Uitgeverij/plaats: Atlast Contact Amsterdam/Antwerpen Eerste druk: januari 2018. Gelezen: 19e druk september 2020. Genre: psychologische roman Aantal pagina's: 271 Op de kaft zie je rode en zwarte letters, een grote sticker met Winnaar International Booker Prize 2020. Die sticker zit op een kind met de handen onder de kin. Het kind heeft donker, stijl, halflang haar en op het gezicht zie je een 'uitgeknipt plaatje van een boerderij, een weggetje naar een boom bij het water met een roeiboot. In dat plaatje zie je ook weer een getekend gezicht van de persoon waarin het plaatje is getekend. Titelverklaring De avond is ongemak. Op pagina 135 staat: in ongemak zijn we echt. Daarover had de dominee iets gezegd. Hieruit maak ik op dat de titel aangeeft dat je in de avond ervaart en wat je dan doet, echt is. Als ik kijk naar het thema waarin de 'dood', speelt, dan denk ik dat de dood voelt als avond, donker en dat voelt voor veel mensen ongemakkelijk. Voor het christelijke gezin komt er nog veel meer bij kijken omdat je God toch moeilijk de schuld kunt geven van de dood van Matthies. Maar hoe zit het dan wel? Dat voelt heel ongemakkelijk. Motto's Van Maurice Gilliams: De onrust schenkt vleugels aan de verbeelding. Deze zin staat op de sokkel een standbeeld van hem. Natuurlijk is er veel onrust na het overlijden van Matthies. De kinderen die doorgaan in hun lichamelijke ontwikkeling. zetten de onrust om in seksuele fantasieën en daardoor heel rare handelingen zoals het kaasboortje dat Jas in het poepgaatje van koe Beatrix stopt. Er is nog een motto op pagina 8, direct voor het begin van deel 1. Daar staat een tekst uit 2008 van Jan Wolkers: "Er staat geschreven, "Ik maak alle dingen nieuw" maar de akkoorden zijn een waslijn van verdriet, Messcherpe vlagen knakken het geloof van hem die weg wil vluchten uit dit wreed begin. Een ijzelregen geselt bloei tot glazig moes, Een hondsvot schudt zijn pels kurkdroog in het geweld." De schrijfster is een enorme fan van Jan Wolkers omdat hij volgens haar 'onverbiddelijk' is als het om geloof gaat. Thema Ik zou zeggen: de dood in het leven van het gezin. In de twee jaar sinds de dood van Matthies, beschrijft het boek hoe de verschillende gezinsleden hiermee (niet) omgaan en hoe de ontwikkeling van de kinderen verder gaat. Hoofdpersoon De hoofdpersoon noemt zichzelf Jas. Alsof ze zich vereenzelvigt met de jas die ze altijd draagt. Een jas is onpersoonlijk en onzijdig. Alsof ze daarmee ook aangeeft dat ze zichzelf als 'onzijdig' ziet (Marieke Lucas). 1. Jas is angstig; aan de ene kant bang om dood te gaan waardoor ze de jas altijd aanhoudt en aan de andere kant is ze er steeds mee bezig. 2. Jas is opmerkzaam: ze ziet dat haar moeder heel weinig eet en afvalt en dat ze eten meeneemt naar de kelder. 3. Jas heeft veel (verknipte) fantasie. Ze fantaseert dat moeder het eten naar de kelder brengt omdat er joden ondergedoken zitten. Ik vind haar ook dominant naar haar zusje, bijvoorbeeld als ze in bed liggen en ze gekke seksueel getinte spelletjes met haar zusje Hanna doet. Bijpersoon Hanna is drie jaar jonger dan Jas. Ze kijkt op tegen Jas en wil graag doen wat Jas zegt. Verder weet ik weinig van haar en weet ik al helemaal niet wat ze denkt. Ik weet ook niet of en in hoeverre ze verandert. Dat zijn duidelijke verschillen met de hoofdpersoon van wie ik veel gedachten ken en waarbij ik zie dat ze verandert naar een depressief persoon uiteindelijk zelfmoord pleegt. Vertelperspectief Het boek is geschreven vanuit Jas en het ik-perspectief. