Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 51

lOMoARcPSD|865606

Personen- en familierecht - Werkcollege + Leerdoelen

Personen- en familierecht (Avans Hogeschool)

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

3.5.4 Planning

Wee Onderwerp Literatuur en jurisprudentie


k
1 Inleiding; artikel 8 EVRM; Phillips hoofdstuk 7
minderjarigheid
Marckx-arrest EHRM, 13 juni 1979, Publ.
ECHR. A, vol. 31, NJ 1980, 462

2 Afstamming; naamrecht Phillips hoofdstuk 3 en paragraaf 6.3

HR 9 april 2004,
ECLI:NL:HR:2004:AO1337
HR 16 juni 2006, ECLI:NL:HR:
2006:AW1860

3 Adoptie; huwelijk; Phillips hoofdstuk 4 en hoofdstuk 1


geregistreerd partnerschap
4 Ouderlijk gezag; voogdij Phillips hoofdstuk 5, paragraaf 6.1,
paragraaf 6.2: inleidend stukje, paragraaf
6.5: inleidend stukje

5 Echtscheiding; Phillips hoofdstuk 2 en bijlage 1


scheidingsbemiddeling
6 Recht op contact; Eventueel aanvullende literatuur via
omgang, omgangsbemiddeling blackboard
en recht op informatie
HR 15 april 1994, NJ 1994, 608, LJN:
ZC1337 (Valkenhorst)
Rb. Leeuwarden 5 februari 2009,
ECLI:NL:RBLEE:2009: BH2027

7 Herhaling en oefentoets Oefentoets wordt uitgedeeld tijdens de


les

3.5.5 Literatuur en jurisprudentie


Verplichte literatuur:
- C. Phillips, Familierecht, Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers, 2016 (1e
druk)
ISBN 9789001862367;
- Tijdens de cursus kan via Blackboard of tijdens de lessen nog enige
aanvullende literatuur worden verstrekt.

Verplichte jurisprudentie
- Marckx-arrest EHRM, 13 juni 1979, Publ. ECHR. A, vol. 31, NJ 1980, 462
- HR 15 april 1994, NJ 1994, 608, LJN: ZC1337 (Valkenhorst)
- Rb. Leeuwarden 5 februari 2009, ECLI:NL:RBLEE:2009: BH2027
- HR 9 april 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1337
- HR 16 juni 2006, ECLI:NL:HR: 2006:AW1860

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Week 1 Inleiding; artikel 8 EVRM; minderjarigheid

Inleiding
In week 1 wordt een inleiding op het vak gegeven. Er wordt onder meer ingegaan
op het belang van artikel 8 EVRM voor het Nederlandse personen- en
familierecht. De grote invloed die dit verdragsartikel heeft gehad (en nog steeds
heeft!) op de ontwikkeling van het familierecht is ingeluid met de uitspraak van
het Straatsburgse Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Marckx in 1979.
De inhoud van het begrip familiy life uit artikel 8 EVRM wordt besproken en ook
wordt er – vooruitlopend op week 2 – kort stilgestaan bij het verschil tussen
enerzijds de term family life en anderzijds de begrippen (juridische)
bloedverwantschap /familierechtelijke betrekking.
Een ander onderwerp dat deze week aan bod komt is de minderjarigheid.
Iedereen die nog niet de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt, is in beginsel
minderjarig in ons recht. Minderjarigen zijn slechts in beperkte mate
handelingsbekwaam. Wat precies de juridische implicaties hiervan zijn, wordt
deze week behandeld. Ook komt ter sprake op welke terreinen van het recht,
afwijkende regelingen gelden.

Literatuur
- Phillips: hoofdstuk 7

Jurisprudentie
Marckx-arrest EHRM, 13 juni 1979, Publ. ECHR. A, vol. 31, NJ 1980, 462

Paula Marckx, een ongehuwde moeder, beklaagde zich over de Belgische


wetgeving. Deze wetgeving eiste erkenning van het kind door de moeder voor
het ontstaan van familierechtelijke betrekkingen. De Belgische wet maakte een
onderscheid tussen wettige en natuurlijke kinderen voor wat betreft het
afstammingsrecht. Door dit onderscheid werd Paula Marckx voor een dilemma
geplaatst.

Verklaren waarom de uitspraak in de Marckx-zaak van belang is


geweest voor het Nederlandse recht;
Het Marckx-arrest is ook van belang geweest voor Nederland. Door deze
uitspraak wordt er meer waarde gehecht aan het EVRM. Dit was de eerste keer
dat een lidstaat op basis van het EVRM op de vingers werd getikt. Voor Nederland
ontstonden er dus ook negatieve om zich te onthouden van het inbreuk maken
op het EVRM en positieve verplichtingen om er actief voor te zorgen dat het
EVRM gewaarborgd werd.

Onderbouwen wanneer in het familierecht tussen twee personen sprake


is van family life;
Family life: art. 8 EVRM: “een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven,
zijn familie-
en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie”. Lid 2: inmenging is
toegestaan als:
1. Dit bij wet is voorzien;
2. Dit in een democratische samenleving noodzakelijk is;
3. In het belang van…

Family life bestaat op grond van art. 8 EVRM bestaat o.a. tussen:
•Echtgenoten;

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

•Moeder en een kind (louter door geboorte);


•Erkenner en kind
Verder onder omstandigheden tussen:
•Biologische vader en kind (mits er sprake is van bijkomende omstandigheden);
•Grootouders en kleinkind;
•Pleegouders en kind

Globaal aangeven welke rechten en plichten kunnen voortvloeien aan


een relatie die als family life kan worden bestempeld;
Consequenties (rechten en plichten) family life:
•Recht op contact (zorgverdeling/omgang);
•Recht op informatie;
•Gezamenlijk gezag;
•Recht van ouder en kind op verzorging en opvoeding van het kind door de
ouder;
•Aanspraak van het kind op levensonderhoud;
Aanspraken betreffende een geslachtsnaam

De begrippen family life, familierechtelijke betrekkingen,


bloedverwantschap en aanverwantschap met elkaar vergelijken en
uitleggen in welk opzicht deze begrippen van elkaar verschillen;
Familierechtelijke betrekkingen: art. 1:197 BW: een kind, zijn ouders en hun
bloedverwanten staan in familierechtelijke betrekking tot elkaar. Dit houdt dat
ouders bijvoorbeeld een onderhoudsplicht hebben en dat een kind recht heeft op
een erfenis als de ouder overlijdt.

Verschil family life en familierechtelijke betrekkingen: als iemand in


familierechtelijke betrekking tot het kind staat, bijvoorbeeld grootouder en kind,
wil dat niet meteen zeggen dat de er ook sprake is van family life. Er moet dan
sprake zijn van bijkomende omstandigheden. Familierechtelijke betrekkingen
ontstaan automatisch tussen een kind en zijn ouders, en hun bloedverwanten.
Een grootouder kan dan ook family life krijgen met het kind, maar dan moet de
grootouder bijvoorbeeld wel veel met het kind omgaan.

Bloedverwantschap: art. 1:3 BW: de verhouding tussen 2 personen:


•Rechte lijn: de één stamt van de ander af, bijvoorbeeld vader/zoon of
grootvader/kleinzoon
•Zijlijn: stammen niet van elkaar af, maar hebben wel gemeenschappelijke
voorouders: bijvoorbeeld broer en zus

De graad van bloedverwantschap wordt bepaald door het getal der


geboorten die de bloedverwantschap hebben veroorzaakt. Hierbij telt een
erkenning, een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap of een
adoptie als een geboorte.

Aanverwantschap: art.1:3 BW: de verhouding tussen de ene echtgenoot of


geregistreerde partner en de bloedverwanten van de andere echtgenoot of

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

geregistreerde partner. Door echtscheiding, ontbinding van het GP of


overlijden wordt het aanverwantschap niet opgeheven.

Het is belangrijk om te weten of er sprake is van bloedverwantschap of


aanverwantschap. Bloedverwanten mogelijk bijvoorbeeld niet met elkaar
trouwen. Dit is ook belangrijk voor bijvoorbeeld het erfrecht, alimentatierecht, e

Aangeven in hoeverre minderjarigen in het Nederlandse recht


bekwaam zijn tot het verrichten van rechtshandelingen; uitleggen wat
de gevolgen zijn van de voorwaardelijk handelingsbekwaamheid van
minderjarigen.

Minderjarigheid: art. 1:233 BW


1. Alle minderjarigen staan onder gezag;
2. Minderjarigen zijn voorwaardelijk handelingsbekwaam (art. 1:234 lid 1 BW),
mits:
• Met (veronderstelde) toestemming van wettelijk vertegenwoordiger (zie lid 3);
• Voor zover de wet niet anders bepaalt. De wet bepaalt anders bij:
•Het maken van een testament;
•Het sluiten van een arbeidsovereenkomst;
•Het sluiten van een geneeskundige behandelingsovereenkomst;
•Verzoek handlichting (art. 1:235 BW)
•Verzoek benoeming bijzondere curator (art. 1:250 BW)
•Informele rechtsingang (art. 1:377g en 1:251a lid d BW, evt. via 1:253a
lid 4 BW.

Opdracht 1
Paula Marckx, een ongehuwde moeder, beklaagde zich over de Belgische
wetgeving. Deze wetgeving eiste erkenning van het kind door de moeder voor
het ontstaan van familierechtelijke betrekkingen. De Belgische wet maakte een
onderscheid tussen wettige en natuurlijke kinderen voor wat betreft het
afstammingsrecht. Door dit onderscheid werd Paula Marckx voor een dilemma
geplaatst.

Bestudeer het Marckx-arrest en hetgeen in de verplichte literatuur daarover


wordt opgemerkt. Beantwoord daarna de volgende vragen:

a. Op welk(e) punt(en) maakte de Belgische wetgeving ten tijde van het


Marckx-arrest een onderscheid tussen wettige en natuurlijke
kinderen? Licht dit onderscheid toe.
Natuurlijke kinderen moesten worden erkend ook door de moeder
Natuurlijk kind kan niet erven ookal was het erkend
Omvang van familierechtelijke betrekkingen is het beperkt.

Alexandra Marckx is het kind van een bewust ongehuwde moeder (Paula) die

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

bij de geboorte van haar kind tot de ontdekking kwam dat ze het
moest erkennen om de afstammingsband wettelijk vast te stellen

b. Was dat onderscheid gerechtvaardigd? Motiveer je antwoord.


Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gaf haar gelijk en oordeelde in
1979 dat de Belgische Staat een einde moest maken aan de discriminatie
tussen wat men vroeger natuurlijke en wettige kinderen noemde.

Natuurlijk kind heeft evenveel belang als een wettig kind

c. Wat was de betekenis van de uitspraak voor Nederland?


- Nederland moest de huidige wet aanpassen om het art. 8 EVRM-proof maken
- Familylife werd ruimger/groter
- Wetgeving moet worden uitgelegd naar de maatstaven van het Marckx-
arrest

d. Wanneer is een inbreuk op het recht op eerbiediging van het familie-


en gezinsleven gerechtvaardigd volgens het EVRM?
Family life: art. 8 EVRM: “een ieder heeft recht op respect voor zijn privé
leven, zijn familie-
en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie”. Lid 2: inmenging is
toegestaan als:
Dit bij wet is voorzien;
Dit in een democratische samenleving noodzakelijk is;
In het belang van…

De eerbiediging van het familie- en gezinsleven brengt zowel positieve als


negatieve verplichtingen mee voor de staten die partij zijn bij het EVRM.

e. Wat is het onderscheid tussen beide soorten verplichtingen?


Klassieke en sociale grondrechten

f. Om welk soort verplichtingen ging het in het Marckx-arrest?


Positieve verplichtingen

Na het Marckx-arrest heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens
(EHRM), maar ook de Hoge Raad zich vele malen uitgesproken over de vraag
wanneer er sprake is van familie- en gezinsleven.

Noem drie voorbeelden van betrekkingen tussen personen waarin


familie- en gezinsleven kan worden aangenomen.

Familierechtelijke betrekkingen: art. 1:197 BW: een kind, zijn ouders en hun
bloedverwanten staan in familierechtelijke betrekking tot elkaar. Dit houdt dat
ouders bijvoorbeeld een onderhoudsplicht hebben en dat een kind recht heeft op
een erfenis als de ouder overlijdt.

Verschil family life en familierechtelijke betrekkingen: als iemand in


familierechtelijke betrekking tot het kind staat, bijvoorbeeld grootouder en kind,
wil dat niet meteen zeggen dat de er ook sprake is van family life. Er moet dan
sprake zijn van bijkomende omstandigheden. Familierechtelijke betrekkingen
ontstaan automatisch tussen een kind en zijn ouders, en hun bloedverwanten.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Een grootouder kan dan ook family life krijgen met het kind, maar dan moet de
grootouder bijvoorbeeld wel veel met het kind omgaan.

Bloedverwantschap: art. 1:3 BW: de verhouding tussen 2 personen:


•Rechte lijn: de één stamt van de ander af, bijvoorbeeld vader/zoon of
grootvader/kleinzoon
•Zijlijn: stammen niet van elkaar af, maar hebben wel gemeenschappelijke
voorouders: bijvoorbeeld broer en zus

De graad van bloedverwantschap wordt bepaald door het getal der


geboorten die de bloedverwantschap hebben veroorzaakt. Hierbij telt een
erkenning, een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap of een
adoptie als een geboorte.

Aanverwantschap: art.1:3 BW: de verhouding tussen de ene echtgenoot of


geregistreerde partner en de bloedverwanten van de andere echtgenoot of
geregistreerde partner. Door echtscheiding, ontbinding van het GP of
overlijden wordt het aanverwantschap niet opgeheven.

Opdracht 2
Margot woont ongehuwd samen met haar vriend Theo en haar dochter Brenda
van zes.
Peter, de biologische vader van Brenda, is vlak na haar geboorte gescheiden van
Margot en ziet zijn dochter nog maar een paar keer per jaar. Brenda beschouwt
Theo als haar echte vader. Hij neemt dan ook een groot gedeelte van de zorg
voor zijn rekening. Verder passen de ouders van Theo, de heer en mevrouw de
Vries, twee volle dagen per week op Brenda.

Geef in deze situatie aan:

a. wie bloedverwanten van elkaar zijn;


Margot, Peter, Brenda (evt. Theo en ouders van Theo)

b. wie aanverwanten van elkaar zijn;


n.v.t. (Theo en Brenda zijn ongehuwd samen)

c. wie tot elkaar in een relatie staan die als familie- en gezinsleven kan
worden aangemerkt;
Peter, Brenda, Margot, Theo

d. tussen wie familierechtelijke betrekkingen bestaan.


