Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

Mavo/havo 2 hfst 5

Practicum elektriciteit PHET simulatie


Naam: Klas:
Datum:
Doel: Eigenschappen leren kennen van de serie en parallelschakeling.
Spanning en stroomsterkte meten
Leren tekenen van schakelschema’s aan de hand van zelfgemaakte
schakelingen.

Benodigdheden:
Phet simulatie

Opdrachten
Maak de schakeling zoals hiernaast.

1 Is dit een serie of een parallelschakeling?

___________________________________________

Neem nu een schakelaar op in je schakeling


2 Waar in de schakeling moet je de schakelaar zetten om beide lampjes aan en
uit te schakelen?
___________________________________________________________________

3 Teken het schakelschema van de schakeling die je hebt gemaakt. Gebruik


hierbij de juiste symbolen.

4 Meet ook de stroomsterkte voor het eerste lampje, tussen de twee lampjes en
achter het tweede lampje en noteer je meetresultaten in de tabel hieronder.

Plek in de stroomkring Stroomsterkte (A)


Voor het eerste lampje
Tussen de lampjes
Achter het tweede lampje

Neem nu een derde lampje op in je schakeling zoals hieronder


Mavo/havo 2 hfst 5

5 Vergelijk de felheid van de lampjes nu ze met zijn drieën zijn geschakeld.


Streep de onjuiste door:

De lampjes zijn feller / minder fel gaan branden.

Meet nu de spanning over één lampje


6 Sluit je een voltmeter in serie of parallel aan?
___________________________________________________________________

7 Meet ook met je voltmeter de spanning over de batterij en over de andere


twee lampjes. Noteer je metingen in de tabel.
Voorwerp Spanning (V)
Eerste lampje
Middelste lampje
Laatste lampje
Batterij

Maak de schakeling zoals hiernaast.


8 Is dit een serie of een parallelschakeling?
_______________________________________________
Mavo/havo 2 hfst 5

9 Teken het schakelschema van de schakeling die je hebt gemaakt.

10 Op welke plek of plekken in de schakeling kun je een schakelaar zetten zodat


je beide lampjes tegelijk aan en uit kunt zetten? (kies uit: A, B, C, D)
___________________________________________________________________

11 Op welke plek of plekken in de schakeling moet je een ampèremeter


aansluiten om de totale stroomsterkte te meten? (kies uit: A, B, C, D)
___________________________________________________________________

Meet nu de stroomsterkte op de plaatsen A, B, C en D

12 Noteer je metingen in de tabel.


Plek in schakeling Stroomsterkte (A)
A
B
C
D

Schakel nog een derde lampje parallel en meet weer de stroomsterkte uit de batterij.
13 Wat is er nu veranderd aan de stroomsterkte?w
___________________________________________________________________
Nu volgen een paar zinnen over serie en parallelschakelingen. Streep het foute
schuingedrukte woord/zin door.
14 In een serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk/verschillend.
15 In een serieschakeling krijg elk lampje alle spanning/een deel van de
spanning.
16 In een serieschakeling branden de lampen minder fel/feller dan in een
parallelschakeling.
17 In een serieschakeling kunnen de lampjes wel/niet onafhankelijk van elkaar
branden.
18 In een parallelschakeling krijgt elke lampje een deel van de spanning/de
zelfde spanning als de batterij.
19 Hoe meer lampjes je parallel schakelt hoe kleiner/groter de stroom uit de
batterij wordt.

You might also like