Download as pdf
Download as pdf
You are on page 1of 14
Interrogatieven Wie? Wie ben je? Ik ben Mita, Wat? Wat doe je? 1k werk bij een bank, Waar? Waar woon je? lie woon in Amsterdam, Hoe? Hoe het je? Ik heet Anne. Wetke? Welke taal spreek je? Ik spreek Spans en een beetje Nederlands Wanner? Wanneer ga je op vakantie? 1k ga in januari op vakantie Waarom? —_Waarom leer je Nederlands? Mijn vriend is Nederlander, Kennismaken naam vraag Wie ben je? Wie bent u? Hoe heet je? Hoe het u? Wat is je naam? Wat is uyenaam? vraag Waar kom je vandaan? Waar komt u vandaan? Uityyelk land kom je? Uit welk land komt u? Wat is je nationaliteit? Wat is uw nationaliteit? woonplaats / adres / tel vraag Waar waon je? Waar wont u? In wetke stad woon je? In welke stad woont u? in welk dorp woon je? Inwelk dorp woont u2 In welke strat woon je? antwoord Willer. 4k ben mevrouw Van Beek, Anne. Ik heet meneer Cornelissen, ‘Mijn naam is Willem van Dijk ‘Mijn voornaam is Willem, Mijn achternaam is Van Dijk. ind van herkomst / nationaliteit antwoord 4k kom uit Peru, 1k kom uit Frankrijk Uit Nederland, Uit Duitsland tk ben Nederlander / Nederlandse. Jk heb de Nederlandse nationaliteit. foonnummer antwoord In Rotterdam, Ik woon in Utrecht. In Amsterdam, Ik woon in Den Haag. In Groenekan, Jk woon in Buanik. In de Maliestraat, Tama »Kennismaken on sfepreken 17 Be opmest In welke straat wont u? Wat is je adres? Wat is uw adres? Wat is je postcode? Wat Is uw postcode? Wat is je telefoonnummer? Wat is uw telefoonnummer? vraag Hoe oud ben je? Hoe oud bent u? Wat Wat je geboortedatum? ‘uw geboortedatum? Wanneer ben je geboren? Wanneer bent u geboren? tk woan in de Kerkstraat, Tulpstraat 4o. Prinsenstraat 12. 3512 HZ, ‘Mijn postcode is 1056 GK. Mijn telefoonnummer is 045-3443673. Mijn mobiele nummer is 06-28358875, ftiid J geboortedatum antwoord 23 jaar, Ik ben 51 jaar, 13 jull 1966. Mijn geboortedatum is 10 augustus 1985, Op 11 mei 1981. Ik ben geboren op 22 december 1978. studie / werk / beroep vraag Wat studeer je? Wat studeert u? Wat is je beroep? Wat is uw beroep? Wat doe je? Wat doet u2 setallen nul een twee drie vier vit 20s zeven acht negen 30 = dertig veertig vijtig zestig zeventig 50 60 7o = 2000 2150 10.000 300.000 1.000.000 Be opmaat 1B Thessa 1 xennisoak antwoord Ik studeer Engels, Ik ben student psychotogi Ik ben arts / leraar / onderzoeker . lkewerk als arts lkcben student wiskunde. | Iicstudeer wiskunde, Ik ben dacent. Ik werk als decent, 10 = tien 20. = twintig n= elf 21 = eenentwintig 22 = twaalf 22 = tweedntwintig 33. = dertien 23. = drieéntwintig a4 = veertien 24 = vierentwintig 15. = viftien 25. = vilfentwintig 16 = zestien 26 = zesentwintig 37 = zeventien 27 = zevenentwintig 38 = achitien 28 = achtentwintig 39. = negentien 29. = negenentwintig 80 = tachtig 200. = tweehonderd 90. = negentig 300. = driehonderd 100. = hos 1000 = duizend so1__=(honderdeen 1010 = duizendtien 1o2 = Wonterdtnee 1200 = twaalthonderd tweeduizend tweeduizendhonderdvifftig / eenentwintighonderdviftig tienduizend honderdduizend een miljoen het alfabet : Oe ®s o © 9 2 = ° > ve Wu x@:z pay or ee ay dagen id Sa maandag Vandaag