoond in het televisieprogramma
Opsporing Verzocht (zie afbeelding 2). Dat heeft geleid tot allerlei tips, en
het waren mede die tips die uiteindelijk via via geleid hebben tot de aan-
houding van de verdachten. Hoe dat precies is gelopen, wordt beschreven
in het volgende hoofdstuk.

Afbeelding 2: De compositietekening in Opsporing Verzocht

Nog weer veel later, meer dan een halfjaar na het misdrijf, toen het poli-
tieonderzoek min of meer was afgerond, is onderzocht of Elisa alsnog
de dader zou kunnen herkennen. Haar zijn op 28 mei 1999 twaalf foto’s
getoond. Daarbij zat ook een foto van de verdachte die volgens de politie
door Elisa gezien zou zijn: de 29-jarige Turk Kemal. Zij herkende niemand.
Een paar weken later, op 21 juni 1999, kreeg zij een map te zien met 28 foto’s.
Daarbij zat opnieuw een foto van Kemal. Zij herkende opnieuw niemand.
Deze laatste fotoconfrontatie is natuurlijk niet goed uitgevoerd. Elisa zou
immers die tweede keer de foto van Kemal kunnen herkennen, niet omdat

17

De Arnhemse villamoord.indd 17 28-11-2013 16:17:13


De Arnhemse villamoord

ze deze man gezien had tijdens het misdrijf, maar omdat ze zijn foto een
paar weken eerder had gezien.
Volgens het scenario van de politie was de man die door Elisa gezien was,
Kemal, niet de man die geschoten had. De schutter zou de Duitse Turk
Adnan zijn geweest. Hoe de politie is gekomen tot dit uiterst onwaarschijn-
lijke scenario – alles in de verklaring van Elisa lijkt er immers op te wijzen
dat de man die zij gezien heeft ook de man is die geschoten heeft – zullen
we verderop in dit boek zien. De politie betwijfelde overigens terecht dat
deze Adnan de man was die door Elisa was gezien. Volgens Elisa praatte de
dader correct Nederlands, zij het met een buitenlands accent. De Duitse
Turk Adnan praat geen woord Nederlands.
Desondanks is toch gekeken of Elisa deze Adnan wellicht zou herkennen.
Op 2 juni 1999 kreeg zij in Duitsland zeven mannen te zien. Een van hen
was Adnan. Ze herkende niemand. Een eventuele herkenning werd echter
bemoeilijkt doordat de dader volgens Elisa een snor had, terwijl Adnan
zijn snor een paar dagen voor de herkenningsconfrontatie had afgescho-
ren. Elisa kreeg daarom zeven mannen zonder snor te zien. Om dit snor-
probleem te verhelpen kreeg zij een paar weken later, op 21 juni 1999,
twaalf foto’s te zien. Op een van die foto’s stond Adnan, nu met snor. Ze
herkende opnieuw niemand. Ook hier is dus weer dezelfde fout gemaakt
als eerder met Kemal. Indien Elisa de foto van Adnan wél had herkend, zou
de vraag zijn gerezen of ze hem herkende van het misdrijf dan wel van de
herkenningsconfrontatie van enkele weken eerder. Gelukkig hebben deze
fouten geen gevolgen gehad. Elisa herkende immers niemand. Terug nu
naar het misdrijf zelf.

Algemeen over het misdrijf

Het motief van dit misdrijf is raadselachtig. Geke, de 63-jarige hoofd-


bewoonster van de villa, is doodgeschoten. Haar man was die avond niet
thuis. Een toevallige bezoekster lijkt bijna te zijn doodgeschoten. Er is wei-
nig buitgemaakt en er is niet echt gezocht. En zoals gezegd: spinnenweb-
ben rond een (lege) kluis in de kelder waren onberoerd. Was het doel van
het misdrijf het vermoorden van de hoofdbewoonster? Had zij vijanden?
Waren er mensen die een belang hadden bij haar dood? Welnu, graven in
iemands persoonlijk leven levert bijna altijd wel conflicten en ruzies op.
Maar niet bij deze vrouw. Zelden zal iemand een zo harmonieuze achter-
grond hebben: een gelukkig huwelijk, goede relaties met de kinderen, en

18

De Arnhemse villamoord.indd 18 28-11-2013 16:17:13


Het misdrijf

een leven gewijd aan het helpen van anderen. Ondanks grondig onderzoek
is er niets gevonden dat erop zou kunnen wijzen dat er iemand was die
Geke dood wilde hebben.
Bijna alles wat er bekend is over het misdrijf hangt op de verklaringen
van het overlevende slachtoffer Elisa. Hoe betrouwbaar is haar verhaal?
Ook naar haar achtergrond is veel onderzoek gedaan. Zo harmonieus en
onproblematisch als Geke is Elisa niet. Ze heeft geen baan. Ze woont bij
haar moeder, voor wie ze zorgt. Die moeder was eerder opgenomen in een
psychiatrisch ziekenhuis. Ze heeft een broer die in het verleden drugs heeft
gebruikt. Maar er zitten in haar persoonlijke achtergrond nauwelijks ele-
menten die twijfel wekken over de vraag of haar verhaal klopt. Er valt in het
dossier eigenlijk niets te vinden dat erop wijst dat Elisa iets te maken zou
hebben met het organiseren van deze moord. Bovendien leek zij zelf levens-
gevaarlijk gewond te zijn. De verwonding aan haar hoofd was volgens het
politiedossier ‘vermoedelijk’ veroorzaakt ‘door een kogel, welke tussen de
hoofdhuid en de schedel is doorgegaan’. Zij is herhaaldelijk en uitvoerig
verhoord. Zij heeft steeds in grote lijnen hetzelfde verhaal verteld. Er lijkt
geen reden om te twijfelen aan de juistheid van wat zij vertelde over wat er
gebeurd was. De politie is er altijd van uitgegaan dat haar verhaal in grote
lijnen klopt. Ook wij zullen daar vooralsnog van uitgaan.
Over de dader valt nog iets te bedenken. Hij moet aanvankelijk gedacht
hebben dat hij de twee vrouwen had doodgeschoten. We mogen aanne-
men dat hem later het bericht heeft bereikt dat een van de twee vrouwen
de schietpartij had overleefd. Dat bericht moet voor hem een schok zijn
geweest, want het betekende dat er een getuige was die kon vertellen hoe
hij eruitzag. Deze schok die de dader later moet hebben ervaren, zal ver-
derop in dit boek nog meer dan eens ter sprake komen.

19

De Arnhemse villamoord.indd 19 28-11-2013 16:17:13


De Arnhemse villamoord.indd 20 28-11-2013 16:17:13
3 AANHOUDINGEN

Het duurt meer dan een half jaar voordat er iemand wordt opgepakt voor
de Arnhemse villamoord. Op 8 maart 1999 wordt de eerste verdachte aan-
gehouden: de 33-jarige Turk Nevzat. In de weken daarna worden anderen
uit de omgeving van deze Nevzat aangehouden – voornamelijk Turken,
maar ook twee Nederlanders. Hoe komen deze verdachten in beeld? Wat is
de reden om hen aan te houden?
De zoektocht naar de dader verloopt aanvankelijk langs verschillende
wegen. De tekening van de dader, die gemaakt is op aanwijzingen van het
overlevende slachtoffer Elisa, wordt enkele weken na de moord vertoond in
het televisieprogramma Opsporing Verzocht. De politie looft 25.000 gulden
uit voor de tip die leidt tot het vinden van de dader. Vooral de compositie-
tekening leidt tot vele tips. Allerlei mensen menen deze man te herken-
nen. Er worden in dit verband enkele tientallen verschillende personen
genoemd. De meest genoemde persoon, Tarik, wordt enige tijd gevolgd.
Later in het onderzoek speelt deze man echter geen rol meer. De politie
luistert de telefoons af van criminelen in Arnhem en Nijmegen. Dat levert
weinig op. Er komen enkele tips binnen via de RCID, de Regionale Criminele
Inlichtingendienst, een dienst van de politie die tegenwoordig de CIE heet,
de Criminele Inlichtingen Eenheid. Deze afgeschermde afdeling van de poli-
tie onderhoudt contacten met informanten die anoniem moeten blijven.

21

De Arnhemse villamoord.indd 21 28-11-2013 16:17:13


De Arnhemse villamoord

Tips vanuit de RCID hebben overigens niet geleid tot directe verbindingen
tussen de moord en de mannen die uiteindelijk hiervoor zijn veroordeeld.
Al enkele dagen na de moord moet de RCID ene Marie hebben benaderd.
Marie is een jonge vrouw die cocaïne gebruikt en werkt als callgirl. Er
komen veel mannen bij haar over de vloer. Ook enkele van de uiteindelijk
veroordeelde verdachten zijn wel eens bij haar thuis geweest. De twee
Nederlandse verdachten hebben zelfs enige tijd bij haar in huis gewoond.
Waarom de RCID al zo snel na de moord contact opneemt met deze Marie
en wat er toen is besproken, weten we niet. Het zal nog maanden duren
voordat de gewone politie haar benadert. Op dat moment is de politie al
volop bezig met nader onderzoek naar de uiteindelijk in maart 1999 aan-
gehouden Nevzat.
Al omstreeks begin november 1998 moeten Nevzat en enkele van zijn
kompanen in beeld zijn geweest bij de politie, want op 6 november 1998
worden vingerafdrukken die gevonden zijn in de villa vergeleken met de
vingerafdrukken van zeven personen, en vijf van die zeven personen zijn
mannen die later voor deze moord veroordeeld zullen worden: naast de
al genoemde Nevzat zijn dat drie andere Turken: de 45-jarige Hasan, de
39-jarige Ozgur en de 29-jarige Ömer, en een Nederlander, de 30-jarige
Herman. De gevonden vingerafdrukken blijken niet van hen te zijn. Waar-
om deze vijf mannen al in november 1998 in het vizier van de politie zijn
voor deze moord is volstrekt onduidelijk. Hun namen komen hier in begin
november 1998 volkomen uit de lucht vallen. Later zullen ook nog vinger-
afdrukken van anderen vergeleken worden met de in de villa aangetroffen
vingersporen. Ook dan zonder succes.

Nevzat, Hasan, Huseyin, Ömer en Herman

Wie zijn de vijf mannen die al begin november bij de eerste vergelijkingen
met de vingersporen zitten? Nevzat heeft een lang strafblad met geweld-
pleging, overvallen en handel in heroïne. Hij berooft vooral andere hande-
laren. Hasan, ook wel ‘kale Hasan’ genoemd, bevindt zich eigenlijk altijd in
het gezelschap van Nevzat, zozeer dat hij door de zojuist genoemde callgirl
Marie wel wordt aangeduid als ‘Nevzats handtasje’. Ozgur, die altijd wordt
aangeduid als Huseyin en die in de rest van deze tekst ook zo genoemd
zal worden, komt in de zomer van 1998 vanuit Turkije naar Nederland. Het
verhaal gaat dat hij gestuurd is om te onderzoeken wat er gebeurd is rond
een grote partij drugs van Nevzat die kort daarvoor is verdwenen. Heeft

22

De Arnhemse villamoord.indd 22 28-11-2013 16:17:13


Aanhoudingen

Nevzat de opbrengst daarvan misschien in eigen zak gestopt? Het zal eind
1998 komen tot heftige conflicten tussen Nevzat en Huseyin, zo heftig dat
Nevzat aangifte doet bij de politie. Niet alleen Huseyin maar ook Ömer is in
de zomer van 1998 terechtgekomen in de kringen van Nevzat en de zijnen.
Ömer is kort daarvoor verlaten door zijn vrouw. Zijn vrouw heeft hun zoon-
tje meegenomen. Ömer kan deze situatie niet aan, belandt in de ziektewet
en gaat dan Turkse cafés bezoeken. Het is in zo’n café dat hij in contact
komt met Nevzat en de zijnen. Hij fungeert enkele maanden als Nevzats
chauffeur. Hij heeft nog een leaseauto van zijn vroegere werk, een zilver-
grijze Mercedes, die in het vervolg van dit verhaal belangrijk zal worden.
Nevzat kan niet zelf rijden: zijn rijbewijs is door de politie ingenomen. Her-
man ten slotte is een laagopgeleide Nederlandse man met een strafblad
voor inbraken en geweldpleging. Hij is aan lager wal geraakt nadat zijn
vrouw hem heeft verlaten. Hij drinkt en gebruikt cocaïne. Hij leeft enige
tijd op straat. Hij woont ook een poosje bij Marie. Hij fungeert vóór Ömer
enige tijd als chauffeur van Nevzat. Aan die rol als chauffeur komt een eind
in de zomer van 1998, als hij na een ruzie ernstig door Nevzat wordt mis-
handeld. Tot zover een schets van de eerste vijf van de negen mannen die
uiteindelijk voor deze moord veroordeeld zullen worden. Een overzicht van
wie wie is, is te vinden in de bijlage op p. 249.
Begin november 1998 zijn deze vijf mannen dus al bij de politie in beeld in
verband met de Arnhemse villamoord. Dat het hier gaat om een gezelschap
van betrekkelijk zware criminelen staat buiten kijf. Waarom de politie dan
al denkt dat zij iets te maken zouden kunnen hebben met deze moord is
onduidelijk. Eind 1998 is de politie inmiddels druk bezig met informatie
inwinnen bij allerlei personen over criminele activiteiten van Nevzat en de
zijnen, maar uit het dossier blijkt nog steeds niet waarom de politie dan
blijkbaar al vermoedt dat deze groep iets te maken heeft met nu juist deze
moord. De eerste keer dat er in het dossier iets te vinden valt dat volgens
de politie wel eens een concrete verbinding zou kunnen zijn tussen deze
moord en de groep rond Nevzat, dateert van 21 januari 1999. Om dat te
begrijpen moet nog iets meer verteld worden over Nevzat en de zijnen.

Kemal

De kern van het los-vaste criminele gezelschap waar het hier om gaat
bestaat tot de herfst van 1998 uit twee personen: Nevzat en de 28-jarige
Kemal. Zij zijn al vele jaren hecht bevriend. Kemal heeft zelfs enige tijd bij

23

De Arnhemse villamoord.indd 23 28-11-2013 16:17:13


De Arnhemse villamoord

Nevzat in huis gewoond. In de herfst van 1998 krijgen zij een ernstig con-
flict. Kemal, die veel cocaïne gebruikt, meent op een pornofilm te zien hoe
zijn vrouw wordt verkracht door Nevzat en zijn kompanen. De gezichten
op de film zijn vervangen door gezichten van anderen. Dit hardnekkige
waanidee van Kemal leidt tot het einde van zijn huwelijk. Hij probeert aan
een pistool te komen om Nevzat te vermoorden. Er vinden weliswaar meer
gewelddadige conflicten plaats binnen deze groep, maar geen conflict is zo
heftig en langdurig als dat tussen enerzijds Kemal en anderzijds Nevzat en
de rest van dit gezelschap.
De eerste keer dat het de politie lukt om informatie over Nevzat te krijgen
waarvan zij denkt dat het gaat om de Arnhemse villamoord, is op 21 januari
1999. Na gesprekken met anderen uit het Arnhemse en Nijmeegse hard-
drugsmilieu komt de politie via via uit bij Kemal. Die zit op dat moment
in de gevangenis. Kemal blijkt een uitstekende bron van informatie te zijn.
Enerzijds heeft hij jarenlang nauw samengewerkt met Nevzat en de zijnen
en weet hij dus veel, en anderzijds heeft hij er vanwege zijn huidige con-
flict met deze groep geen problemen mee om de politie over hun criminele
activiteiten te informeren. Eén verhaal van Kemal doet de politie denken
aan de Arnhemse villamoord, en dat verhaal zal leidend worden voor de
rest van het politieonderzoek.
Kemal vertelt hoe ze ooit, vele maanden geleden, met zijn vieren in de auto
zaten: hij, Nevzat, Hasan en Ömer. Ömer reed. Nevzat vertelde over een
groot huis in Arnhem. Daar woonde een oude man met veel geld. Hij had
een kluis onder het bad. De vrouw zou met een wapen in gijzeling geno-
men moeten worden. Kemal zegt dat hij niet weet om welk huis het in dit
verhaal van Nevzat ging.
De politie raakt er steeds meer van overtuigd dat dit verhaal van Kemal
gaat over de villa op de Apeldoornseweg waar op 2 september 1998 de
moord is gepleegd. Er zitten inderdaad parallellen tussen dit verhaal van
Kemal over wat Nevzat gezegd zou hebben in de auto, en de villa op de
Apeldoornseweg. Ook die villa is een (vrij) groot huis. Daar woont inder-
daad een ouder echtpaar. En tijdens de overval van 2 september 1998 is de
vrouw bedreigd met een wapen. Er zijn echter ook verschillen. De bewoners
van de villa bewaarden thuis geen grote hoeveelheden contant geld. En ze
bewaarden hun geld zeker niet in een kluis onder het bad.
De politie probeert een verklaring te vinden voor die eigenaardige kluis
onder het bad. Zij ondervraagt de hoofdbewoner van een nabij gelegen vil-
la: een man in de vijftig die geregeld grotere hoeveelheden contant geld in

24

De Arnhemse villamoord.indd 24 28-11-2013 16:17:13


Aanhoudingen

huis heeft. Hij verklaart dat zijn huis geen kluis in de badkamer heeft. Blijk-
baar vroeg de politie zich af of de overvallers zich op 2 september 1998 niet
vergist hadden in het huis en eigenlijk dit buurhuis met die rijke hoofd-
bewoner hadden willen overvallen. Dit onderzoekje levert weliswaar niets
op, maar toch blijft de politie bij het idee dat het plan dat Nevzat volgens
Kemal in de auto verteld heeft, gaat over de Arnhemse villamoord.
De politie doet nog meer onderzoek naar het plan dat Nevzat volgens
Kemal in de auto verteld heeft. Zij ondervraagt hierover degenen die bij
deze gelegenheid volgens Kemal ook in de auto zaten. Nevzat ontkent dat
hij ooit zoiets gezegd heeft. Hij zegt dat hij nooit met anderen over derge-
lijke plannen praat. Dat laatste is, zo mogen we aannemen, gelogen. De
anderen, Ömer en Hasan, bevestigen dat Nevzat wel degelijk ooit zoiets
gezegd heeft. Later zegt Kemal dat ook Huseyin bij die gelegenheid in de
auto moet hebben gezeten, en ook Huseyin bevestigt in grote lijnen dit
verhaal en vooral het eigenaardige detail van een kluis onder het bad. Ze
benadrukken echter ook allemaal dat ze niet weten op welk huis in Arnhem
het plan van Nevzat betrekking had. De overtuiging van de politie dat Nev-
zats plan gaat over de villa waar de moord is gepleegd, valt eigenlijk alleen
te begrijpen omdat de politie dan blijkbaar al denkt te weten dat Nevzat
iets met deze moord te maken heeft.
Kemal zegt een paar dagen later nog iets waarbij de verhoorders hun oren
spitsen. Kemal vertelt over zijn conflicten met Nevzat en hoe hij bij iemand
in Amsterdam een 7.65 millimeterpistool wilde kopen om Nevzat te ver-
moorden. Nevzat kwam daar achter en probeerde ervoor te zorgen dat
hem een besmet wapen geleverd zou worden, dat wil zeggen een wapen
waarmee al eens eerder een misdrijf was gepleegd. De lezer herinnert zich
dat de moord op de Apeldoornseweg gepleegd is met een pistool van dit-
zelfde, overigens heel gebruikelijke, kaliber.
Op 8 februari 1999 hoort de politie voor het eerst Marie. Zij zegt niets van
belang, behalve dat zij ooit de man van de compositietekening gezien
heeft in het gezelschap van Nevzat en Hasan. Zij is daarmee de zoveelste
die denkt dat zij die man ergens gezien heeft. Eerder zijn er al vele anderen
geweest die meenden de meest uiteenlopende personen in die composi-
tietekening te herkennen.
Op 11 februari 1999 verhoort de politie ene Dave. De 29-jarige Dave is van
gemengd Nederlands-Surinaamse afkomst. Hij heeft enige tijd in huis
gewoond bij Herman. Hij heeft ook samengewoond met Marie. Dave wordt
hier in de tekst zo nadrukkelijk geïntroduceerd omdat uiteindelijk ook hij

25

De Arnhemse villamoord.indd 25 28-11-2013 16:17:13


De Arnhemse villamoord

zal behoren tot de negen verdachten die voor deze moord veroordeeld
zullen worden. De politie heeft al eerder met hem gepraat. Toen ging het
vooral over criminele activiteiten van Nevzat en de zijnen. Nu, op 11 febru-
ari 1999, verklaart Dave dat hij in de nabijheid van Nevzat nooit iemand
heeft gezien die lijkt op de compositietekening. De politie is dus blijkbaar
actief op zoek naar verbindingen tussen Nevzat en deze moord. Een kleine
maand later, op 8 maart 1999, wordt Nevzat dan ten slotte aangehouden.

Nevzat aangehouden

Nevzat ontkent dat hij iets te maken heeft met de Arnhemse villamoord. Al
vrij snel stopt hij met verklaren, maar in zijn eerste verhoor als verdachte
zegt hij interessante dingen. Om dat uit te leggen moet een nieuwe per-
soon worden geïntroduceerd: de 32-jarige Şevket. Şevket (spreek uit: Sjef-
ket) is een oudere broer van Kemal (de man van de pornofilm). Ook hij hoort
bij de min of meer vaste kern rond Nevzat en Kemal. In de hiërarchie staat
hij lager dan zijn jongere broer. Hij treedt vaak op als chauffeur voor Nev-
zat. Het zijn vooral Herman en Ömer die Nevzat rijden, maar ook Şevket
doet dit regelmatig. Het zullen uiteindelijk Ömer en Şevket zijn die zullen
bekennen dat zij als chauffeur de daders naar de villa op de Apeldoornse-
weg hebben gereden.
Nevzat zegt in zijn eerste verhoor als verdachte dat hij Şevket en Hasan
ooit tegen elkaar heeft horen zeggen dat zij denken dat Huseyin of één of
twee jongens uit Amsterdam iets met de moord te maken hebben. Waar-
om zegt Nevzat dit? Afgezien van deze opmerking van Nevzat is er geen
enkele reden om te denken dat Şevket of Hasan ooit iets dergelijks over
Huseyin heeft gezegd. Nevzat heeft op dit moment hooglopende conflic-
ten met Huseyin. Probeert Nevzat op deze manier Huseyin bij de politie
zwart te maken?
Nevzat tekent hier overigens bij aan dat hij zelf denkt dat Kemal er iets
mee te maken heeft. Waarom hij dit denkt blijft onduidelijk. Hij weet mis-
schien dat hij is aangehouden vooral als gevolg van het verhaal van Kemal
dat hij (Nevzat) ooit in de auto gepraat zou hebben over een plan waarvan
de politie denkt dat het gaat over de villa op de Apeldoornseweg. En Nev-
zat weet in elk geval dat Kemal heeft rondgelopen met plannen om hem
te vermoorden. Probeert Nevzat in dit eerste verdachtenverhoor zijn twee
aartsvijanden te belasteren?

26

De Arnhemse villamoord.indd 26 28-11-2013 16:17:13


Aanhoudingen

Twee dagen later zegt Nevzat nog twee interessante dingen. De verhoor-
ders wijzen hem erop dat Kemal heeft verklaard over een 7.65-millimeter-
pistool dat hij bij iemand in Amsterdam wilde kopen. En dat Nevzat ervoor
gezorgd zou hebben dat hem een besmet wapen zou worden geleverd.
Nevzat antwoordt dat hij niets naders afweet van dit door Hamza gele-
verde pistool – en daarmee is voor het eerst de naam gevallen van Hamza,
een Turk die in Amsterdam een café bezit en daarnaast handelt in versnij-
dingsmiddelen. En desnoods kan men bij hem dus ook een pistool kopen.
De 29-jarige Hamza zal uiteindelijk de negende verdachte worden die voor
de Arnhemse villamoord veroordeeld wordt.
De politie wijst Nevzat erop dat Marie heeft verklaard dat zij de man van
de compositietekening gezien heeft in zijn gezelschap. Nevzat zegt dat hij
wel eens bij Marie is geweest samen met Hasan en ‘Adlan’, aldus het pro-
ces-verbaal. De naam van Hasan kennen we inmiddels (‘kale Hasan’, Nev-
zats handtasje). Met Adlan is ongetwijfeld de 30-jarige Duitse Turk Adnan
bedoeld. Adnan is een crimineel contact van vooral Hasan en Kemal. Hij
zal later in Duitsland worden aangehouden voor de Arnhemse villamoord.
Het onderzoek door de Duitse politie zal na enige tijd wegens gebrek aan
bewijs worden gestopt, maar in de ogen van de Nederlandse politie en
ook van de rechtbank is Adnan de ergste van allemaal: Adnan zou in de
Arnhemse villamoord de schutter zijn geweest. Hier, in een van de eerste
verhoren van Nevzat, wordt de naam van Adnan voor het eerst genoemd.
In latere verhoren zegt Nevzat niets interessants meer. Hij ontkent eenvou-
digweg. Hij stopt al vrij snel met verklaren. Voor de rest van het onderzoek
in deze zaak is hij niet meer van belang. Belangrijker is de tweede verdachte
die spoedig na hem wordt aangehouden: Herman.

Herman aangehouden

Op 14 maart 1999, een kleine week na Nevzat, wordt Herman aangehou-


den. De lezer herinnert zich: begin november 1998 moet ook hij al bij de
politie voor de Arnhemse villamoord in beeld zijn geweest, en niet duidelijk
is waarom.
Al enkele weken vóór zijn aanhouding, op 26 januari 1999, hoort de poli-
tie Herman als getuige. Hij vertelt onder andere dat hij enige tijd in huis
heeft gewoond bij de eerdergenoemde callgirl Marie. Hij zegt dat er voor
zover hij weet bij Marie geen Turken over de vloer komen. (Herman moet
geweten hebben dat dit niet waar is.) Twee dagen later zegt een kennis van

27

De Arnhemse villamoord.indd 27 28-11-2013 16:17:13


De Arnhemse villamoord

Herman in een door de politie afgeluisterd telefoongesprek dat Herman


gezegd had dat hij wist wie de overval op de villa op de Apeldoornseweg
had gepleegd. Ruim een maand later, op 4 maart 1999, verklaart een ano-
nymus dat Marie heeft gezegd dat Herman het wapen voor de Arnhemse
villamoord heeft geleverd. Heeft Marie dit echt ooit gezegd? Tegenover de
politie heeft zij dit in elk geval nooit verklaard. En dan zit er ten slotte bij
de vele tips over deze zaak ook nog iemand die zegt dat hij de man van
de compositietekening ooit gezien heeft in een rode Volkswagen Golf die
bestuurd werd door Herman. Voor de politie is dit alles blijkbaar voldoende
om op 14 maart 1999 Herman aan te houden.
Herman ontkent dat hij iets met de moord te maken heeft en ontkent
aanvankelijk ook dat hij iets weet. De politie verhoort hem eindeloos. Over
wapenbezit. Over een rode Volkswagen Golf. Over de fatale datum van
2 september 1998, die inmiddels meer dan een half jaar terug ligt. Na vijf
dagen met lange verhoren die niets opleveren zegt Herman dan ten slot-
te dat als hij iets belastends zou weten, hij dat niet voor de camera maar
alleen op de gang zou durven zeggen. De video-opname van dit verhoor
laat zien hoe vervolgens de verhoorders met Herman de verhoorkamer ver-
laten en ongeveer een kwartier later weer terugkomen. Herman zegt dan
direct dat hij in verband met de bewuste avond – en daarmee blijkt hij te
bedoelen: de avond van 2 september 1998, de avond van de moord – twee
trefwoorden heeft: ‘Apeldoornseweg’ en ‘niets te halen’. Dat ‘niets te halen’
was, zo denkt hij, niet gezegd door Nevzat, maar door Şevket. Herman ver-
klaart dat hij die bewuste avond bij Marie was, toen er tussen half tien en
half elf drie mannen binnenkwamen: Nevzat, Şevket en vermoedelijk ook
Hasan (‘kale Hasan’). Şevket zou die avond bij Marie gezegd hebben ‘dat er
in dat huis niets te halen was’.
Hoe weet Herman dat deze uitspraak van Şevket betrekking had op de
Apeldoornseweg? Als Herman inderdaad zeker weet dat dit alles gebeurd
is op 2 september 1998, de dag van het misdrijf, dan zou er natuurlijk een
gerede kans zijn dat deze opmerking sloeg op de Apeldoornseweg. In eer-
dere verhoren heeft Herman steeds gezegd dat hij zich die specifieke dag
onmogelijk voor de geest kan halen. Hij woonde toen bij Marie. Hij was in
die tijd zwaar aan de drank en de coke. Het enige houvast in de tijd is een
brief van de Sociale Dienst die de politie bij hem thuis had gevonden, waar-
uit blijkt dat hij op 2 september 1998 een afspraak bij de Sociale Dienst
niet was nagekomen. Herman zegt steeds dat hij zich die specifieke datum
absoluut niet kan herinneren. De politie gelooft hem maar half, want als

28

De Arnhemse villamoord.indd 28 28-11-2013 16:17:13


Aanhoudingen

hij zelf heeft deelgenomen aan dit ernstige misdrijf, waarbij zelfs een dode
was gevallen, dan zou die specifieke avond hem ongetwijfeld wel zijn bij-
gebleven.
In een volgend verhoor vertelt Herman dat er die bewuste avond ook nog
een vierde, hem onbekende man was binnengekomen. De politie toont
Herman een foto van de man wiens naam in verband met de compositie-
tekening het vaakst was genoemd: Tarik. Na enige aarzeling weet Herman
zeker dat dit de onbekende vierde man was. De verhoorders maken er geen
geheim van dat ze de indruk hebben dat Herman nu eenvoudigweg aan
het fantaseren is geslagen.
Op een ander punt fantaseert Herman zeker niet. Hij blijkt de omgeving
van de villa goed te kennen. Hij had daar in de groenvoorziening gewerkt.
Hij had wel eens een pakje afgegeven bij een vlakbij gelegen huis. Bij dat
huis stond een bewakingscamera. Wat hij vertelt over de ligging van dat
huis bewijst dat hij die omgeving inderdaad goed kent: hij beschrijft het
buurhuis van de villa waar de moord was gepleegd. Herman zegt dat hij
wel eens in de auto samen met Nevzat, Şevket en Hasan langs dat huis was
gereden en Nevzat had geattendeerd op de bewakingscamera.
Herman zegt dat hij bij de opmerking over ‘niets te halen’ direct aan de
Apeldoornseweg had gedacht, omdat hij vrij kort daarvoor samen met
Nevzat, Şevket en Hasan over die straat had gereden, waarbij ze het huis
met de bewakingscamera nader hadden bekeken op mogelijkheden voor
een inbraak. De verhoorders menen dat dit nauwelijks kan verklaren waar-
om Herman bij die opmerking direct aan de Apeldoornseweg had moeten
denken, want Herman cum suis bekeken ongetwijfeld wel vaker panden op
mogelijkheden tot inbraak. Waarom had hij die bewuste avond dan toch
direct aan de Apeldoornseweg gedacht?
Op deze vraag zijn slechts twee antwoorden mogelijk, aldus de verhoor-
ders. Mogelijkheid één: er was die avond meer gezegd dan alleen maar ‘in
dat huis was niets te halen’, of mogelijkheid twee: Herman had zelf meege-
daan aan de overval. Herman ontkent het tweede en probeert tevergeefs
zich te herinneren dat er meer was gezegd. Er is natuurlijk nog een derde
mogelijkheid: misschien heeft Şevket inderdaad wel eens zo’n opmerking
gemaakt en verbindt Herman die opmerking met de bewuste avond en
met de Apeldoornseweg in de hoop dat hij daarmee de politie tevreden
kan stellen, zodat het onderzoek niet langer op hem gericht zal zijn. Als dit
is wat Herman gedaan en gehoopt heeft, dan was die hoop tevergeefs. De
verhoorders menen nu dat hij niet het achterste van zijn tong laat zien,

29

De Arnhemse villamoord.indd 29 28-11-2013 16:17:13


De Arnhemse villamoord

en houden er duidelijk rekening mee dat hij misschien ook wel zelf aan de
overval heeft deelgenomen. Ze hechten weinig geloof aan het verhaal van
Herman over de vierde aanwezige man en ze zullen ongetwijfeld ook hun
twijfels hebben gehad over de rest van zijn verhalen.
Ze zetten Herman onder druk door te betogen dat hij weliswaar het volste
recht heeft om niet alles te vertellen, maar dat hij dan wel het risico loopt
om veroordeeld te worden op mogelijk valse verklaringen over hem van
anderen. En dat het enige wapen daartegen is dat hij de waarheid vertelt
en de politie ervan weet te overtuigen dat dit de waarheid is, want alleen
dan kan de eventuele leugenachtigheid van verklaringen tegen hem wor-
den aangetoond. Als we aannemen dat Herman echt van niets wist, moet
dit drukmiddel hem angst hebben aangejaagd, en zou het kunnen verkla-
ren waarom hij een belastend verhaal over anderen was gaan vertellen.
Temeer omdat het best mogelijk is dat Şevket wel degelijk eens iets gezegd
heeft over een huis waar niets te halen was. In de kringen van mensen als
Herman, Nevzat en Şevket werd ongetwijfeld wel vaker over dat soort din-
gen gepraat.
Dit drukmiddel wijst er ook op dat de politie rekening houdt met de moge-
lijkheid van valse verklaringen van de mensen die bij dit alles betrokken
zijn. En dat geldt ook voor de verklaringen van Herman. Als Herman bij-
voorbeeld bevestigt dat de man op de getoonde foto (Tarik) de onbekende
vierde man was, denken ze dat hij dat ter plekke verzint. Maar dat betekent
nog niet dat de politie denkt dat alles gelogen is. De politie houdt serieus
rekening met de mogelijkheid dat er waarheid schuilt in de bewering van
Herman dat Şevket in verband met de Apeldoornseweg heeft gezegd dat er
in dat huis niets te halen was.
Herman zegt dan nog iets wat interessant is. Hij zegt dat hij voor het eerst
over de moord op de Apeldoornseweg gehoord heeft van Marie. Marie had
hem verteld dat er twee vrouwen waren gedood. Later hoorde hij dat een
van de twee het had overleefd. Hij lijkt niet te beseffen dat hij hiermee
misschien iets belangrijks onthult. De foutieve informatie over niet één
maar twee dode vrouwen kan, als het niet een vergissing of een misver-
stand is, slechts één bron hebben: de door Elisa beschreven schutter. Alleen
deze man zal aanvankelijk gedacht hebben dat er twee vrouwen gedood
waren. Alle anderen – politie, ambulance, pers – hebben direct gehoord dat
er slechts één vrouw was doodgeschoten. En dat moet betekenen dat deze
informatie wel eens, direct of indirect, afkomstig zou kunnen zijn van de
schutter.

30

De Arnhemse villamoord.indd 30 28-11-2013 16:17:13


Aanhoudingen

Marie wordt dan ook direct de volgende dag gehoord door de rechter-
commissaris. Zij ontkent dat zij dit gezegd heeft. Toch moet deze opmer-
king van Herman serieus worden genomen. Want het lijkt onwaarschijnlijk
dat hij dit detail van aanvankelijk twee doden eenvoudigweg heeft verzon-
nen. En er is nog iets wat in die richting wijst. Een bekende van Herman
vertelt de politie dat ook hij aanvankelijk dacht dat er bij de moord op de
Apeldoornseweg twee doden waren gevallen. Misschien zocht de politie
dus wel degelijk in de juiste kringen: ergens in de omgeving van Herman
en/of Marie lagen mogelijk contacten met de dader. (Of daders, maar op
grond van het verhaal van Elisa is er voorlopig geen reden om aan te nemen
dat er sprake is geweest van meer dan één dader.) Meer dan speculatie is
dit overigens niet. Het misverstand over aanvankelijk twee doden kan ook
op allerlei andere manieren zijn ontstaan.
De opmerking van Herman over de twee gedode vrouwen heeft uiteinde-
lijk geen verdere gevolgen. Zijn opmerking dat Şevket in verband met de
Apeldoornseweg gezegd zou hebben dat er in dat huis niets te halen was,
heeft wél grote gevolgen. Het leidt ertoe dat als volgende verdachte Şevket
wordt aangehouden. En Şevket vertelt vervolgens verhalen die tot weer een
volgende aanhouding en daarna tot een bekentenis leiden.

Şevket aangehouden

Op 29 maart 1999, ruim twee weken na Herman, wordt Şevket aangehou-


den. Hij wordt vooral aangehouden omdat Herman had gezegd dat hij
Şevket op 2 september 1998 ’s avonds vrij laat in het huis van Marie in ver-
band met de Apeldoornseweg had horen zeggen ‘dat er in dat huis niets
te halen was’. Weliswaar benadrukt Herman in latere verhoren dat hij niet
zeker is van de datum, maar hij blijft bij zijn bewering dat Şevket zoiets
gezegd heeft en dat dit te maken had met de Apeldoornseweg.
Voordat Şevket wordt aangehouden, was hij al gehoord als getuige. Hij had
toen al in grote lijnen het verhaal van Kemal bevestigd dat Nevzat ooit had
gepraat over een huis waar veel te halen zou zijn.
De aanhouding van Şevket heeft direct resultaat. In het eerste verhoor zegt
hij dat hij nergens van weet en niets met het misdrijf te maken heeft en dat
hij er zelfs nooit is geweest, waarop de verhoorders natuurlijk vragen: waar
nooit geweest? Şevket zegt dat hij niet weet waar het misdrijf gepleegd
was, waarop de verhoorders uiteraard reageren met de vraag hoe hij dan
weet dat hij daar nog nooit is geweest. En bovendien hadden ze in een

31

De Arnhemse villamoord.indd 31 28-11-2013 16:17:13


De Arnhemse villamoord

eerder verhoor al aan Şevket verteld dat het misdrijf op de Apeldoornseweg


had plaatsgevonden, zo laten ze hem zien. Ja, zegt Şevket, dat zei Nevzat
ook toen hij praatte over dat grote huis waar veel te halen zou zijn, maar,
zo benadrukt hij, hij weet nergens van en hij is onschuldig. Hij vertelt dit
op een toon alsof hij niet beseft dat hij hiermee het politieonderzoek een
flinke stap verder heeft gebracht. Nu is er voor het eerst een verbinding
gelegd tussen enerzijds het verhaal over Nevzat die verteld had over een
groot huis waar veel te halen zou zijn, en anderzijds de Apeldoornseweg.
De politie wil natuurlijk meer weten over de vraag of Şevket, zoals Her-
man verklaard had, op 2 september 1998 bij Marie gezegd heeft dat er in
dat huis niets te halen was. Şevket bevestigt dat hij wel eens bij Marie is
geweest; hij kan niet uitsluiten dat hij daar misschien ook op 2 september
1998 is geweest, maar hij ontkent dat hij iets heeft gezegd in de trant van:
dat er in dat huis niets te halen was.
Zes dagen na zijn aanhouding komt Şevket met iets nieuws, namelijk met
een klein verhaaltje dat vervolgens de kern wordt van een steeds groter en
steeds belastender wordend verhaal. Nevzat had hem eens, vermoedelijk
in oktober of november 1998, in de auto in een dronken bui verteld hoe hij
ooit een huis in Arnhem was binnengegaan. Nevzat had gezegd dat hij dit
samen met Huseyin had gedaan. Later in dit verhoor verklaart Şevket dat
Nevzat had gezegd dat ook Adnan, de Duitse Turk, erbij was geweest.
Nog weer drie dagen later wordt dit verhaal uitvoeriger. Nevzat had vol-
gens Şevket gezegd dat ook Herman en Ömer erbij geweest waren. De
verhoorders vragen zich af of Şevket de naam van Herman alleen maar
noemt om hem een hak te zetten. Het was immers vanwege een opmer-
king van Herman dat Şevket is aangehouden. Şevket bevestigt dit en ont-
kent daarmee dus weer dat Nevzat in dit verband de naam van Herman
heeft genoemd. In een volgend verhoor diezelfde dag – hij wordt die dag in
totaal meer dan tien uur verhoord – zegt hij dat Nevzat tijdens de bewuste
autorit had gezegd dat ook Hasan bij deze inbraak betrokken was geweest.
Nevzat had niet gezegd dat het was gegaan om de Apeldoornseweg, maar
Şevket had dit wel vermoed omdat er immers eerder over een plan voor
de Apeldoornseweg was gepraat. Hij had Nevzat in de auto gevraagd of
het ging om dat pand waarover eerder was gepraat, en dat had Nevzat
bevestigd, en dat betekent dat Şevket nu dus wél impliceert dat Nevzat had
gezegd dat het om de Apeldoornseweg ging. Nevzat had ook gezegd dat ze
niets uit dat huis hadden meegenomen. Nevzat had niet gezegd dat er een
dode gevallen was of dat er geschoten was. Even later verklaart Şevket dat

32

De Arnhemse villamoord.indd 32 28-11-2013 16:17:13


Aanhoudingen

Nevzat dit wél gezegd had. Nevzat had niet gezegd wie er geschoten had.
De verhoorders, die inmiddels gemerkt moeten hebben dat Şevket stapje
voor stapje steeds meer verklaart, nemen daar geen genoegen mee en
benadrukken dat Nevzat dit ongetwijfeld wél gezegd heeft. Daarop wijst
Şevket met een resoluut gebaar op de naam van Adnan: Nevzat had gezegd
dat Adnan de schutter was geweest.
Het heeft allemaal een flink aantal uitputtende verhoren geduurd, maar
uiteindelijk ligt er nu een verhaal van Şevket dat hij uit de mond van Nev-
zat zegt te hebben gehoord. Volgens dat verhaal is de overval op de Apel-
doornseweg gepleegd door Nevzat, Huseyin, Adnan, Ömer en Hasan. Nev-
zat, Huseyin en Adnan waren naar binnen gegaan. Adnan had geschoten.
Deze samenvatting van wat Şevket allemaal verklaart, doet geen recht aan
de manier waarop deze verhoren verlopen zijn. Voordat het uiteindelijke
verhaal eruit is, is Şevket meer dan veertig uur verhoord. Op de opnames
zijn de verhoorders duidelijk te verstaan. Zij benadrukken steeds dat Şevket
meer weet dan hij vertelt. En als Şevket dan iets meer vertelt, benadrukken
de verhoorders dat het raar is dat hij daar nu pas mee komt en dat hij onge-
twijfeld nog meer weet. Şevket benadrukt voortdurend dat hij onschuldig
is en dat hij niets weet, en vertelt vervolgens steeds weer iets meer dan
hij eerder verteld heeft. Zijn Nederlands is nauwelijks verstaanbaar. Later
wordt hij verhoord met een tolk erbij. De tolk heeft moeite om zich ver-
staanbaar te maken boven de woordenstroom van een verontwaardigde
Şevket. Een samenvatting kan aan de rommeligheid van deze verhoren per
definitie geen recht doen.
Is het waar wat Şevket allemaal vertelt? Er zit in de verhalen van Şevket
niets dat controleerbaar is. De politie benadrukt steeds dat Şevket er zo
lang over doet voordat hij stapje voor stapje uiteindelijk uitkomt bij het
verhaal over vijf daders. Als dat verhaal klopt, dan moet hij eerder steeds
gelogen hebben toen hij benadrukte dat hij niet meer wist dan hij al ver-
teld had. De politie is daarom geneigd te denken dat Şevket waarschijnlijk
nog steeds niet alles verteld heeft wat hij weet, en dat hij misschien ook
wel zelf bij de overval betrokken is geweest. De vraag is natuurlijk of alle
stapjes van Şevket die uiteindelijk leiden tot een verhaal over vijf daders,
ook het gevolg zouden kunnen zijn van een poging om de eindeloos door-
vragende politie tevreden te stellen met steeds een klein beetje nieuwe
informatie. Als dit het geval is, heeft Şevket zijn doel niet bereikt. Het steeds
vertellen van iets nieuws maakt de verhoorders extra vasthoudend. Şevket

33

De Arnhemse villamoord.indd 33 28-11-2013 16:17:13


De Arnhemse villamoord

is blijkbaar iemand die via uitputtende verhoren tot steeds verdergaande


verklaringen kan worden gebracht.
Hoe dit alles ook zij, de politie heeft nu een verdachte die verteld heeft dat
hij uit de mond van een van de daders gehoord heeft wie dit misdrijf heb-
ben gepleegd. In hoeverre gelooft de politie de verhalen van Şevket?
Op dit moment – 6 april 1999 – houdt Şevket nog steeds vol dat hij zelf niet
aan dit misdrijf heeft meegedaan. Daartegenover staat de opmerking van
Herman dat hij Şevket in verband met de Apeldoornseweg heeft horen zeg-
gen ‘dat er in dat huis niets te halen was’. De politie zal niet zonder meer
geloof hebben gehecht aan deze opmerking van Herman, maar zal onge-
twijfeld wel rekening hebben gehouden met de mogelijkheid dat Şevket
meer met het misdrijf te maken heeft dan hij tot dan toe verteld heeft.
En net zoals de opmerking van Herman leidde tot de aanhouding van
Şevket, zo leiden de nieuwe namen die Şevket genoemd heeft weer tot
een volgende aanhouding. Şevket heeft de namen genoemd van Nevzat,
Adnan, Huseyin, Hasan en Ömer. Nevzat was al aangehouden. Adnan zat
in Duitsland. Van Huseyin, Hasan en Ömer is Ömer de volgende die wordt
aangehouden. De naam van Ömer heeft Şevket voor het eerst op 6 april
genoemd. Twee dagen later, op 8 april 1999, wordt Ömer aangehouden.

34

De Arnhemse villamoord.indd 34 28-11-2013 16:17:13


4 ÖMER BEKENT

Op 8 april 1999 wordt Ömer aangehouden. Aanvankelijk ontkent hij dat


hij iets te maken heeft met de Arnhemse villamoord. Anderhalve dag later
gaat hij bekennen. Dit hoofdstuk gaat over de bekentenissen van Ömer.
Zijn bekentenissen vormen veruit het belangrijkste bewijs op basis waar-
van in de Arnhemse villamoord veroordeeld zal worden. Om te begrijpen
hoe Ömer tot zijn bekennende verklaringen gebracht wordt, moet eerst
worden besproken wat daaraan voorafgaat in de verhoren waarin hij nog
ontkent. Dit kan nauwkeurig besproken worden, omdat deze verhoren alle-
maal zijn opgenomen.
Op de dag van zijn aanhouding wordt Ömer van tien uur ’s morgens tot vijf
uur ’s middags onafgebroken verhoord, en daarna ’s avonds nog eens vanaf
een uur of zeven tot ruim na middernacht.
Ömer vertelt in het eerste verhoor hoe zijn leven rond de tijd van het mis-
drijf in september 1998 in elkaar zat. Hij woont al meer dan tien jaar in
Nederland. Hij had altijd gewoon werk gehad. In juli 1998 was zijn vrouw
bij hem weggelopen. Zij had hun zoon meegenomen. Ömer was in de ziek-
tewet terechtgekomen. In augustus 1998 was hij in het Turkse café Ada in
Nijmegen in contact gekomen met Nevzat en de kring van mannen rond
Nevzat. Hij had een paar maanden met hen opgetrokken. Hij reed als
chauffeur voor Nevzat. Eerder had Nevzat een andere chauffeur, Herman,
maar Herman en Nevzat hadden ruzie gekregen. Ömer merkte natuurlijk

35

De Arnhemse villamoord.indd 35 28-11-2013 16:17:13


De Arnhemse villamoord

al snel dat Nevzat en de zijnen dingen deden die het daglicht niet konden
verdragen, maar hij bleef enige tijd met hen omgaan omdat hij verder hele-
maal alleen was. De contacten waren nauw. Zo heeft een van de naaste
figuren bij Nevzat, (‘kale’) Hasan, enige tijd bij hem in huis gewoond. De
contacten met deze groep Turken duurden tot 9 oktober 1998. (Dat is dus
ruim een maand na de Arnhemse villamoord.) Op die dag werd zijn auto
aangehouden door de politie. Bij Nevzat, die bij hem in de auto zat, werd
toen een pistool gevonden. Dat was voor het eerst dat Ömer officieel in
aanraking kwam met de politie, en dit voorval was voor hem de reden om
de contacten met Nevzat en de zijnen te verbreken. Sindsdien zou hij niets
meer te maken hebben gehad met Nevzat en zijn groep.
Ömer ontkent dat hij iets afweet van het misdrijf op de Apeldoornseweg.
Hij zegt dat hij ook niet weet wanneer dat delict heeft plaatsgevonden en
zelfs niet waar de Apeldoornseweg ligt. Het verhoor komt dan uitvoerig
op de datum van het misdrijf: 2 september 1998. De politie slaagt erin om
Ömer zich die specifieke dag te laten herinneren. Want de dag erna, op
3 september, heeft Ömer aangifte gedaan van iets wat de vorige dag was
gebeurd. Hij had op 2 september een klapband gekregen. Volgens hem was
de band onklaar gemaakt. Hij vermoedde dat de nieuwe vriend van zijn
vrouw dit gedaan had en hij deed daarvan de volgende dag aangifte bij
de politie.
Met behulp van de aangifte van 3 september kan Ömer zich herinneren
wat er de dag vóór 3 september was gebeurd. Dat betreft een betrekkelijk
ingewikkeld verhaal over een klapband en vervolgens tanken. Dat verhaal
zal verderop uitvoerig worden besproken.
Ömer zegt dat hij zich herinnert hoe hij na die klapband en dat tanken later
die middag naar café Ada in Nijmegen is gegaan, waar ook Nevzat en de
anderen waren, en hoe ze de hele avond in dat café zijn gebleven. Ömer
toont zich zeer opgelucht. Hem is verteld dat het misdrijf op 2 september
1998 heeft plaatsgevonden en aanvankelijk wist Ömer niet wat hij op die
dag gedaan had. Maar nu weet hij het weer dankzij de verhoorders, die
hem de aangifte van de dag erna hebben getoond. Dankzij de verhoorders
weet hij nu dus dat hij en ook Nevzat en zijn groep dit delict niet gepleegd
kunnen hebben, aldus Ömer.
Tot zover het eerste verhoor van bijna zes uur. Het tweede verhoor is die-
zelfde avond. Opnieuw een zeer lang verhoor, van meer dan vijf uur.
In dit tweede verhoor vertelt Ömer over Nevzat en de zijnen. Over con-
flicten tussen Nevzat en Herman. Over hoe Nevzat Herman ooit bedreigd

36

De Arnhemse villamoord.indd 36 28-11-2013 16:17:13


Ömer bekent

heeft met een 9-millimeterpistool. Ömer zelf heeft een 7.65-millimeterpis-


tool gehad. Ömer weet veel af van wapens. De politie interesseert zich voor
dit soort kalibers, omdat immers bekend is met welk kaliber er op de Apel-
doornseweg is geschoten: met een 7.65-millimeterpistool.
Verderop in het verhoor probeert de politie Ömer wijs te maken dat zowel
Nevzat als Şevket als Kemal belastend over hem verklaard hebben. (In wer-
kelijkheid is dat natuurlijk niet zo. Kemal heeft niets belastends over Ömer
gezegd. Nevzat evenmin. Alleen Şevket heeft verklaard dat Nevzat dingen
heeft gezegd die ook belastend voor Ömer zijn.) Ömer zegt, in de vertaling
van de tolk:

Tolk: Het is onmogelijk dat drie mensen dezelfde verklaring afleggen


over mij [Ömer praat Turks tegen de tolk], ze vertellen over waar ik
nooit van mijn leven geweest ben dat ik daar best wel geweest ben.
Ömer: Dat is echt goeie organiseerde ding. Ik zeg nog één keer: ik ben
echt onschuldig! Ik ben daar nooit geweest, ik weet niet waar liggen
die Apeldoornseweg!
Verhoorder Ben: Cem, waarom doen ze dat dan?

Verhoorder Ben spreekt Ömer steeds aan met zijn tweede voornaam ‘Cem’.
En met het meervoud ‘ze’ in ‘waarom doen ze dat dan?’ bedoelt hij waarom
die anderen verklaringen tegen Ömer afleggen. De verhoorders laten Ömer
dus in de waan dat er gelijkluidende verklaringen van meerdere mensen
tegen hem liggen.

Tolk: Ze weten dat ik mijzelf niet kan verdedigen (…) ze weten dat als
ze met zijn drieën zulke dingen verklaren, dan kom ik in de positie
van een schuldige, ik kan nooit het tegendeel aantonen of bewijzen.

Verhoorder Ben: Maar die mensen zeggen dat u er ook bij bent ge-
weest. (…) Waarom zouden die mensen dat zeggen?

Verhoorder Ben vraagt Ömer of hij niet moe begint te worden, en inderdaad
beginnen er in het verhoor misverstanden te ontstaan die waarschijnlijk
het gevolg zijn van vermoeidheid, ook bij de verhoorders. Ömer benadrukt
echter dat hij niet moe is. Want hij is onschuldig. Veel later, na het voor-
lezen van het proces-verbaal, constateert Ömer nog dat de anderen moe

37

De Arnhemse villamoord.indd 37 28-11-2013 16:17:13


De Arnhemse villamoord

zijn, maar hij niet. En dat is het eind van de eerste dag waarop Ömer is
aangehouden.

Het begin van de tweede dag

De tweede dag, 9 april 1999, wordt Ömer drie keer verhoord: een eerste ver-
hoor van een kleine twee uur rond het middaguur, een tweede verhoor van
ruim een uur aan het begin van de avond, en direct daarop aansluitend
een derde verhoor dat duurt van half negen ’s avonds tot ver na midder-
nacht. In dit derde en laatste verhoor bekent Ömer dat hij heeft meege-
daan aan de overval op de Apeldoornseweg. Dat laatste verhoor is daar-
mee het belangrijkste verhoor in deze hele strafzaak en behoeft daarom
uitvoerige aparte bespreking. Maar eerst moeten we kijken naar de twee
verhoren die aan die bekentenis voorafgaan.
In het eerste verhoor van Ömer op 9 april 1999 gaat het aanvankelijk over
zijn achtergrond. Over het gebied bij de Zwarte Zee waar hij vandaan
komt. En waar wapens worden gemaakt, en iedereen ook verstand heeft
van wapens. Het is een ontspannen verhoor, waarin geprobeerd wordt om
Ömer op zijn gemak te stellen.
Die middag wordt Ömer voorgeleid bij de rechter-commissaris. Zijn advo-
caat leest hem bij die gelegenheid stukjes voor uit de verhoren van Şevket.
’s Avonds worden de verhoren voortgezet. Aan Ömer is die middag voor-
gelezen wat Şevket vertelde: dat hij van Nevzat had gehoord dat ook Ömer
had meegedaan aan de overval op de Apeldoornseweg. Verhoorder Ben
benadrukt dat Şevket dit alles ‘persoonlijk’ van Nevzat gehoord heeft.
Ömer zegt bij monde van de tolk:

Tolk: Nevzat liegt en Şevket liegt ook. [Ömer praat Turks met de tolk]
Nevzat heeft aan Şevket niet de waarheid verteld.

Ömer beseft in zijn onnozelheid dus blijkbaar niet dat helemaal niet
bekend is of Nevzat dit daadwerkelijk gezegd heeft; bekend is alleen dat
Şevket zegt dat Nevzat dit gezegd heeft.
Op het eind van het verhoor wordt in alle vriendelijkheid de basis gelegd
voor iets waarvan de verhoorders weten dat ze het tegen Ömer zullen gaan
gebruiken:

38

De Arnhemse villamoord.indd 38 28-11-2013 16:17:13


Ömer bekent

Verhoorder Ben: U heeft die 2 september niet getankt?


[Turks tussen Ömer en de tolk]
Tolk: Ik denk het niet, nee.
Verhoorder Ben: Nou, ik denk het niet – ja of nee?
[Turks tussen Ömer en de tolk]
Tolk: Nee, ik heb niet getankt.
[Turks tussen Ömer en de tolk]
Tolk: Ik gooi hem vol één keer per week anderhalve week, ongeveer.

En daarmee heeft de verhoorder Ömer waar hij hem wil hebben: bij een
onwaarheid. Want de politie heeft uit andere bron informatie over het
tanken van Ömer. Ömer beschikte nog vanuit zijn vroegere werk over
een zogeheten travelcard, een pasje waarmee hij kon tanken. De politie
beschikte inmiddels over een uitdraai van wat er in het verleden met dat
pasje was getankt, en daaruit bleek dat er met dat pasje op 2 september
1998 maar liefst drie keer getankt was. Ömer tankte blijkens die kaart heel
vaak kleine hoeveelheden. Maar dat werd pas tegen hem uitgespeeld tij-
dens het direct hierop volgende verhoor. Dat was van meet af aan een hard
verhoor, waarin Ömer voor het eerst zou bekennen.

De tweede dag – ’s avonds laat

Deze avond bekent Ömer. Hij bekent dat hij bij het misdrijf betrokken is
geweest. Hij had zijn kompanen op de avond van 2 september 1998 met
zijn auto naar de Apeldoornseweg gebracht en hij had hen na het mis-
drijf weer teruggebracht. Deze bekentenis is het keerpunt in het politie-
onderzoek en behoeft daarom uitvoerige bespreking. Het verhoor waarin
deze bekentenis is verkregen, bestaat uit drie delen. Het begint met een
periode van ongeveer anderhalf uur waarin Ömer nadrukkelijk ontkent,
tot het moment waarop hij toegeeft dat hij heeft deelgenomen aan het
misdrijf. Daarna volgt een periode van ongeveer een uur waarin hij vertelt
over de gebeurtenissen tijdens en rond het misdrijf. En het laatste deel van
het verhoor bestaat uit een periode van ongeveer twee uur waarin aan
de hand van chronologisch geordende vragen en antwoorden een proces-
verbaal wordt opgesteld. Het proces-verbaal volgt vrij nauwkeurig wat
Ömer in deze derde fase antwoordt. Het proces-verbaal behoeft nauwkeu-
rige bespreking, maar belangrijker nog zijn de eerste en de tweede fase:
wat er gedaan wordt om Ömer tot een bekentenis te brengen, en wat hij

39

De Arnhemse villamoord.indd 39 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

vervolgens in eerste instantie vertelt over wat er tijdens en rond het mis-
drijf is gebeurd.

De eerste fase – tot de bekentenis

Dit vijfde verdachtenverhoor van Ömer is van meet af aan anders van
toon dan de eerdere verhoren. Het is een confronterend verhoor, waarin
Ömer onder forse druk wordt gezet. In eerdere verhoren werd Ömer vooral
gevraagd om te vertellen wat hij wist. In het vijfde verhoor wordt bena-
drukt dat hij in de eerdere verhoren zou hebben gelogen over wat hij
gedaan heeft op 2 september 1998, de dag van het misdrijf. En dat dit erop
lijkt te wijzen dat hij, zoals anderen zeggen, wel degelijk heeft meegedaan
met het misdrijf.
De verhoorders vertellen Ömer dat ze op twee punten zijn verhalen over
2 september 1998 hebben gecontroleerd en dat hij op beide punten blijkt
te liegen. De politie had Ömer tijdens het eerste verhoor op 8 april de aan-
gifte laten zien die hij op 3 september 1998 had gedaan over het kapot snij-
den van een band van zijn auto de dag ervoor. Ömer had verteld dat hij zich
herinnerde wat er die dag gebeurd was: hij was samen met Hasan onder-
weg van Nijmegen naar Arnhem en had een klapband gekregen. Hij had
de band niet kunnen vervangen omdat de krik kapot was. Hij had Kemal
gebeld, die hem te hulp was gekomen met het busje van zijn vader. Vervol-
gens waren ze samen naar een benzinepomp in Arnhem gereden, waar ze
getankt hadden voor 123 gulden. Ömer had geprobeerd te betalen met de
travelcard die hij van zijn werkgever had gekregen voor betalingen bij tank-
stations. De travelcard functioneerde toen echter niet, en Kemal en Ömer
hadden geen geld bij zich. Kemal was geld gaan halen. Ömer was bij het
tankstation blijven wachten. Geruime tijd later was Kemal teruggekomen
met een biljet van honderd gulden – te weinig om het hele bedrag te kun-
nen betalen. Ömer had toen zijn mobiele telefoon als onderpand achterge-
laten. Ongeveer een maand later had hij de resterende 23 gulden betaald
en zijn mobiele telefoon teruggekregen, aldus het verhaal dat Ömer aan de
politie had verteld.
De politie controleerde dit verhaal op twee manieren. Er werd navraag
gedaan bij de pompbediende, en er werd een uitdraai opgevraagd van
de betalingen die gedaan waren met de travelcard – het tankpasje – van
Ömer.

40

De Arnhemse villamoord.indd 40 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

De pompbediende kon zich ruim een half jaar later het voorval nog goed
herinneren. Hij kon zich ook herinneren dat het op 2 september 1998
geweest moest zijn – het was op zijn trouwdag gebeurd. In zijn adminis-
tratie kon hij de geweigerde betaling met de travelcard terugvinden. Het
was naar alle waarschijnlijkheid rond vijf uur ’s middags gebeurd. Het ging
om een bedrag van 125 gulden. Hij herinnerde zich hoe een man met een
Mercedes (dat moet dus Ömer geweest zijn) en een man met een wit busje
(Kemal) niet hadden kunnen betalen. De man van het busje was vervolgens
met een biljet van honderd gulden gekomen. Dat had hij geweigerd, omdat
het te weinig was. De man van de Mercedes had toen zijn mobiele telefoon
achtergelaten en had een dag of drie, vier later het hele bedrag gebracht
en zijn telefoon teruggekregen. Aldus het verhaal van de pompbediende.
Dit verhaal van de pompbediende correspondeert op allerlei punten met
het verhaal van Ömer: de hoogte van het bedrag (123 respectievelijk 125 gul-
den), de travelcard die weigerde, Kemal die honderd gulden had gebracht,
Ömer die zijn mobiele telefoon had achtergelaten als onderpand en weer
had teruggekregen toen hij later alsnog betaalde.
Er zitten ook verschillen tussen het verhaal van de pompbediende en het
verhaal van Ömer. Ömer meende dat er tussen het tanken en het terug-
krijgen van zijn telefoon ongeveer een maand verstreken was, de pompbe-
diende meende dat het ging om een periode van een dag of drie, vier. Ömer
meende dat de pompbediende de honderd gulden van Kemal geaccepteerd
had en dat hij later de resterende 23 gulden was komen brengen. De pomp-
bediende zei dat hij de honderd gulden geweigerd had en dat Ömer later in
één keer het gehele bedrag van 125 gulden had gebracht. Het valt niet na te
gaan wie zich dit correct herinnerde: de pompbediende had na de betaling
door Ömer het bonnetje verscheurd.
In het verhoor wordt Ömer al vrij snel door verhoorder Ben met deze infor-
matie geconfronteerd. Ömer wordt door verhoorder Ben steeds aange-
sproken met zijn tweede voornaam Cem.

