16‐12‐2018

Wat is er aan de hand: lezen

 Leerlingen lezen niet veel meer en schrikken van de lengte

van een tekst

 Examens zijn vaak heel erg lang en erg tekstueel

 Leerlingen leggen moeilijk een link tussen wat ze geleerd

hebben bij Nederlands en de andere vakken

 Verhoogde aandacht voor leesstrategieën (bij Nederlands)

heeft niet het gewenste effect (bij de andere vakken)

Opdracht bij lezen 1

Verschillende manieren van lezen, beantwoord de vraag en ‘destilleer’ jouw aanpak
afhankelijk van doel
 Globaal lezen (snel, en maar 1x)
 Ook wel scannend lezen

 Gericht lezen (opzoek naar bepaalde gegevens)

 Ook wel zoekend lezen

 Intensief lezen (goed opletten op de betekenis van

de woorden)

Economie havo, 2013 2e tijdvak

Opdracht bij lezen 2 Opdracht bij lezen 3

beantwoord de vraag en ‘destilleer’ jouw aanpak beantwoord de vraag en ‘destilleer’ jouw aanpak

Geschiedenis HAVO, 2017 2e tijdvak

Aardrijkskunde HAVO, 2017 1e tijdvak

1
 16‐12‐2018

Hoe stimuleer je leerlingen om de leesstrategie toe te passen?

Algemene strategie voor het lezen van

examenvragen en -teksten

 Wat is het onderwerp van de opdracht?

 Wat weet ik zelf al ongeveer?
 Heb ik gegevens uit de tekst nodig voor een antwoord
en zo ja, welke?
 Gaat het om de hoofdlijn of om detailvragen?
 Moet ik de hele tekst lezen of alleen een deel?
 Moet ik globaal, gericht of intensief lezen?
 Zijn er woorden die ik niet ken en die ik niet kan
afleiden of raden? Zijn deze belangrijk?

Geschiedenis VWO, 2017 1e tijdvak

Bijbehorende opdracht voor leerlingen

Brongebruik
Niet:
Geef antwoord op vraag 14.  Lees eerst de vraag  Moet ik de bron
gebruiken in het antwoord?
Maar:  Op welke manier moet ik de bron gebruiken
 Lees vraag 14. Wat willen ze weten en welke
in het antwoord?
gegevens uit brief/bron 8 zijn nodig om de vraag
 Welke informatie moet ik vinden / halen uit
te beantwoorden?
 Geef antwoord op vraag 14.
de bron?
 Leesstrategie bepalen

Analyse van de bron

 Wat is het voor soort bron (tekst, tabel,

grafiek)?
 Waarover geeft de bron mij informatie?
 Wie heeft de bron geschreven / gemaakt?
 Wat weet ik van deze auteur / maker?
 Wat betekent dit voor betrouwbaarheid /
meningen in de bron?

 … aanvullen vakspecifieke aanpak …