Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 11

Lesbrief Keuzegids Online

Log voor deze opdrachten in op nsghv.dedecaan.net met je


leerlingnummer en het door jouw aangemaakte wachtwoord.

Waar vind ik de Keuzegids Online op nsghv.dedecaan.net?

De Keuzegids-online bereik je door links op de Homepagina op Keuzegids-online”


te klikken en vervolgens een keuze te maken uit Keuzegids universiteiten of voor
Keuzegids HBO.

Opdracht 1

Voordat je met de Keuzegids aan het werk gaat moet je eerst eens
nadenken over de informatie die je wilt hebben, of die je denkt nodig te
hebben, om tot een goede studiekeuze te komen.
Noteer 5 voorbeelden van informatie die je wilt hebben voor je
studiekeuze:
1.
2.
3.
4.
5.

“Blader” eens door de Keuzegids door rechts in de openingspagina op een


van de menu’s te klikken en kijk welke informatie die jij wilt hebben,
wordt vermeld.
Opdracht 2

De Keuzegids bestaat uit twee delen: het eerste deel “Start” gaat over
algemene onderwerpen(zie afbeelding links).
Deel twee gaat over onderwijssectoren en de specifieke opleidingen die
daaronder vallen(zie afbeelding rechts). Klik je onder een bepaalde sector,
bijv. “Economie en bedrijf” op een bepaalde studie, in het voorbeeld
“Economie”, dan krijg je allerlei informatie en gegevens over deze studie
te zien. Je leest dan eerst altijd een korte omschrijving van de studie,
vervolgens onder de Arbeidsmarkt wat je ermee kunt. Je leest onder
“Locaties en toelating” waar de opleidingen zijn en aan welke
toelatingseisen je voor deze studie moet voldoen. Bij “De opleiding(en)”
lees je over specialisties en de verschillen tussen soortgelijke studies op
de verschillende universiteiten. Je krijgt een tabel te zien met
kwaliteisbeoordelingen van de opleidingen en je treft een aantal verwante
studies aan.
Blader eens rustig door de twee delen.
Noem tenminste twee belangrijke verschillen tussen het eerste en het
tweede deel.

Start Sectoren
1

Opdracht 3
In de Keuzegids vind je kwaliteitsoordelen, dat zijn meningen van
studenten en experts over de opleidingen. Wat vind jij belangrijker, de
mening van studenten, de mening van deskundigen of vind je ze beide
van belang?
Zet erbij waarom je dat vindt.

Ik vind ……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
omdat ……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………

Opdracht 4
Klik op “Start” en lees de “Arbeidsmarkt”. Daar staat o.a. informatie over
salarissen en de arbeidsmarkt.
a. Hoe belangrijk is voor jou de kans op een baan na het afronden van
van je opleiding? Zet erbij waarom.
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
b. Als je zou moeten kiezen tussen een opleiding die je erg leuk lijkt en
een opleiding die je niet zo leuk lijkt, maar waarbij je wel vrij zeker
bent van een baan, wat zou je dan kiezen?

Ik zou ………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………..

omdat ………………………………………………………………………………………………….

………………………………………………………………………………………………………………

c. Bij welke sectoren zijn de prognoses voor de toekomst niet zo


gunstig?

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

d. Heb jij ook belangstelling voor een van die sectoren? Waarom
wel/niet?
………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

e. Voor veel leerlingen is het belangrijk wat ze later kunnen verdienen


met een bepaald beroep. Bij de informatie over de opleidingen staat
vermeld met hoeveel salaris een afgestudeerde begint.
Noteer van twee opleidingen die jou wel leuk lijken , het salaris
niveau (laag/gemiddeld/hoog).
Opleiding ………………………………………………… salarisniveau …………………….

Opleiding ………………………………………………… salarisniveau …………………….


f. Zou het salaris wat je kunt gaan verdienen voor jou een reden zijn
om een bepaalde opleiding juist wel of juist niet te gaan volgen?
Licht je antwoord toe.
Ja/nee, omdat……………………………………………………………………………………….

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

Opdracht 5
Lees “De beste universiteiten” onder “Start”.
a. Populaire, grootschalige studies scoren in de Keuzegids bijna altijd
lager dan kleinere studies. Hoe belangrijk is dat voor jou om
rekening mee te houden als het om je studiekeuze gaat?

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

b. De meeste studenten doen langer over hun studie dan de


afgesproken tijd. Maar bij de ene studie is de kans op snel
afstuderen veel groter dan bij andere studies. Hoe belangrijk is het
voor jou om binnen redelijke termijn klaar te zijn met je studie?