Verhoorder Ben: Als u die telefoon weer ophaalt, bij het benzine-
station, maand later? Hé!
[Ömer praat Turks tegen de tolk]
Verhoorder Ben: Nee, je hebt mij best verstaan. Maand later?
Tolk: Ik weet het niet meer exact, maar, misschien een maand, mis-
schien een halve maand later? Ik weet het niet exact meer, maar
het is ongeveer een maand later. Ik schat dat het een maand later

41

De Arnhemse villamoord.indd 41 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

gebeurd is dat ik hem een maand later opgehaald heb. Het is zo lang
geleden. Ik herinner het me niet zo goed meer.
Verhoorder Ben: Oh, u herinnert het zich nu opeens niet zo goed
meer?
Tolk: Ik weet het niet meer zeker, misschien was het een maand, an-
derhalve maand, of twee weken later.
[Er wordt geklopt. Verhoorder Ben loopt naar buiten en komt weer
binnen en zegt tegen de tolk]: Er is telefoon.
[De tolk verlaat de kamer]
Verhoorder Ben: Een maand later, hè? Een maand? Hoeveel dagen
heeft een maand?
Ömer: Dertig dagen. Ja sorry hoor, neem mij niet kwalijk, maar…
Verhoorder Ben: 2 september, maand later, 2 oktober.
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Oké, laten het 28 dagen zijn, oké, laten het drie
weken zijn, ik geef u twijfel, twee weken, mag u van mij hebben,
huppakee, handen erover [Ben klapt in zijn handen]. Weet je wie ik
vanmiddag gesproken heb?
Ömer: Weet ik niet.
Verhoorder Ben: Ja? De pompbediende die uw telefoon ingenomen
heeft.
Ömer: Ja?
Verhoorder Ben: Ja. Wat zou die gezegd hebben?
Ömer: Ik weet niet.
Verhoorder Ben: Want die heeft ook nog een notitie ervan gemaakt.
Want die moest zijn geld hebben. Die heeft nog contact opgenomen
met uw Rovinet Projectbureau [de werkgever van wie Ömer de tra-
velcard had gekregen]. Wat zou die dan gezegd hebben?
Ömer: Ja, mijn kaart die geblokkeerd was.
Verhoorder Ben: Nee, wat zou die gezegd hebben? Een maand? Een
maand?
Ömer: Hoe bedoelt u?
Verhoorder Ben: Cem, luister nou eens even goed naar mij, luister
nou eens even goed naar mij, ik heb er een hekel aan als jij tegen
anderen zegt dat ze liegen, hè, en dan moet je niet zelf hier zitten
te liegen.
Ömer: Nee, dat is goed.
Verhoorder Ben: Want ik ben nog niet klaar hoor, ik ben nog niet
klaar met mijn betoog.

42

De Arnhemse villamoord.indd 42 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

In dit fragment zitten behalve de informatie over de pompbediende nog


twee andere elementen. De tolk wordt weggeroepen. Hij komt er een kleine
twee uur later, ruim na de bekentenis, weer bij zitten. En verhoorder Ben
benadrukt dat hij er niet van houdt dat Ömer anderen beschuldigt van lie-
gen terwijl hij in werkelijkheid zelf zit te liegen. Dit laatste punt zal verder-
op nog uitvoeriger ter sprake komen. Want verhoorder Ben is nog niet klaar
met het uitspelen van de informatie van de pompbediende tegen Ömer.

Verhoorder Ben: En dan zeg je ook nog eens een keer dat je die tele-
foon een maand later hebt opgehaald. Dat is ook onzin. Dat is ook
onzin. Die man zegt: drie, vier dagen.
Ömer: Ik wil graag u helpen maar eh…
Verhoorder Ben: Nee, nee, jij wilt mij helemaal niet helpen, jij wilt
jezelf helpen nu! Naar de kloten! Wil jij zeggen dat ik zit te liegen?

En nog weer wat verderop:

Verhoorder Ben: Legt u maar eens uit waarom dat u zegt dat u een
maand geleden die telefoon op bent gaan halen. En dat dat een
maand heeft geduurd. Waarom zegt u dat?
Ömer: Dat weet ik niet. Ik heb geen geld bij me. Ik heb geen geld.
Verhoorder Ben: Waarom zegt die man dat u drie, vier dagen daarna
al kon betalen?
Ömer: Eh, momentje. Oh ja, ik heb iemand, geld lenen, 125 gulden
of 150 gulden, daarna, ik heb die tankstation geweest, eh, vijf of zes
eh…
Verhoorder Ben: Niet liegen, hè?
Ömer: Nee, nee, ik liegen niet. En dan ik betaalde om die rekening
honderdtwintig of honderdvijfentwintig gulden, ik kreeg mijn tele-
foon terug, dat klopt wel.
Verhoorder Ben: Ja. Dus geen vijfentwintig.
Ömer: Nee, u heeft gelijk, nee, nee.
Verhoorder Ben: Die meneer heeft gelijk, hè?
Ömer: Nee, nee.
Verhoorder Ben: Want die meneer heeft geen reden om te liegen.
Ömer: Nee, klopt, weet je wat?
Verhoorder Ben: Want die meneer kon het namelijk nog heel goed
onthouden.

43

De Arnhemse villamoord.indd 43 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

Ömer: Nee, weet je waarom nu, ik heb nu…


Verhoorder Ben: Want die meneer die kende Kemal.
Ömer: Nee, klopt. Weet je waarom, ik heb nu goed nadenken, Kemal
wilde die honderd gulden nog betalen, Kemal helemaal niet betaald,
die vent, die had geld nodig, en dan denk ik nu, honderd gulden in
de zak gooien. Wij hebben niks betaald die, bij hun station, geloof ik.
Verhoorder Ben: Dat wist ik toch al? Dat wist ik toch al?

Waarschijnlijk had de pompbediende dus gelijk en had Ömer bij het terug-
krijgen van zijn telefoon inderdaad het hele bedrag in één keer betaald.
Ömer wordt met deze informatie beschuldigd van liegen, terwijl de ver-
schillen tussen de verhalen van Ömer en van de pompbediende in werke-
lijkheid op geen enkele wijze een aanwijzing vormen dat Ömer liegt. Hij
vergist zich hooguit op enkele ondergeschikte punten – niet verwonderlijk
bij een gebeurtenis die inmiddels meer dan een half jaar terug ligt. Er is
geen reden om te denken dat deze verschillen – een maand dan wel enkele
dagen later, de honderd gulden van Kemal die wel of niet geaccepteerd zou
zijn – verband houden met een poging van Ömer om de verhoorders op
het verkeerde been te zetten inzake zijn betrokkenheid bij het misdrijf. De
vraag of Ömer heeft deelgenomen aan het misdrijf rond half acht, acht uur
’s avonds staat los van de vraag hoeveel dagen later Ömer weer zijn tele-
foon heeft opgehaald. En staat ook los van de vraag of de pompbediende
de honderd gulden van Kemal wel of niet heeft geaccepteerd.
De politie controleert het verhaal van Ömer over het tanken op 2 septem-
ber ook nog op een andere manier. De politie verkrijgt een uitdraai van de
betalingen die gedaan zijn met zijn tankpasje, de travelcard. De betaling
van de bewuste 125 gulden is daarop niet te vinden – uiteraard niet, de
travelcard werkte toen immers niet, zoals ook de pompbediende vertelde.
Maar op de uitdraai is wel te vinden dat de kaart op drie andere momenten
die dag wél functioneerde: ’s morgens heel vroeg (dus eigenlijk heel laat in
de nacht van 1 op 2 september 1998), om elf uur ’s morgens en om tien voor
negen ’s avonds. Ömer lijkt dus op 2 september 1998 nog minstens drie
andere keren te hebben getankt.
In het vorige verhoor hadden de verhoorders Ömer al nadrukkelijk gevraagd
of hij op 2 september 1998 vaker had getankt. Ömer antwoordde toen: ‘Ik
denk het niet’, waarop verhoorder Ben vroeg: ‘Wat is het nu: ja of nee?’,
waarop Ömer zei: ‘Nee.’ Een paar dagen eerder had zijn travelcard het nog
wel gedaan, hij had zijn tank toen helemaal volgegooid, zo zei Ömer zich te

44

De Arnhemse villamoord.indd 44 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

herinneren, en een paar dagen later, op 2 september 1998, was zijn kaart
geweigerd. En hij antwoordde bevestigend op de vraag of hij 2 september
verder niet had getankt, en voegde daaraan toe dat dit ook niet kon omdat
zijn kaart immers geblokkeerd was.
Uit de uitdraai van de betalingen met de travelcard bleek dus dat de mede-
delingen van Ömer hierover niet klopten. Het was niet zo dat hij die dag
verder niet had getankt. Zo had hij die avond om tien voor negen voor zes-
tien gulden elf liter getankt. En het was ook niet zo dat zijn travelcard die
hele dag geblokkeerd was: bij drie andere gelegenheden deed de kaart het
wel. In het vorige verhoor waren deze mededelingen van Ömer zonder ver-
der commentaar genoteerd; nu wordt hij geconfronteerd met het feit dat
wat hij eerder gezegd had niet klopt. Het gaat dan nog steeds over de tra-
velcard die geweigerd was bij het tanken op 2 september. Ömer zegt daar-
over in zijn moeizame Nederlands:

Ömer: Hun maken mijn kaartje blokkeerd gemaakt.


Verhoorder Ben: Mijn kaartje blokkeerd gemaakt?
Ömer: Ja, die travelcard, die travelcard, wij hebben voor die travel-
card betaald moeten worden dat lukt dan niet en dan die jongen
nog een keer proberen.
Verhoorder Ben: Die kaart was helemaal niet geblokkeerd toen.
Ömer: Nee, dat ie geblokkeerd was.
Verhoorder Ben: Oh, u liegt weer.
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: U liegt weer.
Ömer: Nee, ik lieg niet. Anders als die kaart…
Verhoorder Ben: Waarom liegt u eigenlijk?

En iets later:

Ömer: Mijn kaartje echt blokkeerd was, doet het niet mijn kaartje.
Verhoorder Ben: Je kaartje doet het voortreffelijk. Doet het goed,
jouw kaartje.
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: Doet het prima, jouw kaartje.
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: Oh nee?
Ömer: Ja. Omdat eh…

45

De Arnhemse villamoord.indd 45 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

[Verhoorder Ben toont het overzicht van de betalingen met de tra-


velcard aan Ömer]
Verhoorder Ben: Op 2 september heb je zelfs drie keer getankt,
vriend. Met jouw kaartje.
Ömer: Maar ik heb het probeerd, die Shell van die Zuid, vlakbij Ke-
mal vader huis [Ömer bedoelt hier het Shell-tankstation in Arnhem-
Zuid, waar de travelcard het op 2 september niet deed, vlak bij het
huis van de vader van Kemal], dat lukt dat niet.
Verhoorder Ben: Jouw kaartje blokkeert niet, en het kaartje blokkeert
ook niet, ja, [Verhoorder Ben pakt het overzicht van de travelcard er
weer bij] op 3 september en op 4 september en op 5 september en op
6 september en op 7 september, 8 september, dan blokkeert ie niet.
Dan doet ie het gewoon prima. Dat is gewoon een lulverhaal wat je
aan het ophangen bent. Dank u. Nou, je wordt bedankt.
Ömer: Mag ik even die kaart even kijken, alsjeblieft, heel graag?
Verhoorder Ben: Geloof je mij nu ook al niet?
Ömer: Nee, nee, ik geloof u wel, ik kijken heel andere dingen alsje-
blieft.
Verhoorder Ben: Ik kijk heel andere dingen alsjeblieft – wat ben je
aan het kijken dan, waar ben jij, wat wil jij zeggen dan, probeer het
eerst maar eens te verklaren, zo. En dan mag je het van mij zien.

Aanvankelijk heerst in dit citaat een zekere spraakverwarring. Ömer heeft


het over de weigering van zijn kaart bij dat tankstation op 2 september;
verhoorder Ben heeft het over de vraag of zijn kaart die dag overal werd
geweigerd. Het verhoor gaat als volgt verder:

Ömer: Ja, ik praat echt serieus, Mijn kaartje was echt blokkeerd.
Verhoorder Ben: Ja, moet ik nu dan gewoon stoppen met jouw ver-
klaring op te nemen? Dat kan toch niet? Ik vraag aan jou aan het
begin van het gesprek: Niet liegen, Cem. Niet doen.
Ömer: Nee, ik serieus.
Verhoorder Ben: Nee, wat doe jij? Jij zegt dat anderen liegen.

Verhoorder Ben vat de problematiek als volgt samen:

‘Je liegt over 2 september. Dat is voor mij voldoende. Dat is voor mij
voldoende. Dat is voor mij gewoon een klein testje voor mij geweest.

46

De Arnhemse villamoord.indd 46 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

Voor jou. Je liegt. Je liegt, je liegt, je liegt, en waarom lieg je? Mis-
schien wel omdat jij wel de moordenaar bent.’

En:

Verhoorder Ben: Iemand kan zich vergissen. Ook goed. Maar niet
op die manier. Want als ik de hele dag van jou, de hele dag van jou
doorloop, en ik begin, mijn eerste verhoor, en daarna de volgende
verhoren, door en door en door, dan wordt het één grote chaos. Gis-
teravond, ik snapte er helemaal geen hol meer van. Helemaal niks.
Waarom? Je zat maar te malen en te malen en te malen. Ja? Oké, je
kunt je best hebben gedaan. Misschien ook niet. Maar ik heb het
vermoeden, hè…
Ömer: Sorry, neem me niet kwalijk, (…) ik weten iets van deze zaak, ik
wil graag vertellen, maar ik weet helemaal niks van.
Verhoorder Ben: Ja, je weet iets van de zaak, maar je wilt het niet
vertellen.

En:

Verhoorder Ben: Je bent nu al een aantal dagen aan het klooien en


allerlei verhalen en allerlei mooie constructies en ik controleer één
dingetje, één dingetje controleer ik, ffssjjt, streep door de rekening.
Liegen. Liegen, liegen, liegen. Oké, oké, je mag liegen, prima, maar
die anderen hebben ook allemaal zitten liegen in het begin, lang-
zaam, langzaam, vertelt iedereen zijn eigen verhaal. Ook jij. Ook
Cem. Ja?
Ömer: Ja, maar ik wat ik weet ik vertel ik wel. Maar als ik ben on-
schuldig…
Verhoorder Ben: Ik geloof er niks van. Ik geloof er helemaal niks van.
Ömer: Als ik ben onschuldig…
Verhoorder Ben: Ik geloof er helemaal niets van.

En:

Verhoorder Ben: Ik heb die man gesproken van die pomp, die heb
jouw telefoon gehad, die kan het zich exact herinneren! Exact! Wie
erbij was. Hij herkende je zelfs. Maar die man die moet zijn geld, hè?

47

De Arnhemse villamoord.indd 47 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

Die moet ervan eten. Dat is zijn brood. Die man liegt daar niet over,
die heeft ook geen reden om te liegen.
Ömer: Die man liegt niet over.
Verhoorder Ben: Nee, nee, die man liegt niet over. Maar jij wel. Jij kan
wel erover liegen.

En:

Verhoorder Ben: In een moordzaak, zit jij gewoon te liegen. Zit jij
gewoon te liegen. Nee, erger nog, erger nog: ‘Nee, Şevket, dat is een
leugenaar! Nee, Nevzat, dat is een leugenaar.’ Dat benadruk je zelfs
nog een keer. ‘Kemal en Nevzat, dat zijn de leugenaars. Nee, zet dat
erin, Ben, zet dat er even extra bij in! Dat zijn de leugenaars!’ En
weet je wie hier de leugenaar is? Vriend Cem! Ja? Schei nou toch uit,
man! Ik kan beter naar huis gaan! Ik zit hier in mijn vrije weekend,
om jou een goed verhaal op papier te zetten. Nee, wat krijg ik, de
eerste de beetje telefoontje naar de benzinestation zie ik gewoon
dat je gelogen hebt. Ik bel met de tanktravelcard – onzinverhaal!

En dan begint verhoorder Ben weer te benadrukken dat er tegen Ömer ver-
klaard is door Şevket en Nevzat (wat niet waar is):

Verhoorder Ben: 2 september hebben we het over! En jij weet waar-


om dat wij 2 september belangrijk vinden. Of niet soms? Dat weet
jij! Omdat jij weet dat jij daar geweest bent! Daarom! Şevket zegt
dat! [Nevzat] zegt dat! Jij! Bent! Er! Bij! Jij staat op de uitkijk, wordt er
gezegd. Heb je toch zelf kunnen horen bij de rechter vanmorgen, of
niet? [Eerder deze dag heeft Ömer immers samen met zijn advocaat
bij de rechter-commissaris delen uit de voor hem belastende verkla-
ring van Şevket kunnen lezen] Heb je toch zelf kunnen lezen! Klopt
dat? Klopt dat?
Ömer: Ja, maar…
Verhoorder Ben: Heb jij gelezen?
Ömer: Ja, ik heb wel gelezen, maar…
Verhoorder Ben: Dan ben je er toch geweest?
Ömer: Nee, ik ben daar niet geweest!
Verhoorder Ben: Natuurlijk ben je daar geweest!

48

De Arnhemse villamoord.indd 48 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

Verhoorder Henk [de tweede verhoorder, die achter de computer


zit]: Apeldoornseweg.
Verhoorder Ben: Aan de Apeldoornseweg! Je bent bij dat huis ge-
weest waar die mevrouw vermoord is! Of niet?
Ömer: Nee. Ik ben de Apeldoornseweg die tijd ik heb er niet geweest.
Verhoorder Ben: Bewijs dan maar eens wat je 2 september hebt
gedaan. Bewijs dat maar eens, kun je niet, want je hebt er een lul-
verhaal op af. En dat betekent voor mij, ja, voor mij betekent dat dat
jij daar geweest bent. En niet alleen dat, ook door anderen wordt dat
gezegd. Het staat zelfs op papier, het staat in een proces-verbaal. Ja.
Wil je het nog een keer lezen? Nee hè, je hebt het vanmiddag nog
gelezen, da’s schrikken! Goh!
Verhoorder Henk: Apeldoornseweg, Apeldoornseweg.
Verhoorder Ben: Daar ben jij geweest, op 2 september!

En iets later:

Verhoorder Ben: Als die twee jongens dat zo verteld hebben, dan is
dat de waarheid. Dan klopt dat. Want dat vertel je niet zomaar. Dat
vertel je niet zomaar.

Liggen er inderdaad meerdere verklaringen tegen Ömer? Nee, er is één


verklaring, van Şevket, die zei dat hij van Nevzat had gehoord dat Nevzat
het misdrijf op de Apeldoornseweg had gepleegd samen met Huseyin en
Adnan, de schutter, terwijl Hasan en Ömer op de uitkijk hadden gestaan.
Nevzat zelf ontkent elke betrokkenheid bij deze zaak. Het gaat dus slechts
om één verklaring, die ook nog eens van horen zeggen is. Ömer gaat echter
mee met de suggestie van de verhoorders dat er meerdere verklaringen
tegen hem liggen. Ömer is niet de allerslimste.
Ömer wordt dus onder druk gezet door te benadrukken dat er informa-
tie is die zou bewijzen dat hij liegt over de dag van het misdrijf en dat er
meerdere verklaringen tegen hem liggen. Het grootste deel van het ver-
hoor bestaat echter niet uit het confronteren van Ömer met informatie die
erop zou wijzen dat hij liegt en met verklaringen van anderen, maar uit het
eenvoudigweg steeds maar weer met nadruk, stemverheffing, gebaren en
opstaan herhalen dat hij erbij is geweest en dat hij dit nu maar beter kan
toegeven. Verderop zullen daarvan nog uitvoerige voorbeelden worden
gegeven.

49

De Arnhemse villamoord.indd 49 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

Verhoorstrategie

Na ongeveer anderhalf uur in het vijfde verhoor bekent Ömer. Waarom


bekent hij? Deze vraag staat in principe los van de vraag of die bekentenis
waar of vals is. Onschuldige verdachten zullen normaliter niet geneigd zijn
om te bekennen, maar ook veel schuldige verdachten ontkennen. Ook bij
schuldige verdachten die aanvankelijk ontkennen en later toch bekennen
kan de vraag gesteld worden waarom zij op een bepaald moment beslui-
ten om te bekennen. Welk voordeel denkt zo’n verdachte daarmee te beha-
len? Waarom – voorlopig even geheel los van de vraag of hij wel of niet iets
te maken heeft met het misdrijf – bekent Ömer?
Een verdachte kan besluiten om te bekennen omdat hij beseft dat ont-
kennen geen zin meer heeft. De politie heeft bijvoorbeeld onweerlegbaar
aangetoond dat zijn verhaal over het misdrijf gelogen is. Dat is een van
de strategieën die geprobeerd zijn in dit verhoor. De gebruikte informatie
bewijst weliswaar niet dat Ömer gelogen heeft over de avond van 2 sep-
tember 1998, en daar waar zijn verhaal over 2 september controleerbaar
is blijkt zijn herinnering opvallend correct, maar op één punt vertelt hij
iets wat niet klopt: hij heeft, anders dan hij vertelde, op 2 september meer-
malen getankt, en zijn tankkaart deed het al die andere keren. Niet valt in
te zien op welke wijze deze kwestie gewicht in de schaal zou leggen ten
gunste van schuld of onschuld. Dat neemt niet weg dat Ömer wel degelijk
geïntimideerd zal zijn geweest door de wijze waarop de verhoorders deze
informatie tegen hem naar voren brachten.
De verhoorders wijzen niet alleen op informatie die zou bewijzen dat Ömer
liegt; ze wijzen hem ook op belastende verklaringen van medeverdachten:
van Şevket en Nevzat en aanvankelijk ook Kemal. De bewering dat Nevzat
en Kemal belastend over hem hebben verklaard slaat weliswaar nergens op
– het gaat alleen om een verklaring van Şevket –, maar dat doorziet Ömer
blijkbaar niet. De gedachte dat er meerdere verklaringen tegen hem liggen,
zal ongetwijfeld zwaar op Ömer hebben gedrukt. Maar is het voldoende
om iemand te bewegen tot een bekentenis?
Een verdachte bekent wanneer hij denkt dat bekennen beter is dan ont-
kennen. En ‘beter’ betekent meestal: voordeliger. De verhoorders gebruiken
in dit verhoor een strategie die bedoeld is om Ömer ervan te overtuigen
dat bekennen voordeliger is dan ontkennen, en het zou wel eens die stra-
tegie geweest kunnen zijn die Ömer er uiteindelijk toe heeft gebracht om

50

De Arnhemse villamoord.indd 50 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

te bekennen. De achtergrond van die strategie is, toegepast op deze zaak,


de volgende.
Het eerste serieuze aanknopingspunt in deze zaak is de verklaring van Her-
man dat hij Şevket in gezelschap van Nevzat en Hasan had horen zeggen
‘dat er in dat huis niets te halen was’, en dat deze opmerking van Şevket
betrekking had op het misdrijf op de Apeldoornseweg. Dat was voor de
politie voldoende reden om Şevket aan te houden. Het betekent nog niet
dat de politie Herman zonder meer geloofde. Zo hield men serieus rekening
met de mogelijkheid dat Herman ook zelf wel eens iets met het misdrijf te
maken zou kunnen hebben. Menige verdachte zal immers vooral proberen
om zelf de dans te ontspringen. Hetzelfde geldt voor Şevket, die uiteinde-
lijk verklaarde dat hij Nevzat had horen vertellen dat Nevzat het misdrijf
had gepleegd, samen met Huseyin en Adnan, die geschoten had, terwijl
Hasan en Ömer buiten gewacht hadden. Niet alleen had Şevket verschil-
lende namen genoemd, maar ook hield de politie ongetwijfeld rekening
met de mogelijkheid dat Şevket ook zelf had meegedaan, mede vanwege
de eerdere verklaring van Herman. Dergelijke verklaringen van verdachten
over de betrokkenheid van anderen zijn interessant, maar moeten tegelij-
kertijd ook met het nodige wantrouwen worden bezien. Verdachten zullen
proberen hun eigen betrokkenheid te ontkennen of te bagatelliseren, en
dus de betrokkenheid van anderen te overdrijven, maar dat betekent nog
niet dat alles wat zij zeggen helemaal onwaar is.
Een misschien soms effectieve strategie om in dergelijke zaken met meer-
dere liegende en/of ontkennende verdachten de waarheid boven tafel te
krijgen, is om iedere verdachte erop te wijzen dat ontkennen gevaarlijk is
omdat anderen immers wel eens belastend over hem zouden kunnen ver-
klaren en dan wel eens zijn betrokkenheid bij het misdrijf zouden kunnen
overdrijven. Dergelijke opmerkingen dienen niet alleen om die verdachte
aan het praten te krijgen; valselijk door anderen beschuldigd worden is
onder deze omstandigheden wel degelijk een alleszins reëel scenario. Als de
verdachte zwijgt, loopt hij niet alleen het risico om toch veroordeeld te wor-
den, maar zelfs om veroordeeld te worden voor meer dan hij daadwerkelijk
gedaan heeft. Dit betekent niet dat een verdachte die vervolgens bekent
nu direct geloofd moet worden. Ook deze verdachte zal immers mogelijk
zijn eigen rol bagatelliseren en de betrokkenheid van anderen overdrijven.
Maar uit het tegen elkaar uitspelen van verdachten en het tegen elkaar
afwegen van zo veel mogelijk wederzijds belastende verklaringen, met alle

51

De Arnhemse villamoord.indd 51 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

mogelijke overdrijving van dien, kan misschien soms met meer zekerheid
worden afgeleid wat er daadwerkelijk gebeurd is.
In zaken met meerdere verdachten die allemaal hun mond houden of ont-
kennen kan dit een goede strategie zijn. Althans: als de juiste verdachten
zijn aangehouden. Als de verkeerde verdachten zijn aangehouden, kan
deze strategie gevaarlijk zijn. De politie kan een onschuldige verdachte
onder druk zetten om, als hij niet wil bekennen, op zijn minst belastend te
verklaren over anderen. Dat kan leiden tot de aanhouding van een nieuwe
verdachte, die onder druk kan worden gezet met deze eerste belastende
verklaring. En als die nieuwe verdachte elke betrokkenheid ontkent, kan hij
niet alleen gewezen worden op de belastende verklaring die er tegen hem
ligt, maar tevens op het risico dat ook anderen kunnen gaan verklaren en
hem dan wel eens een zwaardere rol zouden kunnen toebedelen dan hij
verdient. Een onschuldige verdachte die hoort dat er belastend over hem is
verklaard, beseft dat er leugenachtig over hem verklaard wordt en beseft
dus ook dat de beschuldigingen wel eens nog ernstiger kunnen worden.
Want de ernst van de beschuldigingen in deze zaak kan variëren. Er bestaan
immers meerdere rollen en daarmee meerdere gradaties van mogelijke
betrokkenheid voor de daders. Het zwaarste misdrijf is natuurlijk gepleegd
door de schutter. Misschien zijn er naast de schutter ook anderen in de
villa geweest. En ten slotte zijn er misschien nog mensen die alleen buiten
gewacht hebben.
De verdachte kan er daarom op worden gewezen dat hij er voordeel bij
zou kunnen hebben om te bekennen dat hij buiten gewacht heeft. Want
anders loopt hij het risico dat anderen zeggen dat hij binnen is geweest en
misschien zelfs wel dat hij geschoten heeft. Aldus kan een verdachte tot de
overtuiging komen dat het voordelig is om een minder ernstige betrokken-
heid bij het misdrijf toe te geven. Op die manier verkleint hij de kans dat
hij veroordeeld wordt voor iets wat nog ernstiger is. Dit voordeel van het
bekennen van een beperkte betrokkenheid geldt zowel voor een schuldige
als voor een onschuldige verdachte. Het is deze strategie die in de zaak van
de Apeldoornseweg is gebruikt tegenover Ömer, en het zou wel eens deze
strategie geweest kunnen zijn die hem ertoe heeft bewogen om te beken-
nen.
Hiermee is – nogmaals – niets gezegd over schuld of onschuld. Deze strate-
gie werkt zowel bij schuldige als bij onschuldige verdachten. In het verhoor

52

De Arnhemse villamoord.indd 52 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

waarin Ömer voor het eerst bekent verloopt het toepassen van deze stra-
tegie als volgt:

Verhoorder Ben: Je bent dom bezig, jongen. Straks gaan anderen


nog meer dingen over jou verklaren, ja, en jij zit hier maar te draai-
konten, en te liegen en te mieren, maar anderen gaan door met ver-
klaren en daarmee wordt Cem de lul, de lul, ja? Hang jezelf nou niet
op, doe die strop nou niet om, maar verklaar gewoon de dingen die
gewoon waar zijn.

Verhoorder Ben: Je brengt jezelf in de problemen. Je brengt je echt in


de problemen. Want dadelijk gaan anderen, die wél praten, dingen
over jou zeggen. Nog ergere dingen. Dat kan. Ze kunnen namelijk
hele erge dingen over jou gaan zeggen. Dat kan. Ik waarschuw je
daarvoor.
Ömer: Nee, dat begrijp ik.
Verhoorder Ben: Dadelijk zeggen ze: Cem, Cem heeft erbij geweest.
Dat zeggen ze dadelijk. Wil je dat dan?
Ömer: Nee, dat wil ik niet.

Verhoorder Ben: Men zegt dingen over jou.


Ömer: Ja, ja.
Verhoorder Ben: Men zegt dus dat jij daar…
Ömer: Heel veel dingen, klopt, ja.
Verhoorder Ben: Ook, hè, Nevzat.
Ömer: Dat wil zeggen, ik heb het niet gelezen.
Verhoorder Ben: Ja, staat er in. [Nevzat] heeft ook dingen. Ook over
jou. En dadelijk zegt ie hele vreemde dingen over jou. Wat dan?

Verhoorder Ben: Je maakt het jezelf moeilijk, hoor. Wij gaan door.
Wij gaan door. En hou jij je mond maar dicht, maar wij gaan door. En
de anderen gaan ook door. Over jou.
Verhoorder Henk: Ja.
Verhoorder Ben: Snap je een beetje wat ik bedoel?

Verhoorder Ben: Pas nou op, pas nou op, dat anderen dingen over
jou gaan vertellen. Die niet waar zijn bijvoorbeeld. Pas daar nou
eens voor op.

53

De Arnhemse villamoord.indd 53 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

Druk

En dan, ten slotte, in de laatste periode voordat Ömer begint te beken-


nen, duikt deze strategie weliswaar nog een aantal keren op, maar ligt de
nadruk toch vooral op iets anders: op het eenvoudigweg uitoefenen van
druk, heel veel druk. Hier volgt een integrale transcriptie van de dertien
minuten die direct voorafgaan aan het moment waarop Ömer toegeeft
dat hij heeft meegedaan:

Ömer: Ben, ik zeg nog één keer, ik weet helemaal niks deze zaak. Echt
serieus.
Verhoorder Ben: Gelul! Echt gelul! We hebben het nu over [Ben geeft
een klap op de tafel] 2 september hebben we het nu over, ja? We
hebben je even rust gegeven, ik wilde eigenlijk hier helemaal niet
meer zijn, ik wilde hier eigenlijk helemaal niet meer komen, mijn
baas zegt: ga maar naar huis, laat maar naar de kloten lopen, ja,
en toch ben ik hier weer gaan zitten. Ja, hier. En toch zit ik mij op te
naaien, mijn jongen. [Verhoorder Ben ziet er inderdaad zeer opge-
wonden uit] En waarom? Ik weet gewoon, jij bent daar 2 september
geweest. Şevket zegt: jij bent daar 2 september geweest, die dag. Jij
hebt daar gestaan. Jij moest toch op de uitkijk gaan staan? Jij hebt
op de uitkijk gestaan!
Ömer: Nee, ik ben daar…
Verhoorder Ben: Şevket zegt: jij hebt op de uitkijk gestaan! Ja?
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: Şevket zegt: hij was erbij! Hij was daar!
Ömer: Nee, ik ben niet daar…
Verhoorder Ben: Jij bent daar geweest! Op 2 september ben jij daar
geweest!
Ömer: Nee, ik ben daar niet geweest.
Verhoorder Ben: Dat wordt gezegd, dat wordt gezegd door anderen!
Ömer: Nee, ik ben daar niet geweest!
Verhoorder Ben: Ja, misschien moest je wel daar doen, maar je bent
er geweest. Şevket jij 2 september daar geweest! En dan moet je niet
met een lulverhaal komen dat je 2 september beetje rond hebt lig-
gen fladderen met je autootje, onzin! 2 september hebben we het
over! En jij weet waarom dat wij 2 september belangrijk vinden. Of
niet soms? Dat weet jij! Omdat jij weet dat jij daar geweest bent!

54

De Arnhemse villamoord.indd 54 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

Daarom! Şevket zegt dat! [Nevzat] zegt dat! Jij! Bent! Er! Bij! Jij staat
op de uitkijk, wordt er gezegd. Heb je toch zelf kunnen horen bij de
rechter vanmorgen, of niet? Heb je toch zelf kunnen lezen! Klopt
dat? Klopt dat?
Ömer: Ja, maar…
Verhoorder Ben: Heb jij gelezen?
Ömer: Ja, ik heb wel gelezen, maar…
Verhoorder Ben: Dan ben je er toch geweest?
Ömer: Nee, ik ben daar niet geweest!
Verhoorder Ben: Natuurlijk ben je daar geweest!
Verhoorder Henk: Apeldoornseweg.
Verhoorder Ben: Aan de Apeldoornseweg! Je bent bij dat huis ge-
weest waar die mevrouw vermoord is! [Ben staat over Ömer heen
gebogen. Hij slaat op tafel. De microfoon slaat over op het geluids-
niveau van Ben] Of niet?
Ömer: Nee. Ik ben de Apeldoornseweg die tijd ik heb er niet geweest.
Verhoorder Ben: Bewijs dan maar eens wat je 2 september hebt
gedaan. Bewijs dat maar eens, kun je niet, want je hebt er een lul-
verhaal op af. En dat betekent voor mij, ja, voor mij betekent dat dat
jij daar geweest bent. En niet alleen dat, ook door anderen wordt dat
gezegd. Het staat zelfs op papier, het staat in een proces-verbaal. Ja.
Wil je het nog een keer lezen? Nee hè, je hebt het vanmiddag nog
gelezen, da’s schrikken! Goh!
Verhoorder Henk: Apeldoornseweg, Apeldoornseweg.
Verhoorder Ben: Daar ben jij geweest, op 2 september!
Ömer: Echt serieus, ik ben…
Verhoorder Ben: Jij hebt in de auto gezeten, zitten wachten! Ja? De
rol die jij zogenaamd niet wil doen. ‘Nee, ikke niet, dat lijkt me niks,
nee’, maar je hebt het wel gedaan! Flauwekul! Je hebt het wel ge-
daan, en misschien zelfs, hè, heb je die foto wel eens gezien, heb je
die foto wel eens gezien van die vent die het gedaan heeft? [Ben be-
doelt natuurlijk de compositietekening] Ja? Die baard. Hoe lang heb
jij je baard al? Misschien ben jij wel degene die de moordenaar is. Je
bent daar toch ook geweest!
Ömer: Nee! Ik ben daar niet geweest!
Verhoorder Ben: Misschien ben jij wel de schutter, misschien ben jij
wel de moordenaar!
Ömer: Nee!

55

De Arnhemse villamoord.indd 55 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

Verhoorder Ben: Waarom niet? Bewijs dat maar eens! Bewijs dat
maar eens!
Ömer: Omdat ik ben daar niet geweest.
Verhoorder Ben: Omdat jij buiten hebt staan wachten.
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: Dat wou je toch zeggen? Of niet? Je wou toch zeg-
gen dat je buiten hebt staan wachten? Ben jij de moordenaar?!
Ömer: Nee!
Verhoorder Ben: Ben jij de moordenaar?
Ömer: Nee!
Verhoorder Ben: Wat ben je dan wel? Je bent toch de moordenaar
of niet?
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: Nou, haal die baard er maar eens af, je lijkt er toch
perfect op, of niet? Moet ik dat nou op papier gaan zetten? Kom nou
toch gauw! Er wordt toch gewoon gezegd dat je op 2 september daar
was. Bewijs maar dat je er niet was. Het is aan jou betreft te bewij-
zen dat jij op dat moment er niet was. Nou, ik geef het je te doen!
Ik geef het je te doen! Ik denk niet dat je het redt. Want je kunt niet
zeggen wat je 2 september was! Ja, een lulverhaal leg je erover af!
Hè? Ik weet zelfs dat je op 2 september een paar keer getankt hebt.
Ja, je hebt een paar keer getankt op 2 september. Ik weet ook waar
je getankt hebt op 2 september, ik weet wanneer je getankt hebt op
2 september. Nou, het kan allemaal. Het klopt exact. En ik kan die
anderen dus niet op een leugen betrappen, maar jou wel. Raar hè?
Ömer: Ja Ben, ik weet helemaal niks, ik wil…
Verhoorder Ben: Jij bent daar geweest, en jij kunt mij wel helpen,
je moet jezelf eens een keertje helpen, jongeman! En nu even niet
roken, daar heb ik nu even geen zin in! Je moet nou even naar mij
luisteren. Ja? Jij moet mij maar vertellen: wat heb jij op 2 september
gedaan? Je hebt in de auto gezeten, je hebt gewoon lekker gewacht,
of niet?
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: Oh, je bent naar binnen geweest?
Ömer: Nee, daardoor…
Verhoorder Ben: Je hebt die vrouw doodgeschoten?
Ömer: Nee, ik ben helemaal daar in die buurt nog nooit geweest!
Verhoorder Ben: Oh nee?

56

De Arnhemse villamoord.indd 56 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: Tuurlijk wel. Je was toch ook een van de chauffeurs,
of niet?
Ömer: Ja kan wel [onverstaanbaar door elkaar geschreeuw van ver-
hoorder Ben en Ömer] maar ik ben in die buurt helemaal nog nooit
geweest.
Verhoorder Ben: Je bent toch de chauffeur? Dat zegt Şevket toch ook?
Adnan? Of hoe heet die vent?
Ömer: Ja, als ik was chauffeur is, ik wil…
Verhoorder Ben: Nevzat.
Ömer: Ik ben niet berbiemoetoverelkaar [fonetisch].
Verhoorder Ben: Pardon?
Ömer: Ik ben niet berbiemoetoverelkaar [zelfde onverstaanbare for-
mulering – mede moeilijk te verstaan omdat men met grote hef-
tigheid tegen elkaar op schreeuwt]. Ik weet helemaal niet van die
Apeldoornseweg!
Verhoorder Ben: [onverstaanbaar geschreeuw] achter iemand aan-
rijden man, onzin! Jij bent op 2 september – het kan haast waar jij 2
september was. Waar was jij dan 2 september? Kun je niet. Of wil je
niet. Want je was daar.
Ömer: Nee, ik was niet daar.
Verhoorder Ben: Nee, nee, je was wel daar.
Ömer: Nee, ik was niet daar geweest. Ben, anders, ik wil jou…
Verhoorder Henk: Apeldoornseweg, Apeldoornseweg, denk er maar
eens goed over na. Apeldoornseweg.
Ömer: Dat weet ik niet waar is Apeldoornseweg.
Verhoorder Henk: Dat hoeft toch ook niet, je hoeft toch ook niet te
weten waar die is? Je rijdt toch gewoon hup…
Verhoorder Ben: Moet je luisteren, hij is gewoon op 2 september
daar geweest.
Verhoorder Henk: Ja.
Verhoorder Ben: Hij weet, hij haalt een of ander onzinverhaal, ik
denk eerst tegen hem, hij begint met een goed verhaal, hij vertelt
mij precies exact wat er gebeurd is. Nee, wat krijgen we? Een flut-
verhaal!! Een flutverhaal!!
Verhoorder Henk: Ja, je liegt tegen ons over de tweede september.
Dus: je moet daar geweest zijn.

57

De Arnhemse villamoord.indd 57 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

Verhoorder Ben: Wij zeggen tegen elkaar: liegt ie? Nee. 2 september.
Die dag? Ja? Ben jij daar geweest. Şevket zegt het. Hij zegt ook pre-
cies wat je daar gedaan hebt. Nevzat, huppakee, allemaal zeggen ze
het. Kemal vragen aan jou van, ben jij op de uitkijk staan? Hoeh, nee,
[onverstaanbaar]. Jij hebt wel op de uitkijk gestaan, man!
Ömer: Nee, ik ben niet…
Verhoorder Ben: Moeten anderen, moeten anderen dan dingen
gaan zeggen over jou dan?
Verhoorder Henk: Wat dan?
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Naar binnen?
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: Oh, je bent naar binnen gegaan?
Ömer: Nee. Ik ben daar nooit geweest!
Verhoorder Ben: Je bent gewoon naar binnen, nou, nou begin je
daar helemaal te twijfelen, hoor! Je bent naar binnen gegaan!
Ömer: Nee, ik ben, ik weet helemaal niks van deze zaak!
Verhoorder Ben: Ben jij een moordenaar dan?
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: Waarom niet? Bewijs het eens dan? Bewijs het eens
aan mij dan? Of moet ik het aan jou bewijzen soms? Ja, moet ik naar
de rechter toe gaan? Nou? Wat denk je?
Ömer: Ben, ik weet helemaal niks van deze zaak!
Verhoorder Ben: Bewijs nou eens, wat deed jij 2 september? Was jij
daar?
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: Jij was daar.
Ömer: Nee, Ben.
Verhoorder Ben: Jawel, jij was daar. 2 september, woensdag 2 sep-
tember, ben jij daar geweest. Jij weet exact wat daar gebeurd is. Ja?
Maar jouw rol, jouw rol is misschien maar heel klein geweest, hè?
Misschien ben jij wel niet de moordenaar, ja? Misschien ben jij wel
helemaal niet de moordenaar! Is het dan niet belangrijk dat jij mij
precies vertelt wat er gebeurd is, als jij niet de moordenaar bent?
Want wie krijgt de zwaarste straf? Wie krijgt de zwaarste straf?
Cem, wie krijgt de zwaarste straf?
Verhoorder Henk: Ja, geef dan antwoord!
Verhoorder Ben: Kom.

58

De Arnhemse villamoord.indd 58 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

Verhoorder Henk: Geef dan antwoord?


Verhoorder Ben: Ja, wie zou nou de zwaarste straf krijgen?
Verhoorder Henk: Dan moet je niet zitten te denken, dan moet je…
Verhoorder Ben: Kijk me nou eens aan, kijk me nou eens aan, wat eh,
kijk nou eens eerlijk naar mij. Wie krijgt nou de zwaarste straf? Zeg
mij dat nou eens! Hier! [Ben wijst op zijn voorhoofd]
Verhoorder Henk: Nou, niet denken!
Verhoorder Ben: Jij? Jij?
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: Wie dan? Wie dan? Cem, kijk mij eens aan! Wie dan?
Ömer: Kemal en Nevzat.
Verhoorder Ben: Waarom?
Ömer: Ja, Kemal en Nevzat heb eh villa heb gedaan.
Verhoorder Ben: Nee, nee, waarom?
Verhoorder Henk: Anders weet jij…
Verhoorder Ben: En jij hebt op de uitkijk gestaan! Klopt! Cem!
Verhoorder Henk: Adnan was erbij.
Verhoorder Ben: Klopt hè? Kijk mij nou aan, jongen! Klopt hè? Cem!
Klopt hè?
Ömer: Ben, dat is, eh, als eerlijk is, eh, ik doe graag, eh.
Verhoorder Ben: Vertel mij nu, ja, nu moet jij mij vertellen.
Ömer: Ik weet helemaal niks van!
Verhoorder Ben: Klopt, hè? Jij hebt buiten gestaan! Cem!
Ömer: Nee, ik ben niet buiten staan.
Verhoorder Ben: Maar waar ben je dan, oh, dan ben je naar binnen
gegaan!
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: Want je bent erbij geweest.
Ömer: Nee, ik weet helemaal niks van deze zaak!
Verhoorder Ben: Wie krijgt nu de zwaarste straf? Jij krijgt de zwaar-
ste straf?
Verhoorder Henk: Nou, zeg dan!
Verhoorder Ben: Kom!
Ömer: Ik ben onschuldig! Waarom moet ik dan…
Verhoorder Ben: Nee, nee, nee.
Ömer: Waarom moet ik dan de zwaarste straf?
Verhoorder Ben: Nee, nee, nee.
Verhoorder Henk: Nee, niet zeggen: onschuldig!

59

De Arnhemse villamoord.indd 59 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

Verhoorder Ben: Jij! Bent! Er! Bij! Geweest! Jij bent erbij geweest, jon-
gen!
Verhoorder Henk: Staat op papier.
Verhoorder Ben: Wordt verklaring over afgel… 2 september was jij
daar. Jij was daar. En ik wil dat je mij aankijkt, jongen!
Ömer: Ja, Ben.
Verhoorder Ben: Ja!
Ömer: Als niet die twee jongens zo vertellen.
Verhoorder Henk: Jij moet denken…
Verhoorder Ben: Wat dan? Wat dan als die twee jongens dat zo ver-
teld hebben, dan is dat de waarheid. Dan klopt dat. Want dat vertel
je niet zomaar. Dat vertel je niet zomaar.
Verhoorder Henk: Jij moet zeggen wat je op de Apeldoornseweg ge-
daan hebt.
Verhoorder Ben: Welke taak had jij? Nu! Hoe paste jij in het plan?
Welke taak had jij?
Verhoorder Henk: Wat moest jij doen? Wat moest jij doen? Wat
moest jij doen?
Ömer: Adam [fonetisch], ik weet niet.
Verhoorder Ben: Wat moest jij doen? Nee, vertel nu, dat is toch een
hele gewone Hollandse vraag, niet?
Verhoorder Henk: Je zit maar te denken, te denken, je moet praten!
Verhoorder Ben: Je moet niet denken, je moet zeggen! Ja? Zeggen!
Verhoorder Henk: Wat moest je doen dan, daar? Wat moest je doen
van hun? Wat moest je doen?
Verhoorder Ben: Zeg nou wat je… vertel het maar!
Verhoorder Henk: Wat moest je doen van hun?
Verhoorder Ben: Praat nou!
Ömer: [mompelt iets onverstaanbaars]
Verhoorder Ben: Nee, nee, nee.
Verhoorder Henk: Praat nou.
Verhoorder Ben: Nu praten!
Verhoorder Henk: Wat moest je doen van hun? Wat moest jij doen
dan?
Verhoorder Ben: Je begon mij aankijken, je moet mij aankijken.
Want dan weet ik dat jij niet liegt. Jij moet mij gewoon de waarheid
vertellen, Cem.

60

De Arnhemse villamoord.indd 60 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

Ömer: Ben, ik vertel jou waarheid, ik ben daar niet geweest, ik pra-
ten eerlijk!
Verhoorder Ben: Jij moet mij vertellen wat je op 2 september. Ande-
ren zeggen dat je daar geweest bent. 2 september. Woensdagavond.
Op 2 september. Ja? En niet, jij zat niet in café Ada. Die anderen zaten
niet op 2 september in café Ada. Dat weet jij, dat weet ik, dan weten
hun. En hun verklaren ook daarover. Nee, de enige die daar niet over
verklaart, is Cem. Cem. Ömer Cem zit hier te liegen! Over een moord!
En waarom? Omdat Ömer Cem ook de moordenaar nou is!
Verhoorder Henk: Nou begint ie weer te denken! Je moet praten, je
moet praten!
Ömer: Ja, ik ben onschuldig.
Verhoorder Ben: Nee, je bent niet onschuldig! Je bent misschien wel
een klein beetje schuldig. Misschien. Maar dat moet jij mij vertel-
len. En anders vind ik jou schuldig! Dan denk ik dat jij schuld hebt.
Begrijp jij dat? Cem, kijk mij aan, begrijp jij dat?
Ömer: Ja, dat begrijp ik wel, Ben.
Verhoorder Ben: Ja? Maar ik heb het idee dat jij niet helemaal goed
begrijpt wat hier aan de hand is. D’r liggen twee verklaringen tegen
jou, jongen. En anders dan zie je het maar uit, dan zoek je het maar
uit, en laat anderen maar over jou verklaren over 2 september, ja?
Daar gaat het nu even over, laat anderen maar over jou verklaren,
en houd jij je mond maar dicht! Maar dan krijg jij een probleem,
vriend! Want dadelijk zeggen ze dat jij…
Verhoorder Henk: Binnen bent geweest.
Verhoorder Ben: Juist!
Verhoorder Henk: Op de Apeldoornseweg. En dan moet jij nu zeggen
wat jij daar gedaan hebt. Wat jij moest doen van hun. Wat moest jij
doen van hun? Ja? Zeg dan eens wat jij moest doen!
Verhoorder Ben: Wat was jouw taak? Wat, wat heb jij alleen maar
gedaan? Was het de bedoeling…
Ömer: Hun weten alleen ik ben chauffeur dus, ik ben daar die Apel-
doornseweg, eh, achterlaten.
Verhoorder Ben: Heb je hun daar achtergelaten?
Ömer: Ja, daar hebben blijven staan.
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: Hun zeggen over half uurs of drie kwartier terugkomen.
Verhoorder Ben: Ja.

61

De Arnhemse villamoord.indd 61 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

Ömer: Dan, ik kwam, ik weet niet wat hun binnen gedaan.


Verhoorder Ben: Wie zijn hun? Wie zijn hun?
Ömer: Kemal en Nevzat.
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: En dan wat heb gedaan, dat weet ik niet.
Verhoorder Ben: Nee, je hebt ze daar afgezet?
Ömer: Ik heb ze daar…
Verhoorder Henk: Toen, toen op 2 september?
Ömer: Ja.

Nu heeft Ömer dus bekend dat hij heeft meegedaan aan het misdrijf.
Daarmee is de tweede fase van dit verhoor begonnen, de fase waarin Ömer
bekent en vertelt wat er tijdens en rond het misdrijf is gebeurd.
De eerste fase van dit verhoor heeft ruim twee uur geduurd. Het proces-
verbaal van deze eerste fase beslaat minder dan één pagina en gaat uit-
sluitend over de travelcard van Ömer. Uit het proces-verbaal blijkt op geen
enkele wijze dat er druk is uitgeoefend.
Het feit dat Ömer nu heeft bekend onder grote druk en onder bedreiging
dat hij anders wel eens op valse verklaringen van anderen veroordeeld zou
kunnen worden voor meer dan hij gedaan heeft, zegt nog niets over de
vraag of deze bekentenis waar of vals is. Deze verhoorstrategieën vergro-
ten immers zowel bij schuldigen als bij onschuldigen de kans op een beken-
tenis. De vraag of de bekentenis waar is, moet beantwoord worden door te
kijken naar daderkennis – door te kijken of de verdachte in staat is om cor-
recte details te vertellen over wat er tijdens en rond het misdrijf is gebeurd.
Een onschuldige zal immers meestal niet in staat zijn om te vertellen wat
er gebeurd is om de eenvoudige reden dat hij er niet bij is geweest.5
Gelukkig beseffen de verhoorders dat dit bekennen van Ömer pas het
begin is en dat het van essentieel belang is dat Ömer nu zo gedetailleerd
mogelijk gaat vertellen wat er tijdens en rond het misdrijf is gebeurd. Is
Ömer in staat om dit te vertellen? Daarover gaat het in de tweede fase van
dit verhoor.

De tweede fase – de eerste bekentenis

Wat zegt Ömer in de tweede fase van het verhoor, dat wil zeggen nadat
hij heeft toegegeven dat hij bij het misdrijf betrokken is geweest tot het
moment waarop begonnen wordt met het opmaken van het proces-

62

De Arnhemse villamoord.indd 62 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

verbaal? Wat hij zegt staat allemaal op band. Er valt dus precies te zien
wat spontaan uit Ömers mond komt en wat eventueel wordt aangedragen
door de verhoorders. Ongeveer een uur lang proberen de verhoorders het
verhaal wat er op de avond van 2 september 1998 is gebeurd uit Ömer te
trekken. Van dit uur wordt niets opgeschreven. Na ongeveer een uur beslui-
ten de verhoorders dat ze nu genoeg hebben gehoord om over te gaan tot
het opstellen van een proces-verbaal. Tijdens het opschrijven van dat pro-
ces-verbaal lopen de verhoorders met Ömer min of meer chronologisch de
gebeurtenissen door en ontstaat een min of meer coherent en eenduidig
verhaal. De eenduidigheid in deze derde fase van het verhoor is veel groter
dan tijdens de daaraan voorafgaande fase, als Ömer voor het eerst vertelt
wat er is gebeurd en hij herhaaldelijk door de verhoorders wordt gecorri-
geerd en als gevolg daarvan meestal zijn verhaal bijstelt.
Hier volgt integraal hoe het verhoor verloopt direct nadat Ömer heeft toe-
gegeven dat hij zijn kompanen op de Apeldoornseweg heeft afgezet. De
citaten worden geregeld onderbroken om samen te vatten wat Ömer nu
precies verklaard heeft. De navolgende brokjes citaat sluiten echter steeds
naadloos op elkaar aan:

Verhoorder Henk: ’s Avonds.


Ömer: ’s Avonds, ja. Ik heb daar afzetten. Ik kwam Arnhem terug.
Verhoorder Ben: En waar ben jij toen, en waar ben jij toen gebleven?
Ömer: Ja, ik heb een beetje rondgekeken, ik heb, eh, die Spijkerstraat
geweest.
Verhoorder Henk: Nee, nee.

Ömer zegt dat hij na het afzetten van zijn kompanen nog even naar de
Spijkerstraat is geweest. (De Spijkerstraat was toen de Arnhemse hoeren-
buurt.) Verhoorder Henk gelooft niet dat dit klopt – wie buiten wacht bij
een overval gaat niet in de tussentijd nog even terug naar de stad.

Verhoorder Ben: Welke auto was je?


Ömer: Mercedes.
Verhoorder Ben: Ja?
Verhoorder Henk: Ja, nee.

Ömer zegt dat hij zijn kompanen gebracht heeft met ‘Mercedes’, dat wil
zeggen met zijn eigen auto.

63

De Arnhemse villamoord.indd 63 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

Verhoorder Ben: En je hebt hun opgehaald daar? En waar heb je hun


afgezet? Waar? Waar heb je hun afgezet?
Ömer: Ja, die Apeldoornseweg, eh.
Verhoorder Ben: Ja, waar?
Verhoorder Henk: Waar?
Ömer: Dat weet ik niet heusus [fonetisch].
Verhoorder Ben: Jawel, jawel, jawel. Hoe zag het eruit? Hoe zag het
eruit? Ik kan toch niet testen of jij de waarheid vertelt? Dat moet jij
mij vertellen!
Verhoorder Henk: Waar? Waar? Nu zeg je waar, waar je hun hebt
afgezet! Nu! Waar heb je hun afgezet? Waar? Dat weet jij heel goed!
Dat weet jij heel goed! Waar heb je hun afgezet? Niet denken, zeg-
gen!
Verhoorder Ben: Cem, niet daarheen…
Verhoorder Henk: Praten!
Verhoorder Ben: Gewoon praten! Je moet eerlijk zijn!
Verhoorder Henk: Praten!
Verhoorder Ben: En je moet aan jezelf denken!
Verhoorder Henk: Praten!
Ömer: Moment! Moment! Nee, nee, nee, nee, nee, dat begrijp ik wel,
dat begrijp ik wel.
Verhoorder Ben: Nee, nee, nee.
Ömer: Eventjes rustig denken.
Verhoorder Ben: Nee, niks niet rustig denken, het zijn belangrijke
dingen, het gaat ook over jou, jongen!
Verhoorder Henk: Je weet heel precies waar je hun hebt afgezet, dat
weet jij heel precies, Cem! Want er is tegen jou gezegd: hier stoppen.
Zeg dan! Niet denken, je moet het zeggen!
Ömer: Daar, die Apeldoornseweg, één grote huis, weet je wel?

Ömer kan of wil niet zeggen waar hij Nevzat en Kemal heeft afgezet, behal-
ve dan uiteindelijk dat het bij een groot huis was.

Verhoorder Ben: Ja, hoe zag het huis eruit?


Ömer: Ja, eh…
Verhoorder Henk: Nou, kom op man!
Ömer: Eh, voorkant een grote tuin, weet je wel, en dan, eh, zo net
type één villa’s.

64

De Arnhemse villamoord.indd 64 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

Verhoorder Ben: Kleur?


Ömer: Dat weet ik niet. Ik heb niet opletten. Het is ’s avonds.
Verhoorder Ben: Was het ’s avonds?
Ömer: Ja. ’s Avonds was.

Ömer zegt dat het ging om een villa met aan de voorkant een tuin. In wer-
kelijkheid ligt het huis vrij dicht bij de weg in een bosachtig terrein (zie
afbeelding 3 op p. 130). Door dat terrein loopt een oprijlaan. Achter de villa
ligt een grote tuin.

Verhoorder Ben: Ja? En toen zijn ze naar binnen gegaan?


Ömer: Ja, ik heb daar afzetten, ik…
Verhoorder Ben: Ja, hoe zag dat eruit waar je ze afzette? Hoe zag je…
hoe zag dat eruit?
Ömer: Hoe bedoelt u?
Verhoorder Henk: Hoe bedoel je? Hoe zag dat eruit waar je ze af-
zette? Hoe zag dat eruit?
Verhoorder Ben: Vertel maar.
Verhoorder Henk: Nu zit je, nu zit je weer te denken, weer te denken,
je hoeft niet te denken, want je bent erbij geweest.
Verhoorder Ben: Je hoeft er niet over na te denken, want je bent erbij
geweest.
Verhoorder Henk: Want je weet het heel precies!
Verhoorder Ben: Nadenken, vriend!
Ömer: Ja, ik wachtte, eh, ik wachtte gewoon buiten!
Verhoorder Henk: Oh, je was dus toch buiten gewacht!

Ömer kan of wil weer niet zeggen hoe de plek eruitzag waar hij de anderen
afzette. En als Ömer zegt dat hij buiten wachtte, wordt dit door verhoorder
Henk benadrukt omdat het immers in strijd is met de eerdere door Henk
niet geloofde mededeling van Ömer dat hij in de tussentijd naar de Spij-
kerstraat was geweest.

Ömer: Ja, ik, eh…


Verhoorder Henk: Ja, ja, ja.
Verhoorder Ben: Je hebt op hun gewacht.
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: En toen zijn hun naar binnen gegaan.

65

De Arnhemse villamoord.indd 65 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: En toen?
Verhoorder Henk: Kom nou!
Ömer: Ja, wat gebeurde, wat gebeurde weet ik niet, dan, zo als ze
dan naar buiten komen…
Verhoorder Ben: En toen?
Ömer: Dan, ik rijd die mijn auto weg.
Verhoorder Ben: En wat zeggen ze dan?
Ömer: Hun hebben niks gezegd.
Verhoorder Ben: En wat zeggen ze dan? Kom nou, wat zeggen ze
dan?
Verhoorder Henk: Natuurlijk wel!
Verhoorder Ben: Wat zeggen ze dan?
Verhoorder Henk: Nou, kom op, praten! Dat duurt allemaal veel te
lang bij jou.
Verhoorder Ben: Wat zeggen ze dan? In de auto? Ik hoor niks!
Verhoorder Henk: Nou, ffssjjt, kom! Praten! Je moet praten!
Verhoorder Ben: Dat is beter!
Verhoorder Henk: Je zit veel te lang na te denken!
Verhoorder Ben: Beter voor jou!
Verhoorder Henk: Want dan zit je weer wat anders aan na te den-
ken, je moet…
Ömer: Want die moet daar iemand schieten of zoiets, geloof ik, zo-
wat.

Ömer kan of wil niets zeggen over de periode waarin hij gewacht heeft. Hij
zegt dat de anderen uiteindelijk weer terugkwamen en dat hij toen weer is
weggereden. Desgevraagd verklaart hij dat ze in de auto niets gezegd heb-
ben. Dat geloven de verhoorders niet, en dan zegt Ömer na enige tijd dat er
iets gezegd is over schieten.

Verhoorder Ben: Wie zegt dat?


Ömer: Kemal.
Verhoorder Ben: Wat zegt ie dan?
Ömer: Iemand daar schieten.
Verhoorder Ben: Wie?
Verhoorder Henk: Wie?
Verhoorder Ben: Wat?

66

De Arnhemse villamoord.indd 66 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

Verhoorder Henk: Wie?


Ömer: Ik weet het zo niet.
Verhoorder Henk: Wie? Wie? Wie heeft daar binnen geschoten? Wie?
Ömer: Kemal, geloof ik.
Verhoorder Ben: Nee, niet Kemal geloof ik. Wie?
Ömer: Kemal.
Verhoorder Henk: Wie? Dus Kemal heeft binnen geschoten?
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: Ja.

De verhoorders willen weten wie er geschoten heeft. Ömer zegt dat hij het
niet weet. Als de verhoorders dat antwoord niet accepteren, zegt hij dat hij
gelooft dat Kemal heeft geschoten. Als de verhoorders ook dat antwoord
niet accepteren – zij denken immers dat Adnan de schutter is geweest –
zegt Ömer eenduidig dat Kemal heeft geschoten.

Verhoorder Henk: Van wie heb je dat gehoord?


Ömer: Die Kemal en, eh…
Verhoorder Henk: Van wie heb je dat gehoord?
Ömer: Die Kemal.
Verhoorder Ben: Van Kemal.
Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: Wat zei Kemal? Nu gelijk zeggen! Wat zei Kemal?
Daar moet je niet lang over nadenken. Wat zei die? Denk niet na!
Wat zei die? Nou, wat zei die? Kom op! Vertel dat!
Ömer: Wij krijgen niks en daar iemand zwaar kemalt [fonetisch]
worden.
Verhoorder Henk: Dat kan niet! Wat zei die? Wat zei die? Zeg dan op,
man! Met dat gedraai van je! Zeg op!
Verhoorder Ben: Wat zei die?
Verhoorder Henk: Wat zei die, in de auto? Wat zei die? Zeg op! Je zit
er maar omheen te draaien. Zeg op: wat zei die? Nou, schiet je nou
een beetje op of niet? Wat zei die? Wat zei die in de auto?
Verhoorder Ben: Hé, wat zei die?
Verhoorder Henk: Zit nou niet zo na te denken! Wat zei die in de
auto?

67

De Arnhemse villamoord.indd 67 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

Ömer zegt dat Kemal zelf zei dat hij geschoten had, maar wat Kemal dan
precies gezegd had, kan Ömer aanvankelijk niet bedenken, en als hij dan
wél iets bedenkt, is wat hij zegt onbegrijpelijk.

Verhoorder Ben: Wat zei die?


Ömer: Hij zegt tegen mij: Ik heb niemand niks vertellen.
Verhoorder Henk: Jij mocht niemand niks vertellen.
Ömer: Nee.

Nu lijkt Ömer dus te verklaren dat er in de auto was gezegd dat hij niemand
iets mocht vertellen.

Verhoorder Henk: Wat was er gebeurd binnen? Wat was er…


Ömer: Ik wachtte, ik wachtte buiten, ik weten niet wat er gebeurd is
daar binnen, ik heb helemaal niks gezien.
Verhoorder Ben: Niks gezien.
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: En wat is daar gebeurd binnen, wat zei die daar-
over? Wat mocht jij niet verder vertellen?
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Nou, wat mocht jij niet verder vertellen?
Verhoorder Henk: Kom op!
Ömer: Hun eh…

Op de logische vervolgvraag wat hij niet mocht vertellen heeft Ömer geen
antwoord.

Verhoorder Henk: Nou, schiet nou op, man! Praat dan!


Ömer: Kemal, Kemal iemand daar schoten.
Verhoorder Ben: Zegt ie dat, in de auto?
Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: Wat zei die?
Verhoorder Ben: Hadden ze een pistool bij zich?
Ömer: Ik denk het wel, die Nevzat altijd een pistool bij zich.
Verhoorder Ben: Heb je gezien, die pistool? Heb je gezien?
Ömer: Ja, ik heb gezien die pistool.
Verhoorder Ben: Ja, hoe zag dat pistool eruit? Jij weet veel van
pistolen?

68

De Arnhemse villamoord.indd 68 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

Ömer: Ja. Kleur eh kleur eh eh bruin eh die pistool. Die 9 millimeter.


Lange lange millimeter, 9 millimeter.

Met ‘lange millimeter’ bedoelt Ömer iets wat hij in een eerder verhoor al
eens heeft uitgelegd: je hebt 9-millimeterpistolen met lange en met korte
patronen. Ömer zegt dat hij denkt dat zijn kompanen een pistool hadden
omdat Nevzat altijd een pistool bij zich had. Vervolgens zegt hij dat hij dit
wapen toen ook zelf gezien heeft: een bruin 9-millimeterpistool. In de Arn-
hemse villamoord is echter geschoten met een 7.65-millimeterpistool. En
volgens Elisa was dat pistool zwart. Ömer geeft dus het ‘verkeerde’ ant-
woord, en dus menen de verhoorders dat er blijkbaar meer dan één wapen
was.