Juridische bloedverwanten

Opdracht 3
Lees het onderstaande bericht:

Belgische draagmoeder licht Nederlandse paren op

ANP/BELGA
gepubliceerd op 04 december 2008 13:53, bijgewerkt op 4 december 2008 14:22

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

BRUSSEL - Een Belgische draagmoeder wordt ervan verdacht diverse


Nederlandse paren met een kinderwens te hebben opgelicht. Onder hen bevindt
zich het stel dat later in Gent een baby kocht.
De vrouw is donderdag in Gent opgepakt. Dat meldt de Vlaamse publieke omroep
VRT.
De vrouw zou zich diverse keren tegen betaling hebben laten insemineren met
het zaad van Nederlandse mannen. De wensouders kregen steeds te horen dat
ze niet zwanger was geraakt. Uiteindelijk beviel de vrouw toch van een kind, dat
ze aan een vriendin zou hebben verkocht. Het is onduidelijk wie de vader is.
Onder de bedrogen ouders bevindt zich ook het paar dat afgelopen zomer in
Gent van een Belgisch stel een baby kocht. De zaak kwam aan het rollen door
een reportage van de tv-rubriek Netwerk, die donderdagavond wordt
uitgezonden. De opgepakte vrouw riskeert een gevangenisstraf van maximaal vijf
jaar wegens oplichting. Het gaat om een 29-jarige inwoonster van Lovendegem,
niet ver van Gent.
In tegenstelling tot in Nederland is commercieel draagmoederschap in België niet
verboden. Diverse politieke partijen hebben daartoe wel wetsvoorstellen
ingediend. Ze drongen donderdag aan op snelle behandeling daarvan. Elke
vertraging betekent ‘het oogluikend toelaten van dergelijke wanpraktijken’, aldus
senatoren van de sociaaldemocratische sp.a.
Enkele jaren terug ontstond er grote ophef door de affaire rond baby-Donna. Het
ging om een Belgische draagmoeder die een door iemand anders verwekte baby
doorverkocht aan een Nederlands paar.

a. In het krantenbericht kun je lezen dat in Nederland – anders dan in


België – commercieel draagmoederschap niet is toegestaan. Motiveer
hoe de onwenselijkheid van (commercieel) draagmoederschap blijkt
uit:
- de Nederlandse strafwetgeving  Art. 151b 151c Sr
- het Nederlandse privaatrecht.  3:40

Hoewel commercieel draagmoederschap dus verboden is in ons land, bestaat er


wel degelijk een praktijk van ‘Hoogtechnologisch draagmoederschap’. Aan de
Vrije Universiteit te Amsterdam is in 2006 zelfs een speciale ‘HTDM-kliniek’
geopend, waar kinderloze stellen een ivf-embryo kunnen laten implanteren bij
een draagmoeder. Voor de wensouders en de draagmoeder gelden strenge
medische en juridische eisen, alsmede een zorgvuldige psychologische
screening. Overigens helpt de kliniek wensouders zelf niet met het zoeken van
een draagmoeder.

b. Als de implantatie van de ivf-embryo succesvol verloopt en


vervolgens de draagmoeder het kind baart, wie zijn dan de
genetische, de biologische en de juridische ouders van het kind?
Genetisch  Wensvader, Wensmoeder
Biologisch  Wensvader, Draagmoeder
Juridisch  Draagmoeder, (evt. echtgenoot van draagmoeder)

c. Welke juridische weg zal er na de geboorte door de wensouders bewandeld


moeten worden om familierechtelijke betrekkingen met het kind te laten
ontstaan?
Draagouder moet afstand doen, kind moet geadopteerd worden

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

d. Wat kunnen de wensouders ondernemen, als de draagmoeder na de bevalling


niet meewerkt en het gebaarde kind niet wenst af te staan?
Helemaal niks

Opdracht 4
3. Kan een 13-jarige zelfstandig een overeenkomst sluiten aangaande de
koop van een laptop van € 1.500? Motiveer je antwoord.
Iedere natuurlijke persoon is bekwaam tot het verrichten van
rechtshandelingen voor zover de wet niet anders bepaalt (art. 3:32 BW)
Minderjarigen zijn voorwaardelijk handelingsbekwaam (art. 1:234 lid 1 BW),
mits:
- Met (veronderstelde) toestemming van wettelijk vertegenwoordiger (zie
lid 3);
- Voor zover de wet niet anders bepaalt.

Opdracht 5
De 16-jarige Roel heeft een internetbedrijf voor het ontwikkelen van websites.
Het bedrijf is een enorm succes en genereert een heleboel inkomsten. Het bedrijf
is op het punt gekomen dat Roel het eigenlijk uit zou willen breiden. De 16-jarige
Roel loopt echter tegen allerlei problemen aan. Volgens de wet wordt hij namelijk
als beperkt handelingsbekwaam gezien als het bijvoorbeeld om omvangrijke
overeenkomsten gaat. (Denk hierbij bv. aan het investeren in nieuwe computers).
Roel voelt zich door de wet beperkt en wil weten of hij in aanmerking kan komen
voor handlichting.

a. Kan Roel in aanmerking komen voor handlichting?


Minderjarigheid: art. 1:233 BW
Alle minderjarigen staan onder gezag;
Minderjarigen zijn voorwaardelijk handelingsbekwaam (art. 1:234 lid 1 BW),
mits:
• Met (veronderstelde) toestemming van wettelijk vertegenwoordiger (zie
lid 3);
• Voor zover de wet niet anders bepaalt. De wet bepaalt anders bij:
•Het maken van een testament;
•Het sluiten van een arbeidsovereenkomst;
•Het sluiten van een geneeskundige behandelingsovereenkomst;
•Verzoek handlichting (art. 1:235 BW)
•Verzoek benoeming bijzondere curator (art. 1:250 BW)
•Informele rechtsingang (art. 1:377g en 1:251a lid d BW, evt. via 1:253a
lid 4 BW.

a. Stel nu dat de ouders, die het gezamenlijk gezag over Roel uitoefenen, een en
ander allemaal veel te snel vinden gaan, kunnen zij de handlichting
tegenhouden?
Ja 1:235 lid 2

b. Stel nu dat de vader van Roel achter hem staat, maar zijn moeder niet.
Verandert dit je antwoord op de vorige vraag?
Ja, 1:235 a

De kantonrechter verleent Roel de handlichting.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

c. Kan Roel volledig over zijn inkomsten beschikken?


Ja

d. Kan Roel een bedrijfspand kopen?


Nee

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Week 2 Afstammingsrecht; naamrecht

Jurisprudentie
- HR 9 april 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1337
- HR 16 juni 2006, ECLI:NL:HR: 2006:AW1860

Leerdoelen
De student kan

De begrippen juridisch, biologisch en sociaal ouderschap met elkaar


vergelijken en uitleggen hoe deze van elkaar verschillen;
Beredeneren in een casus hoe het moederschap
(juridisch/biologisch/sociaal) ontstaat, ook in het geval van
draagmoederschap;
Beredeneren in een casus hoe het vaderschap
(juridisch/biologisch/sociaal) ontstaat;
Uitleggen dat een verwekker altijd biologisch vader is, maar een
biologisch vader niet altijd de verwekker is, waarbij hij de mogelijke
rechtsgevolgen van dit verschil kent;
Beredeneren in een casus hoe het juridisch vaderschap kan worden
teruggedraaid en aangeven wat hierbij het verschil is tussen de
vernietiging van de erkenning en de ontkenning van het vaderschap;
Uitleggen wat de rechtsgevolgen van juridisch ouderschap zijn;
Uitleggen wat de belangrijkste consequenties zijn van de Wet tot
wijziging van Boek 1 BW in verband met het juridisch ouderschap van
de vrouwelijke partner van de moeder anders dan door adoptie van 25
november 2013
Aangeven hoe een kind een voor- en achternaam krijgt en hoe deze
gewijzigd kunnen worden
De regels van het naamrecht toepassen op een eenvoudige casus.

Belang afstemmingsrecht tussen ouder en kind (art. 1:197 BW):


•Nationaliteit;
•Naam;
•Ouderlijk gezag (voor ouders makkelijker om gezag te krijgen dan voor niet-
ouders);
•Erfrecht:
•Onderhoudsplichten- en rechten: art. 1:392 BW

Juridisch moederschap:
•Van oudsher: mater semper certa est.
•Sinds 1 april 2014 zijn er verschillende manieren om juridisch moeder te
worden. De duomoeder kan het juridisch moederschap nu ook verkrijgen door
erkenning of gerechtelijke vaststelling, of door een verklaring te overleggen
waaruit blijkt dat er een anonieme donor is gebruikt (art. 1:198 BW). Adoptie is
voor de duomoeder dus niet meer nodig.

Juridisch vaderschap: 3 situaties mogelijk:

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

1. De moeder is met de man gehuwd of een geregistreerd partnerschap


aangegaan tijdens de geboorte van het kind: vaderschap ontstaat dan
automatisch (art. 1:199 sub a BW)

2. De moeder is net weduwe geworden: kind wordt geboren binnen 306 dagen na
overlijden
echtgenoot/geregistreerd partner  de overleden echtgenoot/partner is de vader,
tenzij (art. 1:199 sub b BW):
• Moeder al gescheiden leefde van overleden echtgenoot/geregistreerd partner;
en
• Verklaring moeder t.o. ambtenaar BS; en
• Binnen een jaar na geboorte

3. De moeder is ongehuwd en heeft ook geen geregistreerd partnerschap:


vaderschap ontstaat door erkenning of gerechtelijke vaststelling (art. 1:199 sub c
en sub d BW)

Erkenning: is een rechtshandeling, geen waarheidshandeling. Erkenning is


mogelijk d.m.v. een notariële akte of een akte bij de ambtenaar van de
burgerlijke stand (art. 1:203 lid 1). Erkenning heeft geen terugwerkende kracht
(art. 1:203 lid 2) Voorwaarden voor erkenning (zie art. 1:204):
• Geen huwelijksbeletsel moeder en erkenner;
• Erkenner is 16 jaar of ouder;
• Schriftelijke toestemming moeder en/of kind
• Kind <12 jaar: alleen toestemming moeder;
• Kind tussen de 12 en 16: toestemming moeder en kind;
• Kind >16 jaar: alleen toestemming kind
 evt. vervangende toestemming vader van de rechter, mogelijk als (art. 1:204
lid 3 BW)
1. De man die het kind wil erkennen de verwekker is; OF de biologische vader is
met family life (bijv. spermadonor) en;
2. Erkenning niet schadelijk is voor de belangen van de moeder en het kind
 evt. vervangende toestemming duomoeder (art. 1:204 lid 4 BW)
•Kind heeft niet al 2 ouders;
•Zelfde voorwaarden gelden voor erkenning door de meemoeder.

Gerechtelijke vaststelling ouderschap: ook wel gedwongen erkenning:


•Verzoek gedaan door de moeder of het kind (art. 1:207 lid 1 BW)
•Heeft terugwerkende kracht (art. 1:207 lid 5 BW)
•De man moet de verwekker van het kind zijn; of
•De man/vrouw heeft als levensgezel van de moeder ingestemd met een
daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad.

Terugdraaien van het vaderschap: is mogelijk als de vader/erkenner niet de


biologische vader van het kind is. Mits aan de wettelijke vereisten en termijnen is
voldaan, kan het vaderschap worden teruggedraaid door de moeder, de vader of
het kind. De verwekker die graag juridisch vader wil worden kan dus niet
verzoeken om het vaderschap terug te draaien.
1. Ontkenning van vaderschap (art. 1:200 BW)
2. Vernietiging van erkenning (1:205 BW)

Terugdraaien van het moederschap:


1. Ontkenning van moederschap (art. 1:202a BW)

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

2. Vernietiging van erkenning (art. 1:205a BW)

Verkrijgen geslachtsnaam, art. 1:5 BW:


• Alleen juridisch moeder  naam van de moeder
•Alleen juridisch vader (adoptie)  naam van de vader
• Zowel vader als moeder  keuze. Blijft een keuze uit = naam vader.
Als ouders niet getrouwd zijn en de keuze blijft uit  naam moeder.
•Tijdens huwelijk of GP moeder en niet-ouder  keuze. Blijft keuze uit  naam
moeder
• Lid 13: schakelbepaling t.a.v. duomoeder
• Indien het kind ten tijde van de erken ning of adoptie 16 jaar of ouder is,
kiest het kind zelf welk van beide ouderlijke geslachtsnamen het krijgt.
•Van de verklaring van de ouders of het kind wordt melding gemaakt
in akte van naamskeuze, akte van erkenning, geboorteakte of
adoptiebeschikking.

Wijziging geslachtsnaam: art. 1:7 BW:


•Door middel van verzoek aan de koning  nader geregeld in lagere wetgeving
•Bijvoorbeeld op grond dat deze ‘kennelijk onwelvoeglijk of bespottelijk’ is
•Wijziging in bijvoorbeeld de naam van de verzorgende ouder of andere
verzorger, mits voldaan wettelijke verzorgingstermijn.

Verkrijgen voornamen: art. 1:4 BW:


•Keuze van voornamen wordt neergelegd in geboorteakte
•Ambtenaar van de burgerlijke stand weigert als de naam ongepast is, of niet
overeenstemt met gebruikelijke geslachtsnamen, tenzij…

Wijziging voornamen: art. 1:4 lid 4 BW:


•Door middel van verzoek aan de rechtbank door betreffende persoon of
diens wettelijke vertegenwoordiger
•Van de beschikking wordt een latere vermelding toegevoegd aan de
geboorteakte

Geslachtsnaam partner:
• Ieder houdt zijn eigen geslachtsnaam
• Wel ben je bevoegd om de geslachtsnaam van je (huwelijks- of
geregistreerde) partner te voeren, al dan niet achter of voor je eigen
geslachtsnaam.

Opdracht 1
Monique de Boer (23 jaar) en Hugo Hengeveld (25 jaar) hebben een LAT-relatie.
Op een gegeven moment raakt Monique zwanger, maar de zwangerschap is
veroorzaakt doordat zij na een avondje stappen een one-night-stand heeft gehad
met ene Karel. Monique heeft haar misstap echter verzwegen tegenover Hugo en

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

ze doet net of Hugo de verwekker is van het kind. Op een mooie voorjaarsdag
bevalt Monique van een blakende zoon, Jip.

a. Welke rechtsgevolgen bestaan er vanaf de geboorte tussen Monique en Jip?


Belang afstemmingsrecht tussen ouder en kind (art. 1:197 BW):
• Nationaliteit;
• Naam;
• Ouderlijk gezag (voor ouders makkelijker om gezag te krijgen dan voor
niet-ouders)
• Erfrecht:
• Onderhoudsplichten- en rechten: art. 1:392 BW

b. Kan een kind al voordat het geboren is (de ongeboren vrucht) rechten en
plichten hebben?
Ja, erkenning

c. Heeft Jip ten tijde van de bevalling van rechtswege een vader? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, wie is dat?
Juridisch vaderschap: 3 situaties mogelijk:
 De moeder is met de man gehuwd of een geregistreerd partnerschap a
aangegaan tijdens de geboorte van het kind: vaderschap ontstaat dan
automatisch (art. 1:199 sub a BW)
 De moeder is net weduwe geworden: kind wordt geboren binnen 306
dagen na overlijden echtgenoot/geregistreerd partner  de overleden
echtgenoot/partner is de vader, tenzij (art. 1:199 sub b BW):
• Moeder al gescheiden leefde van overleden echtgenoot/geregistreerd
partner; en
• Verklaring moeder t.o. ambtenaar BS; en
• Binnen een jaar na geboorte
De moeder is ongehuwd en heeft ook geen geregistreerd partnerschap:
vaderschap ontstaat door erkenning of gerechtelijke vaststelling (art.
1:199 sub c en sub d BW)

d. Wat moet Hugo bij de geboorte ondernemen om, zoals het een goede vader
betaamt, ‘alles goed te regelen’?
Het kind erkennen of een gerechtelike vaststelling afdwingen (art 1:199 subc
en d BW)

e. Kan het vaderschap van een kind al voor de geboorte worden gevestigd?
Ja

f. Wijzigt je antwoord op vraag c als Monique en Hugo voor de geboorte met


elkaar in het huwelijk waren getreden?
Ja, de moeder is met de man gehuwd of een geregistreerd partnerschap
aangegaan tijdens de geboorte van het kind: vaderschap ontstaat dan
automatisch (art. 1:199 sub a)

g. Welke achternaam krijgt Jip bij de geboorte?