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de eerste zin: ik was tien jaar en deed mijn jas niet meer uit. Schrijfstijl Het boek is makkelijk te lezen, er staan geen moeilijke woorden in en het is helder en gevarieerd: er staan weinig woorden die meerdere keren achter elkaar worden herhaald. Zo nu en dan staan er korte dialogen in. Bijvoorbeeld met haar zusje Hanna en dialogen tussen haar ouders en de dierenarts. Motief Een motief is het ontbreken van een betekenisvolle/liefdevolle inhoud geven aan relaties. De ouders zijn behoorlijk onvriendelijk naar elkaar en naar hun kinderen: er wordt niet meer gelachen sinds Matthies is verdronken. Odde en Jas gaan ook heel raar met elkaar om. Het lijkt of hun relatie alleen bestaat uit seks en dood. Dat zijn dan ook de volgende motieven. Seksualiteit is een groot ding en het meest vreemde vind ik dan dat Jas de kaasboor in de kont stopt van Beatrix. Beschreven tijd Het boek beschrijft twee jaar. Het begint twee dagen voor kerst 2000 (dat jaartal zou op de medaille van Matthies staan) en duurt tot een paar dagen voor kerst 2002 als Jas in de diepvrieskist gaat ("Ik kom eraan, lieve Matthies.") en tussen de kerststollen gaat liggen. Tijd waarin het zich afspeelt Het boek speelt van eind 2000 tot eind 2002 dus dat is de huidige tijd. Omdat het een zeer gelovig gezin is, maken ze weinig gebruik van de middelen die er zijn. Ze kijken bijvoorbeeld wel televisie maar alleen Nederland 1, 2 en 3. Ruimten 1. Boerderij - het gezin zit aan tafel te ontbijten, het is net kerstvakantie en Jas maakt een boterham met chocopasta. 2. Friesland - de post gaat in een brievenbus met de postcode 8000-8617, dat is Friesland omdat je vanuit daar, de Noordzee kunt zien. 3. School - Jas maakt de Hitlergroet naar de docent Geschiedenis. Tijdvolgorde Het boek verloopt chronologisch en gaat van twee dagen voor kerst 2000 naar kort voor kerst 2002. Dat blijkt uit de opmerking dat het over 2 dagen kerst is met daarbij de opmerking dat Matthies een medaille kon krijgen met daarop het jaar 2000. Deel 2 begint anderhalf jaar na de dood van Matthies. Op pagina 2 lees ik dat het pas november is (na de komst van Sinterklaas want sinds een week is Dieuwertje op de tv). In deel 3 lees ik op pagina 230: het was twee dagen voor die bewuste decemberdag; dus 21 december omdat Matthies op 23 december is verdronken. Mening 1. Het is een bijzonder boek waarin heel rare fantasieën uitvoerig worden beschreven. Zoals de verkrachting van vriendin Belle. 2. Het boek is makkelijk te lezen doordat de zinnen goed zijn geformuleerd met gemakkelijke woorden. 3. Het boek is vol fantasie over seksualiteit waardoor duidelijk de ontluikende seksualiteit van het twaalfjarige meisje blijkt. 4. Ik vind het vervelend dat de 17 jarige Obbe aan het eind, meer en meer gaat vloeken, daar hou ik echt niet van. 5. Het boek beschrijft mooi hoe de hoofdpersoon worstelt met haar identiteit, bijvoorbeeld doordat ze zichzelf 'Jas' noemt. Een naam waaruit geen geslacht blijkt. 6. De verkrachting van vriendin Belle vind ik heel raar. Hoe kun je toestaan dat je broer je vriendin gaat insemineren met sperma van een stier? 7. Wat ik nog gekker vind, is dat Jas de assistente speelt en de ideeën van haar broer ten uitvoer brengt. 8. Tussen de regels door lees ik heel goed hoeveel pijn er is vanwege de dood van Matthies en hoe de meeste gezinsleden vanaf dat moment hun leven heel moeilijk verder kunnen leven. 9. Ik ervaar het echt als een lichtpunt dat zusje Hanna vriendinnen heeft (zoveel als Jezus discipelen had) en dat ze plezier in het leven lijkt te hebben. 