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………
Opdracht 6
Lees de tekst van “Hoe kies je een studie” onder “Start”.
a. Hoe belangrijk vind je het eindoordeel van studenten en
deskundigen over de kwaliteit van een opleidingsinstituut?
Beïnvloedt dit oordeel jouw keuze voor een bepaalde
opleidingsinstelling?
Ik vind ………………………………………………………………………………………………..

…………………………………………………………………………………………………………….
b. Dit beïnvloedt mijn voorkeur voor een bepaalde instelling wel/niet
omdat …………………………………………………………………………………………………

Opdracht 7
Om de mogelijkheden van de Keuzegids te ontdekken, neem je bij deze
opdracht als startpunt een studie die goed aansluit bij jouw profiel.
Hieronder staan de vier profielen met daarbij voorbeelden van
bijbehorende studierichtingen.

Profiel Opleiding WO
C&M Communicatiewetenschap
E&M Bedrijfskunde
N&G Geneeskunde
N&T Bouwkunde & Civiele Techniek

a. Noteer de studierichting die bij jouw profiel hoort:…………………………….

b. Zoek deze studierichting op in de Keuzegids. Aan het eind van elk


artikel over een bepaalde opleiding staan twee dingen: Ons advies
en Verwante studies. Noteer bij a, b, c, maximaal drie opleidingen
die worden vermeld.

a………………………………………a 1………………………………………………………………

a 2……………………………………………………………..

a 3………………………………………………………………
b………………………………………b 1………………………………………………………………
b 2………………………………………………………………

b 3………………………………………………………………

c………………………………………c 1……………………………………………………………….

c 2………………………………………………………………

c 3………………………………………………………………

c. Zoek vervolgens deze drie opleidingen op en kijk ook hier bij


Verwante Studies. Noteer ook nu weer drie – andere – verwante
opleidingen (bij a 1 t/m c 3).
Je ziet nu hoe een opleiding een grote variatie aan verwante
opleidingen oplevert!

Opdracht 8

Je weet misschien nog niet precies wat je wilt gaan studeren, maar er zijn
vast wel opleidingen die je wel leuk lijken.

a. Noteer hiervan twee voorbeelden:

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

b. Zoek een van deze opleidingen op in de Keuzegids. Onder welke


sector valt deze opleiding?
………………………………………………………………………………………………………………

c. Wat lijkt je leuk aan deze opleiding? Noteer twee dingen:

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

d. Wat lijkt je minder leuk aan deze opleiding?

………………………………………………………………………………………………………………

e. Als je deze opleiding hebt gevolgd, in wat voor soort beroep kom je
dan terecht? Noteer twee voorbeelden:
………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

f. Lijkt zo’n beroep wat voor jou? Waarom wel/niet?


Ja/Nee, omdat …………………………………………………………………………………….

………………………………………………………………………………………………………………

g. Hoe groot zijn volgens jou je kansen op de arbeidsmarkt als je een


diploma op zak hebt?
Hoog/gemiddeld/laag, want…………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

Opdracht 9 (voor leerlingen die al weten wat ze gaan studeren)

a. Lees in de Keuzegids het artikel over de studie van jouw 1e


voorkeur. Noteer een aantal voor jou belangrijke opmerkingen die
je uit de tekst hebt gehaald. Het kunnen dingen zijn die je opvallen,
of die je helemaal niet wist, of……………

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

Bestudeer de tabel FEITEN


b. Vind je het belangrijk om te weten hoeveel % van de eerstejaars
uit vrouwen/mannen bestaat?

Dat vind ik wel/niet belangrijk, omdat…………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………

c. Wat is het studenten oordeel over de onderwijskwaliteit?


Dat is vrij laag / gemiddeld / vrij hoog (omcirkel)

d. Hoe hoog is het percentage “Geslaagd na 5


jaar”?..........................

e. Bestudeer DE OPLEIDING(EN)

1. Je kunt hier zien welke specialisatie je waar kunt volgen. Kun je


de specialisatie van je voorkeur inderdaad volgend aan de instelling
waar je van plan was te gaan studeren?

Ja / Nee (omcirkel)

2. Zo nee, ben je dan van plan om een andere keuze te maken?

Ja / Nee, omdat…………………………………………………………………………………….

………………………………………………………………………………………………………………

f. Bestudeer in de tabel “De kwaliteit van de opleidingen” het


studentenoordeel.

1. Welke instelling scoort het hoogst?..........................................

2. Welke instelling scoort het laagst?...........................................

3. Hoe scoort de instelling van jouw voorkeur?.............................

Ben je tevreden met deze score? ………………………………………………….

…………………………………………………………………………………………………………

4. Ben je nog steeds van plan om de opleiding van je eerste


voorkeur te gaan volgen?
Ja/Nee, omdat …………………………………………………………………………………

You might also like