Verhoorder Henk: Ja, en nog meer, nog meer, want er waren nog
meer wapens. D’r waren er nog meer, en dat weet jij wel!
Ömer: Nee, dat dat weet ik niet, alleen, die Nevzat eh had eh…
Verhoorder Ben: Wie was er bij?
Ömer: Had eh die pistool was. Dat weet ik alleen. Die Nevzat.
Verhoorder Ben: Heb je het pistool, heb je op die avond het pistool
gezien?
Ömer: Ja, ik heb gezien.
Verhoorder Ben: Had ie het bij zich?
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Wie?
Ömer: Die Nevzat.

Ömer zegt dus dat Nevzat het pistool had. Maar eerder zei Ömer dat er was
geschoten door Kemal.

Verhoorder Ben: En Kemal?


Ömer: Denk ik, die Kemal die pistool, pistool krijgen van die Nevzat.
Verhoorder Ben: Dat weet je dat zeker of heb je dat gezien?
Ömer: Ik weet het heel zeker.
Verhoorder Ben: Heb je dat gezien?
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Of heeft ie dat pistool aan Nevzat gegeven dan? Of
Nevzat het pistool aan Kemal gegeven. Wanneer?
Ömer: In de auto.

69

De Arnhemse villamoord.indd 69 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

Verhoorder Ben: Wanneer? Ervoor of erna?


Ömer: Voor.
Verhoorder Ben: Ja?
Ömer: Ja.

Ömer zegt dus dat hij denkt dat Nevzat het pistool in de auto vóór het
misdrijf aan Kemal heeft gegeven en zegt vervolgens dat hij dit zelf gezien
heeft.

Verhoorder Ben: Wie was er nog meer bij?


Ömer [aarzelend mompelend onverstaanbaar]: Mantonubij?
Verhoorder Ben: Wie was er nog meer bij?
Verhoorder Henk: Kom! Zeggen! Wie was er nog meer bij? Jij zit zo
lang na te denken, jij weet het heel precies!
Verhoorder Ben: Wie was er nog meer bij?
Ömer: Die Şevket ook mee.
Verhoorder Ben: Was Şevket ook mee?
Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: Ja, Şevket, Kemal, jij, Nevzat.
Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: En wie nog meer?
Ömer: Ja.

De verhoorders vragen wie er behalve Nevzat en Kemal nog meer bij was.
Zij denken immers te weten dat in elk geval ook Adnan erbij was. Die was
volgens Şevket immers de schutter geweest. Maar ze kunnen deze ver-
meende daderkennis niet eenvoudigweg voorzeggen. En zolang Ömer niet
de ‘goede’ naam van Adnan noemt, blijven ze vragen wie er nog meer bij
was.

Verhoorder Henk: Dat zijn er maar vier. Wie nog meer?


Ömer: Eh, Hasan.
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: Dat was het, wij zijn…

Nu heeft Ömer dus al vijf daders genoemd: hijzelf, Nevzat, Kemal, Şevket
en Hasan.

70

De Arnhemse villamoord.indd 70 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

Verhoorder Ben: Met zijn allen in de auto?


Ömer: Ja, allemaal in de auto.
Verhoorder Henk: In hun auto.
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Waar zijn die andere auto gebleven dan?

Ömer heeft al eerder gezegd dat hij de anderen vervoerd heeft in zijn eigen
Mercedes. Verhoorder Ben vraagt waar ‘die andere auto’ is gebleven, want
de verhoorders denken immers te weten dat de dader of daders gekomen
zijn in een blauwe Volkswagen Golf. Bovendien wordt het in de Mercedes
wel wat vol: Ömer heeft nu vijf daders genoemd en daar moet volgens de
verhoorders ook nog Adnan bij.

Ömer: Eh, Hasan wachtte die buiten en die buiten bekijken. Iemand
wel of niet komen.
Verhoorder Ben: En Şevket?
Ömer: Eh, Şevket, Hasan, eh, Şevket, Kemal en Nevzat naar binnen
gaan.
Verhoorder Ben: Şevket, Kemal en Nevzat naar binnen.
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Weet je dat zeker?
Ömer: Ja.

Nu heeft Ömer een taakverdeling gemaakt: Şevket, Kemal en Nevzat zijn


naar binnen gegaan. Hasan en hij zelf hebben buiten gewacht.

Verhoorder Henk: Waar naar binnen? Waar?


Ömer: In de Apeldoornseweg.
Verhoorder Henk: Waar naar binnen? Waar naar binnen?
Ömer: Die…
Verhoorder Henk: Jij weet heel goed wat ik bedoel! Waar naar bin-
nen?
Ömer: Denk ik achterkanten van huis?
Verhoorder Henk: Oh ja, hoe kan dat dan maar zo? Waarom?
Ömer: Denk ik die Kemal eh…
Verhoorder Henk: Heb jij dat gezien dan?
Ömer: Nou, ik heb niet gezien, maar eh hun hebben zo haast zo snel
weggaan eh…

71

De Arnhemse villamoord.indd 71 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

Op de vraag waar de daders naar binnen zijn gegaan, spreekt Ömer een
vermoeden uit.

Verhoorder Henk: Oh ja? Hoe lang duurde dat dan?


Ömer: Ongeveer eh kwartier zoiets.
Verhoorder Henk: Een kwartier?
Ömer: Ja.

Het misdrijf heeft volgens Ömer ongeveer een kwartier geduurd.

Verhoorder Ben: En waar heb jij gewacht?


Ömer: Eh, eh, honderd meter voor die huizen.
Verhoorder Ben: Waar?
Ömer: Die Apeldoornseweg.
Verhoorder Henk: Jij hebt hun daar afgezet.
Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: En jij bent blijven staan, zei je eerst.
Ömer: Nee, ik ben hun afzetten, dan, ik ga weg daar. Ik heb…
Verhoorder Henk: Jij gaat weg daar, dan rijd je… waar rijd je dan
naar toe?
Ömer: Ik heb, ik heb eh…
Verhoorder Henk: Nou, praat dan! Je moet snel wezen! Je moet freud
[fonetisch] praten!
Ömer: Ik rijd eh naar Spijkerstraat, ik heb daar eh…
Verhoorder Henk: Nee, nee, nee, nee, nee.
Verhoorder Ben: Onzin!
Verhoorder Henk: Nee. Nee.
Verhoorder Ben: Onzin.
Verhoorder Henk: Nee hoor.

Ömer zegt opnieuw dat hij tijdens het wachten ook nog even naar de Spij-
kerstraat is gereden. De verhoorders zeggen dat dit onzin is.

Verhoorder Ben: Was je wel met je eigen auto?


Verhoorder Henk: Nu zit je weer te liegen!
Ömer: Wat zegt u?
Verhoorder Ben: Was je met je eigen auto?
Ömer: Ja, ik heb eigen auto.

72

De Arnhemse villamoord.indd 72 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

Verhoorder Ben: Ja? Of was er een andere auto bij?


Ömer: Nee, wij hebben eigen auto.
Verhoorder Ben: Mercedes?
Ömer: Mercedes, ja.
Verhoorder Henk: Je liegt weer. Je liegt.

Ömer zegt opnieuw dat ze met zijn Mercedes waren gekomen. De verhoor-
ders geloven dit niet; zij geloven immers in de blauwe Volkswagen Golf die
door een getuige is gezien.

Verhoorder Ben: Hoe wist je dan dat je terug moest komen dan?
Verhoorder Henk: Hee!
Verhoorder Ben: Niet denken, jij moet praten!
Verhoorder Henk: Nee, nee, nee, nee, nee.
Verhoorder Ben: Gewoon de waarheid zeggen.
Verhoorder Henk: Nee, als jij zit te denken, dan ga jij zitten liegen, jij
moet gelijk praten, jij. Jij, ja, je moet gewoon praten, je moet zeggen
wat er gebeurd is die avond. Nu! Praten, blijven praten, niet denken.
Want als jij denkt, dan ga je zitten liegen. Dan ga je zitten liegen.
Ömer: Nee, nee, wacht nou even, ik denk heel even…
Verhoorder Henk: Nee, nee, nee, nee.
Ömer: Ja, wacht nou even.
Verhoorder Henk: Nee, nee, nee, nee, nee [Ömer praat er onver-
staanbaar doorheen].
Verhoorder Ben: Wat dan? Wat dan? Wat dan?
Ömer: Ik denk heel andere dingen.

Ömer lijkt nu te begrijpen dat de verhoorders denken te weten dat er een


tweede auto geweest moet zijn.

Verhoorder Ben: Wat denk je dan?


Ömer: Die Herman, Herman nog auto, weet je wel.
Verhoorder Ben: Wat Herman auto?
Ömer: Die Herman, die Herman, die Hollandse jongen.
Verhoorder Ben: Ja, wat is daarmee?
Ömer: Misschien eh, die auto gebruikt worden, die Ford Scorpio.
Verhoorder Ben: Hoe kom je daar nou bij?
Verhoorder Henk: Hoe kom je daar nou bij?

73

De Arnhemse villamoord.indd 73 28-11-2013 16:17:14


De Arnhemse villamoord

Verhoorder Ben: Hoe kom je bij Herman dan? Was die er ook bij dan?
Hé, denk nou eens even na, je weet toch wel wat er aan de hand is?
Verhoorder Henk: Je hebt nu wel twee auto’s, maar nu zit je te liegen
over die Ford Scorpio.
Verhoorder Henk: Nu praat je al over twee auto’s.

Voordat Ömer optrad als chauffeur voor Nevzat had meestal Herman deze
rol gehad, en nu noemt Ömer dus de auto van Herman, een Ford Scorpio,
als mogelijke tweede auto. De verhoorders geloven er nog steeds niets van,
want het is nog steeds niet een blauwe Volkswagen Golf.

Verhoorder Ben: Ben jij nou de schutter? Volgens mij ben jij ook naar
binnen geweest, of niet?
Verhoorder Henk: Ja, ja.
Ömer: Nee, ik ben niet binnen geweest.
Verhoorder Ben: Nou dan, vertel dan gewoon de waarheid!
Verhoorder Henk: Ik denk…
Ömer: Ja, ik eh…
Verhoorder Henk: Ik denk van wel. Dat je binnen bent geweest.
Verhoorder Ben: Ik denk het wel.
Verhoorder Henk: Ja, ja, ja, ja, ja.

Nu zeggen de verhoorders dus dat Ömer ook liegt op het belangrijkste


punt. Hij is volgens hen ook mee naar binnen gegaan. Dit heeft niets meer
te maken met Ömer laten vertellen wat er gebeurd is. Dit is weer gewoon
de verdachte bedreigen en onder druk zetten – ongetwijfeld omdat ze
ervan overtuigd zijn dat Ömer zit te liegen. Hij zegt immers over de auto’s
niet wat ze willen horen.

Ömer: Wacht nou even…


Verhoorder Henk: Nee, nee, nee, niet wachten…
Verhoorder Ben: Nee, nee.
Ömer: Glaasje water alsjeblieft.
Verhoorder Ben: Glaasje water. Glaasje water. [Verhoorder Ben knipt
met zijn vingers in de richting van de camera]
Ömer: Eh, ja, ik wachten gewoon buiten.
Verhoorder Ben: Onzin.
Ömer: En dan, eh, Kemal, Nevzat, eh…

74

De Arnhemse villamoord.indd 74 28-11-2013 16:17:14


Ömer bekent

Verhoorder Henk: Ja, naar binnen.


Ömer: Binnen, en Hasan en Şevket, buiten wachten.
Verhoorder Henk: Sneller! Praat nou wat sneller! Kom!

Eerder had Ömer gezegd dat ook Şevket naar binnen was gegaan. Nu zou
Şevket dus buiten gewacht hebben.

Ömer: En dan buiten wachten de eh wie komen wie niet komen die
controleren de politie, ik had…
Verhoorder Ben: Wat controleren de politie? Wat bedoel je daar nou
mee dan?
[Onderzoeksleider Ad komt binnen met een glaasje water]
Ömer: Dank u wel.
Ad: Alsjeblieft.
Verhoorder Henk [tegen Ad]: Hij praat niet snel genoeg. Hij moet
sneller praten.
Ad: Hij liegt nog.
Verhoorder Henk: Ja hij liegt.
Verhoorder Ben: Ik wil even wat drinken, hoor. [Ben loopt uit beeld]
Ad: Vertel nou gewoon de waarheid, volledig, Cem! Dit heeft geen
zin! Volledig de waarheid! Niet erom heen draaien! Alsjeblieft! Het
gaat om jouw leven ook, hè? Ja?
Verhoorder Henk: Je liegt.
Ad: Draai er nou niet omheen! Zeg nou met welke auto je was en wie
erbij waren! Ja?
Ömer: Ik heb altijd Mercedes gehad!
Ad: Was je met jouw auto?
Ömer: Dat is leaseauto voor mij.
Ad: Wat voor leaseauto?
Ömer: Die Mercedes!
Ad: Dat kan mij niets schelen! Was je daar met die Mercedes? Wat
voor auto’s waren daar bij?
Ömer: Ik rijden altijd Mercedes. Ik rijden niet andere auto’s!

De verhoorders proberen opnieuw, en weer tevergeefs, om Ömer de ‘goede’


auto te laten noemen.

75

De Arnhemse villamoord.indd 75 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Ad: Toen jij terugkwam, waar ben je toen naar toe gereden? Als je er
niet gebleven bent. Je zegt: je bent weggereden. Je bent teruggeko-
men. Hoe ben je toen gereden? Geef nou eens antwoord!
Verhoorder Henk: Nou, denk toch eens na, man! Zit toch niet…
Ad: Ben je op dezelfde plek gaan staan? Ben je doorgereden? Ben je,
weet ik veel wat, hebben ze je gebeld, wat kan het mij schelen! Hoe
vaak ben je er toen gestaan?
Ömer: Gewoon, ik wachten voor, eh…
Verhoorder Henk: Je kunt toch niet in een kwartier naar het Spijker-,
eh, naar het Spijkerstraat? Dat kan toch niet? Dan zit je te liegen.
Je bent op de Apeldoornseweg geweest, je hebt hun daar afgezet,
je zegt: dat duurde een kwartier, toen ben ik naar de Spijkerstraat
geweest en weer terug, dat kan niet, dat lieg je! Dat lieg je!
Verhoorder Ben [weer teruggekeerd]: Is niet waar.
Verhoorder Henk: Dat bestaat niet!

De verhoorders herhalen dat Ömer liegt als hij zegt dat hij tijdens het
wachten nog naar de Spijkerstraat is geweest.

Ad: Waar ben je naar toe gereden toen?


Ad: Niet van de plek af, nee, bij de plek, waar heb je ze opgepikt?
Ömer: Na vijftig meter, eh…
Ad: Ben je bij de woning geweest?
Ömer: Ik ben niet binnen…
Ad: Ben je bij de woning geweest met de auto?
Ömer: Nee.
Ad: Zeker weten?
Ömer: Eh…
Ad: Goed nadenken! Goed nadenken! Geen fouten meer maken nu!
Ben je bij de woning geweest met de auto? Geef nou eens antwoord!
Ben je bij de woning geweest met de auto? Dat is een gewone vraag!
Ömer: [praat er onverstaanbaar doorheen]
Ad: Bij de woning! Ben je bij de woning geweest…
Ömer: Ja, ik kwam daar geweest enne ik hebben die mensen afzet-
ten.

Onderzoeksleider Ad vraagt of Ömer met de auto bij de woning is geweest.


Ömer zegt nee, maar Ad blijft deze vraag herhalen. Hij weet immers dat

76

De Arnhemse villamoord.indd 76 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

er een getuige is geweest die een auto de oprit op heeft zien rijden. Ömer
antwoordt ook dat hij niet binnen is geweest. In de vorige fase van dit ver-
hoor benadrukten de verhoorders immers steeds dat wie binnen is geweest
meer straf krijgt dan wie buiten gewacht heeft.

Ad: Ja.
Ömer: Daar eh mijn auto eh bevoor honderd meter eh geparkeerd.
Ad: Ja.
Ömer: Die Hasan en Şevket, die uitkijken.
Ad: Ja.
Ömer: Die Kemal en Nevzat naar binnen gaan.
Ad: Ja. En toen? Toen je ze weer op ging halen, waar moest je toen
naar toe?
Ömer: Hun zo hard rennen naar de auto komen.
Ad: Waarnaar? Hard rennen naar de auto die op de Apeldoornseweg
stond, of stond ie al weer ergens anders inmiddels? Was je ergens
naartoe gereden?
Ömer: Ja, naar voor voor eh honderd meter voor de huis.
Ad: Ben je naar de woning toegereden?
Ömer: Nee, ik heb eerst eh…
Ad: Ben je er, eh, is er een oprit bij die woning?

Onderzoeksleider Ad wil nog steeds weten of Ömer toch niet naar de


woning toe gereden is. In de laatste zin wil Ad blijkbaar vragen of Ömer de
oprit naar de villa is opgereden, maar beseft hij halverwege de zin dat hij
dit niet zo kan vragen omdat het bestaan van die oprit misschien dader-
kennis is. Direct hierna zegt hij die oprit overigens wel gewoon voor.

Ömer: Nee. Eh ik wachten gewoon voor, eh, voor die woning.


Ad: Voor de woning.
Ömer: Ja, die…
Ad: Ben je de oprit opgereden van de woning? Goed nadenken! Niet
meer liegen! Denk er goed om! Als je nou fouten maakt, is het foute
boel, hè? Eerlijk blijven nu! Nu ben je zo ver, mag je niet meer gaan
zitten liegen! Begrijp je dat? Hun zitten hier om jou te helpen, hoor!
Ja, om misschien te bewijzen dat je niet de moordenaar bent! Ja!
Daarvoor zijn hun bezig! Daarom hebben hun tegen mij gezegd:
wij willen verder praten. Nou, zeg dan ook de waarheid, draai dan
niet zo!

77

De Arnhemse villamoord.indd 77 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Ömer gaat niet mee met de nadrukkelijke suggestie om te zeggen dat hij
de oprit is opgereden – hij accepteert dus niet steeds alles wat hem min
of meer wordt voorgezegd. En Ad herhaalt dan de bedreiging uit de vorige
fase van het verhoor: als niet bewezen kan worden dat Ömer buiten heeft
gewacht, is hij misschien wel zelf de schutter geweest.

Ömer: Ik draai niet eh…


Verhoorder Ben: Ja, ja, ja.
Ad: Ben je met je auto naar de villa gereden? Wat voor auto? Wat
voor auto? Wees nou eens eerlijk!
Verhoorder Henk: Zit ie weer te denken!
Ömer: Nee, wacht even, wacht even, u maakt mij helemaal fout, u
maakt, u maakt helemaal fout, omdat ik heb altijd Mercedes 190
gehad! Hoe komt het dan met andere auto?
Ad: Kunt u met andere auto ook doen, of niet? Als je al gaat inbreken,
kun je ook een andere auto pakken, of niet?

Ömer heeft eerder gezegd dat ze met zijn Mercedes naar de Apeldoornse-
weg zijn gereden. Hij doet de verhoorders nu zelf een nieuwe suggestie
aan de hand.

Ömer: Hoe weten dat die auto ik rijd? Misschien Şevket rijdt die auto!
Ad: Kan best. Daarom vraag ik het aan jou. Want jij pakt ze weer op.
Ja? Hoeveel auto’s waren er dan bij betrokken? Hoeveel auto’s? Vijf,
zes, twee, drie? Dat weet je toch?
Verhoorder Henk: Nou, praat dan! Je zit maar weer te denken, maar
als je denkt dan zit je te liegen. Hoeveel auto’s?
Ad: Hoeveel auto’s hè? En welke auto’s? Dat weet je! Je bent niet ge-
loofwaardig zo! Hoeveel auto’s, Cem?
Ömer: Twee auto’s, denk ik.
Ad: Twee? ‘Denk ik’? Of meer?
Ömer: Twee auto’s.

Ömer begrijpt dat alleen de Mercedes dus verkeerd is. De verhoorders wil-
len blijkbaar meer dan één auto horen en dus oppert hij dat er twee auto’s
waren.

Ad: Wat voor auto’s?

78

De Arnhemse villamoord.indd 78 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Ömer: Eén is Mercedes 190.


Ad: En dan nog?
Ömer: Eén is een Peugeot 205.

Ömer noemt nog steeds niet de goede auto, en dus moeten er volgens de
verhoorders nog meer auto’s zijn geweest.

Ad: En wat nog meer?


Ömer: Dat was het denk ik.
Ad: Nee, wat nog meer? [Ömer gaat zitten nadenken] Moet je den-
ken, hè? Maar wij weten hoe het is! Want dat is het probleem. Zij
weten ook precies wanneer jij zit te liegen! Dat moet je dus nu niet
meer doen!
Verhoorder Henk: Als hij denkt, als hij gaan denken, gaat hij zitten
liegen!
Ömer: Nee, ik liegen niet.
Verhoorder Henk: Ja, je moet de waarheid zeggen, jongen. En je
moet je niet zo lang nadenken.
Ömer: Was Kemal nog één auto, die Mitsubishi. De witte één auto.
Verhoorder Ben: Ja, maar dat is niet wat ik bedoel.

Nu heeft Ömer dus nog een auto genoemd: een witte Mitsubishi van
Kemal. Alweer geen blauwe Volkswagen Golf.

Ad: Dat bedoel ik niet. Wie is er dan de oprit opgereden daar ’s


avonds? Jij staat daar, hè? Staat te kijken. Komen ze aangerend. Je
bent niet weggeweest, je bent daar gebleven. Ja? [Op de opname
van het verhoor is te zien dat Ömer een klein bevestigend knikje
geeft] Dan is het afgelopen dan komen ze aangerend. Wie rijdt dan
de oprit op?
Ömer: Kemal rijden naar binnen.
Ad: Met wat voor auto? Goed nadenken! Want dat weet je! Het is
geen Mitsubishi! Ik weet wat het is! En jij ook. Nou, zeg het dan!
Maak het niet zo moeilijk. Wat was dat voor auto? Jij kent de auto’s
goed. Wat voor kleur auto? Geen Mitsubishi. Je weet wat voor kleur
auto dat was. Waarom moet je daar nu zo over nadenken?
Verhoorder Henk: Welke auto?
Ömer: Ford Scorpio blauw.

79

De Arnhemse villamoord.indd 79 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Ad: Nee, geen Ford Scorpio blauw. Wat dan? Blauw is goed. Ik zal
je helpen. Maar nou nog het merk. Want dat weet je gewoon! Dat
weet je.

Ömer wordt voorgezegd dat het antwoord Mitsubishi verkeerd was en


valt dan weer terug op de Ford Scorpio van Herman. Die auto was blauw.
Ad zegt Ömer nu eenvoudigweg voor dat, hoewel ook dit niet de goede
auto is, de kleur van de auto, blauw, wél goed is. Hij zegt dus gewoon, wil-
lens en wetens (‘ik zal je helpen’), daderkennis voor. De verhoorders Ben en
Henk proberen in al hun knulligheid om geen daderkennis vrij te geven
en hopen blijkbaar door het steeds blijven herhalen van vragen dat Ömer
andere antwoorden zal geven, waarbij dan hopelijk ook een keer het door
hen gewenste antwoord zit. Hun baas Ad is nog primitiever: eerst gaf hij al
weg dat de villa een oprit heeft, nu zegt hij eenvoudigweg de kleur van de
auto voor. Ömer probeert opnieuw om de gewenste auto te noemen:

Ömer: De bus.
Ad: Dat zie je toch? Je ziet toch wat er daar naar binnen rijdt? Of
niet? Je ziet toch wie ernaar toe rijdt?
Verhoorder Henk: Zit ie nog te liegen.
Ad: Waarom zit je nou te liegen, man? Ik begrijp er niks van, hoor.
Ömer: Nee, ik weet niet, maar eh…
Verhoorder Henk: De bus.
Ömer: Ja, die bus, van eh…

Vermoedelijk bedoelt Ömer met ‘de bus’ de witte bestelbus van de vader
van Kemal en Şevket. Ömer lijkt immers eenvoudigweg alle auto’s te noe-
men die in de omgeving van Nevzat en Kemal werden gebruikt. De lezer
herinnert zich dat, toen Ömer op 2 september 1998 de klapband had, Kemal
hem te hulp kwam met het busje van zijn vader. Maar dit is opnieuw niet
wat de verhoorders willen horen.

Ad: Luister eens, je hebt, je hebt al twee dagen hier zitten beweren
dat je niet liegt. Je hebt al twee dagen zitten beweren dat je nog
nooit op de Apeldoornseweg bent geweest. Ja?
Verhoorder Henk: Hij zit de hele tijd te liegen.
Ad: Je zit al twee dagen hier. En nou moeten we jou geloven? Als je
nou zover bent dat je toegeeft dat je op de Apeldoornseweg bent

80

De Arnhemse villamoord.indd 80 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

geweest, ga dan in godsnaam door en ga dan niet liegen want dan


ben je nóg de moordenaar! Ja? Want jij zegt: ik ben niet binnen ge-
weest! Ja?
Ömer: Ja, ik ben niet binnen geweest.
Ad: Ja? Stel! Stel! Dat zeg je! Je bent niet binnen geweest! Ja? Oh ja, is
dat waar? Dan moet je de waarheid vertellen want dan kunnen wij
bewijzen of je binnen bent geweest ja of nee! Begrijp dat toch eens!
Je zit nog te draaien! Dat moet je niet doen! Want alleen wij kunnen
bewijzen of jij binnen bent geweest of niet! Wij kunnen bewijzen of
jij twintig jaar gevangenisstraf moet hebben, of twee jaar! Of mis-
schien minder, of misschien meer, dat weet ik niet, ik ben geen rech-
ter! Dat kunnen wij alleen maar voor jou doen en daarvoor zitten
hun hier! En nog presteer je het om te liegen! Ik ga hier weg, ik loop
nu weg, je mag van mij nog even doorgaan maar alsjeblieft zeg de
waarheid, als je hun weer voor zit te liegen scheid ik er uit en haal
ik die baard eraf en dan pak ik de compositietekening en zeg ik: hier
heb je de moordenaar! Want het is duidelijk dat je er dus bij bent ge-
weest, dat is honderd procent duidelijk! Wil je dan dat wij aantonen,
ja, wil je dan graag dat wij aantonen dat jij niet de moordenaar bent
of niet? Moeten we je helpen of niet?
Ömer: Ja, ik ben geen moordenaar!
[Onverstaanbaar door elkaar geschreeuw van Ömer en Ad]
Ad: Oh, en hoe moet ik dat bewijzen? En je zit nog te liegen!
Verhoorder Henk: Dan moet je het ook vertellen! Ja? Dan moet je het
vertellen!
Ad: En wie zijn er nog meer bij geweest? Want ik mis nog iemand.
[Ad loopt het beeld uit, Ben ook]
Verhoorder Ben: Ik wil toch nog even doorgaan.
Ad: Toe maar.

Ömer wordt dus verteld dat er twee mogelijkheden zijn: óf hij heeft bui-
ten gewacht, en dan krijgt hij pakweg twee jaar, óf hij is de moordenaar,
en dan krijgt hij misschien wel twintig jaar. Ömer moet dus helpen bewij-
zen dat hij buiten gewacht heeft, en niet steeds liegen over de juiste auto.
Want als hij blijft liegen, zal Ad zijn baard er aftrekken zodat hij lijkt op de
compositietekening en zeggen dat hij de moordenaar is. Qua verhoortech-
niek betoont onderzoeksleider Ad zich opnieuw nog primitiever dan zijn
ondergeschikten Ben en Henk.

81

De Arnhemse villamoord.indd 81 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Ad zegt voordat hij wegloopt dat hij nog iemand mist. Hij bedoelt natuur-
lijk Adnan, die door Şevket genoemd was als de schutter.

Verhoorder Henk: Nou, welke auto reed Kemal? Welke auto reed Ke-
mal daar? Apeldoornseweg. Met welke auto reed hij daar rond? Met
welke auto? Zit je weer zo lang te denken! Met welke auto? Want dat
weet jij heel goed! Dat weet jij heel goed!
[Ben komt weer terug]
Verhoorder Ben: Cem, hebben muurfout gedaan [fonetisch].
Ömer: Maar Ben, ik rijd altijd Mercedes.

Het lukt weer niet om Ömer de ‘goede’ auto te laten noemen.

Verhoorder Ben: Je moet nu het hele verhaal vertellen, met punten


en komma’s, alles erbij. Je moet nu het verhaal vertellen. Je hoort
toch hoe ie eraan toe is?

Bedoeld is: hoe onderzoeksleider Ad eraan toe is. En inderdaad: op de opna-


me is te zien hoe Ad, voordat hij wegliep, paars was aangelopen van woede.
Verhoorder Ben, eerder ook zeer opgewonden, is nu heel kalm.

Verhoorder Ben: Ik wil je nu nog vanavond, ik wil het vanavond nog


op papier zetten, ik wil je vanavond nog helpen. Je moet mij precies
zeggen wat er gebeurd is, je moet mij precies vertellen wie er bij zijn
geweest, wat er gebeurd is, wat er verteld is, hoe het is gegaan, en
wat jouw rol is geweest. Ik heb vertrouwen in je, jij vertrouwt mij,
we gaan het samen oplossen. Jij gaat aan mij vertellen. Afgesproken,
Cem? Cem, kijk mij aan. Afgesproken?
Ömer: Ja, afgesproken.
Verhoorder Ben: Goed, beginnen bij het begin, vertel het hele ver-
haal. Wie zijn er allemaal mee geweest?
Ömer: Eh, Kemal.
Verhoorder Ben: Iedereen, iedereen vertellen.
Ömer: Kemal, eh, Hasan, Nevzat, eh, Şevket, eh…
[6 seconden stilte]

Ömer heeft al de namen genoemd van Nevzat, Kemal, Hasan en Şevket,


maar de verhoorders willen in elk geval ook de naam van Adnan hebben.

82

De Arnhemse villamoord.indd 82 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Letterlijk voorzeggen, zoals Ad deed met de kleur blauw, doen zij echter
niet:

Verhoorder Ben: Cem, zeg het nou maar.


Ömer: Huseyin.

Weer fout. Nu wordt het moeilijker voor Ömer. Met de namen van Nevzat,
Kemal, Hasan, Şevket en Huseyin heeft Ömer iedereen uit de groep rond
Nevzat genoemd. Hoe kan Ömer nu nog bedenken welke naam de verhoor-
ders blijkbaar willen horen? Hij vindt daarvoor dan echter een ingenieuze
oplossing:

Verhoorder Ben: Ja. Wie nog meer? Cem, ik weet het al.
Verhoorder Henk: Zeg het dan.
Verhoorder Ben: Zeg het maar. Je weet het. Cem, jongen. Kom, je
bent maar een klein mannetje, kom.
Verhoorder Henk: Nou?
Ömer: Eh, Huseyin, en eh…
[Paar seconden stilte]
Verhoorder Ben: Vertel het me maar.
Ömer: Nog, eh, ik heb die foto gezien [Ömer wijst op de tafel]. Die
kale jongen, weet je wel.

Op de opname van het verhoor is te zien dat er geen foto op tafel ligt. In
eerdere verhoren heeft Ömer echter diverse malen een map moeten inkij-
ken met daarin foto’s van enkele mogelijke verdachten in deze zaak en
moest hij zeggen of hij iemand herkende. In die map heeft Ömer blijkbaar
nog een foto gezien, en foto’s van mensen in die map hebben kennelijk iets
met deze zaak te maken.

Verhoorder Ben: Wie dan?


Ömer: Die naam weet ik niet meer.
Verhoorder Ben: Kale jongen, je hebt hem, je hebt hem gezien?
Ömer: Ja, ik heb die foto…
Verhoorder Ben: Weet je de naam niet?
Ömer: Weet ik niet.
Verhoorder Ben: Nee?
Ömer: Nee.

83

De Arnhemse villamoord.indd 83 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Verhoorder Ben: Zullen we kijken of we die hiervoor kunnen vinden?


Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Zit je nou echt de waarheid te vertellen?
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Mag ik jou een hand geven?
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Ga je nu het verhaal vertellen?
Ömer: Ja.
[Ömer geeft Ben een hand]
Verhoorder Henk: Hand erop.
Verhoorder Ben: Ja.
[Ömer geeft Henk een hand]
Verhoorder Henk: Ga je nu niet meer liegen, nee?
Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: Want dan worden wij heel erg boos.
Verhoorder Ben: Ja?
Verhoorder Henk: En mijn baas nog veel veel erger.
Verhoorder Ben [tegen verhoorder Henk]: Pak een invuller [fone-
tisch] erbij. We moeten nu gewoon doorwerken. Ja?
Ömer: Ja.

Verhoorder Henk loopt de kamer uit, blijkbaar om de map te halen met de


foto die Ömer bedoelt.

Verhoorder Ben: Oké. Wie heeft geschoten?


Ömer: Eh [2 seconden stilte] Kemal heeft geschoten.
Verhoorder Ben: Weet je heel zeker?
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Hoe weet jij dat dan?
Ömer: Eh, als die auto gekomen, dat eh vertellen van Nevzat.
Verhoorder Ben: Oké, Nevzat vertellen?
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Wat zegt ie dan?
Ömer: Hij zegt: die Kemal iemand naar mee naar binnen geweest
zijn.
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: En iemand daar schoten die mensen naar binnen komen,
zegt ze.

84

De Arnhemse villamoord.indd 84 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Verhoorder Ben vraagt opnieuw wie er geschoten heeft. Ömer heeft


immers tot dusver steeds het ‘verkeerde’ antwoord gegeven. Nu zegt Ömer
dat er geschoten werd toen ‘die mensen’ binnenkwamen.

Verhoorder Ben: Welke mensen? Hoeveel?


Ömer: Eh, één ouwe man, één ouwe vrouw was. Geloof ik.
Verhoorder Ben: Weet je het niet zeker?

Ömer geeft het evident foutieve antwoord dat hij gelooft dat er geschoten
is toen er een oude man en een oude vrouw binnenkwamen. Hoe komt
Ömer daarbij? Misschien omdat in eerdere verhoren iets was gevraagd over
wat Nevzat ooit in de auto zou hebben gezegd: een oude man die thuis veel
geld bewaarde in een kluis onder het bad, waarbij de vrouw in gijzeling zou
worden genomen? Omdat Ömer het verkeerde antwoord geeft, benadrukt
verhoorder Ben direct dat Ömer het misschien wel niet zeker weet.

Ömer: Weet ik niet zo zeker. Omdat eh ik wacht helemaal buiten, zo


haast lopen, zo snel praten, ik begrijpen niet wat gebeurd is.
Verhoorder Ben: Hoeveel mensen? Hoeveel mensen waren er be-
schoten?
Ömer: Omdat hun eh…
Verhoorder Ben: Hoeveel mensen waren er beschoten?
Ömer: Eh, denk ik, twee mensen.

Ömer had gezegd: een oude man en een oude vrouw, en dat is weliswaar
onzin, maar het klopt wel met de informatie van de politie dat er twee
mensen beschoten waren en dat laat verhoorder Ben hier Ömer dus zeg-
gen. Maar dan neemt het verhoor een verrassende wending, want Ömer
blijkt iets heel anders te bedoelen:

Verhoorder Ben: Ja.


Ömer: Eentje was Kemal. Eentje van andere Hollandse jongen.

Ömer verstond dus blijkbaar niet: hoeveel mensen waren er beschoten,


maar: hoeveel mensen hebben er geschoten. En hij heeft blijkbaar ook
begrepen dat de verhoorders geen genoegen nemen met zijn antwoord
dat Kemal heeft geschoten. Ook ‘Hollandse jongen’ heeft geschoten, zo

85

De Arnhemse villamoord.indd 85 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

zegt Ömer nu. Zo dadelijk zal blijken dat Ömer met die Hollandse jongen de
‘kale jongen’ bedoelt van wie hij eerder een foto op tafel heeft zien liggen.

Verhoorder Ben: Hm?


Ömer: Kemal, Nevzat gezegd, die Hollandse jongen ook pistool had.
Verhoorder Ben: Welke Hollandse jongen? Was die erbij?
Ömer: Ja, die jongen meenemen die pistool ook. En dan eh die jon-
gen eh ook eh die schoten.
Verhoorder Ben: Heeft die jongen ook geschoten?
Ömer: Die Holland, Hollandse, als die straks auto in komen…
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: Dan [onverstaanbaar] denk ik.
Verhoorder Ben: Wie heeft er nou geschoten dan?
Ömer: Eh, die Kemal die schoot.
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: Ja?
Verhoorder Ben: Ja.

Nu heeft Ömer dus gezegd dat de Hollandse jongen ook heeft geschoten,
maar als verhoorder Ben opnieuw vraagt wie er geschoten heeft, keert
Ömer weer terug naar zijn aanvankelijke antwoord: Kemal.

Ömer: Eh, dan eh hun hebben niks pakken daar.

Refereert Ömer hier aan iets wat hij wellicht bij de rechter-commissaris
heeft gehoord, namelijk dat Şevket volgens Herman gezegd zou hebben
dat er in dat grote huis niets te halen was?

Ömer: Dat ze dan terug naar buiten komen.


Verhoorder Ben: Hebben ze niks gepakt?
Ömer: Ja eh ik denk zo eh denk ik eh paar eh juwelieren opgepakt.
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: Vaak is het zo de methood nog makkelijker eh…
Verhoorder Ben: Nee, probeer gewoon even zelf. Probeer zelf even.
Wat hebben ze gepakt dan?
Ömer: Alleen ik heb gezien, omdat, ik wachtte buiten, weet je wel. Ik
weten helemaal niks van. Hun voor mij niks vertellen.

86

De Arnhemse villamoord.indd 86 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Verhoorder Ben: Nee.


Ömer: Wij gaan even op bezoek, zegt hun voor mij, weet je wel.

Hier begint Ömer met een nieuw thema, dat vervolgens steeds zal terug-
keren: benadrukken dat hij niet wist wat zijn kompanen bij dat huis gingen
doen. Even op bezoek gaan, hadden ze gezegd. Blijkbaar begint Ömer weer
een beetje bij zijn positieven te komen en probeert hij te redden wat er nog
te redden valt. Maar dit is niet wat de verhoorders nu interesseert.

Verhoorder Ben: Nee, wat hebben ze gepakt dan?


Ömer: Een eh beetje geld opgepakt.
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: En dan eh beetje eh juwelieren opgepakt.
Verhoorder Ben: Heb je nog juwelieren gezien?
Ömer: Huh?
Verhoorder Ben: Heb je nog juwelieren gezien?
Ömer: Eh, [2 seconden stilte] nee, ik heb die niet gezien. Maar hun
hebben gezegd, die Nevzat gezegd, wij hebben die juwelieren opge-
pakt, zegt ie. Paar centjes opgepakt, zegt ie.
Verhoorder Ben: Paar centjes.
Ömer: Ja, ja, ik denk, geen grote bedrag, [onverstaanbaar] ja, dat
muzjië [fonetisch], weet je wel.
Verhoorder Ben: Was het geen groot bedrag?
Ömer: Denk ik, eh, weet ik niet exact, hè? Hun hebben zo plus vertel-
len gewoon weet je.
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: Misschien die tien twintig duizend gulden zo.
Verhoorder Ben: Weet je niet.
Ömer: Nee, dat weet ik niet precies. Hun eh hun hebben zo snel naar
buiten komen.
Verhoorder Ben: Ja.

Ömer heeft zojuist gezegd dat er niets was meegenomen. Als verhoorder
Ben dan vraagt of er niets was meegenomen, begrijpt Ömer dat dit ant-
woord blijkbaar verkeerd was en zegt hij dat hij denkt dat er juwelen zijn
meegenomen. Wat voor juwelen weet hij niet. (In werkelijkheid is de gou-
den slavenarmband van Geke verdwenen.) En er is geld meegenomen, zegt
hij. Het bedrag blijft vaag: misschien tien twintig duizend gulden.

87

De Arnhemse villamoord.indd 87 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Ömer: Ik heb gewoon drie keer of twee keer één schoten.


Verhoorder Ben: Twee, hoeveel schoten heb je gehoord?
Ömer: Twee of drie keer.
Verhoorder Ben: Oh, twee of drie keer.
Ömer: Ja, eh, exact weet ik het niet. Zo laat denken, weet je wel.

Ömer zegt dat hij gehoord heeft dat er twee of drie keer werd geschoten.
Dat klopt behoorlijk goed: er moet in werkelijkheid twee keer zijn gescho-
ten. Verhoorder Ben keert weer terug naar de blauwe Volkswagen Golf:

Verhoorder Ben: Maar als je met zoveel mensen bent, welke auto’s
waren erbij dan?
Ömer: Eh, Mercedes.
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: Eh, die Peugeot Pé [fonetisch], ik heb het nooit vragen waar
wij gaan, weet je wel.
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: Hun hebben gezegd, wij gaan ergens…

Ömer wil opnieuw benadrukken dat hij niet wist dat zijn kompanen op de
Apeldoornseweg iets crimineels wilden gaan doen.

Verhoorder Ben: Maar was er nog een andere auto bij dan?
Ömer: Dat weet ik niet wat andere auto, want ik hebben nou verge-
ten. Wij zijn die auto’s naar…
Verhoorder Ben: Hoeveel?
Ömer: Eh, drie auto’s.
Verhoorder Ben: Oh, drie auto’s.
Ömer: Ja, wij hebben drie auto’s, maar ik weet niet precies eh eh
welke auto’s.

Verhoorder Ben vraagt opnieuw hoeveel auto’s er waren, en Ömer begrijpt


dat het eerdere antwoord ‘twee auto’s’ dus blijkbaar verkeerd is. Het waren
er drie.

Ömer: Maar de kleur weet ik, die blauwe kleur was.


Verhoorder Ben: Oh, eentje was blauw?
Ömer: Eentje blauw ja.

88

De Arnhemse villamoord.indd 88 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Onderzoeksleider Ad heeft Ömer zojuist voorgezegd dat de gezochte auto


blauw was, en nu zegt Ömer dus dat hij zich althans één detail kan herin-
neren: de auto was blauw.

Verhoorder Ben: Ja? Denk eens goed na wat voor auto dat is geweest.
Ömer: Wat eh?
Verhoorder Ben: Welke auto zou dat kunnen zijn dan. Denk eens
goed na. Is belangrijk.
Ömer: Eh, als, goed, is, eh, kan weeweeweeboetbezin [fonetisch].
Verhoorder Ben: Hoe?
Ömer: Weeweewee [fonetisch].
Verhoorder Ben: Blauwe BMW?
Ömer: Ja, blauwe BMW denk ik.

De eerder door Ömer genoemde auto’s waren weliswaar fout, maar dat
was begrijpelijk. Hij noemde gewoon alle auto’s die gebruikt werden door
Nevzat en Kemal. Nu noemt hij iets onverstaanbaars waarvan verhoorder
Ben een blauwe BMW maakt, en dat bevestigt Ömer. In de kringen rond
Ömer, Nevzat en Kemal werd voor zover bekend geen BMW gebruikt.
Verhoorder Henk is inmiddels teruggekeerd met de map waarin zich de
foto zou moeten bevinden van de ‘kale jongen’ die er volgens Ömer ook
bij geweest was. Ömer gaat bladeren in de map. Verhoorder Ben weet op
dit moment blijkbaar al dat Ömer met de ‘kale jongen’ die er ook bij was
dezelfde persoon bedoelt als met de ‘Hollandse jongen’ die ook geschoten
heeft:

Verhoorder Ben: Welke Hollandse jongen?


[Ömer bladert in de map]
Ömer: Deze niet. Niet. denk ik.
Verhoorder Ben: Denk jij. Kijk maar even rustig. Ja, vraag maar. We
beginnen gewoon vooraan. Dan zeg je, wijs je nu even aan wie er
allemaal bij waren. Wie is hij dan? Wie zou hij dan kunnen zijn? [De
map ligt nu open op de compositietekening]
Ömer: Eh, deze lijkt een beetje Kemal. Deze lijkt een beetje Kemal.
Verhoorder Ben: Ja. Wie zijn er allemaal naar binnen gegaan?
[Ömer wijst nu steeds foto’s aan. Op de video-opname van het ver-
hoor is niet goed te zien welke foto’s Ömer achtereenvolgens wel en
niet aanwijst]

89

De Arnhemse villamoord.indd 89 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Verhoorder Ben: Kemal. Hij ook?


Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Ja. Was hij er ook bij?
Ömer: Nee, die niet bij.
Verhoorder Ben: Hij wel?
Ömer: Hij ook.
Verhoorder Ben: En hij?
Ömer: Hij niet. Hij wachtte buiten.
Verhoorder Ben: En weet je, hij was er wel bij, maar hij was naar niet
buiten, hij was naar binnen?
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: En die ook. Die ook naar binnen.
Verhoorder Ben: Die is ook naar binnen gegaan?
Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: Je weet hoe die heet?
Ömer: Dat weet ik niet die naam.
Verhoorder Henk: Zal ik het je vertellen?
Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: Dat is Dave.
Verhoorder Ben: Klopt dat, Dave?
Verhoorder Henk: Met die kale kop.
Ömer: Ja, ik heb eh…
Verhoorder Henk: Die heeft nu een kale kop.
Ömer: Ja, heeft, eh, klopt. Ik heb gezien die Kemal thuis deze.
Verhoorder Ben: Ja. Ja. Hij is vriend van Kemal.

Met de ‘kale jongen’ en de ‘Hollandse jongen’ bedoelt Ömer dus Dave, die
hij wel eens bij Kemal thuis heeft gezien. Dave kwam al eerder ter sprake.
Uiteindelijk zal ook hij voor de Arnhemse villamoord veroordeeld worden.
Hij was vóór deze moordzaak blijkbaar al in beeld, gezien het feit dat zijn
foto in deze map zat. De politie had hem al gehoord als getuige over crimi-
nele activiteiten van vooral Nevzat. Hij heeft eerder in huis gewoond bij
Herman. Hij heeft ook een poosje bij Marie gewoond.

Ömer: Die [Dave], hij en die Kemal. Nevzat, samen de plannen ge-
daan.
Verhoorder Ben: Hij en Kemal samen de plannen gedaan?

90

De Arnhemse villamoord.indd 90 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Ömer: Ja, hun hebben die eh dan eh hun hebben gezegd, ik weet he-
lemaal niks, wij gaan even bezoeken, dan eh wij hebben twee of drie
auto, weet ik niet precies, weet je wel, te lang geleden, wij hebben
daar geweest en eh hij, Kemal, Hasan, eh, en Nevzat…
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: Eh, naar binnen waren.
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: Hun gaan naar binnen, Deze doet schot. [Ömer wijst de com-
positietekening aan]
Verhoorder Henk: Ja. Dat moet je niet zeggen.
Ömer: Ja.

Ömer herhaalt dat hij van niks wist en dat de anderen alleen gezegd had-
den dat ze even ergens een bezoek gingen afleggen. Ömer vervaagt het
aantal auto’s nu tot twee of drie. Hij wijst ook de schutter aan – de man van
de compositietekening. Dat helpt de politie uiteraard niet verder.

Ömer: Mag ik roken alsjeblieft?


Verhoorder Ben: Tuurlijk. Maar je begrijpt dat dit heel serieus was,
hè?
Ömer: Nee, dat begrijp ik wel.
[Ben steekt zijn hand uit. Ömer en Ben drukken elkaar de hand]
Verhoorder Ben: Maar, even rustig aan, ja? Oké?
Ömer: Ja. Maar ik denken, ik krijg ook heel veel straf.
Verhoorder Ben: Wat zeg je?
Ömer: Ik krijg ook heel veel straf, denk ik.
Verhoorder Ben: Denk je dat?
Ömer: Dat weet ik niet. Ik ben niet schoten. Ik wacht alleen die bui-
ten. Ik wacht alleen die buiten. Ik heb niks gedaan.
Verhoorder Ben: Ik kan toch niet zeggen wat jij wat voor straf jij
krijgt? Maar jij bent toch geen moordenaar?
Ömer: Nee, ik ben geen moordenaar.
Verhoorder Ben: Het is toch belangrijk voor je hart…
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Dat je weet dat je geen moordenaar bent.
Ömer: Nee, ik ben nu trots, echt trots, na zwange [fonetisch] ik ver-
teld. Maar u weet…
Verhoorder Ben: Maar we zijn nu natuurlijk nog niet klaar.

91

De Arnhemse villamoord.indd 91 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Ömer: Nee, weet ik.


Verhoorder Ben: Dat begrijp je. Nu begint het echt pas, hè?
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Maar goed, vertel maar gewoon even verder.
[Er wordt weer gebladerd in de map met de foto’s]
Ömer: Hier beginnen. Hier. Bij het begin. Nevzat.
Verhoorder Ben: Ja.
Verhoorder Henk: Wacht even.
Verhoorder Ben: Zullen we ze [de foto’s] eruit halen?
Verhoorder Henk: We doen het anders.
Verhoorder Ben: We halen ze eruit.
Ömer: Oh ja, zo nog makkelijker. Ja zo.
Verhoorder Ben: Zo.
Ömer: Haal maar zo apart.
Verhoorder Ben: Ja zo. Hasan.
Ömer: Hij. [Hasan wordt bovenop Nevzat gelegd]
Verhoorder Ben [tegen de camera]: Zou ik misschien een kopje koffie
deze kant op mogen hebben?
Ömer: En deze. Even kijken. Kemal foto hier hè?
Verhoorder Ben: Ja, en Şevket.
Ömer: Ja. Die vieren naar binnen geweest [= Nevzat, Hasan, Kemal
en Şevket].
Verhoorder Ben: Die vieren?
Ömer: Ja.

Nu is Şevket dus weer binnen geweest. Onderzoeksleider Ad komt binnen.

Ad: Heb ik even een vraag, hè? Jij bent buiten?


Ömer: Ja, ik ben buiten wachten, ja.
Ad: Hasan is buiten.
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: Nee, kijk maar.
Ömer: Nee, kijk maar, niet zo, vlak bij.
Verhoorder Ben: Wacht even, sorry.

Tot dusver had Ömer gezegd dat Hasan buiten gewacht had. Nu heeft
Hasan dus niet buiten gewacht.

92

De Arnhemse villamoord.indd 92 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Ömer: Ik denk, drie, vier mensen naar binnen geweest.


Ad: Vier.
Ömer: Ja, drie, vier mensen naar binnen geweest. Kom maar, ik heb
net uitleggen.
Ad: Ja.
Verhoorder Henk: Doe ik zo [legt foto’s neer].
Ömer: Hij.
Ad: Nevzat naar binnen. Ja.
Ömer: Eh, hij.
Ad: Ja. Hasan.
Ömer: En hij.
Ad: En Kemal.
Ömer: En die jongen.
Ad: En Dave.

Nu is Şevket dus weer niet binnen geweest?

Ömer: Ja.
Ad: En Huseyin?
Ömer: Huseyin wachtete buiten. Bij mij.
Ad: Huseyin was bij jou.
Ömer: Ja. Hij wachtte die buiten.
Ad: Buiten. Ömer buiten.
Ömer: Ik zit gewoon in de auto!
Ad: Şevket, waar was die?
Ömer: Şevket ook buiten wachten.
Ad: Ook buiten.
Ömer: Ja.
Ad: Buiten.
Ad: Eh, vergeet je er nog één, of niet?
Ömer: Eh, dat is zo lang, misschien kan vergeten.
Ad: Nee, dat vergeet je niet.
Ömer: Wat uh?
Ad: Dit vergeet je niet. Dit vergeet je niet. Je weet heel goed wie erbij
waren. Ik vraag alleen…
Ömer: Ja.
Ad: Of je nog iemand vergeet.

93

De Arnhemse villamoord.indd 93 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Ömer: Kan best. Ik kan vergeten wat. Maar wie? Dat is een goeie
vraag, hè?
[Ömer bladert in de fotobladen]
Verhoorder Ben: Aan de achterkant staat alleen de namen.
Verhoorder Henk: Alleen de namen.
Ömer: Alleen de namen.
Verhoorder Ben: En hij moet er niet bij.
Verhoorder Henk: Nee, nee, klopt.
[Verhoorder Ben schuift vel naar verhoorder Henk, die het vel weg-
legt]
Ömer: U vragen alleen wie binnen geweest, hè?
Verhoorder Ben: Nee, wie er allemaal bij zijn…
Ad: Wie er allemaal bij zijn geweest.
Verhoorder Ben: Bij de hele, bij die avond.
Ömer: Geldt mijn foto ook.
Ad: Hè?
Ömer: Mijn foto ook.
Ad: Ja, ja, ja.
Verhoorder Ben: Jij zit hier. [Ömer lacht]
Ad: Nee, ik bedoel nog wat anders. [Tegen verhoorder Ben en ver-
hoorder Henk:] Jullie snappen wel wat ik bedoel? [Ad staat op]
Verhoorder Ben [tegen Ad]: Ja, ja. [Tegen Ömer:] Hé, kan het zijn dat
je iemand vergeten bent die…
Ömer: Kan best ik heb vergeten.
Verhoorder Henk: Nou, denk even goed na dan.
Verhoorder Ben: Misschien dat ie wel in die map zit.
Ad: Kijk eens even.
Verhoorder Ben: Kijk eens even. Kijk, loop die map even door.
Ad: Ja. Gaan we profilet doen [fonetisch].
[Ad en Ben lopen de kamer uit. Ömer bladert]
Verhoorder Henk: Eén bladzijde.

De verhoorders willen natuurlijk dat Ömer de naam noemt van Adnan, de


vermeende schutter. Ze geven hem een map waarin ook een foto van deze
Adnan zit. Ömer wijst dan echter een andere foto aan, van Danyal, een Turk
naar wie in het kader van deze zaak eerder allerlei onderzoek is gedaan, dat
echter tot niets heeft geleid:

94

De Arnhemse villamoord.indd 94 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Ömer: Ook hij.


[Verhoorder Henk haalt het blad met de foto van Danyal uit de ord-
ner]
Verhoorder Henk: Hij is er ook bij.
Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: [Danyal].
Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: Wie is de schutter?
Ömer: Hij schutter.

Op de video-opname is niet goed te zien wie Ömer aanwijst, maar het


moet welhaast de foto van Kemal zijn.

Verhoorder Henk: Hij schiet.


Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: [Danyal] erbij.
Ömer: Ja. Hij gaat ook naar binnen.
Verhoorder Henk: Ook naar binnen.
Ömer: Ja.

Nu is dus ook Danyal mee naar binnen gegaan.

Verhoorder Henk: Wie nog meer naar binnen?


Ömer: Nevzat.
Verhoorder Henk: Nevzat naar binnen.
Ömer: En hij.
Verhoorder Henk: Dave naar binnen.
Ömer: En Hasan.

Hasan die eerder buiten wachtte, is nu dus ook mee naar binnen gegaan.

Verhoorder Henk: En Hasan naar binnen. Hij [foto Şevket] buiten.


Ömer: Ja, ik eh…
Verhoorder Henk: Şevket buiten.
Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: Jij buiten.
Ömer: Ja ik eh…
Verhoorder Henk: En Huseyin buiten.

95

De Arnhemse villamoord.indd 95 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Ömer: Ja. Wij wachten die drie die buiten.


Verhoorder Henk: Ja? En hij?
Ömer: Hij, hij schoot.

Alweer is op de video-opname niet goed te zien wie wordt aangewezen.


Vermoedelijk is het weer Kemal.

Verhoorder Henk: Ja? Heeft hij dat ook verteld?


Ömer: Wie?
[Henk wijst weer dezelfde foto aan]
Ömer: Eh, Nevzat zoveel over praten, weet je wel?
Verhoorder Henk: Hm.
Ömer: Ik denk, sorry [Ömer kucht – eerder is in deze transcriptie al-
lerlei gekuch weggelaten, Ömer is astmatisch] eh, alleen eh…
Verhoorder Ben [komt weer binnen]: Wil je koffie?
Verhoorder Henk: Ja, is goed. Koffie met…
Verhoorder Ben: Maakt niet uit, maakt niet uit.
Verhoorder Henk: Hij was er ook bij, [Danyal].
Verhoorder Ben: Wie?
Verhoorder Henk: Hij [Danyal].
Ömer: Nee maar die uit hoofd van bejaarden krijgen straf [fone-
tisch].
Verhoorder Henk: Allemaal binnen geweest.
Ömer: Als ze…
Verhoorder Henk: Allemaal binnen geweest.
Verhoorder Ben: Die allemaal? Is hij [Danyal] ook, is hij er ook bij ge-
weest?
Verhoorder Henk: Hij.
Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: Weet je zeker, hè?
Verhoorder Ben: Ja, je niet zomaar namen noemen, hè?

Eerder had Ömer al in het wilde weg allerlei auto’s genoemd. Maar zijn de
namen die hij noemt van de personen die hebben meegedaan minder wil-
lekeurig? Dit inzicht begint nu blijkbaar ook een beetje door te dringen tot
verhoorder Ben.

96

De Arnhemse villamoord.indd 96 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Verhoorder Henk: Ja! Dat weet je zeker. Hij wees hem gelijk aan, de
foto.
Verhoorder Ben: Ja. Danyal.
Ömer: Eh, mag ik u nog even kijken, die foto?
Verhoorder Ben: Die man uit eh…
Ömer: Perché [fonetisch]?
Verhoorder Ben: Hè?
Ömer: Wat zegt u?
Verhoorder Ben: Uit Nijmegen.
Ömer: Ja, uit Nijmegen.
Verhoorder Henk: Nou, kijk nog maar even rustig naar ze.

Ömer bladert weer in de map. En dan gebeurt er iets verrassends:

Verhoorder Henk: Hier zit niks tussen.


Ömer: Deze moeten weg.
Verhoorder Henk: Die moet weg. [Danyal] moet weg.
Ömer: Ja.

Nu is Danyal dus weer niet binnen geweest. En heeft hij misschien met
deze hele overval niets meer te maken. Ömer bladert weer in de map. De
tolk komt nu na twee uur afwezigheid weer binnen, met een blad met kof-
fie. Hij was eerder weggestuurd, zogenaamd omdat er telefoon voor hem
was. Later, tijdens de behandeling bij het hof, zullen de verhoorders verkla-
ren dat het tijdelijk wegsturen van de tolk opzet was. Men wilde meer druk
op Ömer kunnen zetten, en een tolk werkt onvermijdelijk als een soort buf-
fer tussen verhoorders en verdachte.

Verhoorder Henk: Kun je mij vertellen…


Verhoorder Ben: Laat maar.

Ömer geeft verhoorder Henk een vel met drie foto’s erop.

Verhoorder Henk: Adnan.


Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Wie heeft geschoten?
Ömer: Hè?

97

De Arnhemse villamoord.indd 97 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Nu heeft Ömer de ‘juiste’ persoon aangewezen, Adnan, en stoppen de ver-


hoorders met vragen wie er nog meer bij was. Nu hoeft Ömer alleen nog
maar te zeggen dat Adnan de schutter is geweest, en dus is dat wat ver-
hoorder Ben direct vraagt. Ömer begrijpt deze hint echter niet onmiddellijk.

Verhoorder Ben: Wie heeft er geschoten?


Ömer: [2 seconden stilte] Heb u de map alstublieft even?
Ömer: Kemal wil niet schoten, eigenlijk.

Tot dusver heeft Ömer steeds gezegd dat Kemal geschoten had. De ver-
hoorders hebben steeds weer opnieuw gevraagd wie er geschoten heeft,
en nu begint Ömer te begrijpen dat ‘Kemal’ dus misschien niet het goede
antwoord was.

Verhoorder Ben: Hm. Is jouw, is jouw werk. Probeer jij maar.


Ömer: We moeten regelen, op de grond, of hier.
Verhoorder Ben: Deze rij dat zijn degenen die zijn er binnen geweest.

Er wordt op de tafel een rij van vier foto’s aan de kant van verhoorder Henk
gelegd.

Ömer: Moet ik nu foto, kan ik hier uithalen?


Verhoorder Ben: Ja, haal maar uit.
Ömer: Ja? Deze wil ik, gaat naar binnen.

Ook het fotoblad van Adnan wordt bij de rij aan de kant van verhoorder
Henk gelegd.

Verhoorder Ben: Welke?


Ömer: Deze moet ook.
Verhoorder Ben: Hij ook?

Verhoorder Ben schuift het fotoblad van Kemal naar de rij van degenen die
naar binnen zijn gegaan.

Ömer: Hij ook, ja.


Verhoorder Henk: Dus dat is...
Ömer: Ja.

98

De Arnhemse villamoord.indd 98 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Verhoorder Henk: [Dave]


Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: Nevzat.
Ömer: Ja. Adnan.
Verhoorder Henk: Adnan.
Ömer: Hasan.
Verhoorder Henk: Hasan gaat naar binnen.
Ömer: Ja. En…
Verhoorder Henk: Huseyin, Şevket, …
Ömer: Ja, wij wachten buiten.
Verhoorder Ben: Jullie wachten buiten.
Ömer: Ja.
Verhoorder Henk: En jij.
Ömer: Ja.

De verdeling is nu dus: Nevzat, Kemal, Hasan, Dave en Adnan zijn naar bin-
nen gegaan; Şevket, Huseyin en Ömer zelf hebben buiten gewacht.

Verhoorder Ben: Drie auto’s?


Ömer: Twee of drie auto’s geweest is.
Verhoorder Ben: Weet je niet meer.
Ömer: Nee, dat weet ik niet. Dat is lang geleden, weet je wel.
Verhoorder Ben: Ja, ja, ja, ja, ja.
Ömer: Maar ik kan het zo te zeggen: die mensen naar binnen toe,
eh…

Er wordt geklopt. Onderzoeksleider Ad komt binnen.

Verhoorder Henk: Kom maar, baas.


Ad: Hoe is het nou?
Verhoorder Ben: Baas, kom er maar bij zitten.
Ömer: Die [Ömer wijst foto van Adnan aan] komt erbij.
Ad: Adnan. Dat dacht ik al.
Verhoorder Ben: Dat wisten we.
Ad: Maar wie waren er nou binnen?
Verhoorder Ben: Hij, [verhoorder Ben wijst vier foto’s aan] Kemal,
Herman...

99

De Arnhemse villamoord.indd 99 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Herman? Die naam is nog helemaal niet genoemd bij de mogelijke deel-
nemers aan de overval. Herman staat wel hoog op de lijst met verdach-
ten in deze zaak, zo hoog dat hij na Nevzat als tweede is aangehouden. En
zijn auto, de blauwe Ford Scorpio, is even door Ömer genoemd als tweede
auto bij de overval. Maar verhoorder Ben noemt hier de naam van Herman
omdat hij de foto van Dave blijkbaar per abuis aanziet voor een foto van
Herman. De vermoeidheid is inmiddels zo groot dat deze fout door geen
van de aanwezigen wordt opgemerkt.

Ad: Herman, naar binnen gaan. Wel veel, of niet?

Na verhoorder Ben die zich afvroeg of Ömer niet gewoon allerlei namen
aan het verzinnen was, begint nu ook Ad blijk te geven van een begin van
gezond verstand: met zijn vijven of zessen naar binnen gaan is natuurlijk
vreemd. Waarom met zovelen? Het antwoord is natuurlijk simpel: Ömer
moest steeds nieuwe namen noemen omdat hij steeds niet de ‘goede’
naam van Adnan noemde, en nu hij eindelijk de foto van Adnan heeft aan-
gewezen is het aantal genoemde personen inmiddels al opgelopen tot acht
of negen: drie die buiten wachtten en vijf of zes die naar binnen waren
gegaan.

Ömer: Hè?
Ad: Veel. Zijn ze ook de woning ín gegaan?
Ömer: Ja, in gegaan.
Ad: Gewoon allemaal de woning ín? Naar binnen.