Blijft een keuze

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Opdracht 2
In een casus die speelde voor de rechtbank Zutphen (Rb Zutphen 11 november
1999 en 8 juni 2000, FJR 2001 nr. 12) wilde een vrouw bewerkstelligen dat een
man die inmiddels overleden was (en van wie zij vermoedde dat hij haar
biologische vader was) haar juridische vader zou worden. Om de
afstammingsband te bewijzen heeft zij een aantal schriftelijke verklaringen van
haar moeder over haar geboorte. Ook heeft zij een verklaring waaruit blijkt dat zij
grote gelijkenissen vertoont met overige familieleden van die vermoedelijke
vader.
Hoe kan de vrouw bewerkstelligen dat de man haar juridische vader wordt?

Gerechtelijke vaststelling ouderschap: ook wel gedwongen erkenning:


•Verzoek gedaan door de moeder of het kind (art. 1:207 lid 1 BW)
•Heeft terugwerkende kracht (art. 1:207 lid 5 BW)
•De man moet de verwekker van het kind zijn; of
De man/vrouw heeft als levensgezel van de moeder ingestemd met een daad die
de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad

Opdracht 3
Bij de beantwoording van onderstaande vragen kun je gebruik maken van de
volgende beschikkingen van de Hoge Raad: HR 9 april 2004, NJ 2005, 565 en HR
16 juni 2006, NJ 2006, 339. Zoek deze uitspraken zelf op in een digitale
databank, print ze uit en bestudeer ze!

a. Evelien heeft een ongehuwde relatie gehad met Fred en uit deze relatie zijn 3
kinderen geboren. Fred was (en is) alcoholverslaafd en heeft zich nooit met de
verzorging van de kinderen bezig gehouden. De relatie is inmiddels verbroken
en Evelien heeft al geruime tijd een nieuwe vriend in de persoon van Bart.
Fred vindt het niet leuk dat zijn plaats als het ware wordt ingenomen door een
nieuwe man en wil de kinderen graag alsnog erkennen. Evelien wil dit echter
niet; zij acht het niet in het belang van de kinderen dat zij een juridische band
met Fred gaan krijgen. Kan Fred naar een notaris stappen om een akte van
erkenning te laten opmaken? Motiveer je antwoord.
Nee, er is toestemming van het kind en/of moeder nodig

b. Noem drie verschillende wijzen waarop vaderschap kan ontstaan, waarbij een
rechter kan beslissen over de totstandkoming van een vader-kind-relatie.
Gerechtelijke vaststelling 1:207
Vervangende toestemming 1:204 lid 3
Adoptie 1:227

c. Is het waarschijnlijk dat in de genoemde situatie de rechter tot de vestiging


van een juridische vader-kind-relatie zal beslissen? Welke belangen zal de
rechter tegen elkaar afwegen? Maak in je antwoord gebruik van HR 9 april
2004, NJ 2005, 565.
Belangen van de moeder, kinderen, verwekker

d. Stel dat vlak nadat Fred een procedure als bedoeld in vraag c is gestart
Evelien plotseling toestemming geeft aan Bart om de kinderen te erkennen.
Heeft dit gevolgen voor de kansen van Fred? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom
niet? Maak in je antwoord gebruik van HR 9 april 2004, NJ 2005, 565.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Misbruik van veto recht 3:13, Bart wordt dan als juridische vader gezien en
daardoor maakt Bart geen kans meer op om juridische vader te worden. De
recht kan dit “doorhalen” (beroepsproduct)

e. Stel dat Evelien aanvoert dat Fred haar en de kinderen in zijn dronken buien
vaak mishandeld heeft. Zal dat gevolgen kunnen hebben voor de beslissing
van de rechter als bedoeld in vraag d? Maak in je antwoord gebruik HR 16 juni
2006, NJ 2006, 339.
Ja, de toestemming zal dan niet worden verleend.

Opdracht 4
Babette en Corinne hebben sinds 4 jaar een affectieve relatie met elkaar. Ze
wonen ongehuwd samen en hebben een kinderwens. Babette zou graag zwanger
worden en na de bevalling zouden beide dames graag het volledige ouderschap
op zich nemen met alle rechten en plichten die daarbij horen. Ze weten nog niet
of ze gebruik gaan maken van een onbekende of van een bekende zaaddonor.
Hoewel ze niet zoveel emotionele waarde hechten aan het huwelijk (laat staan
aan een geregistreerd partnerschap), willen ze ook best met elkaar trouwen (of
een geregistreerd partnerschap aangaan), als dat voordelen biedt ten aanzien
van hun toekomstige ouderschap. Voordat ze hun plannen ten uitvoer gaan
leggen, willen ze weten wat hun rechtspositie straks gaat zijn.

Leg gemotiveerd uit aan Babette en Corinne welke andere mogelijkheden dan
adoptie er voor hen beiden zijn om het ouderschap te verwerven. Ga daarbij in
op de opties:

a. wel of niet in het huwelijk treden (respectievelijk een geregistreerd


partnerschap aangaan), voorafgaand aan de bevalling en;
Trouwen en een onbekende zaaddonor 198 lid 1 sub b, want ze hebben een
verklaring nodig van stichitng donor

b. gebruikmaking van een onbekende respectievelijk een bekende zaaddonor.

Opdracht 5
a. Welke twee vormen van terugdraaien van vaderschap onderscheidt de wet?
Bestaan er verschillen tussen deze twee vormen?
Terugdraaien van het vaderschap: is mogelijk als de vader/erkenner niet de
biologische vader van het kind is. Mits aan de wettelijke vereisten en
termijnen is voldaan, kan het vaderschap worden teruggedraaid door de
moeder, de vader of het kind. De verwekker die graag juridisch vader wil
worden kan dus niet verzoeken om het vaderschap terug te draaien.
 Ontkenning van vaderschap (art. 1:200 BW):
 Vernietiging van erkenning (1:205 BW):

b. Welke mogelijkheden tot terugdraaien van moederschap zijn er na de


inwerkingtreding van de wet van 25 november 2013 (Stb 2013, 480) ?

Terugdraaien van het moederschap: het moederschap kan op soortgelijke


wijze worden teruggedraaid:

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Ontkenning van moederschap (art. 1:202a BW):


Vernietiging van erkenning (art. 1:205a BW)

…… Vervolg op de casus van opdracht 1, waarbij er vanuit wordt gegaan dat


Hugo vader is geworden door Jip te erkennen.

Als Jip in de puberteit komt (hij is inmiddels 15 jaar), verslechtert de relatie


tussen Jip en Hugo. Jip begrijpt niet dat hij in veel opzichten zo compleet anders
is dan zijn vader. Na een indringend gesprek met Monique, bekent zij dat Jip is
verwekt door een andere man. Jip is zeer ontdaan en confronteert Hugo met dit
verhaal. ‘Waarom hebben jullie me nooit eerder iets verteld over deze grote
leugen?’ brult hij uit. Hugo is verbijsterd, maar nadat Monique ook hem alles
opbiecht, beginnen er allerlei puzzelstukjes op hun plaats te vallen…

a. Leg uit of Monique, Hugo en Jip het vaderschap van Hugo kunnen
terugdraaien. Geef ook aan hoe ze dat moeten doen en binnen welke
termijnen. (TENTAMEN)
 Vernietiging van erkenning (1:205 BW):
 Door vader 1:205 sub b omdat hij is bedrogen, binnen termijn van 1 jaar
1:205 lid 3
 Door kind zelf 1:205 lid 1 sub a

b. Indien het vaderschap daadwerkelijk wordt teruggedraaid, betekent dit dan


dat Hugo het geld dat hij gedurende de afgelopen 15 jaar voor Jips onderhoud
heeft betaald, kan terugvorderen?
Nee, geen terugwerkende kracht 1:206 lid 3

c. Krijgt Jip ineens een andere achternaam door het terugdraaien van het
vaderschap?
Krijgt de naam van de moeder ogv Artikel 1:7 jo. 1:206 lid 2

Jip gaat vervolgens op zoek naar zijn verwekker en na enig speurwerk achterhaalt
hij het adres van Karel. Er ontwikkelt zich een vriendschappelijke relatie tussen Jip
en Karel. Jip zou graag willen dat Karel in juridisch opzicht zijn vader wordt. Karel
wil dit echter niet. Hoewel hij het goed kan vinden met Jip, koestert hij geen
vadergevoelens jegens hem.

d. Kan Jip ervoor zorgen dat hij in juridisch opzicht de zoon van Karel wordt?
Nee

e. Stel dat er sprake was geweest van de omgekeerde situatie, waarin Karel wel
het vaderschap op zich wilde nemen, terwijl Jip dit niet zou willen. Zou Karel er
dan in kunnen slagen om juridisch vader te worden?

Gerechtelijke vaststelling ouderschap: ook wel gedwongen erkenning:


•Verzoek gedaan door de moeder of het kind (art. 1:207 lid 1 BW)
•Heeft terugwerkende kracht (art. 1:207 lid 5 BW)
•De man moet de verwekker van het kind zijn; of

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

•De man/vrouw heeft als levensgezel van de moeder ingestemd met een
daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Week 3 Adoptie; huwelijk en geregistreerd partnerschap

Inleiding
Vorige week is het afstammingsrecht behandeld. Nauw verwant met het
afstammingsrecht is het adoptierecht, waaraan deze week aandacht wordt
besteed. Biologisch en juridisch ouderschap lopen per definitie uiteen na adoptie.
Adoptie is door de overheid strikt gereguleerd. De verschillende voorwaarden
voor adoptie passeren de revue. Sinds 1 april 2001 kunnen ook paren van
hetzelfde geslacht een kind adopteren. Daarmee was Nederland het eerste land
ter wereld, waarin een kind rechtens twee vaders of twee moeders kan hebben!
Vorige week hebben we gezien dat de verdergaande emancipatie van homoparen
met kinderen, in de tussentijd niet stil heeft gestaan. Sinds 1 april 2014 is het
voor de lesbische meemoeder (oftewel de duomoeder) immers mogelijk
geworden om zonder rechterlijke tussenkomst het moederschap te verwerven.
Als de duomoeder niet aan alle voorwaarden voor het automatisch moederschap
voldoet, kan zij gebruik (blijven) maken van ‘de oude manier’ om het
moederschap te verwerven, te weten adoptie. Overigens is het zo dat als daarbij
gebruik is gemaakt van een onbekende donor in de zin van de Wet
donorgegevens kunstmatige bevruchting, de wettelijke gronden en voorwaarden
voor adoptie in bepaalde opzichten ‘soepeler’ zijn dan bij andersoortige adopties.
De hoofdmoot van de stof van week 3 behelst de onderwerpen huwelijk en
geregistreerd partnerschap. De meeste mensen gaan na het verlaten van het
ouderlijk huis op een zeker moment samenwonen of trouwen. De vereisten voor
het sluiten van een huwelijk, de rechtsgevolgen van een huwelijk en de
huwelijksbeletselen komen aan de orde in deze week. Er wordt nog maar weinig
gehuwd vanuit het ouderlijk huis. Vrijwel altijd gaat er aan het huwelijk een
periode van ongehuwd samenwonen vooraf. In veel opzichten kan deze periode
als een proefhuwelijk worden beschouwd. Aangezien aan het ongehuwd
samenwonen als zodanig geen familierechtelijke rechtsgevolgen zijn verbonden,
blijft een bespreking hiervan achterwege.
Sinds 1998 zijn er op de vraag: ‘Wat is uw burgerlijke staat?’ niet meer twee
maar drie antwoorden mogelijk. Op 1 januari van dat jaar werd het geregistreerd
partnerschap ingevoerd. De rechtsgevolgen van het geregistreerd partnerschap
zijn vrijwel identiek aan die van het huwelijk. In de horizontale verhouding (de
relatie tussen de partners onderling) was die gelijkstelling er al van meet af aan.
In de verticale verhouding (de relatie tussen de partners enerzijds en de kinderen
die binnen die relatie worden geboren anderzijds) heeft die gelijkstelling nog
maar zeer onlangs gestalte gekregen. Sinds 1 april 2014 ontstaat namelijk het
vaderschap van de man die ten tijde van de geboorte een geregistreerd
partnerschap heeft met de vrouw die een kind baart automatisch. Wat dat betreft
is er dus geen verschil meer met de wijze waarop het vaderschap van een
gehuwde man ontstaat. Voor 1 april 2014 was dat verschil er wel: toen moest de
man binnen een geregistreerd partnerschap namelijk erkennen om vader te
worden.

Leerdoelen
De student kan:
- aangeven wat in de wet en in de voorgeschreven literatuur onder een huwelijk
wordt verstaan en kan de rechtsgevolgen daarvan beschrijven;

- uitleggen wat de inwendige en uitwendige vereisten tot het aangaan van een
huwelijk inhouden;

- aangeven door wie, hoe en op welke gronden een voorgenomen huwelijk kan
worden gestuit;

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

- aangeven door wie, hoe en op welke gronden een voltrokken huwelijk nietig
verklaard kan worden en wat de rechtsgevolgen daarvan zijn;

- beschrijven wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen een huwelijk en


een geregistreerd partnerschap;

- uitleggen wat de rechtsgevolgen zijn van adoptie;

- de rechtsbronnen voor zowel binnenlandse als buitenlandse adopties


aangeven;

- uitleggen wat stiefouder- en partneradoptie is;

- de wettelijke gronden van en voorwaarden voor adoptie aangeven en


toepassen op een gegeven casus;

- de wettelijke gronden van en voorwaarden voor stiefouder/partneradoptie


door een duomoeder beschrijven en toepassen op een gegeven casus;

- het leerstuk van misbruik van bevoegdheid bij erkenning en adoptie


uitleggen.

