Professional Documents
Culture Documents
Sejarah VOC Dan Tegal
Sejarah VOC Dan Tegal
VAN NEDERLANDSCH-INDIË
DOOR
Dr. F. W. STAPEL
NEDERLANDSCHE HISTORISCHE
BIBLIOTHEEK
VAN
xvi
GESCHIEDENIS
VAN NEDERLANDSCH-INDIË
DOOR
Dr. F. W. STAPEL
NEDERLANDSCH-INDIË
DOOR
Dr. F. W. STAPEL
GEÏLLUSTREERD
DEN
ONDER LEIDING VAN SCHRIJVER
□
IN HET JAAR MCMXXX □
VOORBERICHT.
Historische Biblio-
van de Nederlandsche
Toen redacteur en uitgever
richtten, een overzichtehjke
theek het verzoek tot ondergeteekende
heeft hij dat gaarne
Nederlandsch-Indië te schrijven,
Geschiedenis van
of stelsels
der op den voorgrond tredende personen, perioden
over een
niet of slechts
wordt de Indische Geschiedenis
bedrijf in Indië opleiden
behandeld. Dit is minder dan beschamend voor een
oppervlakkig weinig
reeds dan drie
land, dat zijn economische en politieke beteekenis nu meer
kan zonder
deel aan
Indië dankt. Bovendien men,
eeuwen voor een groot
in de moei-
die Geschiedenis, geen inzicht krijgen
een zekere kennis van
Nederland thans in
Indië is gesteld.
welker oplossing
lijke problemen, voor
begrijpen.
F. W. S.
Voorjaar 1930.
1. DE HINDOE-TIJD.
den Indischen is
Van de oorspronkelijke bevolking van Archipel maar
zien. Het
daarvan, hoofdzakelijk in West-Java gevonden, te
exemplaren
staat thans wel vast, dat die oorspronkelijke bevolking tot een Papoea-
de eilanden, zich
naar het Maleische Schiereiland (Malakka) en waar zij
van
De Maleisch-Polynesiërs stonden op een belangrijk hoogeren trap
huis uit
beschaving dan de oorspronkelijke bevolking. Zij waren van
hun tochten
zeevaarders en
bleven dat ook in hun nieuwe woonplaats:
In verband met hun zeevaart
strekten zich zelfs uit tot Madagascar.
1
2
Animisme.
dachten zich de
gansche schepping in al haar
uitingen: menschen, dieren,
planten en dingen, bezield met éénzelfde zielestof, die vooral in
bepaalde
deelen het
van
menschelijk en
dierlijk lichaam hersenen, lever, bloed
voorkwam. Dit
geloof, het Animisme, kan ons verschillende barbaarsche
Inscriptie, vermeldende den naam van Poernawarman, wiens voetstappen in den steen
zijn uitgehouwen.
Ondanks het feit, dat thans het overgroote deel der inheemschen
door Chineezen.
Zij vonden er gewilde handelsartikelen als
specerijen,
rijst en goud. Velen dier kooplieden zich den
vestigden in
Archipel en
3
Hindoes en
Chineezen.
wordt
een deel verklaard
vonden er blijkbaar een goed onthaal, wat voor
die de Maleisch-Polynesiers
door hun kennis en beschaving,
grootere
merkwaardig dat, waar
aantrekken. Het is intusschen
stelliq moest
cultuur van eeuwemher
Hindoes als Chineezen op
een hooge
zoowel
die een
uitsluitend Hindoes geweest zijn,
konden roemen,
het vrijwel
de bevolking, terwijl
invloed hebben geoefend op
diepen en blijvenden
of mets mer
Tji Taroem.
Sumatra Bah.
500 bestonden eveneens Hindoerijken op
en
Omstreeks
vredelievende is
dat de stichting dier staten op wijze
Alles wijst er op,
en
van de inheemsche gewoonten ge-
geschied. Door een vermenging
ook door
der Hindoes, mogelijk
bruiken met beschaving en godsdienst
ontstond een nieuwe
Hindoes met inheemsche vrouwen,
huwelijken van
mheem-
Zooals het met de taal is, gaat
het met de geheele cultuur: op
gehindoeiseerd waren.
In de jaren van
hun vestiging in den Archipel trof men bij de Hindoes
het Boeddhisme. De
het Brahmanisme en
twee hoofdgodsdiensten aan,
4
Brahmanisme.
der
kringloop wedergeboorten. Die verlossing bestond in het uitblusschen
van alle persoonlijkheid, een verzinken in het niets, het Nirwana. Bereikte
men dit, dan was men verlost uit den dwang van het Karma. Daar de
moeilijker te verwerven
dan voor armen. Door een leven van onthouding
(ascese) bereidden vele Boeddhisten zich voor op het Nirwana.
7
Qriwidjaja.
uitgebreid door
echter heeft het Boeddhisme er
zich belangrijk
daarop
Boeddhist uit Kaqmir, Goenawarman ge-
prediking van een vorstelijken
verbreide vorm van Boeddhisme
naamd. De later in den Archipel meest
bizonder Qwaistisch)
Bali Brahmanistisch (meer in t
Oost-Java en een
gevonden. Dit
der tusschen beide godsdiensten plaats „syncre-
grenzen
Boeddha vereenzel-
tisme" leidde er ten slotte toe, dat velen Qwa en
uit
verschillende hiaten. Vrij veel is bekend van Java, zoo
vertoont nog
Vast dat Sumatra het eerst tot bloei kwam, dank zij zijn ligging
staat,
de
eilanden China. In de 7de eeuw noemen
Chineesche geschriften
en
kampongs) Malayoe
rijken Toelang-Bawang (in de Noordelijke en
binnen zijn
en zelf vreemdelingen uit de meest uiteenloopende gewesten
poorten zag.
heer-
eilanden kwamen onder zijn
buurstaten, en ook tal van omliggende
oorkonde dat het in 686 reeds Banka
schappij. Uit een gevonden blijkt,
775 stichtte vorsten een Boeddhistisch
onder zijn gezag had; in een zijner
genoemd.
8
Qailendra’ s op Java.
al niet aan CTiwidjaja onderworpen is geweest, dan toch door vorsten uit
is bestuurd. Een
gevolg van deze staatkundige ver-
een eeuw
geduurd, danken wij de grootste en schoonste Boeddhistische
heiligdommen op
dit eiland. Het oudst-bekende daarvan is de
Tjandi-
Kalasan, de
waarvan
wijdingsoorkonde dateert uit 778. Van iets later
in het niet.
Toen de
Clailendra-dynastie zich in
Midden-Java gevestigd had, waren
de heerschers
oorspronkelijke van Kaling naar Oost-Java uitgeweken en
over. Een eeuw later keerden zij naar Midden-Java terug, toen de
om ons tot
nog toe onbekende redenen, Java hadden
den de
Archipel was, souvereiniteit over Midden-Java heeft prijsgegeven.
en Midden-Java omvatte en
als het rijk van Mataram bekend staat. De
werd dat de
gekoesterd, er nog eens zouden
terugkeeren.
Mendoet
12
Mpoe Sindok.
javaansche traditie is
hij echter al daarom een belangrijke figuur, omdat
bosschen van Wonogiri en leefde daar langen tijd bij monniken in een
zich herstelden
zou verzetten tegen een
krachtigen eenheidsstaat op Java.
Maar in 1023 raakte het Sumatraansche rijk in strijd met een
Voorindisch werd
vorst en tijdelijk met machteloosheid geslagen. Nu
Boroboedoer.
14
Aidangga.
1035
geheel Oost-Java weer onder zijn heerschappij bracht. Ter vol-
uitnemend
geregeld, terwijl een
staand
leger van 30000 man voor de
veiligheid zorgde.
Ook de kunst bloeide onder
Airlangga’s bestuur; ’s vorsten hofdichter,
Kanwa, vervaardigde het eerste Javaansche de
epos, Ardjoena-wiwaha
(het huwelijk van
Ardjoena), een
vrije bewerking van een episode uit
het Maha-bharata. De
bevolking beoefende de muziek, vooral het fluit-
weer
ophief. Hij trok zich
namelijk in 1042 uit de
regeering terug, na
het
rijk onder zijn beide zoons te hebben verdeeld. Volgens de legende
riep de koning, voor een billijke verdeeling, de hulp van een wijzen
kluizenaar in. Deze nam kruik
een met
geheiligd water en goot dit
over de aarde uit; het water bleef stroomen en vormde een rivier, de kali
moeten
gerekend worden Tandjong-Poera (Zuidwest-Borneo), Timor,
gebleven.
Maar ook het
aan
machtige Kediri zou
vrij plotseling een einde
gemaakt worden. De man, die dit bewerkte, was een avonturier, Keng
Angrok, die door vele Javanen beschouwd werd als een incarnatie van
kwam de
door moordenaarshand stierven! In laatstgenoemd jaar begaafde
Kertanegara aan
het bewind, na
reeds eenigen tijd als mederegent van
vader welke
zijn opgetreden. Hij merkwaardige figuur,
te is een van
zijn
het moeilijk vooral doordat
ons is een juiste voorstelling te krijgen, er
17
Kertanegara.
andere kan
1
). Intusschen
genoeg laken, de niet hoog genoeg roemen
het
wel dat geleerde was en een groot ijveraar voor
staat vast, hij een
welks
had. Het merkwaardigst is zeker zijn optreden tegen Malayoe,
stond
den bovenloop van de Djambi-rivier gevonden,
een inscriptie, aan
den opperkoning
dit gebied in 1286 onder den koning van Malayoe en
vorst den
dus ongetwijfeld de machtigste van
Kertanegara. Hij was
Archipel.
Doch daarnaast schijnt zich meermalen aan
het
overdadig gebruik
hij
dranken buiten onder den invloed
van spijzen en te gegaan te zijn en
maakte zich
drinkende. Beiden werden gedood en Jayakatwang
wijn
x
Pararaton blz. 43 :4.
) 78—82; Nagarakertagama
2
18
Stichting van Majapahit.
Na den de schoonzoon
strijd was
van den gevallen Kertanegara,
Widjaya genaamd, naar Madoera
gevlucht. Op raad van den dubbel-
hartigen regent van dit eiland, die aanbood hem in zijn voorgenomen
wraakpogingen te steunen, bood Widjaya den nieuwen heerscher
zijn
geveinsde onderwerping aan en kreeg van dezen, op zijn verzoek,
Niet
lang behoefde Widjaya te wachten
op een
gunstige gelegenheid
tot
volvoering van
zijn wraakplannen. In het laatst van zijn regeering
had Kertanegara den Chineeschen keizer
een gezant van
Choebilai, die
naar den mond van de Kali-Mas. Daar vernamen zij, dat Kertanegara
reeds
lang dood was, dat diens schoonzoon
Widjaya zijn onderwerping
aanbood hun
en tevens steun
tegen Jayakatwang vroeg.
De Chineezen
aan
Gadjah Mada, die tot zijn dood in 1364 rijksbestuurder bleef.
Hoewel slotte
ten
vrijwel de geheele Archipel, direct of indirect, onder
Soendaneesche welk
prinses, met
plan Gadjah Mada niet zeer ingenomen
was. Toen nu de Soendaneesche vorst, Ratoe Dewata, met zijn dochter
duizenden
en
volgelingen naar Majapahit was gekomen, wilde Gadjah
Mada die
van
gelegenheid gebruik maken, om van dien vorst de erkenning
van Majapahit’s opperhoogheid af te
dwingen. Dit gelukte niet en op
het veld vóór de stad Boebat
(sedert = uiteenslaan genoemd) had een
in een
vrijwel onafhankelijke positie bestaan.
In 1357 maakte Majapahit zich meester van Dompo (Soembawa)
daarmee begon reeks
en een belangrijke veroveringen: ook verschillende
vrijwillig onder
Hayam Woeroek's
opperhoogheid. Het in 1365 ver-
zekere
handelshaven van
den Archipel was Tpebaiu De bevolking moest
had overigens
hoofdgeld opbrengen; zij
heerendiensten verrichten en een
stichter Majapahit,
Kertaradjasa (Widjaya), van
ambtenaren werden
Verdienstelijke burgers en
te verbergen, was vrij.
22
De Hindoe-invloed.
beloond het
met
vruchtgebruik van stukken land.
Hayam Woeroek
leerde op enkele
groote reizen door
persoonlijke aanschouwing de voor-
naamste deelen van land
zijn kennen.
Kunst en
wetenschap stonden in
Majapahit op een
hoog standpunt.
Groot de
was roem van den hofdichter Prapan ? a, den auteur van het
Nagarakertagama, lofdicht
een
op Hayam Woeroek. Ook Tantoelar
was
een
veelgeliefd dichter. Van de talrijke schoone bouwwerken
uit dezen
tijd moet allereerst de Tjandi Panataran genoemd worden, waarop men
beelden van
giwa, Brahma en Vishnu aantreft. De hoofdstad, met zijn
gewe dig breede lanen en pleinen, was omringd door een baksteenen muur
met schoone poorten.
Op het vóór de stad
gelegen plein Boebat werden
herhaaldelijk openbare spelen gehouden, waaraan zoowel
Hayam
Woeroek zelf, als de
eenvoudige dessaman, deelnamen.
Allereerst hebben de
Hindoes in verschillende deelen den
van
Archipel
hun godsdienst gebracht, waarvan hiervoor reeds is gesproken. De
Een der kleine
poorten
van Majapahit.
24
De Hindoe-invloed.
DE PORTUGEEZEN IN INDIÉ.
de in
een mindere vrouw geboren en
kwam daarom niet voor opvolging
den Oosthoek.
aanmerking; hij kreeg echter het onderkoningschap over
de
Wirabhoemi had den eersten stoot tot dien achteruitgang gegeven:
Islamcentrum Malakka.
naast de snelle opkomst van het toenmalige
veel
De invoering van
Mohamed s leer in den Archipel vertoont over-
de die de nieuwe
waren
ook nu
Voorindische kooplieden, Goedjaraten,
den
leer op hun handelstochten verbreidden. Uit de reisbeschrijving van
Noord-Sumatra gelegen,
was gebracht: Samoedra en Pasei, eveneens op
in
in de Hde eeuw
de plaats innemen, die (Jriwidjaja en Malayoe vroeger
26 De Islam in Oost-Java.
eeuwen hadden vervuld. Tevens werd het een krachtig centrum van
draagzaamheid, niet
vijandig stond
tegenover de nieuwe leer, zooals
de stranddistricten
regenten van
geïslamiseerde zich geleidelijk aan dat
Kediri de
aantal staatjes uiteengevallen, van welke Demak, Padjang en
invloedrijkste waren.
uit de
behoort tot de zeer vereerde wali’s; hij was een leerling
Ampelsche school.
het
strijd om de hegemonie. Een tijd lang had Demak de leiding, wat
voor een deel zeker daaraan dankte, dat het in bezit was gekomen van
zouden Doch in
de symbolen van
het
Javaansche keizerschap blijven.
afstaan dat
de 16de eeuw moest Demak de eerste plaats aan Padjang,
Malakka Toeban
en Midden-Java, doordat de van en Palembang naar
De vorst, Samiam, die in den van het Oosten naderenden Islam een
gehuwd. In 1526
vestigde hij zich te Bantam, en kreeg daar spoedig
aantal
een groot volgelingen: met behulp van Demak maakte hij zich
Zijn zoon, Hassan Oedin, die hem als regent van Bantam was opge-
voegde.
