Verkrijging van goederen -> zie 3:80 BW voor onderscheid algemene en bijzondere titel

↓
Verkrijging onder algemene titel: in principe sprake van een rechtsfeit dat vanzelf
leidt tot de overdracht.
Onder bijzondere titel brengt specifieke overdracht mee
↓
Voor Overdracht – Verjaring – Onteigening – Overige wijzen van verkrijging

Overdracht van goederen

1. Is het goed overdraagbaar – 3:83 BW?

Overdraagbaar zijn:
• Eigendom
• Beperkte rechten
− Zekerheidsrechten: pandrechten, hypotheekrecht
− Genots/gebruiksrechten: erfpacht, erfdienstbaarheid, vruchtgebruik, recht
van opstal
• Vorderingsrechten
− Aan toonder (boekenbon), aan order (cheque), op naam
2. Eisen aan overdracht – 3:84 BW
• Geldige titel: causaal stelsel -> zonder titel geen overdracht
− Koop, huurkoop, bruikleen, enz.
• Beschikkingsbevoegdheid, op het moment van levering
− Eigenaar/rechthebbende is in beginsel beschikkingsbevoegd
− Uitzondering 23 FW: verlies beschikking en beheer door faillissement
• Leveringshandeling -> zonder levering geen overdracht
− Goederenrechtelijke overeenkomst -> wilsovereenstemming vereist
→ Registergoederen 3:89 BW : notariële akte EN inschrijving openbare
registers, pas bij inschrijving gaat het goed over
→ Levering van vorderingen 3:93: aan toonder, aan order
→ Levering op naam: akte van sessie en mededeling aan schuldenaar
voor openbare cessie 3:94 lid 1 BW en authentieke of onderhandse
geregistreerde akte bij stille cessie 3:94 lid 3 BW
→ Levering van roerende zaken door bezitsverschaffing 3:90 BW
− Feitelijke overgave van het goed 3:114 BW
− Door bezitsoverdracht zonder feitelijke overgave (door een
tweezijdige verklaring) 3:115 BW
→ Levering restcategorie
− Leveringshandeling afhankelijk van het soort goed:
→ Bijv. vestigingshandeling bij zekerheidsrechten 3:98 BW
schakelbepaling jo. 3:84 lid 1 BW
− Let op 3:92 BW eigendomsvoorbehoud
 - Roerend of onroerend goed? HR Portecabin 1997 (Ontvanger / Rabobank)
Gebouw moet naar AARD en INRICHTING bestemd zijn om DUURZAAM ter plaatse te
blijven
o Bedoeling van de bouwer, voor zover naar buiten toe kenbaar
o Bestemming van het gebouw
o Verkeersopvattingen

- Op wie rust de bewijsplicht van eigendom? HR Gielkens/Gielkens 1994

o 3:109 BW – botsende eigendomsrechten: Wie een goed houdt, wordt vermoed
dit voor zichzelf te houden.
o 3:119 lid 1 BW: De bezitter van een goed wordt vermoed rechthebbende te zijn.
Bezit, houderschap, eigendom, bewijslast
o Degene die zich op een bepaald rechtsgevolg beroept zal bewijs moeten
overleggen (150 Rv). Er is sprake van een weerlegbaar vermoeden .

- Wie is eigenaar? HR Mulder c.s. / Teixeira de Mattos 1968

Eisers willen hun niet identificeerbare certificaten terug, nu de bank in surseance van
betaling is gesteld.
o 5:14 BW – natrekking roerende zaken / mede-eigendom
o 5:15 BW – vermenging roerende zaken
o 3:107 BW - Bezit is het houden van een goed voor zichzelf
o 3:108 BW – Of iemand een goed houdt en of hij dit voor zichzelf of voor een
ander doet, wordt naar verkeersopvatting beoordeeld, met inachtneming van de
navolgende regels en overigens op grond van uiterlijke feiten.
o 3:109 BW: Wie een goed houdt, wordt vermoed dit voor zichzelf te houden.
o Wanneer iemand zijn eigendomsrecht op een zaak uit een hoeveelheid
soortgelijke zaken erkend wil zien, moet exact kunnen aanwijzen welke de aan
zijn gepretendeerd recht onderworpen zaak is.

- Kan een pandrecht worden gevestigd op (het recht van de koper op) een zaak die is
geleverd onder eigendomsvoorbehoud? HR Reuser q.q. / Rabobank 2016
“Ja” luidt het antwoord van de Hoge Raad, degene aan wie is geleverd onder
eigendomsvoorbehoud heeft een voorwaardelijk eigendomsrecht, dat hij kan
verpanden.

3:276 BW – een schuldeiser kan zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar
verhalen. -> geeft aan wat tot iemands vermogen behoort.
3:277 BW