Adoptie, art. 1:229 BW: doorbreking en vestiging van afstammingsbanden. Het


kind krijgt in juridisch opzicht ‘nieuw ouders’. De rechter moet de adoptie
uitspreken. Hij moet hierbij toetsen aan de gronden (art. 1:227 BW) en
voorwaarden (art. 1:228 BW) voor adoptie.
• Gronden (art. 1:227 BW):
1. In het kennelijk belang van het kind;
2. Kind heeft niets meer te verwachten van zijn oorspronkelijke ouder(s);
3. Bij 2 adoptanten of stiefouder/partneradoptie  voorafgaande
samenleeftermijn van 3 jaar.
• Voorwaarden (art. 1:228 BW):
1. Minderjarigheid van het kind;
2. Niet door grootouders;
3. Leeftijdsverschil >18 jaar;
4. Voorafgaande verzorgingstermijn van 1 jaar;
5. Vetorecht oorspronkelijk ouder (is niet absoluut)
6. Vetorecht kind van 12 jaar of ouder
7. Oorspronkelijke ouder(s) hebben niet meer het ouderlijk gezag

Rechtsgevolgen adoptie: er worden juridische banden (afstammingsbanden)


gevestigd tussen de geadopteerde enerzijds en de adoptieouder en zijn
bloedverwanten anderzijds (art. 1:229 lid 1 BW). Adoptie is mogelijk door één
persoon of twee personen. Het geslacht maakt hierbij niet uit. Adoptie door de
duomoeder is laagdrempeliger dan gewone adoptie, zie art. 1:227 lid 2, art.
1:227 lid 4 en art. 1:228 lid 3 BW. Er zijn sinds 1 april 2014 echter
eenvoudigere manieren om het moederschap te verkrijgen voor de duomoeder
(erkenning en gerechtelijke vaststelling). Alternatieven voor stiefouder- of
partneradoptie zijn gezagsverkrijging en naamswijziging.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Misbruik van bevoegdheid bij adoptie en erkenning: art.


3:13 BW Rechtsbronnen binnenlandse en buitenlandse
adoptie:
• Binnenlandse adopties: Boek 1 BW, titel 12
•Buitenlandse adopties: Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie
(Wobka) en het
Haags Adoptieverdrag.

Huwelijk: een door de wet geregeld duurzame levensgemeenschap van twee


natuurlijke personen. Een huwelijk is geen contract, maar een instituut. Er is wel
wilsovereenstemming vereist (art. 3:33 BW), maar je kiest voor een
totaalpakket, je kan de inhoud van het ‘contract’ niet zelf bepalen. Ze kan ook
niet zomaar ontbinden.

Rechtsgevolgen huwelijk: ouders krijgen een onderhoudsplicht jegens elkaar


(art. 1:392 BW), gezamenlijk de kosten dragen voor de huishouding, gevolgen
voor het aangaan van een hypotheek, verschoningsrecht in het strafrecht, etc.
Zie ook art. 1:81 BW.

Inwendige vereisten huwelijk (m.b.t. de persoon, zie art. 1:31 – 1:42 BW):
1. Absolute huwelijksbeletselen: (voor het sluiten van elk huwelijk)
• Geen (vrije) wil tot het aangaan van het huwelijk (art. 1:32 BW)
• Minderjarigheid (uitzonderingen zijn vervallen)
• Al gehuwd of al een GP (art. 1:33 BW)
• Bij curatele  toestemming van curator of kantonrechter nodig (art. 1:37 en 1:38
BW)
2. Relatieve huwelijksbeletselen: (voor het sluiten van een bepaald
huwelijk): te nauwe verwantschap:
• Afstammelingen van elkaar of broer en zus
•Broer en zus door adoptie  ontheffing van MvJ mogelijk
•Bloedverwanten in 3e of 4e graad in de zijlinie (oom/tante of neef/nicht,
tenzij beëdigde verklaring waaruit vrije toestemming blijkt  art. 1:41 BW
Uitwendige vereisten (formaliteiten, zie art. 1:44-49a en 1:58-68 BW)
•Overleggen bescheiden (art. 1:44 BW)
•Kenbaar maken dat partijen willen trouwen, art. 1:43 BW (huwelijksaangifte is
afgeschaft)

Stuiten van een huwelijk: art. 1:50 – 1:57 BW: als er sprake is van een
huwelijksbeletsel, of er sprake is van een schijnhuwelijk, kan het huwelijk
worden gestuit door middel van betekening akte aan ambtenaar BS door:
•Nauwe betrokkenen  bevoegd
•OM  verplicht
Huwelijksvoltrekking: art. 1:58 e.v. BW:
•Ten overstaan ambtenaar BS
•In het openbaar
•In aanwezigheid van beide partners en 2, 3 of 4 getuigen
•In het gemeentehuis, althans in een gebouw. Zie art. 1:64 BW als een partij
verhinderd is om naar het gemeentehuis te gaan.

Nietigverklaring van een huwelijk: art. 1:69 e.v. BW:

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

•Door nauwe betrokkenen (één der echtgenoten of ouders), door het OM of


door overigen met een onmiddellijk rechtsbelang. Nietigverklaring heeft
terugwerkende kracht (art. 1:77 BW), tenzij.... Zie art 1:77 lid 2 sub b BW voor
goede trouw.

Geregistreerd partnerschap: art. 1:80a e.v. BW:


•Zelfde vereisten en gevolgen als huwelijk, behalve:
•Huwelijksbelofte (art. 1:67 BW) is niet verplicht;
•Akte van partnerschap, opgemaakt door ambtenaar BS;
•Godsdienstige plechtigheden vooraf mogen wel;
•Geen scheiding van bed en tafel;
•Beëindiging is mogelijk zonder rechter (zonder kinderen): art. 1:80c lid 3
BW

•Geregistreerd partnerschap heeft sinds 1 april 2014 hetzelfde


afstammingsrechtelijk effect als een huwelijk. Zie art. 1:198 lid 1 sub b
(duomoederschap) en art. 1:199 sub a (vaderschap).
•Zie schakelbepaling: art. 1:80b BW

Misbruik van bevoegdheid: art. 3:13 BW. Dit kan zich onder meer voordoen bij
handlichting, instemming bij adoptie en toestemming voor erkenning.
Schakelbepaling met het personen-en familierecht: art. 3:15 BW

Opdracht 1
Hendrik, die inmiddels 15 jaar oud is, wordt sinds zijn 2 e jaar opgevoed door zijn
moeder Joke en haar vriend Rob. Hendrik beschouwt Rob als zijn echte vader,
temeer omdat hij zijn biologische vader die destijds (vlak na de erkenning van
Hendrik) met de noorderzon is vertrokken, nooit meer ziet.

a. Kan Hendrik door Rob worden geadopteerd? Zo ja wat zijn de voorwaarden


daarvoor? Zo nee, waarom niet?
Je snijdt de banden tussen de biologische vader en kind.

• Gronden (art. 1:227 BW):


1. In het kennelijk belang van het kind;
2. Kind heeft niets meer te verwachten van zijn oorspronkelijke ouder(s);
3. Bij 2 adoptanten of stiefouder/partneradoptie samenleeftermijn van 3 jaar.

• Voorwaarden (art. 1:228 BW):


1. Minderjarigheid van het kind;
2. Niet door grootouders;
3. Leeftijdsverschil >18 jaar;
4. Voorafgaande verzorgingstermijn van 1 jaar;
5. Vetorecht oorspronkelijk ouder (is niet absoluut)
6. Vetorecht kind van 12 jaar of ouder
7. Oorspronkelijke ouder(s) hebben niet meer het ouderlijk gezag

b. Is er afgezien van adoptie een ander middel voor Hendrik en Rob om hun
nauwe band te bevestigen?
Gezag aanvragen 1:253t
1:253t lid 5

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

c. Stel dat Hendrik destijds niet was erkend door zijn biologische vader, ligt het
in dat geval voor de hand dat Hendrik wordt geadopteerd door Rob? Zo ja, wat
zijn de voorwaarden daarvoor? Zo nee, zijn er alternatieven voor adoptie?
Alternatief is erkenning 1:203 jo. 1:204

d. Stel dat Joke niet samenwoont met Rob, maar met een andere vrouw Roberta.
De omstandigheden zijn verder gelijk aan de casus hierboven. Kan Hendrik
door Roberta worden geadopteerd? Zijn er alternatieven voor adoptie? Maak
in je antwoord weer onderscheid tussen de situatie waarin Hendrik destijds
wel was erkend door zijn verwekker (analoog aan vraag a) en de situatie
waarin dit niet het geval was (analoog aan vraag c).
Geen verschil

Opdracht 2
De twee vriendinnen Antje en Bertien wonen ongehuwd en zonder geregistreerd
partnerschap samen. Antje wordt zwanger door middel van kunstmatige
inseminatie met sperma van een onbekende donor in de zin van de Wet
donorgegevens kunstmatige bevruchting. Bertien wil in juridisch opzicht de
moeder worden van het kindje dat binnenkort geboren gaat worden.

a. Kan Bertien het kindje na de geboorte adopteren? Bespreek welke


wettelijke gronden en voorwaarden bij een dergelijke adoptie afwijken van die bij
een ‘normale’ adoptie.
Bij 2 adoptanten of stiefouder/partneradoptie samenleeftermijn van 3 jaar.

b. Welke andere mogelijkheid of mogelijkheden is/zijn er voor Bertien om het


moederschap te verwerven?
Huwelijk aangaan

c. Welke van de hiervoor genoemde mogelijkheden om het moederschap te


verwerven zou jij adviseren aan Bertien?
Huwelijk ingaan

d. Stel dat het sperma niet afkomstig was van een onbekende donor, maar van
een gemeenschappelijke vriend van Antje en Bertien, te weten Dennis. Hoe
luiden nu jouw antwoorden op de vragen a en b?

Opdracht 3 Vetorecht en misbruik van bevoegdheid?


In opdracht 1 hebben we gezien dat de ouder wiens kind geadopteerd wordt (of
dreigt te worden) een vetorecht heeft. Vorige week is bij de behandeling van het
afstammingsrecht aan bod gekomen dat ook de (geboorte)moeder een vetorecht
heeft, waar het om de erkenning van haar kind gaat. (Zij moet immers schriftelijk
toestemming geven voor de erkenning). We hebben ook gezien dat beide
vetorechten niet ‘absoluut’ zijn en dat er omstandigheden zijn, waarin er volgens
de letter van de wet aan het vetorecht kan worden voorbij gegaan. Het is de
vraag of afgezien van deze wettelijke uitzonderingen, er meer situaties denkbaar
zijn, waarin aan het vetorecht voorbij kan worden gegaan. In dat kader is het van
belang om iets te weten over het leerstuk ‘misbruik van bevoegdheid’, waarop in
de rechtspraak wel eens een beroep wordt gedaan.

Waar in de wet is het leerstuk van misbruik van bevoegdheid geregeld en


wanneer is hier volgens de desbetreffende wetsbepalingen sprake van?
Misbruik van bevoegdheid: art. 3:13 BW. Dit kan zich onder meer voordoen bij
handlichting, instemming bij adoptie en toestemming voor erkenning.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Schakelbepaling met het personen-en familierecht: art. 3:15 BW


MISBRUIK VETORECHT BP

Opdracht 4
Liana en Omar hebben hun partnerschap laten registreren. Na verloop van tijd
wordt hun samenwoning verbroken, zonder dat echter het geregistreerd
partnerschap wordt ontbonden of beëindigd. Liana hoort via een
gemeenschappelijke kennis dat Omar op het punt staat in het huwelijk te treden
met Fatima.

a. Kan Liana het huwelijk van Omar en Fatima tegenhouden? Als Omar en Fatima
erin slagen om met elkaar te huwen, wat is dan het rechtsgevolg?
1:33 inwendig huwelijksbeletsel, hij kan het huwelijk stuiten 1:52

GP kan niet tegelijkertijd gehuwd zijn ogv 1:80a lid 2. Rechtsgevolg is


nietigverklaring van huwelijk 1:80a lid 6 jo. 1:69

b. Kan Liana na de huwelijkssluiting nog actie ondernemen?


Ja, huwelijk is immers nietig (heeft nooit plaatsgevonden)

Opdracht 5
Bespreek kort de verschillen tussen een huwelijk en een geregistreerd
partnerschap en denk daarbij vooral aan het aangaan, het beëindigen en aan de
rechtsgevolgen.

Geregistreerd partnerschap: art. 1:80a e.v. BW:


•Zelfde vereisten en gevolgen als huwelijk, behalve:
•Huwelijksbelofte (art. 1:67 BW) is niet verplicht;
•Akte van partnerschap, opgemaakt door ambtenaar BS;
•Godsdienstige plechtigheden vooraf mogen wel;
•Geen scheiding van bed en tafel;
Beëindiging is mogelijk zonder rechter (zonder kinderen): art. 1:80c lid 3 BW

Opdracht 6
In het maatschappelijk verkeer wordt er wel eens gesproken van een
‘huwelijkscontract’. Is deze terminologie juridisch gezien juist? Geef nauwkeurig
aan in welke opzichten het instituut van het huwelijk kenmerken van een contract
vertoont en in welke opzichten dat juist niet het geval is.
Huwelijk is geen contract, want bij een huwelijk heb je geen contractsvrijheid

Opdracht 7
Peter en Monique uit Boxtel hebben sinds 8 jaar een relatie met elkaar. Op een
mooie dag gaat Peter door – en op – de knieën: hij vraagt Monique ten huwelijk.
Al snel wordt het stel het eens over een datum en een locatie. Ze willen graag
volgend jaar op 20 maart gaan trouwen in kasteel Heeswijk. Voor Peter wordt het
overigens zijn tweede huwelijk. Vijftien jaar geleden is hij kort getrouwd geweest,
maar dat huwelijk is door een echtscheiding ontbonden. Omdat Peter en Monique
ruim de tijd willen nemen om alles goed voor te bereiden, willen ze op 10 april in
ondertrouw gaan. Nu hebben ze onlangs gehoord dat ondertrouw (oftewel

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

huwelijksaangifte) met ingang van 1 september 2015 is afgeschaft. Ze vragen


zich af aan wat voor formaliteiten ze moeten voldoen.

a. Leg uit aan Peter en Monique aan welke formaliteiten ze moeten voldoen en in
welke gemeente dat moet. Geef daarbij aan welke bescheiden door hen
overgelegd dienen te worden.

Inwendige vereisten huwelijk (m.b.t. de persoon, zie art. 1:31 – 1:42 BW):
3. Absolute huwelijksbeletselen: (voor het sluiten van elk huwelijk)
• Geen (vrije) wil tot het aangaan van het huwelijk (art. 1:32 BW)
• Minderjarigheid (uitzonderingen zijn vervallen)
• Al gehuwd of al een GP (art. 1:33 BW)
• Bij curatele  toestemming van curator of kantonrechter nodig (art. 1:37 en 1:38
BW)
4. Relatieve huwelijksbeletselen: (voor het sluiten van een bepaald
huwelijk): te nauwe verwantschap:
• Afstammelingen van elkaar of broer en zus
•Broer en zus door adoptie  ontheffing van MvJ mogelijk
•Bloedverwanten in 3e of 4e graad in de zijlinie (oom/tante of neef/nicht,
tenzij beëdigde verklaring waaruit vrije toestemming blijkt  art. 1:41 BW
Uitwendige vereisten (formaliteiten, zie art. 1:44-49a en 1:58-68 BW)
•Overleggen bescheiden (art. 1:44 BW)
•Kenbaar maken dat partijen willen trouwen, art. 1:43 BW (huwelijksaangifte is
afgeschaft

Na een lange voorbereiding komt de huwelijksdatum in zicht. Twee weken voor de


grote dag slaat het noodlot echter toe. Monique wordt ziek, belandt in het
ziekenhuis en moet vanwege een nare bacteriële infectie geopereerd worden. Ze
zal enkele weken in het ziekenhuis dienen te blijven en het is dus duidelijk dat de
huwelijksplannen bijgesteld moeten worden.

a. Stel dat de ziekte zeer ernstig blijkt te zijn en het niet zeker is of Monique de
infectie zal overleven. In ieder geval zal zij voor langere tijd in het ziekenhuis
moeten blijven. Toch wil het paar graag voor de wet trouwen op de geplande
datum. Is dit mogelijk? Motiveer je antwoord.
Ja, wel met zes getuigen 1:64

b. Stel dat de ziekte minder ernstig is dan het zich liet aanzien en dat het paar er
voor kiest om alles (huwelijkssluiting, kerkdienst en feest) uit te stellen tot 18
juni. Aan welke formaliteiten dient te worden voldaan?
Huwelijksaangifte is een jaar geldig 1:46

Van uitstel is gelukkig geen afstel gekomen en 18 juni wordt inderdaad de dag
waarop de grote vriendenschare van het paar getuige mag zijn van hun ja-woord
en een spetterend feest. Er is echter een probleem: de bevriende pastoor die het
huwelijk zal inzegenen, is dan verhinderd. Hij kan wel een week eerder (11 juni)
of een week later (25 juni). Bij nader inzien vindt het paar het niet zo’n ramp om
de festiviteiten te splitsen over twee verschillende dagen.

c. Wat zou je hen adviseren om te doen?