Ömer begrijpt dat de verhoorders vinden dat hij te veel mensen naar bin-
nen heeft laten gaan en probeert dit nu direct wat te relativeren:

Ömer: Ja, dat is zo, weet je wel. Hij [Hasan] en hij [Nevzat] buiten de
deur wachten.
Ad: Ja.
Ömer: En hij, hij en hij [Kemal, Adnan en Dave] naar binnen gaan.
Verhoorder Ben: Ja, ja, ja, ja.
Ömer: Ik heb gehoord, hij [Ömer wijst vermoedelijk de foto van Dave
aan] is echt professionele diefstallig.
Ad: Hm hm.
Ömer: Hij gaat heel goed inbraken doen.

100

De Arnhemse villamoord.indd 100 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Ad: Ja?
Ömer: Maar ik weet niet, want ik weet niet precies wat dat die daar
nou de niet in de mijn kop, weet je wel.

De tolk zit er al weer een poosje bij, maar intervenieert niet.

Ömer: Weet ik niet precies.


Ad: Nee, maar goed, zullen we zo dadelijk ook…
Verhoorder Ben: Doe maar even rustig aan, komen we wel uit. Maar,
heb je ze ook naar binnen zien gaan dan?
Ömer: Watte?
Verhoorder Ben: Heb je dat gezien, dat ze naar binnen gingen?
Ömer: Ja, ik eh, mijn auto na vijftig meter voor poortje staan, weet
je wel, ik heb gezien die mensen naar binnen gaan.
Verhoorder Ben: Hm, hm, alleen voor de poort.
Ömer: Alleen, mijn schuld is buiten wachten!
Verhoorder Ben: Ja, ja, ja, ja, ja. Hoe ziet dit poort eruit dan?
Ömer: Wat zeg je?
Verhoorder Ben: Weet je nog hoe die poort eruit zag?

Dit is een goede vraag van verhoorder Ben. Ömer vermeldt een ‘poortje’.
Verhoorder Ben maakt daar direct een ‘poort’ van. Heeft de villa een poort?
De villa heeft een groot hek. Als Ömer dit hek zou kunnen beschrijven, zou
dat misschien duiden op daderkennis.
Ömer praat nu in het Turks met de tolk. Tegelijkertijd lopen Ad en verhoor-
der Ben een beetje uit beeld, waarbij Ad vraagt: ‘Wie had er nu geschoten?’

Tolk: Is het misschien beter voor hem om het op papier te zetten, hoe
die auto’s stonden of zo?
Verhoorder Ben: Ja. Ja. Eh, wie is nou de schutter?

Verhoorder Ben wijst op de foto’s van degenen die naar binnen zouden zijn
gegaan.

Ömer: Hij [Ömer wijst het vel met de foto van Adnan aan].
Ad: Waarom zei je dan eerst: hij [Kemal]?
Ömer: Eh, hij en hij alle twee gestolen.6
Ad: Ja.

101

De Arnhemse villamoord.indd 101 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Ömer: Eh, ik dacht eh hij ook geschoten maar denk alle twee die
schot.

Nu heeft Ömer dus begrepen dat Adnan het ‘goede’ antwoord op de vraag
naar de schutter was, maar als Ad hierover een kritische vraag stelt, is hij
ook direct bereid om zijn antwoord weer bij te stellen: zowel Adnan als
Kemal heeft geschoten.

Ad: Denk. Nee, maar wat heb je gehoord?


Ömer: Ze deden, hij en hij, alle twee schoten.
Ad: Allebei geschoten.
Ömer: Ja.
Ad: Heb je dat gehoord?
Ömer: Ja. Mijn mijn auto bij die vuile fang [fonetisch] die…
Ad: Ja, maar het is binnen, het gebeurt binnen.
Ömer: Ja.
Ad: Heb je het gezien?
Ömer: Ik heb die binnen niet gezien!
Ad: Juist! Hoe weet je dan dat hij en hij geschoten heeft?
Ömer: Toen was toen kwamen auto en verteld!
Ad: Wie vertelde dat?
Ömer: Eh, hij [Kemal] vertelt.
Ad: Hij vertelde…
Ömer: Ja.
Ad: Dat hij [Adnan] geschoten heeft en dat hij [Kemal] geschoten
heeft?
Ömer: Ja.

Eerder heeft Ömer gezegd dat toen zijn kompanen na de overval weer
in zijn auto stapten, er niets gezegd was. Even later heeft hij gezegd dat
Kemal in de auto had gezegd dat hij (Kemal) geschoten had. Nu zou er dus
in de auto zijn gezegd dat Adnan en Kemal geschoten hadden.

Verhoorder Ben: Wat voor wapen had hij [Adnan] dan?


[Ömer praat tegen de tolk]
Tolk: Ja, vier-tienner [fonetisch]. Zo noemt ie…
Ömer: Negen millimeter.
Tolk: Negen millimeter.

102

De Arnhemse villamoord.indd 102 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Verhoorder Ben: En hij [Kemal]?


Ömer: Hij ook, een negen millimeter, eh, Browning, Belgische Brow-
ning.
Ömer: Eh, even kijken.
Ad: Goed nadenken!
Ömer: Negen millimeter, eh, negen millimeter één pistool was. Die
negen millimeter, die kogel sat [fonetisch].
Verhoorder Ben: Browning.
Ömer: Browning, ja.
[Ömer praat tegen de tolk]
Tolk: Negen millimeter ook, die kogels.
Verhoorder Ben: Welke mmwag [fonetisch]?
Ömer: Welke ik heb eh niet zo goed gezien.
Ad: Heb je zelf die pistolen gezien?
Ömer: Ik heb wel gezien, ja.
Ad: Weet je het zeker?
Verhoorder Ben: Allebei de pistolen gezien?
Ömer: Ja. Die andere, ja, ik heb alle twee pistolen gezien.

Ömer blijft bij 9-millimeterpistolen. In werkelijkheid is er geschoten met


kaliber 7.65 millimeter. Ad vraagt Ömer of hij zelf ‘die pistolen’ (meervoud)
heeft gezien, en nu weet Ömer dus dat hij meer dan één pistool gezien
moet hebben.

Verhoorder Ben: Wat voor kleur hadden de pistolen?


Ömer: Eh, eentje was zwart, die andere beetje zilveren kleurige.

Eerder had Ömer gezegd dat hij een bruin pistool gezien had. Elisa had mel-
ding gemaakt van een zwart pistool, en nu dus ook Ömer een zwart pistool
noemt, gaat verhoorder Ben hierop door:

Verhoorder Ben: En die zwarte, hoe groot was die?


Ömer: Wat zegt u?
Verhoorder Ben: Hoe groot was die?
Ömer: Zo groot nou ongeveer.

103

De Arnhemse villamoord.indd 103 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Ömer beweegt zijn handen heen en weer met een tussenruimte die vari-
eert tussen de 20 en 30 centimeter, zodat menig formaat pistool daar wel
binnen past.

Verhoorder Henk: Maakt [onverstaanbaar – Henk beweegt zijn han-


den naar elkaar toe en van elkaar af]. Groot hè? Hoe groot? Hoe?
Ömer: Zo, weet je wel.
Verhoorder Henk: Ja, nu doe je weer zo.

Met ‘zo’ bedoelt verhoorder Henk dat Ömer weer zijn handen zodanig heen
en weer beweegt dat zo’n beetje elk groot of klein pistool daar wel binnen
past.

Verhoorder Henk: Hoe groot?


Ömer: Ja, zo!

Nu geeft Ömer eenduidig een afstand van ongeveer 20 centimeter aan.

Verhoorder Ben: Ja, zo kun je het je voorstellen.


Verhoorder Henk: Ja, gewoon zo.
Ömer: Is goed, hè? Ja, ik tekenen moeten doen?
Ad [tegen verhoorder Ben]: Nou, kom maar even mee.
Verhoorder Ben: Teken maar even de situatie van het huis.

Iedereen praat door elkaar. Ad en Ben lopen het beeld uit. Ömer gaat teke-
nen.

Tolk: …proberen te tekenen.


[Turks tussen Ömer en de tolk]
Tolk: Dat is de weg.
Verhoorder Henk: Dat is de weg, ja.
Ömer: Hier is de weg, weet je wel.
Verhoorder Henk: Ja.
Ömer: Hier is de villa.
Verhoorder Henk: Daar is de villa, ja.
Ömer: Ja. Hier is een dak.

104

De Arnhemse villamoord.indd 104 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Je zou verwachten dat deze tekening van Ömer, gemaakt om het verhoor
te verduidelijken, als bijlage bij het proces-verbaal van het verhoor wordt
gevoegd. Bij het proces-verbaal van dit verhoor zit echter geen bijlage.

Verhoorder Henk: Ja.


Ömer: Hier is stoep.
Verhoorder Henk: Ja.
Ömer: Hier naar binnen.
Verhoorder Henk: Ja.
Tolk: Dat is de poort.
Ömer: Dat is poort, ja.
Verhoorder Henk: Ja.

Verhoorder Ben komt weer binnen.

Ömer: Mijn auto stond hier. Andere auto gaat naar binnen met de
poort.
Tolk [tegen verhoorder Ben]: Dit is de weg.
Verhoorder Ben: Ja.
Tolk: Dit is de stoep.

In werkelijkheid is er naast de weg een groenstrook en dan een fietspad en


dan een stoep.

Tolk: Dit is de villa.


Verhoorder Ben: Ja.
Tolk: Dit is de poort van de…
Ömer: Waar wij naar binnen gaan.
Tolk: Hij staat hier. Ik weet niet wat welke richting hij…
Verhoorder Henk: Dat is richting Apeldoorn.
Verhoorder Ben: En wat staat hier dan? Wat is dit?
Ömer: Daar eh staat op eh mooie tuin. En eh grasveld.

In werkelijkheid staan er tussen de straat en de villa struiken en bomen.

Verhoorder Ben: Waar is dat grasveld?


Ömer: Hier. Staat ook hier eh beetje grasveld. Mooie…
Verhoorder Ben: Hm. En waar zijn ze dan heengegaan?

105

De Arnhemse villamoord.indd 105 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Ömer: Wat zeg je?


Verhoorder Henk: Waar gaan ze dan heen?
Ömer: Wij hebben hier in…
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: En eh hier eh naar achter gaan. Ik ben eh die Kemal eh heel
goed knallen gedaan.
Verhoorder Ben: Hoe zijn jullie dan…
[Ömer praat Turks]
Tolk: Kemal heeft waarschijnlijk een ontzettend mooie plein [fone-
tisch] gemaakt.
Verhoorder Ben: Hm.
Tolk: Ik zal hem proberen te helpen een beetje, ehm.
Verhoorder Ben: Ja, dat is goed.
Tolk: Ehm.
[Turks]
Tolk: Wij zijn met de auto naar binnen gegaan.
Verhoorder Ben: Hm.
Tolk: En eh die mensen zijn daar uitgestapt.
Verhoorder Ben: Met jouw auto?
Ömer: Nee, nee.
Tolk: En zo snel mogelijk de auto is weggereden.
Verhoorder Ben: Ja.
[Turks]
Tolk: Die gaat iets naar beneden toe en eh…
[Turks]
Tolk: Twintig meter terug en gaat ie hier…
[Turks]
Tolk: Hier wachten.
[Turks]
Tolk: Dat is de Peugeot 205, ja?
Verhoorder Ben: Hm.
[Turks]

Op de opname is te zien dat Ömer de foto’s aantikt van Kemal, Hasan,


Adnan, Nevzat en Dave.

Tolk: Die vijf mensen stappen uit de auto.


Verhoorder Ben: Hm.

106

De Arnhemse villamoord.indd 106 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Tolk: Zo. Die vijf.


Verhoorder Henk: Die zaten bij elkaar in de auto?
Ömer: Ja.
[Iedereen praat door elkaar heen]
Verhoorder Henk [tegen verhoorder Ben]: Doe ik zo.
[Turks]
Tolk: Şevket rijdt. Hij zei zojuist: Kemal rijdt, maar dat kan niet, want
Kemal stapt hier uit. Şevket rijdt, brug hier wachten.
Verhoorder Ben: Ja.
Tolk: Ja?
Ömer: Ja.
Tolk: Oké.
[Turks]
Tolk: Hij heeft in zijn auto Huseyin.
[Turks]
Tolk: Wij hebben gewacht met Huseyin in de auto, zegt ie.
Verhoorder Ben: Hm.
Verhoorder Henk: Hoe weet hij dat hier een mooie tuin is?
[Turks]
Tolk: Ik heb het gezien, zegt ie.
Verhoorder Henk: Van waar?
[Turks]
Tolk: Ik ben er langs gereden, zo.
[Turks]
Verhoorder Ben: Wat voor weer was het?
[Turks]
Tolk: Het was donker.
[Turks]
Tolk: Het regende.
[Turks]
Verhoorder Ben: Ja, dat klopt.
Verhoorder Henk: Ja, dat klopt. Maar, dit is allemaal begroeid.
[Turks]
Tolk: Er is een hek hier. En dan hier staan wat bomen, begroeiing hier.
Verhoorder Ben: Hm.
[Turks]
Tolk: Ik heb ook niet gekeken naar de vorm.
[Turks]

107

De Arnhemse villamoord.indd 107 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Verhoorder Henk: Goed. Waar was dit dan?


[Turks]
Verhoorder Henk: Waar was dat?
[Turks]
Tolk: Hij had geparkeerd op de stoep hier.
[Turks]
Verhoorder Ben: Hoe laat was het ongeveer?
[Turks. Ömer zit even te denken]
Tolk: Elf, twaalf uur.
Ömer: Ik weet niet zo precies de tijd.
Verhoorder Ben: Weet je niet precies.
Ömer: Nee.
Verhoorder Ben: Niet gaan gokken, hè? Als je het niet precies weet,
moet je het niet zeggen.
Ömer: Nee. Ik weet niet zo precies de tijd.

Als Ömer inderdaad buiten in de auto gewacht heeft, kan hij door de
begroeiing de eigenlijke tuin bij de villa niet gezien hebben, zo merkt ver-
hoorder Henk terecht op. En als Ömer zegt dat de overval tegen midder-
nacht heeft plaatsgevonden, benadrukt verhoorder Ben direct dat Ömer
niet moet gokken. In werkelijkheid vond de overval plaats vóór acht uur
’s avonds. Toen was het nog licht. Het motregende toen een klein beetje, en
het klopt dus min of meer als Ömer zegt dat het regende. Op de opname is
te zien dat verhoorder Henk nu uit beeld loopt.

Verhoorder Ben: Heb je die avond nog getankt?


Ömer: Misschien wel. Dat weet ik niet. Als ik die kaart moet geven.
Misschien, misschien wel tanken.
Verhoorder Ben: Nee, nee…
Ömer: Omdat, weet je wel, eh, als mijn tank beetje minder worden,
dan ik gelijk moeten vol maken mijn auto.
Verhoorder Ben: Waarom?
Ömer: Omdat ik graag mijn auto vol tank moeten rijden.
Verhoorder Ben: Vindt u leuk.
Ömer: Ja.

In een vorig verhoor had Ömer verteld over het tanken op 2 september 1998
na de lekke band, en hoe hij toen niet had kunnen betalen, en hij had ook

108

De Arnhemse villamoord.indd 108 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

gezegd dat dit de enige keer was dat hij die dag had getankt. Dit laatste
was in het begin van dit verhoor tegen hem gebruikt, want de verhoorders
wisten van de administratie van het tankpasje van Ömer dat er die dag
met dat pasje drie keer getankt was. Steeds kleine hoeveelheden. De laat-
ste keer elf liter ’s avonds om tien voor negen. Deze tankbeurt valt natuur-
lijk niet zo gemakkelijk te rijmen met de overval: waarom zou je met een
nog bijna volle tank minder dan een uur na een dramatisch verlopen over-
val gaan tanken? Hoe dan ook: nu zijn dus die frequente tankbeurten ver-
klaard. Ömer rijdt graag met een volle tank. In een later verhoor zal hij nog
uitleggen dat hij denkt dat je met een volle tank zuiniger rijdt.

Verhoorder Ben: Maar je hebt die avond nog getankt, hè?


Ömer: Weet ik niet.
Verhoorder Ben [kijkt op papier]: Ja.
Ömer: In Nijmegen?
Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: Klopt.
Verhoorder Ben: Tien voor negen. Voor 16 gulden. Elf liter.
Ömer: Klopt. Kan best ja, ik weet niet precies de tijd.
Verhoorder Ben: Bij de Texaco. Texaco. Dat klopt.
[Turks]
Verhoorder Ben: Klopt dat?
Ömer: Klopt.
[Turks]
Tolk: Dat klopt. Het tijdstip. Tien voor negen zoiets.
Verhoorder Ben: Ja. Zat ook zo’n eh… Klopt dus wel, dat tankverhaal,
hè?
Ömer: Ja, dat klopt.
Verhoorder Ben: Dat vergeet ik nou weer, hè?
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Poehpoeh, ffjjzt. [Verhoorder Ben maakt gebaar dat
dit verhaal weer zijn oren uitgaat] Ja?
Ömer: Ja.

Ömer weet natuurlijk niet meer of hij die avond rond tien voor negen nog
getankt heeft, maar bevestigt wat verhoorder Ben hem vertelt, zoals hij
op de meeste punten probeert te zeggen wat hij denkt dat de verhoorders
graag willen horen.

109

De Arnhemse villamoord.indd 109 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Verhoorder Ben: Hoe, hoe weet… Is er daarna nog gezegd door ande-
ren wie er geschoten, wie er binnen zijn geweest? Is er nog met jou
over gepraat, wat er binnen is gebeurd?
[Turks]
Tolk: Er is niet meer over gesproken. Dat is zo gebleet [fonetisch].

Het is natuurlijk heel onwaarschijnlijk dat er, als Ömer inderdaad aan deze
zo rampzalig uit de hand gelopen overval zou hebben deelgenomen, later
niet over gepraat zou zijn. Zij zouden dan bijvoorbeeld al vrij snel gehoord
moeten hebben dat een van de twee vrouwen de schietpartij had over-
leefd. Het lijkt uitgesloten dat daarover dan niet gepraat zou zijn. Maar als
Ömer zou zeggen dat er wél over gepraat was, zou hij vervolgens met het
probleem zitten dat hij zou moeten verzinnen wat er dan precies gezegd
was.

Verhoorder Ben: Wat was er gezegd wat er te halen viel?


[Turks]
Tolk: Juwelen en geld.
Verhoorder Ben: Veel?
[Turks]
Tolk: Ze hebben niet verteld hoeveel.
[Turks]
Tolk: Dat weet ik niet.
Verhoorder Ben: Waar lag dat geld dan?
[Turks]
Tolk: Dat weet ik ook niet.
Verhoorder Ben: Heb jij nadertijd nog wat meegekregen? [Verhoor-
der Ben maakt gebaar van geld tellen]
[Turks]
Tolk: Niks.
Verhoorder Ben: Niks geen geld mee meegekregen.
[Turks]
Tolk: Ik heb geen geld gehad. Ik weet niet wat er toen gebeurd is.
Zoveel mensen, het is heel snel gebeurd.
[Turks]
Verhoorder Ben: Waar zijn jullie na die tijd naar toe gegaan?

110

De Arnhemse villamoord.indd 110 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

Hier eindigt de videoband. En begint een volgende videoband. Hoeveel tijd


het verwisselen van de banden heeft gekost, valt niet precies te zeggen.
Maar hier zit dus voor het eerst een lacune in het citeren van dit verhoor.

Verhoorder Ben: Wie heeft dat verteld, of heb je dat gezien?


[Turks]
Tolk: Is niet zo heel ver van het huis, zegt hij. Dat is hem gewoon
verteld.
[Turks]
Tolk: Nadat wij naar het huis van Kemal waren geweest.
Verhoorder Ben: Daar zijn jullie naartoe terug gegaan.
Ömer: Ja.
[Turks]
Tolk: Ja. Met zijn alleen teruggekeerd eerst naar het huis van Kemal.
Verhoorder Ben: En wat is er toen besproken?
[Turks]
Tolk: En Hasan zei toen daar, ja, dat hebben jullie verkeerd gedaan,
en jullie moesten de vrouw niet doodschieten.

Hasan zou dus volgens Ömer direct na de overval gezegd hebben dat er een
vrouw was doodgeschoten. Dat kan natuurlijk niet. Direct na de overval
moet(en) de dader(s) gedacht hebben dat er niet één maar twee vrouwen
waren doodgeschoten.

Tolk: Ja. Ze waren allemaal wel gechoqueerd. Er werd niet zoveel ge-
sproken.
Verhoorder Ben: Hoeveel mensen zijn doodgeschoten?
[Turks]
Tolk: Een oude dame is doodgeschoten.
[Turks]
Tolk: Ik heb het niet gezien.
Verhoorder Ben: Waar heb je dat gehoord?
[Turks]
Tolk: Dat heb ik gehoord toen Hasan, Nevzat en Kemal zaten te pra-
ten erover.
Verhoorder Ben: Wanneer?
[Turks]
Tolk: Drie, vier dagen later nadat het gebeurd is.

111

De Arnhemse villamoord.indd 111 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Zojuist had Ömer nog gezegd dat hij direct na de overval in het huis van
Kemal had gehoord over het doodschieten. Als hem ditzelfde opnieuw
wordt gevraagd, en hij dus denkt dat zijn eerdere antwoord blijkbaar ver-
keerd was – en inderdaad: als Ömer echt iets met het misdrijf te maken
heeft, kan hij nooit direct na de overval hebben gehoord dat er één vrouw
was doodgeschoten –, zegt hij dat hij dit pas een paar dagen later heeft
gehoord.

Tolk: Ik moet nogmaals vertellen dat hij helemaal niet schuldig is


aan deze zaak want hij wist niet wat er zou gaan gebeuren en zei
van gewoon…
[Turks]
Tolk: U zegt zelf: ik moest het wel door hebben, waarom gaan er zo-
veel mensen daar naar toe, ik moest het eigenlijk wel door hebben,
maar ik ben zo simpel van gedachten, dat…
Verhoorder Ben: De bedoeling is, Cem, dat wij nu alvast een verkla-
ring van jou afnemen.
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Over hetgeen wat je nu verteld hebt.

En vervolgens wordt begonnen met het opmaken van het proces-verbaal.


Daarmee is de eerste fase nadat Ömer heeft toegegeven dat hij erbij is
geweest, beëindigd.

Een ware of een valse bekentenis?

In de periode van ongeveer een uur direct nadat hij gezegd heeft dat hij
erbij is geweest, heeft Ömer allerlei dingen gezegd. Valt er op grond hier-
van iets te zeggen over de vraag of deze bekentenis waar of vals is? Gekeken
moet worden hoe goed de opmerkingen van Ömer passen in enerzijds het
scenario dat hij de waarheid vertelt, dat wil zeggen dat hij inderdaad als
chauffeur betrokken is geweest bij het misdrijf, en anderzijds het scenario
dat hij niets met dit misdrijf te maken heeft en er dus uit eigen ervaring
niets over weet, en dat hij alleen maar bekent omdat hij de druk van het
verhoor niet langer aankan en/of omdat hij bang is om anders veroordeeld
te worden op basis van valse verklaringen van anderen voor een rol die wel
eens meer zou kunnen zijn dan alleen optreden als chauffeur.
Wat heeft Ömer zoal verteld?

112

De Arnhemse villamoord.indd 112 28-11-2013 16:17:15


Ömer bekent

– De overval vond plaats in een villa.


– Terwijl zijn kompanen naar de villa waren, is hij in de tussentijd even
naar de Spijkerstraat (de hoerenbuurt) gereden. Op aandrang van de
verhoorders zegt hij vervolgens dat hij in de tussentijd niet is weggere-
den. Hij gaat niet in op de aandrang van de verhoorders om te zeggen
dat hij de inrit van de villa is opgereden.
– Met welke auto of auto’s men naar de villa was gereden.
– Wie er hebben deelgenomen aan de overval.
– Wie degene is die geschoten heeft.
– Met welk wapen of welke wapens er geschoten is: kaliber, kleur, grootte.
– Dat er is geschoten toen er een oude man en een oude vrouw binnen-
kwamen.
– De buit.
– Het weer ten tijde van het misdrijf.
– Hoe laat het misdrijf plaatsvond.
– Wat er na het misdrijf, eerst in de auto, vervolgens in het huis van Kemal
en nog weer enkele dagen later over deze overval is gezegd.
– Hij is in de loop van dit gedeelte van het verhoor steeds meer gaan
benadrukken dat hij niet wist wat zijn kompanen op de Apeldoornse-
weg wilden gaan doen.

In sommige gevallen kunnen de opmerkingen van Ömer vergeleken wor-


den met wat er echt gebeurd is, bijvoorbeeld inzake het tijdstip en het
weer. In andere gevallen, bijvoorbeeld bij wat er achteraf over het misdrijf
is gezegd, weten we niet wat er echt gebeurd is. Toch valt bij al deze opmer-
kingen van Ömer wel iets te zeggen over de vraag of ze beter passen bin-
nen het scenario van een ware bekentenis dan wel binnen het scenario van
een valse bekentenis.
Ömer zegt dat de overval heeft plaatsgevonden in een villa. Hem was al
voorgezegd dat de overval had plaatsgevonden op de Apeldoornseweg en
dat er geschoten was. We weten niet of hem verteld was dat het ging om
een villa. Als hem dit niet verteld was, past deze mededeling uiteraard veel
beter binnen het scenario van een ware bekentenis dan binnen het scena-
rio van een valse bekentenis. Hoe zou hij immers anders dan uit eigen erva-
ring moeten weten dat het ging om een villa? In de publiciteit over deze
moord zal ongetwijfeld vermeld zijn dat het ging om een villa, maar vóór
zijn bekentenis had Ömer steeds gezegd dat hij nooit iets van de berichtge-
ving over dit misdrijf had meegekregen.

113

De Arnhemse villamoord.indd 113 28-11-2013 16:17:15


De Arnhemse villamoord

Ömer zegt aanvankelijk dat hij, nadat zijn kompanen naar de villa waren
gelopen, nog even heen en weer was gereden naar de Spijkerstraat – naar
de hoerenbuurt in het centrum van Arnhem. Als de verhoorders dit niet
geloven, trekt hij dit min of meer in en zegt hij dat hij al die tijd in de auto
is blijven wachten. In latere verhoren zal hij gaan vertellen dat hij ook nog
heeft rondgelopen. De eerste aanzet daartoe wordt al gegeven in dit ver-
hoor als Ömer het heeft over een grasveld bij de villa en verhoorder Henk
zegt dat je dit zittend in de auto niet kunt zien vanwege het struikgewas.
Kortom, je krijgt de indruk dat Ömer zijn verhaal verandert onder aan-
drang van de verhoorders. Dat past prima bij een valse bekentenis. Het past
minder goed bij een ware bekentenis.
Ömer geeft niet toe aan de suggestie dat hij met zijn auto de inrit van de
villa is opgereden. Dat past niet zo goed in beide scenario’s. Als Ömer de
waarheid vertelt, zou je verwachten dat hij vertelt over de blauwe Volks-
wagen Golf die volgens een getuige rond de tijd van het misdrijf de inrit is
opgereden. Dat doet hij echter niet. Als Ömer een valse bekentenis aflegt,
zou je verwachten dat hij meegaat met wat de verhoorders hem suggere-
ren. Ook dat gebeurt hier niet. Als Ömer echter onschuldig is, geldt dat hij
vooral bekent om zijn eigen rol te minimaliseren, en daar past bij dat hij zo
veel mogelijk afstand wil houden tot de plaats waar de moord is gepleegd
en dat past goed bij zijn weigering om toe te geven dat hij de inrit was
opgereden.
Ömer zegt nog veel meer over de auto of auto’s. Hij zegt er zoveel over omdat
de verhoorders er steeds naar vragen. Zij denken immers te weten met wat
voor soort auto de overval is gepleegd. Ömer zegt dat hij heeft gereden
met zijn eigen zilvergrijze Mercedes. Hij bezwijkt niet voor de aanzienlijke
druk dat hij hierover liegt. Om toch tot de gewenste blauwe Volkswagen
Golf te komen laten de verhoorders Ömer een tweede auto noemen. Ömer
noemt dan achtereenvolgens alle auto’s die in de kringen rond Nevzat en
Kemal in gebruik waren. Onderzoeksleider Ad zegt in zijn wanhoop over de
‘verkeerde’ antwoorden van Ömer op een bepaald moment eenvoudigweg
voor dat de gezochte auto blauw is. Als Ömer ten slotte het raden naar de
goede auto staakt, zegt hij dat hij zich alleen de kleur herinnert: blauw.
Dit alles past prima binnen het scenario van een valse bekentenis. Het valt
moeilijk te rijmen met het idee van een ware bekentenis. De blauwe Volks-
wagen Golf valt hoe dan ook moeilijk te rijmen met het idee dat de overval
gepleegd is door mannen uit de groep rond Nevzat en Kemal, want in die

114

De Arnhemse villamoord.indd 114 28-11-2013 16:17:16


Ömer bekent

kringen was rond de tijd van het misdrijf geen blauwe Volkswagen Golf in
gebruik.
Ömer vertelt wie aan de overval hebben deelgenomen. Hij zegt aanvanke-
lijk dat de overval is gepleegd door Nevzat en Kemal. De verhoorders willen
vooral de naam van Adnan horen. Adnan zou immers volgens Şevket de
schutter zijn geweest. Ömer gaat dus meer namen noemen. Hij noemt ach-
tereenvolgens de namen van iedereen die hij in de zomer van 1998 nage-
noeg dagelijks samen met Nevzat en Kemal in het café heeft zien zitten:
Şevket, Hasan en Huseyin. Als dit voor de verhoorders blijkbaar nog steeds
niet genoeg is, en het lijstje van directe kompanen dus eenvoudigweg is
uitgeput, herinnert Ömer zich een foto in de politiemap van iemand die hij
wel eens bij Kemal heeft gezien. Deze Dave wordt dan ook toegevoegd aan
de lijst van deelnemers. Ook de foto van ene Danyal zit in deze map en ook
hij wordt toegevoegd. En vervolgens weer weggehaald. En ten slotte wijst
Ömer in de map de ‘goede’ foto aan: de foto van Adnan. Nu hebben de ver-
hoorders de naam die ze willen horen en stopt het vragen naar nog meer
daders. Dit noemen van steeds meer daders past uiteraard prima binnen
het scenario van een valse bekentenis. Het past slecht binnen het scenario
van een ware bekentenis, vooral omdat het misdrijf op zichzelf beschouwd
lijkt te wijzen op slechts één dader. En omdat het hoe dan ook onwaar-
schijnlijk lijkt dat een eenvoudige overval op een villa gepleegd zou worden
door acht man, van wie er maar liefst vijf naar binnen gaan.
Ömer zegt veel over de vraag wie er heeft geschoten. Hij zegt aanvanke-
lijk steeds dat het Kemal was. De verhoorders menen te weten dat Adnan
had geschoten en vragen dus steeds opnieuw wie de schutter was. Op den
duur begrijpt Ömer blijkbaar dat hij dus het verkeerde antwoord heeft
gegeven en zegt hij dat niet alleen Kemal maar ook Dave heeft geschoten.
Als hij merkt dat ook dit antwoord niet geaccepteerd wordt, keert hij terug
naar Kemal. Als de verhoorders blijven vragen, wijst hij ten slotte de foto
van Adnan aan. Als onderzoeksleider Ad vraagt waarom hij eerst steeds
Kemal noemde, past Ömer zich direct aan en zegt dat zowel Adnan als
Kemal heeft geschoten. Dit wisselen van namen past goed binnen het idee
van een valse bekentenis. Het valt binnen het perspectief van een ware
bekentenis moeilijk te begrijpen waarom Ömer steeds de verkeerde naam
zou noemen.
Ömer laat zich herhaaldelijk uit over het gebruikte wapen. Hij heeft veel
verstand van wapens, en de verhoorders vragen ernaar omdat bekend is dat
er geschoten is met een 7.65-millimeterpistool, dat volgens het overlevende

115

De Arnhemse villamoord.indd 115 28-11-2013 16:17:16


De Arnhemse villamoord

slachtoffer Elisa zwart was. Ömer noemt steeds verkeerde pistolen en de


verhoorders blijven dus vragen naar het wapen. Ömer heeft het steeds
over een 9-millimeterpistool. Eerst heeft hij het over een bruin pistool.
Later heeft hij het over twee pistolen: een zwarte en een zilverkleurige. Het
noemen van het verkeerde kaliber en het veranderen van wapen past goed
binnen een valse bekentenis. Het valt moeilijk te begrijpen waarom Ömer
als hij de waarheid spreekt steeds verkeerde wapens zou noemen.
Ömer zegt dat hij twee of drie schoten heeft gehoord. Dat klopt: er is twee
keer geschoten. Dit detail is hem zo te zien niet voorgezegd. Het past goed
bij een ware bekentenis. Het past minder goed bij een valse bekentenis: het
zou dan immers een gok zijn geweest.
Ömer zegt spontaan dat er werd geschoten toen er een oude man en een
oude vrouw binnenkwamen. Dat is onzin. Er is inderdaad een oudere vrouw
beschoten, maar dat was toen zij op bed lag, niet toen zij binnenkwam. En
er was geen ‘oude man’. Het valt moeilijk te begrijpen dat Ömer deze onzin
zegt als we aannemen dat de rest van zijn verhaal in grote lijnen juist is.
Het valt wel te begrijpen als we aannemen dat Ömer niets weet, maar wel
probeert de verhoorders naar de mond te praten. Ömer heeft Nevzat in de
auto ooit horen praten over een plan om een oude man met veel geld te
overvallen en om dan de vrouw in gijzeling te nemen, en Ömer weet inmid-
dels dat de politie veel belangstelling heeft voor dit plan van Nevzat.
Ömer zegt aanvankelijk dat er bij de overval niets was buitgemaakt. In wer-
kelijkheid was er een geringe buit: een paar bankpasjes, wat contant geld
en een gouden armband. Toch is deze opmerking van Ömer niet onver-
enigbaar met een ware bekentenis: misschien hebben zijn kompanen de
opbrengst tegenover hem verzwegen. De opmerking is misschien ook wel
verenigbaar met een valse bekentenis: hij is wellicht geconfronteerd met
de opmerking van Herman dat Şevket gezegd zou hebben ‘dat er in dat gro-
te huis niets te halen was’. Ömer zou dan dus eenvoudigweg zeggen wat
hij eerder gehoord heeft. Als de verhoorders opnieuw vragen naar de buit
en Ömer dus begrijpt dat zijn eerdere antwoord fout was, zegt hij dat er
‘juwelieren’ en wat geld zijn buitgemaakt. De hoeveelheid geld blijft opval-
lend vaag: ‘tien twintig duizend’ gulden. Deze vaagheid en het veranderen
van zijn verklaring passen goed binnen het idee van een valse bekentenis.
Als zijn bekentenis waar is, valt moeilijk te begrijpen waarom hij eerst zegt
dat er niets is buitgemaakt en later dat er wel iets is buitgemaakt.
Ömer zegt dat de overval tussen elf en twaalf uur ’s avonds plaatsvond. In
werkelijkheid was het kort vóór acht uur ’s avonds. Binnen het perspectief

116

De Arnhemse villamoord.indd 116 28-11-2013 16:17:16


Ömer bekent

van een ware bekentenis moeten we aannemen dat Ömer zich ruim een
half jaar later de tijd verkeerd herinnert. Dat lijkt vreemd, want op 2 sep-
tember, de datum van het misdrijf, is het om acht uur ’s avonds nog licht.
Binnen een valse bekentenis valt dit geheel verkeerde tijdstip uiteraard
goed te begrijpen.
Ömer zegt dat het regende tijdens de overval. Dat klopt min of meer: het
motregende toen heel licht. Dit detail is hem zo te zien niet voorgezegd.
Het past uiteraard goed binnen het scenario van een ware bekentenis. Bin-
nen het idee van een valse bekentenis moet het een gok zijn geweest. Het
noemen van de regen is een stuk waarschijnlijker binnen het perspectief
van een ware bekentenis dan binnen het perspectief van een valse beken-
tenis.
Ömer vertelt wat er na het misdrijf is gezegd. Eerst zegt hij dat er direct na
afloop in de auto niets is gezegd. Als de verhoorders dat niet geloven, zegt
hij dat er iets over schieten is gezegd. En dat Kemal heeft geschoten. Later
zegt hij dat hij toen heeft gehoord dat Kemal en Adnan hebben gescho-
ten. En dat hij direct na afloop in het huis van Kemal heeft gehoord dat er
een oude vrouw was doodgeschoten. Binnen het perspectief van een ware
bekentenis valt moeilijk te begrijpen waarom Ömer zijn verhaal bijstelt.
Nog moeilijker te begrijpen valt de opmerking over de oude vrouw die was
doodgeschoten: op dat moment moet(en) de dader(s) nog gedacht hebben
dat er twee vrouwen waren doodgeschoten, en het moet vervolgens voor
de dader(s) een schok zijn geweest toen hij of zij later hoorde(n) dat een
van de vrouwen het had overleefd. Binnen het perspectief van een valse
bekentenis valt dit alles uiteraard probleemloos te begrijpen.
Ömer zegt herhaaldelijk dat hij geen idee had wat zijn kompanen op de
Apeldoornseweg wilden gaan doen. Het is duidelijk waarom hij dit zegt:
om zo onschuldig mogelijk te lijken en om aldus zo weinig mogelijk straf te
krijgen. Dit past zowel binnen het scenario van een ware als van een valse
bekentenis.

Zowel voor de politie als voor de schrijvers van dit boek is de eerste beken-
tenis van Ömer het beslissende moment in het onderzoek naar dit misdrijf.
Tot het moment van de bekentenis van Ömer had de politie goede rede-
nen om te vermoeden dat de daders van de moord wel eens in de krin-
gen van Nevzat en Kemal gezocht moesten worden. Zodra Ömer bekent, is
voor de politie in principe de zaak rond. De verdachte heeft bekend en dus
heeft hij het gedaan, zo denkt de politie vanaf dit moment. Het feit dat de

117

De Arnhemse villamoord.indd 117 28-11-2013 16:17:16


De Arnhemse villamoord

verhoorders benadrukken dat Ömer ook tijdens zijn bekennende verklaring


herhaaldelijk zit te liegen, doet niets af aan hun overtuiging dat, omdat hij
bekend heeft, hij dus wel degelijk met het misdrijf heeft meegedaan.
De analyse van de inhoud van zijn aanvankelijke verklaringen leert het
tegendeel. Bijna alles in de eerste bekennende verklaringen van Ömer past
veel beter binnen het scenario van een valse bekentenis dan binnen het
scenario van een ware bekentenis. Vóór de bekentenis was de kans dat
Ömer een van de daders was misschien niet heel erg groot, maar ook zeker
niet heel gering. Deze kans vóór de bekentenis in combinatie met de analy-
se van de inhoud van zijn aanvankelijke bekentenis leidt tot een zeer grote
kans dat hij niets met het misdrijf te maken heeft. Twijfel blijft natuurlijk
altijd mogelijk, maar reasonable doubt – dat wil zeggen twijfel die meer is
dan louter academisch, dus wat je zou kunnen noemen: gerede twijfel –
over de onschuld van Ömer is op dit moment eigenlijk niet meer mogelijk.
Bij deze stand van de informatie is het redelijk om ervan uit te gaan dat
Ömer niets te maken heeft met dit misdrijf. De informatie die er verder in
het politieonderzoek nog bij zal komen, zal deze indruk alleen nog maar
versterken.

Het opmaken van het proces-verbaal

Ongeveer een uur nadat Ömer voor het eerst heeft toegegeven dat hij bij
het delict betrokken is geweest, besluiten de verhoorders dat hij nu genoeg
heeft verteld om te beginnen met het opmaken van het proces-verbaal.
Ze benadrukken dat er natuurlijk nog vele verhoren zullen volgen, waarin
Ömer de gelegenheid zal krijgen om gedetailleerder te verklaren, maar dat
men nu al de eerste versie van Ömers verhaal wil vastleggen. Het is immers
al laat en er moet worden toegewerkt naar een afronding van de verhoren
voor deze dag.
Verhoorder Henk gaat dan typen en verhoorder Ben stelt vragen aan Ömer.
Verhoorder Ben stelt de vragen zo veel mogelijk in chronologische volgorde:
hij vraagt naar de gebeurtenissen vóór, tijdens en na het misdrijf. Het pro-
ces-verbaal volgt in de meeste gevallen vrij precies wat Ömer antwoordt
op de vragen van verhoorder Ben. Op een enkel punt wijkt het proces-ver-
baal af.
Een belangrijke afwijking zit aan het begin van de derde en laatste fase
van het verhoor. Verhoorder Ben begint met het vertrek van Ömer en de
anderen vanuit café Ada in Nijmegen naar het huis van Kemal in Arnhem.

118

De Arnhemse villamoord.indd 118 28-11-2013 16:17:16


Ömer bekent

Dat is dus nog voordat men vanuit het huis van Kemal zal vertrekken naar
de Apeldoornseweg.
Hoe laat zijn Ömer cum suis op 2 september 1998 vertrokken vanuit Nij-
megen naar het huis van Kemal? Ömer oppert dat dit rond kwart voor tien
’s avonds geweest moet zijn. Dat kan natuurlijk niet: het misdrijf vond
die avond immers vóór acht uur plaats. Verhoorder Ben wijst Ömer erop
dat hij die avond om tien voor negen nog getankt heeft. Ömer antwoordt
dat hij vanuit café Ada is gaan tanken en toen weer terug naar het café is
gegaan. Verhoorder Ben zegt dat dit niet kan, dat hij Ömer wil helpen en
dat hij denkt dat het vertrek vanuit Nijmegen naar Arnhem al veel eerder is
geweest. Ömer oppert dan aarzelend dat ze misschien al om half negen uit
Nijmegen zijn vertrokken. Dat is natuurlijk nog steeds te laat, en verhoor-
der Ben beëindigt dit stukje verhoor dan met de mededeling dat Ömer nu
begint te gokken en dat hij het dus blijkbaar niet meer weet. In het proces-
verbaal komt alleen maar te staan dat Ömer niet meer weet hoe laat ze uit
Nijmegen zijn vertrokken.
In de rest van het proces-verbaal is echter wél redelijk adequaat opgeschre-
ven wat Ömer antwoordt, ook als hij antwoorden geeft die niet sporen met
wat de verhoorders weten of denken te weten over het misdrijf. Zo wordt
Ömer gevraagd hoe laat men vanuit het huis van Kemal is vertrokken naar
de Apeldoornseweg. Als Ömer antwoordt dat dit rond half elf of half twaalf
’s avonds geweest is, dan wordt dit antwoord, dat natuurlijk niet te rijmen
valt met de tijd van het misdrijf, toch zo opgeschreven als Ömer het gezegd
heeft.
Wie hebben er deelgenomen aan het misdrijf? Tijdens de voorafgaande
fase van het verhoor had Ömer aanvankelijk gezegd dat Kemal en Nevzat
het gedaan hadden, en daarna waren er geleidelijk steeds meer namen bij
gekomen. Eerst Şevket. Toen Hasan. Toen Huseyin. Toen Dave. Toen Danyal,
die echter ook al snel weer was afgevoerd. Toen Adnan, en daarna was niet
verder doorgevraagd naar nog meer mogelijke mededaders. In deze derde
en laatste fase van het verhoor is er geen sprake meer van zulke veran-
deringen in de personele samenstelling: aan het misdrijf is deelgenomen
door Ömer zelf, Nevzat, Kemal, Şevket, Hasan, Huseyin, Dave en Adnan. Dat
is wat Ömer zegt en dat staat dan ook zo in het proces-verbaal.
Wie zijn er naar binnen gegaan? In de vorige fase was sprake van grote
variatie in de namen die Ömer in dit verband noemde. In deze derde fase
geeft hij eenduidig antwoord. Het ging om Kemal, Nevzat, Hasan, Dave

119

De Arnhemse villamoord.indd 119 28-11-2013 16:17:16


De Arnhemse villamoord

en Adnan. Ömer, Huseyin en Şevket waren buiten blijven wachten. En zo


wordt het ook opgeschreven in het proces-verbaal.
Wie was de schutter? In de vorige fase zei Ömer aanvankelijk steeds Kemal,
en toen even Kemal en Dave, en toen weer Kemal, en daarna Adnan en ten
slotte Adnan en Kemal. In de derde fase zegt hij dat hij niet weet wie er
geschoten heeft, maar dat hij later heeft gehoord hoe Hasan tegen Adnan
en Kemal had gezegd dat zij niet hadden moeten schieten. En zo staat het
ook in het proces-verbaal.
Welk wapen of welke wapens zijn er gebruikt? Op de plaats delict zijn twee
7.65-millimeterkogels en -hulzen gevonden. Er moet dus geschoten zijn
met een 7.65-millimeterpistool. Elisa had verklaard dat het wapen zwart
was. In de tweede fase was aan Ömer gevraagd met welk pistool gescho-
ten was. Hij zei dat het ging om een bruin 9-millimeterpistool. Later zei hij
dat er twee pistolen waren geweest, beide 9 millimeter, de ene zwart en
de andere zilverkleurig. Hij had beide wapens gezien. Nu, in de derde fase,
zegt hij dat hij niet weet welk wapen is gebruikt en dat hij geen wapen
heeft gezien, en zo wordt het ook opgeschreven in het proces-verbaal.
Welke auto of auto’s zijn er gebruikt? In de vorige fase van het verhoor had
hij eenvoudigweg successievelijk alle auto’s geprobeerd die in de kringen
rond Nevzat en Kemal zoal gebruikt werden. In de derde en laatste fase
zegt Ömer nog steeds dat hij had gereden met zijn eigen Mercedes, en dat
Şevket in een tweede auto had gereden en dat hij niet meer weet of dit de
Peugeot of misschien een Opel was geweest. In het proces-verbaal kwam
eenvoudigweg te staan dat Ömer niet meer wist in wat voor auto Şevket
had gereden.
Wie zaten er in welke auto? In de tweede fase was Ömer begonnen met te
zeggen dat Kemal en Nevzat in zijn Mercedes waren meegereden. Vervol-
gens waren er geleidelijk aan steeds meer daders bij gekomen en was er
een tweede en misschien ook derde auto bij gekomen. Ten slotte had hij
gezegd dat in de door Şevket bestuurde Peugeot 205 ook Nevzat, Kemal,
Hasan, Dave en Adnan hadden gezeten, terwijl in zijn Mercedes alleen
hijzelf en Huseyin hadden gezeten. In de derde fase van het verhoor zegt
Ömer dat in de door Şevket bestuurde auto ook Kemal en Dave hadden
gezeten. Verhoorder Ben vult dan aan dat in de Mercedes van Ömer dan
dus Ömer zelf, Huseyin, Nevzat, Hasan en Adnan hadden gezeten, en zo
wordt het ook opgeschreven in het proces-verbaal.

120

De Arnhemse villamoord.indd 120 28-11-2013 16:17:16


Ömer bekent

De villa is waarschijnlijk gebouwd in de jaren vijftig, zo zegt Ömer, en zo


wordt het ook opgeschreven in het proces-verbaal, en dat klopt! Deze Riet-
veld-achtige villa stamt inderdaad uit die periode.
Wat heeft Ömer gedaan tijdens het misdrijf? In de vorige fase zei hij eerst
dat hij in de tussentijd naar de Spijkerstraat was gereden, en later zei hij
dat hij op de Apeldoornseweg was blijven wachten. In de derde fase zegt
hij dat hij was blijven wachten, en zo staat het ook in het proces-verbaal.
Er zitten dus grote verschillen tussen wat Ömer vertelde tijdens het eer-
ste uur direct nadat hij had toegegeven dat hij had meegedaan met het
delict en datgene wat hij vervolgens vertelt in de laatste fase tijdens het
opmaken van het proces-verbaal. Alle verwarring over wie er hebben
meegedaan is in de laatste fase verdwenen. Alle variatie in de auto’s die
waren meegereden, is in de laatste fase gereduceerd tot een Peugeot of
een Opel en in het proces-verbaal tot de mededeling dat hij het niet meer
weet. De verklaring over de wapens die hij heeft gezien, eerst een bruin
9-millimeterpistool en later twee 9-millimeterpistolen, is in de laatste fase
veranderd in de mededeling dat hij geen wapen heeft gezien. De schutter,
die aanvankelijk steeds veranderde, is in de laatste fase geworden tot de
mededeling dat hij niet weet wie de schutter is, maar dat hij Hasan iets
heeft horen zeggen dat erop wijst dat Adnan en Kemal de schutters waren.
De onderlinge tegenstrijdigheden van de vorige fase zijn dus verdwenen:
de verklaring is consistent geworden.

Daderkennis?

Behalve al deze overeenkomsten en verschillen met wat Ömer verklaard


heeft in het uur dat voorafging aan het opstellen van het proces-verbaal,
zijn er nog een paar dingen die opvallen aan deze laatste fase van het ver-
hoor.
Ömer verklaart iets wat lijkt te wijzen op daderkennis. Het verhoor daar-
over gaat als volgt (waar Ömer Turks praat met de tolk, staat steeds [Turks]):

Verhoorder Ben: En je zei straks ook: er was iemand thuis gekomen,


wat was dat voor verhaal?
[Turks]
Tolk: Hij kijkt vanuit de auto.
[Turks]

121

De Arnhemse villamoord.indd 121 28-11-2013 16:17:16


De Arnhemse villamoord

Tolk: Hij heeft het gezien vanuit zijn binnenspiegel dat een vrouw
hier binnen liep.
Verhoorder Ben: Liep?
[Turks]
Tolk: En zij kwam met een auto.
Verhoorder Ben: Ja. [onverstaanbaar] binnen gezet.
[Turks]
Verhoorder Ben: Weet je de kleur van die auto nog?
[Turks]
Tolk: Ik stond daar vrij ver van het huis.
Verhoorder Ben: Toen jij zat te wachten in jouw auto.
[Turks]
Tolk: Ik zat in mijn auto. Ik ben nooit buiten geweest.
Verhoorder Ben: Jij zat te wachten in jouw auto, van welke kant komt
die auto dan?
[Turks]
Tolk: Uit Arnhem.
Verhoorder Ben: Weet je zeker?
Ömer: Ik ben zeker, ja. Dus ik kwam die kant op. Richting die kant op
omdat ik weet.
Verhoorder Ben: Maar hij komt hier langs rijden dan bij jou?
Ömer: Wat zegt u?
Verhoorder Ben: Komt ie hier langsrijden?
Ömer: Nee, nee, nee.
[Turks]
Tolk: Zoals ik het gezien heb vanuit mijn binnenspiegel.
Verhoorder Ben: Ja.
Tolk: Kwam de auto hier vandaan.
Verhoorder Ben: Ja.
Tolk: En meteen rechtsom gekeerd.
Verhoorder Ben: Ja.
Tolk: En…
Verhoorder Ben: Oké.
Tolk: De oprit opgegaan.
Verhoorder Ben: En hoe kon u zien dat het een vrouw was?
[Turks]
Tolk: Dat was duidelijk, dat het een dame was.
Verhoorder Ben: Ja, waar zag u dat aan dan?

122

De Arnhemse villamoord.indd 122 28-11-2013 16:17:16


Ömer bekent

[Turks]
Tolk: Hij kon het wel zien vanuit de auto dat ze hier liep.
Verhoorder Ben: Ja, kunt u dat zien? Van waar uit?
[Turks]
Verhoorder Ben: Waar liep zij heen dan?
[Turks]
Tolk: Zij heeft de auto hier geparkeerd.
[Turks]
Tolk: Wat ik mij kan herinneren omdat…
[Turks]
Verhoorder Ben: Dus jullie zijn allemaal om het huis heen gegaan?
[Turks]
[Iedereen praat nagenoeg onverstaanbaar door elkaar heen]
Verhoorder Ben [tegen verhoorder Henk]: Ja, nee, hij heeft gezien
vanuit zijn auto.
Verhoorder Henk: Ja.
Verhoorder Ben: Dat een vrouw met een auto de oprit in reed.
Verhoorder Henk: Ja, dat heb ik.
Verhoorder Ben: Ja, die auto daar parkeerde, en dat die vrouw uit-
stapt, en dat ie als het ware deze kant dus eh rechts om de woning
heen loopt. Vanuit hem gezien rechts om de woning.
[Turks]
Tolk: Met haar eigen sleutel deed zij de deur open.
[Turks]
Tolk: Dat is wat ik mij kan herinneren.
Verhoorder Ben [tegen verhoorder Henk]: Dat heeft ie niet gezien.
Verhoorder Henk [tegen verhoorder Ben]: Jawel.
Verhoorder Ben: En daaruit concludeert u dat de vrouw thuis was
gekomen.
[Turks]
Tolk: Ja.
Verhoorder Ben: Oké. Maar toen waren hunnie daar al, hè?
[Turks]
Tolk: Toen waren ze al binnen, ja.
[Turks]
Tolk: Of beter gezegd, niemand was nog niet eruit gekomen.
Verhoorder Ben: Ze waren nog niet bij je auto terug.
[Turks]

123

De Arnhemse villamoord.indd 123 28-11-2013 16:17:16


De Arnhemse villamoord

Verhoorder Ben: Duurt het dan nog lang voor het eh…
[Turks]
Tolk: Ja, ongeveer 15 à 20 minuten hebben we daar gewacht.
[Turks]
Tolk: Ik weet het niet zeker, maar zoiets was het wel.
Verhoorder Ben: Maar we komen daar nog wel op terug. Goed, ehm,
had men handschoenen aan?

Dit is een passage die nadere aandacht verdient. Het lijkt hier te gaan om
Elisa, die met haar auto aankwam bij de villa en naar binnen ging toen het
misdrijf in volle gang was. Hoe wist Ömer dat er tijdens het misdrijf een
vrouw bij de villa was gekomen en naar binnen was gegaan? Was hierover
in alle publiciteit over de moord op de Apeldoornseweg misschien ooit iets
geschreven of gezegd? Ömer heeft voordat hij begon te bekennen altijd
gezegd dat hij zo goed als niets over het misdrijf wist. Niets wijst erop dat
hij aan materiaal uit het strafdossier meer heeft mogen zien dan (bij de
rechter-commissaris) stukken uit de verklaring van Şevket. De wetenschap
dat er tijdens het misdrijf een vrouw aankwam bij de villa, lijkt op het eer-
ste gezicht dus daderkennis.
Dat is opmerkelijk. Want tot dit moment had Ömer nog geen blijk gegeven
van daderkennis. Hij had zelfs dingen verklaard die beslist onjuist waren.
Opmerkelijk aan deze passage is niet alleen dat het om daderkennis lijkt
te gaan – zo mogelijk nog opmerkelijker is iets anders. De passage begint
met verhoorder Ben, die zegt: ‘En je zei straks ook: er was iemand thuis
gekomen, wat was dat voor verhaal?’ Ömer zou dus eerder iets gezegd heb-
ben over iemand die thuis was gekomen? Maar heeft Ömer zoiets gezegd?
Ömer kan dit onmogelijk hebben gezegd voordat hij begon te bekennen,
want toen zei hij steeds dat hij niets met het misdrijf te maken had en
dat hij zelfs niet wist waar de Apeldoornseweg lag. En vanaf het moment
waarop hij begon met bekennen is alles opgenomen, en op die opname is
te zien dat Ömer nergens iets zegt over iemand die thuis is gekomen. Er zit
weliswaar een gat in de opname omdat de band vol is en er dan een nieu-
we band wordt gestart. Maar volgens de etiketten op deze videobanden,
waarop ook de tijden genoteerd staan, zouden beide banden naadloos op
elkaar aansluiten en er zijn aanwijzingen dat de op de video’s vermelde tij-
den goed kloppen. Noch aan het eind van de aflopende band, noch aan het
begin van de volgende band gaat het verhoor over thema’s die zelfs maar

124

De Arnhemse villamoord.indd 124 28-11-2013 16:17:16


Ömer bekent

in de buurt komen van de vraag of er tijdens het misdrijf iemand thuis was
gekomen.
Hoe valt dan toch te verklaren dat verhoorder Ben zegt dat Ömer het er
eerder over heeft gehad dat er iemand thuis was gekomen? Verzint Ben
dit? Boze opzet lijkt onwaarschijnlijk. Het gaat hier immers om verhoorders
die voortdurend, hoe onbeholpen ook, hun best doen om geen daderkennis
weg te geven.7 Is het een vergissing? Maar hoe kan men zich op een zo
belangrijk punt van daderkennis vergissen inzake de vraag of de verdachte
dit al wel of nog niet heeft genoemd?
De enig denkbare verklaring lijkt de volgende. Ömer had eerder gezegd dat
er geschoten was toen er een oude man en een oude vrouw waren binnen-
gekomen. Onzin natuurlijk. Er speelt geen enkele ‘oude man’ een rol in deze
zaak. En er was niet geschoten toen er iemand binnenkwam.
De verhoorders hoopten ongetwijfeld dat Ömer iets zou zeggen over de
aankomst van Elisa bij de villa. En Ömer had inderdaad iets gezegd over
de aankomst van mensen tijdens het misdrijf (een oude man en een oude
vrouw) en daarvan maakte verhoorder Ben nu dat Ömer iets gezegd had
over dat er iemand thuis was gekomen. Ömer bevestigt dan dat er een
vrouw was komen aanlopen. Dat lopen klopt natuurlijk niet. Elisa was
immers komen aanrijden met de auto. Maar ‘een vrouw’ klopt wel. Zegt
Ömer ‘een vrouw’ vanwege het door hem ooit van Nevzat gehoorde plan
over een huis met een oude man waarbij de vrouw in gijzeling genomen
zou worden, en omdat dit erop wijst dat dus verwacht werd dat er een
vrouw thuis zou zijn of thuis zou komen? Hoe dan ook, Ömer heeft het over
aan komen lopen, en als de verhoorder sceptisch reageert op dat woord
‘lopen’ corrigeert Ömer het direct tot aankomen met de auto. De richting
van waaruit de vrouw met de auto komt aanrijden (uit de richting van Arn-
hem) klopt niet met de richting van waaruit Elisa in werkelijkheid is komen
aanrijden.
De vrouw die was komen aanrijden, opende met een sleutel een deur en
ging daar naar binnen, aldus Ömer. Dat klopt natuurlijk ook niet. Elisa heeft
naar eigen zeggen eerst beneden aan de voorkant van het huis aangebeld
en is, toen er niet werd opengedaan, achterom via de buitentrap naar de
eerste verdieping gelopen, waar ze de deur gewoon zonder sleutel open-
deed. Er zitten dus rare dingen in dit verhaal van Ömer over de vrouw die
aankwam – verderop zal deze kwestie nog herhaaldelijk ter sprake komen.

125

De Arnhemse villamoord.indd 125 28-11-2013 16:17:16


De Arnhemse villamoord

In het proces-verbaal valt hierover te lezen:

‘Toen ik daar wachtte in mijn auto, zag ik in mijn achteruitkijkspie-


gel van mijn auto dat een auto vanuit de richting Arnhem ook de
oprit van de villa opreed en de auto daar parkeerde. Ik zag dat de
vrouw uitstapte en rechtom [bedoeld zal zijn: rechtsom] de villa liep.
Daaruit concludeerde ik dat de vrouw thuis was gekomen. Toen de
vrouw daar kwam was iedereen van de groep bij of in de villa. In ie-
der geval kwamen zij naar de auto’s gerend nadat de vrouw de villa
was binnengegaan.’

Weggelaten is hier dus dat Ömer zegt dat hij gezien had dat de vrouw met
een sleutel een deur opende en daar naar binnen was gegaan.
Ömer praat op een bepaald moment even met de tolk in het Turks, en ver-
hoorder Henk vraagt dan aan de tolk wat Ömer zojuist zei. De tolk ant-
woordt: ‘Er is een beetje te veel druk op mij uitgeoefend, zegt hij. Toen
ik weg was.’ Als de tolk dit zegt, zit Ömer er lachend bij. Kort daarna zegt
Ömer dat hij niet bang is voor de politie: ‘Politie zijn echt aardige mensen’,
en hij zwaait dan nog even lachend naar de camera.
Helemaal aan het eind van het verhoor, als het proces-verbaal uitgeprint,
voorgelezen, opnieuw uitgeprint en ondertekend is, en als Ömer al weg is,
komen de verhoorders Ben en Henk nog even terug de verhoorkamer bin-
nen. Lachend. Ze schudden elkaar de hand. Verhoorder Henk zegt:

‘Ik zeg tegen [Ad], ik zet er een beetje druk op, dan drukt ie zijn eigen
wel tiebo [fonetisch]. Hij had geen kans meer om te denken, hè?’

En terwijl ze het beeld uit lopen, is nog net te horen hoe verhoorder Ben
zegt: ‘Die vieze vuile…’ en dan noemt hij de naam van de echtgenoot van
slachtoffer Geke. Deze laatste opmerking is onbegrijpelijk. Wat heeft ver-
hoorder Ben tegen de weduwnaar van het slachtoffer?