is(her)zaterdag, dinsdag Morgen is héé zondag, woensdag Overmorgen'is het, maandag, donderdag, Over drie dagen is hier dinsdag. vriidag Gisteren was het vrijdag. zaterdag, Eergisteren was het donderdag, zondag Drie dagen geleden was het woensdag. dagdelen de ochtend/de morgen: 6.00-12.00 uur zondagochtend/zondagmorgen; vanochtend/vanmorgen; morgenochtend ’ ochtends, 's morgens goedemorgen! de middag: 12.00-18.00 uur maandagmiddag; vanmiddag; morgenmiddag; tussen de middag (12.00-_ 14.00 uur) "5 middags goedemiddag! de avond: 18,00-24.00 wur dinsdagavond; vanavond; morgenavond ‘savonds gocdenavond! de nacht: 24,006.00 uur vannacht; middernache “s nachts lice op: aposttof voor de 8) wv 1 Kesnismaken en afspreken 19 Be opms Hoe laat is het? 8.oouur Het is acht uur. 830uur Het is half negen. g.couur Het isnegen uur (s morgens). 21.00 uur Het is negen uur (s avonds). Hoe lat begint de les? Om half tien (9.30), Wat zijn de openingstijden? Van 9.00 fot 17.00 wur, maanden januari aprit juli oktober februari mel augustus november maart Juni september december Luister naar de informatie en val het schema in. Eva Pieter Willem Alexander /Achternaam [Geboortedatum Adres Postcode ALR IC Woonplaats Uber ch Telefoonnummerts) 04 2632422 G5 15 4 8863 Beroep/studie student frens #8 af taxichaulfeur Koning Terenas dase tetas h eon aA be opmast 20 Thema 2 Kennismaken en afspreken Ca RIE Willem spreekt met Theo, een vriend. Ze maken een afspraak. a Lees de vragen. Luister naar de tekst. Beantwoord de vragen, 1 Wynneer spreken Willem en Theo af? () « Zaverdag. (1) b Zondag, (Cc Maandag, 2 Wat gaan Willem en Theo doen? a Foto's maken. b Naar een expositie, (7) « Naar een café. 3 Hoe laat is de afspraak? [1] # Om 10.00 vur. [Wf » Om 11.00 uur, £1] « Om 12.00 uu. ' Een afspraak maken ae vraag antwoord Ly dui Heb je vriidag lets te doen? Nee, nog niet. Nee. Ik heb geen plannen. Gaje mee naar Amsterdam? Ja, leuk, 2ullen we naar een museum gaan? Ja, grag. Hoe laat spreken we af? Om drié uur Om half negen. Waar spreken we af? Bij de bioscoop. Voor het museum. Op het station. In het café, Ik zie je zaterdag. Oké, tot zaterdag! Prima, tot dant 2 Lister acttie: SHC ; Tacoma Kennlsmeken cn ofepreken 25 De opmast 6 Waar woont Carla? ; & « Bij haar ouders. [5 b Op cen Kamer. (1 € In Rotterdam. 7 Waarom danst Willem niet? (Da Hijis geen echte danser. » Hij danse alleen op harcirock. (Ce Hij danst alleen met Mila. pronomen haar (We geven haar een boek) je Woon jij nog bie ouders?) me (k voel me verbum beginnen (Het feest begint om acht uur) dansen (Komen jullie dansen?) geven (Ik geef een feestie.) horen (Ik hoor salsamuziek.) houden van (Ze houdt niet van parfum.) kopen (Ze kopen een cadeautje,) kriigen (Mila krijgt een e-mail.) kunnen (Oan kun je het rullen.) en (Ik mis mijn Familie.) moeten (We moeten een cadeautje kopen) rnemen (Ik neem een kopje thee.) overliden (Mijn moeder is overleden.) pakken (Pak zelf maar!) reizen (k rels elke dag met de trein) ruilen (Dan kun je het ruilen) staan (De taart staat op tafel.) trouwen (Ze zijn getrouvid,) vinden (Dat vind ik niet feuk) voelen (ik voel me hier