1:68 later

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Week 4 Ouderlijk gezag en voogdij

Inleiding
Wanneer binnen een huwelijk of een samenwoonrelatie kinderen worden
geboren, heeft men de plicht en het recht die kinderen op te voeden en te
onderhouden. In juridische zin krijgen dit recht en deze plicht gestalte in het
ouderlijk gezag. Alle minderjarigen in Nederland staan onder gezag, zo bepaalt
de wet. Bijzondere aandacht verdient de regeling van het gezag na een
echtscheiding. Beide ouders blijven – ook na een scheiding – verantwoordelijk
voor hun kinderen: zij blijven in beginsel gezamenlijk het ouderlijk gezag
uitoefenen na de scheiding. Dit betekent dat gescheiden ouders zelf met elkaar
moeten afspreken hoe zij de verschillende opvoedingstaken gaan verdelen en bij
wie van hen de kinderen gaan wonen.
Wanneer het gezag over een kind niet door de ouders maar door een derde wordt
uitgeoefend, spreekt men van voogdij. Zo kunnen pleegkinderen onder voogdij
staan van hun pleegouders. Voogdij kan behalve door natuurlijke personen ook
door rechtspersonen (zogenaamde voogdij-instellingen) worden uitgeoefend. De
onderwerpen ouderlijk gezag en voogdij komen deze week aan bod.

Literatuur
- Phillips: hoofdstuk 5, paragraaf 6.1, paragraaf 6.2: inleidend stukje, paragraaf
6.5: inleidend stukje

Jurisprudentie
- geen

Leerdoelen
De student kan:

- aangeven wat het begrip gezag inhoudt;

- de begrippen juridisch ouderschap en gezag met elkaar vergelijken en


uitleggen hoe deze begrippen van elkaar verschillen;

- uitleggen op welke manier gehuwde ouders ouderlijk gezag verkrijgen;

- uitleggen op welke manier ouders met een geregistreerd partnerschap


ouderlijk gezag verkrijgen;

- uitleggen op welke manier ouders buiten het huwelijk of geregistreerd


partnerschap ouderlijk gezag verkrijgen;

- uitleggen op welke manier een niet-ouder met een ouder gezamenlijk gezag
verkrijgt;

- uitleggen op welke manier een alleenstaande moeder gezag verkrijgt;

- beoordelen in een casus wie het gezag over een minderjarig kind uitoefent;

- uitleggen welke gevolgen de ontbinding van het huwelijk of het geregistreerd


partnerschap heeft voor het gezag;

- beoordelen in een casus of er redenen zijn voor een wijziging van het gezag;

- aangeven wat de wettelijke geschillenregeling inzake gezag inhoudt;

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

- aangeven welke gevolgen de maatregelen van kinderbescherming hebben


voor de uitoefening van gezag;

- de overeenkomsten en de verschillen tussen gezag en voogdij benoemen;

- uitleggen door wie en op welke manier voogdij kan worden verkregen.

Gezag: een stelsel van rechten, plichten en bevoegdheden, dienend ter


opvoeding en verzorging van een minderjarig kind (art. 1:245 jo. 1:247
BW)

Elementen van het gezag:


•Zeggenschap over opvoeding
•Recht om verblijfplaats kind te bepalen
•Recht op contact
•Recht op informatie
•Wettelijke vertegenwoordiging
•Civielrechtelijke aansprakelijkheid voor OD kind (art. 6:169 BW)
•Na echtscheiding: verplichting om ontwikkeling van de band tussen kind en
andere ouder te bevorderen (art. 1:247 lid 3 BW)

Vormen van gezag:


1. Ouderlijk gezag
• 2 ouders
• 1 ouder
• 1 ouder + 1 niet-ouder
2. Voogdij: art. 1:280 e.v. BW.
• 2 niet-ouders
• 1 niet-ouder
• Voogdijinstelling

Ontstaan gezamenlijk ouderlijk gezag:


•Gehuwde ouders: van rechtswege (art. 1:251 lid 1 BW)
•Ongehuwde ouders: art. 1:253aa en 1:252 lid 1 BW:
•Bij GP: van rechtswege
•Geen GP: inschrijving gezagsregister op verzoek beide ouders
•Zie art. 1:253c lid 1 en 2 BW als moeder niet meewerkt
•Ouder + niet-ouder: art. 1:253sa lid 1 en 1:253t BW:
•GP/huwelijk: van rechtswege
•Geen GP/huwelijk: op gezamenlijk verzoek, mits aan voorwaarden
voldaan:
•Gezamenlijk verzoek ouder + partner
•Verzoekende ouder heeft alleen het gezag
•Family life tussen partner en kind
•Geen verwaarlozing belangen kind
•Extra voorwaarden als er nog een andere ouder in het spel is

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Gezag na echtscheiding:
• Gezamenlijk gezag blijft bestaan, tenzij… (art. 1:251 lid 2 BW). De rechter kan
eenhoofdig
gezag toewijzen als er voldaan wordt aan het klem-of
noodzakelijkheidscriterium is, of toewijzing anderzijds in het belang van het
kind noodzakelijk is (art. 1:251a lid 1 BW).

Ontstaan eenhoofdig ouderlijk gezag:


•Alleenstaande of ongehuwde moeder: van rechtswege (art. 1:253b BW)
•Door overlijden ouder bij gezamenlijk gezag  andere ouder van rechtswege
(art. 1:253f BW)
•Na echtscheiding of verbreking samenleving  door uitspraak rechter (o.a. art.
1:251a lid 1 en 1:253n BW)
•Denk ook aan schakelbepalingen! (Na geregistreerd partnerschap en na
beëindiging gezag ouder/niet-ouder)  resp. art. 1:253aa lid 2, art. 1:253sa lid 2
en art. 1:253v lid 3

Overige aspecten ouderlijk gezag:


•Als belangen ouders met gezag in strijd zijn belangen minderjarige 
mogelijkheid tot benoeming van bijzondere curator (art. 1:250 BW).
•Bij geschil ouders in gezagsuitoefening: conflict kunnen zij voorleggen aan de
rechter: art.
1:253a BW. Dit is bij gezamenlijk gezag een belangrijk artikel, zeker ook na
echtscheiding. Denk aan geschillen over contactregeling of wens van primaire
verzorger tot verhuizing met kind.

Beëindiging gezag: mogelijk op grond van de volgende gronden:


A. De minderjarige groeit zodanig op dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt
bedreigd en de ouder is niet in staat binnen een voor de leeftijd en ontwikkeling
van het kind aanvaardbaar te achten termijn de verantwoordelijkheid voor de
verzorging en opvoeding te dragen; of B. De ouder maakt misbruik van het
gezag.
Beëindiging van het gezag is in de plaats gekomen van ontheffing en ontzetting.

Ontstaan voogdij:
•Aanwijzing bij testament (art. 1:292 en 1:293 BW) na bereidverklaring (art.
1:280 BW)
•Door aantekening in gezagsregister (art. 1:292 en 1:293 BW)
•Na benoeming door de rechtbank (art. 1:295 BW)

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Vormen van voogdij:


•Eenhoofdige voogdij
•Gezamenlijke voogdij (art. 1:282 BW)
•Voogdij door instelling (art. 1:302 BW)

Overeenkomsten en verschillen tussen gezag en voogdij: als er een situatie


ontstaat waarbij de ouders het gezag niet meer zelf kunnen uitoefenen, dan
ontstaat er voogdij.

Bescherming gezag tegen inbreuken door derden:


•Door het strafrecht: opzettelijk onttrekking aan het gezag is strafbaar (art. 279
lid 1 Sr).
•Door het civiele recht: een gezagsbeschikking geeft het recht tot afgifte van de
– onder het gezag staande – minderjarige, zo nodig m.b.v. de sterke arm (art.
812 Rv).

Opdracht 1
Ongehuwde paren met een kinderwens besluiten nog steeds in veel gevallen om
met elkaar te gaan trouwen, omdat het huwelijk een ‘kant-en-klaar-pakket’ biedt.
Daarmee wordt bedoeld dat tussen een kind en zijn gehuwde ouders automatisch
rechten en plichten ontstaan.
Leg uit wat een ongehuwd paar met een kind moet regelen, om in juridisch
opzicht voor het kind dezelfde rechtsbescherming in het leven te roepen.

Het kind zal moeten worden erkend 199 jo. 203 jo. 204
Ongehuwde ouders gezamenlijk gezag 1:252 lid 1 BW
Aantekenen gezagsregister 1:244 BW
Keuze geslachtsnaam 1:5 BW

Ontstaan gezamenlijk ouderlijk gezag:


•Gehuwde ouders: van rechtswege (art. 1:251 lid 1 BW)
•Ongehuwde ouders: art. 1:253aa en 1:252 lid 1 BW:
•Bij GP: van rechtswege
•Geen GP: inschrijving gezagsregister op verzoek beide ouders
•Zie art. 1:253c lid 1 en 2 BW als moeder niet meewerkt
•Ouder + niet-ouder: art. 1:253sa lid 1 en 1:253t lid 2 & 3 BW (BP)
•GP/huwelijk: van rechtswege
•Geen GP/huwelijk: op gezamenlijk verzoek, mits aan voorwaarden
voldaan:
•Gezamenlijk verzoek ouder + partner
•Verzoekende ouder heeft alleen het gezag
•Family life tussen partner en kind
•Geen verwaarlozing belangen kind
•Extra voorwaarden als er nog een andere ouder in het spel is

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Opdracht 2
Loek en Marianne besluiten na een huwelijk van 14 jaar van elkaar te scheiden.
Ze hebben twee kinderen, Noortje van 8 en Boris van 5. Marianne heeft altijd in
haar eentje voor de kinderen gezorgd, omdat Loek vanwege zijn drukke baan in
het bedrijfsleven de wereld over reisde. Op een van zijn reizen heeft hij in
Portugal een buitenechtelijke relatie gekregen met Maria die nu zwanger van
hem is. Loek wil een nieuw bestaan met zijn vriendin en hun aanstaande kindje
opbouwen en wil in Portugal gaan wonen.

a. Stel dat er in de scheidingsprocedure, afgezien van het gemeenschappelijk


verzoek tot echtscheiding (zie volgende week), geen nevenvoorzieningen
worden verzocht. Wat zal de rechter dan beslissen ten aanzien van het gezag
over de kinderen?
Gezag na echtscheiding: Gezamenlijk gezag blijft bestaan (art. 1:251 lid 2
BW).

Stel dat Loek het prima vindt dat Marianne voortaan alleen de zeggenschap krijgt
over de kinderen. Hij wil wel graag contact met de kinderen onderhouden tijdens
hun schoolvakanties maar hoeft niet zo nodig het gezag over de kinderen uit te
oefenen. Daarom nemen Loek en Marianne in het ouderschapsplan en het
scheidingsconvenant de bepaling op dat na de echtscheiding Marianne het gezag
alleen zal uitoefenen.

b. Zal de rechter lijdelijk zijn en de verzochte nevenvoorziening zonder meer


toewijzen? Motiveer je antwoord.
Gezag na echtscheiding: De rechter kan eenhoofdig gezag toewijzen als er
voldaan wordt aan het klem-of noodzakelijkheidscriterium is, of toewijzing
anderzijds in het belang van het kind noodzakelijk is (art. 1:251a lid 1 BW).

c. In welke zin speelt de vraag of de ex-partners na de echtscheiding goed met


elkaar kunnen communiceren een rol bij een beslissing op een verzoek tot
eenhoofdig gezag?
Ja als het heel erg is, maar er moeten meer omstandigheden zijn voor het
klemcriterium

d. Stel dat scheidende partners het tijdens – of na – de scheidingsprocedure


absoluut niet eens zijn over de woonplaats van de kinderen na de scheiding.
Zal een rechter in zo’n geval om uit de impasse te geraken het gezag aan een
van beide partners toedelen? Motiveer je antwoord.
1:253a lid 2 sub b

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Opdracht 3
Je hebt een oom en tante die vorig jaar hun eerste kindje hebben gekregen. Ze
vragen zich wel eens af wat er moet gebeuren indien zij beiden zouden komen te
overlijden. Wie zal er in zo’n geval voor hun kindje gaan zorgen? Ze vragen aan
jou – als HBO-jurist is spe – advies.

a. Wat kun je hen adviseren?


Ontstaan voogdij:
- Aanwijzing bij testament (art. 1:292 en 1:293 BW) na bereidverklaring (art.
1:280 BW)
- Door aantekening in gezag register (art. 1:292 en 1:293 BW)
- Na benoeming door de rechtbank (art. 1:295 BW)

b. Kunnen zij er voor zorgen dat – indien een dergelijk rampscenario zich zou
voltrekken – één, twee of meer personen tegelijkertijd juridisch
verantwoordelijk worden voor hun kindje?
Vormen van voogdij:
- Eenhoofdige voogdij
- Gezamenlijke voogdij (art. 1:282 BW)
- Voogdij door instelling (art. 1:302 BW)

c. Kunnen zij er zeker van zijn dat, indien zij daadwerkelijk komen te overlijden,
hun wensen worden gerespecteerd? Met andere woorden: zal/zullen de door
hen aangewezen perso(o)n(en) ook daadwerkelijk verantwoordelijk worden
voor hun kindje?
na bereidverklaring (art. 1:280 BW)

Opdracht 4
Frieda van den Berg en Joris de Groot wonen sinds 6 jaar samen met de twee
kinderen van Frieda, Mark en Clark Bovenhuis, een tweeling van 8. De vader van
de tweeling, Manfred Bovenhuis, ziet zijn zonen nog maar weinig. Hij leidt een
zwervend bestaan, is verslaafd aan drank, gokkasten en vrouwen en is nooit
gebukt gegaan onder een ‘overdreven gevoel van vaderlijke
verantwoordelijkheid’. Destijds heeft Manfred de tweeling wel erkend, maar vlak
na de geboorte heeft Frieda de relatie verbroken en raakte Manfred voor langere
tijd uit beeld.