Zaterdag 10 april 1999

Het verhoor waarin Ömer voor het eerst bekent, eindigt op vrijdag 9 april
na middernacht. De volgende dag, zaterdag 10 april, wordt ’s middags weer
begonnen met verhoren. Het eerste verhoor van die dag duurt ongeveer
een uur. Verhoorder Ben zegt tegen Ömer dat het de vorige dag ‘een zwaar

126

De Arnhemse villamoord.indd 126 28-11-2013 16:17:16


Ömer bekent

verhoor’ was geweest en dat hij moet zeggen als hij te moe is. In dat laat-
ste verhoor van de vorige dag was de bekentenis er, aldus verhoorder Ben,
‘in ruwe vorm’ uitgekomen; de bedoeling van de komende verhoren was
om de verklaring van Ömer verder ‘bij te schaven’. Dit eerste verhoor van
zaterdag 10 april gaat over wat Ömer in de weken vóór 2 september zoal
gehoord had van Nevzat en kompanen over plannen voor inbraken. Om
welk huis of welke huizen het daarbij precies ging, weet Ömer niet. Eén
keer hadden ze willen inbreken in een woning in Den Bosch; die inbraak
was niet doorgegaan. Bij de plannen voor inbraken was ook herhaaldelijk
de naam van Herman gevallen. Herman was goed in het uitschakelen van
alarmsystemen, aldus Ömer. Of het bij al deze plannen voor inbraken ook
gegaan was om het plan dat uiteindelijk geleid had tot het delict op de
Apeldoornseweg, weet Ömer niet.
’s Avonds wordt Ömer opnieuw verhoord. In dat verhoor wordt geprobeerd
om de eerste bekentenis, door verhoorder Ben getypeerd als ‘een ruwe dia-
mant’, verder bij te slijpen.
Ömer vertelt hoe hij de dag vóór 2 september 1998 samen met Şevket en
Hasan was teruggekeerd uit Duitsland. Ze hadden daar geprobeerd geld
te halen waarop Hasan en Kemal recht hadden – geld dat te maken had
met handel in verdovende middelen. In de nacht van 1 op 2 september had
Ömer nog in Duitsland getankt, zo bleek uit de afschriften van zijn travel-
card. Ömer vertelt dat je met een volle tank zuiniger rijdt – dit moet dus de
verklaring zijn voor het feit dat hij zo vaak tankt. Zo had Ömer bijvoorbeeld,
zoals we al zagen, op 2 september 1998 maar liefst drie keer met zijn travel-
card getankt. Het gesprek komt weer op de lekke band van Ömer op 2 sep-
tember, hoe hij toen werd geholpen door Kemal en hoe vervolgens het bus-
je van de vader van Kemal werd bijgetankt, waarbij de travelcard van Ömer
weigerde. Verhoorder Ben oppert dat men na het tanken naar café Ada in
Nijmegen is gegaan. Ömer denkt dat dat klopt: dat ze toen aan het eind
van die middag naar café Ada zijn gegaan. En dat ze vanuit café Ada weer
zijn vertrokken om een uur of 9. Verhoorder Ben zegt direct dat dat niet kan
‘want wij weten wanneer die vrouw doodgeschoten is’, en deze opmerking
van Ömer wordt dan ook niet opgeschreven in het proces-verbaal.
Vanuit café Ada ging men volgens Ömer naar het huis van Kemal. Hoe
laat vertrok men vanuit dat huis naar de Apeldoornseweg? In de eerdere
verhoren had Ömer steeds gezegd dat het delict tegen middernacht was
gepleegd. Hij had gezegd dat het toen donker was. Nu vroeg verhoorder
Ben of het, toen ze bij Kemal vertrokken, donker was of niet. Het antwoord

127

De Arnhemse villamoord.indd 127 28-11-2013 16:17:16


De Arnhemse villamoord

van Ömer kwam er nu op neer dat het toen schemerig was geweest. Er
wordt weer gevraagd naar de auto’s. Ömer zegt dat, behalve zijn Mercedes,
de andere auto de Peugeot was. Of misschien een Opel Senator. En dan
zegt hij dat er niet twee maar drie auto’s waren. De derde auto was een
– fonetisch – Forto Zeventig. Verhoorder Ben zegt dat Kemal in die tijd een
Volkswagen had. De verhoorders willen natuurlijk nog steeds een blauwe
Volkswagen Golf uit Ömer krijgen, maar ook nu lukt dat weer niet.
Toen men vanuit het huis van Kemal met twee of drie auto’s naar de Apel-
doornseweg reed, ging men volgens Ömer eerst even tanken. Verhoorder
Ben vraagt Ömer of hij toen zelf ook nog getankt heeft. Ömer antwoordt
dat dit niet zo was omdat hij immers kort daarvóór nog getankt had –
Ömer kent immers de uitdraai van zijn travelcard, waarop vermeld staat
dat hij om 20.50 uur had getankt – en Ömer zit nog steeds op het spoor
van een misdrijf dat veel later die avond was gepleegd. Verhoorder Ben
antwoordt direct dat dit niet kan; hij weet immers dat het misdrijf niet
na maar vóór 20.50 uur is gepleegd. Ben zegt dat hij nog wel een keer zal
uitleggen waarom dit niet kan.
Ömer zegt dat ze, voordat ze naar de plaats delict zijn gereden, eerst nog
even naar de Spijkerstraat zijn geweest om vrouwen te kijken en dat men
van daaruit richting Apeldoorn was gereden. De Spijkerstraat ligt op
ruim twee kilometer afstand van de villa op de Apeldoornseweg. De Apel-
doornseweg is een lange weg, met flauwe bochten. Ömer zegt dat ze daar-
na zo’n twee- of drieduizend meter gereden moeten hebben. Verhoorder
Ben vraagt Ömer of hij zich nog herinnert hoe die weg liep. Ömer zegt dat
hij zich een ‘scherpe bocht’ herinnert. Er zit in de Apeldoornseweg geen
scherpe bocht, en deze opmerking van Ömer wordt dan ook niet opgeno-
men in het proces-verbaal. Ömer zegt dat er links aan die weg een pizzeria
ligt. Verhoorder Henk corrigeert dit tot een patatkraam en het is dan ook
een patatkraam die vervolgens vermeld staat in het proces-verbaal.
En dan is het verhoor aangekomen bij het moment waarop de auto’s stop-
pen bij het huis op de Apeldoornseweg. Ömer zegt bij monde van de tolk
dat het ‘een heel mooi huis’ was. En: ‘Het is een eh een huis? Of is het een
eh leefcentrum, asielzoekerscentrum? Of een bejaardentehuis?’ In wer-
kelijkheid is het huis in kwestie een witte villa met een beneden- en een
bovenverdieping. Geen uitzonderlijk groot huis en zeker niet een asiel-
zoekerscentrum of een bejaardentehuis. Verhoorder Ben schenkt hier dan
ook geen aandacht aan en het wordt uiteraard ook niet vermeld in het
proces-verbaal.

128

De Arnhemse villamoord.indd 128 28-11-2013 16:17:16


Ömer bekent

Ömer vertelt hoe hij zijn auto iets verderop langs de weg parkeerde, hoe
Şevket de oprit inreed en hoe iedereen uit de auto van Şevket stapte, waar-
op verhoorder Ben zegt dat Ömer dit vanuit zijn auto verderop langs de
weg onmogelijk heeft kunnen zien. Iets later zegt verhoorder Ben dat Ömer
ongetwijfeld iets anders gezien heeft, namelijk dat Şevket de oprit inreed
en dat hij er even later weer uitreed en dat toen alleen Şevket nog in de
auto zat. Ömer spreekt dat niet tegen.
Dan begint verhoorder Ben weer over de vrouw die Ömer had zien aanko-
men toen de anderen al binnen waren. Ben vraagt Ömer of hij die vrouw
inderdaad ook heeft zien lopen. Dat kan Ömer zich nu niet goed meer her-
inneren. Ben: ‘Maar je zei dat die vrouw zelfs om het huis heen gelopen
heeft.’ Welnu, Elisa heeft verteld hoe ze, nadat ze eerst tevergeefs had aan-
gebeld bij de voordeur, om het huis heen was gelopen. Ömer had de vorige
dag gezegd dat hij de vrouw rechts om het huis had zien lopen. Nu zegt
Ömer (in de woorden van de tolk): ‘Ik kan niet zeggen dat het een vrouw
was, maar iemand heeft daar wel gelopen.’ Deze opmerking is natuurlijk,
bezien vanuit de verhoorders, een achteruitgang. De vorige keer had Ömer
correct gezegd dat het een vrouw was; nu weet hij dat blijkbaar niet meer.
En dat Ömer dit nu niet meer weet, wordt – heel goed! – ook opgeschreven
in het proces-verbaal. Verhoorder Ben probeert dit op onbeholpen wijze
correct op te vangen:

‘Je ziet dat een vreemde auto de inrit inrijdt. En zie je dan direct
daarna die vrouw lopen dan? Of persoon?’

En dan weet Ömer dus wat het goede antwoord is en corrigeert hij het tot
(in de woorden van de tolk): ‘Ik kan mij wel herinneren dat er een dame
liep.’ Iets later vraagt Ben: ‘Waaruit concludeer je dat het een vrouw was?’
Dat weet Ömer niet precies meer, maar zij had – in de woorden van de tolk
– ‘wel een rokje aan’. In werkelijkheid droeg Elisa op 2 september een broek.
Verhoorder Ben vertelt dat hij die middag naar de plaats delict is geweest.
Ömer had de vorige avond gezegd dat hij zijn Mercedes ongeveer honderd
meter voorbij het huis geparkeerd had en vervolgens vanuit de auto gezien
had hoe er een vrouw was aan komen rijden, uitgestapt was en naar het
huis was gelopen. Verhoorder Ben zegt dat dit niet waar kan zijn. Vanuit die
plek kun je, zittend in de auto, niet het huis zien omdat er begroeiing tus-
sen staat. Hij vraagt Ömer of hij tijdens het wachten toch niet uit de auto is
geweest. Aanvankelijk blijft Ömer bij zijn eerdere bewering dat hij de auto

129

De Arnhemse villamoord.indd 129 28-11-2013 16:17:16


De Arnhemse villamoord

niet heeft verlaten, maar al vrij snel geeft hij toe dat hij wel degelijk uit de
auto is geweest. Verhoorder Ben vraagt hem wat hij toen gezien heeft. Of
hij zich nog iets kan herinneren van het huis. Bijvoorbeeld de kleur.

Ömer: Als goed is, wit moeten zijn.


Verhoorder Ben: Ja, is goed. Ja, je doet echt goed je best, jongen. Per-
fect.
Ömer: Ik denk zo na, zo witte huis, weet je wel. Maar als goed weet,
dak is zo lopen of zo [hij gebaart een puntdak] [Ömer zegt iets in het
Turks] die dak lopen zo weet je wel.
Tolk: Het is niet een plat dak, zegt ie.
Ömer: Niet platte dak weet je wel.
Verhoorder Ben: Nou, maak het niet mooier dan het is, maar eh, je
kunt je herinneren dat het een wit huis was.
Ömer: Ja, wit huis.

Afbeelding 3: De villa bezien vanuit de Apeldoornseweg (foto genomen op 2 september


2013 om 19.45 uur)

130

De Arnhemse villamoord.indd 130 28-11-2013 16:17:16


Ömer bekent

Het bijzondere van het huis is in werkelijkheid dat het nu juist wél een plat
dak heeft (zie afbeelding 3). Deze opmerking van Ömer over het niet-platte
dak ontbreekt natuurlijk in het proces-verbaal. Verhoorder Ben vraagt
Ömer van welke kant de auto met de vrouw kwam aanrijden. De vorige dag
had Ömer fout geantwoord: uit de richting van Arnhem; nu weet Ömer
niet meer van welke kant zij kwam.

Dan snijdt verhoorder Ben een volgend probleem aan. Ömer zegt dat hij
de vrouw naar binnen heeft zien gaan, en hij kan ook aangeven waar de
deur zat waardoor zij naar binnen is gegaan, maar, zo zegt verhoorder Ben,
dat kan niet: ‘Hier is namelijk geen deur.’ Dat Elisa naar eigen zeggen aan-
vankelijk heeft staan wachten bij de voordeur, is iets wat verder nergens
ter sprake komt; verhoorder Ben gaat het hier uitsluitend om de manier
waarop Elisa uiteindelijk het huis is binnengegaan: via de buitentrap aan
de achterkant naar de eerste verdieping. Als verhoorder Ben de vraag stelt
hoe de vrouw naar binnen is gegaan, gaat Ömer hard zitten nadenken. Hij
wijst dan iets aan op een schets die niet bij het proces-verbaal is gevoegd.

Ömer: Als goed herinneren, zij loopt zo.


Verhoorder Ben: Ja.
Ömer: Hier ergens naar binnen lopen, maar ik kon het niet zo goed
herinneren, weet je wel. Maar hier ergens naar binnen gegaan.
Verhoorder Ben: Ja, klopt.
Verhoorder Henk: Via de achterzijde van het huis.
Ömer: Zoiets ja.

Nu is Ömer dus voorgezegd dat de vrouw aan de achterzijde van het huis
naar binnen is gegaan. Verhoorder Ben probeert Ömer zich te laten herin-
neren hoe het pad eruitzag waar hij stond nadat hij uit de auto was gestapt
en van waaraf hij zicht had op het huis.

Tolk: Je kan daar lopen, het kan ook wel fietspad zijn.
Verhoorder Ben: Het is niet een weg. Met auto’s. Kun je daar met de
auto heen?
Tolk: Als je wilt kun je daar ook wel met de auto doorheen rijden.

In werkelijkheid is het volstrekt onmogelijk om op dit pad met een nor-


male auto te rijden. Verhoorder Ben komt weer terug op de vraag hoe de

131

De Arnhemse villamoord.indd 131 28-11-2013 16:17:16


De Arnhemse villamoord

vrouw het huis is binnengekomen. Het gewenste antwoord was natuurlijk:


ze heeft eerst aangebeld en gewacht bij de voordeur en is daarna aan de
achterkant van het huis met een buitentrap naar de eerste verdieping gelo-
pen en daar naar binnen gegaan. Ben probeert Ömer te brengen tot het
noemen van die trap naar boven zonder dit belangrijke detail met zoveel
woorden voor te zeggen. Het verhoor gaat dan als volgt:

Verhoorder Ben: Zij kan alleen hier het huis in komen, en dat weet ik,
op een wat vreemde manier.
Ömer: Vreemde manier?
Verhoorder Ben: Ja, wel door een deur natuurlijk, maar hier is een
deur ergens. Alleen, hoe kom je bij die deur? Denk eens goed na. Hoe
is die vrouw bij die deur gekomen?
Ömer: Dat is goeie vraag hè? [Ömer lacht hardop] Goeie puzzel.
Verhoorder Ben: Ja, dat is een hele mooie puzzel, denk nou eens, ga
jezelf nou eens even, ga nou eens bij dat hek staan, je ziet die vrouw,
die gaat aan de achterkant naar dat huis, die komt bij de achterkant
van dat huis, en dan gaat ze naar binnen. En waar is dan die deur?
Waar is die deur?
Ömer: Als goed herinneren, met trap naar beneden, of zoiets, maar,
dat doen ik gokken, maar … dat is een goeie puzzel, weet je wel.
Verhoorder Ben: Je zegt: trap. Trap zeg je.
[Ömer zegt iets in het Turks]
Tolk: Hij gaat ietsje naar beneden, doe je de deur open, ga je naar
binnen.
Verhoorder Ben: Dat gok je.
Ömer: Dat is gok maar…
Verhoorder Ben: Maar er is iets, jij weet dat er iets bijzonders mee is,
of niet? Kun je je herinneren hè?
Ömer: Ja, iets bijzonderheden daar, heel goed nadenken, weet je wel.
Verhoorder Ben: Denk eens na.
Ömer: Ik niet opletten daar.
Verhoorder Ben: Jawel, je hebt wel opgelet, je hebt die vrouw komt
daar aan, dan let je wel op.
Ömer: [6 seconden stilte] Ik kan het mij niet herinneren.
Verhoorder Ben: Je zei net trap, trap zei je. Probeer je eens een trap
voor de geest te halen.
[18 seconden stilte]

132

De Arnhemse villamoord.indd 132 28-11-2013 16:17:16


Ömer bekent

Ömer: Geloof ja, als eh twee kanten soort deur, weet je wel, de vrouw
naar boven lopen, dan ik heb niet gezien maar rechtse of linkse kant
één deur, dan daar naar binnen. U heb gelijk.
Verhoorder Ben: Dus, de achterdeur van de woning…
Ömer: Ja. Gele plaat, beetje…
Verhoorder Ben: Beetje vreemd.
Ömer: Beetje vreemd ja.
Verhoorder Ben: Omhoog.
Ömer: Heel slim gedaan daar.
Verhoorder Ben: Nou, of het slim gedaan is, maar zo is nu eenmaal
die constructie van het huis. Dat is namelijk de achterdeur.
Ömer: Ja.
Verhoorder Ben: Is met de trap omhoog. Exact.
Ömer: Ja. U hebt gelijk.

En zo verklaart Ömer dus uiteindelijk dat de vrouw via een buitentrap


naar boven het huis is binnengegaan. In het proces-verbaal wordt dit alles
samengevat als:

‘U vraagt mij waar de deur was, waar de vrouw naar binnen ging. Ik
zag dat de vrouw een trap opliep en het huis binnen ging.’

Dat Ömer min of meer werd voorgezegd dat het moest gaan om een deur
die hoger of lager was, en dat hij vervolgens kwam aanzetten met een trap
naar beneden, wordt niet opgeschreven. Dat er aan twee kanten een deur
was, en dat het iets geels was, wordt ook allemaal niet opgeschreven. En zo
wordt de verklaring van Ömer dus steeds verder bijgeschaafd. Verhoorder
Ben zegt het zo:

‘Je moet dus niet zeggen: ik zit in de auto en ik zie die vrouw lopen
– dat kan niet. Gisteren was het verhaal nog een ruwe diamant, dat
moeten we nu nog bijschaven.’

En vrij kort hierna wordt dit verhoor beëindigd met het uitprinten, doorle-
zen, corrigeren en opnieuw uitprinten van het proces-verbaal.
Ömer heeft nu twee bekennende verklaringen afgelegd: in het laatste ver-
hoor van 9 april en in het tweede verhoor van 10 april. In beide gevallen zijn
bijna alle niet-kloppende uitspraken van Ömer eenvoudigweg weggelaten

133

De Arnhemse villamoord.indd 133 28-11-2013 16:17:16


De Arnhemse villamoord

in de processen-verbaal. Als je het proces-verbaal van dit laatste verhoor


leest, krijg je de stellige indruk dat Ömer beschikt over daderkennis. Hij
heeft immers gezien dat de vrouw die tijdens het delict aankwam, het huis
is binnengegaan via een buitentrap naar boven. Dat Ömer in werkelijkheid
door de verhoorders gestuurd is naar die verklaring, blijkt op geen enkele
wijze uit het proces-verbaal. De evidente onzin die Ömer zei – dat hij zich
het huis niet zo goed kon herinneren, maar dat hij in elk geval zeker wist
dat het geen plat dak had, terwijl het meest opvallende aan de villa nu juist
het platte dak is – staat ook niet in het proces-verbaal. En aldus leren deze
processen-verbaal zo goed als niets over de vraag of de verklaringen van
Ömer nu wel of niet geloofwaardig zijn. Wie de processen-verbaal leest,
moet concluderen dat de verklaringen op allerlei punten lijken te kloppen.
Wie op band bekijkt hoe de verklaringen van Ömer tot stand zijn gekomen,
ziet dat hier iemand verhoord wordt die zo te zien niets weet en die bijna
helemaal gestuurd wordt door de verhoorders.
Het is dus buitengewoon moeilijk om alleen op basis van de processen-
verbaal enig idee te krijgen van de mate van betrouwbaarheid van wat
Ömer allemaal vertelt. Alles wat in de processen-verbaal over de bekente-
nissen vermeld staat, is inderdaad door Ömer gezegd, maar niet vermeld
is hoe hij tot die opmerkingen is gebracht, en als hij iets zegt dat evident
verkeerd is, wordt dat in de meeste gevallen eenvoudigweg niet opgeschre-
ven.
Voor het beoordelen van de betrouwbaarheid van Ömers bekennende
verklaringen zijn de processen-verbaal dus nagenoeg onbruikbaar. Voor
de eerste bekennende verklaringen van Ömer is dit geen onoverkomelijk
probleem, omdat die verklaringen op band zijn opgenomen. En de discre-
panties tussen de opnames en de processen-verbaal leren hoe onbruikbaar
de processen-verbaal zijn om te achterhalen hoe betrouwbaar de verklarin-
gen van Ömer zijn.
Na het zojuist besproken verhoor zijn de verhoren van Ömer niet meer
opgenomen.8 Dat betekent dat de nu volgende verhoren van Ömer wel
besproken moeten worden, maar dat we niet meer weten wat Ömer in
werkelijkheid gezegd heeft. We weten slechts wat de verhoorders uit de
verklaringen van Ömer geplukt hebben en in de processen-verbaal hebben
gezet. We weten niet hoe die verklaringen tot stand zijn gekomen. Waarom
zijn vanaf dit moment de verhoren van Ömer niet meer opgenomen? Toen
deze vraag bij de rechtbank gesteld werd aan de officier van justitie, ant-
woordde zij, als we het proces-verbaal van de zitting mogen geloven, dat

134

De Arnhemse villamoord.indd 134 28-11-2013 16:17:16


Ömer bekent

Ömer ‘al had bekend, het had dus geen zin meer om zijn verdere verhoren
op te nemen’.

De latere bekennende verklaringen van Ömer

Vanaf 11 april 1999 worden de verhoren van Ömer niet meer opgenomen
en beschikken we dus alleen over processen-verbaal van zijn verhoren. Die
processen-verbaal leren hoe het lukt om Ömer geleidelijk aan steeds meer
te laten zeggen wat de verhoorders graag willen horen. Er valt echter bij
gebrek aan opnames niets meer te zeggen over de wijze waarop deze ver-
klaringen tot stand zijn gekomen. De meest redelijke aanname lijkt dat de
werkwijze van de politie in deze latere verhoren vergelijkbaar is geweest
met de eerdere verhoren die wél zijn opgenomen, en dat betekent dat
Ömer via gokken en sturend verhoren is toegepraat naar de door de ver-
hoorders gewenste antwoorden. Het is redelijk om aan te nemen dat de
geloofwaardigheid van deze latere verklaringen van Ömer gelijk is aan die
van de eerdere verklaringen die we wél konden onderzoeken, en dat zou
betekenen dat ook deze latere verklaringen van Ömer alleen iets zeggen
over het vermogen van de politie om een verdachte die van niets weet, toch
in hoge mate de juiste dingen te laten verklaren. Omdat de geloofwaardig-
heid van deze verklaringen niet beoordeeld kan worden, zal de inhoud van
deze latere bekennende verklaringen slechts betrekkelijk beknopt bespro-
ken worden.
Op 11 april 1999 lukt het de politie voor het eerst om Ömer eenduidig de
naam van de schutter te laten noemen die ze willen horen: Adnan. Het
lukt de politie in dit verhoor ook voor het eerst om Ömer af te brengen van
het verkeerde tijdstip van de overval: niet, zoals hij tot nu toe gezegd had,
tegen middernacht, maar veel eerder. Al vóór 20.50 uur, toen er – zo weet de
politie – met het pasje van Ömer was getankt.
In een volgend verhoor diezelfde avond zegt Ömer dat hij later nooit meer
met zijn kompanen over het misdrijf heeft gepraat – onwaarschijnlijk
natuurlijk als zij echt dit zo vreselijk uit de hand gelopen misdrijf zouden
hebben gepleegd, maar begrijpelijk als hij van niets weet, want indien hij
zou zeggen dat er later nog wel over gepraat was, zou hij uiteraard het pro-
bleem krijgen dat hij precies zou moeten vertellen wat er allemaal bespro-
ken was. Hij verklaart nu ook dat Nevzat al direct na het misdrijf in de auto
heeft gezegd dat Adnan geschoten had. En hij verklaart dat Nevzat hem

135

De Arnhemse villamoord.indd 135 28-11-2013 16:17:16


De Arnhemse villamoord

toen bedreigd heeft en dat hij daarom zo lang tegenover de politie heeft
ontkend.
Op 12 april 1999 verandert Ömer weer zijn verhaal over wat hij tijdens het
misdrijf had gedaan terwijl hij buiten met de auto wachtte. Aanvankelijk
had hij gezegd dat hij toen even heen en weer was gereden naar de Spij-
kerstraat. Toen de verhoorders dat niet geloofden, had hij gezegd dat hij al
die tijd in de auto had zitten wachten. Toen hij zei dat hij een grasveld had
gezien en de verhoorders antwoordden dat hij dit zittend in de auto nooit
had kunnen zien, zei hij dat hij ook nog even de auto uit was geweest, en
nu, op 12 april, zegt hij dat hij tijdens het wachten ook nog zijn auto ver-
plaatst heeft. Hij was het nabijgelegen viaduct over gereden (zie afbeel-
ding 1 op p. 16) en hij had zijn auto geparkeerd op een zijweg. Deze wijziging
in het verhaal lijkt goed te passen bij de eerder besproken getuige (zie p. 15),
die op 2 september 1998 kort vóór 19.10 uur iets voorbij het viaduct op de
parallelweg een oude zilvergrijze auto met open kofferbak had zien staan.
Proberen de verhoorders Ömer hier naartoe te praten? En Ömer vertelt nog
iets nieuws. Hij zegt dat hij tijdens het wachten een paar knallen hoorde en
toen wilde wegrijden, maar Huseyin had toen zijn hand op zijn schouder
gelegd en gezegd dat ze samen waren gekomen en ook samen weer zou-
den vertrekken.
Op 13 april 1999 blijkt het de verhoorders te lukken om Ömer de ‘juiste’ auto
te laten noemen waarin Şevket naar de Apeldoornseweg was gereden: ‘Ik
kan het mij nu weer goed herinneren. Dat was een donkerblauwe Volks-
wagen Golf.’ Ömer zegt dat hij deze auto behalve bij het misdrijf verder
nooit heeft gezien. Hij zegt dat hij indertijd van een ‘goede vriend’ heeft
gehoord dat Nevzat, Hasan en Huseyin hem wilden vermoorden omdat hij
te veel wist over het misdrijf op de Apeldoornseweg. Wie die vriend was,
staat niet vermeld.
Op 15 april 1999 lukt het de verhoorders om Ömer te laten toegeven dat hij
op 2 september 1998 wist dat er die avond zou worden ingebroken. Ömer
vertelt nog iets nieuws. De bedoeling was om op zoek te gaan naar een
brandkast. Het vervoeren van een zware brandkast was de reden geweest
waarom ze met zovelen waren geweest.
Op 16 april 1999 vertelt Ömer dat er nog een derde auto bij het misdrijf
betrokken was geweest: een wit Volkswagenbusje van Hamza. (De naam
van Hamza is al genoemd in het vorige hoofdstuk: een Amsterdamse Turk
bij wie Nevzat wel eens een pistool heeft gekocht. Ömer heeft in de herfst
van 1998 een poosje bij Hamza in huis gewoond.) In dat busje zaten ook

136

De Arnhemse villamoord.indd 136 28-11-2013 16:17:16


Ömer bekent

twee vrienden van Hamza. Je vraagt je af waar dit busje vandaan komt.
De vorige dag hadden de verhoorders een antwoord gevonden op de vraag
waarom er zoveel mensen hadden deelgenomen aan het misdrijf: om een
zware brandkast te kunnen tillen. Maar hoe moest die brandkast dan ver-
voerd worden? De auto’s van Ömer en Şevket zaten immers volgens het
politiescenario al vol. Voor dat transport was nog een extra auto nodig,
liefst een busje, en Ömer wist dat Hamza over zo’n busje kon beschikken.
Op 21 april verklaart Ömer dat hij tijdens het wachten bij het misdrijf door
Huseyin is bedreigd met een pistool. Hij heeft ook gezien hoe Adnan direct
na het misdrijf een groot zwart pistool met een 15 à 16 centimeter lange
loop aan Nevzat gaf.
Op 28 april 1999 vertelt Ömer weer allerlei nieuwe interessante dingen.
Kemal had gezegd dat tijdens het doorzoeken van het huis een vrouw naar
beneden was gelopen. Adnan had de vrouw bedreigd met een pistool. (Dat
zou dus betekenen dat de dader die door Elisa gezien was, Adnan zou zijn
geweest. Volgens Elisa praatte de dader correct Nederlands. De Duitse Turk
Adnan praat geen woord Nederlands.) Kemal had gezegd dat Adnan, nadat
hij de vrouw had doodgeschoten, een armband van haar had afgenomen.
Ömer zegt dat hij aanvankelijk had gedacht dat er maar één vrouw was
neergeschoten; pas achteraf, in het huis van Kemal, hoorde hij dat er nog
een vrouw was neergeschoten. (Vreemd! Zoals eerder gezegd: de dader
over wie Elisa vertelde moet natuurlijk aanvankelijk hebben gedacht dat
er twee vrouwen waren doodgeschoten en moet pas later uit de publiciteit
hebben vernomen dat één vrouw het overleefd had.) Adnan had direct na
het misdrijf in de auto bloed op zijn jas dat nog vochtig was. Aldus het
proces-verbaal van dit eerste verhoor van Ömer op woensdagochtend 28
april 1998.
’s Middags wordt Ömer weer verhoord. Volgens het proces-verbaal zou dit
verhoor zijn opgenomen. Bij de videobanden ontbreekt echter een opname
van dit verhoor. Volgens het proces-verbaal maakt Ömer een schets van het
huis op de Apeldoornseweg die als bijlage bij het proces-verbaal is gevoegd.
In het dossier zit bij dit proces-verbaal echter geen bijlage. Wat verklaart
Ömer volgens het proces-verbaal? Direct na afloop van het misdrijf, in de
auto, belde Nevzat Hamza en zei dat Adnan twee vrouwen had doodge-
schoten. (In het vorige verhoor had Ömer nog gezegd dat hij in de auto
dacht dat er slechts één vrouw was neergeschoten en dat hij pas in het
huis van Kemal hoorde dat het om twee vrouwen ging. Die rare opmerking
is in dit verhoor dus gecorrigeerd.) Direct na afloop, in het huis van Kemal,

137

De Arnhemse villamoord.indd 137 28-11-2013 16:17:16


De Arnhemse villamoord

werd Dave bedreigd door Nevzat en Kemal. Hasan en Nevzat zeiden later
dat Adnan op de bovenverdieping gezocht had naar de brandkast. (Het huis
heeft geen bovenverdieping. De hoogste verdieping is de woonverdieping.
Daaronder zit een verdieping met een garage en slaapkamers. In de kelder
bevindt zich een ongebruikte kluis.) Op de dag na het misdrijf (3 september
1998) zag Ömer de blauwe Volkswagen Golf voor de deur van Kemal staan.
Het nummerbord begon met NZ of NL. Aldus Ömer in dit tweede verhoor
op 28 april 1999. Het nummerbord correspondeert opvallend goed met een
getuige die zegt dat hij op de avond van 2 september 1998 een rode of brui-
ne Volkswagen Golf in de buurt van de villa in het gras naast de weg heeft
zien staan. Het kenteken van die auto begon met NZ, zo dacht die getuige.
Dit lijkt op het eerste gezicht te passen in beide scenario’s: het schuldige
scenario dat het hele verhaal van Ömer klopt, want dit stukje nummerbord
klopt, en het scenario dat de politie erin slaagt om Ömer de weinige din-
gen die ze denken te weten aan te praten. Vanwege het ontbreken van een
opname zullen we nooit weten hoe Ömer tot dit nummerbord is gekomen.
Maar twee weken eerder, op 13 april 1999, meer dan een half jaar na dato,
wist Ömer het nummerbord nog niet, en het is natuurlijk uiterst onwaar-
schijnlijk dat zo’n herinnering vervolgens twee weken later zonder hulp
van de verhoorders toch spontaan weer terugkeert.
Drie weken later, op 18 mei 1999, gaat Ömer met zijn twee verhoorders
Ben en Henk naar de Apeldoornseweg, naar de plekken waar hij naar eigen
zeggen op 2 september 1998 geweest is. In een uitvoerig proces-verbaal
beschrijven de verbalisanten wat Ömer tijdens dit uitstapje allemaal ver-
telt. Op aanwijzing van Ömer rijden ze de route van 2 september 1998 na
vanuit het huis van Kemal naar de Apeldoornseweg. Niet alleen de Volks-
wagen Golf maar ook het busje van Hamza is tijdens die rit op 2 september
herhaaldelijk gezien door Ömer, zo zegt hij. Vooral over het wachten tijdens
het misdrijf op de Apeldoornseweg vertelt Ömer vervolgens allerlei nieuwe
dingen.
Toen Ömer stopte op de Apeldoornseweg, vroeg Huseyin hoe laat het was.
Het was toen half acht. (De lezer herinnert zich dat Ömer aanvankelijk zijn
bekentenissen was begonnen met het verhaal dat het misdrijf pas tegen
middernacht had plaatsgevonden.)
Tijdens het wachten stapte Ömer op een gegeven moment uit, deed de
kofferbak open om te kijken naar de autoband die eerder die dag vernield
was en deed de kofferbak weer dicht. (De lezer herinnert zich de getuige

138

De Arnhemse villamoord.indd 138 28-11-2013 16:17:16


Ömer bekent

die zei hoe hij op 2 september 1998 kort na 19.00 uur een oude grijze auto
had gezien met een kofferbak die open stond.)
Ömer liep naar het viaduct in de buurt van de villa. Hij zag dat er naast het
viaduct koepels stonden. Hij liep een van die koepels in. Aldus vertelt Ömer
op 18 mei 1999 tijdens deze reconstructie bij de plaats delict over wat hij op
2 september 1998 gedaan heeft.
Over die koepels maken de twee verbalisanten Ben en Henk vervolgens nog
een apart proces-verbaal, waarin zij schrijven dat Ömer tijdens deze recon-
structie een koepel inliep en zag dat er op het plafond een schildering zat
(zie afbeeldingen 4 en 5). De verbalisanten schrijven dat zij niet wisten dat
er op het plafond van die koepel een schildering zat. Zo dadelijk zullen we
zien waarom de verbalisanten dit detail belangrijk genoeg vonden voor het
opstellen van een apart proces-verbaal.

Afbeelding 4: De koepeltjes op de Apeldoornseweg op het viaduct over de Cattepoelseweg

139

De Arnhemse villamoord.indd 139 28-11-2013 16:17:17


De Arnhemse villamoord

Afbeelding 5: Schilderingen in een van de koepeltjes

De dag na dit bezoek aan de plaats delict, op 19 mei 1999, wordt Ömer weer
verhoord. Het verhoor is weer niet opgenomen. De nu volgende beschrij-
ving is daarom wederom alleen gebaseerd op het proces-verbaal. Ömer
vertelt dat hij zich nu, na het bezoek van gisteren aan de Apeldoornseweg,
allerlei dingen beter kan herinneren.
Een paar dagen vóór 2 september 1998 reed hij samen met Nevzat, Kemal,
Hasan, Huseyin en Herman naar het huis op de Apeldoornseweg. De ande-
ren hebben het huis toen van nabij bekeken. Nevzat, Kemal, Herman en
Hasan hebben vervolgens de planning voor de overval gemaakt. Op 2 sep-
tember, direct vóór het misdrijf, was ook Herman in de woning van Kemal.
Hij reed mee in het busje van Hamza. Op de Apeldoornseweg stopte het
busje van Hamza achter de Volkswagen Golf, ongeveer vijf meter voor de
inrit. Ömer parkeerde zijn auto op een weg die aan de overkant van het via-
duct ligt: de Weg Langs Het Hazegrietje. Hij zag dat ook de Volkswagen Golf
daar geparkeerd stond. Direct na het misdrijf, in het huis van Kemal, was
Nevzat boos op Herman: door verkeerde informatie van Herman waren er
twee vrouwen (twee vrouwen – nu geeft Ömer dus wél het gewenste ant-
woord) doodgeschoten. Aldus het proces-verbaal van dit verhoor.

140

De Arnhemse villamoord.indd 140 28-11-2013 16:17:17


Ömer bekent

De volgende dag, op 20 mei 1999, wordt Ömer weer verhoord. Opnieuw


gaat het om een verhoor dat niet is opgenomen en zijn we dus uitsluitend
aangewezen op het proces-verbaal. Ömer herinnert zich opnieuw nieuwe
details. Hij zegt, net zoals hij twee dagen eerder tijdens de reconstructie al
had gezegd, dat hij tijdens het wachten over de brug was gelopen en daar
een van de koepels in was gelopen. Hij vertelt nu dat hij toen gezien had
dat er in het plafond van die koepel een schildering zat.
Dit nieuwe detail van die schildering behoeft iets uitvoeriger bespreking,
omdat het tijdens de rechtszaak belangrijk zal worden. Het moge duidelijk
zijn wat hier gebeurd is. Twee dagen eerder, tijdens de reconstructie, heeft
Ömer over de brug gelopen volgens de route die hij naar eigen zeggen ook
op 2 september 1998 gevolgd heeft. De verhoorders noteren in een apart
proces-verbaal dat Ömer tijdens de reconstructie een koepel op de brug
was ingelopen en dat er schilderingen waren aangebracht in die koepel.
‘Wij verbalisanten wisten niet van het bestaan van deze schilderingen.’
Ömer heeft de verbalisanten dus tijdens de reconstructie gewezen op de
eigenaardige plafondschilderingen in een van de koepels en gezegd dat hij
die schilderingen ook op 2 september 1998 had gezien. De verbalisanten
beseffen dat Ömer hier een treffend detail noemt over de avond van het
misdrijf dat zij hem niet hebben voorgezegd; het was immers Ömer die
hen wees op die schilderingen. En in hun onnozelheid denken zij blijkbaar
dat Ömer hiermee dus blijk geeft van daderkennis, of althans van kennis
die erop wijst dat hij ooit daadwerkelijk in zo’n koepel heeft gestaan. En dat
klopt in zekere zin: hij heeft in zo’n koepel gestaan op 18 mei 1999, tijdens
de reconstructie, en hij heeft toen die eigenaardige schilderingen gezien,
en omdat hij op dat moment naar eigen zeggen de route liep die hij ook
op 2 september 1998 had gelopen, zegt hij tegen de verhoorders tijdens
de reconstructie en opnieuw twee dagen later tijdens een verhoor dat hij
die schilderingen ook al op 2 september 1998 had gezien. Hij doet hier wat
hij in deze verhoren steeds doet: hij zegt dingen waarvan hij hoopt dat de
verhoorders ze graag willen horen.
En dan wordt er nog iets opvallends door Ömer verteld in dit verhoor van
20 mei 1999. Hij zegt dat hij Nevzat en Kemal ooit heeft horen zeggen dat
Kemal tijdens het delict met ‘de oude vrouw’ had gepraat. Ook dat is nieuwe
informatie. Iedereen zal ongetwijfeld steeds gedacht hebben dat de dader
die door Elisa was gezien en die gezegd had dat Elisa en Geke (‘de oude
vrouw’) naar de slaapkamer moesten gaan en op het bed moesten gaan
liggen, ook degene was geweest die vervolgens in de slaapkamer gescho-

141

De Arnhemse villamoord.indd 141 28-11-2013 16:17:17


De Arnhemse villamoord

ten had. Deze voor de hand liggende gedachte levert echter een groot pro-
bleem op. De politie denkt te weten dat Adnan degene is die geschoten
heeft. De dader praatte volgens Elisa echter correct Nederlands en de Duit-
se Turk Adnan spreekt überhaupt geen Nederlands. Is deze opmerking van
Ömer dat het Kemal was die met ‘de oude vrouw’ had gepraat, een begin
van een poging om dit probleem op te lossen?
Ömer zegt in dit verhoor ook nog dat hij in een gesprek tussen Kemal,
Hasan en Nevzat heeft horen zeggen dat Kemal tegen de oude vrouw had
gezegd dat ze op bed moest gaan liggen. Opnieuw zou je willen weten hoe
deze opmerking van Ömer tot stand is gekomen. Wist Ömer dat Geke lig-
gend op bed was doodgeschoten? Als hij dit wist van de dader of daders,
waarom zegt hij dan niet dat niet alleen ‘de oude vrouw’ maar ook een jon-
gere vrouw op bed moest gaan liggen? En als hem dit is voorgezegd door
de verhoorders, moet dezelfde vraag gesteld worden: waarom hebben ze
hem niet goed voorgezegd? Opnieuw geldt dat we, omdat al deze verhoren
niet zijn opgenomen, nooit zullen weten hoe deze opmerking tot stand is
gekomen.
Op 4 juni 1999 wordt Ömer weer verhoord. Ömer herkent de foto van ene
Berkay: dat is iemand die hij samen met Hamza op 2 september in het busje
zag stappen. Hij herkent ook de foto van een neef van Hamza die een wit
Volkswagenbusje heeft.
Ömer zegt dat op 2 september 1998 direct na het misdrijf in het huis van
Kemal een pistool werd schoongemaakt door Nevzat. Het kaliber van dat
pistool was 9 millimeter. Hij zegt bovendien, in verband met zijn klaarblij-
kelijke zekerheid over het kaliber, dat ook de kogels zijn schoongemaakt.9
Het noteren van dit foutieve kaliber van 9 millimeter in het proces-verbaal
pleit voor de politie, want de verhoorders hadden ongetwijfeld liever iets
anders gehoord.
Op 22 juni 1999 wordt Ömer nog eens verhoord. Ömer zegt dat het busje
een bus was met ramen, een personenbus. Geen wonder overigens dat
Ömer dit weet: hij verklaart over het busje van de neef van Hamza, en dat
is een busje dat hij kent.
Tot zover de verklaringen van Ömer in het politieonderzoek. Althans: in
het Nederlandse politieonderzoek. Want daarnaast loopt er in Duitsland
een politieonderzoek naar Adnan. Adnan heeft de Duitse nationaliteit en
Duitsland levert geen eigen onderdanen uit. In het kader van het onder-
zoek naar Adnan wordt ook Ömer gehoord door de Duitse politie, en wel
op 19 augustus 1999. Het verhaal dat hij dan vertelt, is in grote lijnen gelijk

142

De Arnhemse villamoord.indd 142 28-11-2013 16:17:17


Ömer bekent

aan het verhaal dat inmiddels in zijn Nederlandse verhoren is uitgekristal-


liseerd.

Het begin van de bekentenissen van Ömer was controleerbaar omdat de


desbetreffende verhoren zijn opgenomen. Uit die opnames blijkt het ver-
mogen van de politie om een verdachte die zo te zien niets weet, maar
die de politie graag behulpzaam wil zijn, geleidelijk aan via laten gokken,
via suggestieve vragen en een enkele keer via eenvoudigweg voorzeggen
steeds dichter bij verklaringen te brengen die de verhoorders graag willen
horen. In de processen-verbaal van deze verhoren is van al deze bedrieg-
lijke verhoortechnieken niets meer te zien en lijkt het alsof Ömer op eigen
kracht komt tot verklaringen die steeds meer kloppen. Na twee dagen
bekennen stopt de politie met het opnemen van de verhoren. Hoe de latere
verklaringen van Ömer tot stand zijn gekomen, valt dus niet na te gaan.
Voorlopig is het redelijk om aan te nemen dat hiervoor hetzelfde geldt: dat
Ömer van niets weet en dat zijn bekentenissen het resultaat zijn van stu-
rende verhoormethoden.
Later, bij de behandeling in hoger beroep bij het hof, zal Ömer actief vals
bewijs tegen zijn kompanen gaan verzamelen. Zover is het echter nu nog
niet. We gaan eerst nog even terug in de tijd: naar de tijd waarin Ömer
begint met bekennen. Enkele dagen daarna begint namelijk ook Şevket
bekentenissen af te leggen, en ook die bekentenissen verdienen zorgvul-
dige analyse. Daarover gaat het volgende hoofdstuk.

143

De Arnhemse villamoord.indd 143 28-11-2013 16:17:17


De Arnhemse villamoord.indd 144 28-11-2013 16:17:17
5 ŞEVKET BEKENT

De andere verdachten

Op 11 april 1999, twee dagen nadat Ömer is begonnen met bekennen, wor-
den Kemal, Hasan, Huseyin en Dave aangehouden. Nevzat en Herman
zaten al vast. Op 19 april 1999 wordt in Duitsland Adnan aangehouden.
Adnan heeft de Duitse nationaliteit. Duitsland levert geen eigen onder-
danen uit. De Duitse justitie start een eigen onderzoek tegen Adnan, dat
echter al vrij snel weer wordt gestaakt bij gebrek aan bewijs. Een paar
weken later, op 17 mei 1999, wordt de Amsterdamse Turk Hamza aange-
houden, en ten slotte wordt op 14 juni 1999 Berkay, een vriend van Hamza,
aangehouden. Berkay wordt echter ook al vrij snel weer vrijgelaten. Al deze
verdachten worden uiteraard verhoord. Zij ontkennen allemaal dat zij iets
met het misdrijf te maken hebben of dat zij er iets van af weten.
Over deze verdachten kunnen we kort zijn. Ze zeggen volgens de proces-
sen-verbaal niets dat kan bijdragen aan de vraag wie dit misdrijf heeft
gepleegd.
Een enkele keer wekken de processen-verbaal de indruk dat daarin wél iets
staat dat van belang is, bijvoorbeeld als de verhoorders op 14 april 1999
tegen Huseyin zeggen ‘dat Nevzat heeft verklaard dat hij [Huseyin] binnen
in de woning is geweest’. Dat is onzin. Nevzat heeft nooit iets dergelijks

145

De Arnhemse villamoord.indd 145 28-11-2013 16:17:17


De Arnhemse villamoord

verklaard. Bedoeld zal ongetwijfeld zijn dat Şevket of Ömer heeft verklaard
dat Nevzat dit gezegd heeft.
Op 16 april 1999 zegt Kemal dat zijn broer Hasan (te onderscheiden van
de verdachte ‘kale’ Hasan) het misdrijf heeft gepleegd. Dat is echter niet
meer dan een losse flodder. Op 28 april 1999 wordt Adnan voorgehouden
dat Hamza gezegd heeft dat hij (Adnan) op 2 september 1998 heeft mee-
gedaan. Opmerkelijk, want Hamza was toen nog niet verhoord, en toen hij
wél werd verhoord, ontkende hij dat hij iets afwist van de gebeurtenissen
van 2 september 1998.
Op 27 mei 1999 verklaart Herman dat hij eerder had gezegd dat Nevzat en
Huseyin hem ooit gevraagd hadden naar informatie over een pand op de
hoek van de Apeldoornseweg en de Braamweg. Dat trekt hij nu terug: dat
was gelogen. Dat had hij alleen maar gezegd ‘om van het gezeur af te zijn’.
Hij zegt volgens het proces-verbaal dat hij meer dingen heeft gezegd die
niet helemaal juist waren. Je zou willen weten welke dingen dat waren.
Door hem is immers de hele zaak aan het rollen gekomen, en dan vooral
door zijn opmerking dat hij Şevket had horen zeggen ‘dat er in dat huis
niets te halen was’ en dat dit wel eens op 2 september 1998 geweest zou
kunnen zijn. Je zou willen weten wat hij nu precies terugtrekt. Maar daar
zullen we nooit achter komen, want dit verhoor is niet opgenomen omdat
er, aldus het proces-verbaal, geen ruimte beschikbaar was met opname-
apparatuur.
Tot zover de andere verdachten, die allemaal ontkennen en niets van belang
zeggen. Maar nu Şevket, die enkele dagen nadat Ömer was gaan bekennen
toegeeft dat ook hij heeft meegedaan met het misdrijf. Zijn bekennende
verklaringen zijn uiteraard wél van belang.

Şevket bekent – 13 en 14 april 1999

Op 13 april 1999 legt Şevket voor het eerst een bekennende verklaring af. Hij
was voor het laatst zes dagen eerder verhoord, drie dagen voor de eerste
bekentenis van Ömer. Nu, op 13 april, bekent hij, net als Ömer, dat hij de
anderen met de auto naar de villa op de Apeldoornseweg heeft gebracht.
Hij zegt, net als Ömer, dat hij geen idee had dat zijn kompanen daar iets cri-
mineels wilden gaan doen. Hij kwam de avond van 2 september 1998 niets-
vermoedend aanlopen bij het huis van zijn broer Kemal en kreeg toen auto-
sleutels in zijn handen gedrukt. Dat waren sleutels van ‘een donkerkleurige
VW Golf’, zo verklaart hij volgens het desbetreffende proces-verbaal.

146

De Arnhemse villamoord.indd 146 28-11-2013 16:17:17


Şevket bekent

De vraag is natuurlijk hoe deze bekentenis van Şevket tot stand is geko-
men. Heeft hij dit min of meer spontaan verteld of is hij net als Ömer onder
grote druk gezet en vervolgens gestuurd om hem te bewegen tot verklarin-
gen die de verhoorders graag wilden horen? Het antwoord luidt dat we dit
nooit zullen weten. Dit verhoor, dat volgens het proces-verbaal meer dan
acht uur heeft geduurd, is niet opgenomen. In deze zelfde periode zijn de
verhoren met de andere verdachten, die allemaal ontkennen, wél opgeno-
men.
Şevket verklaart dat hij naar de Apeldoornseweg is gereden samen met
Kemal, Nevzat, Hasan, Huseyin, Ömer en Dave. Kemal en Dave zaten bij
hem in de auto. Hij reed een oprit op. Kemal en Dave stapten uit. Toen ze
later terugkwamen, riep Kemal dat Adnan ‘een vrouw’ had doodgeschoten.
Net als eerder in verklaringen van Ömer valt ook hier bij Şevket moeilijk te
begrijpen waarom hij zegt dat er direct na het misdrijf gepraat werd over
het doodschieten van één vrouw: dat past noch in het schuldige scenario
(de door Elisa geziene dader moet immers aanvankelijk gedacht hebben
dat hij twee vrouwen had doodgeschoten), noch in het verhaal dat de ver-
hoorders graag wilden horen als ze althans een beetje nagedacht zouden
hebben.
De volgende dag, 14 april 1999, wordt Şevket weer verhoord, en weer is
dit verhoor niet opgenomen. De verhoorders hebben inmiddels blijkbaar
beseft dat Şevket de vorige dag iets verklaard heeft dat niet kan kloppen.
Volgens het proces-verbaal verklaart Şevket nu dat Kemal direct na het
misdrijf tegen hem had gezegd dat ‘Adnan een (1) vrouw had doodgescho-
ten. Ik heb Kemal niet horen zeggen dat het hier ging om meerdere vrou-
wen.’ Het lukt de verhoorders dus blijkbaar niet om Şevket te bewegen tot
een ‘juiste’ verklaring op dit punt. Şevket zegt dat hij tijdens het wachten
op de Apeldoornseweg ook de auto van Ömer heeft gezien, maar dat hij
niet heeft gezien of de kofferbak van die auto geopend is. Dat laatste heb-
ben de verhoorders dus blijkbaar gevraagd, en ze hebben dat ongetwijfeld
gevraagd omdat er immers een getuige was die op de avond van het mis-
drijf een oude grijze auto met open kofferbak had gezien. De verhoorders
proberen Şevket ook te laten zeggen dat hij geweten moet hebben dat men
wilde gaan inbreken, maar op dat punt geeft Şevket niet toe.
Het zal nog meer dan een week duren voordat er voor het eerst weer een
verhoor van Şevket wordt opgenomen. Pas dan zal het mogelijk zijn om iets
te zeggen over de geloofwaardigheid van zijn bekentenissen.

147

De Arnhemse villamoord.indd 147 28-11-2013 16:17:17


De Arnhemse villamoord

22 april 1999: het eerste opgenomen verhoor

Na 14 april 1999 wordt Şevket ruim een week niet verhoord. Op 22 april
1999 is er dan eindelijk weer een verhoor dat wél wordt opgenomen. Voor
het eerst sinds hij bekend heeft dat hij heeft meegedaan, kunnen we dus
zien hoe die verklaringen tot stand komen. Deze eerste opname is echter
wat betreft het controleren van zijn bekentenissen een teleurstelling, want
in dit verhoor ontkent Şevket. Hij zegt dat hij op 2 september 1998 niet op
de Apeldoornseweg is geweest. Hij wordt flink onder druk gezet, maar blijft
stug volhouden dat hij niets weet van de overval op de Apeldoornseweg.
Hij zegt dat hij eerder bekend heeft omdat de verhoorders hem verteld
hadden dat hij op die manier zijn broer Kemal zou kunnen helpen. Het was
aanvankelijk immers niet helemaal duidelijk wie er geschoten had: Kemal
of Adnan. En bovendien waren er mensen die zeiden dat Kemal leek op
de compositietekening van de dader. Şevket verklaarde vervolgens in zijn
bekentenis dat Kemal in de auto direct na de overval tegen hem gezegd
had dat Adnan de schutter was geweest, en dat zou dus betekenen dat niet
Kemal degene was die had geschoten. Şevket wil echter bij nader inzien
niet veroordeeld worden voor iets wat hij niet gedaan heeft. Hij had alles
verzonnen, zo zegt hij in dit eerste verhoor van 22 april 1999.
De verhoorders antwoorden hierop dat Şevket zijn eerdere bekentenissen
natuurlijk mag intrekken, maar dat de rechter deze leugen zal doorzien en
hem daarvoor wellicht extra hard zal straffen, zodat hij niet bijvoorbeeld
twee jaar maar tien jaar krijgt. Bovendien zeggen de verhoorders tegen
Şevket dat zijn bekentenissen hem in de rol plaatsen van iemand die buiten
wacht in de auto, en als hij die bekentenissen intrekt staat niet meer vast
dat hij buiten heeft gewacht, maar is het dus ook mogelijk dat hij binnen
is geweest. En wie binnen is geweest, wordt natuurlijk zwaarder gestraft
dan wie alleen buiten heeft gewacht. Bovendien moeten zijn bekentenis-
sen wel waar zijn, zo zeggen de verhoorders, omdat hij dingen vertelt die
alleen de dader kan weten en omdat zijn bekentenissen precies kloppen
met het verhaal van Ömer (bijvoorbeeld over wie in welke auto zat) en met
wat allerlei getuigen gezien hebben (merk, type en kleur van de auto van
Şevket, het oprijden van de inrit).
De belangrijkste verhoormethode die gebruikt was om Ömer tot een
bekentenis te brengen – beken nu maar en vertel precies wat er gebeurd
is, want anders gaan anderen bekennen die hun eigen rol zullen baga-
telliseren en jou wellicht meer in de schoenen zullen schuiven dan je in

148

De Arnhemse villamoord.indd 148 28-11-2013 16:17:17


Şevket bekent

werkelijkheid gedaan hebt –, wordt in dit verhoor nauwelijks gebruikt


tegen Şevket. Er wordt alleen geopperd dat Nevzat, als hij zal horen dat
Şevket zijn bekentenissen intrekt, misschien wel kwaad zal zijn dat Şevket
zich blijkbaar probeert te drukken en daarom misschien wel zal zeggen dat
Şevket de schutter is geweest. Op andere manieren wordt wél geprobeerd
om bekennen aantrekkelijker te maken dan ontkennen: de rechter zal hem
voor zijn leugenachtige ontkenning wellicht extra hard straffen, en als hij
ontkent dat hij buiten bij het misdrijf in de auto heeft gewacht, is hij mis-
schien zelfs wel binnen in de villa geweest en ook dan zal hij nog harder
worden gestraft.
Şevket wordt in dit verhoor verteld dat er, behalve zijn auto en de Mercedes
van Ömer, nog een auto bij het misdrijf is geweest: een minibusje, met drie
mensen uit Amsterdam die binnenkort zullen worden aangehouden, en
die mensen uit Amsterdam zullen ongetwijfeld ook gaan praten, zo wordt
Şevket voorgehouden. Şevket blijft echter het hele verhoor ontkennen dat
hij ook maar iets met de overval op de Apeldoornseweg te maken heeft.
Dit betekent niet dat hij al zijn eerdere verklaringen intrekt. Hij blijft er bij
dat Nevzat hem eerder verteld had dat Adnan de schutter was geweest.
Er is echter ook een moment in dit verhoor waarop Şevket zegt dat hij niet
weet wie er geschoten heeft.
Het proces-verbaal van dit verhoor doet in veel opzichten recht aan wat
er in het verhoor is gebeurd. Het vermeldt niet alleen dat Şevket ontkent
dat hij iets met het misdrijf te maken heeft, maar ook dat de verhoorders
zeggen dat hij zichzelf op deze manier presenteert als een leugenaar, dat
er in zijn bekentenissen details zitten die een onschuldige niet kan weten,
en dat zijn bekentenissen ondersteund worden niet alleen door wat andere
verdachten zeggen, maar ook door verklaringen van onafhankelijke getui-
gen.
Niet in het proces-verbaal staat dat verhoorder Victor herhaaldelijk zegt
dat Şevket door zijn leugens de kans loopt om zwaarder gestraft te wor-
den: bijvoorbeeld niet tot twee jaar maar tot tien jaar. In het proces-verbaal
staat ook niet dat verhoorder Victor herhaaldelijk tegen Şevket zegt dat als
hij ontkent dat hij op de Apeldoornseweg in de auto heeft zitten wach-
ten, hij dus ook binnen kan zijn geweest, en wie binnen is geweest, wordt
natuurlijk zwaarder gestraft dan wie alleen maar buiten heeft gewacht.

149

De Arnhemse villamoord.indd 149 28-11-2013 16:17:17


De Arnhemse villamoord

Het tweede verhoor op 22 april 1999: geen proces-verbaal

Later diezelfde middag vindt een verhoor van Şevket plaats waarvan geen
proces-verbaal wordt opgemaakt. Er bestaat wel een opname van. Het ver-
hoor duurt 70 minuten. Het wordt eerst afgenomen door verhoorder Vic-
tor, maar al na een paar minuten overgenomen door Ad, de leider van het
politieonderzoek.
Ad probeert Şevket ertoe te bewegen om te stoppen met ontkennen en
gewoon weer toe te geven dat hij wel degelijk bij het misdrijf betrokken is
geweest. Ook hij houdt Şevket voor dat als hij zijn bekentenissen intrekt,
niet meer vaststaat dat hij in de auto heeft gezeten en het dus ook moge-
lijk is dat hij binnen is geweest. Şevket blijft ontkennen en zegt dat hij niets
weet, zelfs niet of Adnan geschoten heeft. (En dat lijkt dus te betekenen
dat hij nu ook ontkent dat Nevzat hem verteld had dat Adnan de schutter
was geweest.) Ad zegt dat de politie al vóór de bekentenissen van Şevket
wist dat het ging om een blauwe Volkswagen Golf, want dat had Ömer al
verteld. (Dat is niet zo. De lezer herinnert zich dat het de verhoorders aan-
vankelijk met geen mogelijkheid lukte om Ömer een blauwe Volkswagen
Golf te laten noemen.) En dan gebeurt er in het verhoor iets opmerkelijks.
Şevket zegt, bij monde van de tolk, en met weglating van alles in het Turks:

Tolk: Misschien was ik er wel bij, maar ik kan het mij niet herinneren.
Verhoorder Ad: Şevket! Onzin! Daar gaat het niet om! Je was erbij!
‘Misschien was ik er wel bij’? Je was er gewoon bij! Wees dan eerlijk!
Tolk: Ik ontken het niet, het kan best wel, maar ik wist niet…
Verhoorder Ad: Wat is het nou? Was je er nou bij of niet?
Tolk: Ik weet niet meer, als ik erbij was, dan had ik het wel gezegd.

De ontkenning van Şevket wordt hier dus minder stellig. Ad grijpt weer
terug naar de mededeling dat als Şevket zijn bekentenis intrekt, het dus
niet langer vaststaat dat hij alleen maar buiten gewacht heeft:

‘Zat jij wel in de auto? Ben jij niet mee naar binnen geweest?’

‘Maak het niet zo moeilijk voor jezelf! Herstel die verklaring! Je moet
het zelf weten, maar je maakt problemen voor jezelf. Nu kunnen
wij bewijzen dat jij chauffeur van de auto was. Als jij gaat wijzigen,
kunnen wij wel eens wat anders gaan bewijzen, Şevket. En waar

150

De Arnhemse villamoord.indd 150 28-11-2013 16:17:17


Şevket bekent

gaat het om? Om de waarheid. Als jij alleen maar chauffeur bent
geweest, krijg jij een andere straf dan degene die geschoten heeft
en een andere straf dan degene die binnen is geweest. En nu heb
je eerst gezegd dat je er bij was, nu ga je dat veranderen, en nou
krijg je een probleem. Want er hoeft er nog maar één te zeggen dat
Şevket ook binnen was, dan heb je een probleem. Snap je dat? Drie
jaar, vijf jaar, tien jaar, vijftien jaar, snap je het? Het gaat alleen om
de waarheid, en niet om gekronkel.’

Dit leidt tot een heftige Turkse monoloog van Şevket die door de tolk als
volgt wordt samengevat:

‘Ik zal dan wel accepteren dat ik daarbij geweest ben, maar ik weet
niets van hun planning.’

Nu is Şevket dus weer terug bij zijn eerdere bekentenissen. In die eerde-
re bekentenissen heeft hij verteld dat hij gefungeerd had als chauffeur,
maar heeft hij ook steeds benadrukt dat hij niet wist wat men op de Apel-
doornseweg wilde gaan doen. De politie daarentegen denkt dat Şevket wel
degelijk bij de planning van de overval betrokken is geweest. Şevket zegt nu
overigens niet dat hij er dus indertijd wel degelijk bij is geweest; hij zegt, in
de formulering van de tolk, dat hij zal accepteren dat hij erbij is geweest. Ad
probeert dit punt direct duidelijker te krijgen. Hij heeft het over de verkla-
ring ‘in Velp’ – het was op het politiebureau in Velp dat Şevket zijn eerdere
bekennende verklaringen had afgelegd:

‘Dat betekent dus dat jouw verklaring in Velp de waarheid is.’

Deze opmerking leidt weer tot een Turkse monoloog van Şevket, die door
de tolk als volgt vertaald wordt:

‘Stel nu voor dat ik wel toegeef dat ik erbij geweest ben, ik accepteer
mijn verklaring van Velp nog, en als de anderen nou zeggen: Şevket
was er niet, wat gaat er dan gebeuren?’

Ad antwoordt dat dit niet van belang is en dat Şevket de waarheid moet
zeggen en dat, als hij er niet bij geweest is, hij niet moet zeggen dat hij

151

De Arnhemse villamoord.indd 151 28-11-2013 16:17:17


De Arnhemse villamoord

er wél bij geweest is, en als hij er wél geweest is, moet hij dat wél zeggen.
Şevket komt, bij monde van zijn tolk, weer terug bij het vorige punt:

‘Hij [Şevket] zit nog steeds met het idee van: als die anderen nou
zeggen, Şevket was er niet bij, wat gebeurt er dan?’

En Ad antwoordt:

‘Dat snap ik niet. Je was er toch bij?’

Iets verderop zegt Şevket bij monde van de tolk:

‘Ik weet niets van hun plannen, zegt ie, maar ik kan wel bij hen in de
auto gezeten hebben.’

En Ad antwoordt:

‘Dat wéét je, dat je in de auto gezeten hebt.’

Kort daarna zegt Şevket bij monde van de tolk:

‘Ik kan mij ook niet herinneren dat ze daar een inbraak gepleegd
hebben. Ik heb gewoon verteld wat ik van anderen gehoord heb.’

En als Ad dan tegen Şevket zegt dat hij op het politiebureau in Velp heeft
verteld hoe Kemal en Dave na de overval weer bij hem in de auto waren
gestapt, antwoordt Şevket bij monde van de tolk:

‘Ja, het is wel waar wat ik in Velp verteld heb.’

Spoedig daarna zegt de tolk:

‘Nou, hij [Şevket] blijft er nog steeds bij dat hij er niet bij was, maar
het is nog steeds voor mij [de tolk] ook wel vrij duidelijk dat hij, of hij
er wel bij geweest is, of hij wel in de auto gezeten heeft, of Kemal en
Dave terugkwamen van het huis en in de auto gingen zitten, maar
hij is er zelf nog niet uit, dat is mijn idee. Hij moet zelf even tot be-

152

De Arnhemse villamoord.indd 152 28-11-2013 16:17:17


Şevket bekent

zinning komen en zelf even over nadenken wat hij gaat vertellen,
denk ik.’

En een paar minuten later zegt de tolk na enig heen en weer gepraat met
Şevket:

‘Hij kan zich niets meer herinneren.’

Ad zegt:

‘Nog geen minuut geleden zei je tegen mij dat het verhaal van Velp
waar was. Nu zeg je dat je niets meer weet.’

Daarna verloopt, nog steeds met weglating van al het Turks, het verhoor
tussen Şevket (bij monde van zijn tolk) en Ad als volgt:

Tolk: Ik zeg gewoon dat het mogelijk is, ik kan het mij niet herinne-
ren. Ik weet niet wat hun planning was, maar eh…
Verhoorder Ad: Daar gaat het niet om. Jij weet of je daar was, ja of
nee. Simpel! Niet: misschien! Ja of nee!
Tolk: Dan zeg ik nee.
Verhoorder Ad: Onzin!
Tolk: Jullie geloven mij nooit. Wat ik zeg geloven jullie nooit.
Verhoorder Ad: Onzin. Daar gaat het niet om. Ik wil jou geloven als jij
zegt dat jij daar was. Waarom? Omdat jij dan alleen maar chauffeur
was. Ja? Ik wil ook wel wat anders geloven.
Tolk: Dan komt ie weer op hetzelfde punt terug van: Stel je voor dat
ik zeg: Oké, ik was de chauffeur, als die anderen dan vertellen: Nou,
oké, hij was geen chauffeur daar, wat gebeurt er dan?

En iets later:

Tolk: Wat ik in Velp daarover verteld heb kan best een leugen zijn.
Het was een leugen.
Verhoorder Ad: Wat zeg je?
Tolk: Ik zeg alleen maar dat ik het verzonnen heb.
Verhoorder Ad: Dus nou is het weer verzonnen?
Tolk: Ik heb het alleen maar over de verklaring in Velp.

153

De Arnhemse villamoord.indd 153 28-11-2013 16:17:17


De Arnhemse villamoord

Verhoorder Ad: Het is nu weer verzonnen?


Tolk: Het kan wel een leugen zijn.
Verhoorder Ad [schreeuwt]: Şevket, is het een leugen of niet? Wees
toch eens duidelijk!
Tolk: Ja, het is een leugen. Ik ben toen die dag nooit met hen samen
geweest.

Nu ontkent Şevket dus weer. Ad zegt dat Şevket op 2 september 1998 gezien
heeft wie er in de villa zijn geweest. Şevket antwoordt dat hij het niet
gezien heeft, maar:

Tolk: Ik heb het gehoord van Nevzat.


Verhoorder Ad: Ja, wat?
Tolk: Ik heb het toen wel verteld.
Verhoorder Ad: Ja, en wat was dat dan?
Tolk: Huseyin, Adnan, dat heeft ie verteld.
Verhoorder Ad: Dus Kemal is onschuldig?!