De kern van Padjadjaran, met het sterke Pakoean, wist zich voor-
In de
vroege
middeleeuwen kende en waardeerde men in Europa reeds'
trok de deze
naar Alexandrië, Egyptische sultan in
jaren zijn voornaamste
hun land hadden verdreven, bleven zij de Mohamedanen nog aan Afrika’s
danen de
slaagden Portugeezen er in, hun macht en invloed spoedig
30 De Portugeezen in Indië.
breiden.
uit te
Zij maakten geen groote veroveringen, maar bepaalden
zich toe, verschillende de kusten
er vaste punten aan te bezetten, om
Gouverneur of Onderkoning te
1510
in
eenige Portugeesche
daar de conflict
met
bevolking in
waren, rustte
d’Albuquerque te
bindingspunt en overlaadstation
was voor
den handel tusschen
Vasco da Gama
Danvers, The
Oost- en Zuidwest-Azië, rustte
(Ontleend aan: Portuguese in India)
zelf heen te gaan. Zoo bezochten dan in 1512 eenige hunner schepen
De
Portugeesche missie. 31
Solor-eilanden.
’t in het Oosten
was in
geheel twee jaar van den Archipel werkzaam t).
Op Ambon het doch ook elders maakte
was zijn succes grootst, hij,
evenals tal andere missionarissen, vele In stierf
van
bekeerlingen. 1545
In het
tegenstelling met
optreden der missionarissen was
dat van vele
dat daardoor veel van hun werk weer verloren ging, maar deze klachten
1575
eindigde met de verdrijving der Portugeezen van het eiland.
In 1519 ook
was uit
Spanje een vloot naar Indië vertrokken; de
1
) Later bezocht Xaverius Ceylon overleed 1552
o.a.
nog en Japan; hij in in hel
geschillen over de vraag, wie van beide natiën tot het bezetten van
de
tot het verdrag van Lerida, waarbij een nadere demarcatielijn werd
de de de
Philippijnen, eveneens aan Portugeesche zijde van grenslijn
een Spaansche vloot, uit Manilla afkomstig, het eiland Tidore; het vol-
(Gamlamo). Ook op
enkele andere eilanden en den Noordhoek van
blijken uit het groote aantal Portugeesche woorden, dat in het Maleisch en
beheerschten, is
nog maar zeer weinig overgebleven. Goa, een deel van
33
Portugeezen en Spanjaarden.
kunde Ned. Indië, 4de reeks I, 111, IV, V, VIII; sde reeks
van VI,
I II); de artikelen den Maleischen
en Portugeezen in Archipel en Span-
Indië: B.
}. J. Visser, M. S. C., Onder Portugeesch-Spaansche vlag.
De Katholieke missie van Indonesië, 1511 —
1605; Charles de
3
3. EERSTE TOCHTEN DER NEDERLANDERS.
De l
zouden de
Portugeezen en Spanjaarden belangrijke plaats, die zij
tegen het einde van de 16de eeuw in Indië innamen, weldra aan
de
in
April 1595.
in ruil voor
koren en hout uit de Oostzeelanden, nu waren
het vooral
kennen.
x
) Prof. Mr. J. E. Heeres: Duitschers en Nederlanders de zeewegen naar
op
geboortestad in 1590 werd hij populair onder den naam van Dirck China:
hebben bezocht, evenals dat het geval was met tal van „Oosterlingen”,
zooals dc bewoners der Oostzeelanden Van
men toen placht te noemen.
Neck Bantam de
ontmoet in 1598 te een van Portugeezen gedeserteerden
Hamburger, en
als Frederick de Houtman in 1599 Atjeh gevangen
op
wordt gehouden, treft hij daar als tolk en vertrouwensman van den
reeds
Haarlemmer van geboorte, vestigde hij zich op 16-jarigen leeftijd
1579 broeders den handel
-—■
in in Portugal, waar twee zijner in
In vertrok als
werkzaam waren. 1583 hij secretaris van een geestelijke,
de Azoren Portugal
er vier jaar, waarna hij nog eenige jaren op en in
merkwaardige boeken uitgaf. Het eerste, in den aanvang van 1595 ver-
Huygen van Linschoten naar Oost- ofte Portugaels Indiën. Dit is een
vele lezers het meest trof was, dat volgens Linschoten’s boek, de macht
rijke voorbereidingen waren getroffen. Dat die begeerte opkwam bij vele
Hollandsche schippers die Lissabon den der
en
kooplui, in
rijkdom uit
dat
meening, Portugal alle voorname punten aan Indië's kusten bezet had
eener
eigen vaart
op
Indië ernstig onder de oogen
te zien. In dat
jaar
toch maakte zich kwam dit land
Spanje meester van Portugal en zoo
door den
vijand druk bevaren weg om de Kaap, vele en gedeeltelijk nog
„pas om de Noord”.
de zonder veel
tingen met landsvijanden en men zou, tijdverlies. Cathaya
kunnen aandoen. Na Maurits
(China) en Japan overleg met prins en
Oldenbarneveld den
en met
krachtigen steun van invloedrijken pensio-
naris van Enkhuizen, Frangois Maelson, De Moucheron, namens
vroeg
een door hem gestichte Compagnie, in 1593 aan de Staten van Holland
uit te strekken.
In het
Juli van volgende jaar werd dan ook de poging herhaald, thans
de Kaap voor te bereiden. Zij hadden daartoe allereerst een neef van
vier schepen uitrustte. Die vloot, bemand met 249 koppen, zeilde
2
April 1595 van Tessel uit; Cornelis de Houtman had de opperleiding
de De Houtman, stuurlieden
ongeschiktheid van om met
zijn schippers,
en commiezen om te
gaan, wat tot herhaalde conflicten in den vloot-
raad leidde, heeft deze eerste tocht niet aan de hooggespannen ver-
kon worden l
). Door het Portu-
peper begonnen geïntrigeer van een
met den handel was het nu natuurlijk gedaan. De vloot lichtte dan
beurde Nu
te Bantam, met wantrouwen en vijandschap ontvangen.
Bali besliste echter de vlootraad, dat een verder zeilen niet meer
1
Een drietal Houtman
) door De met Bantam gesloten overeenkomsten zijn afge-
drukt bij Prof. Mr. J. E. Heer e s, Corpus Diplomaticurti Neerlando-Indicum.
40 Tweede tocht.
Compagnie” genoemd), was het eerst zeilree; 1 Mei 1598 kozen acht
de de Bantammers wilden
Portugeezen in
strijd geraakt en nu gaarne
op
tactvolle wijze met de Inlanders om te
gaan; hij bracht daarbij voor
sultan een gouden beker mee. Toen de vijf andere schepen, die Mauri-
eerste drie reeds zoo goed als volladen. Nog een der nieuw
aangekomene
kon hier vinden dit viertal keerde Van Neck het
lading en met naar
1
Dit eiland door de Portugeezen ontdekt Ilha da Cerno genoemd; de
) was en
vijf schepen van Van Neck’s vloot, onder Van Waerwijck en Van Heemskerck.
20 man achter, onder Augustijn Stalpaert van der Wiele; Van Waer-
voorraden het
zou opkoopen tegen de komst van nieuwe schepen uit
vaderland. In
September 1600 alle acht de tweede
waren
schepen van
1
) Van die 65 schepen zijn er
11 verloren
gegaan
42
/aren der Wilde Vaart.
de den Neder-
strijd met Spanjaarden en Portugeezen grondslagen van
slotte
strijd met de Spanjaarden nog een schip, maar slaagde er ten in
was omgezeild.
Steven der aanvoerder de derde vloot der Oude
van Haghen, van
de
stroomingen af tot voor de Chineesche kust, waar
hij met Portugeezen
Macao
van in strijd geraakte.
1601
Ook Jacob van Heemskerck trok er nog eens op uit; hij zeilde in
Portu-
Indië. Op dezen tocht maakte hij een buitengewoon rijk beladen
(Rijksmuseum.)
44 Concurrentie.
sloeg met
zijn vijf schepen van de oude Compagnie een
sterke
de de Goede
Kaap Hoop, en
Ceylon aandeed.
straffe centrale
organisatie. Nog in 1601 waren
voorbereidingen aan
der
specerijen belangrijk te
verhoogen; ze stegen binnen enkele jaren
tot het vier- het
a
achtvoudige van oorspronkelijk bedrag. „Men zeilde
elkaar het geld uit de beurs en de schoenen van de voeten” zei een
tijdgenoot.
Ook het
uit oogpunt van strijd tegen de landsvijanden was
deze
handel benadeelen.
ernstig te
Compagnie op
Oost-Indië te Amsterdam”, die het monopolie voor ge-
lang in
oppositie, daar het een overwicht van Holland vreesde: een
troyeerde Oostindische
Compagnie om te handelen
op
alle landen
Oostwaarts van Kaap de Goede Hoop tot aan Straat Magelhaen.
Niemand uit de republiek, dan die
„anders van de voorz. Compaignie”,
mocht binnen de of
aangegeven grenzen varen handelen, waardoor
langer aantal
jaren is verlengd, het laatst 1798. Artikel 1
in 35 (hef
geheele octrooi telde 46
artikelen) bepaalde, dat de
Compagnie binnen
het haar de
aangewezen gebied, op naam van Staten-Generaal, con-
Hiervan moesten er
20 uit Amsterdam, 12 uit Zeeland en 7 uit elk der
die aandeelhouders aan, welke in een der beide groote Kamers minstens
1
) Gewoonlijk wordt het getal 73 gesteld. Zie echter in de
op mijn uiteenzetting
blz. 146—148.
_
op het
(Origineel Rijksarchief.)
48 Bestuur.
Inrichting en
werd vereffend.
Middelburg.
Als vergoeding kregen de bewindhebbers in elke Kamer aanvankelijk
1 procent van de bedragen der door die Kamers gedane uitrustingen,
Kamers 1100.
ƒ
Het octrooi schreef voor, dat de bewindhebbers om de tien jaar
rekening de aandeelhouders
en verantwoording moesten afleggen aan
verkeerde, al niet
Compagnie in
moeilijke omstandigheden dadelijk
De 1647
geschied, maar voor
het eerst in 1623. octrooiverlenging van
met
ingesteld, wier toezichthoudende functie eenigszins is te vergelijken
aangeduid als in de
tienjarige rekening. Volgens
herhaaldelijk worden „participanten
het octrooi zou het hun vrijstaan na die eerste 10
jaar hun kapitaal op
te eischen.
Ambon. 49
Vestiging op
ontactisch de der
op Ceilon, waarbij hij door zijn optreden ergernis
waarbij deze
Noordelijke schiereiland van Ambon) een contract,
de Staten-Generaell de Vereenichde
„belooven ende sweeren,
van
Archipel.
vloot Indië
Een jaar later deed de inmiddels met een krachtige in
de Malakka
aangekomen Cornelis Matelieff poging, aan
Jonge een om
4
50 Verschillende factorijen.
schepen naar patria terug. Tal van nieuwe factorijen werden gesticht,
soms nadat eerst de Portugeezen verdreven waren. Behalve Banda,
op
vooral het de
en voeren van strijd met landsvijanden kostte die eerste
aandeelhouders moesten die maar zelf van de hand zien te doen. Velen
hunner aanvaarden; de
weigerden, uitkeeringen in natura te toen
zij alsnog zouden accepteeren, hebben zij ten slotte het geheele bedrag
in geld uitbetaald.
is het uitsluitend in of
geld obligatiën geschied.
Deze de der dividenden wijzen reeds
geschillen over uitbetaling er
voornaamste was,
dat de bewindhebbers hun administratie absoluut
lijke tegenslagen. En die laatste bleven natuurlijk niet uit; in den strijd
anticipatiepenningen of
zij namen gelden a deposito op tegen
afgifte van obligatiën. Hoe
groot het bedrag dier
opgenomen gelden,
en dus hoe groot de schuld de
en
jaarlijks te betalen rente der Com-
geld in Indië te steken, dat eerst later zijn rente zou opbrengen; zij
waren thans niet in staat het
verkregene in geldswaarde uit te drukken
dus de
en
huidige waarde van het
aandeelenkapitaal vast te stellen.
termijn van 10 20
op jaren te
brengen.
Er den
waren er in lande, die deze
oneenigheden met
genoegen en
bij, het de
om
Compagnie in haar ontwikkelingsjaren niet gemakkelijk
te maken; zoowel door het
verspreiden van
ongunstige berichten over
de
verhoudingen in Indië, als door het
opkoopen en weer de beurs
op
Binnen enkele
jaren daalde de beurswaarde der actiën van 140 tot 48
x
) De eerste druk Hugo de Groots *
van Mare Liberum verscheen in 1609.
De Staten beschermen de 53
Compagnie.
winst wilde aannemen, die voor een belangrijk deel door strijd was
medebestuurderen
als bewindhebber, wegens geschillen met
zijn over
der Staten-
voor ongewenschte concurrentie te bewaren. Bij plakkaat
geven, op
straffe van levenslange verbanning en verbeurdverklaring
van goederen. J
aanvallen boven.
zijden op
haar gerichte te
Noorden
(Uitg. Linschoten-Vereeniging); Jhr.Mr.J. K. J. de Jon g e,
der
M r. Dr. S. van
Brak e 1, De Hollandsche Handelscompagnieën
denzelfde, De
Opkomst van de Westerkwartieren der Oostindische
Compagnie.
4. DE EERSTE GOUVERNEURS-GENERAAL.
COEN.
JAN PIETERSZOON
ook daarna
voor Malakka en
Macao ondervonden; zijn pogingen, om
mislukten. Op
Ternate en
Tidore aan de Spanjaarden te ontnemen,
intusschen, bescherming de
eiland stichtte hij ter van
eerstgenoemd
het kasteel Oranje. Bij zijn terug-
Nederlandsche factorij te Malayoe,
den stand zaken aan
keer naar
het vaderland rapporteerde hij van
Caerden, die
admiraal Paulus van
den zoo juist van daar aangekomen
de Brabantsche Compagnie in
reeds in 1599 als vice-admiraal van
die Van
daarop werd zijn schip echter door de Spanjaarden verrast,
Nassau.
Op zijn verderen tocht veroverde hij een nieuw Spaansch fort
De
onderhandelingen met Spanje leidden niet tot een vrede; een dep
beletselen dat inderdaad de
was, Spanje vaart
op
Indië voor de Neder-’
landers wilde
verbieden, waartegen Hugo de Groot
stelling nam in zijn
beschouwingen over de Vrije Zee 2). Na moeizame
besprekingen sloten
toestand daar
eerst een jaar na de onderteekening zou De bedoe-
ingaan.
hng hiervan was te voorkomen, dat moeilijkheden zouden ontstaan over
eventueele krijgsverrichtingen, de
na
teekening van het bestand verricht.
’) Zie blz.
hiervóór, 50
2
) Zie hiervóór, blz. 52.
Gouverneur-Generaal. 57
Aanstelling van een
last, hoe
het bestand vertrok, kreeg van de Staten-Generaal specialen
zich hield. En de
te handelen, indien bleek, dat Spanje er niet aan
voortgezet.
de resultaten, door
Bij den
aanvang van
het Twaalfjarig Bestand waren
de Compagnie in de 7 van
haar bestaan bereikt, over het algemeen
jaar
De der vloten hadden veel geld
weinig bevredigend. uitrustingen zeer
de
hadden
ernstige teleurstellingen gebracht: Span-
Spaansche centra
Een centrale
band tusschen de verspreid liggende factorijen. krachtige
onbekende Indië;
een uitgebreide instructie voorzien. Hij was geen
in
een
tocht daarheen gedaan. Zijn instructie bepaalde, dat hij, uit naam
het
van
de Staten-Generaal en de bewindhebbers der Compagnie, opper-
der inheemsche
op
de verschillende kantoren en van de gezindheid
uitzien Tiaar geschikt vereenigingspunt
vorsten. Dan zou hij moeten een
ende van
de Vereenigde Compagnie
„cantoren, persoenen negotie
58 Pieter Both.
vloot van
acht schepen, waarop
vonden. de de
Op plaats, waar
G. G. zijn
residentie vestigen zou.
hetzelfde kwam
van jaar hij te
tische optreden en ruwe leven van het personeel der Hollandsche loge.