Frieda en Joris hebben de zorg voor de jongens evenwichtig verdeeld. Beiden


werken part-time en gelukkig kunnen de jongens goed met Joris overweg. Graag
zou Joris de goede band die hij met de jongens heeft, bevestigen en vertalen naar
een ‘juridische band’.

a. Er zijn twee manieren waarop het gezin een juridische band tussen Joris en de
tweeling kan bewerkstelligen. Daarnaast is er nog een andere manier waarop
het gezin ervoor kan zorgen dat zij als eenheid naar buiten treedt in het
maatschappelijk verkeer. Welke drie mogelijkheden worden hier bedoeld?
Alleen het noemen van de mogelijkheden is hier voldoende.
Adoptie 227 jo 228
Gezag 253t
Naamswijziging 253t lid 5

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

b. Geef bij elk van de drie onder vraag a. bedoelde mogelijkheden aan of
Manfred op enigerlei invloed heeft op de totstandkoming van die band.
Adoptie  Vetorecht 1:228 lid 1 sub d
Gezag  belangen worden meegewogen 1:253t lid 3

c. Bespreek voor elk van de drie varianten welke rechten en plichten er


voortvloeien uit die band.
Familierechtelijke betrekkingen etc.

d. Welke van de drie juridische varianten ligt volgens jou het meest voor de hand
in deze casus? Motiveer je antwoord.
BP  GEZAG BETER DAN ADOPTIE WANT:
 HET KAN NIET WORDEN TEGENGESPROKEN
 HET IS KOSTENBESPAREND
 FAMILIERECHTELIJKE BETREKKINGEN WORDEN NIET DOORBROKEN

e. Geef gedetailleerd aan of de door jou gekozen vorm mogelijk is in de casus,


door alle wettelijke vereisten langs te lopen.
GEZAG  1:253T
LID 1  GEZAG BERUST BIJ 1 OUDER
GEZMANELIJK VERZOEK
SUB 2 FAMILIERECHTELIJKE BETREKKING TOT ANDER OUDER WORDT HET
VERZOEK SLECHTS:
TENMINSTE EEN JAAR ZORG VOOR HET KIND HEBBEN GEHAD
OUDER MOET MINIMAAL 3 JAAR HEBBEN GEHAD
LID 3 BELANGEN VAN DE ANDERE OUDER WORD NOG NAAR GEKEKEN
AFGEWEZEN INDIEN BELANGEN VAN HET KIND WORDEN VERWAARLOOSD
LID 5

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Week 5 Scheiding en scheidingsbemiddeling

Scheiding:
•Enige grond voor scheiding (art. 1:151 en 1:154 lid 1 BW): duurzame
ontwrichting van het huwelijk
•De Nederlandse overheid heeft positieve verplichtingen om de positie van
kinderen in scheidingssituaties te waarborgen. Zie o.a. de art. 9 en 12 IVRK
en art. 8 EVRM

Invulling in het huidige recht:


•Hoorrecht kinderen >12 jaar (art. 809 Rv). Kinderen <12 mogen gehoord
worden.
•Informele eigen rechtsingang
•T.a.v. gezag: art. 1:251a lid 4 BW
•T.a.v. contact: art. 1:377g BW (via art. 1:253a lid 4 BW bij gezamenlijk
gezag.
•Mogelijkheid tot benoeming bijzonder curator (art. 1:250 BW)

Eenzijdig echtscheidingsverzoek:
•Verzoeker: huwelijk is duurzaam ontwricht: art. 1:151 BW. Mogelijkheden
verweerder:
1. Geen verweer  verzoek wordt toegewezen
2. Verweer “huwelijk is niet duurzaam ontwricht”  verzoeker moet ontwrichting
bewijzen of aannemelijk maken.
3. Verweer “getroffen in bestaande vooruitzichten op nabestaandenpensioen” 
billijke voorzieningen voor beide pp is nodig, voordat verzoek kan worden
toegewezen (art. 1:153 BW).

Gemeenschappelijk echtscheidingsverzoek:
•Rechter spreekt de scheiding uit: art. 1:154 BW. De rechter zal niet
ambtshalve bewijs vragen voor duurzame ontwrichting.

Scheidingsprocesrecht:
•Denk aan gelaagde structuur van BW
•Hoofdvoorziening: verzoek tot echtscheiding (art. 815 – 820 Rv), inclusief
ouderschapsplan.
•Eventueel nevenvoorzieningen (art. 827 Rv). o.a.:
•Partneralimentatie;
•Verdeling gemeenschap;
•Verdeling zorg etc. kinderen
•Voortgezet gebruik echtelijke woning
•Eventueel voorlopige voorzieningen (art. 821 – 822 Rv). Dit zijn
‘ordemaatregelen’ voor de duur van het geding.

Inschrijving echtscheiding:
• Echtscheiding is pas definitief als de beschikking is ingeschreven in de registers
van de
burgerlijke stand: art. 1:163 BW
•Ambtenaar doet dit pas:
•Als hem daarom wordt verzocht door een van de partijen of door de
advocaat, en
•Als hoger beroep niet meer mogelijk is (tenzij akte van berusting), en
•Als termijn niet verstreken is  moet binnen 6 maanden na kracht van
gewijsde

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

•NB: gemeenschap van goederen wordt al ontbonden door het verzoek tot
echtscheiding.

Ouderschapsplan:
•Art. 815 lid 2 Rv: verzoek tot echtscheiding moet t.a.v. minderjarige kinderen
een ouderschapsplan bevatten. Het doel van een ouderschapsplan is dat de
ouders er samen uitkomen.
•Hierin moeten afspraken worden opgenomen over (lid 3)
•Verdeling van zorg- en opvoedingstaken
•Vormgeving van en informatieregeling
•Kinderalimentatie
•Ook ongehuwde ouders met gezamenlijk gezag moeten een ouderschapsplan
maken als ze uit elkaar gaan (art. 1:247a BW)
•Afdwingbaarheid ouderschapsplan: slechts indirecte controle via art. 1:253a lid
3 BW

Beëindiging geregistreerd partnerschap: zie art 1:80c BW. Beëindiging zonder de


rechter is
mogelijk als er geen gezag is over kinderen: art. 1:80c lid 3 BW.

Rol kinderen en de ontsnappingsclausule:


•Verzoekschrift moet vermelden op welke wijze kinderen betrokken zijn
geweest bij het opstellen van het ouderschapsplan (art. 815 lid 4 Rv)
•Is maken ouderschapsplan redelijkerwijs niet mogelijk, dan kan de rechter de
partijen toch ontvankelijk verklaren (art. 815 lid 6 Rv)

Scheidingsbemiddeling:
•De scheidende partijen worden begeleid door een neutrale derde die hen
helpt in hun onderlinge communicatie en bij het oplossen van mogelijke
conflicten.
•Afspraken worden neergelegd in convenant; advocaat dient gemeenschappelijk
verzoek tot echtscheiding in, voorzien van convenant (en ouderschapsplan).
•Afspraken worden doorgaans opgenomen in de echtscheidingsbeschikking (zie
art. 819
Rv)  deze krijgen daarmee een executoriale titel

Evaluatie verplichting ouderschapsplan:


•Onderzoek Van der Val ken Spruijt onder scholieren (12-16 jaar) met gescheiden
ouders:

sinds 2009:
•Is er niet meer contact tussen ouders en kinderen;
•Zijn er niet minder conflicten tussen de ouders;
•Zijn er niet minder problemen bij de kinderen
•Overige conclusies Spruijt:
• Aantal scheidingen blijft stabiel, aantal samenwonende ouders die uit elkaar gaan
stijgt;
•Aantal co-ouders is gestegen tot plm 25 %  zij hebben veel minder vaak
ruzie.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606


•Overige 75 % van de gescheiden ouders heeft juist meer ruzie plm. 10
% van alle scheidingen loopt uit op een vechtscheiding

Voordelen scheidingsbemiddeling:
1. Partijen worden gelijk en gelijktijdig geïnformeerd
2. De procedure verloopt niet in brokken, maar volgens een logische procedure
3. De emotionele en zakelijke afwikkeling vinden parallel plaats
4. De kinderen kunnen adequaat in de scheiding worden betrokken en met hun
reacties kan rekening worden gehouden
5. Bemiddeling kan kostenbesparend zijn

Scheidingsmelding: in het mediationproces staat de scheidingsmelding centraal:


•De boodschap van A aan B dat hij/zij wil scheiden
•Voltooid als B:
•De boodschap heeft gehoord;
•Heeft laten blijken dat de boodschap begrepen is;
•Daarop emotioneel heeft gereageerd
•Is dus een spiegelbeeld van het huwelijksaanzoek

Als een stiefouder met gezag gaat scheiden, is hij na de scheiding nog steeds
onderhoudsplichtig jegens zijn voormalig stiefkind: art. 1:253w BW. Hij heeft
dan namelijk nog wel gezag, op grond waarvan hij onderhoudsplichtig is. Als
het gezag wordt beëindigd: art. 1:253v lid 3 (schakelbepaling) jo. 1:253n lid 1
jo. lid 3 (schakelbepaling) jo. 1:251a lid 1 BW (klem- en
noodzakelijkheidscriterium).

Opdracht 1
Victor en Bianca zijn een paar jaar geleden met elkaar getrouwd. Helaas blijkt al
snel dat het huwelijk niet is wat beiden ervan hadden verwacht.

Kunnen zij gezamenlijk een verzoek tot echtscheiding indienen?

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Scheiding:
•Enige grond voor scheiding (art. 1:151 en 1:154 lid 1 BW): duurzame
ontwrichting van het huwelijk
•De Nederlandse overheid heeft positieve verplichtingen om de positie van
kinderen in scheidingssituaties te waarborgen. Zie o.a. de art. 9 en 12 IVRK
en art. 8 EVRM

Gemeenschappelijk echtscheidingsverzoek:
•Rechter spreekt de scheiding uit: art. 1:154 BW. De rechter zal niet
ambtshalve bewijs vragen voor duurzame ontwrichting.

Stel dat Victor het toch nog wil proberen en niet wil scheiden.
Op welke grond kan Bianca eenzijdig een verzoek tot echtscheiding indienen?

Eenzijdig echtscheidingsverzoek:
•Verzoeker: huwelijk is duurzaam ontwricht: art. 1:151 BW. Mogelijkheden
verweerder:
1. Geen verweer  verzoek wordt toegewezen
2. Verweer “huwelijk is niet duurzaam ontwricht”  verzoeker moet ontwrichting
bewijzen of aannemelijk maken.
3. Verweer “getroffen in bestaande vooruitzichten op nabestaandenpensioen”

billijke voorzieningen voor beide pp is nodig, voordat verzoek kan worden
toegewezen (art. 1:153 BW).

Wanneer is een echtscheiding tussen Victor en Bianca definitief?

Inschrijving echtscheiding:
• Echtscheiding is pas definitief als de beschikking is ingeschreven in de registers
van de
burgerlijke stand: art. 1:163 BW
•Ambtenaar doet dit pas:
•Als hem daarom wordt verzocht door een van de partijen of door de
advocaat, en
•Als hoger beroep niet meer mogelijk is (tenzij akte van berusting), en
•Als termijn niet verstreken is  moet binnen 6 maanden na kracht van
gewijsde
NB: gemeenschap van goederen wordt al ontbonden door het verzoek tot
echtscheiding

Stel dat Bianca nog studeert, zonder nog aanspraak te kunnen maken op
studiefinanciering. Victor heeft als afgestudeerd HBO-jurist een redelijk goede
baan.

Heeft Bianca recht op alimentatie? Zo ja, hoe lang? Zo nee, waarom niet?
1:157 BW

Opdracht 2
Stel je de volgende situatie voor: Evelien, je beste vriendin komt totaal overstuur
bij je langs.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Drie jaar geleden is ze op haar 20ste zwanger geraakt van haar vriend Bram, met
wie ze vervolgens op stel en sprong is getrouwd. Nu vertelt ze je dat Bram wil
gaan scheiden.
Het ging al een tijdje niet goed en ter bezinning is Bram vorige maand tijdelijk bij
een collega ingetrokken, om ‘wat dingen op een rijtje te zetten’.
Gisteren heeft Evelien totaal onverwacht een brief in de bus gekregen, waarin
staat dat Bram wil gaan scheiden. De brief is opgesteld door een advocaat die
Bram kennelijk in de arm heeft genomen. In de brief staat dat er op korte termijn
een verzoek tot echtscheiding zal volgen. Evelien is radeloos en vraagt jouw hulp.

Zet een aantal opties voor Evelien op een rijtje en licht toe wat je haar zou
adviseren en waarom
1. Relatietherapie
2. Mediator
3. Rechtbank schikken

Stel dat het tot een echtscheidingsverzoek komt, hoe zal Evelien dan op dat
verzoek kunnen reageren
Zelfstandig verweer 816 Rv
Zelfstandig tegenverzoek 827 Rv

Zal de rechter een uitspraak doen over het ouderlijk gezag en de verblijfplaats
van het kind?
1:251 lid 2  Ze blijven het gezag gezamenlijk uitoefenen, verblijfplaats worden
door de ouders zelf bepaald in een ouderschapsplan

827 Rv  Lukt dat niet dan kan er verzoek tot een nevenvoorziening worden
getroffen voor eenhoofdig gezag

1:251 lid 1 sub a, b  De rechter kan het eenhoofdig gezag toewijzen als er word
voldaan aan de klem en noodzakelijkheid scriterium

Ouderschapsplan:
•Art. 815 lid 2 Rv: verzoek tot echtscheiding moet t.a.v. minderjarige kinderen
een ouderschapsplan bevatten. Het doel van een ouderschapsplan is dat de
ouders er samen uitkomen.
•Hierin moeten afspraken worden opgenomen over (lid 3)
•Verdeling van zorg- en opvoedingstaken
•Vormgeving van en informatieregeling
•Kinderalimentatie
•Ook ongehuwde ouders met gezamenlijk gezag moeten een ouderschapsplan
maken als ze uit elkaar gaan (art. 1:247a BW)
•Afdwingbaarheid ouderschapsplan: slechts indirecte controle via art. 1:253a lid
3 BW

Heeft Evelien recht op alimentatie van Bram? Leg uit welke factoren bij de
beantwoording van deze vraag een rol spelen.
De factoren die worden meegenomen zijn opgesomd in 1:157:
1. Behoefte
2. Draagkracht
3. Duur van het huwelijk

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Op wie rust na de scheiding de plicht om te voorzien in het levensonderhoud


van het kind?
1:392 BEIDE

Opdracht 3
Bestudeer onderstaande beschikking van de Rechtbank Utrecht van 2 september
2009 (LJN BJ6994) en beantwoord de vragen die onder de beschikking zijn
opgenomen.

Datum 02-09-2009
uitspraak:
Datum 07-09-2009
publicatie:
Rechtsgebied: Personen-en familierecht
Soort Eerste aanleg - enkelvoudig
procedure:
Inhoudsindicati Ontvankelijkheidsbeoordeling na ontbreken ouderschapsplan
e: bij echtscheidingsverzoek. Op andere wijze in voorzien. 815
lid 6 Rv
Uitspraak:

beschikking
RECHTBANK UTRECHT

Sector handels- en familierecht

zaaknummer / rekestnummer: 264691 / FA RK 09-1709 en 269854 / FA RK 09-


3734

Echtscheiding

Beschikking van 2 september 2009

in de zaak van

[de vrouw],
wonende te [woonplaats]
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. A.Y.M. Jansse

tegen

[de man]
wonende te [woonplaats]
hierna te noemen de man,
advocaat mr. J.W. Verhoef.