Nevzat had toen slechts gepraat over één auto, aldus Şevket. Ad oppert dat
Şevket nu ontkent uit angst voor straf. En dan vraagt Ad, vanuit het niets:
‘Waar moest de brandkast naar toe?’ In het vorige verhoor was Şevket al
verteld dat er inmiddels ook een busje, met drie mensen uit Amsterdam,
bij het misdrijf is gekomen; nu wordt hem dus verteld dat er een brandkast
vervoerd moest worden. Şevket zegt dat hij niets van brandkasten af weet.
Ad vraagt wat er nu wel of niet waar is. Şevket zegt, bij monde van de tolk:

‘Alles is de waarheid, wat ik ook verteld heb in Velp is de waarheid,


meer weet ik niet over de zaak. Hij [Şevket] gaat er niet mee akkoord
wat hij vanmiddag verteld heeft, dat de verklaring over Velp gelo-
gen was; het is wél waar wat hij in Velp verteld heeft. Maar meer
over de zaak weet hij niet, dat zegt hij nu alvast.’

Şevket zegt dus nu dat zijn ontkenning gelogen was en dat zijn eerdere
bekentenissen in Velp wel degelijk klopten. Vervolgens stelt Ad voor om nu
eerst te gaan eten.

154

De Arnhemse villamoord.indd 154 28-11-2013 16:17:17


Şevket bekent

Het derde verhoor op 22 april 1999

‘Is het weer waar?’ Met deze licht-ironische zin van verhoorder Victor begint
de opname van het derde verhoor van Şevket op 22 april 1999. In het eerste
verhoor had Şevket gezegd dat alles wat hij eerder, op het politiebureau
in Velp, had bekend, niet waar was. In het tweede verhoor van diezelfde
dag was onderzoeksleider Ad erin geslaagd om Şevket alle kanten op te
laten gaan: ontkennen, bekennen en allerlei variaties daar tussenin. Op
een moment van bekennen was dit tweede verhoor gestopt, en verhoor-
der Victor sluit daar in het begin van dit derde verhoor dus direct weer op
aan met zijn vraag: ‘Is het weer waar?’ Het antwoord van Şevket luidt, bij
monde van de tolk:

‘Hij zegt alleen maar dat wat ie toen [in zijn eerdere bekennende
verklaringen op het politiebureau in Velp] verteld heeft is allemaal
waarheid en verder heeft ie daaraan niets toe te voegen. (…) Hij zegt
nu: ik heb niets te vertellen, het is nu alleen maar dat het hier op pa-
pier gezet wordt dat het allemaal waar is en dat hij dat ondertekent.’

Verhoorder Victor legt zich daar uiteraard niet bij neer. Hij wil weten waar-
om Şevket eerst bekende en vervolgens weer ontkende.

Tolk: Hij weet ook niet meer wat wel waar is en wat niet meer waar
is.

Verhoorder Victor vraagt Şevket in dit verhoor herhaaldelijk en dringend


om toch vooral in één keer het hele verhaal te vertellen. Dat is ook beter
voor hemzelf, want dan hoeft hij niet elke keer opnieuw verhoord te wor-
den.

Tolk: Ik weet verder niets, zegt ie, ik weet niet wat ze gedaan hebben,
waarom moet ik dan weer terugkomen?

En:

Tolk: Wat kan een onschuldig persoon nog meer vertellen? (…) Ik heb
alles al verteld. Ik weet verder geen details. (…) Zoals ik het toen ver-
teld heb [op het politiebureau in Velp] is het wel waarheid.

155

De Arnhemse villamoord.indd 155 28-11-2013 16:17:17


De Arnhemse villamoord

Verhoorder Victor zegt dat getuigen iemand op de oprit hebben zien staan
of lopen. We mogen aannemen dat de verhoorder hier doelt op Elisa. Şevket
zegt dat hij verder niemand gezien heeft. Victor: ‘Heb jij later die auto daar
nog in zien rijden?’ Şevket zegt dat hij geen andere auto gezien heeft. Ver-
hoorder Victor zegt dat Şevket dit gezien moet hebben als hij inderdaad
op de aangegeven plek in de auto heeft zitten wachten. Şevket zegt dat
hij er genoeg van heeft en dat ze het mogen opschrijven en dat hij dan
zijn handtekening eronder zal zetten, maar verhoorder Victor legt zich daar
uiteraard opnieuw niet bij neer. Şevket zegt dan dat hij de auto misschien
wel gezien heeft, maar dat hij niet weet wat voor auto het was. Verhoorder
Victor zegt opnieuw dat hij het hele verhaal wil. Wat was de kleur van de
auto: licht of donker?

Tolk: Waarschijnlijk donkere kleur. Het was ook donker dus je kon het
ook niet zo goed zien.

Verhoorder Victor antwoordt (terecht) dat het op 2 september 1998 om half


acht nog licht is. Şevket zegt dan dat hij de kleur niet weet. Als verhoorder
Victor vervolgens vraagt of hij nu wel of niet een auto naar binnen heeft
zien rijden, zegt hij dat hij dit wél gezien heeft.
Vervolgens vraagt verhoorder Victor of deze auto vóór de auto van Ömer
reed of tussen de auto van Ömer en de auto van Şevket. Dat is een vreemde
wending in het verhoor, want eerder leek het alsof de verhoorder hier op
zoek was naar het verhaal over de aankomst van Elisa bij de villa, en Elisa
moet, zo blijkt uit haar verhaal, zijn aangekomen toen het misdrijf in de
villa al in volle gang was. Nu blijkt opeens dat het de verhoorders gaat om
de derde auto die bij het misdrijf betrokken geweest zou zijn: het mini-
busje van Hamza, dat volgens de politie bedoeld was om een brandkast te
vervoeren. Şevket zegt dat hij de auto niet echt duidelijk gezien heeft.
Verhoorder Victor zegt dat Şevket nu verklaart dat hij de auto gezien heeft,
terwijl hij eerder verklaarde dat hij de auto niet gezien had. Wat is er nu
waar?

Tolk: Ik heb het echt niet gezien.

Verhoorder Victor zegt dat Şevket dit gezien moet hebben. En als hij deze
auto niet gezien heeft, dan heeft hij misschien zelf ook niet in de auto zit-
ten wachten? Want anders… Verhoorder Victor maakt de zin niet af, maar

156

De Arnhemse villamoord.indd 156 28-11-2013 16:17:17


Şevket bekent

ook Şevket weet hoe deze gedachte verder gaat: als hij niet heeft gewacht
in de auto, is hij misschien wel mee naar binnen gegaan. Şevket antwoordt:

Tolk: Ik weet het niet, ik heb hoofdpijn (…) Ik hoop dat ik de ochtend
niet haal en dan zullen jullie ook wel blij zijn. (…) Ik ga echt zelfmoord
plegen.

Verhoorder Victor zegt dat hij weet wat Şevket kan weten als hij inder-
daad in de auto heeft zitten wachten, en dan zegt Şevket bij monde van de
tolk: ‘De auto is wel binnengereden maar ik kan mij niet herinneren welke
kleur.’ Is verhoorder Victor nu op zoek naar de auto van Elisa of naar het
minibusje? Dat is onduidelijk. Şevket zal deze onduidelijkheid vermoedelijk
ontgaan zijn: het lijkt alsof hij maar wat zegt en alsof hij geen idee heeft
waarover het gaat.
Het valt verhoorder Victor op dat Şevket wel erg veel praat in termen van
‘waarschijnlijk’.

Verhoorder Victor: Als jij ‘waarschijnlijk’ zegt, dan is het meestal zo,
of niet?
Tolk: Ja.

Verhoorder Victor zegt dat getuigen op een gegeven moment iemand bij
het huis hebben zien lopen. Şevket oppert dat dit misschien bij de oprit van
het huis is geweest, en dat is inderdaad wat verhoorder Victor hem zojuist
al verteld heeft.

Verhoorder Victor: Misschien is misschien en waarschijnlijk is ja?


Tolk: Als ik ‘waarschijnlijk’ zeg is het juist, en ‘misschien’ is misschien.

Şevket zegt dat hij niet wil overnachten op het politiebureau. Hij wil, als
het ook maar enigszins mogelijk is, teruggebracht worden naar de gevan-
genis. Verhoorder Victor zegt dat het nu te laat is om nog te worden terug-
gebracht en dat het zijn eigen schuld is dat het allemaal zo lang duurt. Hij
begint dan opnieuw over de derde auto bij het misdrijf: het busje.

Verhoorder Victor: We weten van wie het busje is, we weten ook
hoeveel mensen erin zitten.

157

De Arnhemse villamoord.indd 157 28-11-2013 16:17:17


De Arnhemse villamoord

Wie zat of zaten er in het busje? En wat moest er uit de woning gehaald
worden? Dat laatste is diezelfde middag ook al genoemd, zo probeert ver-
hoorder Victor Şevket te helpen. Şevket zegt dat hij het verhaal over het
busje nu voor het eerst hoort. Verhoorder Victor vraagt waarom Hamza
erbij was, en daarmee is aan Şevket dus verteld wie er blijkbaar in het
busje zat: Hamza. Verhoorder Victor vraagt hoeveel mensen Hamza bij
zich had. Şevket antwoordt dat het wel twee personen geweest kunnen
zijn. ‘Waarschijnlijk’. Misschien, zo oppert Şevket, ging het om een vriend
van Hamza. Şevket ontkent dat hij Hamza tijdens de avond van de overval
gezien heeft. Şevket zegt dat als Hamza voor dit soort klusjes komt, er ook
altijd een dikke jongen bij is. Verhoorder Victor vervolgt: ‘Uit het huis moest
iets heel zwaars gehaald worden.’ Şevket moet dan zeggen wat voor heel
zwaar iets er uit het huis gehaald moest worden dat vervolgens blijkbaar
met het busje vervoerd moest worden. Je zou denken dat het antwoord op
die vraag, geheel ongeacht de schuld of onschuld van Şevket, eenvoudig
is. Als het plan inderdaad was om een brandkast buit te maken en Şevket
is erbij geweest, dan moet hij hierover gehoord hebben. Maar ook als zijn
bekentenis van A tot Z verzonnen is, is het niet zo moeilijk om te beden-
ken dat verhoorder Victor het woord ‘brandkast’ wil horen, en het is des
te gemakkelijker omdat in het vorige verhoor onderzoeksleider Ad hem
al verteld had dat er een brandkast vervoerd moest worden. Maar Şevket
weet van niets of doet alsof hij van niets weet en antwoordt dat de overval
gepleegd was om ‘mal’ (verdovende middelen) buit te maken, en die ‘mal’
zou verstopt zijn onder de grond. En als het ging om ‘mal’, dan is het best
mogelijk dat Hamza erbij geweest is, zegt Şevket. Dan zegt de tweede ver-
hoorder, Herman:

‘Waarom noem je zijn naam dan? Wij vragen: Wat weet jij over een
witte auto? En dan zeg jij: Je zult Hamza wel bedoelen.’

Dit is een merkwaardige uitspraak van verhoorder Herman. Het is immers


geen vraag waarom Şevket de naam van Hamza noemt: verhoorder Vic-
tor had zojuist die naam genoemd en het gesprek ging nu over Hamza.
Opmerkelijk is ook dat verhoorder Herman nu, ongetwijfeld ongewild, de
kleur van de auto prijsgeeft: wit. Şevket vertelt dat naast de dikke vriend
van Hamza normaliter ook een tweede vriend meekomt die ook dik is, zij
het meer stevig dik. Verhoorder Victor wil weten in wat voor auto’s Hamza
reed. In oktober en november (1998) was dat een Mercedes, aldus Şevket;

158

De Arnhemse villamoord.indd 158 28-11-2013 16:17:17


Şevket bekent

in de maand september heeft hij Hamza niet gezien. Verhoorder Herman


vraagt of het een gewone Mercedes was of misschien een busje. De ver-
hoorders zijn immers op zoek naar een busje. Aan Şevket wordt gevraagd
of Hamza misschien ook een bestelbus had, maar Şevket zegt dat hij dit
niet weet. Şevket begint weer over zijn angst om te moeten overnachten
op het politiebureau.

Tolk: Als ik hier slaap blijf ik liever tot morgenochtend gewoon op


mijn voeten staan.

Verhoorder Victor antwoordt dat als Şevket bereid is om het hele verhaal
te vertellen, hij (Victor) wel wil bellen om te proberen hem diezelfde avond
nog terug naar de gevangenis te brengen.

Tolk: Eerst even bellen, en dan gaat ie vertellen.

Şevket zegt dat als er iets groots meegenomen moest worden, de eerder-
genoemde verdachten daar inderdaad wel geweest moeten zijn, waarop
verhoorder Victor tegenwerpt dat Şevket niet moet gaan verzinnen:

‘Ja maar, Şevket, nu ga je een verhaal máken. Luister. Het enige dat
jij wil, is dat iedereen weet dat jij niet aan de voorbereiding hebt
meegedaan.’

Want de verhoorders denken dat Şevket zichzelf in zijn bekentenissen


onschuldiger voorstelt dan hij is. De verhoorders denken dat Şevket wist
dat men die avond een overval wilde gaan plegen, en dat dit de reden is
waarom hij steeds maar weer niet het hele verhaal vertelt. Dit punt keert
herhaaldelijk terug: de verhoorders benadrukken elke keer dat Şevket bang
is dat zal blijken dat hij wel degelijk wist wat men op de Apeldoornseweg
wilde gaan doen, en Şevket benadrukt steeds dat hij niet wist wat de plan-
nen waren. Şevket antwoordt ook op dit punt in het verhoor dat hij echt
niet wist wat de anderen van plan waren. En dat hij Hamza niet gezien
heeft bij Kemal, en met ‘bij Kemal’ bedoelt Şevket: bij het huis van Kemal
– het verhaal was immers dat men vanuit het huis van Kemal naar de Apel-
doornseweg was gereden en dat men na de overval weer was terugge-
keerd naar dit huis. Verhoorder Victor dringt aan dat Şevket geweten moet

159

De Arnhemse villamoord.indd 159 28-11-2013 16:17:17


De Arnhemse villamoord

hebben dat Hamza bij de overval aanwezig was. ‘Şevket, je weet het!’ Dan
zegt Şevket bij monde van de tolk:

‘Wat willen jullie van mij? Ik was er toch niet!’

Waarop verhoorder Victor terecht uitroept: wat krijgen we nou weer? En


hij dringt erop aan dat Şevket nu eindelijk ook het laatste stukje van het
verhaal zal vertellen, waarop Şevket riposteert dat verhoorder Victor eerst
moet gaan bellen (over het terugbrengen naar de gevangenis) en dat hij
het dan zal vertellen. Verhoorder Victor zegt dat hij dat zal doen, maar dat
Şevket dan ook, als hij terugkomt, in één keer het hele verhaal moet vertel-
len want:

‘Afspraak is afspraak! (…) God, wat een koehandel!’

De verhoorders vragen aan Şevket om te vertellen wat hij nog niet verteld
heeft, en dan ontspint zich (met weglating van alles in het Turks) de vol-
gende dialoog:

Verhoorder Victor: Wat missen we nog?


Tolk: Misschien heb ik het gezien, maar hier heb ik hem [bedoeld is:
Hamza] niet gezien.
Verhoorder Victor: Misschien bij Kemal gezien. Misschien of waar-
schijnlijk?
Tolk: Waarschijnlijk.
Verhoorder Victor: Dus je hebt hem bij Kemal gezien.
Tolk: Waarschijnlijk bij parkeerplaats, bij zwembad [bij het huis van
Kemal] is een parkeerplaats, waarschijnlijk heb ik hem daar gezien.
Verhoorder Victor: Met wat voor een auto?
Tolk: Ik weet het niet, maar, een busje, maar ik heb het van een af-
stand gezien.
Verhoorder Victor: Het is een busje.
Tolk: Minibus.
Verhoorder Victor: Kleur? Oranje met paarse stippen?
Tolk: Waarschijnlijk wel.
Verhoorder Herman: Ja, ja. We begrijpen er niks van. Je zegt overal
‘waarschijnlijk’ op op wat wij zeggen. Ja, zo werkt het niet. Noemen
wij een onzin-kleur en dan zeg jij ook: ‘waarschijnlijk’.

160

De Arnhemse villamoord.indd 160 28-11-2013 16:17:17


Şevket bekent

Tolk: Ik heb iets gezien dat op een busje leek, maar ik weet niet meer
welke kleur het was.

Şevket zegt dan dat hij gezien heeft hoe op de parkeerplaats ook de dikkerd
naar het busje van Hamza liep en hij vraagt verhoorder Victor opnieuw
of hij wil gaan bellen over het transport terug naar de gevangenis. Ver-
hoorder Victor loopt het beeld uit, blijkbaar om te gaan bellen. Een paar
minuten later is hij terug en zegt dat er misschien nog een mogelijkheid is
om Şevket terug te brengen, maar dat hij dan nu wel ‘alles’ moet vertellen.
Dan vraagt verhoorder Victor opnieuw: ‘Wat moest er nou uit die woning
gehaald worden?’ Şevket blijft er bij dat Nevzat over ‘mal’ had gepraat en
dan zegt verhoorder Victor terecht dat zijn baas, onderzoeksleider Ad, die
middag al aan Şevket had verteld dat het ging om een brandkast. Maar
Şevket begint weer over ‘mal’ dat in het huis zou liggen. Tweede verhoorder
Herman vraagt dan of de ‘mal’ dus niet begraven lag, zoals Şevket immers
zojuist verteld had, maar dat begraven betrof een heel ander verhaal, zo
zegt Şevket nu.
Verhoorder Victor vraagt Şevket waar de brandkast naar toe moest, en
wijst hem erop dat hij eerder in het verhoor per abuis de naam van Her-
man had genoemd. Dus, zegt Victor tegen Şevket, die brandkast moest
naar Herman.

‘Waarom zeg je niet gewoon dat je dat weet?’

Şevket zegt dat ze hem inderdaad later verteld hadden dat het de bedoe-
ling was om de brandkast naar Herman te brengen. Verhoorder Victor
komt dan terug op iets dat Herman weken geleden in een verdachtenver-
hoor verteld heeft en dat indertijd de voornaamste reden was om Şevket
aan te houden. Volgens Herman had Şevket in de woning van callgirl Marie
op de avond van de overval gezegd dat er in ‘dat leegstaande huis’ niets te
halen was. En dus proberen de verhoorders Şevket nu te laten zeggen dat
hij na de overval naar het huis van Marie is gegaan en dat Herman daar ook
was. Şevket zegt dan bij monde van de tolk:

‘Die vrouw zat recht tegenover mij; ik ben er nooit geweest.’

Verhoorder Victor zegt dat dit een rare uitspraak is en vraagt Şevket nog-
maals of hij die avond bij Marie is geweest. Şevket antwoordt dat hij dat

161

De Arnhemse villamoord.indd 161 28-11-2013 16:17:17


De Arnhemse villamoord

niet weet en direct daarna zegt hij dat hij daar niet geweest is. Maar, zegt
verhoorder Victor, iemand moet toen toch tegen Herman gezegd hebben
dat er, anders dan gepland, geen brandkast was buitgemaakt? Şevket zegt
dat hij wel bij Marie geweest kan zijn, maar dat hij niet de door Herman
genoemde uitspraak heeft gedaan dat er in dat huis niets te halen was.
Vervolgens zegt Şevket dat hij dit niet gezegd heeft, maar dat ze daar
gewoon stonden te praten en daaruit trekt verhoorder Victor de conclusie
dat Şevket die avond dus wel degelijk in de woning van Marie is geweest,
en wel samen met Hasan en Nevzat. Waarom waren ze daar toen? Şevket
zegt dat niet te weten. De verhoorders vragen Şevket wat Herman met een
eventuele brandkast zou moeten doen. Welnu, een eenvoudiger vraag is
moeilijk denkbaar, maar Şevket zegt dat hij geen idee heeft. Hij lijkt ook
niet te begrijpen wat een brandkast is. Verhoorder Victor vraagt spottend
of het misschien de bedoeling was dat Herman tegen de brandkast aan zou
gaan pissen. En dan zegt Şevket ten slotte dat Herman zou proberen om
hem te openen en dat leidt tot een grote grimas van wanhoop en opluch-
ting in de richting van de camera door verhoorder Victor, waarschijnlijk
bestemd voor onderzoeksleider Ad, die – zo mogen we aannemen – elders
met het verhoor zit mee te kijken.
Şevket zegt dat hij pas achteraf van Nevzat gehoord heeft dat het plan was
om een eventuele brandkast naar Herman te brengen en dat hij Herman
op de avond van de overval niet gezien heeft. Verhoorder Victor zegt dat
Herman toch waarschijnlijk in het busje van Hamza heeft gezeten, waarop
Şevket zegt dat hij heeft gezien hoe Herman die avond uit het huis van
Kemal kwam en naar het busje liep. Als verhoorder Victor vraagt welke
mensen er in het busje zaten, antwoordt Şevket: Herman, Hamza en de dik-
kerd. Dan vraagt verhoorder Victor weer wat er uit het huis gehaald moest
worden en antwoordt Şevket weer ‘mal’ (verdovende middelen). Waarop
verhoorder Victor spottend vraagt of daar nu echt twaalf man voor nodig
zijn. Şevket zegt: ‘mal’ en ‘para’ (geld).
Onderzoeksleider Ad komt dan bij het verhoor zitten en vraagt Şevket of
ze hem nog eens uit de gevangenis mogen halen voor een extra verhoor,
waarop Şevket antwoordt dat hij alles al verteld heeft.

Tolk: Als je wist dat ik onschuldig was.


Verhoorder Victor [lachend]: Na dit verhaal? Na dit verhaal?
(…)

162

De Arnhemse villamoord.indd 162 28-11-2013 16:17:18


Şevket bekent

Tolk: Als later blijkt dat hij onschuldig is, dan kun je zijn hand kussen,
dus dat komt nog wel, zegt ie.
Verhoorder Victor: Hij vindt nog steeds dat hij zelf onschuldig is!

Wat gebeurt er nu precies in dit verhoor? Şevket wil niet verklaren. Hij wil
slechts bevestigen dat zijn eerdere verklaringen op het politiebureau in
Velp klopten. Daarin had hij een minimale betrokkenheid bij het misdrijf
bekend. Hij had gefungeerd als chauffeur, maar wist niet dat het plan was
om een overval te gaan plegen. Hij weet verder niets, hij wil slechts een
proces-verbaal ondertekenen waarin staat dat wat hij in Velp verklaard
had waar is.
De verhoorders leggen zich hier niet bij neer. Zij willen van Şevket het hele
verhaal horen over wat er gebeurd is. Bovendien geloven zij niet dat Şevket
zo onschuldig is als hij zich voordoet. Zij denken dat Şevket wel degelijk wist
wat de plannen waren. Neem bijvoorbeeld het verhaal van Şevket dat hij
op de avond van 2 september 1998 nietsvermoedend naar het huis van zijn
broer Kemal was gelopen, daar de anderen zag lopen en toen de autosleu-
tels in zijn hand gedrukt kreeg van de nooit eerder en later ook nooit meer
geziene blauwe Volkswagen Golf, en dat hij toen met Dave en Kemal ging
rijden – dat klinkt als een onwaarschijnlijk verhaal. Veel waarschijnlijker is,
zo denkt de politie, dat Şevket die avond niet zomaar naar het huis van zijn
broer kwam.
Het verhoor verloopt vervolgens steeds volgens hetzelfde patroon. Şevket
zegt dat hij niet meer weet dan hij al verteld heeft. De verhoorders hou-
den hem iets voor waarvan zij denken te weten dat het tijdens en rond de
overval gebeurd is. Şevket antwoordt dat hij dit niet weet of dit niet gezien
heeft of hier niet bij is geweest. De verhoorders dringen even aan en Şevket
zegt dat hij dit misschien toch wel gezien heeft of hier misschien toch wel
bij geweest is, en enige verdere aandrang leidt er dan in de meeste gevallen
ten slotte toe dat Şevket antwoordt dat hij dit inderdaad gezien heeft en
dat hij daar wel degelijk geweest is.
Şevket geeft niet alles toe. Zodra toegeven impliceert dat hij meer was
dan een onwetende toeschouwer, ontkent hij alles. Maar zodra het gaat
om kwesties die niet impliceren dat hij wist wat de plannen waren, geeft
Şevket na aanvankelijke ontkenning steeds alles toe. Als de verhoorders
vragen naar de kleur van het busje en opperen ‘oranje met paarse stip-
pen’, antwoordt Şevket: waarschijnlijk. En als Şevket steeds meer haast
krijgt om het verhoor te beëindigen, opdat hij toch alsjeblieft niet hoeft

163

De Arnhemse villamoord.indd 163 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord

te overnachten op het politiebureau, antwoordt hij op de mededeling van


de verhoorders dat er iets zwaars vervoerd moest worden, dat dit betekent
dat de overval wel gepleegd moet zijn door het grote gezelschap van de
verdachten om wie het hier gaat. Daarop antwoordt een van de verhoor-
ders terecht dat Şevket nu een verhaal zit te construeren en dat dat niet de
bedoeling is.
Is het hele verhaal van Şevket over zijn deelname aan de overval van A tot Z
verzonnen? De vraag is niet of dit verhaal geheel verzonnen dan wel hele-
maal waar is. Ook de politie denkt niet dat dit verhaal helemaal waar is.
De politie denkt dat Şevket met alle geweld probeert te verhinderen dat
ontdekt wordt dat hij wel degelijk weet had van de criminele plannen, dat
hij daarom niets wil verklaren en in eerste instantie alles ontkent en slechts
die dingen toegeeft die niet impliceren dat hij iets afwist van de plannen.
De weerstand van Şevket om te verklaren past prima binnen het politie-
scenario van een verdachte die als gevolg van de volhardende verhoren uit-
eindelijk heeft moeten toegeven dat hij erbij is geweest, maar die verdere
schade probeert te voorkomen door net te doen alsof hij niet wist wat de
plannen waren. Maar de weerstand om te verklaren past natuurlijk ook
prima in het scenario van een van A tot Z verzonnen verhaal.
Het lijkt vreemd dat iemand die geheel onschuldig is, zou toegeven dat
hij betrokken is geweest bij een zo ernstig misdrijf. Op welke wijze Şevket
ertoe gebracht is om dit te bekennen, weten we niet – de eerste beken-
nende verhoren van Şevket zijn niet opgenomen. Şevket zelf zegt dat hij
tot deze valse bekentenissen is gebracht omdat hem verteld was dat hij
daarmee zijn broer Kemal zou kunnen beschermen tegen de verdenking
dat zijn broer de schutter was geweest. Şevket wilde dus slechts een beetje
bekennen, alleen maar voor zover nodig om zijn broer te beschermen, en
dat past prima in het scenario van de politie. Het past ook prima in het
scenario van een geheel verzonnen verhaal. De opmerking van Şevket dat
de auto, zoals de verhoorder suggereerde, inderdaad waarschijnlijk oranje
met paarse stippen was, zou te denken moeten geven. Nieuwe informatie
wordt door Şevket in dit verhoor niet gegeven, behalve de volstrekt niet in
het politiescenario passende opmerking dat de overval gericht was op het
buit maken van ‘mal’ (verdovende middelen). Want als het inderdaad ging
om ‘mal’, waarom waren ze dan met zovelen? En de enige spontane feite-
lijke mededeling van Şevket over de overval, namelijk dat het toen donker
was, klopt niet.

164

De Arnhemse villamoord.indd 164 28-11-2013 16:17:18


Şevket bekent

Het proces-verbaal van dit opgenomen verhoor doet in veel opzichten recht
aan wat er tijdens dit verhoor is gebeurd. Ook uit het proces-verbaal blijkt
dat Şevket eigenlijk niet wil verklaren en alleen maar zijn eerdere bekente-
nis wil bevestigen. Uit dit proces-verbaal blijkt tevens dat Şevket veel van
wat de verhoorders hem voorhouden in eerste instantie ontkent en dan
later toch bevestigt. Eerst ‘ik kan mij dat niet herinneren’ en iets verder-
op ‘dat ik toch wel een auto, die de oprit opreed, heb gezien’. Eerst ‘ik heb
hem [Hamza] de hele avond niet gezien’ en iets verderop ‘ik zag Hamza’ die
avond lopen. Eerst ‘ik zag hem [Herman] pas toen we in het huis van Marie
waren’ en iets verderop ‘ik heb gezien dat Herman in het busje stapte’ –
terwijl het in het busje stappen in het verhaal voorafgaat aan het bezoek
aan Marie.
Er zijn ook dingen die niet in het proces-verbaal staan. Zo staat niet in het
proces-verbaal dat de verhoorders zeggen dat zij vermoeden dat Şevket
verzwijgt dat hij wel degelijk weet had van de criminele plannen. Het ont-
breken hiervan maakt het proces-verbaal minder begrijpelijk; dit politie-
scenario zou immers misschien begrijpelijk kunnen maken waarom Şevket
zo tegenstribbelend verklaart.
In het proces-verbaal staat natuurlijk ook niet dat Şevket op de vraag of het
busje wellicht oranje met paarse stippen was, antwoordt: ‘waarschijnlijk
wel’, en ook niet dat de verhoorders op een gegeven moment ook zelf den-
ken dat Şevket een verhaal zit te ‘maken’, dat wil zeggen zit te verzinnen.
In het proces-verbaal zit op de laatste pagina ruim een halve pagina van
mededelingen die niet gezegd zijn in dit verhoor en die ook niet gezegd zijn
in de opnames van de twee eerdere verhoren van diezelfde dag. Şevket zegt
daar volgens dit proces-verbaal onder andere dat er op de blauwe Volks-
wagen Golf volgens hem gele (en dus Nederlandse) nummerborden zaten.
Op de video-opname van het verhoor is te zien hoe deze passage al op het
computerscherm stond voordat het verhoor begon. Behalve de twee gever-
baliseerde verhoren en het derde niet-geverbaliseerde maar wel opgeno-
men verhoor moet er dus minstens nog een vierde verhoor geweest zijn
waarvan de verbalisering stilzwijgend is opgenomen in dit laatste proces-
verbaal. Vreemd!

Het verhoor van 3 mei 1999

Op 3 mei 1999, na een pauze van meer dan een week, wordt Şevket weer
verhoord. Tijdens zijn vorige verhoor, op 22 april, was al gezegd dat er nog

165

De Arnhemse villamoord.indd 165 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord

een verhoor zou volgen om te proberen hem meer in één keer te laten ver-
klaren, in de vorm van een lopend verhaal en minder gefragmenteerd dan
in de eerdere verhoren.
Het verhoor van 3 mei 1999 duurt ruim drie uur. Ook dit verhoor is weer
opgenomen. Şevket klaagt over pijn in zijn hoofd, in zijn hersenen, in zijn
oren. Een constante pijn uit de achterkant van zijn hoofd die uiteindelijk
naar zijn ogen toegaat. Al een maand lang. ’s Nachts is het erger. Een dezer
dagen was hij flauwgevallen, er was toen een arts bij gekomen.
Şevket begint het eigenlijke verhoor met te zeggen dat hij niets met de
overval te maken heeft.

Verhoorder Herman: Oh nee hè? Krijgen we dat weer!

Şevket houdt deze ontkenning een uur lang vol. Hij zegt dat hij alles heeft
verzonnen. Hij heeft bekend om zijn broer te helpen en omdat hij hoopte
dat daardoor de beperkingen10 zouden worden opgeheven en om van de
pijn in zijn hoofd af te komen. De verhoorders zeggen, net zoals ze deden
bij eerdere ontkenningen van Şevket, dat dan dus niet meer duidelijk is of
hij eigenlijk wel steeds in de auto is blijven zitten, terwijl inmiddels vast-
staat dat hij wel degelijk op de Apeldoornseweg is geweest. Şevket zegt bij
monde van de tolk:

‘Ik kan geen kant op. Dit is een klein kamertje. En dan wordt er over
mensenrechten gesproken, maar ik kan er verder niks aan doen. Als
u mij een straf wilt opleggen, dan doet u dat maar.’

De verhoorders zeggen dat de rechter die de verklaringen van Şevket leest


niets meer van hem zal geloven, waarop Şevket antwoordt:

Tolk: Wanneer zullen ze mij geloven? Moet ik dan wel zeggen dat ik
zelf geschoten heb? Zullen ze mij dan wél geloven?

Şevket zegt dat hij rond de periode van 2 september 1998 elke avond thuis is
geweest. Een buurvrouw die toen bij hen in huis woonde, zou dat kunnen
bevestigen. Misschien kan zij zich de datum nog herinneren. De verhoor-
ders vragen zich terecht af of die vrouw zich zoiets zoveel maanden later
nog precies zal kunnen herinneren, en dan zegt de tweede verhoorder,
Yvonne:

166

De Arnhemse villamoord.indd 166 28-11-2013 16:17:18


Şevket bekent

‘Het gemene is dat je haar nou bijna verplicht om te gaan liegen om-
dat zij anders jou moet afvallen. Je brengt haar in een heel moeilijk
parket, een onschuldige vrouw die nergens iets mee te maken heeft
en die ga jij dit soort dingen laten verklaren. Want je weet dat het
niet zo is.’

Verhoorder Yvonne oppert ook dat Şevket misschien wel op de compositie-


tekening lijkt en dat het hem blijkbaar niets kan schelen of er een vrouw
meer of minder dood is. Een paar minuten later zegt Şevket dat hij niet
weet wat hij aan het vertellen is, en nog weer een minuut later zegt hij dat
wat hij eerder verklaard heeft wel degelijk klopt. De tolk neemt dan zijn
laatste bekennende verklaring met hem door. Şevket zegt dat dat allemaal
klopt en dat hij verder niets te vertellen heeft. Als hij meer zou vertellen,
zou dat verzonnen zijn, zegt hij.
De verhoorders vragen Şevket of hij er niet al eerder iets bij verzonnen
heeft. Het gaat dan om Herman. Şevket heeft eerder gezegd dat hij direct
vóór de overval bij het huis van Kemal Herman naar het busje van Hamza
had zien lopen. Heeft Şevket dat echt gezien? Of heeft hij de naam van
Herman hier misschien genoemd omdat Herman eerder dingen over hem
had gezegd? (Herman had immers eerder verklaard dat Şevket op de avond
van de overval bij Marie gezegd had dat er in dat vrijstaande huis niets te
halen was.) Şevket antwoordt:

Tolk: Waarom zou ik dat niet doen? Hij liegt ook over mij. Hij heeft
ook dingen verteld die ik nooit gezegd heb. Ik ben door zijn leugens
opgepakt.

Maar was het nu wel of niet een leugen toen Şevket de naam van Herman
noemde? Şevket zegt dat hij op 2 september 1998 bij het busje van Hamza
wel iemand gezien heeft, maar dat hij niet weet of het Herman was. Hij
weet zelfs niet of degene die hij toen gezien heeft een Nederlander of een
Turk was.
Daarna beginnen de verhoorders weer over iets wat hen al langer bezig-
houdt. Zij denken dat Şevket minder onschuldig is dan hij in zijn bekennen-
de verklaringen doet voorkomen. Zij geloven niet dat Şevket op de avond
van 2 september 1998 nietsvermoedend kwam aanlopen, autosleutels in
zijn handen geduwd kreeg en vervolgens naar een adres reed zonder het
flauwste benul van wat er op dat adres gedaan zou worden. Zij denken dat

167

De Arnhemse villamoord.indd 167 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord

ook Şevket direct vóór het misdrijf bij Kemal in de woning is geweest en
dus wist wat de plannen waren. Zij zeggen tegen Şevket dat het verhaal
nu bijna rond is, behalve op dit punt van zijn aanwezigheid in de woning
van Kemal, en dat pas als het verhaal rond is, gekeken kan worden of de
beperkingen kunnen worden opgeheven. (Want Şevket zit nu al veertig
dagen in volstrekte afzondering en lijdt daar erg onder.) Şevket antwoordt
dat de verhoorders hem toch niet geloven, dat ze hem ook niet geloven als
hij begint te liegen en dat hij niet weet wat hij moet doen. En omdat hij
dingen over de anderen vertelt, vertellen de anderen ook dingen over hem,
‘en zo gaan we steeds door’, aldus Şevket.
De verhoorders vragen Şevket wat hij dacht dat er zou gebeuren toen
men op 2 september 1998 met de auto’s vertrok. Heeft Kemal toen toch
niet gezegd dat ze gingen inbreken? Şevket blijft er bij dat zijn broer alleen
maar zei: Kom, we gaan op stap. Şevket zegt:

Tolk: Volgens mij hebben jullie gewoon geen schuldige mensen kun-
nen vinden, en door middel van dit soort praatjes proberen jullie mij
gewoon te beschuldigen van iets wat ik niet gedaan heb.

Şevket zegt dat hij dacht dat ze naar een feest of zo gingen, want inbreken
doe je immers niet met zoveel mensen tegelijk. Daarin geven de verhoor-
ders hem gelijk. Ook zij vonden dat gek. Maar, zeggen zij, het klinkt even-
zeer onlogisch dat hij niet wist wat men die avond wilde gaan doen. En dan
zegt Şevket:

Tolk: Oké, zegt ie, ik wist het niet, ik weet nergens van, ook niet van
een inbraak, ik weet nergens van, maar ik zeg gewoon dat ik het wel
wist.

Şevket zegt dus dat hij bereid is om iets te bekennen wat niet waar is. De
verhoorders gaan daar niet direct op in en blijven aanhouden, totdat Şevket
een paar minuten later zegt (hier en ook verderop is nog steeds geciteerd
met weglating van alles in het Turks):

168

De Arnhemse villamoord.indd 168 28-11-2013 16:17:18


Şevket bekent

Tolk: Jullie geloven mij toch niet. Dan zeg ik gewoon dat hij [Kemal]
wel gezegd heeft dat het voor een inbraak was.
Verhoorder Yvonne: Maar is het ook zo dan?
Tolk: Nee, zoiets heeft hij niet gezegd, zoiets heb ik niet gehoord.
Verhoorder Yvonne: Dat verzin je nu weer net?
Tolk: Omdat jullie mij niet geloven, heb ik het verzonnen.

Verhoorder Yvonne benadrukt dat zij de waarheid wil, dat zij niet uit is op
een zo zwaar mogelijke straf en dat Şevket, als hij de waarheid vertelt, mis-
schien ook minder last zal hebben van zijn hoofd. Een paar minuten later
zegt Şevket dan toch gewoon dat Kemal hem al vóór het vertrek verteld had
dat ze gingen inbreken. Vervolgens zegt Şevket:

Tolk: Ik heb ze niet daarheen gebracht, zegt ie. Ze zijn door iemand
anders daarheen [naar de Apeldoornseweg] gebracht.

De verhoorders vragen hem om zich nader te verklaren en Şevket zegt:

Tolk: Nou, hij [Şevket] stond bij hem [Kemal] voor de deur, hij zag
zoveel mensen en toen heeft Kemal aan hem gevraagd, nou, wij
gaan een inbraak plegen, je moet ons even daar naartoe brengen,
hij zegt: nou, bij een inbraak ga ik niet mee, ik ga jullie niet daarheen
brengen, en, zegt ie, toen ben ik wel weggegaan, en ze zijn zelf met
zijn allen daar naartoe gegaan. En later heeft ie gehoord dat daar
iemand doodgeschoten was, toen dacht ie meteen, oh, dat komt ze-
ker door hun.

Dit is dus weer een geheel nieuw scenario. Şevket ontkent dat hij zelf iets
met het misdrijf te maken heeft, maar zegt nu dat hij de anderen wel dege-
lijk vanuit het huis van Kemal heeft zien wegrijden met de bedoeling om
een inbraak te gaan plegen en dat hij later tot de conclusie is gekomen dat
het deze inbraak was waarbij iemand was doodgeschoten. Verhoorder
Herman adviseert zijn vrouwelijke collega achter de computer om dit alles
toch ook maar gewoon op te schrijven, maar dan zegt Şevket:

Tolk: Verander het niet. Hij zegt: verander het niet. Laat het maar
gewoon zo staan. Ik ben er wel geweest.

169

De Arnhemse villamoord.indd 169 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord

En direct daarna:

Tolk: Ik weet niet meer wat ik moet zeggen, zegt ie.


Verhoorder Herman: Man, man, denk na. Als we echt al die onzin van
jou op gaan typen wordt het echt helemaal een zootje.
Tolk: Jullie hebben veel werk aan mij, zeg ie.
Verhoorder Herman: Maar dat doe jij!
(…)
Tolk: Ik ben onschuldig. Ik weet nergens van, zegt ie. Die anderen
beschuldigen mij.

Direct na deze ontkenning gaat Şevket weer gewoon door met het geven
van antwoorden op vragen die ervan uitgaan dat hij wel degelijk heeft
meegedaan, bijvoorbeeld op de vraag waar precies op 2 september 1998
de auto’s op de Apeldoornseweg geparkeerd stonden. Kort daarna hapert
het verhoor opnieuw als Şevket moet vertellen hoe hij de inrit op de Apel-
doornseweg was opgereden. Nu zegt Şevket namelijk dat hij niets weet van
een inrit en dat hij de auto op de weg gekeerd heeft. De verhoorders wijzen
Şevket erop dat een getuige hen de inrit op heeft zien rijden11 en dat Şevket
eerder gedetailleerd verklaard heeft over het keren van de auto op die inrit.
Şevket antwoordt dat hij last heeft van zijn hoofd en niet eens weet waar
het huis in kwestie staat:

Tolk: Het lijkt er nu op dat ik ergens nooit geweest ben, en het lijkt
erop dat ik er wél geweest ben.
Verhoorder Yvonne: Dat heb je zelf gezegd, dat je er geweest bent.
Dat is niet door anderen verteld, dat heb je zelf verteld, dat is het
erge juist.
Tolk: Dat heb ik wel gedaan om mijn broer te kunnen redden.
Verhoorder Yvonne: Nee, het gaat niet over je broer. Jij verklaart iets,
en dan trek je die keutel weer in. En op dingen die helemaal niet
belangrijk zijn.
Tolk: Dit is alles wat ik aan jullie wil vertellen, en meer heb ik niet.

170

De Arnhemse villamoord.indd 170 28-11-2013 16:17:18


Şevket bekent

En iets verderop zegt Şevket:

Tolk: Toen zij terugkwamen naar de auto zei Kemal tegen hem
[Şevket]: Nou, kom, broer, wij gaan. Rijd maar, wij gaan (…) Kemal
zei: Adnan heeft vrouw doodgeschoten.
Verhoorder Herman: Eén vrouw?
(…)
Tolk: Hij weet het niet meer precies wat hij gezegd heeft: vrouwen
of vrouw.

De verhoorders vragen Şevket of hij er bezwaar tegen heeft dat een onder-
zoeker van het ministerie opnames van zijn verhoren bekijkt. (Het gaat
hier om R.J. Bokhorst, een van de auteurs van het in 2004 verschenen
boek Rechercheportret, waarin de Arnhemse villamoord herhaaldelijk figu-
reert.)12 Şevket geeft geen toestemming en zegt dat die onderzoeker maar
met hem zelf moet komen praten, maar als de verhoorders even aandrin-
gen geeft Şevket toch maar toe.
En dan beginnen de verhoorders weer over een ander punt dat zij nog
steeds onlogisch vinden in het verhaal van Şevket: zijn mededeling dat er
onder de betrokkenen later bijna nooit meer over deze overval gepraat is.
Şevket blijft er bij dat dit inderdaad klopt.

Verhoorder Herman: Er is nooit gezegd van: Verdorie, eentje heeft


het overleefd, dat is mooi klote want nu is er een getuige?

Nee, zoiets is volgens Şevket nooit gezegd.


Na nog wat minder belangrijke dingen is het verhoor ten einde. Het pro-
ces-verbaal wordt uitgeprint en voorgelezen. Şevket wil niet tekenen. De
verhoorders dringen een paar minuten aan en ten slotte hebben ze succes:

Verhoorder Yvonne: Als je niet wil tekenen, het maakt mij geen zak
uit hoor.
Tolk: Hij wil wel ondertekenen.
(…)
Tolk: Ik zal wel aantonen, zegt ie, dat ik niet met die mensen samen
was. Als ik straf opgelegd krijg, dan ga ik eraan werken.
Verhoorder Herman: Hij draait nou weer terug?

171

De Arnhemse villamoord.indd 171 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord

Tolk [vertaalt hier niet wat Şevket zegt maar zegt zelf]: Nee, nee, dat
is even een toevoeging die…
Verhoorder Herman: Nee, maar bedoelt ie nu weer dat ie er niet bij
was?
Verhoorder Yvonne: Teken eerst deze maar eens en dan eh, het schiet
allemaal niet op zo.
Tolk: Hoe is het nou als ik mijn straf opgelegd krijg, als de rechts-
zaak afgelopen is, dan worden de beperkingen opgeheven en dan
kan ie gewoon makkelijk contact hebben met de buitenwereld, dat
ie daarna kan aantonen dat ie onschuldig was. Nu niet.
Verhoorder Yvonne: Onschuldig ben je toch niet, Şevket, dat weet je.

En dan tekent Şevket het opnieuw uitgeprinte proces-verbaal en loopt


iedereen het beeld uit.
Wat valt er meer algemeen over dit verhoor te zeggen? De verhoorders zien
wel degelijk dat er problemen kleven aan de verklaring van Şevket. Ze vra-
gen zich af of Şevket Herman niet belastert louter en alleen omdat Herman
belastend over hem heeft verklaard, en Şevket bevestigt dat min of meer.
Ze dringen aan dat hij geweten moet hebben dat men een inbraak ging ple-
gen en Şevket zegt dan in eerste instantie dat hij, hoewel hij dit niet wist,
bereid is om te verklaren dat hij het wél wist. Als Şevket op een bepaald
moment weer gaat ontkennen maar nu met een weer geheel nieuw scena-
rio komt aanzetten en de mannelijke verhoorder zegt dat ze nu ook ‘al die
onzin’ weer moeten gaan opschrijven, zegt Şevket dat dit niet opgeschre-
ven hoeft te worden omdat hij er wél bij is geweest. De verhoorders vinden
terecht dat het verhaal van Şevket op een aantal punten onlogisch is. Wist
hij echt niet wat men ging doen? Is er achteraf echt niet gepraat over het
feit dat één vrouw het overleefd heeft en er dus een getuige was? Zij lijken
echter niet op het idee te komen dat deze inderdaad onlogische elemen-
ten misschien het gevolg zijn van het feit dat alles in de verklaringen van
Şevket verzonnen is. Verhoorder Herman zegt dat als ze alles opschrijven
wat Şevket zegt, het ‘een zootje’ wordt – en terecht: de verklaringen van
Şevket zijn een zootje. Natuurlijk kan ook een schuldige verdachte er in een
verhoor een zootje van maken, maar het moge duidelijk zijn dat zo’n ver-
klaring op zichzelf geen gewicht in de schaal kan leggen, noch vóór, noch
tegen de schuld van de betreffende verdachte.
Het zes pagina’s tellende proces-verbaal volgt in veel opzichten nauwkeu-
rig het verhoor. Alle besproken thema’s passeren de revue: de hoofdpijn

172

De Arnhemse villamoord.indd 172 28-11-2013 16:17:18


Şevket bekent

van Şevket, zijn aanvankelijke ontkenning, hoe hij vervolgens zegt dat zijn
bekennende verklaring van 22 april 1999 wel degelijk klopt, maar dat het
inderdaad klopt dat hij niet weet of hij Herman bij het busje van Hamza
heeft zien lopen, de scepsis van de verhoorders over de mededeling van
Şevket dat hij niet in de woning van Kemal is geweest en niet wist wat
de plannen waren, hoe Şevket vervolgens zegt dat Kemal hem wél vooraf
gezegd heeft dat men wilde gaan inbreken, dat hij, anders dan hij eerder
had verklaard, op de Apeldoornseweg niet de inrit was opgereden, hoe
Kemal direct na afloop gezegd had dat Adnan een vrouw had doodgescho-
ten, hoe hij niet meer weet of Kemal nu gezegd had ‘vrouw’ of ‘vrouwen’
en dat er merkwaardig genoeg achteraf nooit gepraat is over het probleem
dat één vrouw het overleefd had en er dus een getuige was.
Er zijn ook dingen die niet in het proces-verbaal staan. Niet vermeld wordt
bijvoorbeeld dat Şevket aanbiedt om te verklaren dat Kemal hem wél over
de plannen had verteld, hoewel Kemal dit in werkelijkheid niet had verteld,
en hoe de vrouwelijke verhoorder dan terecht opmerkt dat hij dit dus ver-
zint, of hoe Şevket min of meer bevestigt dat hij leugens over Herman ver-
telt omdat Herman immers ook leugens over hem vertelt. Ook het geheel
nieuwe scenario, dat Şevket niet gereden heeft maar dat hij de anderen
wel naar de inbraak heeft zien vertrekken, staat niet in het proces-verbaal,
ongetwijfeld vooral omdat Şevket direct zei dat ze dit maar niet moesten
opschrijven. Ook de verzuchting van de mannelijke verhoorder, ‘Als we echt
al die onzin van jou op gaan typen wordt het echt helemaal een zootje’,
is uiteraard niet opgeschreven, evenmin als de verzekering van Şevket
aan het eind van het verhoor dat hij, als de beperkingen zijn opgeheven,
zal bewijzen dat hij onschuldig is. Het proces-verbaal geeft de indruk dat
Şevket het verhoor begint met ontkennen en later steeds bekent. Toch blijkt
ook uit dit proces-verbaal dat het hier gaat om verklaringen die bepaald
niet zonder meer geloofwaardig zijn.

Het verhoor van 4 mei 1999

De volgende dag, op 4 mei 1999, wordt Şevket weer verhoord. Dat is voorlo-
pig het laatste verhoor van hem dat is opgenomen. Pas in september volgt
nog een allerlaatste opgenomen verhoor. In het verhoor van 4 mei begint
Şevket opnieuw met ontkennen. De verhoorders verwachten dat blijkbaar
al, want het eigenlijke verhoor begint als volgt – weer met weglating van
alles wat in het Turks wordt gezegd:

173

De Arnhemse villamoord.indd 173 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord

Verhoorder Herman: Heb je nog wat te zeggen? Ik denk dat ik al weet


wat je wilt vertellen, ik kan het al wel gaan optypen, maar – begin je
toch niet weer aan, hè?
Tolk: Verder heeft hij er niets aan toe te voegen, hij kan zich ook ver-
der niks meer herinneren, soms voelt ie zich wel lekker, ik zal het dan
maar zo uitleggen, en kan ie gewoon normaal een verklaring afleg-
gen en soms gaat het niet en begint hij te liegen.
Verhoorder Herman: Soms begint hij te liegen?
Tolk: Ja, soms, als hij een beetje last heeft van zijn hoofd, of hoofd-
pijn of wat voor pijn het ook is.
Verhoorder Herman: Soms, als je last hebt van je hoofd, begin je te
liegen. Oké. Heb je nu last van je hoofd?
Tolk: Hij heeft er niet zo erg veel last van op dit ogenblik. Een klein
beetje pijn heeft ie wel in zijn hand, maar eh…
Verhoorder Herman: Dus als ik je nu wat vraag, dan is er een goede
kans dat je de waarheid zegt?
Tolk: Ja. De waarheid is gewoon dat ik onschuldig ben, zegt ie.
Verhoorder Herman: Krijgen we dus dat verhaal weer.

Ruim twintig minuten lang houdt Şevket het vol om te ontkennen. De ver-
hoorders zeggen dat hij nu al voor de derde keer het ‘geintje’ uithaalt dat
hij weer begint met ontkennen. Elke keer verklaart hij weer iets anders.
Hij lijkt wel helderziende, omdat hij in zijn bekentenissen dingen verteld
heeft die je alleen kunt weten als je erbij bent geweest (de verhoorders
geven geen voorbeelden). Hij is ontzettend dom en moet wel ontzettende
last van zijn hoofd hebben. Hij is blijkbaar heel bang. Hij zal met al zijn
leugens bij de raadkamer een slechte indruk maken. Aldus de verhoorders,
die zich overigens verder netjes gedragen, niet hun stem verheffen, hem
niet fysiek in een hoek drukken, maar tegelijkertijd van hun ergernis geen
geheim maken. Vervolgens gaat de tolk zitten voorlezen uit Şevkets beken-
nende verklaring van de vorige dag, en dan zegt Şevket iets dat door de tolk
vertaald wordt met: ‘Meer weet hij niet.’ Nu sluit Şevket zich dus blijkbaar
weer aan bij zijn bekennende verklaring van de vorige dag. De verhoorders
vragen hem welk verhaal er nu klopt, want ‘die onzin hebben we nu genoeg
gehoord’.
Vervolgens proberen de verhoorders om het verhaal over 2 september 1998
strikt chronologisch van Şevket te horen te krijgen. Stapje voor stapje lopen
ze de gebeurtenissen door. Elk antwoord moet uit Şevket getrokken wor-

174

De Arnhemse villamoord.indd 174 28-11-2013 16:17:18


Şevket bekent

den. Was hij niet al vóór de overval in het huis van Kemal geweest? Wie
stonden er toen bij het huis? Vergeet hij niet nog iemand te noemen? (En
dan noemt Şevket ook de naam van Adnan.) Naar welke auto liep Şevket?
Waarschijnlijk naar een Golf. De kleur weet hij niet meer. Hoe zagen de
autosleutels eruit? Wie zat waar in de auto? Enzovoort.
Şevket vertelt dat bij aankomst op de Apeldoornseweg de auto van Ömer
er al stond. Die auto was leeg. Kemal zei hem dat hij moest stoppen bij de
stoplichten. De verhoorders vragen of hij misschien niet meer weet waar
hij moest stoppen, bij de stoplichten of op de inrit, en dan zegt Şevket dat
hij dat inderdaad niet meer weet.
Na het misdrijf reden ze naar het huis van Kemal, zo vertelt Şevket. Vervol-
gens liep hij terug naar huis. Onderweg naar zijn huis werd hij opgepikt
door Nevzat en Hasan. Ze gingen toen met zijn drieën naar het huis van
Marie. Dave was daar ook. Nee, niet Dave, maar Herman. De verhoorders
willen het verhoor vervolgens brengen op wat Şevket toen volgens Her-
man gezegd had, namelijk dat er in dat grote huis niets te halen was, maar
Şevket weet direct al waar ze naar toe willen:

Verhoorder Herman: En toen is er iets tegen Herman gezegd.


Tolk: Dat heb ik niet gezegd. Ik heb niet gesproken met Herman.

Ze zijn vrij kort bij Marie gebleven. Daarna heeft Şevket eerst Hasan en
vervolgens Nevzat naar huis gebracht.
Heeft Şevket terwijl hij op 2 september naar eigen zeggen gedurende zo’n
20 à 25 minuten in de auto zat te wachten, echt niets of niemand gezien?
Nee. Hij moet toch een auto het erf op hebben zien rijden? (De verhoorders
bedoelen natuurlijk de auto van Elisa.) Dat heeft Şevket inderdaad gezien,
maar hij heeft niet gezien van welke kant de auto kwam aanrijden en hij
weet ook geen merk of kleur. De verhoorders vragen spottend of hij soms al
die tijd onder het dashboardkastje heeft gelegen. Ze zeggen dat hij gezien
moet hebben dat er mensen uit de andere auto (de Mercedes) stapten, en
dat heeft Şevket dan inderdaad gezien. Vier mensen stapten uit, alleen
Ömer bleef achter. De verhoorders vragen waarom hij dat nu pas vertelt.
En hoe weet hij dat Ömer in de auto bleef zitten? Omdat Ömer uitstapte
en gebaren naar hem maakte toen er een auto de oprit opreed. De verhoor-
ders zeggen dat ze weten dat er in de andere auto (de Mercedes) niet één
maar twee mensen zaten. De verhoorders zeggen dat ze van iemand die er
ook bij was weten dat er in de woning van Marie naast Nevzat, Hasan en

175

De Arnhemse villamoord.indd 175 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord

Herman nog iemand was, namelijk Adnan. Şevket zegt dat hij het zich niet
kan herinneren.
Daarna vragen de verhoorders uitvoerig naar de Turk uit Amsterdam, Ham-
za. Şevket zegt dat Hamza zich bezighoudt met wapens en ‘mal’ (verdoven-
de middelen). Hij ontkent dat hij ooit bij Hamza thuis is geweest. (Dat is niet
waar en de verhoorders weten dat.) Şevket zegt dat hij geen verklaringen
van andere verdachten gelezen heeft. Hij heeft alleen dingen gehoord van
de politie. En dan komen de verhoorders met een meer algemene kwestie:

Verhoorder Herman: Hoe weten wij nu of jij nu inderdaad de waar-


heid spreekt? Want ja, wij gaan ook twijfelen hè met jou.
Tolk: Dat zou ik u niet kunnen vertellen. Dat moeten jullie gewoon
zelf onderzoeken of het wel waarheid is.

Şevket ontkent dat hij ooit iets te maken heeft gehad met inbraken. Hij
is weliswaar een keer door de politie aangehouden met anderen in zijn
auto die toen net terugkwamen van een inbraak, maar hijzelf had met die
inbraak niets te maken. Een andere geplande inbraak waarbij hij betrokken
was en waarvan de politie weet heeft, was volgens Şevket niet doorgegaan
omdat hij dat niet gewild had. Want hij had toen gedacht dat dit slecht was
voor de ook aanwezige Herman en Dave. De verhoorders zijn – begrijpe-
lijk – sceptisch over het waarheidsgehalte van dit alles:

‘Ja, het klinkt niet echt logisch, maar goed, het zal wel, het is jouw
verklaring.’

En ze zeggen dat ze hem misschien nog wel eens zullen moeten verhoren.
Şevket heeft daar geen zin in en zegt dat hij geen verklaringen meer zal
afleggen. En:

Tolk: Wat ik hierna ga vertellen, worden allemaal leugens.

Dan wordt het proces-verbaal uitgeprint, voorgelezen, opnieuw uitgeprint


en door iedereen ondertekend.
De wisselvalligheid van het vorige verhoor ontbreekt hier. Vanaf het
moment waarop zijn eerdere bekennende verklaring wordt voorgelezen,
ontkent hij niet meer. Toch is duidelijk dat de verhoorders hem zeker niet
op alle punten geloven en Şevket geeft daar inderdaad alle aanleiding toe.

176

De Arnhemse villamoord.indd 176 28-11-2013 16:17:18


Şevket bekent

Hij antwoordt niet op de vraag of hij nu de waarheid spreekt (‘dat moeten


jullie zelf maar uitzoeken’). Hij kondigt aan dat hij vanaf nu nog alleen maar
leugens zal vertellen. Hij zegt dat hij gaat liegen als de pijnen in zijn hoofd
terugkeren, en de verhoorders vragen wijselijk niet of hun vasthoudende
wijze van verhoren leidt tot terugkeer van die pijnen; ze zijn ongetwijfeld
al blij genoeg dat hij weer gestopt is met ontkennen. Opnieuw hebben we
te maken met een bekennende verklaring die een weinig overtuigende
indruk maakt.
Het proces-verbaal volgt nauwgezet het verhoor. In het verhoor lopen
de verhoorders stapje voor stapje de gebeurtenissen langs en moeten ze
steeds elk antwoord uit Şevket trekken. In het proces-verbaal daarentegen
heeft het verslag van dit verhoor de vorm gekregen van een doorlopend
verhaal van Şevket, alsof hij alles gewoon achter elkaar vertelt. De scepsis
van de verhoorders is in dit proces-verbaal niet zichtbaar. Wel staat ook in
dit proces-verbaal keurig genoteerd dat Şevket zegt dat hij gaat liegen als
hij hoofdpijnen krijgt.

Na 4 mei – ook over de andere verdachten

Op 7 juni 1999 wordt Şevket weer verhoord. Van dit verhoor bestaat geen
opname. In het proces-verbaal staat dat Şevket een foto van Berkay te zien
krijgt met de vraag of dat de man was die samen met Hamza in het bus-
je reed. Şevket antwoordt dat hij niets weet van een wit busje en dat hij
hoe dan ook niets weet. En dat niet Adnan de schutter is, maar een van
de andere verdachten. De verbalisanten schrijven dat Şevket in dit verhoor
‘een chaotische indruk [maakte], door waarheden wederom te ontkennen
en later in het verhoor weer als waar te betitelen’.
Op 14 juni 1999 wordt Berkay aangehouden als verdachte. Hij wordt ervan
verdacht dat hij in het witte busje samen met Hamza naar de Apeldoornse-
weg is gereden. Hij wordt deze en volgende dagen herhaaldelijk en lang-
durig verhoord. Dat levert niets op. Hij ontkent elke betrokkenheid bij het
misdrijf. Hij kent Hamza. Hij weet ook van het witte busje van de neef van
Hamza. Hij werkte in de periode van 2 september 1998. Er wordt een noti-
tie van zijn werkgever gevonden waaruit blijkt dat Berkay die dag gewerkt
heeft. Tot 17.00 uur.
Op 17 juni 1999 wordt de eigenaar van het witte busje gehoord: de neef van
Hamza. Hij gebruikt dat busje elke dag in Amsterdam om werknemers naar
en van hun werk te brengen. Hij is dan normaliter om 7 uur ’s avonds thuis.

177

De Arnhemse villamoord.indd 177 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord

Hij sluit uit dat Hamza of Berkay het busje op 2 september 1998 geleend
hebben. Berkay zit in het dossier als de laatste van de tien verdachten, maar
zal ten slotte toch niet voor de rechter gebracht worden – de officier van
justitie meende uiteindelijk dat de verdenking tegen hem te mager was.
Rond deze periode stopt het politieonderzoek. Blijkbaar menen politie en
justitie dat de bekentenissen van Ömer, in combinatie met het feit dat
Şevket wel degelijk – hoe verward ook – meer dan eens heeft toegegeven
dat hij aan het misdrijf heeft meegedaan, voldoende moeten zijn om de
zaak voor de rechter te brengen. Over de rechtsgang, eerst bij de recht-
bank en daarna, in hoger beroep, bij het gerechtshof, gaan de nu volgende
hoofdstukken.
Maar eerst moet nog kort een verhoor van Şevket worden besproken dat
is afgenomen na afsluiting van het Nederlandse politieonderzoek. Want
in Duitsland loopt dan nog het onderzoek tegen Adnan, en in dat kader
worden ook Ömer en Şevket verhoord. Op 18 augustus 1999 wordt Şevket
verhoord door de Duitse politie. Hij ontkent: hij zegt dat hij niet aan het
misdrijf heeft meegedaan. De details die hij over het misdrijf had verteld,
waren hem aangereikt door de Nederlandse politie, zo zegt hij. Nevzat had
hem over het misdrijf verteld. Nevzat had toen niet verteld dat Adnan had
geschoten. Şevket heeft nu tegenover de Duitse politie een nieuw verhaal
over wie er geschoten zou hebben. Nevzat zou hem verteld hebben dat het
Huseyin en Nevzat zelf waren die hadden geschoten, zo vertelt Şevket nu.
Het zal niet voor het laatst zijn dat Şevket opnieuw zijn verhaal over de
Arnhemse villamoord grondig wijzigt. De Duitse justitie staakt haar onder-
zoek naar de Arnhemse villamoord vrij snel wegens gebrek aan bewijs.