Het hoofd dier I’Hermite, die veel kampen had de
loge, Jacques te met
het
loosheid, had in November te voren een stuk grond gekocht in
*
Pieter Both. 59
Nassau had.
steenen huis gebouwd, dat men den naam geschonken
daar Both bovendien een voor den mond der rivier liggende zandbank
en
contractueele einde
generaal. Intusschen liep ,Both s diensttijd ten en
uit Nederland
in November 1614 droeg hij het bewind over aan zijn
Mauritius. Wel bereikte Both de kust, maar stierf van de geleden ellende.
te voren in Indië
De nieuwe Gouverneur-Generaal was nimmer
daarin de
Arabië aan te knoopen. Van den Broecke slaagde en was
Kort na de aankomst van Reynst werd Coen in den Raad van Indië
zoowel de
rijksbestuurder als de Engelschen hem
op alle denkbare
Bovendien bereidde de de
gouverneur van Philippijnen, Don Juan da
de verhinderen,
met
specerij-eilanden te maar kon niet beletten, dat de
Silva zouden
s
schepen vereenigen, te
vernietigen, waardoor de
dat Holland
zijn eigen zoon, op weg van naar Indië, in Straat Soenda
Reynst den gouverneur der Molukken, Dr. Laurens Reaal. Deze nam
Hoorn Reeds
Jan Pieterszoon Coen was
8 Januari 1587 te geboren.
vader Rome den
op zijn 13de jaar was
hij door zijn naar gezonden om
Vlaamsch koopman, De
van een
door de Bandaneezen. Na
zijnen
als
volgende jaar opnieuw, nu
later Direc-
houder-generaal. tot
teur-Generaal en
Raad van Indië
den
„goeder aert, geen
dronckaert, niet hoovaerdich, seer bequaem in
de Molukken de
en slaagden er in van Spanjaarden en Inlanders een
Het fort de
te Jacatra gedurende belegering.
(Reconstructie van Dr. J. W. Ijzerman.)
Poeloe Run In
van verdrijven. het najaar van 1617 begaf hij zich naar
63
Austraal-Compagnie.
die, de stad
had
hij een Austraal-Compagnie gesticht, met steun van
Hoorn, twee schepen had uitgerust onder bevel van Isaac’s zoon, Jacques
de onderneming
nam Coen dit schip, de Eendracht, in
beslag, daar hij
Voor
beschouwde als een schending van
’s Compagnies monopolie.
Reaal de
van Coen vaardigde nu een plakkaat uit, waarbij vaart
op
Engelschen werd verboden. Men zou hen, zoo noodig, met geweld uit
ontsnapte en
stelde zich onder bescherming van den rijksbestuurder te
1
) Zie hiervóór, blz. 53.
64 niet.
Dispereert
door
een z.g. kat, en liet verder het geheele complex omringen een
Gouverneur-Generaal. In de bewind-
benoeming tot een daarop aan
hebbers
geschreven brief zet hij zijn plannen uiteen en doet verslag van
Uwe vyanden
vaderland moed inspreekt: „Dispereert niet, ontziet
Toen
begon de Jacatraansche vorst maatregelen van tegenweer te
den Banda-archipel in
beslag hadden genomen, uit Europa belangrijke
onder bevel van Sir Thomas Dale, waren in Indië aangekomen. Zij
verdere beletten,
hadden opdracht ontvangen om inbeslagnemingen te
de schade zoeken.
en bovendien vergoeding voor geleden te
doch in één
Coen was van
die voornemens niet onkundig gebleven,
(Origineel op
het Rijksarchief.)
de 65
Strijd met
Engelschen.
de welke onttakeld
Onmiddellijk nam Coen zijn maatregelen; schepen,
het eiland Onrust liet hij slagvaardig
voor
de reparatiewerf op lagen,
weldra had 7 beschikking. De afwerking
maken, en hij er tot
zijn van
daar
het
nog
niet voltooide fort bleek echter onmogelijk, hij geen
te
vernietigen, kwam een Engelsche vloot van 11 schepen in het gezicht.
de
bezetting van
het fort op de hoogte van dit besluit. Zij kreeg opdracht
zich onder
leiding van Pieter van den Broecke, die sedert kort uit Voor-
5
66
Jacatra belegerd.
meermalen
proza verheerlijkt, verdient dien lof allerminst. De „moderne
Regulus zooals de lofdichters Van den Broecke
,
noemden, maakt op
de latere
geschiedschrijvers meer den indruk van een ridder van de
droevige figuur. Behalve een wederzijdsche kanonnade, die tot
ongeveer
half Januari duurde, is er maar zeer weinig gestreden, doch des te meer
den
regent van Jacatra in, en sloot met dezen overeenkomst,
een
waarbij
bepaald werd, dat de toestand
zou blijven, zooals ze was, totdat Coen
zou
zijn teruggekeerd. Van den Broecke moest deze toezegging betalen
met een
schatting van 6000 realen. De
regent noodigde hem, ter bekrach-
eenkomst bepaalde, dat het fort den volgenden dag aan de Engelschen,
de 67
Weifelende houding van Bezetting.
Op het uiterste
oogenblik bracht echter het
ingrijpen van
Rana Mang-
den gang van zaken gebracht, en hij wilde er niet in berusten, dat de
trok leger
Engelschen het fort zouden bezetten. Onmiddellijk hij met een
in arrest te stellen. Zoo bleef de toestand, tot den tienden Mei de Raden
„soecken onse vrient te wesen. Het fondament van soo lange gewenste
„doch, vermach”.
wat een
goede couragie
•
T
reeds vroeger
hadden de bewindhebbers bepaald, dat het te stichten
hadden kunnen
schappen waren gezonden, die geen overeenstemming
de Staten-Generaal
naar Engeland; zij bestond uit afgevaardigden van
17
en van
de
Compagnie. Eindelijk kwam, na moeizame besprekingen,
had
bestand en de te verwachten hervatting van
den oorlog met Spanje
zooveel vermijden de
onkosten van
tollen en schenkages mogelijk te en
kwam
daarentegen zou elke partij de helft krijgen. De militaire leiding
Nederlander Engelschman
vier; de voorzitter zou beurtelings een en een
twintig jaar.
27sten Maart 1620 Coen het hem ontstellende
Den ontving voor
bericht.
Hij volgde de ontvangen instructie op, en installeerde 24 April
den Raad van Defensie te Batavia. Het eerste werk van dezen Raad
Nederlanders Bantam
was de tot dusver door de gevoerde blokkade van
zoo vraagt hij, hebben de Heeren hem „met soo herden toom gebreydelt?
~ende foelye vergunt is, connen niet wel begrypen. Niet één sandeken
„pretenderen.”
Het is te
begrijpen dat het den man, die deze woorden schreef, moeite
kostte, de gegeven
opdracht tot
samenwerking uit te voeren. Dat hij het
ons slechts te grooter. Hij was echter geenszins van plan ook maar een
mond der
Tji-Liwoeng wilden herbouwen. Jacatra behoorde nu tot de
kregen rechten vastleggen. Dit leidde hem echter tot een daad, die
met vloot 12
een van schepen naar den Oostelijken Archipel, om
daar
monopoliecontracten door de
ingezetenen van Ambon en Banda. Over-
eenkomstig het
verdrag bood hij den Engelschen deelname in deze
expeditie aan,
wel wetende, dat
zij door
gebrek daartoe
aan schepen
niet in staat Nu Coen alleen richtte zich allereerst
waren. ging en naar
er contractueel hunner
tot
levering noten aan de Nederlandsche Com-
Batavia, hield 47
maar
orang-kaja s (hoofden) bij zich. Twee dagen
Pieterszoon Coen
Jan
later zonden de
vluchtelingen uit het gebergte onderhandelaars met
naar elders, en
erkenning de der
van souvereiniteit Compagnie. Nog
vóór het antwoord deze eischen kwam, liet
op hij de 47 gevangen hoofden,
na een
ondervraging, waarbij kwistig gebruik gemaakt werd van de
het
gebergte gevluchte Lontoreezen eveneens tot
onderwerping te
afkeer dit
over
gruwelijk optreden uitspraken. Ook de bewindhebbers
Zuidwest-Ceram hun
plaatsen" op
met geweld te
dwingen, contracten
Engelschen uit Europa geen geld en schepen ontvingen, zoodat zij het
de
zoeken, dat hun goederen en koopmanschappen van specerij-eilanden
Nederlandsche Batavia mochten worden
op schepen naar gebracht.
Men kan zich voorstellen dat Coen, die het stond Neder-
op punt naar
land te vertrekken, dit verzoek met vernam. Vóór het tot uit-
genoegen
op Ambon de
verhouding tusschen beide naties voor langen tijd
verscherpen.
schiedenis van het Nederl. Volk 2, 11, blz. 372 e.v.; Dr. J. W. Ijzer-
Cornelis Bantam; Dr. H. F. M. H b Een
man, Buysero te
uy er s,
1599 —
1621; M. A. van
Rh ede v.
d. Kloot, De Gouverneurs-
de Wees- Boedel-
financiën.
Carpentier is ook de oprichter van eerste en
eilanden,
het zoo daar als de omliggende plaatsen en en
garnizoen, op
liet de
naar de uren van aflossing der wachten. Den volgenden dag
bekende door de
liet hij niets los, maar na pijniging hij,
aanvankelijk
Samenzwering der
Engelschen. 75
tegen de Nederlanders te
op
jaar Coen
met
gecorrespondeerd,
en deze had hem de
opgedragen
handelingen der
Engelschen
nauwkeurig na te
gaan. ~Wy
hopen had
,
van Speult daarop
geantwoord, „volgens U. Ed.
„geeren, dat de
souverainiteyt
„door hare indringinge in ’t
„connen
vernemen, dat sy eenige
„of de
Souverainiteyt begaen,
„sullen in ’t welnemen U.
van
„van
personen.”
Sedert had
hij de Engelschen
nauwkeurig in 't
oog gehouden,
zonder hun iets Picter de Carpentier, G.-G.
te laten van 1623 tot 1627.
merken;
(Ontleend aan:
Valcntijn, Oud en Nieuw Oost-Indien),
integendeel, meermalen had hij
hun leider, den
agent Gabriel Towerson, aan
zijn tafel genoodigd. Nimmer
was hem iets verdachts opgevallen de bekentenis
en nu, eensklaps, van
een
„conspiratie”. Onmiddelllijk werden aantal andere
een
Japanners, door
den als
eerste
ingewijden aangewezen, eveneens be-
gearresteerd, en zij
kenden, mede na de
pijniging, ernstige voornemens. Nu ontboden Van
Speult en
zijn Raad alle Engelschen het kasteel hen afzonder-
op en zetten
Ambon.
76 Het Rechtsgeding op
bekenden
lijk gevangen.
In de op de volgende dagen afgenomen verhooren
lichte, doch tweetal
geheel zonder pijniging, de meesten na een
allen, één
het Towerson
eerst na „sware torture”, voornemen eener samenzwering.
aankomst een
verklaarde de ontwerper van
het
plan te zijn; bij van
leiders
had het geheel alleen opgezet, zonder dat de Engelsche op
plan
Batavia er iets van wisten.
Batavia moest
of men
de beschuldigden met de processtukken naar
heilzame uit-
in welk krachtig vooral snel optreden een
geval een en
werden de vonnissen
(den der slaven). Nog denzelfden dag
opzichter
gespaard, de goederen
gebracht. Twee Engelschen
waren om
ten uitvoer
banden, de De
buiten pijn en samenzwering.
andere bevestigde, geheel
schonk hun beiden gratie.
Carpentier
nadat
Deze zaak had voor ons land zeer ernstige gevolgen. Terstond
had liet
de van het gebeurde kennis gekregen, zij
Engelsche regeering
mag
De veroordeelden zouden
haar, in dit geding geschonden.
volgens
te
zijn als zoodanig
onschuldig en de rechters onbevoegd geweest op
slechts
treden. De Engelsche regeering
meende, dat het geheele proces
de wel
klaarden onder meer, dat hun ter verwijdering van Engelschen
de
andere middelen zouden hebben ten dienste gestaan. Volgens aan
de Staten-Generaal daartegen,
pagnies schepen overgingen, protesteerden
enkele schadever-
minster, aan de erfgenamen van geëxecuteerden een
Justitie te Batavia.
deed. De
hartelijke samenwerking tusschen beide naties geen goed
alle Batavia samengetrokken, maakten het de
Engelschen, nu op
De
78 Engelschen op Lagoendi.
kan De
regeering van
de Compagnie geducht lastig, zooals blijken uit
Carpentier’s klacht; „Wy sijn hier met hen als met een moeylycke
de Bessi Sebessi
zijn maatregelen reeds genomen: op eilandjes en
versterking. De
Engelschen zetten zich nu neer op
het dicht onder den
landsche Batavia
schepen naar over te
voeren, wat
hij deed. Kort na
Coen’s
terugkeer verlieten zij deze stad opnieuw zich
en
vestigden nu
kunnen aandoen.
voorstel tot
algeheele reorganisatie van de
werking der
Compagnie.