1. Verloop van de procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het ter griffie


ingediende verzoekschrift, het aanvullende verzoekschrift en het ingediende
verweerschrift tevens verzoekschrift, nog gevolgd door een verweerschrift en

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

nadien ingekomen stukken.

De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 22 juli 2009.

2. Vaststaande feiten

- Partijen zijn op 8 augustus 2003 te [woonplaats] op huwelijkse voorwaarden


met elkaar gehuwd.
- Hun huwelijk is duurzaam ontwricht.
- Zij hebben de Nederlandse nationaliteit.
- De minderjarige kinderen van partijen zijn:
[zoon] geboren op [2004] te [woonplaats], en
[dochter], geboren op [2007] te [woonplaats].

3. Beoordeling van het verzochte

3.1. Ontvankelijkheid
De vrouw heeft een verzoekschrift tot echtscheiding met nevenvoorzieningen
ingediend. De man heeft eveneens verzocht de echtscheiding uit te spreken
en verweer gevoerd tegen de gevraagde nevenvoorzieningen.
Op grond van artikel 815 lid 2 sub a Rv dient een dergelijk verzoekschrift een
ouderschapsplan te bevatten ten aanzien van de minderjarige kinderen van
partijen over wie zij gezamenlijk het gezag uitoefenen.
De vrouw heeft in haar verzoekschrift een ouderschapsplan opgenomen
waarvan zij heeft gesteld dat partijen hierover (mondeling) overeenstemming
hebben bereikt. In de brief van 13 juli 2009 is namens de vrouw gesteld dat
ten aanzien van het gewijzigde voorstel partijen volgens haar
overeenstemming hadden bereikt. Uit het verweerschrift van de man en ter
terechtzitting is gebleken dat partijen echter geen volledige
overeenstemming hebben kunnen bereiken over de zorg- en
opvoedingstaken, de wijze waarop zij elkaar informatie verschaffen en
raadplegen met betrekking tot de kinderen en over de kosten van verzorging
en opvoeding van de kinderen.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat het verzoekschrift niet het vereiste
ouderschapsplan bevat.

Ter terechtzitting heeft de rechter nog getracht partijen tot een vergelijk te
brengen. Gebleken is echter dat partijen niet met elkaar kunnen
communiceren over de kinderen en dan met name over de kosten van hun
verzorging en opvoeding. Partijen hebben dusdanige uiteenlopende
standpunten en daarmee gepaard gaande onderlinge strijd dat van hen
redelijkerwijs niet verwacht kan worden dat zij alsnog een ouderschapsplan
overleggen. De rechtbank zal gelet op het bovenstaande beslissingen nemen
over de verzochte nevenvoorzieningen die het meest in het belang van de
kinderen worden geacht en daarmee derhalve, bij gebreke van een
ouderschapsplan, conform artikel 815 lid 6 Rv in een ouderschapsregeling
voorzien.
Gelet op het bovenstaande zal de rechtbank de vrouw ontvangen in haar
verzoek.

3.2. Echtscheiding
Op grond van de vaststaande feiten kan het verzoek tot echtscheiding
worden toegewezen.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

3.3. Verdeling huwelijksgoederengemeenschap/afwikkeling huwelijkse


voorwaarden
De rechtbank zal op verzoek van partijen de verdeling van de
huwelijksgoederengemeenschap/vaststelling van de wijze van verrekening
pro forma aanhouden tot de in het dictum van deze beschikking vermelde
datum.

De man dient uiterlijk op deze pro formadatum een akte te nemen, met
daarin:
• een volledige beschrijving van de te verdelen gemeenschap van goederen
of het te verrekenen vermogen;
• een concreet voorstel tot verdeling of verrekening, resulterend in een
duidelijk geformuleerd petitum;
• alle voor de voor de verdeling/verrekening relevante feiten en
omstandigheden.
Bij deze akte dient een volledig ingevuld vragenformulier met leesbare
afschriften van alle daarbij behorende bijlagen over te worden gelegd.

Vervolgens dient de vrouw uiterlijk zes weken na de pro formadatum een


antwoordakte te nemen. Ook in deze akte dient te zijn opgenomen:
• een volledige beschrijving van de te verdelen gemeenschap van goederen
of het te verrekenen vermogen;
• een concreet voorstel tot verdeling of verrekening, resulterend in een
duidelijk geformuleerd petitum;
• alle voor de voor de verdeling/verrekening relevante feiten en
omstandigheden.
Ook bij deze akte dient een volledig ingevuld vragenformulier met leesbare
afschriften van alle daarbij behorende bijlagen over te worden gelegd.

De rechtbank wijst beide partijen er uitdrukkelijk op dat in de verdelingszaak


geen acht wordt geslagen op de stukken van de echtscheidingsprocedure of
op daarin aangevoerde stellingen. Er kan dus niet met een verwijzing naar die
stukken of stellingen worden volstaan.

Uiterlijk 4 weken nadat de antwoordakte door de verwerende partij is


genomen zal een
verdelingszitting worden bepaald. Partijen worden hiervan bij brief in kennis
gesteld.

De rechtbank verwijst voorts naar het procesarrangement “Effectief verdelen”


en verzoekt de advocaten van partijen daar goede nota van te nemen. Dit
procesarrangement is te raadplegen op
http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken/utrecht. Aldaar zijn ook de
hierboven bedoelde formulieren te downloaden.

3.4. Geschil
Tussen partijen is geschil over de hoofdverblijfplaats van de kinderen, de
bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, een
regeling over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken, een
informatieregeling, een door de man te betalen bijdrage in het
levensonderhoud van de vrouw en de bevoegdheid tot voortgezet gebruik
van de echtelijke woning

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

3.5. Gebruik van de echtelijke woning


De vrouw heeft verzocht te bepalen dat zij bevoegd is tot het gebruik van de
echtelijke woning aan de [adres] te [woonplaats]. De man heeft zich verweerd
en verzocht om te bepalen dat hij bevoegd is tot het gebruik van de
echtelijke woning.

De rechtbank overweegt dat vaststaat dat beide partijen belang hebben bij
het gebruik van de echtelijke woning aangezien zij allebei thans niet over
andere woonruimte beschikken. Gebleken is dat de vrouw op dit moment de
lasten van de echtelijke woning betaalt en gelet op haar inkomen daartoe ook
in staat is. De man heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij de
echtelijke woning nodig heeft om zijn werk uit te oefenen. Niet gebleken is
dat de man over voldoende (zelfstandige) inkomsten beschikt om de lasten
van de echtelijke woning te betalen. De rechtbank overweegt dat beide
partijen belang hebben bij doorbetaling van de hypotheeklasten om daarmee
een eventuele executoriale verkoop voorkomen. Op grond van het
bovenstaande zal de rechtbank bepalen dat de vrouw het recht heeft om
gedurende zes maanden na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in
de registers van de burgerlijke stand in de woning aan de [adres] te
[woonplaats] te blijven wonen en het verzoek van de man daartoe afwijzen.

3.6. Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken


De vrouw heeft verzocht om een regeling vast te stellen ten aanzien van de
zorg- en opvoedingstaken in de vorm van een omgangsregeling. Zij heeft bij
haar brief van 13 juli 2009 daartoe een nader voorstel voor 2009 overgelegd.
De man heeft zich verweerd. Hij heeft verzocht om een regeling vast te
stellen waarbij de kinderen in de oneven weken van woensdag 18.00 uur tot
zondag 17.00 uur en in de even weken van woensdag 18.00 uur tot vrijdag
18.00 uur bij hem zijn, zodat de kinderen precies 50% van de tijd bij hem
verblijven.

Gebleken is dat partijen geen overeenstemming hebben kunnen bereiken


over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. De rechtbank is van
oordeel dat zowel het voorstel van de vrouw als het voorstel van de man in
het belang van de kinderen kan zijn. De rechtbank overweegt voorts dat de
vrouw ter terechtzitting voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij belang
heeft bij de door haar voorgestelde regeling omdat zij in overleg met haar
werkgever haar werktijden daaraan heeft aangepast. De man heeft
daarentegen onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij, ondanks zijn stelling
dat hij thans geen inkomen genereert, zijn werktijden in verband met zijn
eigen onderneming niet flexibel kan indelen. Gelet op het bovenstaande zal
de rechtbank het voorstel van de vrouw als uitgangspunt nemen voor 2009
en die regeling vastleggen in deze beschikking. De rechtbank gaat er van uit
dat partijen met ingang van 1 januari 2010 in onderling overleg de verdeling
van de zorg- en opvoedingstaken aan de hand van de huisvesting en concrete
werktijden van de man zullen aanpassen, indien dat nodig mocht zijn.
Het staat partijen uiteraard vrij om hierover andere afspraken te maken voor
het geval de man geen uitvoering kan geven aan deze regeling in verband
met eventueel ongeschikte huisvesting voor opvang van de kinderen.

De door de vrouw verzochte informatieregeling, vakantieregeling en regeling


tijdens verjaardagen is niet weersproken.

De rechtbank acht de regeling in het belang van de kinderen en zal derhalve

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

dienovereenkomstig beslissen.

3.7. Inschrijving kinderen in de Gemeentelijke Basisadministratie


De vrouw heeft verzocht om te bepalen dat de kinderen haar verblijfadres
zullen volgen en op dat adres zullen worden ingeschreven in de
Gemeentelijke Basisadministratie (hierna: GBA).
De man heeft verzocht te bepalen dat de kinderen hun hoofdverblijfplaats bij
hem zullen hebben omdat hij de zorg voor hen kan combineren met zijn
kantoor aan huis.

De rechtbank gaat er van uit dat de man ook vraagt te bepalen dat de
kinderen op zijn adres worden ingeschreven in de GBA.

Op grond van artikel 1 sub a Wet gemeentelijke basisadministratie


persoonsgegevens wordt verstaan onder het adres waar betrokkene woont,
indien een betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar
redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal
overnachten.

Nu de rechtbank een beslissing zal nemen over de verdeling van de zorg- en


opvoedingstaken waarbij geen sprake is van een exacte verdeling bij helfte,
zal de rechtbank de verzoeken van partijen op dit punt afwijzen. Voor de
inschrijving van de kinderen bij de GBA dienen partijen zich te wenden tot de
ambtenaar van de burgerlijke stand.

3.8. Kinder- en partneralimentatie

De vrouw heeft gevraagd de door de man te betalen bijdragen voor haar en


de kinderen vast te stellen op respectievelijk € 1.300,- en € 200,- per kind per
maand.
De man heeft zich daartegen verweerd. Aangevoerd is dat de vrouw geen
behoefte heeft aan een bijdrage omdat zij in haar eigen levensonderhoud kan
voorzien en in de kosten van de kinderen. De man heeft verzocht een door de
vrouw te betalen bijdrage vast te stellen van € 200,- per kind per maand.

Gebleken is dat de rechtbank thans over onvoldoende financiële stukken


beschikt om de draagkracht van partijen te beoordelen. De rechtbank zal de
verzoeken ten aanzien van de kinder- en partneralimentatie derhalve 3
maanden pro forma aanhouden teneinde partijen in de gelegenheid te stellen
draagkrachtberekeningen met onderliggende stukken over te leggen.

4. Beslissing

4.1. De rechtbank spreekt uit de echtscheiding tussen partijen.

4.2. De rechtbank stelt de volgende regeling vast van de verdeling van de


zorg- en opvoedingstaken:
De minderjarige kinderen verblijven bij de man:
- in de even weken vanaf woensdag 18.00 uur tot zaterdag 9.00 uur,
- in de oneven weken van woensdag 18.00 uur tot zondag 17.00 uur,
en de overige tijd bij de vrouw.

Gedurende de schoolvakanties en tijdens verjaardagen verblijven de kinderen


bij de man of de vrouw volgens het door de vrouw opgestelde schema dat

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

aan deze beschikking is gehecht.

4.3. De vrouw heeft tegenover de man het recht om gedurende zes maanden
na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de
burgerlijke stand in de woning aan de [adres] te [woonplaats] te blijven
wonen en de bij de woning en tot de inboedel behorende zaken te blijven
gebruiken, op voorwaarde dat de vrouw die woning op het ogenblik van
inschrijving van deze beschikking bewoont.

4.4. De rechtbank houdt de verdeling van de


huwelijksgoederengemeenschap/ vaststelling van de wijze van verrekening
pro forma aan tot 1 december 2009, in afwachting van de hiervoor vermelde
aktes met bijlagen.

4.5. De rechtbank houdt de behandeling van de zaak ten aanzien van de


kinder- en partneralimentatie pro forma aan tot 3 november 2009 met
verzoek aan

de beide advocaten om uiterlijk twee weken voor de pro forma datum aan de
rechtbank en aan de advocaat van de wederpartij financiële stukken toe te
zenden, waaronder in elk geval draagkrachtberekeningen met onderliggende
stukken.

4.5. Deze beslissing is tot zover uitvoerbaar bij voorraad, behoudens het
gedeelte onder 4.1.

4.6. Het meer of anders verzochte wordt afgewezen.

4.7. De partijen moeten hun eigen proceskosten betalen.

Deze beschikking is gegeven door mr. H.A. Gerritse, kinderrechter, in


tegenwoordigheid van I. Oignet-Coenen, griffier, en in het openbaar
uitgesproken op 2 september 2009.?

a. Hadden partijen in deze zaak voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien


uit artikel 815 Rv? Leg uit waarom dit wel of niet het geval is.
Nee want partijen hadden geen ouderschapsplan o.g.v. 815 lid 2 en 3 RV

b. Geef aan of deze uitspraak van de rechtbank Utrecht volgens jou in


overeenstemming is met de bedoeling van de wetgever.
Bedoeling van de wetgever is dat ouders er samen uitkomen i.v.m. het
ouderschapsplan, in deze uitspraak is dat niet van geval

c. Wat vind je van deze uitspraak? Geef gemotiveerd aan waarom je als rechter
tot eenzelfde dan wel een andere uitspraak zou zijn gekomen.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Opdracht 4
Als een stiefouder gaat scheiden, is hij dan na de echtscheiding wel of niet
onderhoudsplichtig jegens zijn (voormalig) stiefkind? Maakt het daarbij uit of hij
gezamenlijk gezag heeft of heeft gehad over dat stiefkind?
1:395  Een stiefouder is alleen tijdens zijn huwelijk of GP onderhoudsplichtig

1:253v jo 1:253n > (1:253t) > 1:251a

1:253w

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Week 6 Recht op contact; omgang, omgangsbemiddeling en


informatie.

Reikwijdte titel 15 boek 1 (art. 377a e.v. BW):


•Heeft betrekking op ouders (en betrokkenen) zonder gezag. Ouders met gezag
hebben namelijk automatisch al recht op informatie  de wet spreekt hier van
‘toedeling van zorg- en opvoedingstaken’. Gezag impliceert dus recht op
informatie. Tijdelijk contactverbod is echter wel mogelijk bij wijze van
uitzondering: art. 1:253a lid 2 sub a jo. 1:377a lid 3 BW.