178

De Arnhemse villamoord.indd 178 28-11-2013 16:17:18


6 HET STAM-
PROCES-VERBAAL

We hebben in de vorige hoofdstukken het bewijs tegen de verdachten in


de Arnhemse villamoord besproken. Dat bewijs bestaat uitsluitend uit de
bekentenissen van Ömer en Şevket. We hebben ook gezien hoe analyse van
het dossier en vooral analyse van de opnames van de bekentenissen aanto-
nen dat die bekentenissen niet deugen.
De opnames van de bekentenissen zijn belangrijk. In het dossier zitten
alleen processen-verbaal waarin verhoren worden samengevat. Uit die
processen-verbaal blijkt niet op welke wijze Ömer en Şevket tot hun beken-
tenissen en tot het vermelden van details die de politie graag wilde horen,
gebracht zijn. Dat blijkt alleen uit de opnames van de verhoren. En daar-
uit blijkt ook dat als de verdachte verkeerde details noemt, deze verkeerde
details meestal eenvoudigweg niet worden opgeschreven in het proces-
verbaal. Alleen op basis van het dossier valt het bewijs in deze zaak dus
eigenlijk niet te beoordelen.
Om deze reden is het zo belangrijk dat veel verdachtenverhoren zijn opge-
nomen en dat die opnames bewaard zijn gebleven. Die opnames maken
weliswaar geen deel uit van het dossier, maar de verschillende partijen in
deze rechtszaak (rechter, advocaat, officier van justitie) konden, als zij wil-
den, de opnames van deze verhoren bekijken. In een enkel geval is dat ook
gebeurd.

179

De Arnhemse villamoord.indd 179 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord

Toch ligt de nadruk, zoals altijd in het Nederlandse strafproces, niet op


opnames van verhoren, maar op het papieren dossier. In dat dossier is het
bewijs gebundeld dat de politie over de desbetreffende strafzaak heeft
verzameld. Het is vooral het dossier dat het bewijs bevat op basis waarvan
de rechter oordeelt. Vóór de zitting bestudeert de rechter het dossier. Hij
zal dan op de zitting de verdachten ondervragen, en hij kan ook getuigen
oproepen om op de zitting te verschijnen, maar in bijna alle gevallen is
toch vooral wat hij aantreft in het dossier beslissend. Wat mondeling ter
zitting gebeurt, is daarop meestal slechts een aanvulling. Niet alleen de
rechter bestudeert het dossier, datzelfde geldt voor de verdediging: voor
de advocaat van de verdachte. En ook wij hebben dit dossier onderzocht en
vervolgens besproken in de vorige hoofdstukken. Onze conclusie is – mede
na analyse van opnames van verhoren – dat er eigenlijk geen enkele serieu-
ze aanwijzing is dat deze verdachten iets met dit misdrijf te maken hebben.
De rechter kwam tot een ander oordeel. Alle verdachten zijn veroordeeld.
Hoe is dat mogelijk? Komt dat omdat de rechter te weinig heeft gekeken
naar de opnames van de bekentenissen? Maar ook in het papieren dossier
zitten allerlei aanwijzingen dat de bekentenissen van Ömer en Şevket niet
deugen. Hoe kan de rechter dan toch komen tot een zo andere beoordeling
van het dossier? Het antwoord luidt dat bij grote strafzaken zoals de Arn-
hemse villamoord de belangrijkste informatie weliswaar officieel vooral
bestaat uit het dossier, maar er in feite veel minder informatie gebruikt
wordt. De rechter, de officier van justitie en de advocaat zijn in veel geval-
len nauwelijks in staat om hun oordeel te baseren op het dossier. Het dos-
sier van de Arnhemse villamoord beslaat ongeveer tweeduizend pagina’s.
Om daadwerkelijk greep op dit dossier te krijgen is veel meer nodig dan
één keer doorlezen. Je moet lezen, vergelijken, terugzoeken, overzichten
maken, opnieuw terugzoeken, enzovoort. Wij zijn enkele jaren, waarvan
vele maanden fulltime, bezig geweest met dit werk. Het lijkt ons volstrekt
onmogelijk om dit werk te doen in de tijd die een rechter of advocaat nor-
maliter voor een strafzaak heeft, want dat is hooguit enkele weken. Zo gaat
dat dan ook niet. In veel gevallen leest de rechter of advocaat zelfs niet eens
één keer het hele dossier. Voor zulke grote dossiers bestaat een andere
werkwijze, en die werkwijze moet nu besproken worden.
Nadat de politie onder supervisie van het Openbaar Ministerie alle relevan-
te processen-verbaal gebundeld heeft tot een dossier, maakt een lid van het
politieteam een samenvatting. Zo’n samenvatting van het dossier wordt
meestal een loopproces-verbaal of een stamproces-verbaal genoemd.

180

De Arnhemse villamoord.indd 180 28-11-2013 16:17:18


Het stamproces-verbaal

Grote dossiers beginnen eigenlijk altijd met zo’n stamproces-verbaal. Dat


geldt ook voor het dossier van de Arnhemse villamoord. Het dossier beslaat
zo’n tweeduizend pagina’s; het stamproces-verbaal van de Arnhemse vil-
lamoord beslaat een kleine tweehonderd pagina’s. Wie het dossier gaat
bestuderen – rechter, advocaat, officier van justitie – begint eigenlijk altijd
met lezing van het stamproces-verbaal. Lezing van dit stamproces-verbaal
kost veel tijd, want het is een ingewikkelde strafzaak en tweehonderd
pagina’s met samenvattingen van verklaringen is een hoop leeswerk. Een
rechter of advocaat die zijn taak serieus neemt, zal af en toe bij lezing van
sommige passages in dit stamproces-verbaal even doorbladeren naar het
achterliggende grote dossier om te kijken wat er nu precies staat in het
proces-verbaal waarnaar in die passage in het stamproces-verbaal wordt
verwezen. Veel meer dan deze werkwijze zal voor de meeste rechters en
advocaten nauwelijks mogelijk zijn. Sommigen zullen misschien één keer
snel het gehele dossier doorwerken. Maar om greep te krijgen op dit dos-
sier is zelfs dat volstrekt onvoldoende. In de meeste gevallen zullen vooral
de twee bijzittende rechters hun oordeel toch voornamelijk baseren op het
stamproces-verbaal.
Terug nu naar de vraag hoe het mogelijk is dat de rechter in deze zaak
meende dat er voldoende bewijs was om de verdachten te veroordelen. Om
die vraag te beantwoorden moet vooral gekeken worden naar het stam-
proces-verbaal.
Leidt lezing van het stamproces-verbaal tot de conclusie dat deze verdach-
ten hebben meegedaan aan de moord op de Apeldoornseweg? Heeft een
serieuze neutrale beoordelaar na lezing van dit stamproces-verbaal de
indruk dat het bewijs overtuigend is? Het merkwaardige aan dit stam-
proces-verbaal is dat wie deze tekst leest en verder niets af weet van de
zaak, niet eens op het idee zal komen dat er twijfel zou kunnen zijn over
de vraag of deze verdachten het misdrijf hebben gepleegd. In dit stampro-
ces-verbaal wordt, met overvloedige verwijzingen naar allerlei verklarin-
gen, verteld wat er gebeurd is: dat er op 2 september 1998 in de villa op de
Apeldoornseweg twee vrouwen zijn beschoten, hoe de politie met behulp
van de compositietekening van de dader breed onderzoek is gaan doen
in het Arnhemse harddrugsmilieu, hoe in dat verband ook ene Kemal is
verhoord en hoe men via deze Kemal terecht is gekomen bij de criminele
groepering rond Nevzat. Deze Kemal vertelde hoe Nevzat ooit gepraat had
over het plan om een groot huis te overvallen. Dat plan bleek te gaan over
de villa op de Apeldoornseweg. En vervolgens wordt via een overvloed van

181

De Arnhemse villamoord.indd 181 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord

verklaringen van allerlei personen precies in kaart gebracht hoe de voor-


bereiding van de overval is verlopen, wat er op de dag van de overval van
moment tot moment is gebeurd, tot en met de bedreigingen die achteraf
zijn geuit jegens deelnemers als ze hun mond voorbij zouden praten.
Wie alleen dit stamproces-verbaal leest, komt niet snel op de gedachte dat
er twijfel mogelijk is over de schuld van deze verdachten. Er zijn weliswaar
verdachten die ontkennen dat ze aan dit misdrijf hebben meegedaan, en
dat staat ook in het stamproces-verbaal vermeld, maar daar tegenover
staat een groot aantal verklaringen van allerlei getuigen en verdachten die
eenvoudigweg verklaren dat het zo is gelopen zoals beschreven staat in het
stamproces-verbaal. En het feit dat blijkbaar niet alle verdachten bekend
hebben, is niet in strijd met deze loop der gebeurtenissen. Sterker nog: het
zou opmerkelijk zijn als deze doorgewinterde criminelen allemaal bekend
zouden hebben.
Het stamproces-verbaal van de Arnhemse villamoord is in veel opzichten
correct en nauwkeurig. De verwijzingen naar de achterliggende processen-
verbaal kloppen precies. De geciteerde passages uit die processen-verbaal
zijn allemaal juist. Over de zorgvuldigheid bij de samenstelling van dit
stamproces-verbaal is geen twijfel mogelijk. En toch geeft deze tekst een
volstrekt verkeerd beeld van het resultaat van dit politieonderzoek. Hoe is
dat mogelijk? Om die vraag te beantwoorden moeten we nauwkeuriger
kijken naar de opbouw en de inhoud van het stamproces-verbaal.
De tekst begint – heel correct – met de beschrijving van wat de politie heeft
kunnen ontdekken over het misdrijf. Dat alles is vooral gebaseerd op de ver-
klaringen van Elisa, die de schietpartij op zo miraculeuze wijze heeft over-
leefd. Het slot van dat onderzoek – de op aanwijzing van Elisa gemaakte
compositietekening van de dader – is het begin van een zoektocht in het
Arnhemse harddrugsmilieu, want daar zou de dader zich wel eens kunnen
bevinden. Beschreven wordt hoe deze zoektocht aanvankelijk weinig suc-
ces had, totdat men begon met het verhoren van de Turk Kemal. Hij ver-
telde hoe de Turk Nevzat, met wie hij in een diepe vete verwikkeld was, ooit
gepraat had over het plan om een groot huis te overvallen. Dat plan bleek
betrekking te hebben op de villa op de Apeldoornseweg, dat wil zeggen op
het misdrijf waar het in dit onderzoek om ging. Dit leidde tot onderzoek
naar deze Nevzat en de criminele Turkse groepering waarvan hij de spil
was. Bij het misdrijf bleken ook enkele personen betrokken die iets verder
weg stonden: de Nederlanders Herman en Dave, de Duitse Turk Adnan en
twee Turken uit Amsterdam: Hamza en Berkay. Ook deze personen en hun

182

De Arnhemse villamoord.indd 182 28-11-2013 16:17:18


Het stamproces-verbaal

criminele achtergrond worden geschetst. En vervolgens wordt nauwkeu-


rig, stap voor stap, geschetst hoe het plan van Nevzat tot uitvoering werd
gebracht: hoe de villa een paar dagen voor het misdrijf van buiten werd
bekeken, hoe er een rolverdeling werd bedacht, welke auto’s er aan het mis-
drijf zouden meedoen, de gebeurtenissen op de dag van het misdrijf van
moment tot moment, tot en met wat er gebeurde na het misdrijf, om te
eindigen met de bedreigingen die er achteraf geuit waren richting degene
die zijn mond voorbij zou praten. Al deze stappen worden gestaafd met
citaten uit verklaringen in de processen-verbaal die in het achterliggende
dossier zitten.
Wie dit hele verhaal leest, ziet niet op welk bewijs dit alles berust: hoe de
doorbraak in dit onderzoek kwam toen Ömer ging bekennen, op welke wij-
ze die bekentenis is verkregen, en hoe er daarnaast Şevket was, die bereid
was om, als er voldoende druk werd uitgeoefend, steeds weer nieuwe
belastende verklaringen af te leggen, totdat hij ten slotte begon met zich-
zelf een beetje te belasten. Hij bekende dat hij zelf een heel klein beetje
had meegedaan, hij trok die bekentenis weer in, na voldoende druk beken-
de hij opnieuw en zo gingen zijn verklaringen steeds heen en weer. Over
Şevket wordt in het stamproces-verbaal vermeld dat hij op een gegeven
moment is gaan bekennen. Dat hij die bekentenissen ook steeds weer heeft
ingetrokken, staat niet vermeld. Dat Ömer bekend heeft, staat nergens
vermeld, laat staan dat vermeld wordt dat zijn bekentenissen het belang-
rijkste bewijs vormen. Er wordt slechts geregeld geciteerd uit die bekente-
nissen. Maar de lezer ziet daarbij niet eens dat de steun voor het verhaal
vooral ligt in de bekentenissen van Ömer. Het loont de moeite om in detail
te bekijken hoe dit stamproces-verbaal erin slaagt om de indruk te wekken
dat steun voor het belastende verhaal afkomstig is van allerlei getuigen en
verdachten, zonder speciale nadruk op Ömer en Şevket.
Wanneer krijgt de lezer voor het eerst informatie die erop wijst dat het
Nevzat cum suis zijn geweest die dit misdrijf gepleegd hebben? De weg
daar naartoe begint met Kemal, die vertelt dat Nevzat ooit in de auto
gepraat heeft over het plan om een groot huis te overvallen. Dit verhaal
van Kemal is naar alle waarschijnlijkheid waar. Nevzat en de zijnen pleeg-
den overvallen en zullen stellig vaker gepraat hebben over overvallen en
zullen daarbij ongetwijfeld ook wel eens gepraat hebben over het overval-
len van een groot huis. Het is daarentegen praktisch uitgesloten dat dit in
de auto genoemde plan betrekking had op de villa op de Apeldoornseweg,
want het huis dat Nevzat wilde overvallen bevatte volgens het verhaal van

183

De Arnhemse villamoord.indd 183 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord

Kemal een eigenaardig detail: het vele geld in dat huis werd bewaard in een
kluis onder het bad. De villa op de Apeldoornseweg had geen kluis onder
het bad. (En de dader bleek niet te hebben geprobeerd iets te doen met de
ongebruikte kluis in de kelder.) De politie heeft geprobeerd deze anomalie
op te lossen door aan te nemen dat de daders zich in het huis hadden ver-
gist. Misschien was het de bedoeling geweest om een nabij gelegen huis
te overvallen, want daar woonde een man die vaak veel contant geld in
huis had. Dit huis bleek echter geen kluis te hebben, en de man zei dat hij
zijn geld niet in de badkamer bewaarde. In het stamproces-verbaal wordt
correct vermeld dat Kemal vertelde over het plan van Nevzat inzake een
huis met een kluis onder het bad. Als echter wordt uitgelegd waarom dit
plan waarschijnlijk betrekking heeft op de Apeldoornseweg, wordt de kluis
onder het bad eenvoudigweg niet vermeld.
Hoe wordt de verbinding gelegd tussen enerzijds dit verhaal van Kemal
over het plan van Nevzat in de auto en anderzijds de overval op de Apel-
doornseweg? Kemal zelf kan die verbinding niet gelegd hebben, want hij
heeft altijd ontkend dat hij iets wist over dit misdrijf. In het stamproces-
verbaal wordt echter voor het eerst gewezen op bewijs voor een verbinding
tussen enerzijds Nevzat en anderzijds de overval op de Apeldoornseweg in
de vorm van iets wat Kemal gezegd zou hebben. In het stamproces-verbaal
staat:

‘Kemal verklaarde dat wat er bij de Apeldoornseweg gebeurd was,


lang van tevoren besproken was. Nevzat had gezegd dat er een tip-
gever was.’

Wie dit leest, denkt dat Kemal heeft verklaard dat het plan om de villa
op de Apeldoornseweg te overvallen van tevoren besproken was en dat
Nevzat gezegd had dat er een tipgever was geweest. Kemal lijkt dus wel
degelijk een verbinding te leggen tussen de overval op de Apeldoornseweg
en wat Nevzat in de auto had gezegd. Hoe kan dat? In werkelijkheid heeft
Kemal namelijk altijd gezegd dat hij niet wist over welk huis het plan van
Nevzat ging. Analyse van deze kwestie is belangrijk, omdat hier voor het
eerst in het stamproces-verbaal bewijs lijkt te worden geleverd voor een
verbinding tussen Nevzat en het misdrijf, en dat dit bewijs bovendien niet
afkomstig is uit bekentenissen van Ömer of Şevket, maar afkomstig is van
een heel andere verdachte: Kemal.

184

De Arnhemse villamoord.indd 184 28-11-2013 16:17:18


Het stamproces-verbaal

Er is het volgende gebeurd. Kemal wil de politie graag helpen bij het oplos-
sen van het misdrijf. Hij heeft zelf immers niets met het misdrijf te maken,
zo benadrukt hij steeds, en hij zou er geen enkel bezwaar tegen hebben als
Nevzat voor langere tijd achter de tralies verdween. Nevzat had immers,
zo meent hij, zijn vrouw verkracht. Hij vertelt de politie over het plan dat
Nevzat ooit besprak in de auto om een groot huis te overvallen. Later hoort
hij van zijn verhoorders dat onderzoek inmiddels heeft uitgewezen dat dit
plan betrekking had op de Apeldoornseweg. Kemal neemt dan op gezag
van zijn verhoorders aan dat dit plan van Nevzat dus ging over de Apel-
doornseweg. Hij benadrukt met klem dat hij dit niet zelf wist, maar dat
hij dit gehoord heeft van de politie. Dit staat ook correct vermeld in het
proces-verbaal van dit verhoor, waar Kemal zegt:

‘Wat in de auto is besproken, ik bedoel daarmee het huis, daarvan


wist ik niet dat dit te maken had met de Apeldoornseweg.’

Kemal probeert de verhoorders vervolgens uit te leggen dat zo’n plan om


een huis te overvallen vaker besproken zal zijn. Het zal niet alleen toen in
de auto zijn genoemd. Er moet vaker over zijn gepraat. Dat blijkt al, zo zegt
Kemal, uit het feit dat Nevzat het toen in de auto had over een tipgever.
Kemal zegt dit als volgt:

‘Want wat Nevzat zei, hebben ze een tipgever van Apeldoornse…


nee van die huis hè? En nou blijkt dat Apeldoornseweg dat was, nou
blijkt dat zo, er is een tipgever.’

Kemal zegt hier dus dat Nevzat een tip had gekregen voor dat huis, en dat
nu – zo hoort hij van de verhoorders – blijkt dat het daarbij ging om de
Apeldoornseweg. Dit wordt op ongelukkige wijze als volgt samengevat in
het proces-verbaal:

‘Wat bij de Apeldoornseweg is gebeurd, is lang van tevoren bespro-


ken en bedacht. Lange termijn. Wat voor afspraken daar zijn ge-
maakt. Nevzat heeft gezegd dat er een tipgever was.’

Nu lijkt het dus alsof Kemal heeft verklaard dat wat Nevzat in de auto had
gezegd, betrekking had op de Apeldoornseweg, en dat is uitdrukkelijk niet
wat hij verklaard heeft. Hij heeft immers steeds gezegd dat hij niet wist dat

185

De Arnhemse villamoord.indd 185 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord

dit plan betrekking had op de Apeldoornseweg. Deze ongelukkige formu-


lering in het proces-verbaal is nog niet zo’n probleem, omdat enkele regels
daarboven de uitspraak van Kemal staat dat hij niet wist dat het in de auto
besproken plan van Nevzat ging over de Apeldoornseweg.
In het stamproces-verbaal is echter alléén de ongelukkige formulering uit
het proces-verbaal overgenomen die de indruk wekt dat het Kemal is die
zegt dat het plan van Nevzat betrekking had op de Apeldoornseweg, en dat
is dus niet zo. Het is de politie die meent te weten dat dit zo is, en Kemal is
bereid om dit op gezag van de politie aan te nemen. Maar de lezer van het
stamproces-verbaal krijgt de indruk dat hij hier de eerste persoon tegen-
komt die zegt te weten dat Nevzat gepraat heeft over het plan om de over-
val op de Apeldoornseweg te gaan plegen.
Soms wordt nog misleidender beschreven op basis waarvan de politie
denkt dat deze verdachten het misdrijf hebben gepleegd, bijvoorbeeld in
de volgende passage over de Duitse Turk Adnan, van wie de politie aan-
neemt dat hij de schutter is geweest.

‘Adnan verklaarde dat hij enkele van de mede betrokken mensen


kende. (…) Hij noemde Hasan, Nevzat, Kemal, Şevket en Hasan. Hij
wist niet waarom zij hem als dader noemden.’

Hier wordt voor het eerst in het stamproces-verbaal het daderschap van
Adnan genoemd. Wie deze passage leest, denkt dat er dus blijkbaar vijf
mensen zijn die hem als dader hebben genoemd. Dat is niet zo. Ook bij het
daderschap van Adnan gaat het, zoals steeds, om iets wat alleen Ömer en
Şevket hebben gezegd.
De passage in het oorspronkelijke proces-verbaal, waarnaar ook correct
wordt verwezen, is minder misleidend. Daar staat dat Adnan verklaart:

‘Ik ken vier of vijf van deze mensen (…) Hasan, Nevzat, Kemal, Şevket
en Hasan. Ik weet niet, waarom die mensen mij als de dader aan-
wijzen. Als dit een verklaring van één van die vijf mensen is, zou ik
mij het volgende voor kunnen stellen: Ik heb vaak bij iemand in huis
overnacht. Ze hebben meer dan eens meegemaakt dat ik ’s nachts,
in mijn slaap, steeds schreeuwde, en een paar van deze mensen heb-
ben ook mijn gehandicaptenpasje gezien. Zij dachten dat ik gek was.
Misschien hebben ze mij daarom aangewezen.’

186

De Arnhemse villamoord.indd 186 28-11-2013 16:17:18


Het stamproces-verbaal

Blijkbaar is Adnan in dit verhoor dus in het ongewisse gelaten over de


vraag wie er allemaal gezegd hadden dat hij de dader was. Als een van hen
dit gezegd had, zo verklaart Adnan, dan zou hij zich kunnen voorstellen hoe
dat heeft kunnen gebeuren. Adnan weet dus niet wie dit gezegd heeft of
hebben. Maar wie alleen de korte passage in het stamproces-verbaal leest,
denkt dat er vijf mensen zijn die Adnan hebben aangewezen als de dader.
Het misleidende karakter van dit stamproces-verbaal wordt veroorzaakt
door het feit dat, zodra begonnen wordt met de beschrijving van de ver-
dachten en de wijze waarop zij het misdrijf hebben gepleegd, niet meer
wordt beschreven welke informatie de politie daarover heeft verzameld,
maar wordt gekozen voor een beschrijving van wat er (volgens de politie) is
gebeurd, waarbij voor elke gebeurtenis passende citaten uit de achterlig-
gende processen-verbaal worden gegeven. Het is geen boze opzet dat is
gekozen voor deze opzet van de tekst. Op deze manier ziet de lezer wat er
(volgens de politie) is gebeurd en waarop deze lezing stoelt. Zo verdwijnt
echter uit het zicht hoe deze informatie is verkregen en dat de ondersteu-
ning voor dit verhaal afkomstig is van twee verdachten, laat staan dat
besproken wordt op welke wijze deze verdachten gebracht zijn tot hun
belastende verklaringen.
Een enkele keer wordt het verhaal over wat er (volgens de politie) gebeurd
is, onderbroken door een opmerking die bedoeld is om steun te verlenen
aan de geloofwaardigheid van een uitspraak die gebruikt wordt ter onder-
bouwing van het verhaal. Bijvoorbeeld als het gaat om de villa op de Apel-
doornseweg:

‘In enkele door de verdachten afgelegde verklaringen gaven zij een


beschrijving van de woning Apeldoornseweg 232 te Arnhem en de
directe omgeving. Deze beschrijvingen kwamen overeen met de
daadwerkelijke situatie ter plaatse.’

Die laatste zin zal bedoeld zijn om te onderstrepen dat deze verdachten
wel degelijk bij die woning op de Apeldoornseweg waren geweest – hoe
konden zij immers anders weten hoe het er daar uitzag. En dan vervolgt
de tekst met:

‘Omtrent de villa herinnerde [Ömer] zich dat het huis naar gelang de
bouw, in de jaren 50 was gebouwd.’

187

De Arnhemse villamoord.indd 187 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord

Bij het opmaken van het proces-verbaal heeft Ömer inderdaad gezegd dat
het huis vermoedelijk in de jaren vijftig was gebouwd, en dat klopt. Andere
door Ömer genoemde kenmerken van het overvallen huis staan niet ver-
meld. Niet vermeld is bijvoorbeeld dat Ömer zei dat het huis een puntdak
had (de villa heeft in werkelijkheid een plat dak), laat staan dat Ömer zelfs
opperde dat het overvallen huis misschien een bejaardentehuis of een
asielzoekerscentrum was. Dit is overigens niet een vertekening die pas
opduikt in het stamproces-verbaal. Ook in de achterliggende processen-
verbaal waren het puntdak en de mogelijkheid van een bejaardentehuis of
asielzoekerscentrum immers al verdwenen.
Hetzelfde geldt voor de passage in het stamproces-verbaal over hoe Elisa
de villa binnenging:

‘Als [Ömer] wordt gevraagd waar de deur was waardoor de vrouw


de woning binnenging, zegt [Ömer] dat hij zag dat de vrouw een
trap opliep.’

We hebben eerder gezien dat ook in het proces-verbaal van dit verhoor al
onzichtbaar was geworden op welke wijze Ömer door de verhoorders tot
zijn uitspraak over het oplopen van die trap was gebracht, terwijl op de
band te zien is dat Ömer in werkelijkheid niet het flauwste benul heeft hoe
en waar de vrouw naar binnen is gegaan. Maar wie de passage in het stam-
proces-verbaal leest, moet wel concluderen dat in elk geval deze verdachte
beschikte over daderkennis.
Het is niet zo dat in dit stamproces-verbaal alle niet-kloppende verklarin-
gen worden weggelaten. Soms duiken er wel degelijk verklaringen op waar-
van de lezer kan bedenken dat ze niet kunnen kloppen. Neem bijvoorbeeld
de rit in de auto direct na het misdrijf. Toen hoorde Şevket dat zijn broer
Kemal kwaad zei: ‘De pooier, Adnan, heeft een vrouw doodgeschoten, dat
hoerenkind.’ Het werd al eerder besproken: als het misdrijf inderdaad door
deze verdachten is gepleegd, dan kan Kemal dit direct na het misdrijf nooit
zo gezegd hebben, want op dat moment moeten de daders nog gedacht
hebben dat er niet één maar twee vrouwen waren doodgeschoten.
Of neem de verklaringen van Ömer over het misdrijf. Hij wachtte buiten.
Hij hoorde schoten. Ömer zegt dat hij die schoten hoorde terwijl hij buiten
in de auto zat te wachten. Tien regels verderop zegt hij dat hij de schoten
hoorde terwijl hij over het viaduct liep en dat hij toen direct in paniek terug
rende naar de auto. Dergelijke tegenstrijdigheden zullen de lezer van het

188

De Arnhemse villamoord.indd 188 28-11-2013 16:17:18


Het stamproces-verbaal

stamproces-verbaal echter niet aan het denken hebben gezet. Verdachten


verklaren immers soms rare dingen.
De conclusie moet zijn dat het stamproces-verbaal niet gaat over de vraag
of deze verdachten het misdrijf hebben gepleegd. Het beschrijft, met een
overvloed aan verwijzingen, hoe ze het misdrijf hebben gepleegd. Die ver-
wijzingen naar passages in de achterliggende processen-verbaal kloppen
allemaal. De lezer van het stamproces-verbaal krijgt echter op geen enkele
wijze een indruk van de wijze waarop de politie de belastende informatie
in die processen-verbaal heeft verkregen.

189

De Arnhemse villamoord.indd 189 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord.indd 190 28-11-2013 16:17:18
7 DE RECHTBANK

Op 17 augustus 1999 begint bij de Rechtbank Arnhem de rechtszaak. De


eerste zitting is een regiezitting: een zitting waarop afspraken gemaakt
worden over hoe de rechtszaak zal verlopen. Op die regiezitting gaat Kemal
in de rechtszaal Nevzat te lijf. Besloten wordt om het onderzoek te begin-
nen met een aantal verhoren door de rechter-commissaris.

Onderzoek door de rechter-commissaris

In september 1999 begint de rechter-commissaris met zijn onderzoek. Hij


hoort zelf een aantal getuigen, en hij hoort de twee bekennende verdach-
ten: Ömer en Şevket. Ter voorbereiding van die laatste verhoren wil de
rechter-commissaris graag een helder chronologisch overzicht op papier
van wat er volgens Ömer en volgens Şevket nu precies tijdens en rond het
misdrijf is gebeurd. Daartoe worden Ömer en Şevket opnieuw door de poli-
tie verhoord.
Om de kans te vergroten dat er uit deze verhoren processen-verbaal komen
die voldoen aan het verzoek van de rechter-commissaris om een helder
chronologisch verhaal, gebruikt de politie een opmerkelijke werkwijze. Een
proces-verbaal van verhoor is normaliter een door de politie opgestelde
samenvatting van wat er tijdens een verhoor is gezegd. De volgorde in de
tijd is dus dat wat in een proces-verbaal wordt opgeschreven, betrekking

191

De Arnhemse villamoord.indd 191 28-11-2013 16:17:18


De Arnhemse villamoord

heeft op iets wat daarvóór door de getuige of verdachte is gezegd. In deze


twee verhoren van Ömer en Şevket voor de rechter-commissaris wordt de
volgorde echter omgedraaid. Het proces-verbaal wordt opgesteld vóór het
verhoor. De verhoorders maken op grond van eerdere verklaringen van
Ömer respectievelijk Şevket een proces-verbaal met een zo helder moge-
lijk chronologisch geordend verhaal van wat er rond het misdrijf gebeurd
zou zijn, en het verhoor bestaat vervolgens uit het voorlezen van dit door
de verhoorders opgestelde proces-verbaal aan Ömer respectievelijk Şevket.
Althans: bij Ömer lukt het om dit verhoor op 8 september 1999 op deze
wijze te laten verlopen. Ömer luistert aandachtig als de tolk hem de Turkse
vertaling van dit proces-verbaal voorleest. Hij onderbreekt deze voorlezing
herhaaldelijk om te benadrukken dat hij onschuldig is en dat hij dat ook
graag in het proces-verbaal vermeld wil hebben. De verhoorders antwoor-
den dan steeds dat dit proces-verbaal niet gaat over hoe hij tegen zijn zaak
aankijkt, maar dat het gaat om een chronologisch verhaal voor de rechter-
commissaris, en vervolgens gaat de tolk dan weer verder met voorlezen. Af
en toe wordt er op verzoek van Ömer een kleinigheid veranderd. Zo wordt
‘waar door ons werd ingebroken’ op zijn verzoek veranderd in: ‘waar werd
ingebroken’.
Een andere door Ömer voorgestelde verandering is interessanter. In het
proces-verbaal staat dat Nevzat kort na het misdrijf vertelde dat Adnan
twee vrouwen had doodgeschoten. Die ‘twee vrouwen’ moet ‘één vrouw’
zijn, zo zegt Ömer dan tegen de verhoorders. Hij dacht immers dat er maar
één vrouw was doodgeschoten. De verhoorders leggen hem dan, ongetwij-
feld voor de zoveelste keer, uit dat de daders op dat moment, kort na het
misdrijf, nog niet wisten dat een van de vrouwen de schietpartij overleefd
had en dat Nevzat daarom over twee vrouwen gesproken moet hebben.
Ze vragen Ömer of hij dat begrijpt en dan knikt Ömer en blijven de ‘twee
vrouwen’ in het proces-verbaal gewoon staan. Kortom, dit proces-verbaal
bevat nog meer dan andere processen-verbaal het verhaal van de politie
en niet dat van Ömer. Ömer stemt overigens wel in met dit verhaal van de
politie.
Een week later, op 15 september 1999, wordt een vergelijkbaar proces-
verbaal voorgelegd aan Şevket. Ook bij Şevket heeft de politie op grond
van zijn eerdere verklaringen een proces-verbaal gemaakt waarin Şevket
in chronologische volgorde vertelt wat er gebeurd is. Zo’n verhaal maken
is niet zo gemakkelijk. Şevket heeft immers allerlei verschillende dingen
verklaard. Soms heeft hij bekend dat hij bij het misdrijf is geweest; vaker

192

De Arnhemse villamoord.indd 192 28-11-2013 16:17:18


De rechtbank

heeft hij verklaard dat hij er niets mee te maken heeft. De politie heeft
een versie gemaakt waarin Şevket bekent dat hij heeft deelgenomen aan
het misdrijf. Het voorlezen van deze versie aan Şevket mislukt, want Şevket
zegt dat hij niet heeft deelgenomen aan het misdrijf. Ook in eerdere ver-
horen had Şevket vaak ontkend, maar toen lukte het de verhoorders bijna
altijd om hem met de nodige aandrang te bewegen om toch weer te gaan
bekennen. Zulke aandrang wordt in dit verhoor niet uitgeoefend, en Şevket
blijft ontkennen.
Şevket zegt in dit verhoor dat een van de overvallers nog vrij rondloopt,
namelijk de persoon van de compositietekening. Hij zegt ook wat hij een
kleine maand eerder al tegen de Duitse politie heeft gezegd: dat hij van
Nevzat heeft gehoord dat niet Adnan heeft geschoten, maar dat er twee
schutters waren: eerst heeft Huseyin geschoten en daarna Nevzat zelf.
Huseyin had de later doodgeschoten vrouw aangesproken, zo zegt Şevket.
De verhoorders vragen terecht hoe dat nu mogelijk is. Huseyin spreekt
namelijk geen woord Nederlands. De verhoorders merken terecht op dat
het zo langzamerhand heel moeilijk wordt om Şevket nog te geloven.
Op 28 september 1999 begint de rechter-commissaris met zijn verho-
ren. Marie, de callgirl bij wie Herman en Dave een poosje in huis hebben
gewoond, zegt dat het de politie was die haar verteld had dat de avond
waarop ooit Nevzat, Şevket en Hasan bij haar waren geweest (en waarop
Şevket volgens Herman gezegd zou hebben dat er in dat vrijstaande huis
niets te halen was), de avond van 2 september 1998 was geweest.
Op 5 oktober 1999 wordt Şevket gehoord bij de rechter-commissaris. Ook
hier zegt Şevket weer, net als op 15 september 1999 bij de politie, dat hij
van Nevzat had gehoord dat het Huseyin was die in de villa met de oude
vrouw had gepraat. Nogmaals: Huseyin spreekt geen woord Nederlands;
de dader sprak volgens Elisa correct Nederlands. Tot zover het onderzoek
door de rechter-commissaris.

De zittingen van de rechtbank

En dan beginnen de zittingen van de rechtbank. Op 11 oktober 1999 zegt


Şevket bij de rechtbank dat hij van Nevzat had gehoord dat Adnan degene
was die geschoten had. Hij komt daarmee dus weer terug op zijn meest
recente verhaal dat luidde dat niet Adnan maar Huseyin en Nevzat gescho-
ten zouden hebben.

193

De Arnhemse villamoord.indd 193 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

Herman vertelt op dezelfde zitting dat Şevket inderdaad, zoals hij ook
eerder verklaard heeft, ooit iets gezegd heeft over een huis waar niets te
halen was, maar dat hij niet weet of dat was op 2 september 1998. In de
discussie over wat Herman verklaart, wordt aan de officier van justitie
gevraagd waarom de latere bekennende verklaringen van Ömer niet zijn
opgenomen. Zij antwoordt volgens het proces-verbaal van dit verhoor van
Herman dat Ömer ‘al had bekend, het had dus geen zin meer om zijn ver-
dere verhoren op te nemen’.
Ook Kemal is op deze datum bij de rechtbank gehoord. In de zaal zit dan
ook Elisa. Zij ziet dan voor het eerst in levenden lijve de man die volgens
de politie haar belager geweest zou kunnen zijn. Herkent zij hem? Zij zegt
volgens het hierover opgemaakte proces-verbaal:

‘Als ik Kemal nu tijdens de zitting hoor praten (…) heb ik een gevoel
van herkenning. Ik krijg dan de gedachte dat Kemal degene is ge-
weest, die in mijn bijzijn op 2 september 1998, in perceel Apeldoorn-
seweg 232 te Arnhem, heeft gesproken. Ook heb ik het gevoel dat als
ik naar Kemal kijk, hij mogelijk degene is geweest die ik die dag in
de woning heb gezien. Hij moet dan de man geweest zijn, die Geke
onder schot hield, toen ik de woning binnen kwam.’

Deze gevoelens van herkenning kunnen nauwelijks gewicht in de schaal


leggen. De situatie is zeer suggestief. Elisa ziet in de rechtszaal de man
die ervan verdacht wordt dat hij de man is die zij gezien had. Later, bij de
behandeling in hoger beroep, zal deze ‘herkenning’ als bewijs ter zijde
worden geschoven, niet alleen door het hof maar ook door het Openbaar
Ministerie.
De volgende dag, op 12 oktober 1999, wordt de zitting van de rechtbank
voortgezet. Ömer vertelt dat het wapen dat hij op 2 september 1998 gezien
heeft, van het kaliber 7.65 millimeter was. Dit is belangrijk. Een van de wei-
nige dingen die vaststaan over het misdrijf, is dat er geschoten is met een
pistool met dit kaliber. In eerdere verklaringen heeft Ömer het altijd gehad
over een pistool van het kaliber 9 millimeter. Hoe is Ömer tot deze verande-
ring gekomen? Heeft hij inmiddels in het dossier het juiste kaliber gelezen?
Ook Şevket wordt op deze datum door de rechters ondervraagd. Hij ver-
klaart dat de schoten gelost zijn door Huseyin en Nevzat, en daarmee zegt
hij dus weer iets anders dan de vorige dag.

194

De Arnhemse villamoord.indd 194 28-11-2013 16:17:19


De rechtbank

Er is in deze dagen veel gedoe rond een alibi waarmee Nevzat komt aan-
zetten. Twee zwagers van Nevzat zeggen onder ede op de zitting dat ze
hem op de avond van 2 september 1998 thuis hebben gezien. De officier
van justitie laat deze getuigen onmiddellijk aanhouden wegens meineed.
Terecht, zo blijkt al snel. In het direct hierop volgende onderzoek verklaren
beide getuigen uiteindelijk dat ze zijn aangezet door de vrouw van Nevzat
om valse verklaringen af te leggen.
Op 13 oktober 1999 is er een schouw. De rechtbank gaat samen met een aan-
tal advocaten en verdachten naar de plaats delict. Op de oprit voor de villa
staat precies het soort auto waarnaar de politie steeds op zoek is geweest:
een blauwe Volkswagen Golf. Dat zal zo dadelijk van belang worden.
Op 18 oktober 1999 vraagt de advocaat van Şevket om een onderzoek naar
de verstandelijke vermogens van zijn cliënt. Dit verzoek wordt gehono-
reerd. Het hieruit resulterende onderzoeksrapport zit niet bij de stukken
die wij bezitten. Wij kennen slechts enkele citaten uit dit rapport. De offi-
cier van justitie citeert dat Şevket ‘een intellectueel zwak begaafde man’
is. Advocaat Hamer citeert dat Şevket ‘sterk beïnvloedbaar’ is, en: ‘op de
intelligentietest functioneert betrokkene op zwakbegaafd niveau’. Geheu-
genproblemen heeft hij overigens volgens dit rapport niet.
Op de zitting van 25 oktober 1999 merkt een van de advocaten op dat hij
tijdens de schouw van twaalf dagen eerder op het terrein voor de villa
een blauwe Volkswagen Golf heeft zien staan. De officier van justitie ant-
woordt dat dit de auto is van een schoonzus van de doodgeschoten Geke
en dat deze auto is uitgerechercheerd. De advocaten zeggen dat hierover in
het dossier niets te vinden is, en de officier antwoordt dat alleen onderzoek
dat iets oplevert wordt vastgelegd in een proces-verbaal.
Er gebeurt nog iets opmerkelijks op de zitting van 25 oktober 1999. Ömer
zegt volgens het desbetreffende proces-verbaal:

‘U vraagt mij wat ik na de overval heb gedaan. Ik heb op 2 september


1998 om 10 over 8 Judjel (fonetisch) opgehaald. Nadat ik de auto met
diesel gevuld had ben ik teruggekomen naar café Ada.’

Welnu, dit is iets nieuws, dat volkomen uit de lucht komt vallen. Ömer
heeft sinds april 1999 steeds bekend dat hij als chauffeur heeft deelge-
nomen aan het misdrijf. Het misdrijf moet op 2 september 1998 ’s avonds
kort vóór 8 uur zijn geëindigd. Volgens het verhaal van Ömer zijn de daders
daarna naar het huis van Kemal gereden. Vaststaat dat er die dag met

195

De Arnhemse villamoord.indd 195 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

het benzinepasje van Ömer om 20.50 uur is getankt. Nergens anders in de


stukken is sprake van het een kwartier na het misdrijf ophalen van ene
Judjel (fonetisch). Deze onzin is overigens vermoedelijk niet meer dan een
illustratie dat processen-verbaal van zittingen niet altijd kloppen.
Op 26 november 1999 komt de uitslag binnen van het DNA-onderzoek naar
een jas van Adnan. Ömer heeft in latere verklaringen gezegd dat hij direct
na het misdrijf, in zijn auto, vers bloed heeft gezien op de jas van Adnan.
Een jas van Adnan is in beslag genomen en onderzocht. Er worden sporen
van bloed gevonden. Dat bloed blijkt niet afkomstig van Geke of Elisa.
Op 7 december 1999 wordt Adnan door een Duitse rechter gehoord. Dit
gebeurt omdat Nederland zijn uitlevering wil. In Duitsland, zo zegt deze
rechter, is het voorbereidend onderzoek naar hem inmiddels gestaakt
‘wegens gebrek aan bewijs’. Adnan wordt niet uitgeleverd.
Op 14 en 17 december vinden dan de laatste zittingen van de rechtbank
plaats, voor het requisitoir en de pleidooien. De belangrijkste van de advo-
caten is Gerard Hamer. Hij was de advocaat van Hamza. Hij vraagt om
transcripties van de belangrijkste verhoren van Şevket en Ömer. Beter laat
dan nooit, zou je zeggen. Want uit die transcripties kan blijken hoe Ömer
en Şevket in hun verklaringen geleid zijn door de verhoorders. De officier
van justitie verzet zich echter tegen dit verzoek:

‘Ik bestrijd dat de processen-verbaal niet weergeven wat tijdens de


verhoren is gezegd. Het is een verhaal dat tijdens de verhoren naar
voren komt en dat logisch op papier wordt gezet. De belangrijke
stukken zitten daarin. De kern van het verhaal wordt op papier ge-
zet.’

De vraag is natuurlijk wat in dergelijke verhoren ‘de kern’ is. Voor de poli-
tie zal de kern bestaan uit de verklaringen waartoe men de bekennende
verdachten uiteindelijk weet te brengen. Voor wie echter vermoedt dat
deze verdachten niets met het misdrijf te maken hebben, zal de kern vooral
bestaan uit de wijze waarop de verhoorders erin slagen om de zo te zien
volstrekt onwetende verdachten te laten verklaren over dingen waar ze
niets van af weten. Bij zulke verschillende visies op wat de kern is, rest maar
één oplossing: het maken van transcripties. De rechtbank wijst dit verzoek
echter af omdat de advocaat er te laat mee komt. En na deze schermutse-
lingen houdt de officier van justitie haar requisitoir.

196

De Arnhemse villamoord.indd 196 28-11-2013 16:17:19


De rechtbank

Het requisitoir

De officier van justitie blijkt in haar requisitoir te kiezen voor het scenario
dat Kemal de persoon is die door Elisa is gezien en dat Adnan de schutter
is geweest. Zij verwijst naar een late verklaring van Ömer waarin Ömer
zegt dat hij van Kemal en Nevzat heeft gehoord dat het Kemal was die met
‘de oude vrouw’ had gepraat. En Kemal lijkt op de compositietekening en
praat ‘goed en netjes Nederlands’, aldus het requisitoir. Kemal kan zich
inderdaad redelijk redden in het Nederlands. ‘Goed en netjes Nederlands’
praat hij echter, getuige de opnames van de verhoren, zeker niet. En zijn
manier van praten lijkt in elk geval niet op het correcte Nederlands met
een accent dat Elisa op de gedachte had gebracht dat de dader misschien
een Molukker was. De keuze voor het scenario van Kemal die door Elisa
is gezien, terwijl Adnan degene is die geschoten heeft, is begrijpelijk. De
officier kan moeilijk zeggen dat het Adnan was die met de vrouwen had
gepraat. Adnan praat immers geen Nederlands, zoals zij ook zelf zegt. De
officier gaat niet in op de vraag hoe men zich nu precies moet voorstellen
dat Kemal, nadat hij de vrouwen naar het bed gedirigeerd had, vervolgens
is vervangen door Adnan, die geschoten heeft. Denkt zij dat Kemal heel stil-
letjes de kamer uit is geslopen en dat net zo onhoorbaar Adnan naar bin-
nen is gelopen, zonder dat Elisa dit heeft gemerkt? Het meest concrete dat
zij hierover zegt is:

‘[Kemal] is degene geweest die heeft gezegd dat zij [de twee
vrouwen] op bed moesten gaan liggen, waarna zij vlak daarna zijn
neergeschoten. Het kan toch bijna niet anders dan dat hij – ervan
uitgaande dat het daadwerkelijk Adnan is geweest die heeft gescho-
ten – gezien moet hebben wat Adnan heeft gedaan en in staat moet
zijn geweest om dit tegen te houden.’

Het verhaal van Elisa impliceert uiteraard dat de dader die zij gezien heeft
ook de schutter moet zijn geweest. Maar het is de logica van dit ontspoorde
politieonderzoek die de officier dwingt tot dit ongeloofwaardige scenario
van twee verschillende personen. De politie heeft zich laten verleiden tot
een scenario waarin Adnan de schutter zou zijn, maar tegelijkertijd kan hij
niet de dader zijn die door Elisa is gezien.
De officier bespreekt enkele getuigenverklaringen die passen bij haar
scenario. Ze vermeldt met geen woord de getuigenverklaring die voor-

197

De Arnhemse villamoord.indd 197 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

al leidend is geweest in dit onderzoek: de blauwe Volkswagen Golf die


omstreeks het tijdstip van het misdrijf de inrit van de villa zou zijn opge-
reden en die ertoe geleid had dat uiteindelijk zowel Ömer als Şevket ver-
klaard had dat de daders inderdaad met een blauwe Volkswagen Golf naar
de villa waren gereden. Waarom noemt zij deze getuigenverklaring niet in
haar requisitoir? Omdat een paar weken eerder een blauwe Volkswagen
Golf bij de villa was gezien? Die auto bleek van een schoonzus van Geke te
zijn. In het dossier is niets te vinden over deze blauwe Volkswagen Golf van
de schoonzuster. Had de officier in de tussentijd ontdekt dat dit misschien
de blauwe Volkswagen Golf was die door de getuige was gezien?
De officier noemt in haar requisitoir wel de oude grijze auto met open kof-
ferbak die gezien is op de zijweg van de Apeldoornseweg aan de andere
kant van het viaduct. In latere verhoren verklaart Ömer immers dat hij
zijn grijze Mercedes verplaatst heeft en dat hij toen ook de kofferbak had
geopend, en op deze manier zou deze getuigenverklaring precies passen
bij de verklaring van Ömer. In werkelijkheid kan dit echter niet of nauwe-
lijks. Het is erg onwaarschijnlijk dat Ömer, als hij inderdaad bij het misdrijf
gewacht heeft, zijn auto zo verplaatst zou hebben dat hij niet meer zicht-
baar was voor de daders als zij uit de villa zouden komen. Bovendien: het
de inrit oprijden van de blauwe Volkswagen Golf kan behoorlijk precies in
de tijd worden geplaatst: tussen half acht en kwart voor acht. De man die
de open kofferbak heeft gezien, is vervolgens doorgereden naar een ben-
zinestation. Daar komt hij volgens de bewakingscamera om 19.10 uur aan.
Hij moet dus vóór tien over zeven de open kofferbak hebben gezien. Dat is
te vroeg indien de daders pas na half acht zijn komen aanrijden. De officier
lost dit probleem enigszins op door deze observatie in de tijd te plaatsen,
niet – zoals correct zou zijn – tussen 19.00 en 19.10 uur, maar ‘tussen 19.00
uur en 19.30’. Ze zou echter moeten weten dat deze observatie met zeker-
heid vóór 19.10 uur is gedaan. Voor de strafzaak als geheel maakt dit detail
overigens weinig uit: er is hoe dan ook weinig aanleiding om te denken dat
deze waarneming iets te maken heeft met het misdrijf.
De officier verwijst in het requisitoir naar ‘getuigen die hebben verklaard
een donkerrode/zwarte auto c.q. Volkswagen Golf te hebben gezien op de
Apeldoornseweg. Ik verwijs naar de verklaringen van K(…) en G(…).’ K. zegt
inderdaad dat hij een donkerbruine of donkerrode Volkswagen Golf heeft
gezien. G. zegt echter dat zij een zwarte of donkerblauwe auto ‘met kof-
ferbak’ heeft gezien. Dat was dus zeker geen Volkswagen Golf. Voor de
strafzaak als geheel maakt het opnieuw allemaal weinig uit. Misschien

198

De Arnhemse villamoord.indd 198 28-11-2013 16:17:19


De rechtbank

heeft een van deze waarnemingen of hebben beide waarnemingen iets


te maken met het misdrijf. Er is echter geen reden om te denken dat deze
waarnemingen iets te maken hebben met de terechtstaande verdachten.
De officier wijst op opvallende overeenkomsten tussen enerzijds de ver-
klaringen van Şevket en Ömer en anderzijds de feitelijke situatie, zoals
Ömer die vertelde over een plafondschildering bij het viaduct en wat bleek
te kloppen: ‘Wij hebben dat zelf ook mogen constateren.’ Dat Ömer, twee
dagen voordat hij hierover vertelde, deze plafondschildering had gezien
toen hij werd rondgeleid in de buurt van de plaats delict, vertelt de officier
er niet bij.
Ook de verklaring van Ömer over hoe Elisa via een buitentrap naar boven
was gelopen, wordt door de officier gebruikt. ‘Ook hierover kan worden
gezegd dat de feitelijke situatie gelijk is aan de beschrijving die Ömer
geeft.’ Als je echter de opname van dit verhoor bekijkt, kun je zien hoe de
totaal onwetende Ömer (‘goeie puzzel!’) met moeite door de verhoorders
naar dit feitelijk kloppende verhaal wordt toe gepraat.
De officier wijst op allerlei overeenkomsten tussen de bekentenissen van
Ömer en van Şevket. Dat het ongetwijfeld de verhoorders waren die deze
verhalen naar elkaar toe hebben gepraat, vertelt zij er uiteraard niet bij.
Uit die overeenkomsten leidt de officier af dat de verklaringen van Ömer
betrouwbaar zijn.
Zij eist voor Hamza een gevangenisstraf van twee jaar, voor Herman vier
jaar, voor Şevket zes jaar, voor Ömer zeven jaar, voor Huseyin acht jaar, voor
Dave tien jaar, voor Nevzat en Hasan twaalf jaar en voor Kemal vijftien jaar.
Tot zover het requisitoir. Daarna is het woord aan de advocaten.

De pleidooien

De advocaat van Ömer zegt in zijn pleidooi dat er geen twijfel over moge-
lijk is dat Ömer heeft meegedaan met het misdrijf. Dat is opmerkelijk. In
1999 leefde blijkbaar nog nauwelijks het besef dat bekentenissen vals kun-
nen zijn. De Schiedammer parkmoord was nog geen rechterlijke dwaling
gebleken (die moord was toen zelfs nog niet gepleegd), en ook de Puttense
moordzaak zou pas in 2002 worden herzien. De advocaat betoogt echter
dat wat Ömer gedaan heeft, geen medeplegen was maar slechts mede-
plichtigheid, en dat was niet ten laste gelegd. Hij vraagt daarom om vrij-
spraak.

199

De Arnhemse villamoord.indd 199 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

Gerard Hamer, de advocaat van Hamza, houdt een gedegen pleidooi dat op
schrift, nog afgezien van de bijlagen, 82 pagina’s telt. Over de bekentenis-
sen van Ömer zegt hij:

‘Wie zegt u en mij niet dat die [Ömer] een fantast is. (…) Misschien
heeft [Ömer] wel informatie gehoord van anderen die het delict be-
gaan hadden.’

Hij omschrijft Ömer als ‘een getuige die zoveel weet over dit delict’. En
Ömer zou in de praktijk van Hamer

‘niet de eerste getuige annex verdachte [zijn] die fantasieën voor


waarheid verkoopt en zelfs bereid is op grond van eigen fantasieën
een tijd lang de gevangenis in te gaan’.

Zelfs Hamer heeft dus niet gezien dat de verklaringen van Ömer niet zozeer
het product zijn van fantasie, of misschien van informatie van de echte
daders, maar dat zij vooral het product zijn van de manier waarop hij ver-
hoord is.
De advocaat van Dave benadrukt dat de verklaringen van Şevket onbe-
trouwbaar zijn, en ook de verklaringen van Ömer, ‘zij het in mindere mate’.
Bij zijn pleitnotities zitten bijlagen waarin gewezen wordt op tegenstrij-
digheden in de verklaringen van Şevket en Ömer. Daarin wordt uitsluitend
gebruikgemaakt van de processen-verbaal. De ondeugdelijkheid van deze
verhoren blijkt echter pas echt uit de opnames. Van die opnames is hier
geen gebruik gemaakt.
Drie dagen later, op 17 december 1999, vindt de laatste zitting van de recht-
bank plaats. De advocaat van Nevzat zegt in zijn pleidooi over Ömer:

‘Op grond van zijn bekentenis kan in ieder geval worden aangeno-
men dat hij als dader betrokken is geweest bij de inbraak van 2 sep-
tember 1998.’

Maar, zo oppert deze advocaat, misschien heeft Ömer het misdrijf wel in
zijn eentje gepleegd. Meent deze advocaat dit serieus? Het Nederlands van
Ömer is nog slechter dan dat van Kemal. Het is onmogelijk dat Ömer iets
zou zeggen dat door Elisa gekarakteriseerd zou worden als correct Neder-
lands.

200

De Arnhemse villamoord.indd 200 28-11-2013 16:17:19


De rechtbank

De advocaat van Hasan oppert in zijn pleidooi:

‘Is het mogelijk, dat [Ömer], omdat hij alles zo goed blijkt te weten
samen met iemand anders uit de groep ter plaatse is geweest en dat
er voor het overige niemand aan de inbraak heeft deelgenomen?’

Ook deze advocaat beseft dus blijkbaar niet dat alles wat Ömer ‘zo goed
blijkt te weten’ afkomstig kan zijn van de verhoorders.
Samenvattend: geen van de advocaten trekt fundamenteel de bekentenis-
sen van Ömer in twijfel. Alleen Hamer oppert dat het misschien fantasieën
waren. Dat Ömer bijna helemaal gevoerd en gestuurd is door de verhoor-
ders, is blijkbaar door niemand opgemerkt. Niemand vraagt aandacht voor
de wijze waarop Ömer gestuurd is naar zijn verklaring dat Elisa de trap
omhoog opliep. Niemand vraagt aandacht voor het feit dat Ömer er aan-
vankelijk met geen mogelijkheid in slaagde om de juiste auto te noemen.
Niemand vraagt aandacht voor het moment waarop aan Şevket gevraagd
wordt of de kleur van het busje misschien oranje met paarse stippen was,
waarop Şevket, zoals zo vaak, antwoordt: waarschijnlijk. Het is goed dat
de verdachtenverhoren zijn opgenomen, maar als ze vervolgens niet goed
worden bekeken, hebben die opnames weinig zin.

Het vonnis

Op 29 december 1999 doet de rechtbank uitspraak. Alle verdachten worden


veroordeeld, tot straffen tussen de twee en tien jaar. Hamza (de man van
het busje uit Amsterdam) en Herman krijgen twee jaar, Şevket en Ömer vijf
jaar, Huseyin, Dave en Hasan acht jaar, en Nevzat en Kemal tien jaar. In het
vonnis van Nevzat staat:

‘Niettegenstaande het feit dat de verklaringen van [Ömer] op onder-


delen niet met elkaar overeenstemmen is de rechtbank van oordeel
dat diens verklaringen op essentiële onderdelen consistent zijn en
worden bevestigd door andere verklaringen en door de feitelijke si-
tuatie ter plaatse. Daarom gebruikt de rechtbank de verklaringen
van [Ömer] als bewijsmiddelen.’

Bij het vonnis horen bewijsmiddelen. Dat is een lijst met passages uit pro-
cessen-verbaal die volgens de rechtbank bewijzen dat de verdachte gedaan

201

De Arnhemse villamoord.indd 201 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

heeft waarvoor hij wordt veroordeeld. Die lijst met bewijsmiddelen wordt
alleen opgesteld als de verdachte in hoger beroep gaat. Alle verdachten
behalve Ömer gaan in hoger beroep. De bewijsmiddelen bij het vonnis van
Nevzat worden uitgewerkt op 17 april 2000. De getuigenverklaring over
de blauwe Volkswagen Golf die rond de tijd van het misdrijf de oprit zou
zijn opgereden en die in het requisitoir niet was vermeld, staat wel bij de
bewijsmiddelen (nr. 5). Ook het proces-verbaal waarin Elisa verklaart dat ze
bij het zien en horen van Kemal in de rechtszaal een ‘gevoel van herkenning’
had, wordt geciteerd (nr. 11). Ook de rechtbank gaat er dus van uit dat Kemal
de dader is die door Elisa is gezien. Er wordt vooral veel geciteerd uit de
verklaringen van Ömer, bijvoorbeeld hoe hij de vrouw de trap op zag lopen
(nr. 16). Er wordt merkwaardig genoeg ook geciteerd uit een verklaring van
Ömer die zegt dat Kemal gezegd had dat Adnan de vrouw bedreigd had
(nr. 25). Dit is merkwaardig omdat de rechtbank immers aanneemt dat het
niet Adnan maar Kemal was die Elisa had bedreigd; zie bewijsmiddel 11. In
bewijsmiddel 25 wordt ook Ömer geciteerd, die zei dat hij direct na afloop
van het misdrijf had gehoord: ‘Kemal verweet Adnan dat hij de vrouw had
neergeschoten.’ Welnu, zoals al vaker betoogd: dat kan onmogelijk waar
zijn. Als deze verdachten inderdaad dit misdrijf gepleegd zouden hebben,
zouden zij immers op dat moment nog steeds gedacht hebben dat er niet
één vrouw maar twee vrouwen waren neergeschoten. In de bewijsmidde-
len wordt zelfs geciteerd uit de verklaring waarin Nevzat zegt dat hij Şevket
en Hasan op geheimzinnige toon had horen zeggen dat Huseyin iets met
de moord te maken had en dat hij zelf gehoord had dat Kemal ermee te
maken had (nr. 35). Het laatste bewijsmiddel (nr. 50) geeft een citaat uit een
verklaring van Dave, die zegt dat hij op 2 september 1998 Kemal, Huseyin,
Nevzat, Şevket en Hasan en vermoedelijk ook Ömer en Hamza bij elkaar
heeft gezien. Dat dit volgens de verklaring van Dave niets met het misdrijf
te maken heeft, maar dat Dave zei al deze personen samen gezien te heb-
ben voor de deur van ene Mehmet, is in de bewijsmiddelen weggelaten,
zodat je denkt dat dit gaat over het misdrijf. Ook weggelaten is dat Dave
eerder zei dat hij niet weet of deze samenkomst plaatsvond op 2 september
1998, ‘omdat ik van dag tot dag leef’. Dave leefde in die tijd naar eigen zeg-
gen in een permanente roes van drugs en alcohol.
En daarmee is de procesgang bij de rechtbank ten einde. Alle verdachten
behalve Ömer gaan in hoger beroep. Bij het gerechtshof wordt de zaak
grondiger behandeld dan bij de rechtbank, zo zullen we zien in het volgen-
de hoofdstuk.

202

De Arnhemse villamoord.indd 202 28-11-2013 16:17:19


8 HET HOF

Op 8 mei 2000 vindt de eerste regiezitting plaats van de behandeling in


hoger beroep bij het Gerechtshof Arnhem. De advocaten vragen op deze
eerste zitting om kopieën van de videobanden van de verdachtenverhoren.
Het hof wijst dit verzoek af: het is voldoende dat de advocaten de banden
kunnen bekijken op het kantoor van de rechter-commissaris. (Het proces-
verbaal van deze zitting hebben wij niet. Onze bron is het cassatieverzoek
van Spong van 31 mei 2001, p. 7.)
Op 29 mei 2000 vindt de eerste gewone zitting van het hof plaats. De
advocaten willen graag een kopie van het psychiatrisch rapport dat tijdens
de behandeling bij de rechtbank is opgesteld over Şevket. Het hof beslist
dat de verdediging dit rapport niet zal krijgen, omdat dit een te ernstige
schending zou zijn van de persoonlijke levenssfeer van Şevket. Coppoolse,
de nieuwe advocaat van Nevzat, vraagt om transcripties van verhoren van
Şevket; het hof beslist dat dit niet nodig is.
Tijdens de zittingen van het hof wordt Ömer herhaaldelijk uitvoerig
als getuige gehoord. Ömer is geen verdachte meer; hij is immers niet in
hoger beroep gegaan. Het horen van Ömer begint al op deze eerste zit-
ting van 29 mei. Ömer verklaart onder andere dat direct na het misdrijf,
terugrijdend in de auto naar het huis van Kemal, was gezegd dat Adnan
‘twee vrouwen doodgeschoten [zou] hebben’. Een opmerkelijke uitspraak!

203

De Arnhemse villamoord.indd 203 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

We hebben immers gezien dat Ömer dit bij eerdere gelegenheden bijna
steeds verkeerd zei.
De volgende dag, op 30 mei 2000, wordt het verhoor van Ömer voortgezet.
Hij vertelt dat toen hij met zijn kompanen op 2 september 1998 aankwam
bij de villa, het begon te schemeren: ‘Ik heb bij de politie ook verklaard dat
het donker begon te worden.’ De lezer zal zich herinneren hoe Ömer in wer-
kelijkheid in zijn eerste bekennende verklaringen bij de politie zei dat het
misdrijf tegen middernacht was gepleegd (en toen was het uiteraard al
volkomen donker).
Op deze zittingsdag wordt ook de ex-vrouw van Ömer gehoord. Zij zegt
over haar ex-man: ‘Als het hem uitkomt gaat hij liegen.’