thuis.) willen (Wil je een biertje2) worden (ik word 25 jaar) zoeken (ik zoek een kamer) 2ullen Zullen we dansen?) Thama 2 Feesten 33 De opmaat substantief boek (het) boekwinkel (de) bon (de); bonnetje thet) eindexamen (het) familie (de) feest (het); feestje (het) fles (de) groeten (de) kamer (de) adiectief C@® gece Teuk oud prepositie van andere woorden alleen alsjeblieft / alstublieft beste dat dit gefeliciteerd (Gefeliciteerd met je verjaardag!) geleden (zeven jaar geleden) graag (Ze leest graag / Ja, grag) harte (Van hartel) vocabulaire familie Chet gezin de oom|s) ae familie detante # de vader dene ~ de moeder de nicht + de ouders het neefje » de z00n het nichtje F de dochter de tweeling de broer de zus kop (4e); kopie (het) muziek (de) parfum (het) stuk (het): stukje (het) tijd (de) titel (de) week (de) vwijn (de) jarig volgende voor hoi hoor {a hoor!) maar niets wks nog thuis <6 waarom..? lekker wat ...1 (Wat erg voor je!) welk..2 de opa / de grootvader de oma / de grootmoeder de overgrootmoeder de overgrootvader de zwager (4 de schoonzus de schoonvader de schoonmoeder de schoonouders de stiefvader destiefmoeder de stiefbroer de stiefaus het pleege de pleegvader de pleegmoeder het pleegkind de pleegzoon e pleegdochter 3 Wat koopt Willem bij de slager? —] « Een pond gehakt, twee hamburgers, ham cn salami “| b Een pond gehakt, drie hamburgers, ham en kaas. « Een half pond gehakt, twee hamburgers, ham en salami 4 Een half pond gehakt, drie hamburgers, ham en kaas, 4 Wat moet hij bij de slager betalen? (a€7,20 Db € 19,00 Te €2.80 5 Wat koopt Willem bij de groenteboer? (2 kilo bananen [FI krop sla [Hf 1 komkommer 1 1 pond tomaten 1] 1% pond tomaten C1 1 kilo sinaasappels 4 sinaasappels 1 appel 1 kilo appels 1 kilo bananen 6 Wat moct hij bij de groenteboer betalen? €6 De opmast 54 Thana 3 Boodschapsen doen e eee verbum helpen (Wie kan ik helpen?) kliken (Kijk eens!) was (Dat was alles: infil Zin) substantief de aanbieding (Ze zi in de aanbieding) de appel de bakker de bangan de beurt (We is er aan de beurt?) de boodschap (boodschappen doen) het briefje (een briefje van € 50,00) het broodie het gehakt de groenteboer de ham de hamburger de kilo de komkommer wou (infinitief: willen) (k wou graag ..) zeggen (Zegt u het maar!) de krentenbot de krop (een krop sta) het ons het pond het probleem de salami de sinaasappel de sla (een krop sla) de slager het tasje het vlees de vleeswaren het weekend (prettig weekend, fiin weekend) ‘osha adiectiet bruin donker dur fiin gesneden (infinitief‘snijden’) half klein prepositie 1 (Wie is et aan de beurt?) (ij elkaar) met andere woorden alles (Oat is alles?) anderhalf anders (Anders nog iets?) dan (Dat is dan € 7,20, alstublieft) eens (Kijk eens!) elkaar (bij elkaar) cet (Wie is er aan de beurt?) er (Ik neem er zes.) lets (Anders nog iets?) Q Boodsthappen doen verkoper Wie is er aan de beurt? Wie kan ik helpen? is / zijn in de aanbieding. Anders nog lets? Dat is alles? Dat was alles? Dat is het? Dat was het? tient lichtbruin prettig special wit zacht voor (Zes krentenbollen voor € 1,50) tot (Tot ziens!) maar (Dost u er maar 2es) misschien nog (Anders nog its?) oke ook prima sony wat (Nog wat vieeswaren?) ziens (Tot ziens!) klant Ikwil grag... Ik wou graag os $2, .