Recht op omgang:
•Ouders zonder gezag en anderen die in nauwe persoonlijke betrekking staan
(=family life, er moet sprake van bijkomende omstandigheden) hebben recht op
omgang met kind (art. 1:377a BW). Zij kunnen de rechter verzoeken een
regeling vast te stellen.
•Omgang is een wederkerig recht en voor een ouder zonder gezag niet alleen
een recht, maar ook een plicht.

Rechtspositie kind:
•In contactzaken heeft kind ‘informele eigen rechtsingang’ (art. 1:377g BW), zie
ook art.
1:253a lid 4 BW
•Kind kan rechter informeel benaderen via briefje of telefoontje
•Vervolgens kan de rechter ambtshalve beslissen

Ontzeggingsgronden: op grond van art. 1:377a lid 3 BW:


•Ernstig nadeel voor ontwikkeling kind
•Kennelijke ongeschiktheid of onmacht tot omgang
•Ernstige bezwaren kind 12 jaar of ouder
•Anderszins in strijd met zwaarwegende belangen kind

Handhaving omgangsregeling via het civiele recht:


•Reële executie ofwel bevel tot afgifte van het kind:
•Voor gezagsbeschikkingen: art. 812/813
•Omgangsbeschikkingen: art. 812 lid 2 Rv
•Opleggen dwangsom: art. 611a Rv
•Lijfsdwang ofwel gijzeling onwillige ouder (art. 585 t/m 589 Rv)

Handhaving omgangsregeling via het materiële familierecht:


•Ondertoezichtstelling (alleen als uitblijven contact leidt tot ernstige
bedreiging belangen kind)  grond voor ots moet van toepassing zijn, zie art.
1:255 BW.
•Wijziging ouderlijk gezag (klem- of noodzakelijkheidscriterium) of wijziging
vaststelling hoofdverblijfplaats, art. 1:253a lid 2 sub b BW (bij gezamenlijk
gezag)
•Tijdelijk ontzegging van de omgang (art. 1:253a lid 2 sub a BW.
•Opschorting alimentatie (uitzonderlijk)

Handhaving omgangsregeling via het strafrecht:


•Sinds 2009 aan ouders met gezamenlijk gezag die hun kind niet zien:
onttrekking ouderlijk gezag  art. 279 Sr.

Informatierecht ouder met gezag:

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

•Ouders moeten elkaar informeren 1:247 komen ze daar niet uit  regeling
o.g.v. art. 1:253a lid 2 sub c BW.
•Jegens derden hebben ouders met gezag recht op informatie
•Leidt dat tot problemen: regeling art. 1:253a lid 2 sub d BW.

Informatierecht ouder zonder gezag:


•Tegenover met gezag belaste ouder (zo nodig door tussenkomst van derden),
tenzij… art.
1:377b BW
•Tegenover derden die beroepshalve over belangrijke informatie beschikken,
tenzij… art.

Leerdoelen
De student kan:
- in een casus beoordelen of een ouder (met of zonder gezag) het recht en
de plicht heeft op omgang met zijn kind;

- in een casus beoordelen of een kind het recht heeft op omgang met
degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat en vice
versa;

- de dwangmiddelen noemen die kunnen worden aangewend om een


omgangsregeling te effectueren en onderbouwen welke dwangmiddelen in
een gegeven casus het meest effectief zijn;

- beoordelen of een derde verplicht is om informatie over het kind aan de


ouder (zonder gezag) te verschaffen;

- beoordelen in een casus in welke situaties een ouder met het gezag is
gehouden de ouder zonder gezag te raadplegen en te informeren over het
kind;

- op basis van artikel 7 IVRK beargumenteren of een kind het recht heeft op
informatie over zijn (biologische) ouders;

- beoordelen of een kind recht heeft op informatie over een persoon die in
een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat en vice versa;

- aangeven in welke situaties een omgangs- of informatieregeling tussen


een kind en zijn ouder en/of diegene die in een nauwe persoonlijke
betrekking tot hem staat, kan worden gewijzigd;

- aangeven in welke gevallen een minderjarige kan worden betrokken in de


procedure bij de rechter inzake het recht op omgang en informatie;

- kort de feiten en de rechtsoverwegingen van de verplichte jurisprudentie


van deze week beschrijven en toepassen op een casus.

Opdracht 1
Jannie wordt verliefd op Edith. Zij willen samen een kindje en besluiten buurman
Karel te vragen of hij als spermadonor wil fungeren. Karel vindt dit geen enkel
probleem. Edith wordt zwanger en op 1 december bevalt zij van Kareltje.
Na de geboorte van Kareltje komt Karel regelmatig in contact met Kareltje: als
Edith en Jannie uitgaan past Karel op en de buren bezoeken elkaar regelmatig. Na

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

enige tijd moeten Edith en Jannie verhuizen vanwege het werk van Jannie. Karel
is bang dat hij Kareltje niet meer te zien krijgt.

Welke juridische stappen kan Karel ondernemen om Kareltje toch te zien?


Recht op omgang:
•Ouders zonder gezag en anderen die in nauwe persoonlijke betrekking staan
(=family life, er moet sprake van bijkomende omstandigheden) hebben recht op
omgang met kind (art. 1:377a BW). Zij kunnen de rechter verzoeken een
regeling vast te stellen.
•Omgang is een wederkerig recht en voor een ouder zonder gezag niet alleen
een recht, maar ook een plicht.

Opdracht 2
Cora en Sven zijn al ruim 12 jaar bij elkaar. Op haar werk leert Cora Bart kennen.
Ze hebben een gepassioneerde verhouding. Van het een komt het ander: Cora
raakt zwanger. Cora besluit niets te zeggen en doet net of Sven de vader van het
kindje gaat worden. Zij gaan trouwen en een aantal maanden later (1 februari
2005), bevalt zij van een dochter. Cora en Sven noemen haar Anky.
De vader van Sven, Pieter, past drie dagen per week op Anky.
Ondanks het feit dat de relatie (inmiddels bezegeld met een huwelijk) lang goed
is gegaan, krijgen Cora en Sven meer ruzie en ze besluiten om uit elkaar te gaan.
Stel dat Cora het gezag krijgt en ook dagelijks voor Anky zorgt. Ondertussen
krijgt Bart via een vriendin van Cora te horen dat hij eigenlijk de vader is van
Anky. Hij heeft vaak op Anky moeten passen en heeft het altijd al een leuk meisje
gevonden.

a. Hebben Sven, Bart en Pieter recht op omgang met Anky?


Sven (juridische vader, maar geen gezag meer  377a lid 1
Bart (biologische vader)  337a lid 1 + nauwe persoonlijke betrekking
Pieter (niet de ouder)  337a lid 1 + nauwe persoonlijke betrekking

b. Inmiddels is Anky 8 jaar en ook zij komt erachter dat Bart haar echte vader is.
Heeft Anky recht op informatie over Bart?
Artikel 7 IVRK

Opdracht 3
Bestudeer het Valkenhorst-arrest (HR 15 april 1994, NJ 1994, 608, LJN:
ZC1337) en beantwoord daarna de volgende vragen:

Beschrijf kort de feiten van het arrest?


Inzet van het geding is de vraag of Valenhorst jegens eiseres tot cassatie

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

gehouden is haar op haar verzoek bekend te maken met de door haar moeder
aan de leiding van Valkenhorst (voorheen Moederheil) verstrekte gegevens
omtrent haar vader. Valkenhorst weigert te voldoen aan dit verzoek en doet
daartoe beroep op een geheimhoudingsverplichting voortvloeiende uit de
vertrouwelijke aard van deze gegevens die haar in hoedanigheid van
hulpverlener door de moeder van eiseres tot cassatie als cliënte zijn
toevertrouwd. In afwachting van een wettelijke regeling hierover heeft
Valkenhorst op dit stuk een beleid ontwikkeld. Dit beleid houdt kort gezegd in dat
wanneer de moeder nog in leven is, de gegevens omtrent de (vermoedelijke)
vader alleen worden verstrekt met haar toestemming: toestemming van de
(vermoedelijke) vader wordt door Valkenhorst niet vereist. Weigert de moeder
toestemming dan respecteert Valkenhorst haar besluit, ongeacht de daaraan ten
grondslag liggende motieven. Vaststaat dat de moeder van eiseres tot cassatie
nog in leven is en Valkenhorst geen toestemming heeft gegeven de gevraagde
gegevens aan haar dochter te verstrekken.

Wat is de rechtsvraag die speelde in deze casus?


Mag Valkenhorst verstrekking van de gevraagde gegevens afhankelijk maken van
de toestemming van de moeder?

Tot welke uitspraak kwam de Hoge Raad en hoe werd deze beslissing
gemotiveerd?
Het kind heeft het recht om dit te weten

Het recht om te weten van welke ouder men afstam moet wijken voor de rechten
en vrijheden van anderen wanneer deze in het geval zwaarder wegen. Wat
betreft de onderlinge rangorde tussen het recht van de moeder en het recht van
het kind moet worden geoordeeld dat het recht van het kind prevaleert.

Opdracht 4
Karin en Norbert krijgen gedurende hun huwelijk een dochter, Joyce. Helaas
houdt het huwelijk niet lang stand en gaan Karin en Norbert scheiden. De rechter
bepaalt dat alleen Karin met het gezag over Joyce wordt belast. Karin heeft
genoeg van mannen en begint vervolgens een relatie met Lenneke, die meteen
bij Karin en Joyce intrekt. De relatie wordt al snel bevestigd door een
geregistreerd partnerschap. Norbert vindt deze ‘moderne relatie’ maar niets en
wil niets meer met zijn ex-vrouw te maken hebben.

a. Heeft Norbert nog wel recht op omgang en informatie met betrekking tot zijn
dochter?
Recht op omgang  1:337a
Recht op informatie 1:337b

b. Moet Norbert blijven voorzien in het levensonderhoud van zijn dochter?


Ja, 1:392 sub a

c. Is Lenneke verplicht om Joyce te onderhouden?


Ja, 1:395

Opdracht 5

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Susan bevalt van een dochter Nina. De vader is haar vriend Willem. Hij erkent het
kindje en ze besluiten alsnog te trouwen. Het huwelijk brengt met zich mee dat
ze het gezamenlijk ouderlijk gezag hebben over Nina.
Na twee mooie huwelijksjaren loopt de relatie helaas toch uit op een
echtscheiding. Susan en Willem oefenen na hun scheiding gezamenlijk het gezag
uit over hun inmiddels 2-jarige dochter Nina. Sinds de echtscheiding toont Willem
echter meer belangstelling voor zijn nieuwe vriendin Angela, dan voor zijn eigen
dochter. Hij komt de afspraken omtrent de verdeling van zorg- en
opvoedingstaken – neergelegd in het ouderschapsplan – niet na en vergeet zelfs
de verjaardag van Nina.

Noem 5 dwangmiddelen die in het algemeen kunnen worden aangewend om een


omgangsregeling te effectueren. Geef vervolgens aan waarom deze casus een
a-typische situatie betreft en bespreek welk(e) dwangmiddel(en) in deze situatie
het meest van toepassing is/zijn.

Handhaving omgangsregeling via het civiele recht:


•Reële executie ofwel bevel tot afgifte van het kind:
•Voor gezagsbeschikkingen: art. 812/813
•Omgangsbeschikkingen: art. 812 lid 2 Rv
•Opleggen dwangsom: art. 611a Rv
•Lijfsdwang ofwel gijzeling onwillige ouder (art. 585 t/m 589 Rv)

Handhaving omgangsregeling via het materiële familierecht:


•Ondertoezichtstelling (alleen als uitblijven contact leidt tot ernstige
bedreiging belangen kind)  grond voor ots moet van toepassing zijn, zie art.
1:255 BW.
•Wijziging ouderlijk gezag (klem- of noodzakelijkheidscriterium) of wijziging
vaststelling hoofdverblijfplaats, art. 1:253a lid 2 sub b BW (bij gezamenlijk
gezag)
•Tijdelijk ontzegging van de omgang (art. 1:253a lid 2 sub a BW.
•Opschorting alimentatie (uitzonderlijk)

Handhaving omgangsregeling via het strafrecht:


Sinds 2009 aan ouders met gezamenlijk gezag die hun kind niet zien: onttrekking
ouderlijk gezag  art. 279 Sr.

a. De pogingen van Susan om de contactregeling af te dwingen bieden geen


soelaas, want Willem laat het nog steeds afweten. Omdat Susan Nina verdere
teleurstellingen wil besparen, wil zij bij nader inzien dat de rechter vaststelt
dat Willem zijn recht heeft ‘verspeeld’ en dat hij zijn dochter helemaal niet
meer mag zien. Zo’n rechterlijke beslissing zou in ieder geval duidelijkheid
scheppen voor Nina. Kan Susan een dergelijke uitspraak bewerkstelligen? Zo
ja, hoe dan? Zo nee, waarom niet?
Gezag  Ja, 253a lid 2 sub a
Geen gezag  Ja, 377a lid 3

Ga er bij de volgende vraag van uit dat alleen Susan het gezag nog uitoefent
over Nina.

b. Heeft de zus van Willem, Nina’s tante, nog recht op omgang en/of informatie
met haar nichtje? Zo nee, waarom niet? Zo ja, onder welke voorwaarden?
Omgang  Ja, 377a lid 1
Informatie  Geen recht op want het is geen ouder in de zin van 337b

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Opdracht 6
Evert Prikkebeen is rector op een kleine middelbare school. Hij is altijd goed op
de hoogte van de persoonlijke situatie van de leerlingen op zijn school. Zo weet
hij ook dat de ouders van Cleo, een scholiere uit 2 Havo, sinds een jaar
gescheiden zijn. Deze scheiding is gepaard gegaan met veel ruzie. Cleo woont
samen met haar jongere broertje bij haar moeder. Op een zeker moment belt de
vader van Cleo naar Evert Prikkebeen. Hij wil van Evert weten hoe het met Cleo
op school gaat. Hij wil onder andere haar rapporten zien. Evert heeft van de
moeder van Cleo echter het dringende verzoek gekregen om geen informatie aan
de vader van Cleo over hun dochter te verstrekken.
Evert is ten einde raad en vraagt jou om advies.

Is Evert Prikkebeen verplicht om informatie aan de vader van Cleo te geven over
diens dochter?
Gezag  Ja, 247 jo. 253a
Geen gezag  Ja, 337b

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)


lOMoARcPSD|865606

Week 7 Herhaling van de stof en behandelen van oefentoets.

Tijdens het hoorcollege zullen de belangrijkste onderwerpen uit de stof van de


afgelopen 6
weken nog eens worden herhaald. Het is mogelijk dat de les wordt gegeven door
een gastspreker. Het werkcollege is gericht op de voorbereiding op het tentamen.
Om de tentamensetting zo goed mogelijk te simuleren, wordt er een oefentoets
gemaakt tijdens de les. De uitwerking van de toets wordt vervolgens klassikaal
besproken.

Verspreiden niet toegestaan | Gedownload door Glamby Us (glambyus@hotmail.com)

You might also like