Den daarop volgenden dag werd hij in een te Amsterdam gehouden
vergadering door Heeren-XVII
rijkelijk beloond de
voor talrijke aan
de
Compagnie bewezen diensten. Op verzoek van de Staten-Generaal
ting en
werkwijze, te groote lasten. Een deel
op belangrijk van
de
konden, met
behulp slaven, de
van
noodige levensmiddelen verbouwen
door eigen
en,
oefening in den wapenhandel, speciale garnizoenen over-
de
berucht waren door hun ongebonden leven en ruw optreden tegen
Inlanders.
deze stelden
Ofschoon niet alle bewindhebbers heil
in
plannen zagen,
kolonisten, voorwaarde
„provisioneel” open voor vrijburgers en op
verzochten Coen,
van land aan
kolonisten. Tegelijkertijd zij
uitgeven
beschikbaar willen stellen. Coen
zich opnieuw voor het G.-G.schap te
het Eva
Indië vertrekken wilde. In April 1625 trad hij in huwelijk met
dat zij een uitvloeisel achtte van Coen’s optreden tegen de Engelschen
wederuitzending. Dat
op
Poeloe Run en elders, protesteerde tegen zijn
wel de
Coen als hun voornaamsten tegenstander vreesden, blijkt uit
zij
verklaarde, dat
in Indië, die
woorden van den Engelschen president
Coen nog niet hoog genoeg
was!
de hoogste galg in Oud-Engeland voor
de kwestie
bezwaren in te vinden. Althans in 1626 gaven zij opdracht,
latei
van den vrijen handel voorloopig te laten rusten, terwijl een jaar
handel te gedoogen.
kennis hadden
Coen had de Staten-Generaal,
die hem persoonlijk in
dat
juist de groote moeite, die
Engeland zich gaf om zijn terugkeer naar
aanwezigheid daar voor deze landen hebben kon. Hij is in Maart 1627
de de Staten-Generaal
vertegenwoordiger van Engelsche regeering aan
haar
van
rijst, welke de Compagnie, als victualie voor schepen en voor
6
82 Soenan Agoeng van Mataram.
de kantoor Kort
Japara, waar Compagnie een voorloopig ingericht had.
de Agoeng (1614 —1646) hem door Both
daarop gaf panembahan een
het
Kendal was dit echter nog niet geschied, toen in Augustus 1618
moet worden gezocht. Toen het den door Coen met 4 schepen gezonden
eilanden in Mei 1619 deed Coen zelf het grootste deel dier stad opnieuw
indien de
gevangenen wilde vrijlaten, een gezantschap van Compagnie
naar Mataram, waar Coen niets voor voelde, daar dit het karakter zou
denmale verwoest. Het was plan, zich ook van het zelfstandige
zijn
dezer
Soerabaja meester te maken, wat echter, door de
ligging plaats
wanneer
Bantam eenmaal Mataramsch was, Batavia aan de beurt zou
ombrengen, aan
het
gezantschap den steun van ’s
Compagnies schepen
Batavia bedreigd. 83
bij de
insluiting van Soerabaja. De
gezanten verklaarden, tot
zoodanige
toezegging niet bevoegd te zijn. doch het verzoek aan De Carpentier
zullen
te overbrengen. Maar in 1625 viel
Soerabaja den Matarammers
in handen, zonder hulp van de Compagnie. Agoeng nam nu den
weidschen titel Soesoehoenan
aan van (wien men onderworpen is)
en wilde nu recht heerscher
eerst van geheel Java worden. Zijn eisch
in stilte een
onderneming tegen Batavia voor. Een opstand van den
Vond Coen
bij zijn terugkeer na 41/2 jaar Batavia ook uitgebreid,
haar handel leed zichtbaar onder de
oorlogstoestanden op Java. Ook
dreigden de stad Bantam kwam
ernstige gevaren. steeds meer in verzet
poging tot
overrompeling der stad in den Kerstnacht 1627 kon
van
nog
juist verijdeld worden. Den meesten
zorg maakte Coen zich het
over
kon
moeilijk gemist worden. En wat de 3000 Chineesche
ingezetenen
„hunne
aangaat vechtwyze is gemeenlijk de vlucht”. Coen deed intus-
schen wat hij kon, om materieel en
personeel goed
zoo mogelijk op alle
de stad; zij bracht een rijke lading runderen, rijst, klappers en suikerriet
den
de landzijde van de stad een Javaansch leger, onder leiding van
hun oude
moesten terugtrekken. Spoedig echter bezetten zij loopgraven
richtten den 21 ’s avonds laat, den
weer en zich en September, tegen
den
reduit Hollandia, die, slechts door 24 Nederlanders bezet, ganschen
versterking, en
de vijand werd andermaal teruggeslagen. Nu volgde
maand Coen alle beschikbare
een van rust, waarin manschappen ver-
echter het
sneuvelde en zijn leger werd
uiteengedreven. Nog was
de regentijd door en
weldra dwongen ziekten en gebrek Soera Ngalogo,
en
handel tusschen deze plaats en
Batavia hersteld.
(Ontleend nan:
Valentijn, Oud en Nieuw Oost-Indien.)
aanwijzing voor één stem te doen gelden. De uitslag was, dat met 5 van
de 8 werd het
stemmen
gekozen eerste lid van den Raad, Jacques Specx,
die den Coen’s
juist morgen na
overlijden uit het vaderland was terug-
86 Jacques Specx.
tweede beleg weinig gevaar voor de stad op: door honger gedwongen,
Bantam stond de
weer oprich-
plaatse toe.
steeds als
gevoerd, provisio-
neel Gouverneur-Generaal, daar
bewindhebber en oud-dienaar
benoe-
blijkt wel, dat zij Specx’
Hendrik Brouwer, G.-G. van 1632 tot 1636
niet erkenden. Deze heeft
ming
aan: Oud en Nieuw Oost-lndien.)
(Ontleend Valentijn.
zich niettemin verdienstelijk ge-
hadden hem strenge instructies tegen den particulieren handel der vrij-
dan
of als ambachtslieden werkzaam zijn, terwijl overigens niet een zeer
Mataram
Een poging van Brouwer, om de goede verstandhouding met
te herstellen, mislukte, en
het daartoe uitgezonden gezantschap werd er
den
in arrest gehouden. Met een aantal tijdens oorlog gevangen ge-
vrijgelaten.
In het algemeen is Brouwer’s bestuur weinig krachtig geweest: van uit-
den
gesloten en in 1623 een loge gevestigd te Gamron (Eender-Abbas);
Chineeschen handel had hij in
door Coen met weinig succes geopenden
1624 verplaatst van Pehoe, een der Pescadores, naar Formosa. Eerst
De het
Literatuur:
Jhr.
Mr.
J. K.
J. de Jonge, Opkomst van
blz. 80 e. v.;
Dr. F. W. Stapel, De Ambonsche „Moord*' in Tijd-
schrift voor de Indische Taal- Land- en Volkenkunde, 1923 blz. 209 e. v.;
al failliet
spoedig ging. Hij wilde nu zijn geluk in Indië gaan
beproeven.
Een faillisement gold in de 17de echter als
eeuw een groote schande, en
de het
bij Compagnie bestond voorschrift, dat
geen gefailleerden in dienst
tycken goede ordre dient te stellen”. Met een korte onderbreking bleef
vorderingen onder den naam Meeusz, tot Coen, vóór vertrek in 1623,
zijn
den dien
man, hij 3J4 jaar „met een goet vernoegen" bij de boekhouding
gebruikt had, onder zijn waren naam tot opperkoopman bevorderde. Reeds
de terreinen:
op volgende
bekende landen.
de
Strijd tegen Portugeezen
•
in Voor-Indië en
Malakka.
op
Batavia
Ontwikkeling van
rechtspraak en administratie.
Mataram.
tieren". hoofdzakelijk op
Zuid-
der
levering kruidnagelen, waar-
stadhouders lieten
(kimelaha’s)
uitoefenen. Hoewel sultan Ham-
Antonio van Diemen, G.-G. van 1636 tot 1645.
dja (1627 —1648) in bondge-
(Ontleend aan: Valentijn, Oud en Nieuw Oost-Indien.)
stond de Com-
nootschap met
haar de
pagnie, en hij in
bepaalde gebieden met
gemeenschappelijk
sóuvereiniteit heette bezitten, werkten
te zijn kimelaha’s de Compagnie
de het der
herhaaldelijk tegen, en hielpen bevolking in ontvoeren
'
daad maakte
gevoerd. Deze onvoorzichtige een ongunstigen indruk, ook
Ternataansche kimelaha’s op
Ceram en Boeroe. Doch in Februari 1638
gerust te wesen."
Makassaarsche
gewesten door te verklaren, dat zij het recht had vaar-
naar Boeton, welks vorst ook herhaaldelijk het ontvoeren van specerijen
begunstigd had.
het binnenland
in
gelegen hoofdstad van het gelijknamige rijk, de bekende
de
Radja Singha, „keyser van Ceylon”, die met toenemendenwrevel deze
machtspositie der Portugeezen in zijn land aanzag, doch niet in staat was,
kantoren de Koromandelsche
Reyniersz, gouverneur van ’s Compagnies op
overvallen verscheen
terugtocht in een pas
en
grootendeels vernietigd
kort Compagniesvloot onder Adam Westerwoldt, die in
daarop een er
Het 1639 bracht een nieuw succes, toen een vloot onder Anthony
jaar
Caen Mei Trinconomale De beide, thans door de
in nam. Compagnie
bezette havens, lagen echter aan de onvruchtbare Oostkust, terwijl de
Doch reeds in 1640 wist Minne Willemsz. Keertekoe door een stormloop
zouden
blijven bezetten, totdat Singha de door de Compagnie gemaakte
in kaneel hebben daarna zouden dan
oorlogskosten zou terugbetaald: ze
den
loop van het volgende jaar bij het Haagsch Verdrag een
tienjarigen
de Vóór het had de Portu-
wapenstilstand met Republiek. zoover was,
Colombo behielden.
verschillende redenen
van een samengaan
met
Atjeh was om niets
ge-
lende Inlandsche vorsten, met name den Soenan van Mataram en den
succes.
In 1636 schreven Gouverneur-Generaal en Rade naar Holland,
Compagnie, mede door de vele ziekten, op een verlies van 1000 man te
zich
loop en gaf de bezetting over. Van de in haar
bloeitijd 20 000 zielen
hebben
te overgehouden.
Als
weinigen onder ’s Compagnies dienaren was Van Diemen overtuigd
het ~het resterende onbekende deel des aard-cloots” doen
van
belang te
Frans Jacobsz. Visscher. De eerste van dit tweetal ervaren zeelieden had
aan
het zoeken getrokken naar een fabelachtig goudrijk eiland, dat, volgens
oude Portugeesche berichten, 400 mijlen Oostelijk van Japan zou zijn
Na maanden wel verschillende kleine
gelegen. vier zoeken, waarin ze
zake terug te keeren. Een tweede tocht, onder Maarten Gerritsz. de Vries,
aangaat,
de de de Goede Batavia,
van Compagnie, op reis van Kaap Hoop naar
vinden. Tot dusver was het eenige resultaat, dat men het open vak
op
pagnie van groot belang, meer omtrent het Zuidland te weten te komen.
hebben, vertrokken 29
ze
begin October van daar en zagen
November het
die ze Kaap Maria van Diemen noemden. De uit het Oosten aanschietende
hadden. deden
Achtereenvolgens ze nu de
Vriendschaps- of Tonga-
eilanden de Salomons-eilanden
en Fidsji-eilanden aan, om langs en
op
de reede van Batavia: Australië was voor
het eerst omgezeild.
Van Diemen’s
Tegen verwachting was echter van
het
eigenlijke Zuid-
de enkele plaatsen, de
gevens van waar men met
bevolking in
aanraking
was
gekomen, waren nog maar zeer onvolledig en
weinig bemoedigend
handelsrelatiën. Van Diemen echter den moed niet op
voor
gaf en wilde
Australië vastzat;
noemde golf leidden ze af, dat Nieuw-Guinea aan een
l
doorgang zagen ze niet ).
echter slechts geschieden, als zich bij zoo’n expeditie menschen bevinden,
steenen huizen, welker inrichting en uiterlijk, ook door de ligging aan door
de
naren van
Compagnie waren betrokken, moesten worden berecht door
de
zijn eigen gevangenis, in
wandeling de Compagniesboeien en de Stads-
slaven het in de
was eerste
jaren herhaaldelijk noodig gebleken,
bizondere treffen, tal ordonnanties.
voorzieningen te en zoo waren van
7
98 Politiek Java.
op
Van Diemen liet al deze „wetten” door den pensionaris, Mr. Joan
roepen.
begin van de 19de eeuw, als veelgeprezen speciaal wetboek voor Indië
van
kracht geweest.
tusschen de de Inlandsche
verhouding Compagnie en groote vorsten
op
dan door
„met verlangen verwaghten, can ons niet
gevoordert werden,
deze niets
„vigoureuzen oorloge.” Met toegeeflijkheid zou men bij vorsten
beschouwen als
bereiken, daar
zij gewoon zijn, inschikkelijkheid te een
haeren
„dat, hoe Carthago aen Rome meerder inruymde, hoe staet meerder
herinnert de
„is verswackt geworden. Wat Bantam aangaat, hij aan
maecken”. dien
„kleyn ende den Soesoehoenan niet te groot moght Op
den
grond trad
hij dan ook met Bantam in onderhandeling, maar wees
handel onderzaten in de
eisch van den Pangéran, om vrijen voor zijn
dat Mataram
daar vooral in
toegestemd, omdat er geruchten gingen, toe-
nadering tot de Compagnie zocht voor een optreden tegen Bantam. Inder-
daad deed Soenan Agoeng, die in 1637 een voordeeligen krijgstocht tegen
Mataram. 99
Houding van
dit en
schreef dan ook, na den val der stad, aan
de bewindhebbers: ~Den
dubbel vijandelijk-
van
deze
intriges. Hij zag er een gevaar
in: nieuwe
Nederlandsche
Compagnie op een deel van Java. Dit is te beschouwen
drijven van de
Spanjaarden uit de plaats Quelang en het kasteel San
tellen onder de
zij begint mee te
groote mogendheden in Azië.
Literatuur: J h M
J. K. J. d De
r. r. e
} o n g e, Opkomst van
het Neder-
landsch Oost-Indië, V; Pr f.
gezag in o Dr. H. T. Colenb.rander,
Koloniale Geschiedenis. 11, blz. 141—146; P. A. Tie 1 M
e en r. J. E.
Heer de Geschiedenis der Nederlanders in
e s.
Bouwstoffen voor den
Dr. W. Geer, De
van Opkomst van het Nederlandsche gezag over
handel en andere misbruiken van vele dienaren der Compagnie, Van der
dan dat zich veel heeft laten leiden door zijn vriendschap
worden, hij te
fouten te onderkennen.
om zijn
ziekbed vergadering, den
Van Diemen had, in een aan zijn gehouden
als den Raad van Indië
12den April 1645, Van der Lijn president van
titel van
Gouverneur-Generaal.
de reeds vredesver-
het optreden van zijn grooten voorganger, genoemde
den wensch der be-
Bantam en Mataram. Overeenkomstig
dragen met
smokkelarij,
ber- en
Damar-eilanden, die zeer gunstig gelegen waren voor
sultan
wist uit de elkaar bestrijdende pretendenten Mandarsjah tot van
102 Cornelis der
van Lijn.
Ambonsche geschiedde.
Nog steeds was Ceram's
Westpunt het centrum
Ook elders zorgde Van der Lijn voor de handhaving van het Neder-
Een cora-cora
overeenkomst met Radja Singha gesloten, die voorloopig een einde maakte
uitgebreid.
1650.
103
Instructie van
de Goede Hoop.
ting van een kolonie aan de Kaap
dat de Compagnie
De Instructie van
1650 stelt nog
eens duidelijk vast,
foelie op Banda;
muskaatnoten en
gemakkelijk te contróleeren, gebied:
de J
de Ambonsche eilanden. Uitbreiding der nagelteelt in
kruidnagelen op
door de Ternatanen voortdurend
Molukken moest worden tegengegaan,
het bestuur in
Indië werden
Ook de inrichting en
de bevoegdheden van
omschreven, behoudens
de Instructie 1650 opnieuw
en zijn,
door van
de en, hoewel de
De Gouverneur-Generaal was hoogste gebieder,
Indie,
India” bestond uit G.-G. Raad van waarin
en
„Hoge Regering van
de
slechts één stem uitbracht, was hij, speciaal tegenover
de eerste
De Raad van
Indië bestond
de het hoogste gezag.
landers, drager van
2 4 extra-ordinaris-leden; de laatsten
uit 4 a
6 ordinaris-, en a
overigens
slechts een
adviseerende
hadden, als alle ordinaris-leden aanwezig waren,
de boekhouding. De andere
raal, hoofd van
het geheele handelsbedrijf en
elk
algemeene regeeringstaak,
een spe-
leden hadden naast hun
eveneens,
de militaire zaken,
hoofd van
de rechtspraak,
ciale functie, als hoofd van
Als
„ververschplaatsen” voor de schepen op
de reis van en naar Indië,
werden in de vooral de
eerste jaren Sint-Helena, Kaap, Madagascar en
Indië Nederland de
van naar nam
afgetreden G.G., Cornelis Specx, in
pagnie octrooi had. Niettemin beschouwde deze het als haar doch
territoir,
Zij kwamen met de vloot van het volgende jaar in het moederland terug.
fort bouwen
te en een groententuin aan te leggen. De leiding werd opge-
dragen aan den opperkoopman Jan van Riebeeck; hem bleek weldra, dat
de Molukken. 105
in
Moeilijkheden
uitstekend, terwijl
cultuurgewassen; ook druiven gedijden er
Europeesche
werd de
beoefend werd. Het Kaapland
de veeteelt er mede met succes
kolonie de Compagnie.