-,alstublieft Ja, 00k nog .. Nee, dank u. Nee, dat was het. Ja, datiis alles. Ja, dat was alles. Ja, datis het. Ja, dat was het. roma 3 Soodschappen doen en winkoien 58 Be opmast a Bangiet Datis dan€.. Alstublett. Datis €... alstublief. Dat is € .. bij elkaar. Geen probleem. Met € Ikcheb alleen een brief van € Hebt u het niet kleiner? Hebt uterugyan €..? Ja hoor, gaat uw gang. Kan ik pinnen? Dank u wel. Tot ziens Tot ziens. Tot ziens en prettig weekend. Uo0k. gewicht pond Agee fe & ae welt 00 gram anf 1 kilo = 1000 gram CEST Hier volgt een lijst van winkels en producten. Begrijpt u de worden? Kijk in het woordenboek of zoek cen afbeelding van het product via Google afbeeldin- gen, Weer u nog andere namen van produeten bij elke winkel? ‘Tips om andere namen van producten te vinden: + Gebruik een woordenboek. + Rijs in de winkels of op de markt voor de goede namen. De opmeet 56 Thome 2 Boos: + Vraag cen verkoper in de winkel: ‘Wat is dit?" of “Hoe het dit in het Nederlands?" Winkel: Producten: Winkel: Producten: de slager / de slagerij vlees het varkensviees, het rundvlees, het lamsvlees, het gehakt, de rolladi vleeswaren de ham, de salami, de cervelaat, de pat de bakker / de bakkerij brood het wit(brood), het bruin(brood), het volkoren(brood), het stokbrood, de krentenbo, de crossant, het broodje (ard of zach), het bolletje (hard of zacht), . koek / gebak de taart, de cake, de vise, de stroopwafel, de koekles, .. open doen en winkelen Winkel: Producten: Winkel Producten: Winkel: Producten: Winkel Producten: Winkel: Producten: Winkel: Producten: Winkel Producten: Winkel: Producten: Winke! Producten: Winkel: Producten: Winkel: Producten: de groenteboer ben... x gtoente de sla, de boonties, de snijbonen, de bloemkool, de spinazie, de andijvie, de prel, de komkommer, de paprika, de ui, de aardappe fruit de appel, de sinaasappel, de peer, de banaan, de mandarin, de aardbei, de kers, de framboos, de druif, de meloen, de ananas, de kaaswinkel jonge kaas, belegen kaas, oude kaas, Leerdammer, brie, camembert, .. de poelier de kip, de kipfilet, de Kippenpoot / de kippenbout, het cieren), .. de sliter / de slifterij het bier, de rode wijn, de witte wijn, de rosé, de port, de jenever, de whisky, . de supermarkt de melk, de spaghetti, het wc-papier, de thee, de suiker, de boter, de ketchup, de olie, de vuilniszakken, .. de schoenenzaak de schoen (schoenen), de laars (laarzen), de sok (soktken), de pantoffel (pantoffels), .. de kledingwinkel de broek, de spijkerbroek, de rok, de jurk, het overhemd, het shirt, het T-shirt, de blouse, het pak, het kostuum, het colbert, het vest, de trui, de jas, de sjaal, de handschoen (handschoenen), de stropdas, de pyjama, het ondergoed, de onderbroek, de bh, het slipje, de drogist / de drogisterij de aspiring, de keeltabletten, de shampoo, de douchecréme, de lippenstift, de make-up, de pleister (pleisters), het verband, .. de elektronicawinkel de televisie, de cd-speler, de dvd-speler, de dvd-recorder, de cd-rom, de mp3-speler, de