Het rapport van Rassin

Op 8 juni 2000 verschijnt een rapport van de rechtspsycholoog dr. Eric Ras-
sin over de betrouwbaarheid van de verklaringen van Ömer en Şevket. Dit
rapport is geschreven in opdracht van de advocaten van Herman, Hamza
en Dave. Eerder hadden de advocaten het hof al gevraagd om een deskun-
dige een dergelijk onderzoek te laten uitvoeren. Dat verzoek was afgewe-
zen.
Rassin beperkt zich in zijn rapport tot een analyse van de processen-verbaal
van de verhoren van Ömer en Şevket bij de politie en de rechtbank. Hij con-
stateert dat hun verklaringen niet betrouwbaar zijn in de technische bete-
kenis waarin psychologen dit woord gebruiken. (Psychologen gebruiken
de term ‘betrouwbaar’ voor wat in gewoon Nederlands ‘consistent’ wordt
genoemd.) De vraag is natuurlijk of Ömer en Şevket wellicht, zoals de poli-
tie zal aannemen, hun verklaringen hebben bijgesteld omdat ze geleide-
lijk aan steeds meer de waarheid zijn gaan vertellen. Rassin bespreekt de
mogelijkheid dat de bekennende verklaringen daarentegen het gevolg zijn
van suggestieve verhoren en van ‘vergaande herformuleringen’ van de uit-
spraken in de processen-verbaal. Rassin meent dat dit wel eens ‘deels’ het
geval zou kunnen zijn.
Het is onwaarschijnlijk, aldus Rassin, dat de verdachten ten tijde van de
verhoren, meer dan een half jaar na dato, zich alles nog zo precies kunnen
herinneren als blijkt uit de processen-verbaal. En zij zullen er met elkaar en
met anderen over gepraat hebben, en ook dat beïnvloedt het geheugen.
Het is ook ongeloofwaardig dat de verdachten zich in latere verhoren steeds
meer details gaan herinneren. En als Şevket zegt dat zijn broer Kemal direct

204

De Arnhemse villamoord.indd 204 28-11-2013 16:17:19


Het hof

na het misdrijf gezegd heeft dat Adnan ‘een vrouw’ heeft doodgeschoten,
dan moet dit welhaast het resultaat zijn van latere informatie. Een ander
voorbeeld is Şevket die zegt dat hij Herman verdenkt van deelname aan
het misdrijf, omdat hij gehoord heeft dat Herman hem (Şevket) verdenkt.
Rassin oppert dat al deze dingen erop wijzen dat later gegeven informatie
‘onbewust deel is gaan uitmaken van de herinneringen en verklaringen
van de verdachten’. Maar misschien, zo oppert Rassin, hebben de verdach-
ten ook wel gewoon uit vermoeidheid bekend, eenvoudigweg om van de
uitputtende verhoren af te zijn.
Zou er meer aan de hand kunnen zijn dan alleen maar geheugenproble-
men? Heeft de politie geprobeerd om het bewijs rond te krijgen en daarom
verklaringen en processen-verbaal bijgestuurd? Rassin ziet aanwijzingen
in die richting. In het proces-verbaal van zijn eerste bekentenis zegt Ömer
dat het misdrijf ergens rond 11 uur ’s avonds begon (in werkelijkheid begon
het vóór 8 uur ’s avonds, toen het nog licht was). Elisa spreekt steeds van
één dader, terwijl er in het scenario waarop is veroordeeld sprake moet zijn
geweest van een stuk of tien daders. De advocaten, zo schrijft Rassin, wij-
zen op allerlei tegenstrijdigheden in de verklaringen van Ömer en Şevket.
Om te weten of hier sprake is geweest ‘van suggestieve, indringende ver-
horen en/of van onjuiste weergaven in de processen-verbaal’ zou je trans-
cripties van de verhoren moeten hebben. Die zijn er echter niet, aldus nog
steeds het rapport van Rassin. Je zou ook de videobanden kunnen bekijken,
maar dat is ‘zeer arbeidsintensief’ en kan

‘als uiterste resultaat niet meer (…) opleveren dan dat er inderdaad
aanwijzingen zijn voor de hypothese dat in de verschillende verho-
ren suggestieve vragen werden gesteld en/of dat de in het dossier
opgenomen processen-verbaal niet altijd overeenkomen met het-
geen voorviel tijdens de verhoren’.

Deze passage wijst er eens te meer op dat Rassin niet zelf de banden heeft
bekeken. Wie de banden wél bekijkt, ziet dat er heel wat meer aan de
hand is dan ‘aanwijzingen voor de hypothese’ dat er suggestieve vragen
zijn gesteld. Op de banden is te zien hoe Şevket in zijn verklaringen alle
kanten opgaat, en hoe Ömer gestuurd wordt naar verklaringen over zaken
waarvan hij zonder hulp van de verhoorders geen flauw benul heeft. Ras-
sin heeft blijkbaar niet beseft hoezeer deze strafzaak, hoe gruwelijk ook,
voor een rechtspsycholoog een goudmijn is, en hoe belangrijk een meer

205

De Arnhemse villamoord.indd 205 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

gedegen rapport over deze zaak wellicht had kunnen zijn. Rassin heeft ove-
rigens wel gelijk als hij schrijft dat analyse van de banden erg veel werk
is. Zo’n analyse kost maanden. Normaliter kan een getuige-deskundige
onmogelijk zoveel tijd vrijmaken voor één rapport. In de rechtsgang heeft
het rapport van Rassin nauwelijks nog een rol gespeeld.

Zittingen in juni 2000

Op 13 juni 2000 is er weer een zitting van het hof. Op deze zitting wor-
den op verzoek van de verdediging videobanden van verhoren van Şevket
en Ömer afgespeeld. Van Şevket worden veertien fragmenten getoond, in
totaal zo’n tweeënhalf uur. Het langste fragment komt uit het niet gever-
baliseerde verhoor door onderzoeksleider Ad van 22 april 1999, waarin Ad
erin slaagt om Şevket, die aanvankelijk ontkent, weer aan het bekennen
te krijgen. Via allerlei tussenstapjes: Şevket zegt dat hij er misschien wel
bij is geweest maar dat hij het zich niet meer herinnert, hij zegt dat hij
zal ‘accepteren’ dat hij erbij is geweest, hij vraagt wat er gebeurt als hij
nu bekent maar anderen vervolgens zeggen dat hij er niets mee te maken
heeft, hij zegt dat hij alleen maar vertelt wat hij van anderen gehoord
heeft, dat zijn eerdere bekentenissen kloppen, dat hij er niet bij is geweest,
dat hij zich niets meer kan herinneren, dat zijn eerdere bekentenissen ver-
zonnen waren, en ten slotte dat zijn eerdere bekentenissen wél kloppen
maar dat zijn kennis beperkt is tot wat hij eerder al verteld heeft. Kortom,
een verhoor dat fraai illustreert dat Şevket met de wijze waarop onder-
zoeksleider Ad verhoort, gebracht kan worden tot de meest uiteenlopende
verklaringen, van ontkennen via allerlei tussenvormen tot bekennen.
Ook van Ömer worden stukken van verhoren getoond. Het gaat steeds om
het verhoor van 9 april 1999, waarin Ömer voor het eerst bekent. Getoond
wordt een klein uur vanaf het moment waarop hij begint te bekennen. Te
zien is hoe Ömer allerlei auto’s noemt die aan het misdrijf zouden hebben
deelgenomen, maar er steeds niet in slaagt om het soort auto te noemen
dat de verhoorders willen horen: een blauwe Volkswagen Golf. Te zien is
hoe, als Ömer een blauwe Ford Scorpio oppert, onderzoeksleider Ad rea-
geert met ‘ik zal je helpen, blauw is goed’, en hoe Ömer verderop zegt dat
hij zich niet meer kan herinneren wat voor soort auto het was maar dat
hij de kleur nog wel weet: blauw. Te zien is hoe Ömer begint met te zeg-
gen dat het misdrijf gepleegd is door Nevzat en Kemal, hoe de verhoorders,
die van Şevket hebben gehoord dat Adnan de schutter zou zijn geweest,

206

De Arnhemse villamoord.indd 206 28-11-2013 16:17:19


Het hof

aandringen dat het niet alleen Nevzat en Kemal zijn geweest, en hoe Ömer
vervolgens de ene na de andere naam noemt, totdat hij ten slotte met
behulp van een boek met foto’s eindelijk de foto van Adnan aanwijst, maar
dan is het totale aantal door Ömer genoemde daders inmiddels al opgelo-
pen tot acht, voor een misdrijf waarbij het overlevende slachtoffer slechts
één dader heeft gezien en er ook voor het overige niets wijst in de richting
van meer dan één dader.
Kortom, de getoonde fragmenten uit de verhoren van Şevket en Ömer zijn
uitstekend gekozen. Tijdens het vertonen van verhoren van Şevket wordt
zijn broer Kemal erg boos. Hij begint te vechten. Ook Huseyin raakt in die
vechtpartij betrokken. Beide verdachten worden de zaal uitgezet. En:

‘Tijdens het tonen van de video-opnamen [van Ömer] worden door


de medeverdachten Herman en Dave diverse gebaren en opmerkin-
gen gemaakt zoals het opsteken van de middelvinger en “Deze bull-
shit geloof je toch niet!”.’

Welk effect deze opnames op de overige aanwezigen hebben gehad, valt


helaas niet na te gaan.
Vervolgens wordt opnieuw Ömer uitvoerig gehoord. Hij zegt dat hij zich
tijdens de verhoren niet te zeer onder druk gezet voelde. Hij blijkt nog
steeds te denken dat, voordat hij begon te bekennen, Nevzat een belas-
tende verklaring over hem had afgelegd. (De lezer zal zich herinneren dat
Şevket gezegd had dat hij van Nevzat gehoord had dat ook Ömer erbij was
geweest, en dat de verhoorders vervolgens net deden alsof er dus twee
personen tegen Ömer hadden verklaard: Şevket en Nevzat.) Ömer legt uit
waarom hij in zijn eerste bekentenis allerlei auto’s genoemd had die aan
het misdrijf zouden hebben deelgenomen: een Ford Scorpio omdat Her-
man zo’n auto had, een Mitsubishi omdat Dave zo’n auto had, en een BMW
omdat een vriend van hem zo’n auto had:

‘Op de vraag of ik met betrekking tot de door mij genoemde auto’s


gokte naar de waarheid antwoord ik ontkennend.’

Aldus Ömer volgens het proces-verbaal van de zitting van 13 juni 2000. En
inderdaad: hij gokte niet naar de waarheid, hij besefte ongetwijfeld heel
goed dat hij zat te liegen.

207

De Arnhemse villamoord.indd 207 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

De volgende dag, op 14 juni 2000, worden de zittingen voortgezet. Onder-


zoeksleider Ad wordt gehoord. Hij verklaart dat de verhoren van Ömer vol-
gens hem ‘door de bank genomen goed’ waren verlopen. En dat hij bij het
verhoor waarin Ömer voor het eerst bekende om tactische redenen de tolk
had weggehaald. Ad zegt ook dat Herman al in september 1998 een ver-
klaring had afgelegd. Ons is daarvan niets bekend. Als dit waar is, zou het
interessant zijn om te weten waarom Herman al zo snel na de moord was
gehoord. Maar waarschijnlijker is dat Ad zich eenvoudigweg vergist. Hij
verklaart bijvoorbeeld ook:

‘De compositietekening is aan diverse personen getoond. Hij zou de


chauffeur van de Mercedes zijn of in ieder geval in de Mercedes heb-
ben gezeten.’

Dat is onzin. Een auto van dit merk is nooit genoemd voordat Ömer met
zijn Mercedes in beeld kwam.
Op 20 juni 2000 is er weer een zitting. De belangrijkste verhoorder van
Ömer, Ben, vertelt dat hij in de verhoren, toen Ömer nog ontkende, druk
moest opbouwen ‘omdat [Ömer] in het begin van de verhoren loog’. Ook
hij bevestigt dat in het eerste verhoor waarin Ömer bekende om tactische
redenen de tolk was weggehaald. Ben zegt ook:

‘[Ömer] kwam plotseling met het verhaal van de beschilderde koe-


peltjes op het viaduct. Ik ben daar zelf wezen kijken en het bleek te
kloppen.’

En inderdaad, toen Ömer tijdens de reconstructie op 18 mei 1999 zo’n koe-


peltje inliep en de schildering daarin zag, werd hij vergezeld door Ben en
diens collega-verhoorder Henk. Ben en Henk maakten toen nog even een
aanvullend proces-verbaal waarin zij erop wezen dat Ömer hen bij die
gelegenheid had gewezen op die schildering, die zijzelf toen voor het eerst
zagen. Maar waarom vermeldt Ben dit? Wat bewijst dit over het misdrijf?
Het bewijst alleen eens te meer dat Ömer in staat is om iets te zeggen – in
dit geval: dat hij die schilderingen ook al op 2 september 1998 had gezien –
waarvan hij denkt dat de verhoorders dit graag willen horen. Ben zegt ver-
der bij het hof:

208

De Arnhemse villamoord.indd 208 28-11-2013 16:17:19


Het hof

‘Toen de foto van Adnan erbij gehaald werd zijn we gestopt; we had-
den toen een beeld van de samenstelling van de groep.’

Dat klopt: Ben stopte tijdens de eerste bekentenis met het vragen naar nog
meer namen van daders toen Ömer ten slotte, na allerlei andere namen
genoemd te hebben, de ‘goede’ foto aanwees, de foto van Adnan.
Op 23 juni 2000 is er weer een zitting. Kemal wordt gehoord. Hij zegt:

‘Nevzat, Hasan, Huseyin en [Ömer] hebben de overval gepleegd.’

En even verderop:

‘Wist ik maar wie het gedaan had.’

Kemal laat geen misverstand bestaan over zijn verstandhouding met de


andere verdachten:

‘De anderen zijn mijn vijanden; ze willen mij vermoorden en ik hen


ook.’

Verhoorder Ben wordt weer gehoord. In de herinneringen van de verhoor-


ders beginnen fouten te sluipen. De meeste van deze fouten zijn niet de
moeite van het vermelden waard. Maar verhoorder Ben zegt, als we het
proces-verbaal van deze zitting mogen geloven, ook iets dat wél de moeite
waard is:

‘De kluis waar het kennelijk om ging was ingebouwd; die moest er
dus uitgehakt worden. De kluis was ongeveer 50 bij 80 cm.’

Hoe komt verhoorder Ben hier nu bij? Zijn dit de maten van de kluis in de
kelder van de villa? Tijdens het politieonderzoek was er het idee dat het in
dit misdrijf ging om een brandkast, en dat idee was vooral het gevolg van
het feit dat Ömer zoveel daders had genoemd. De enige verklaring voor
zoveel daders leek te zijn dat er blijkbaar iets heel zwaars vervoerd moest
worden: een brandkast. En waarom meent Ben nu opeens dat er een kluis
‘uitgehakt’ moest worden? Omdat de kluis op de Apeldoornseweg inge-
bouwd is? Vaststaat echter dat de echte dader, wie dat ook geweest moge
zijn, geen belangstelling had voor de kluis: de spinnenwebben rond deze

209

De Arnhemse villamoord.indd 209 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

(lege) kluis waren onberoerd. Er is geen enkele aanwijzing dat het misdrijf
iets met deze kluis te maken had.

Dave pleegt zelfmoord

Begin augustus 2000 verhangt Dave zich in zijn cel. Hij laat een brief na
‘waarin hij aangeeft dat hij onschuldig is en er niet meer tegen kon’ (brief
Smits, advocaat van Hasan, van 7 december 2006). Er bestaat een proces-
verbaal over het overlijden van Dave. Het Openbaar Ministerie heeft dat
proces-verbaal niet aan de verdediging gegeven omdat men dat ‘eigenlijk
niet kies’ vond. Het hof sluit zich hierbij aan. Wij kennen dit proces-verbaal
niet. Het zou de moeite waard zijn om meer te weten over de zelfmoord
van Dave. De advocaat-generaal – bij de rechtbank heet de vertegenwoor-
diger van het Openbaar Ministerie officier van justitie; bij het gerechtshof
heet deze zelfde functionaris advocaat-generaal – zegt hierover nog:

‘Enkele dagen voor zijn overlijden heeft [Dave] een brief geschreven
aan ene De Vries.’

Zo dadelijk zal blijken dat dit niet zomaar ‘ene’ De Vries is, maar de bekende
misdaadverslaggever Peter R. de Vries. Later zal ook Nevzat contact zoeken
met Peter R. de Vries en diens misdaadprogramma, dat in deze tijd al volop
bezig is met een lange serie televisie-uitzendingen over de valse bekente-
nissen in de Puttense moordzaak.

Ook Herman bekent?

In september 2000 belt Ömer vanuit de gevangenis naar de politie, naar


zijn vaste verhoorder Ben. Ömer vertelt Ben dat hij beschikt over een beken-
tenis van Herman. Herman had in de gevangenis aan een medegevangene,
ene Jeroen, verteld hoe hij (Herman) had meegedaan aan de overval op
de Apeldoornseweg. Later was Ömer in de gevangenis deze Jeroen tegen-
gekomen en Jeroen had toen op verzoek van Ömer opgeschreven wat hij
(Jeroen) van Herman hierover had gehoord.
Dat is interessant! Na bekentenissen van Ömer en Şevket lijkt hier sprake te
zijn van een derde verdachte die een bekentenis aflegt. Of althans: die aan
een medegevangene vertelt dat hij een van de daders was. Het betreft dus

210

De Arnhemse villamoord.indd 210 28-11-2013 16:17:19


Het hof

een verklaring van horen zeggen. Desondanks is het natuurlijk van groot
belang om dit nader uit te zoeken.
Verhoorder Ben bezoekt Ömer in de gevangenis. Hij krijgt van Ömer een
door Jeroen ondertekende handgeschreven tekst waarin staat dat Herman
tegen hem (Jeroen) gezegd had dat hij (Herman) Kemal had geholpen met
de planning, dat hij de inbraak had gepleegd samen met Turken en nog een
Hollandse jongen, dat het niet de bedoeling was geweest om iemand dood
te maken, dat Kemal binnen mensen bedreigd had en dat ze vanwege een
brandkast een bus hadden meegenomen.
Eigenaardig aan deze verklaring is dat de naam van de ondertekenaar
(Jeroen) geschreven is in een ander handschrift dan de eigenlijke tekst.
Bovendien valt op dat de tekst geschreven is door iemand die zelfs voor een
bajesklant het Nederlands wel heel erg matig beheerst. Deze ‘Jeroen’ schrijft
bijvoorbeeld: ‘Wij hebben planing allen inbraak’, terwijl zoiets bedoeld is
als: ‘Wij hadden alleen een inbraak gepland.’ Ben voegt de handgeschreven
verklaring van deze Jeroen bij een proces-verbaal waarin hij bericht hoe hij
hierover door Ömer is benaderd. Hij vermeldt in dit proces-verbaal ook dat
Ömer tegen hem gezegd heeft dat deze Jeroen de verklaring niet zelf heeft
gelezen. Dat is merkwaardig! Een door Jeroen ondertekende verklaring die
door deze zelfde Jeroen niet is gelezen?
De waarheid komt al vrij snel aan het licht wanneer deze Jeroen wordt
opgeroepen door het hof. Jeroen zegt dat hij deze verklaring nog nooit heeft
gezien. Het is waar dat hij in de gevangenis Herman is tegengekomen. Hij
heeft vaak met Herman gepraat over de overval op de Apeldoornseweg.
Herman heeft hem echter altijd bezworen dat hij daar niets mee te maken
had. Herman en Dave hadden contact gezocht met Peter R. de Vries, aldus
nog steeds Jeroen, en zo weten we dankzij de verklaring van deze Jeroen
wie de eerdergenoemde ‘ene De Vries’ is met wie Dave kort voor zijn zelf-
moord contact had gezocht. Jeroen was in de gevangenis niet alleen Dave
en Herman tegengekomen; hij was later ook Ömer tegengekomen en had
toen ook met Ömer gepraat over Herman. Ömer had hem gevraagd om
zijn naam te zetten op een blanco vel papier. Dat was nodig, zo zou Ömer
hem gezegd hebben, voor een machtiging om 50 cent af te schrijven van
zijn rekening voor de gedetineerdenpot.
Als dit verhaal van Jeroen klopt, dan zou Ömer dus eigenhandig een van
A tot Z gelogen verklaring hebben geschreven op een vel papier waarop
al de naam van Jeroen stond. De naam van Jeroen staat een beetje over
de eigenlijke verklaring heen. Of beter gezegd, als het verhaal van Jeroen

211

De Arnhemse villamoord.indd 211 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

waar is, staat de naam van Jeroen onder een stukje van de eigenlijke ver-
klaring. Is de handtekening over de tekst heen geschreven of is de tekst
over de handtekening heen geschreven? Deze vraag wordt voorgelegd aan
schriftdeskundigen van het NFI, het Nederlands Forensisch Instituut.13 Het
NFI komt tot de conclusie dat waarschijnlijk de tekst over de handtekening
heen is gezet. Dat geeft dus steun aan de verklaring van Jeroen dat Ömer
geprobeerd heeft hem erin te luizen.
Ömer wordt op 7 november 2000 door het hof gehoord over deze kwes-
tie. Hij geeft toe dat hij inderdaad Jeroen een blanco vel papier heeft laten
tekenen en dat hij vervolgens buiten medeweten van Jeroen de verklaring
over Herman heeft opgeschreven. De advocaat-generaal probeert later in
zijn requisitoir deze ontluistering van zijn kroongetuige nog enigszins te
temperen door erop te wijzen dat ook de verklaring van Jeroen niet erg
betrouwbaar lijkt. Hoe waarschijnlijk is het immers dat een doorgewinter-
de crimineel als deze Jeroen zo dom zou zijn om zijn naam te zetten op een
blanco vel papier van een medegedetineerde, zogenaamd voor een mach-
tiging om 50 cent van zijn rekening af te schrijven, terwijl hij in werkelijk-
heid al een permanente machtiging had afgegeven om elke maand 50 cent
van zijn rekening te laten afschrijven? Dat klinkt inderdaad raar. Toch doet
de eventuele onbetrouwbaarheid van Jeroen niets af aan wat Ömer hier
gedaan heeft. Wat heeft Ömer nu eigenlijk precies geprobeerd te doen?
Ömer knutselt onder valse voorwendsels een nieuwe valse bekentenis in
elkaar. Hij kent een medegevangene, die op zijn beurt weer Herman kent.
Hij zorgt ervoor dat de naam van die medegevangene terechtkomt onder
een door Ömer zelf opgestelde verklaring waarin iets staat waarvan Ömer
weet dat het niet waar is: dat ook Herman heeft toegegeven dat hij had
meegedaan met het misdrijf.
Dit gedrag van Ömer gaat een stuk verder dan zijn eerdere valse bekente-
nissen. Waarom doet hij dit? Zijn eerdere valse bekentenissen zijn te begrij-
pen als een poging om zijn eigen straf zo gering mogelijk te houden. Maar
zijn eigen rechtsgang is nu beëindigd. Waarom wil hij nu alsnog nieuw vals
bewijs tegen zijn kompanen produceren?
Het antwoord op deze vraag weten we niet. Gek is Ömer niet. Hij heeft wel-
iswaar het buskruit niet uitgevonden, maar een zwakzinnige of geestelijk
gestoorde indruk maakt hij ook niet. Wordt hij misschien bedreigd door de
echte dader, die er alle belang bij heeft dat de verkeerde verdachten veroor-
deeld worden? Voor dit scenario ontbreekt elke aanwijzing. Hoopt hij met
deze verklaring van Jeroen aanspraak te kunnen maken op de beloning die

212

De Arnhemse villamoord.indd 212 28-11-2013 16:17:19


Het hof

kort na het misdrijf was uitgeloofd door het Openbaar Ministerie? Ömer
zelf zegt dat hij de politie gevraagd heeft of hij in ruil voor deze verklaring
zijn zoontje zou mogen zien. Eén ding is zeker: de gang van zaken rond deze
verklaring van Jeroen bewijst dat Ömer er niet voor terugschrikt om vals
bewijs tegen zijn kompanen te produceren. Maar hoe kan men vertrou-
wen op bekentenissen van iemand die blijkbaar bereid is om vals bewijs te
produceren? Toch zullen ook in hoger beroep de verdachten veroordeeld
worden, en opnieuw zal de veroordeling eigenlijk alleen maar berusten op
de bekentenissen van Ömer.

Latere zittingen

Op de zitting van 31 oktober 2000 wordt niet alleen Jeroen gehoord. Ook
politiemensen worden gehoord, onder wie Henk, de verhoorder die samen
met Ben de meeste verhoren met Ömer heeft gedaan. Henk wijst erop dat
wat Ömer vertelde over de beschilderde koepeltjes bewijst dat hij daar echt
geweest is:

‘Met betrekking tot het verhaal van [Ömer] over de beschilderde


koepeltjes moet ik zeggen dat hij daar daadwerkelijk gelopen moet
hebben, anders had hij dat niet kunnen zien.’

Het klopt natuurlijk wat Henk hier zegt: Ömer heeft daar daadwerkelijk
gelopen, en wel tijdens de reconstructie op 18 mei 1999. Maar Henk denkt
blijkbaar in zijn naïviteit dat daarmee ook de juistheid is bewezen van de
daaropvolgende opmerking van Ömer dat hij zo’n beschilderd koepeltje
ook had gezien tijdens het wachten bij het misdrijf op 2 september 1998.
Op 7 november 2000 is er weer een zitting. Op deze zitting vertelt Ömer
dat hij de verklaring van Jeroen over Herman in werkelijkheid zelf in elkaar
heeft gezet. Ook Herman wordt gehoord. Hij zegt dat hij denkt dat Ömer
het misdrijf in zijn eentje heeft gepleegd. (Dit is natuurlijk onmogelijk.
Elisa verklaart dat de dader correct Nederlands sprak. Het Nederlands van
Ömer is heel moeizaam.)
Er worden ook weer politiemensen gehoord, onder wie de man die samen
met Ad de leiding had van het politieteam. Deze man zegt opmerkelijke
dingen.

213

De Arnhemse villamoord.indd 213 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

‘[Ömer] had bepaalde dingen verklaard die na te trekken waren. Zijn


verklaringen kwamen betrouwbaar over. Zijn tankgedrag bleek te
kloppen en ook zijn verklaring met betrekking tot de schilderingen
in de koepeltjes van het viaduct in de Apeldoornseweg.’

Volgens deze mede-teamleider leken de verklaringen van Ömer dus te klop-


pen vanwege zijn tankgedrag. Maar wat bewijst het tankgedrag van Ömer
over al dan niet deelnemen aan het misdrijf? Dat gedrag lijkt juist moeilijk
verenigbaar met het misdrijf. De gedocumenteerde tankbeurt op 2 sep-
tember 1998 om 20.50 uur is natuurlijk vreemd als Ömer een uur eerder
echt zou hebben deelgenomen aan een geheel uit de hand gelopen mis-
drijf, terwijl zijn benzinetank toen nog bijna vol was. En ook deze mede-
teamleider komt weer aanzetten met de niets bewijzende schilderingen in
de koepeltjes.
De zitting van 7 november 2000 is de laatste gewone zittingsdag. Er vol-
gen nu alleen nog twee zittingen waarop het requisitoir en de pleidooien
worden gehouden. Wie de processen-verbaal van al deze zittingsdagen
leest, krijgt de indruk dat de behandeling van deze zaak bij het hof bui-
tengewoon serieus is geweest. Alles bij elkaar twaalf lange zittingsda-
gen, waarbij de belangrijkste getuige Ömer herhaaldelijk en uitvoerig is
gehoord, waarbij de belangrijkste verhoorders uitvoerig zijn ondervraagd
en waarbij ook lange en goedgekozen videofragmenten van verhoren zijn
vertoond. Eén belangrijke verdachte is overigens bij het hof niet gehoord.
Şevket beriep zich op zijn zwijgrecht als verdachte en op zijn verschonings-
recht als getuige.

Het requisitoir

Niet alleen het hof heeft veel tijd en aandacht besteed aan de zaak, ook het
Openbaar Ministerie heeft zijn best gedaan. Het requisitoir van de advo-
caat-generaal maakt een serieuze en doorwrochte indruk. In een uitvoerig
betoog van 25 pagina’s bespreekt hij zorgvuldig het bewijs. Voor zover het
gaat om de rechtmatigheid van het verkregen bewijs – is het pressieverbod
niet overtreden, zijn de verdachten wel tijdig officieel aangemerkt als ver-
dachten? – blijft zijn betoog hier onbesproken. Hoe belangrijk deze thema’s
ook zijn, het gaat in dit boek uitsluitend om de feitelijke vraag of de ver-
dachten wel of niet iets met dit misdrijf te maken hebben.

214

De Arnhemse villamoord.indd 214 28-11-2013 16:17:19


Het hof

Het bewijs berust vooral – daar is iedereen het over eens – op de beken-
nende verklaringen van Ömer. De advocaat-generaal geeft verschillende
argumenten waarom die verklaringen betrouwbaar zijn. Hij begint met de
bespreking van het motief. Waarom is Ömer gaan bekennen? Misschien
uit gewetenswroeging, maar misschien ook alleen maar in de hoop dat hij
dan minder straf zou krijgen. (Maar ook – zo zou je kunnen tegenwerpen –
als de bekentenissen vals zijn, zouden ze afgelegd kunnen zijn in de hoop
op minder straf.) Een volgend argument voor de geloofwaardigheid van
de bekentenissen van Ömer is volgens de advocaat-generaal gelegen in
de consistentie van zijn verklaringen. Geheel consistent zijn die verklarin-
gen natuurlijk niet, aldus de advocaat-generaal, maar dat valt ook niet te
verwachten bij iemand die zo vaak verhoord wordt. En soms is Ömer ook
door de verhoorders geholpen bij het terughalen van zijn herinneringen
aan een gebeurtenis die, toen hij verhoord werd, inmiddels al meer dan
een half jaar terug lag. Maar daar is volgens de advocaat-generaal geen
bezwaar tegen:

‘Dat een getuige bij stukjes en beetjes zich dingen weet te herinne-
ren, daartoe op geoorloofde wijze ondersteund, zoals in casu, door
de opsporingsambtenaren, [daar] kan geen bezwaar tegen bestaan.
Dan mag een witte auto een blauwe auto worden, indien de politie
hem die mogelijkheid voorhoudt.’

Daar heeft de advocaat-generaal gelijk in: de politie mag best voorzeggen,


zolang althans maar zichtbaar is dat er is voorgezegd. Probleem is echter
dat op de opnames van de verhoren te zien is hoe Ömer door de verhoor-
ders wordt gestuurd, maar dat het in de processen-verbaal lijkt alsof Ömer
op eigen kracht tot zijn verklaringen is gekomen. En het zijn de processen-
verbaal die gelezen worden; de opnames van de verhoren spelen nauwe-
lijks een rol. De advocaat-generaal is zich bewust van dit probleem:

‘Vereist moet wel worden dat de getuige voldoende oorspronkelijke


informatie inbrengt, informatie die van en uit hemzelf komt. Die
verklaringen kunnen geloofwaardig worden geacht indien deze op
voldoende wijze verankering vinden in andere verklaringen.’

En de verklaringen van Ömer vinden voldoende verankering, aldus de


advocaat-generaal, in de getuigenverklaringen over de blauwe Volkswagen

215

De Arnhemse villamoord.indd 215 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

Golf en over de zilvergrijze auto met open kofferbak, en in de bekennende


verklaringen van Şevket. Klopt dat? Zijn de verklaringen van Ömer geloof-
waardig omdat ze overeenkomen met wat anderen gezegd hebben? Neem
de getuigenverklaring over de blauwe Volkswagen Golf: we hebben eerder
gezien dat het de verhoorders aanvankelijk met geen mogelijkheid lukte
om Ömer de ‘juiste’ auto te laten noemen. Helaas bestaat er geen opname
van het verhoor waarin het uiteindelijk wel lukte om Ömer de goede auto
te laten noemen, maar vaststaat dat de verhoorders niet rustten voor-
dat Ömer het antwoord had gegeven dat klopte met wat zij al dachten te
weten, en dat Ömer in de meeste gevallen zijn uiterste best deed om het
goede antwoord te raden. Als in zo’n situatie het uiteindelijk lukt om de
verdachte het ‘goede’ antwoord te ontlokken, is het de vraag of de overeen-
komst tussen wat de verdachte uiteindelijk zegt en wat uit andere bron al
bekend was, gezien kan worden als aanwijzing voor de geloofwaardigheid
van de verdachte. En wat geldt voor de blauwe Volkswagen Golf, geldt voor
zover valt na te gaan voor alle wat belangrijkere overeenkomsten tussen
verklaringen van Ömer en wat uit andere bronnen naar boven is gekomen.
De advocaat-generaal bespreekt ook het rapport van Rassin. Rassin conclu-
deert dat de verklaringen van Ömer onbetrouwbaar zijn in de technisch-
psychologische zin van inconsistent, en daar sluit de advocaat-generaal
zich bij aan. De vraag is echter of die inconsistentie meer is dan je zou ver-
wachten na zoveel tijd en bij zoveel verhoren. En, zo benadrukt de advocaat-
generaal, over de validiteit van de verklaringen van Ömer, dat wil zeggen de
geloofwaardigheid ervan, doet Rassin geen uitspraak. Bovendien kent Ras-
sin alleen de processen-verbaal van de verklaringen van Ömer en Şevket.
De rest van het dossier heeft hij niet bekeken. Dat is voldoende reden om
zijn rapport niet erg serieus te nemen, aldus de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft ook nog een heel ander argument dat pleit
voor de geloofwaardigheid van de verklaringen van Ömer:

‘Bovendien heeft uw hof zich ook op grond van uw eigen vragen en


de vragen van de advocatuur, met de daarop gegeven antwoorden
van [Ömer] met de daaraan verbonden waarneming kunnen
constateren dat [Ömer] sprak over dat wat hij werkelijk heeft
waargenomen en ondervonden.’

216

De Arnhemse villamoord.indd 216 28-11-2013 16:17:19


Het hof

Op welke wijze uit het gedrag ter zitting zou blijken dat Ömer verklaarde
over wat hij echt had meegemaakt, legt de advocaat-generaal helaas niet
uit.
Hij gaat wel dieper in op gedrag van Ömer dat, zo zou je denken, definitief
zijn onbetrouwbaarheid bewijst: de zogenaamde bekentenis van Herman
tegenover Jeroen, die in werkelijkheid een door Ömer gemaakte vervalsing
bleek te zijn. Wat zegt de advocaat-generaal daarover?

‘Vast staat dat er een gesprek heeft plaatsgevonden tussen [Jeroen]


en [Ömer] en dat [Ömer] [Jeroen] op een blanco blocnotevel een
echte handtekening door [Jeroen] heeft laten zetten en dat [Ömer]
vervolgens een en ander op dat papier heeft geschreven. Of de in-
houd van het gesprek die was zoals door [Ömer] op – zo moet toch
worden opgemerkt – zeer onhandige wijze aan het papier werd
toevertrouwd, staat onvoldoende vast. Daarmee is overigens niet
gezegd dat wat door [Ömer] is genoteerd per se onwaar zou moe-
ten zijn, zoals ik uit de berichtgeving van de pers heb moeten verne-
men. De verklaring van getuige [Ömer] hier ter terechtzitting waar
hij spontaan vertelt dat – anders dan zoals het proces-verbaal ter
zake vermeldt – de handtekening van [Jeroen] al door hem was gezet
alvorens [Ömer] het gesprek op papier zette, geeft op overtuigende
wijze ondersteuning aan zijn verklaring.’

Wat zegt de advocaat-generaal hier nu precies? Nadat Jeroen ter terecht-


zitting had verteld dat hij zijn handtekening had gezet op een blanco vel
papier, en nadat het NFI had geconcludeerd dat de verklaring waarschijn-
lijk over de handtekening heen was geschreven, gaf ook Ömer toe dat
hij Jeroen een blanco vel papier had laten tekenen. Eerder had hij gepro-
beerd om politieman Ben te laten geloven dat deze verklaring van Jeroen
zelf afkomstig was. In de rechtszaal gaf hij dus toe dat hij hierover gelo-
gen had, en het feit dat Ömer in de rechtszaal eerlijk zegt dat hij gelogen
heeft, wordt door de advocaat-generaal gezien als ‘overtuigende onder-
steuning’ voor de verklaring. Voor welke verklaring? Voor de verklaring
die zogenaamd van Jeroen afkomstig was? Maar Jeroen ontkende dat hij
ooit zoiets gezegd had. Jeroen vertelde dat Herman tegenover hem altijd
nadrukkelijk ontkend had dat hij iets met het delict te maken had. Maar
hoe betrouwbaar is die Jeroen eigenlijk, zo vraagt de advocaat-generaal
zich af. Hoe waarschijnlijk is het dat een doorgewinterde crimineel als deze

217

De Arnhemse villamoord.indd 217 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

Jeroen een handtekening zou zetten op een blanco vel papier? En aldus lijkt
de advocaat-generaal te betogen dat we niet weten wat er nu wel of niet
waar is van deze zogenaamd door Jeroen ondertekende verklaring, terwijl
in werkelijkheid uit deze verklaring met zekerheid blijkt dat Ömer tijdens
de behandeling in hoger beroep actief vals bewijs tegen zijn kompanen in
elkaar probeerde te zetten.
Het bewijs steunt weliswaar voornamelijk op de bekentenissen van Ömer,
maar daarnaast zijn er ook de bekentenissen van Şevket. Die zijn minder
belangrijk, omdat Şevket in zijn verklaringen allerlei kanten opgaat, nu
eens bekent en dan weer ontkent en uiteindelijk steeds ontkent. Waarom
kunnen delen uit bekennende verklaringen dan toch gebruikt worden voor
het bewijs? De advocaat-generaal zegt er het volgende over:

‘gezien de detailpunten die [Şevket] aanhaalt:


het rijden naar het pand aan de Apeldoornseweg, het oprijden van
de inrit, (… [en zo nog een aantal details]) het snel lopend terugko-
men van Kemal en Dave, Kemal die zei: rij maar, laten we “weggaan”,
zo was het niet gepland, Adnan heeft een wijf doodgeschoten, het
terugrijden naar de woning van Kemal (… [en zo nog enkele details])
verklaarde verdachte Şevket in zijn bekennende verklaringen de
waarheid met betrekking tot alle deelnemers aan de overval, alle
verdachten hier aanwezig.’

De advocaat-generaal lijkt dus te zeggen dat de bekennende verklaringen


van Şevket waar zijn omdat hij al die details over het misdrijf noemt. Hij
legt niet uit waarom al die details niet door de verhoorders gesuggereerd
zouden kunnen zijn.
De rest van de bewijsredenering van de advocaat-generaal behoeft geen
uitvoerige behandeling. Hij bespreekt alle bewijsmiddelen van het vonnis.
Hij is het niet overal mee eens. Zo meent hij bijvoorbeeld dat het gevoel
van herkenning dat Elisa in de rechtszaal had toen ze Kemal zag en hoorde,
geen gewicht in de schaal mag leggen, en daar heeft hij volkomen gelijk
in. Hij doet dan ook geen enkele uitspraak over de vraag wie de persoon is
die Elisa gezien heeft. Hij doet overigens ook geen enkele uitspraak over de
vraag wie er geschoten heeft. Hij wijst ook nog nadrukkelijk op het valse
alibi dat Nevzat tijdens de behandeling bij de rechtbank produceerde: Nev-
zat had kennelijk iets te verbergen. Alles bij elkaar genomen concludeert de
advocaat-generaal dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de

218

De Arnhemse villamoord.indd 218 28-11-2013 16:17:19


Het hof

verdachten hebben gedaan wat hen ten laste is gelegd. Ze hebben allemaal
meegedaan aan het misdrijf op de Apeldoornseweg. Hij eist voor Nevzat
en Kemal twaalf jaar gevangenisstraf, voor Hasan en Huseyin tien jaar, en
voor Herman, Hamza en Şevket vijf jaar.

Het pleidooi

Vervolgens is het woord aan de verdediging. Bij de behandeling in eerste


aanleg, bij de rechtbank, beschikten wij over meerdere pleidooien. Hier, bij
de behandeling in hoger beroep bij het hof, beschikken wij alleen over het
pleidooi van mr. Coppoolse, de advocaat van Nevzat.
Zij begint haar pleidooi met het presenteren van een mogelijk alternatief
scenario, en vervolgens wijst zij op allerlei problemen en ongerijmdheden.
Haar alternatieve scenario luidt dat Ömer misschien buiten heeft gewacht
terwijl een onbekende kompaan van hem het misdrijf pleegde. Zij presen-
teert allerlei aanwijzingen ter ondersteuning van dit scenario:
– De zilvergrijze auto met open kofferbak die gezien is rond de tijd van
het misdrijf. Dit klopt met latere verklaringen van Ömer en lijkt er dus
op te wijzen dat Ömer ten tijde van het misdrijf wel degelijk in de buurt
was.
– De getuige die een schot gehoord had terwijl hij op het paadje achter de
villa liep, heeft vervolgens niet allerlei mannen zien rennen.
– Er is een getuige die op de bewuste avond rond half acht twee buiten-
landse types de weg zag oversteken in de buurt van de villa.
– Een speurhond zocht om 1 uur ’s nachts, zo’n vijf uur na het misdrijf,
naar een daderspoor. Hij leek een spoor te vinden in de tuin. Dat wijst
op een heel andere route die de dader bij zijn vertrek heeft genomen
dan tot dusver werd aangenomen.
– Niets in de villa wijst op meerdere daders.
– Geen van de verdachten voldoet aan de beschrijving die Elisa van de
dader heeft gegeven. En zij herkende geen foto’s van verdachten.
– Ömer kon een beschrijving geven van de plaats delict. ‘Ik sluit dan ook
niet uit dat [Ömer] betrokken is geweest bij de inbraak’, aldus de advo-
caat van Nevzat.
– Ömer noemt de verkeerde daders omdat hij denkt dat hij door Nevzat
en Şevket is verraden. Hij wil hen en de groep die bij hen hoort terug-
pakken.
– De verklaringen van Ömer zijn onbetrouwbaar, en daarvan geeft de

219

De Arnhemse villamoord.indd 219 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

advocaat allerlei voorbeelden. Hoe Ömer in zijn eerste bekentenis, bla-


derend in een fotoboek van de politie, eventjes zei dat ook Danyal had
meegedaan, maar hoe hij diens foto vervolgens weer ter zijde schoof.
De ex-vrouw van Ömer die zegt dat haar ex-man veel loog. De door
Jeroen ondertekende maar in werkelijkheid door Ömer in elkaar gezette
valse verklaring waaruit zou blijken dat ook Herman bekend had. Ömer
die zijn verklaringen aanpast aan wat de verhoorders hem vertellen,
bijvoorbeeld over hoe laat het misdrijf heeft plaatsgevonden.
– Şevket is op onacceptabele manieren verhoord: zonder tolk, zonder
medische hulp, heel langdurig, en uit het psychiatrisch rapport over
hem blijkt dat hij ‘sterk beïnvloedbaar’ is. ‘In gewone terminologie is
te stellen dat hij een weinig weerbaar persoon is die zich zal voegen
naar wat hij denkt dat de omgeving van hem verlangt en verwacht’, zo
citeert de advocaat in haar pleidooi uit dit rapport.
– Er zitten allerlei verschillen tussen de verklaringen van Şevket en van
Ömer.
– Şevket was als verdachte in beeld gekomen doordat Herman had ver-
klaard dat hij Şevket op een avond in het huis van Marie had horen
zeggen dat er in ‘dat vrijstaande huis’ niets te halen was, het was toen
slecht weer en dat zou de avond van 2 september 1998 zijn geweest.
Herman wist echter helemaal niet of ‘toen’ wel 2 september 1998 was
geweest.
– Şevket heeft zelf verklaard dat hij in zijn bekentenissen eenvoudigweg
heeft toegegeven wat de politie hem heeft voorgehouden. De advocaat
geeft allerlei voorbeelden waar op de videobanden te zien is hoe de ver-
hoorders Şevket voeden met informatie. Zij heeft te weinig tijd gehad
om de banden goed te bekijken en zij vraagt alsnog om een onderzoek
van de banden door een deskundige.
– Şevket heeft zijn bekentenissen vaak veranderd en vaak weer ingetrok-
ken.
– Het recht op een eerlijk proces is geschonden. Om allerlei redenen:
omdat de videobanden niet tijdig beschikbaar waren, omdat de tolken
niet steeds goed hebben vertaald, omdat de zittingsdagen van het hof
zo lang waren dat de advocaat onmogelijk steeds alert kon zijn.
– Waarom wordt het misdrijf gepleegd door een zo grote groep? Wat
hebben al die daders tijdens het misdrijf in de villa gedaan? De villa is
immers zo te zien niet doorzocht.

220

De Arnhemse villamoord.indd 220 28-11-2013 16:17:19


Het hof

De advocaat besluit haar pleidooi met de conclusie dat de verklaringen van


Ömer en Şevket te onbetrouwbaar zijn, en daarom vraagt zij om vrijspraak
wegens gebrek aan bewijs.
Wie dit pleidooi leest, moet concluderen dat de advocaat haar eigen alter-
natieve scenario – Ömer stond op wacht terwijl een onbekende kompaan
van hem het misdrijf pleegde – blijkbaar zelf niet erg serieus neemt. Zij
onderneemt geen enkele poging om de identiteit van die kompaan te ach-
terhalen. Haar argumenten waarom Ömer zelf zou hebben meegedaan
aan het misdrijf zijn zwak. Haar belangrijkste argument is dat Ömer de
plaats delict goed kan beschrijven. In werkelijkheid lukte dit Ömer aanvan-
kelijk helemaal niet zonder hulp van de verhoorders.
Naarmate het pleidooi vordert, verdwijnt het alternatieve scenario steeds
meer uit het zicht. Wat de advocaat in werkelijkheid doet, is wijzen op
allerlei problemen in het bewijs. De verklaringen van Ömer en Şevket zijn
onbetrouwbaar. Er zitten ongerijmdheden in het scenario van het Open-
baar Ministerie. Er is, zo besluit zij haar pleidooi, eenvoudigweg te weinig
bewijs.
Een dag later, op 28 november 2000, reageert de advocaat-generaal op het
pleidooi en reageert de advocaat daar weer op. Belangrijke nieuwe dingen
worden daarbij niet gezegd.

Het arrest

Op 12 december 2000 doet het hof uitspraak. Alle verdachten worden ver-
oordeeld. Het hof volgt bijna steeds de eis van het Openbaar Ministerie.
Nevzat en Kemal krijgen twaalf jaar. Hasan krijgt tien jaar. Huseyin krijgt
niet tien jaar, zoals het Openbaar Ministerie geëist had, maar vijf jaar.
(Hij zou immers, anders dan Nevzat, Kemal en Hasan, niet in de villa zijn
geweest.) Ook Herman, Hamza en Şevket krijgen vijf jaar. In dit lijstje ont-
breken uiteraard de namen van Ömer, Dave en Adnan: Ömer omdat hij
niet in beroep was gegaan tegen zijn veroordeling door de rechtbank, Dave
omdat hij niet meer in leven was, en Adnan omdat Duitsland geen eigen
onderdanen uitlevert.
Het arrest is vrij uitvoerig gemotiveerd. De belangrijkste vraag is natuur-
lijk: zijn de verklaringen van Ömer en Şevket voldoende betrouwbaar? Het
hof meent van wel. Wat Ömer en Şevket verklaren over een blauwe Volks-
wagen Golf, vindt steun in de getuige die verklaard had dat hij ten tijde
van het misdrijf een blauwe Volkswagen Golf de oprit van de villa had zien

221

De Arnhemse villamoord.indd 221 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord

inrijden. Het arrest vermeldt uiteraard niet dat Ömer allerminst uit eigen
beweging een blauwe Volkswagen Golf had genoemd. (Hoe Şevket geko-
men of gebracht is tot het noemen van zo’n soort auto, weten we eenvou-
digweg niet.) Het hof noemt in het arrest nog enkele vergelijkbare voor-
beelden die zouden pleiten voor de betrouwbaarheid van de verklaringen
van Ömer en Şevket. Het arrest noemt zelfs de plafondschilderingen:

‘Het hof stelt verder vast dat [Ömer] een beschrijving geeft van de
plafondschilderingen van de koepels aan het viaduct over de Cat-
tepoelseweg. Deze informatie van de situatie ter plaatse is niet al-
gemeen bekend en staaft op een ander onderdeel de verklaringen
van [Ömer].’

En dat andere onderdeel van Ömers verklaringen is dat hij gezegd had dat
hij ten tijde van het misdrijf over dat viaduct was gelopen. Dat Ömer pas
over die plafondschilderingen begon te verklaren nadat hij ze gezien had
tijdens de reconstructie, en dat deze beschrijving dus niets bewijst over
het misdrijf, heeft blijkbaar zelfs het hof niet beseft.
Net als de advocaat-generaal in zijn requisitoir laat ook het hof helemaal
in het midden wie nu de dader was die door Elisa was gezien en ook wie
er geschoten had. Je zou denken dat dit een en dezelfde persoon geweest
moet zijn, maar zelfs dat wordt door de gekozen formulering nadrukkelijk
opengelaten:

‘Een van de mededaders heeft de bewoonster Geke, die thuis bleek


te zijn, bedreigd met een vuurwapen en om geld gevraagd. Toen
vlak daarna een bezoekster, Elisa, binnenkwam zijn beide vrouwen
naar de slaapkamer gedirigeerd, waar zij op het bed moesten gaan
liggen. Daarop is van dichtbij tweemaal op het hoofd van de vrou-
wen geschoten.’

Vijf van de zeven veroordeelden, Nevzat, Kemal, Hasan, Huseyin en Ham-


za, tekenen beroep aan tegen hun veroordeling. Zij gaan in cassatie bij de
Hoge Raad. Şevket en Herman tekenen geen cassatie aan.
Een paar maanden later, op 2 maart 2001, worden de bewijsmiddelen bij
het arrest uitgewerkt. Het loont niet de moeite om alle bewijsmiddelen
te bespreken. Er wordt uiteraard uitvoerig geciteerd uit verklaringen van
Ömer, bijvoorbeeld zijn verklaring over hoe hij tijdens het wachten bij het

222

De Arnhemse villamoord.indd 222 28-11-2013 16:17:19


Het hof

misdrijf in de kofferbak van zijn zilvergrijze Mercedes had gekeken, en dat


wordt natuurlijk geciteerd omdat het aansluit bij een getuige die zoiets
gezien heeft.
Ook de plafondschilderingen in de koepeltjes zitten bij de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddel 50 is een verklaring van Ad, de leider van het politieteam. Hij
verklaart: ‘Het is mij bekend dat er plafondschilderingen in de koepeltjes
op het viaduct waren.’ En bewijsmiddel 51 is een verklaring van verhoorder
Henk, die luidt:

‘Met betrekking tot het verhaal van [Ömer] over de beschilderde


koepeltjes moet ik zeggen dat hij daar daadwerkelijk gelopen moet
hebben, anders had hij dat niet kunnen zien.’

Tot zover de behandeling bij het hof. Nu komt de Hoge Raad.

223

De Arnhemse villamoord.indd 223 28-11-2013 16:17:19


De Arnhemse villamoord.indd 224 28-11-2013 16:17:20
9 NA HET HOF

Het initiatief tot het schrijven van dit boek is afkomstig van Nevzat. Hij
heeft zich gemeld bij het project Gerede Twijfel van de juridische faculteit
te Maastricht. Wij hebben gebruikgemaakt van zijn dossier. In zijn dossier
zit ook informatie over de andere verdachten in de Arnhemse villamoord.
Naarmate de behandeling van deze zaak verder vordert, neemt de informa-
tie over de andere verdachten echter af. Bij de behandeling in hoger beroep
beschikten wij al niet meer over de pleidooien van de advocaten van de
andere verdachten. Bij wat er gebeurt na de behandeling in hoger beroep
beperkt onze informatie zich bijna uitsluitend tot de gebeurtenissen rond
Nevzat.
Na de veroordeling in hoger beroep is Nevzat in cassatie gegaan bij de Hoge
Raad. Deze cassatie is voor dit boek van minder belang. In cassatie gaat het
niet meer om de feiten, maar vooral om de vraag of het recht juist is toe-
gepast. De feiten zoals die zijn vastgesteld door het gerechtshof kunnen
dan niet meer ter discussie worden gesteld, en in dit boek gaat het om de
feiten, om de vraag of de veroordeelden wel of niet iets met de Arnhemse
villamoord te maken hebben gehad.
Toch zit er in het cassatieverzoek voor Nevzat van 31 mei 2001 een inte-
ressant punt. Cassatieadvocaat Gerard Spong wijst op verhoormethoden
waardoor het pressieverbod is geschonden. Zo zei verhoorder Ad tegen
Ömer dat als hij niet de waarheid vertelde, zijn baard er af zou worden

225

De Arnhemse villamoord.indd 225 28-11-2013 16:17:20


De Arnhemse villamoord

getrokken en ervoor gezorgd zou worden dat hij dan in de compositiete-


kening paste (zie p.81). De man die dit cassatieverzoek bij de Hoge Raad
moet beoordelen, advocaat-generaal Jörg, schrijft in zijn conclusie van
22 januari 2002 dat een dergelijke wijze van verhoren niet, zoals het hof in
het arrest had geschreven, ‘wellicht minder professioneel’ is, maar ‘ronduit
onprofessioneel, ontoelaatbaar en onrechtmatig’. Hij verbindt hier echter
geen consequenties aan, omdat er geen directe relatie is tussen deze zijns
inziens ontoelaatbare verhoormethode en de verklaringen van Ömer die
gebruikt zijn voor het bewijs. De Hoge Raad sluit zich op 12 maart 2002 aan
bij de conclusie van Jörg. Het cassatieverzoek van Nevzat wordt verworpen
en daarmee is de rechtsgang in Nederland in principe beëindigd.
Advocaat Spong wendt zich vervolgens tot het Europese Hof in Straatsburg.
Op 28 augustus 2002 dient hij daar een verzoekschrift in. Ook dat leidt tot
niets, zo bericht De Gelderlander op 29 juli 2003.
Nu rest nog slechts één rechtsmiddel: een herzieningsverzoek. Iedereen
die in Nederland onherroepelijk is veroordeeld, heeft het recht om de Hoge
Raad te vragen die veroordeling te herzien. Zo’n herzieningsverzoek wordt
alleen ingewilligd als aan strenge eisen is voldaan. De belangrijkste eis
is dat er sprake moet zijn van een novum, van iets nieuws dat de rechter
indertijd niet wist, terwijl hij, als hij dit wél had geweten, waarschijnlijk
zou hebben vrijgesproken. Nevzat stuurt twee keer een brief naar de Hoge
Raad met het verzoek zijn zaak te heropenen. De Hoge Raad antwoordt
op 6 mei 2003 op deze twee herzieningsverzoeken, het een van 7 februari
2002 en het ander zonder datum, dat niet is voldaan aan de eis dat er een
novum is.
Nevzat schrijft allerlei instanties aan, zoals de koningin, de Eerste Kamer
en de Nationale ombudsman. Allemaal antwoorden ze hem dat ze niets
voor hem kunnen doen. Sommigen adviseren hem om een advocaat in de
arm te nemen. In september 2002 komt een brief van Nevzat binnen bij het
Hof Leeuwarden. Het Hof Leeuwarden stuurt de brief door naar het Hof
Arnhem. Het Hof Arnhem stuurt de brief door naar de Hoge Raad. Waar-
om had Nevzat nu juist naar het gerechtshof in Leeuwarden geschreven?
Dit hof had enkele maanden daarvóór in de herziening van de Puttense
moordzaak de twee eerder onherroepelijk veroordeelde verdachten alsnog
vrijgesproken. De heropening en de herziening van de Puttense moordzaak
waren mede het gevolg van het misdaadprogramma van Peter R. de Vries,
dat enkele tientallen televisie-uitzendingen aan deze zaak had gewijd. Al in
december 2000 schrijft Nevzat naar Peter R. de Vries:

226

De Arnhemse villamoord.indd 226 28-11-2013 16:17:20


Na het hof

‘Ik (…) wil U hierbij mededeellen dat ik totaal ontschuldig ben in de


zaak. Mijn inziens zette de politiemensen die het onderzoek hebben
gedaan mensen onder druk, zoals ik al heb vernomen. (…) Zou U me
kunnen berichten van dit schrijven?!!! Als U de zaak wil onderzoeken
en op TV laat verschijnen. Met de Beleefde groeten en dank U voor
U Begrip van deze.’

Peter R. de Vries antwoordt op 3 januari 2001:

‘Je brief van december 2000 heb ik in goede orde ontvangen. Helaas
is je brief te summier om te beoordelen of je zaak interessant kan
zijn voor mijn programma. Misschien kun je mij schriftelijk meer in-
formatie verschaffen omtrent jouw zaak. Aan de hand daarvan zal
ik besluiten of ik iets voor je kan doen.’

Van verder contact tussen Nevzat en Peter R. de Vries is ons niets bekend. In
2004 meldt Nevzat zich bij het project Gerede Twijfel in Maastricht. Daar-
na duurt het nog jaren voordat wij kunnen beschikken over het gehele dos-
sier en nog meer jaren voordat wij ook de banden van de verhoren kunnen
bekijken.

227

De Arnhemse villamoord.indd 227 28-11-2013 16:17:20


De Arnhemse villamoord.indd 228 28-11-2013 16:17:20
De Arnhemse villamoord.indd 248 28-11-2013 16:17:20
BIJLAGE MET NAMEN
Ad Leider van het politieteam.
Adnan Duitse Turk. De Nederlandse politie denkt dat hij in de Arnhemse
villamoord de schutter is geweest.
Ben Verhoorder.
Berkay Verdachte in de Arnhemse villamoord. Al snel weer vrijgelaten.
Cem Tweede voornaam van Ömer.
Dave Veroordeeld voor de Arnhemse villamoord. Pleegt zelfmoord in
zijn cel.
Elisa Heeft de schietpartij van de Arnhemse villamoord op miracu-
leuze wijze overleefd.
Geke Het slachtoffer van de Arnhemse villamoord. Doodgeschoten.
Hamza Veroordeeld voor de Arnhemse villamoord. Turk uit Amsterdam.
Hasan Veroordeeld voor de Arnhemse villamoord. Bijnaam: kale Hasan.
Verkeert veel in het gezelschap van Nevzat.
Henk Verhoorder.
Herman Veroordeeld voor de Arnhemse villamoord. Fungeert tot de
zomer van 1998 als chauffeur van Nevzat. (Maar pas op: ook een
van de verhoorders heet Herman.)
Huseyin Veroordeeld voor de Arnhemse villamoord. Is in de zomer van
1998 vanuit Turkije naar Nederland gekomen.
Jeroen Gedetineerde. Komt in de gevangenis Herman en later Ömer
tegen.
Kemal Veroordeeld voor de Arnhemse villamoord. Broer van Şevket.
Marie Callgirl. Herman en Dave hebben enige tijd bij haar in huis
gewoond.
Nevzat Veroordeeld voor de Arnhemse villamoord. Heeft nauwe contac-
ten met Hasan en Şevket. Heeft tot oktober 1998 ook veel contact
met Kemal.
Ömer Veroordeeld voor de Arnhemse villamoord. Fungeert rond de tijd
van de moord als chauffeur voor Nevzat. Bekent dat hij heeft
deelgenomen aan het misdrijf.
Şevket Veroordeeld voor de Arnhemse villamoord. Broer van Kemal.
Af en toe chauffeur voor Nevzat. Heeft af en toe bekend dat hij
heeft meegedaan met het misdrijf.
Victor Verhoorder.

249

De Arnhemse villamoord.indd 249 28-11-2013 16:17:20


De Arnhemse villamoord.indd 250 28-11-2013 16:17:20
NOTEN
1 H. Külcü, De Arnhemse Villamoord (bachelor-essay Nederlands recht, Universiteit Maas-
tricht), Maastricht: Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit Maastricht 2006.
2 Zie bijvoorbeeld R. Horselenberg, H. Merckelbach, H.F.M. Crombag & S. van Bergen, ‘Getui-
gen helpen herinneren’, in: P.J. van Koppen, H. Merckelbach, K. Jelicic & J.W. de Keijser
(red.), Reizen met mijn rechter: Psychologie van het recht, Deventer: Kluwer 2010, p. 487-
508.
3 Aan Elisa zijn foto’s getoond van Noord-Afrikaanse mannen met een lengte tussen de
1,60 en 1,80 meter. Volgens Elisa was de man minstens 10 centimeter kleiner dan de 1,68
meter lange Geke. Een man van die lengte zou dus niet tussen de geselecteerde foto’s
hebben gezeten. De selectie had natuurlijk gemaakt moeten worden rond de door Elisa
genoemde lengte, dus bijvoorbeeld mannen tussen de 1,50 en 1,65 meter.
4 Hoewel, zie ook p. 246.
5 Dit klinkt alleszins logisch en volstaat voor de analyse van de bekentenissen in de Arn-
hemse villamoord. De werkelijkheid is echter ingewikkelder. We weten tegenwoordig
dat althans in de Verenigde Staten de meeste valse bekentenissen ‘daderkennis’ bevat-
ten. Zie B.L. Garrett, ‘The Substance of False Confessions’, Stanford Law Review 2010, 62,
p. 1051-1119, B.L. Garrett, Convicting the Innocent, Cambridge, Mass. 2011, hoofdstuk 2, en
H. Israëls, ‘Bekentenissen: over daderkennis, suggestibiliteit en compliance’, Expertise en
Recht 2011, nummer 5 p. 179-184.
6 Nee, dit is geen typefout. Ömer zegt duidelijk verstaanbaar ‘gestolen’. We mogen aan-
nemen dat hij bedoelt: geschoten.
7 De enige die in dit vijfde verhoor daderkennis expliciet weggeeft, is Ad, de onderzoekslei-
der die af en toe even bij het verhoor komt zitten. Hij verraadt dat de villa een oprit heeft,
en dat de auto waarnaar de verhoorders op zoek zijn, blauw is.
8 Met één uitzondering: een bijna vijf maanden later afgenomen verhoor (op 8 september
1999) waarvan geen proces-verbaal is opgemaakt.
9 Kogels schoongemaakt? Dat kan niet. In een pistool zitten patronen. Een kogel is een
van de onderdelen van een patroon. Bedoelt Ömer dat Nevzat patronen heeft schoon-
gemaakt?
10 Şevket zit ‘in beperking’. Dat betekent dat hij geen contact mag hebben met de buiten-
wereld. Bezoek alleen van zijn advocaat. Geen televisie. Niets te lezen.
11 Onzin natuurlijk. Er is een getuige die een blauwe Volkswagen Golf de oprit heeft zien
inrijden. Uiteraard heeft die getuige niet gezien wie er in die auto zat of zaten.
12 C.J. de Poot, R.J. Bokhorst, P.J. van Koppen & E.R. Muller, Rechercheportret, Alphen aan de
Rijn 2004.

251

De Arnhemse villamoord.indd 251 28-11-2013 16:17:20


De Arnhemse villamoord

13 Dat toen nog Gerechtelijk Laboratorium heette.


14 Voor een algemeen overzicht van de literatuur over valse bekentenissen zie H. Israëls & R.
Horselenberg, ‘Valse bekentenissen’, in: P.J. van Koppen, H. Merckelbach, M. Jelicic & J.W.
de Keijser (red.), Reizen met mijn rechter: Psychologie van het Recht, Deventer: Kluwer 2010,
p. 765-783.
15 P.J. van Koppen, J. van der Kemp & G. Beijers, De Warnsveldse pompmoord, Den Haag
2009, p. 73 en 74.
16 Voor meer hierover zie H. Israëls, ‘Berekenende valse bekentenissen’, Strafblad november
2011, p. 75-78.
17 B.L. Garrett, Convicting the Innocent. Cambridge Mass. 2011, p. 26.
18 B.L. Garrett, The Substance of False Confessions. Stanford Law Review 62 (2010), p. 1065.
19 G.J.M. Corstens, Het Nederlandse strafprocesrecht, zesde druk, Deventer 2008, p. 676.
20 J.W. Fokkens, Bewijzen in het strafprocesrecht, tweede druk, Zwolle 1984, p. 58.
21 Zie E. Havinga e.a., De dood in het Chinese restaurant, Den Haag 2008 en vooral
ECLI:NL:HR:2012:BW7190 (te vinden op www.rechtspraak.nl).
22 Zie bijvoorbeeld E. Rassin, Waarom ik altijd gelijk heb: over tunnelvisie, Schiedam 2007 en
H.F.M. Crombag, ‘Over tunnelvisie’, in: P.J. van Koppen, H. Merckelbach, K. Jelicic & J.W. de
Keijser (red.), Reizen met mijn rechter: Psychologie van het recht, Deventer: Kluwer 2010,
p. 203-218.
23 Zie bijvoorbeeld het programma van het Openbaar Ministerie, getiteld ‘Versterking
opsporing en vervolging’, gemakkelijk te vinden op internet.
24 Zie p. 171.
25 C.J. de Poot, R.J. Bokhorst, P.J. van Koppen & E.R. Muller, Rechercheportret. Alphen aan de
Rijn 2004, p. 152.
26 Zie H. Israëls, Moord in Wamel, Den Haag 2006, p. 194.
27 Zie p. 14.
28 Zie bijvoorbeeld www.rechtspraak.nl/Organisatie/Hoge-Raad/Nieuws/Pages/PG-kan-
advies-inwinnen-bij-commissie-afgesloten-strafzaken.aspx (bezocht op 1 augustus 2013).

252

De Arnhemse villamoord.indd 252 28-11-2013 16:17:20

You might also like