Naast vrijburgers, gewezen
eenige eigenlijke van
Vooral de Simon
later ook verscheidene Fransche réfugiés. gouverneur
van
Stellenbosch, heeft zich
voor
de ontwikkeling van
dienstelijk gemaakt.
in
tollige specerijboomen
de Molukken, op de door
Sultan
opstand ontstaan.
die, het
Mandarsjah, naar
broeder tot
jaagd, en zijn
sultan Man-
uitgeroepen.
Batavia
darsjah, naar ge-
in
hem verwanten, toestond, dat de Compagnie
jaargeld aan en zijn
dat verkoos. De
alle nagelboomen uitroeien, waar zij
zijn gebied zou
de van de overeenkomst
hersteld was, en Compagnie tot uitvoering
zijn volkomen eerlijkheid, het volle vertrouwen der Majores genoot. Daar
beschikken, de Goens
werkers te van wie in eerste plaats Rijkloff van en
de regeering Batavia
praktijk gebracht. In het
voorjaar van
1652 kreeg te
afsloten, zich
van de zeezijde legerden de landingstroepen in
loopgraven
om
de muren. De Portugeezen weerden zich dapper, en bij een inspectie
vond de der
gedwongen, zich 12 Mei daarop overgaf, men in straten ver-
107
Goens in Voor-Indië.
Rijkloff van
De Compagnie herstelde de
woeste stad honderden onbegraven lijken.
1000 in.
legde een bezetting van man
vestingwerken en er
Com-
ondanks zijn jeugdigen leeftijd in s
op voorspraak van een oom,
voortvarendheid.
vele en velerlei gelegenheden getoonde geschiktheid en
vervuld het hof van Mataram, waarbij hij een zeldzame begaafdheid
naar
Goa
Mei van dat jaar vijf zwaargewapende Portugeesche galjoenen nabij
Koromandel. de
de kust van Bij ver-
handelsplaats Negapatnam aan
Indië heette te hebben, verloren de Portugeezen niet minder dan 2170 man.
het het
in
begin van 1663 belangrijke Cochin en Cananoor. Dit was het
Den de vrede
Haag tusschen de Republiek en Portugal geteekend, welke
vrede echter in den loop 1663 Indië werd
eerst van in
afgekondigd. Van
hun voorheen zoo uitgebreid koloniaal rijk hadden de
Portugeezen nu nog
Dilly in den
Archipel, terwijl zij op
Bima (Soembawa) en Makassar
belangen niet, en de
Compagnie had eenige malen getracht, hem nu eens
door dan
vriendschappelijke besprekingen, door
bedreiging of geweld,
rede
tot te brengen. Door dit laatste was Coxinga ten slotte een verklaard
vijand de Nederlanders
van
geworden, en in 1661 richtte hij zich met een
de uitroeiing der
sloten, volgens welke deze een jaargeld ontvingen voor
verbouwd werden. De
schuilhoeken overvloedig
van verborgen nog
had Met
zeer zelfstandige houding tegen de Compagnie aangenomen.
1616 Maet-
onderbreking van enkele vrede-perioden was er van tot aan
Meermalen
uit de Molukken, en
dus de Compagnie „ontstolen” waren.
'
éh alle betalen.
ontzeggen, oorlogskosten
de vrede maakte wederom
Nauwelijks was geteekend, of Hassan-Oedin
Commissaris de Oosterse
intendent, Admirael, Krijgsoverste en nae
quartieren”.
vijanden, en
Speelman's eigen macht was niet groot; hij kreeg maar 600
1
het in leen terug; de laatste ging niet zoo ver, maar sloot een overeen-
komst tot
uitroeiing van de specerijen in zijn gebied, tegen een jaar-
dan de Na
wezen, met toestemming van Compagnie. een inspectiereis
Cornelis janszoon Speelman
(Rijks Prentenkabinet.)
112 Het Bongaaisch Verdrag.
nu, gedurende ruim vier maanden, een verbitterden strijd kreeg te voeren.
De alle andere
Compagnie krijgt den vrijen handel, met
uitsluiting van
Makassar
Speelman achtte het wenschelijk, nog eenigen tijd te te
Maar 1669
nieuw een zwaren strijd voeren. in
onderwierp Hassan-Oedin
zich andermaal, en thans voorgoed. Geheel Makassar kwam in het bezit
zetelde.
hadden vele
Na de onderwerping van
Makassar door Speelman,
het ter
Taroeno Madoereesche vorstentelg, wien zeer
Djojo was een
hof Karta, en
het eiland, maar resideerde aan
het van Amangkoerat te
de
wreedheid willekeur, Taroeno Djojo naar
Amangkoerat's en greep
welke zijn
Zinspelende op
een oude overlevering, volgens
wapenen.
noemde hij
afstamde den laatsten keizer van Majapahit,
geslacht van
de Makassaarsche zeeroovers,
had hij al
vaardige landgenooten en
De regeering
spoedig de kuststreken van Oost-Java geheel in zijn macht.
zich
te Batavia wilde in dezen strijd liefst onzijdig blijven en bepaalde er
de roovers
zelf het binnenland in
schepen bedreigden, te vernietigen, en
voelde
aan
de zijde van
de opstandelingen. De Javaansche bevolking
In
haar zij
streed zonder geestdrift.
weinig voor despotieken vorst, en
Alleen de
van Midden-Java in handen van Taroeno Djojo. Japara, waar
8
114 Taroeno
Opstand van Djojo
Vervolgens zocht
hij in
onderhandeling te komen met Taroeno Djojo.
Krachtens het 1646 tusschen de Mataram
verdrag, in
Compagnie en
Hierop trok hij Oostwaarts en nam in Mei 1677 het versterkte kamp der
het
opstandelingen te Ampel (Soerabaja); gelukte Taroeno Djojo, naar
begraven.
„Hier ligt zijn eenvoudig graf onder de schaduw van hoog geboomte
de die leven als het werd
„en man, bij zijn grootste monster
gevreesd,
dood het de hulde duizenden
„is er na
zijn voorwerp van
eerbiedige van
hij zich, overeenkomstig den nadrukkelijken raad, hem door zijn sterven-
bij eenige contracten het door zijn vader een jaar te voren gesloten ver-
steun toe in den strijd voor het herstel van zijn gezag en waardigheid.
Intusschen de verwarring door-
was in
Midden-Java nog toegenomen,
dood. 115
Taroeno Djojo’s
niet konden
dat
dat een aantal Javaansche hoofden, die het goedkeuren,
diens broeder,
de nieuwe vorst steun gezocht had
bij de „ongeloovigen ,
Heeren-XVII.
Maetsuycker overleden was; dat, ingevolge opdracht van
middellijk naar
Batavia terugkeeren, na het oorlogscommando voorloopig
den Isaac de Saint-Martin.
te hebben opgedragen aan kapitein
1400 strijdbare
Palakka, kwam
op
verzoek van de Compagnie met
het
trok voor het eerst in de
geschiedenis van de Compagnie nog
vrijwel onbekende binnenland van Java in, waar zijn troepen veel ellende
hitte het
leden door de
onbegaanbare wegen,
de buitengewone en gebrek
maar
de
rijkssieraden vielen den kapitein Tack in handen. De heilige
den Amangkoerat II
kroon van Majapahit werd volgenden dag aan
door Aroe
nieuwe bevelhebber op, Jacob Couper, die er, krachtig gesteund
Palakka, slotte Taroeno den Kloet in sluiten.
ten in
slaagde, Djojo op te
in opstand gekomen priestervorst van Giri, bij Grissee, met zijn gansche
116 Invloed in Mataram.
aan: een vol jaar later kon de strijd eerst geheel als geëindigd beschouwd
Compagnie leveren.
als sultans: zij waren bij de inneming van Karta, waar toen juist ver-
zij
toefden, handen Taroeno deze had
in van Djojo gevallen, en hen aan
vrij, op
voorwaarde, dat zij hem tegen de Compagnie zouden steunen.
dat de
Tegelijkertijd liet hij te Batavia weten, een ingrijpen van Neder-
landers in Cheribon door hem zou worden opgevat als een oorlogs-
Hierdoor Batavia, dat door den Oost-
verklaring. was men te oorlog in
Java vrijwel geheel van troepen ontbloot was, in een uiterst moeilijken
toestand dit de reden den
gekomen, en was voornaamste geweest om
had toch ’t
moeilijkheden ingelaten, was zij in
geheim met Hadji in
In 1680 eischte de
onderhandeling getreden. Ageng erkenning van
Batavia
gevoerd, waar hij sedert als balling op
het kasteel leefde tot zijn
dood 1692. Nu kon de
in
Hadji regeering ongestoord aanvaarden, nadat
verleende Bantam de De
voor en Lampongs. regeering te Batavia ver-
Sumatra de invloed de
punten van van Compagnie belangrijk toegenomen.
Zij had reeds sedert 1615 een loge te Djambi, sedert 1616 te Palembang
gehad. Kort nadat het
Maetsuycker opperbewind had aanvaard, ont-
De Westkust van Sumatra was in het begin van de 17de eeuw tot aan
Het Painansch 121
Verdrag.
onder de
(ongeveer midden tusschen Padang en Benkoelen)
Indrapoera
De verhouding de Compagnie tot
overheersching van Atjeh geraakt. van
deze
jaar een verdrag sloot met de Compagnie, waarbij belangrijke voor-
nader Toen de
werden nog uitgebreid bij een verdrag in 1649. nu
1656 eenige
heersching. Van deze stemming maakte zij gebruik, toen in
Westkust zich 1665 het Painansch verdrag aan. Wel brak, door
in
bij
1666 opstand
ophitsingen van geheime Atjehsche agenten, in weer een
uit, maar die werd spoedig onderdrukt door een expeditie onder Abraham
de
Verspreet. Nu werd in 1667 Padang het hoofdkantoor van Compagnie
ter Westkust, terwijl zij in hetzelfde jaar van den sultan van Indrapoera
De bewoners dezer
Compagnie kwamen, behoort ook Menado. plaats
handen vielen. In de jaren 1657, 1662, 1664, 1666, 1667, 1674, 1675,
1677 en
1678 werden daardoor geen dividenden de
aan participanten
Doch de toestand
uitgekeerd. was niet zoo
ongunstig, als men daaruit
vaak dan
uitgekeerd, een jaar volgde met een meer gewone uitkeering;
in 1657 niets, 1658: 40 in 1662 niets,
in procent; in 1663: 30 procent.
gemiddeld ruim 1
7/ procent per jaar. Dit komt vrijwel overeen met het
de Nederlandsch-Indië; Dr.
regeering van
J. Aalbers, Rijckloff van
Het de 123
Glorietijdperk van
Compagnie.
De Tijgersgracht te Batavia,
hun
bleef de Compagnie nog jaren lang de vruchten van krachtig op-
komt
treden plukken, maar onder de volgende opperbestuurders er geen
zeker treden
voor,
die met hen kan worden vergeleken, en langzaam maar
der de
in de nu volgende periode de zwakke zijden organisatie van
de keuze
Rade van Indië heerschte geen eenstemmigheid over van een
zelf het
opvolger, en
enkele leden, die zich voor hooge ambt aangewezen
de
achtten, brachten ten slotte hun stem uit op
het lid Camphuys, in
te lastig maakte, bezocht hij den Raad van Indië niet, maar regeerde
dien tijd.
en, zeldzame verschijning onder de Compagniesdienaren van
125
Johannes Camphuys.
handel had
was eenige malen opperhoofd van
den in Japan geweest, en
door die de
en eerlijk man,
het
„quade handelingen en vuyl
de den
bij tegenwerking van
boeck” en
de „Amboinsche Rari-
bestuur wel
jarig van Camphuys (Ontleend aan: Valentijn, Oud en Nieuw Oost-Indien.)
tam. Dit geschiedde, en zoo kreeg Soerapati den rang van luitenant in
Preanger op
als een hardnekkig tegenstander van de Compagnie. Deze
haar
over dit optreden van
den Soenan, die zijn waardigheid aan in-
Bantamschen keuze
strijd onderscheiden had. Deze was echter in zooverre
de der streng-
die aan den Soenan geschonken, maar naar
opvattingen
volgelingen van
Soerapati in gevecht met een afdeeling Javanen. Hij
en
70 soldaten, om het leven. De rest wist binnen het Nederlandsche fort
Soenan kort daarop het zelf met Soerapati te kwaad kreeg en door dezen
haar den
belangrijke plaats Mazulipatnam meester, en gaf eerst aan vorst
dien een
schadevergoeding had betaald. Eenige jaren later, gedurende
den oorlog met Frankrijk, verscheen de bekende admiraal
negenjarigen
Du Quesne met zes oorlogsschepen in de Koromandelsche wateren, om
teruggegeven.
einde
Op het van 1691 legde Camphuys zijn waardigheid neer, na op
gekregen; hij bleef tot zijn dood in Indië gevestigd, nu eens vertoevende
volger was Mr. Willem van Outhoorn, die, als zoon van een
gouverneur
60
jaar lang, daar ter plaatse gevestigd! Twintig jaar was hij er werkzaam
bij den Raad van Justitie, vele jaren in Rade van Indië, en van 1691 tot
kiezen. De kroon-
volger, bekend als Soenan Mas, tegen zich zien partij
van Hoorn, die, als jongen met zijn vader in Indië gekomen, reeds op zijn
lijk werker.
Van Hoorn kwam tijd het bewind. Niet alleen
in een moeilijken aan
wendde zich
persoonlijk tot ’s Compagnies opperhoofd te Semarang,
onder
van
4000 man,
half Europeesche, half Inlandsche soldaten, trok nu,
en
bezette deze plaats in 1705; Soenan Mas bleek naar Soerapati gevlucht
te
zijn. P. Poeger werd nu gehuldigd als Soesoehoenan Pakoe Boewono;
De Wilde, Com-
hij sloot een nieuwe overeenkomst met waarbij hij de
Losari de
pagnie
de landen ten Westen van
de Tji en Tji Donan, met
dat
Pasoeroean beheerschte, in te nemen. Men vernam na eenigen tijd,
en Nieuw Oost-Indiën”.
Eenige jaren van rust volgden nu op Java. In 1709 legde Johan van
Riebeeck, den
werd de Directeur-Generaal Mr. Abraham van zoon van
de had
stichter van de Kaapkolonie. Hij was in 1653 aan Kaap geboren,
In 1616 had
hij zich voor de uitbreiding van de koffiecultuur op Java.
water”
Pieter van den Broecke te Mocca uit zekere boontjes „swart zien
Na
trekken, dat aldaar als
opwekkende drank algemeen werd gebruikt.
9
130
]ava~kof[ie.
125
aanvankelijk goed voor betaalde (15 rijksdaalders per pikol van
er zich veel moeite voor, en hij kon in 1712 de eerste belangrijke lading
Na onder Van
Java-koffie naar Nederland verschepen. een inzinking
Swoll, die niet veel voor „nieuwigheden” voelde, nam ze onder Zwaarde-
boord.
Java-koffie aan
AlsTSaad van Indië was hij reeds herhaaldelijk met de vorige Gouver-
niet had aangemoedigd; ook was hij een tegenstander van uitbreiding
Toen de Batavia
jonken in 1717 weer te waren aangekomen, bepaalde
Zoo had hij zich reeds in zijn eerste dienstjaren onderscheiden als
132 Hendrick Zwaardecroon.
steyn
1
); later als commandeur op Ceilon, als directeur van Suratte
als Malabar.
en commissaris op Hij was een krachtige persoonlijkheid,
sterk in zijn sympathieën en antipathieën; als gevolg daarvan wordt hij
door door anderen fel Behalve dat
sommigen hoog geprezen, gelaakt.
zich veel de
hij moeite gaf voor uitbreiding van den
koffieaanplant,
nam hij ook proeven tot invoering van de zijdecultuur op Java, welke
sedert 1722 de voordeelige theehandel kon worden hervat. Een hem door
en
bevindt zich thans in het Rijksmuseum te Amsterdam.