10. Wat ik ook echt gek vind, is dat er niemand is die de hulpverlening inschakelt. Niets anders dan dat de ouderlingen uit de kerk heel regelmatig langskomen om navraag te doen naar hun geloofsbeleving. Samenvatting Deel 1 Jas is tien jaar oud, de kerstvakantie is net aangebroken en ze krijgen Duo Penotti voor op brood. Het heeft gevroren en Matthies mag een poldertoer gaan maken waarbij hij een medaille kan krijgen. Jas mag niet mee en is jaloers op Matthies. Ze bidt dat haar favoriete konijn zal blijven leven (ze is bang dat vader het konijn zal slachten voor de Kerst) en dat God in plaats van het leven van haar konijn, het leven van Matthies zal nemen. Wat blijkt: Matthies verdrinkt doordat hij in een wak terecht komt en te ver voor was op de rest. We lezen hoe dit nieuws de kinderen bereikt en over de begrafenis. Vader en moeder Mulder hebben nu nog 3 kinderen: Hanna van 7, Jas van 10 en Obbe van 15. Matthies was ouder dan Jas. Deel 2 v.a. 43 Het is anderhalf jaar later en Jas is 12 jaar en zit op de middelbare school. Jas heeft met Hanna een Plan: naar de overkant, is het doel van dat plan. Jas blijkt steeds weer last te hebben van obstipatie en daardoor krijgt ze op een bepaald moment van haar vader, groene zeep in haar anus geduwd. Dat doet veel pijn en het levert alleen een plas bruin water op. De ontlasting blijft zitten. Jas plast heel geregeld in haar broek. De onderbroeken verzamelt ze onder haar bed. Ze is blij dat moeder zo verdrietig is waardoor ze een verstopte neus heeft en niet zal ruiken dat de natgeplaste onderbroeken onder haar bed liggen. Jas heeft haar jas altijd aan in de hoop dat ze niet ziek zal worden. Dan blijft ze leven en hebben haar ouders niet nog een kind minder (hoe apart dat ze later alsnog zelfmoord pleegt). In dit deel wordt de hamster Tiesje verdronken door Obbe. Alsof hij de dood van Matthies naspeelt. Obbe bonkt zichzelf vaak in slaap, zo hard, dat vader noppenfolie op de houten bedrand maakt. Allerlei uitingen die aangeven dat er een nare en verdrietige sfeer hangt in de boerderij. Jas fantaseert onder meer dan ofwel haar vader, ofwel haar moeder, de boerderij ontvlucht en samen met zusje Hanna, fantaseren ze over een 'Redder' in de figuur van Boudewijn de Groot of meester Herbert (Hanna). De Redder zal hen naar de overkant leiden; naar het beloofde land. De koeien moeten worden afgemaakt omdat ze zijn getroffen door mond- en klauwzeer. De dierenarts maakt gekke opmerkingen tegen Jas, alsof hij een relatie met haar zou willen terwijl hij vrijwel net zo oud is als haar vader. Jas bedenkt een test voor de dierenarts als Redder. Hij moet het kaasboortje vinden dat Jas in het poepgat van koe Beatrix stopt. Ze duwt het kaasboortje zo ver dat haar hele onderarm in de koe verdwijnt. De dierenarts vindt het kaasboortje niet. Beatrix zal de volgende ochtend afgemaakt worden. Deel 3 v.a. 197 Obbe vloekt en doet vervelend tegen Jas omdat ze het wachtwoord van The Sims een keer heeft gebruikt en beweert dat ze vals heeft gespeeld. Jas maakt gebruik van de gelegenheid en zegt dat Obbe met zijn vinger in haar anus moet in de hoop dat ze dan haar ontlasting kwijt kan. Ze masturbeert steeds vaker door met haar kruis tegen haar knuffel aan te bewegen. In het hele boek worden Bijbelteksten genoemd. Jas lijkt bang te zijn dat haar ouders zullen sterven. Ze leest over mieren die sterven zonder hun koningin en dat vertaalt ze naar haar moeder en de joden die in de kelder wonen (in haar fantasie). Als de joden weg zijn, heeft moeder niets meer om voor te leven, dan zal ze sterven en als zij sterft, zal vader ook dood gaan. Op pagina 224 lees ik dat ze eindelijk van wat keutels af komt, waarvoor ze een gat heeft gegraven zoals dat in de Bijbel ook wordt beschreven. In dit deel wordt vriendin Belle 'verkracht' door Obbe en Jas. Obbe bedenkt een heel vreemd plan waarbij Belle wordt geïnsemineerd met sperma van een stier en Jas voert dat uit. Belle schreeuwt het uit van de pijn. Jas denkt aan wat moeder zei over de vrieskist. Als je vastzit in de vriezer, word je pas met Kerst gevonden. Als de ouderlingen langskomen en Jas weet dat ze minstens een uur binnen zullen zijn, glipt ze weg. Ze gaat naar de vrieskist. Uiteindelijk lees je dat Jas de vrieskist in klimt, ze laat de deksel dicht vallen. Het laatste dat Jas zegt is: "Ik kom eraan, lieve Matthies". Dan wordt het pikkedonker en ijzig stil.