Professional Documents
Culture Documents
HC 2.2
HC 2.2
Ionbinding: binding tussen een positief geladen en een negatief geladen ion.
Zwakker dan covalente bindingen!!
Stikstof: 5 elektronen in de buitenste baan.
Polaire binding: zuurstofatoom trekt harder aan het water dan andersom hierdoor krijgt
zuurstof de elektronen dichter bij zich en wordt negatief geladen (delta min).
Radicaal: heeft ongepaard elektron in de buitenste schil zitten. Gevaarlijk, want ze willen
elektronen van het lichaam afpakken.
Oxidant: wil een elektron afpakken van een ander atoom.
Kleurstoffen (koffie, rode wijn, antibiotica) gaan op het glazuur zitten verkleurde tanden.
Glucose is hydrofiel.
Vetzuurketen
Hydrofobe interactie: manier waarop eiwit in water zit door hydrofiele en hydrofobe
groepen dwingen bepaalde ruimtelijke formatie = structuur.
Als de vorm van een eiwit verandert, dan verandert de functie van het eiwit ook.
Koolhydraten: C, H, O
Als wij β-D-glucose eten (gras) dan kan dat niet verteerd worden en dus ook niet opgenomen
in het lichaam.
Wij kunnen geen condensatie in het lichaam, maar wel hydrolyse (wel enzymen voor nodig!).
Onze cellen hebben op het celmembraan soort hydrofiele “suikerboompjes” waarmee er cel-
cel interactie kan plaatsvinden.
Cholesterol is antipatisch
Hydrofoob = apolair
Hydrofiel = polair