In het begin van 1719 overleed Soenan Pakoe Boewono; zijn oudste
een der broers van den Soenan was gesneuveld: de andere werd naar de
Duitschen leerlooier en een Siameesche vrouw; van zijn vader had hij
flink stukken land het eind
een vermogen en belangrijke geërfd. Op
van 1721 werd hij beschuldigd landverraad. Er heerschte in dat
van jaar
1
) Zie voor hem het volgende hoofdstuk.
Verraad Pieter Erberveld. 133
van
door kwaad-
zware brand op de equipagewerf gewoed, die klaarblijkelijk
willigen was aangestoken met het doel, de Compagnie door het vernielen
daarna
van haar scheepsvoorraden weerloos te maken. Eenigen tijd
Bantammers de
hetzelfde jaar eenige
malen benden stroopende tot in
slaven, die ten doel had, alle Hollanders te vermoorden. Erberveld, van
De 60-jarige
Inlandsche hoofden op Java als
zijn bondgenooten. bijna
enkele mede-
Erberveld werd, op grond dezer bekentenissen, met zijner
hoofd, aan een lanspunt geprikt, terwijl een in den muur gemetselde
lezen
steen de volgende inscriptie te geeft:
Intusschen de de
geval zeer overdreven is. gaf ontdekking aan bevolking
hield zelfs officieelen dank-
der stad een gevoel van opluchting; men een
’s
hij Compagnie dienst had verlaten, in 1721, gelukte het den 62 jarige,
de Westindische Compagnie te winnen voor een poging tot
ontdekking
van dit onbekende land. Met drie door haar schepen zeilde
uitgeruste
voorbij zeilen, doch dit gelukte hem niet, en hij was genood-
Archipel te
werden de
metgezellen met
Ter voorkoming
gebracht. van
1
tijd met LeMairewasgevoerd ),
trad de met de
Compagnie
Westindische in onderhandeling.
ƒ 120 000.
croon
het bestuur over aan
nabij Batavia De
goed wonen.
de regeering
jaar oud, toen hij aan
den
standig en oneerlijk optreden jegens
de Inlandsche koffieplanters in
1
Zie hiervóór, blz. 63,
)
136 De Haan en
de Java-koffie.
1726 koffie 9, 15 de
geleverde met in
plaats van met
rijksdaalders pikol,
zooals vroeger
was vastgesteld, terwijl hij tevens aan de hoofden liet
weten, dat in het vervolg niet meer dan 5 rijksdaalders zou worden
bekendmaken, dat zij het uitroeien van koffieboomen streng zou straffen;
zij beschouwde die boomen als haar eigendom, daar de koffie door de
’s werd
Compagnie op Java was ingevoerd en op Compagnies grond
verbouwd. De Javanen ~besitten deselve maer ter leen, naerdien de
overgaan, toen het kwaad nog niet zóó diep was geworteld.
In den brief van 9 October 1731, waarin Heeren-XVII hun besluit aan
„by verderen voortgang niet anders dan den totalen ondergang van
niets te veel gezegd. Doch al dadelijk moet dan opgemerkt worden, dat
der stukken sterk den indruk, dat Durven cum suis ontslagen zijn, om
eens-voor-al een voorbeeld te stellen, dat, naar men hoopte, een diepen
zondenbok geweest, die voor anderen moest boeten: er rest dan slechts
Reeds Both moest zich beklagen over het gehalte der ambtenaren,
een vierde tot de helft, hield zij onder haar berusting, tot na beëindiging
de 75 Zoo
in
kleeding, waarop Compagnie eerst procent
winst
legde.
soldaat traktement maand vaak
kreeg een van zijn 9 gulden per
er
al spoedig de emolumenten als iets geoorloofds, zoo niet als iets nood-
waarvan hij volgens zijn stand had moeten leven, kon bij repatriëering
En het
50 000
gulden op zij leggen. Kaempfer berekent het inkomen van j
de afmetingen, die dit misbruik soms aannam, krijgt men een denkbeeld
140 Verschillende knoeierijen.
„men zig ten uytterste moet verwonderen, hoe ze daarmede door zee
„zijn gekomen, zijnde van een burger van Batavia aan zijn correspondent
een pikol (pikoel is letterlijk: draaglast, zooveel als een man aan een
de
juk dragen kan). Moest een gebied volgens met Compagnie gesloten
dan liet
contract een bepaald aantal pikols van eenige specerij leveren,
pikols, het meerdere voor zichzelf behoudende. Daar bij vervoer ge- j
10 15 het der
naren een speling van tot procent op gewicht tijdelijk
onder hun beheer staande waren; men noemde dit „spillage” of „laccage”.
Ook als verloren ging of trok de ambtenaar die
er niets indroogde, pro-
knoeierijen op
de hoogte, en deden ze alle mogelijke moeite om er
Benoeming van een Comissaris-Generaal. 141
een einde aan te maken. Kwam een schip in het vaderland aan, dan
de kisten van de
opvarenden hadden onderzocht.
Bij wijze van tegemoet-
liere goederen op
kleinere kustvaarders overgeladen.
te straffen, het voorbeeld. Het kan geen verwondering wekken, dat het
aangemoedigd.
In de 17de kern ambtenaren, die
eeuw was er nog een van hooge
strikt eerlijk waren Coen, Van Diemen, Maetsuycker e.a. maar
Nederland van Hendrik Adriaan van Rheede tot Drakesteyn, heer van
als een volstrekt eerlijk man bekend. Hij kreeg de meest onbeperkte
volmacht tot het verleenen van ontslag, het doen van overplaatsingen etc.
die den de
oorzaken, achteruitgang van Compagnie bewerkten, oorzaken,
die voortvloeiden haar systeem, het De door-
uit
monopoliestelsel. starre
macht te hebben, en ze
kon dit doel slechts bereiken door de souvereinen
dat zij op den duur daarin vrijwel is geslaagd; het resultaat is het stelsel
soms geheel zonder betaling, soms tegen een kleine vergoeding, die dan
een
belasting in natura.
Verplichte leverantiën waren
leveringen op grond
van met
„vrije” vorsten gesloten contracten, waarbij die vorsten toezegden,
dat het door hun de Com-
geheele gebied voortgebrachte product aan
die de dat de
premiën aan vorsten wist Compagnie gedaan te krijgen,
contractueele prijzen laag bleven, belachelijk laag soms. De bevolking
kreeg dus maar een sobere betaling voor haar product, maar mocht het
van
de hand te doen, dan waren ze „smokkelaars” en de Compagnie
der boomen de
gedeelte uitroeien; vorst
kreeg een extirpatie-premie,
de eigenaar der boomen kreeg niets.
144 Achteruitgang van den handel.
Aanstonds de
menigte om te kappen. grijpt regeering in, en dreigt met
zind wordt.
echter eveneens op
de financieele resultaten der Compagnie zelf. Om dat
stelsel controleeren, steeds kruisende de
te moet
zij meer
schepen in
kleeden1 katoentjes
in staat, geld te
geven voor gebatikte ,
mooie en
ook in het Moederland op het einde der 17de eeuw de financieele toe-
kwamen
stand van
de
Compagnie allesbehalve rooskleurig; herhaaldelijk
145
Financieel wanbeheer der Bewindhebbers.
wordt een
dividend van
15
procent uitgekeerd. Tegen een dergelijk
bleef de koers der actiën hoog had het den schijn, dat de
keeringen en
vele Bewind-
Compagnie er goed voorstond. Inmiddels speculeerden
Niet alle leden der XVII waren het met deze opvattingen en praktijken
1
de fouten Indië. zagen niet in, dat
innam, blind ten opzichte van in
Zij
10
146 Familie-regeering.
krijgen om
winstgevende ambten aan vrienden of verwanten te schenken,
zien wij hetzelfde bij de Compagnie. Bewindhebbers krijgen hun
geregeld
„toerbeurt”, helpen verwanten aan goedbezoldigde betrekkingen, en geven
hun bovendien
aanbevelingsbrieven mee voor de Indische
regeering,
die de bewindhebbers te vriend hield.
gaarne Er zijn er onder dezen,
die, als ze hun beurt
op geen bepaalde gunstelingen hebben te helpen,
(Rijks Prentenkabinet.)
den door hen te vergeven post verkoopen aan dien sollicitant, die er
De het
Literatuur:
Jhr. Mr. J. K. }. de Jonge, Opkomst van
216, 552, 562, 609, 655—656, 718; I, 11, blz. 96—99; 11, I (ter perse).
twaalf
van Cloon,\die eerst
jaren in ’s Compagnies dienst was, en zich
komen, toen
hij 10 Maart 1735 overleed,
nog geen
volle 47
jaar oud.
lijk werd verbrand en de asch in zee geworpen. Het tegen hem gevoerde
had niet kunnen beletten, dat opvolger Ceilon, de Raad
proces zijn op
Indië zich
van Stephanus Versluys, eveneens aan ergerlijke afpersingen
maakte. De hiervan Nederland
schuldig mare was tot doorgedrongen,
Batavia moest verantwoorden. Zijn zaak werd echter, dank zij zijn
149
Gouverneur-Generaal bij loting.
toen
was al geheel vergeten,
slepende gehouden, en
invloedrijke relatiën,
in 1736 overleed.
hij slechts van belang
Van Cloon’s bestuursperiode zijn bverigensj
Uit
de inheemsche rijken op
gesloten met groote
een
8 Novem
eerste overeenkomst, van
Mataram en
Bantam. Bij de
Java de oorlogs-
zich tot afbetalmg van
9 December
Verdrag van
als
te stellen, mede
onder controle van de Compagnie
de Lampongs
die Bantam aan de
600 000 gulden,
afbetaling op
de oorlogsschuld van
uitoefenen.
zooals
dood kwam de Raad van Indië bijeen om.
Van Cloon’s
der Zeventien een opvolger
onder nadere goedkeuring
gebruikelijk was,
al br
zich een merkwaardige geschiedenis
te kiezen. Hierbij speelde
’t bizonder tusschen en
oneenigheid, in
heerschte in Rade groote
hd Gustaat
Adriaan Valckenier, en
het buitengewone
Directeur-Generaal
niemand de
Willem baron van Imhoff. Bij de stemming kreeg yereischte
Abraham Patras, het oudste lid m
Valckenier en
meerderheid, maar op
werden elk drie
slechts hd was,
die echter nog
buitengewoon
jaren,
te
debatten besloot de Raad, „recours
stemmen uitgebrachÜNa heftige
decisie het naast
middel tot eene spoedige
nemen tot het lot. als een ....
wyze
weder
naar
Nederland „van
dien swaren last op
eene reputatieuse
zelfkennis, want
werden”. Dit verzoek getuigt van
ontheven te
mogen
de uiteen-
in meest
bezat Patras door een 45-jarigen werkkring
wel
een
zeldzame ervaring, maar hij was
streken van Indië een
loopende
werd be-
afgeleefd. Niettemin zijn
en vrijwel
zwak goedhartig man,
die hem
de bvee levensjaren,
door Heeren-XVII bevestigd, en
noeming
dat, wat den Archipel
bleef hij
het opperbewind voeren,
nog restten,
150
Van Imhoff Ceilon.
op
ij Patras dood
was. Vanlmbeif niet te Batavia
aanwezig, en de
aad van Indië koos tot nieuwen Gouverneur-Generaal Adriaan Valcke-
als zoon van een der eerste
magistraten van Amsterdam, zeer
het van
1740 droeg
begin
nam m
den
vertrok naar Batavia, waar hij zitting
Bruyninck over, en
Nederland reeds de
dat hij uit
Raad Indië. Het is zeer waarschijnlijk,
van
althans 2
Valckenier te zullen opvolgen;
toezegging
had gekregen,
be-
1740 teekenden de Zeventien zijn.
December van
datzelfde jaar
Intusschen had zich te Batavia een
tot
Gouverneur-Generaal.
noeming
èn Van Imhoff van nabij
waarin èn Valckenier
treurspel afgespeeld,
er Chineezen in
handwerkslieden
Daar vele hunner bekwame en ijverige
stadig toe.
hun m e
Batavia, vestiging
had Coen, na de stichting van
waren,
het de Compagnie
bleek, dat zij geen toestemming
kolonie ontstaan. Toen
in 1662 het
en
in China vaste kantoren te vestigen,
zou krijgen om
verloren
handel, Formosa, was
tusschenstation voor den Chineeschen
andere
werden de die de veelbegeerde thee, porceleyn en
gegaan, jonken,
Batavia gelo
Chineesche rariteyten
aanbrachten, zooveel mogelijk naar
.
Noorder-
in den aanvang van den gunstigen
vertrokken
Deze jonken
de eerste, die in den loop van Januari
moeson uit Canton en Amoy, en
invoerrechten.
Batavia aankwam, kreeg algeheele vrijstelling van
in
steeds aantal emigranten
handelswaren bracht elke jonk een
Behalve
vonden bestaan
Batavia achterbleven. Velen er een
de Chineesche suikermolens en
niet alle
een
den duur konden echter immigranten
arakstokerijen. Op
bevreesd
vinden, en reeds in 1690 werd de regeering
behoorlijk emplooi
tegen „on-
daarvan; zij begon maatregelen te nemen
voor de gevolgen
Toen nu
bovendien be-
gepermitteerde swervers en quaaddoenders”.
thee met genoeg
kennen dat op de Chineesche
windhebbers te gaven,
dat
te lokken. Maar reeds vijf jaar daarna was ook de aanvoer van
Chineesche weer
paupers zoo groot geworden, dat zij de
veiligheid van
Batavia en omstreken in gevaar brachten. Daarom
bepaalde de regeering,
dat alleen die Chineezen zich in ’s Compagnies gebied mochten
op-
houden, die voorzien waren van door haar
een
afgegeven permissie-
briefje. De ambtenaren, de
met
uitgifte dier
briefjes aan bona-fide
Chineezen lieten
belast, zich daar echter betalen.
grof voor Een
regeenngsbesluit, bepalende dat Chineezen, die zonder middel van
bestaan zouden
waren, worden opgepakt de
en naar Kaap of Ceilon
gevoerd, was voor die ambtenaren een middel, om
ook
diegenen, die
binding stonden met hun landgenooten binnen de stad. Aan Van Imhoff
onder de
waarschuwen. In elk geval ontstond
de stad daardoor te
te
slaven, een aantal Chineesche woningen
bijgestaan door begonnen
verantwoordelijkheid geheel
vonnis gelijk stond. Van Imhoff, die later de
soldaten aan
de Diestpoort,
de het opperbevel over een afdeeling
paniek
einde de
stak hand uit een aan
vlak bij de Chineesche wijk, en geen
om
plunder- en moordpartij te
Eerst den 11 den October, den derden dag van de moordpartij, besloot
Chineesche kamp.
wordt gewoonlijk 10.000 geschat,
Het aantal vermoorde Chineezen op
Volgens het
den strijd de Ommelanden zijn gevallen.
mee,
die bij in
binnen Batavia.
154
Oneenigheden in den Raad van Indië.