computer, de laptop, de printer, .. de bouwmarkt de hamer, de schroevendraaier, de boormachine, de zaag, | de schtoef (schroeven), de spijker (spijkers), de plug (pluggen), | het hout, de tegel (tegels), het cement, ... | de boekwinkel het boek, het tijdschrift, de krant, de kalender, het papier, .. | | en doen en winkelea ST Oe opmaat | Winkel: de bloemenzaak Producten: de bos bloemen, de tulp (tulpen), de roos (rozen), de plant, de potgrong, Winkel: de juwelier Producten: de ring, de oorbel (oorbellen), de armband, de halsketting, het horloge, .. het warenhuis de tas, het dekbedovertrek, het speelgoed, het servies, de handdoek, de kleding, .. Winkel: de meubelzaak Producten: de stoel, de bank, de tafel, de eettafel, de salontafel, de fauteull, de boekenkast, het dressoir, het bijzettafeltje, het bureau, de kruk,de ladekast, ce is 4 Hieronder een lijst van namen yan bekende winkels in Nederland, Welk soort winkel is het? (voor soorten winkels, zie oefening 3). | Praxis van Haren Aldi IKEA Dirk van den Brock Gamma + Z gmayit Gall & Gall, Hennes & Mauritz dc elett de ele 1000 Dolcis “Tendhopper V&D ; Etos | aA : i Dixons Lundia Albert Heijn d HEMA. Bijenkorf i i maatit De opmast 5B Then 3 Boodschappon doen en winkelen a : pakt cen fles wijn uit het rek en geeft de fles wiin les. aan Peter V0! Peter bedankt de medewerker ‘i __ en gaat op zoek naar Marjan. ‘Dan hoort Peter 1s.) Marjans ¢_Sstem/ Marjan isyboos én roept: ‘Idioot! Waar was je nou? Ik loop al tien minuten met ‘nijo handen vol! Kom hier met dat kartetje!” Peter zegt tegen Marjan : Mens, doe niet zo moeilijk!” pakt de aard- appels, de bloemkool en de uien uit Marjans handen eh gooit de aardap- s, de bloemkool en de wien 4 in her karrerje. Peter en Marjan -~£ lopen naar de kassa en betalen Peter en Marjans boodschap- pen, Het meisje bij de kassa vraagt: ‘Wilt u zegels?”.en Marjan zegt tegen hetmeisie aay _: ‘Rot op met je zegels!” en loopt boos naar buiten. “Sorry, zegt Peter tegen het meisie_Ao-v _. Het meisje e ziet Peter jscu naar buiten lopen en denkt: ‘Gezellig, 20 samen boodschappen doen!” Moraal van dit verhaal: Samen boodschappen doen? Neem dan twee kar- retjes. Of nog beter: GA ALLEEN! Kleding en schoenen kopen Verkoper Kan ik je misschien helpen? Kan ik u misschien helpen? Prima! Roept u maar, als u hulp nodig heeft. Natuurtjk, ga je gang. De paskamers zijn daar links, achter In de winkel. Ik zal even voor je kijken. Ik ga even voor u kijken, En, hoe zit het vest? Ja, en het staat u ook goed. De epmaat 66 Theina 3 Boadschaypen deen en winkelen ae EE EEE ‘Momentie, ik kik even in het magaziin. End Klant Ja, ik zoek een groen shirt. Ik zoek een warme trul. Nee, dank u. ik kik even rond. ‘Mevrouw, kan ik even passen? Mevrouw, waar zijn de paskamers? Jammer, de truiis te klein. Heeft u hem een maat groter? i‘ Helaas. Het shirt is te groot. Heeft u het een maat kleiner? Heeft u deze laarzen ook in maat 38? Het zit goed. Het past goed, Mi Simone: Hoeveel moeten ze betalen? € Hoeveel betalen ze? €_ 4 2. Whebzininw. /Tle wit te ik heb zin in thee, Ik ook. ik heb dors Ik ook. Wk heb honger free (

You might also like