De Chineesche „revolte’
(Rijks Prentenkabinet.)
vloot naar
Nederland gezonden.
de stad blijven rond-
Intusschen waren duizenden Chineezen buiten
trokken Oostwaarts
Na malen te
zijn afgeslagen, zij
zwerven. eenige
welken tocht vele daar gevestigde landgenooten zich bij
Java door, op
ook
werd de toestand voor de Compagnie, toen
Semarang. Nog ernstiger
Boewono 11, die in
de Soenan van
Mataram er
zich in mengde: Pakoe
liet zich door zijn raadslieden over-
1727
zijn
vader was opgevolgd,
zich van de Hollanders
tuigen, dat dit nu het gunstigste tijdstip was, om
De Soenan liet de
voedsel
moest ze zich door gebrek aan overgeven.
worden.
omhelzen of eveneens gedood te
de Compagnie in
Zoo was
de toestand, toen het Opperbestuur van
zeer bevredigende
hij mocht er in slagen zijn moeilijk interregnum op
versterking had
Nadat hij het garnizoen van Semarang
wijze te voeren.
de zich bereid
Compagnie verklaarde. Spoedig kwam nu het einde van
den
opstand; Pakoe Boewono herkreeg zijn troon, en Mas Garendi moest
zijn de ende
aan
~barmhartigheyt mededoogendheyt” van de Compagnie,
zonder wier
goedkeuring hij geen rijksbestuurder meer zou benoemen.
Soerapati tegen
de Nederlanders verzetten, de dit
en
Compagnie heeft
gebied eerst in 1772 in
daadwerkelijk bezit gekregen.
Tegen het genoemde verdrag kwam Tjakraningrat in verzet. Hij
eischte Madoera deel
en een van
Java's kustgebied voor zijn aandeel in
den de
strijd, en toen Compagnie dit niet wilde afstaan,
greep hij naar
de wapenen. Na viel de
eenige jaren hij Compagnie in handen, en werd
de
naar
Kaap gebannen. Zijn zoon, eveneens Tjakraningrat geheeten,
onderwierp zich, en kreeg toen West-Madoera in leen.
en per eerste
gelegenheid als gevangene Batavia
naar terug te zenden.
1
) Zie hiervóór, blz. 128 en
129.
Valckenier in gevangenschap. 157
28 Mei 1743 arriveerde ook Van Imhoff, niet slechts als Gouverneur-
Generaal, maar
als een nieuwe Hercules, die den Augiasstal zou reinigen.
thans
slechts vermeld, dat hij tegenover zijn vroegeren tegenstander,
heeft
een ellendige gevangene, geenerlei edelmoedigheid of zielegrootheid
onmogelijk heeft
getoond, maar
hem
integendeel zijn verdediging ge-
de de zaak
Zoo werd afdoening
weigerde die stukken af staan. van
te
bleef het
schillende getuigen inmiddels waren gerepatrieerd, proces
Valckenier 20 Juni
slepende. Er was nog geen uitspraak gedaan, toen
Platenalbum, Eli; M. L.
Haan, Oud-Batavia, blz. 489—495 en van
liteit, Mr.
Jacob Boreel Janszoon (in Bijdragen en Mededeelingen van
AAN DE
JAVA COMPAGNIE.
koopmansrang, en in 1732
volgde benoeming tot buitengewoon Raad van
Den 19den September 1741 was hij als gevangene in Tessel aan-
maal de
huiverig geweest, gebruikelijke „prolongatie” te verkenen, op
woordigen de Nederlandsche
staat van Geoctroyeerde Compagnie ....
1
) Zie hiervóór, blz. 150.
Voorstellen Van
van Imhoff. 159
de het slechte
„ommeslag” van Compagnie, gehalte harer dienaren, en de
Om het
ongunstige tijdsomstandigheden. verbetering te krijgen was zijns
administratie het aantal kantoren
inziens noodig, de te vereenvoudigen,
en dienaren te verminderen, en het gehalte der scheepsofficieren en
den handel
tegelijk hoogere eischen te stellen. Wat eigenlijken aangaat,
dat de de de
was
hij van meening, Compagnie voor hoofdproducten,
het haar hand-
specerijen en
Japansche koper, monopolie streng moest
haven, doch dat zij den handel in andere artikelen, en zelfs die in de
steeds meer gebruikte Chineesche thee, aan vrije kooplieden zou kunnen
toestaan, mits deze, voor het vervoer van die waren naar Nederland,
inkomsten zich
mindering van uitgaven, en vermeerdering van met
brengen. Gelijk men ziet bestaat er, wat deze punten aangaat, een groote
tijdens zijn verblijf in Nederland had verdedigd i), hoewel het zoo goed
als zeker is, dat Van Imhoff de laatste, die al meer dan een eeuw in
het archief der Zeventien rustten, nooit onder de oogen heeft gehad.
niet een geheel nieuw geluid Steven Van der Haghen reeds had een
dit euvel verholpen kunnen worden, meende Van Imhoff. Hij, achtte
1
) Zie hiervóór, blz. 79.
160 Van Imhoff te Batavia.
slotte het
bepleitte ten een algeheele reorganisatie van leger.
Deze uitermate maakten der
belangrijke voorstellen in de vergadering
Zeventienen het het
onderwerp van breedvoerige besprekingen uit, en
Van
aan
hechtten. Als een bewijs, dat zij gioote verwachtingen van
doopten.
dubbelde binnen één jaar de inkomsten; tevens werd daardoor een einde
knevelen.
eigenaardig middel
verdienen Van Imhoff een
waren, paste
kapitalen te
alle
recht die, met uitsluiting van
kreeg daarvoor dan het
per kist,
maar
werd zoo
dienst mocht nemen, bedroeg
anderhalf millioen gulden, en
Zoo
onder de ambtenaren der Compagnie geplaatst.
goed als geheel
het
als aandeelhouders, persoonlijk belang bij tegengaan
kregen deze,
dat
waarde kregen, had dit tot gevolg,
Doch toen de aandeelen hooger
verkochten, maar
aanhielden
niet
de ambtenaren, die repatrieerden, ze
in de Bataviasche Omme-
Ter uitvoering van
Van Imhoff’s plan, om
den weg
reqlementeering van overheidswege een vrije ontwikkeling in
bij de
landbouw, maar de lust was er, na
het gebeurde,
Europeeschen
mets meer.
hooren van deze kolonisatie
boeren uit, en na 1765 we
de verplichte
Imhoff’s met de uitbreiding van
Grooter was'Van
succes
de Ommelanden, de
staat
stichting van Buitenzorg. Van Imhoff maakte
beeld geven; op zijn verzoek stond de Raad van Indië hem daartoe het
163
Teleurstellingen.
stuk land af. Van Imhoff bouwde er een huis, en gaf zich
gewenschte
de Na zijn dood kocht zijn
veel moeite voor ontginning van Buitenzorg.
Gouverneurs-Generaal Daendels
bezit, steeds aan de opvolgende over.
het
verkocht later het landgoed bij gedeelten aan particulieren: gouver-
China zich
cent
per pond. Daar echter de handel der Engelschen op
de En den
aanvoerden, was
de risico voor vrijburgers te groot. wat
binnenlandschen handel, van haven tot haven, aangaat, waren ten eerste
flinke schepen
de meeste vrijburgers niet kapitaalkrachtig genoeg om
zeelui.
uit te rusten, en ontbrak het bovendien aan geschikte particuliere
uitbetaald in
obligatiën,
denden werden,
bij gebrek aan geld, meest
aanbrachten.
wel de schuld vermeerderden, maar daarbij geen contanten
Californië of
schepen met Indische en Europeesche producten naar
de heele
onderneming onkundig waren, inlichtingen hadden kunnen ver-
krijgen, was Van Imhoff overleden. Ook met een andere Europeesche
mogendheid kwam de regeering door conflict.
zijn optreden in
Tijdens
den Oostenrijkschen kocht
successieoorlog hij van de Engelschen drie
Ook in Indië zelf zag men dit in, niet zonder leedvermaak
en
herdoopte
het de Hersteller
men schip in: de Verstelder, om aan te duiden, dat alles
met Tjakraningrat !) ten einde was gebracht, had Van Imhoff in 1746
met groot gevolg een reis ondernomen naar Java’s Oostkust, tot inspectie
1
) Zie hiervóór, blz. 155 en 156.
165
in Mataram.
Van Imhoff
af den
de terugreis volgde hij van Semarang
Rembang en Soerabaja: op
Van
door den vorst naar Soerakarta terug te geleiden..
heid beantwoord,
het verdrag
die residentie maakte hij gebruik, om
zijn aanwezigheid
in
werden
Compagnie geschonken
voordeelen nog tot
eenige strandgewesten
uitvoerrechten,
uitgebreid. Zoo kreeg hij o.a.
het geheele beheer der in- en
zijn broeder,
Pakoe Boewono zich over tegenwerking van
beklaagde
den
Boemi, die een stuk land in bezit hield, dat, volgens
Mangkoe
toebehoorde. Van Imhoff,
Soenan, aan den rijksbestuurder Pringalaja
kwestie de hoogte was,
die niet voldoende van deze ingewikkelde op
bewuste stuk land af te staan. De prins zweeg, maar diep gekwetst over
recht,
handelwijze, en overtuigd van zijn
deze voor
hem beleedigende
het sloot zich bij Mas Saïd,
nacht hof, en aan
verliet hij den volgenden
aansluiting de Com-
neef van den Soenan, welke sedert diens bij
een
streken van
het Zuidergebergte een guerrilla voeren.
aan dezen een acte overhandigd, waarbij hij zijn geheele rijk ~uyt eygen
de Ed.
onbedwongen wille, met
ap- en dependenties, aan
„vrye en
166
Strijd in Midden-]ava en Bantam.
„Compagnie afstond en
overgaf, zonder eenige de minste voorwaarde".
Geheel in den geest de
van
regeering te Batavia erkende echter
eenige
dagen later Von Hohendorff den den overledene,
zoon van nadat
hij alle
bestaande
verdragen had bezworen, als De
opvolger. nieuwe Soenan,
die den titel Pakoe
aannam van Boewono 111, verklaarde, dat het
hij
rijk niet had gekregen krachtens of
geboorte erfrecht, doch „uit enkel
Gelijktijdig brak ook in Bantam een groote opstand uit, mede een
troon te plaatsen. Van Imhoff liet zich voor haar plannen winnen, en
oefenen.
Aanvankelijk leek alles goed te
gaan, maar ruim een jaar later
waren de Bantammers, onder
leiding van een invloedrijk priester, Kjahi
Tapa, tegen het bestuur de
onwettig van
inhalige Ratoe Sarifa in vol-
slagen opstand gekomen. Toen Van Imhoff den Isten November 1750
Vrede met Bantam. 167
]acob Mossel.
Mataram
overleed, stond de Compagnie in openlijken strijd met en
Bantam.
de Raad Indië
Nog op
den dag van Van Imhoff’s overlijden koos van
Deze, 1720
Jacob Mossel tot zijn opvolger. in
met algemeene stemmen
de
bericht, dat ’s Compagnies troepen
in Bantam waren verslagen, en
zond, om
het prestige van de Compagnie te herstellen, zag hij tevens in,
opstandelingen, onder Kjahi Tapa, den strijd voort; zij werden echter in
Goesti door
in 1753 de uit
zijn verbanningsoord teruggeroepen Pangéran
dom af.
heerschte
munitie Mangkoe Boemi in handen vielen. Benige jaren lang
168
Splitsing van Mataram.
dorff’s Nicolaas
opvolger, Hartingh, gebruik te maken, door met
den Soenan in
tijd van nood
bij te staan. De nieuwe vorst noemde zich
Sultan
Amangkoe Boewono, en
vestigde zijn residentie te
Djokjakarta.
Mas Saïd zette inmiddels den
strijd met groote verbittering voort,
eed
en een van trouw
afleggen aan de Compagnie en de beide vorsten.
Zoo het
was
machtige rijk van Mataram gesplitst, en het oppergezag
de
van Compagnie op Java een voldongen feit
geworden. Slechts in
den uitersten Oosthoek bleef het nog eenigen tijd roerig, door het op-
1772 dit
was geschied.
Literatuur: h M
J r. r. J. K. de Jonge, De Opkomst van
het Neder-
Gouv.~Gen. Van
Imhoff door de Jakatrasche Bovenlanden, (in Bijdragen
tot de Taal- Land- en Volkenkunde van Ned.-Indië, 2, VII. blz. 227
-1
bestuur en administratie. Dit neemt echter niet weg, dat ook de „West
als
kleeden of „lywaten”, die de Compagnie in haar overige gebied voor-
de kostbare
„avance” te hebben
gelegd: Ceilon leverde kaneel, benevens
de waardevolle
Sirchees kwam. Verder leverden Perzië en Bengalen
ook
op Java werd verbouwd.
Daarbij dienden deze landen als afzetgebied
bodig te maken. Dat dit niet gelukt is, moet voor een deel worden toe-
er in
vrije concurrentie, en hadden vaak hun kantoren op dezelfde plaatsen.
Desondanks de de 17de ook
was Compagnie er in eeuw in
geslaagd,
hier de had dit koste
voornaamste
positie in te nemen: zij gedaan ten
de die
van Portugeezen, er
bij de eerste komst der Nederlanders vrijwel
den handel beheerschten.
geheelen Wij zagen reeds, hoe onder Van
1656 4
), Manaar Jafnapatnam 1658 -). Daarmede
volgde in en in
de kaneel. de Kust
pagnie het monopolie van Op tegenoverliggende
laatste plaats, waar tot 1690 's Compagnies „Directeur ter Kuste”
resideerde, bouwde zij in 1613 het kasteel Gelria. Van hier uit breidde
3
) liet in 1690 het sterke kasteel Naarden bouwen, sedert
steyn er en
was
het de residentie der directeurs of gouverneurs.
Het 1662
Noordelijker gelegen Bombay stond Portugal in aan Engeland
aan den Ganges, werd in 1632 door den Groot-Mogol genomen, en hun
baya. Daarnaast had het nog wel op enkele plaatsen kantoren, doch door
2
) Blz. 107.
3
) Blz. 141 en 142.
4
) Blz. 107 en 108.
der Franschen.
172 Optreden
zooals 1662 de
cutta, terwijl zij, wij zagen, in Bombay van Portugeezen
meende 1672
lijk niet, doch Colbert van den oorlog van gebruik te kun-
nen maken, om zijn Compagnie, ten koste van de Nederlanders, een vast
De la
14 schepen, onder Haye ook Caron bevond zich aan boord
1
) De Denen zijn de hebben
nooit ernstige mededingers voor Compagnie geweest; zij
zich in 1612 van Tranquebar, aan de Kust van Koromandel, meester gemaakt, doch
zijn nooit verder gekomen. In 1845 stond Denemarken deze plaats aan de Engelschen af.
2
)/ Zie hiervóór, blz. 101.
3
) Zie hiervóór, blz. 91.
Joseph Dupleix. 173
De la
Haye naar een andere basis uitgezien, en zich meester
gemaakt
van de stad San Thomé, aan de kust van Koromandel, Van Goens liet
de plaats blokkeeren, en op
het eind van
1674 moesten de Franschen
beschermen, en
den Nederlandschen handel afbreuk doen. Doch
te
met rust.
Fransche Compagnie keurden echter dit optreden niet goed; zij vreesden
174 Robert Clive.
bij Plassey wist hij zijn tegenstanders, die door de Franschen gesteund
den
werden, de
nederlaag toe te brengen. In het verdere verloop van
af Te Batavia be-
dreigementen belangrijke geldschenkingen te
persen.
ware
doel onderricht; zij wisten Mir Jaffir, den nawab of gouverneur
drie de Compagniesvloot
daarop kwamen Engelsche oorlogsschepen op
schen handel te behouden, maar zij moest zich daartoe onder een zeker
dragen. Slechts op
Ceilon gelukte het de
Compagnie, haar oude over-
was
het oude Kandische vorstenhuis De laatste
uitgestorven. telg van
dit
Singhaleesche vorstengeslacht, die gehuwd was geweest met een
dochter van den naik van Madure ten Zuiden van Koromandel -
Singhaleezen overhoop gelegen, en ook met den nieuwen vorst was niet
de Batavia
regeering te tot een meer krachtdadig optreden, en
zendt
Het de hoogste de
was
tijd, want Engelschen hadden reeds een
gezant
naar den Radja gezonden, aanbod de Nederlanders.
met van hulp tegen
Zelfs de inneming Kandi werd de toestand
nog na van van ’s Compagnies
1
) Zie hiervóór, blz. 91—92 en 106—107.
176 Mr. Iman Willem Falck.
„landen, die de
Kompagnie vóór het begin van den tans eindigenden
de den
kaneel, ook die in het nu van zee afgesloten gebied van vorst
billijken de Hottentotten
prijs van krijgen. Eerst geleidelijk is er een
15 de
jaar te
blijven, kreeg gratis vervoer, en beschikking over een
den z.g.
Franschen Hoek. Daar vele hunner wijnboeren geweest waren,
Kaap neer. Als weldra blijkt, dat het aantal vrouwen is,
er te
jjering j
om een bloeiende kolonie te stichten, maken bewindhebbers reclame
in 1689 worden
opgegeven; wel slaagde de voor eigen rekening door
12
178 Misstanden aldaar.
de be-
vóór de komst der Hollanders, en een in 1713, oorspronkelijke
streken hadden
hadden geteisterd, en uitgebreide
volking zwaar
de kolonisten in
eigendom; zij moesten
ontvolkt. Dien grond kregen
de Compagnie
echter jaarlijks een vast bedrag, grondrente of cijns, aan
kinderen
kolonie ongeveer
1300 kolonisten mannen, vrouwen en
—:
Een"!
bezaten 10 000 runderen, 70 000 schapen en
1000 paarden.
zij
verdere de bepaling, dat de
bezwaar voor ontwikkeling was
ernstig
de Compagnie,
producten slechts mochten verkoopen
hun aan
kolonisten
slechts den
eventueel aan
vreemde schepen met toestemming van
en
waar
gouverneur. Bij de snelle toeneming der bevolking moesten zoo,
de prijzen
het aantal Compagniesschepen niet in gelijke mate toenam,
door Willem
Sinion van der Stel was in 1699 opgevolgd zijn zoon
hij zich
Adriaen. In den aanvang was ook zijn bestuur goed, en gaf
terroriseerde kolonisten
begon hebzucht hem parten
te spelen; hij
zijn
maakte zich ook aan andere misbruiken schuldig.
en Hottentotten, en
de schepen.
in te stellen voor levering hunner producten aan
monopolies
1705 aantal
wekte zooveel verzet, dat in een groot
Zijn optreden
aanklacht hem indienen bij de bewindhebbers en
kolonisten een tegen
1707 ont-
Van der Stel in
den Raad van Indië. Op grond daarvan werd
Nederlanders aan
de Kust van Coromandel; Dr. W. Zwier: Het ver-
(Rijks Prentenkabinet.)
13. DE LAATSTE JAREN VAN DE COMPAGNIE.
de de vlag De Fran-
onder zijn bewind voor Engelschen moeten
strijken.
de meerderheid der Voor-Indië had-
schen, die eveneens Engelschen in
de de Westkust Sumatra.
maken van Engelsche nederzettingen op van
de Engelschen overliet.
Zevenjarigen oorlog weer aan
de door middelen
was hij het niet altijd met zijn voorganger toegepaste
havens, daar
hij meende, dat ’s
Compagnies handel er door werd bena-
van den handel der Compagnie wilde overlaten. Zelfs de producten van
suikermolens arak-
de in de Bataviasche Ommelanden zoo talrijke en
enkele pogingen,
wollen stoffen uit het buitenland. Ook deed hij nog
eens
om den morshandel en
andere ambtelijke knoeierijen tegen te
gaan. Bij
dan 124 artikelen bestaat, omschrijft het aantal slaven, paarden en rij-
keurig in de middelen, om
zichzelf te verrijken.
in 's Compagnies
Op Ceilon deze reeds op zijn 14de jaar
geboren, was
bracht de
dienst getreden, werkte acht
jaar in zijn geboorteplaats, en
Generaal, en voerde ten slotte, als Mossels opvolger, nog veertien jaar
Ceilon, het
het opperbewind. Behalve door den strijd op
waarvan in vorige
van Java i), is zijn bestuursperiode niet door ernstige conflicten geken-
over en weer,
zonder eenige beperking open te stellen voor vrijburgers.
hare Althans in de
het
belang van de Compagnie en onderhoorigen.
1
) Zie blz. 168.
hiervóór,
182 Van der Parra.
lezen
motiveering wij, dat uit dien handel geen nadeel voor de Compagnie
kon ontstaan, omdat toch
hij anders door de ambtenaren clandestien zou
zichte van andere misbruiken heeft Van der Parra niet, zooals zijn twee
heeft hij zijn talrijke bloedverwanten, en diegenen, welke hem naar den
mond erkenden, de
praatten en zijn autoriteit op
meest
onrechtmatige
schillende lofredenen op
dezen „voorbeeldigen” Gouverneur-Generaal
bestuurders de haar
Compagnie snel ondergang tegemoet ging.
Indië met algemeene stemmen Jeremias van Riemsdijk als opvolger aan.
al dienst had
gekomen, maar dadelijk in
burgerlijken overgegaan: hij
Batavia 22 Raad
40 jaar onafgebroken te gediend, waarvan jaar als van
zoon, Willem Vincent Helvetius van Riemsdijk, bekend als een dom en
later eerste administrateur van Onrust werd, een ambt, dat hem met
de Klerk. 183
Reynier
die ten
enkele 500 000 gulden opbracht, en
de „emolumenten” in jaren
laatstgenoemde Gouverneurs-
ander dan de beide
Een geheel man
Van
de Klerk, die in 1777 als opvolger van
Generaal was Reynier
gegaan,
had hij
werd. Op zijn 15de jaar naar zee
Riemsdijk gekozen
Van 1731
’t laatst als onderstuurman.
reizen naar Indië gemaakt,
eenige
in zee-
1780 bleef Indië, eenige jaren
tot zijn dood in hij in eerst nog
betoond, en
de Indische regeering
hadden zich daarmee zeer ingenomen
daarin vervatte
voorstellen tot verbetering
verschillende
opgedragen,
De Klerk was
de toestanden op Banda, in praktijk te brengen.
van
en
de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen,
directeur van
hij de eerste
schap van
Kunsten en Wetenschappen (1778), waarvan
het
Ook deed hij veel voor de uitbreiding van
Opperdirecteur werd.
de
Klerk reeds 67 jaar, toen hij
namelijk de hooge leeftijd i). De was
jaar
af, die toonen, dat de Com-
Archipel enkele belangrijke gebeurtenissen
de Inlandsche vorsten
ondanks haar achteruitgang, tegenover
pagnie,
toch haar wist te handhaven. Het oude rijk van
opperhoogheid de Compagnie
moeten voeren 2), had sedert onder van
dan 40 in Indie
30, sommige zelfs meer jaar
De meeste G.-G.’s waren meer dan
i)
vóór tot dit ambt werden.
geweest, zij geroepen
Makassar. Van daar uit benadeelde hij den handel van de Compagnie,
door het zeeroof, zoodat Batavia krachtige
plegen van men te tot maat-
De
eeuw weinig of niet had bemoeid, kreeg zij tijdens het bestuur van
Klerk meer invloed. In 1772 had een avonturier van Arabische afkomst.
Maleische
schen handel gunstig gelegen plek, vestigden zich weldra vele
kooplieden, die al
spoedig Abdurrahman als hun vorst beschouwden.
Deze nam nu den titel aan van sultan van Pontianak, en trachtte zijn
wekte de
gebied geleidelijk uit te breiden. Daarbij hij vrees op van
het resultaat was, dat Abdurrahman als sultan van Pontianak werd
en
Daar intusschen
erkend, onder
opperhoogheid van
de Compagnie.
Bantam de Westkust Borneo de Compagnie
zijn aanspraken op
van aan
te staan.
in verzet kwamen.
17de eeuw gesloten tractaten van onderwerping,
de Kaap De
Beiden werden in 1778 onttroond en naar gebannen. regee-
die in dezelfde de
ring wees in hun gebied nieuwe vorsten aan,
van
Woonhuis van den Gouverneur-Generaal Van der Parra.
een
teekening van Johannes Rach.)
186 Arnold Willem Alting.
van
Ternate.
land 4de
na zijn optreden geraakte ons in
oorlog met
Engeland
op de militaire
uitgaven, en een oorlog tegen de in macht en zelfbewust-
de „arrogante kwam
zijn groeiende zustermaatschappij, competiteuren”,
In werden Fransche
wel
op
het meest
ongunstige oogenblik. allerijl wat
verdedigen.
had behoord de
voed in de tradities der oligarchie, en dertig jaar tot
Maar, de aanvallers
Menangkabausche hoofden hem hulp aanboden.
de bezit-
hadden beloofd, dat bij een vrijwillige overgave particuliere
de Westkust in
kregen een
handvol Engelschen, zonder strijd, geheele
producten.
De vierde Engelsche oorlog. 187
de stad de blokkeerde. Na
van
zeezijde eenige mislukte uitvallen gaven
de November
belegerden in van dat jaar de stad over. De andere
handen
gevallen.
Nabij de
Kaap de Goede Hoop gingen een zestal rijkgeladen retour-
voerde, werd, hoe beperkt de middelen ook waren, gedaan, wat maar
eenigszins mogelijk Na de
was.
inneming van Negapatnam was Hughes
Trinconomale de haven de Oostkust Ceilon,
naar
gestevend, aan van
die hem in Januari 1782 in handen viel. Maar Falck, door den
gesteund
inmiddels aangekomen De Suffren, die de Engelsche schepen manmoedig
aantastte, heroverde de stad op 31 Augustus. Zoo bleef Ceilon behouden,
door
leeningen en het
uitgeven van papieren geld in de allernoodzakelijkste
1
) Zie hiervóór, blz. 176.
Het verbroken.
188 monopolie
te boven zou
komen. In Nederland moesten de bewindhebbers surséance
dat die
Stille Oceanen doorkruisten, vreesde de Compagnie, vrije vaart
tegen de Nederlanders
de kans schoon in
Archipel gezien, om verzet te
Boegineeschen rijksbestuurder van Riouw, die zich verbond met een ras-
Nederlandsche expeditie op
Riouw werd
afgeslagen, nadat het schip,
Dirk
dier schepen, waarop zich ook de kapitein-luitenant van Hogen-
dorp bevond/ naar de belegerde stad, die hij ontzette. Door een af-
en
het einde van
1784 moest Riouw zich eveneens onder-
genomen, op
werpen.
De sultan verbond zich, alle Boegineezen uit zijn gebied te ver-
bannen en
zich onder toezicht van de Compagnie te stellen.
pagnie gebleken was, thans de hoogste tijd geweest zijn, om tot een
de Com-
halve algemeen erfstadhouder, ook opperbewindhebber van
rechtstreekschen invloed de
pagnie was.
Zij verlangden van regeering
de In dit hun
op Compagnie. opzicht vonden zij de Staten-Generaal aan
eeuwen
lang is geweest voor de Republiek als geheel, door de betaling
convooien andere lasten, de
van en en voor
ingezetenen afzonderlijk,
zooals voor scheepsbouwers, werkvolk, fabrikanten en leveranciers. In
zooveel Als
dit mogelijk een interne
Compagnieszaak zou blijven. uit-
defensie daarvan;
3°. De schuld de
van Compagnie zou worden
gedelgd door belasting-
heffing.
en de gewenschte te bewerken. \ De
vormen, reorganisatie twee eerst-
Bij hun aankomst in Indië bleek Van Stockum te zijn overleden, en,
kort de Indische
daarop, waarna ambtenarij den toon in de commissie
van eenig belang, met den Raad van Indië tot de ~Gecombineerde
z.g.
In 1795 bewerkten de
patriotten, met steun van Frankrijk, een omwen-
regeering wist den prins over te halen, in zijn kwaliteit van opper-
bewindhebber, een
aanschrijving te richten tot alle gouverneurs en bevel-
192 De Brieven van Kew.
de door
hebbers van de Compagnie in Indië, waarbij hij hun opdroeg,
hen bestuurde posten in handen van de Engelschen te stellen, ten einde
brachten de gezagvoerders op
de Indische kantoren in groote moeilijk-
heid. Moesten den of de
zij opperbewindhebber, nieuwe regeering in
Ternatc.
Makassar
Behalve dit eiland bleven Java, Palembang, Bandjarmasin, en
de ~slaafsche
waarin zij afschaffing eischten van eerbewyzingen” aan
Raden van
Indië en andere autoriteiten, welke eerbiedsbetooningen
was door dit voor Indië wel zeer ongewone optreden aanvankelijk wat
de
Alting had intusschen in 1796 zijn ontslagaanvraag ingediend, en
Mr. Petrus
Gecombineerde Vergadering wees tot zijn opvolger aan
13
194 Het einde van
de
Compagnie.
en tactvol ambtenaar had getoond. Hij hield de zaken zoo goed mogelijk
In de Bataafsche
1798 kreeg Republiek haar eerste
staatsregeling.
Daarin was ook de bepaling opgenomen,
dat de Staat alle bezittingen
, Staat over.
\j
landsche Volk (2de druk), 111, blz. 650—653; IV, blz. 21—23.
14. INDIÈ ONDER DE BATAAFSCHE REPUBLIEK.
de hun
participanten van opgeheven Compagnie schadeloosstelling voor
welke wijze en naar welke waarde die vergoeding zou geschieden, zijn
moet Indië nu worden bestuurd, en door wie zal Indië handel ge-
op
25 Maart 1802 gesloten vrede van Amiens, alle koloniën met uitzon-
„voege,
dat aan dezelve de hoogst mogelijke trap van welvaart, aan
Nederburgh 1
), en van Dirk van
Hogendorp. Wij dienen den laatste
s Compagnies dienst naar Indië trok. De beide zoons kregen een op-
de werd resident
van
Compagnie over, en te Patna in Bengalen. Na een
baja, bericht kreeg van de omwenteling, die in 1795 in het vaderland had
wilde de
tevens
hij daardoor aandacht op zichzelf vestigen. Daartoe
waarin
hij o.a. de slappe houding van vele hooge ambtenaren tegen de
Batavia handen
te in van .... Nederburgh. Deze liet onmiddellijk een
genoten. Dit was niets anders, dan alle ambtenaren deden, maar het was
1
- ) Zie hiervóór, blz. 190 en
191.
2
' ) Zie blz. 189.
hiervóór,
de Aziatische 197
Charter voor Bezittingen.
trachtte verzamelen,
materiaal tegen zijn tegenstander te
Terwijl hij nu
bereikte Benkoelen,
wist deze te ontsnappen; op een Deensch schip hij
In het vader-
vandaar trok Engelsch schip naar Europa.
en hij met een
toestand
land gaf hij Bericht van
den tegenwoordigen
aangekomen, een
het bestuursambt en
het koop-
behoorden: scheiding van
van zijn program
individueel grond-
heerendiensten door een hoofdgeld: toekenning van
bezit aan
den Inlander.
door zijn
broeder Gijsbert Karei,
er allereerst den volledigen steun van
lasten.
rich-
keerd. Vertegenwoordigde Dirk van Hogendorp een geheel nieuwe
hen in 1802 beiden in de Commissie, die een nieuw stelsel moest ont-
den
nml. der heerendiensten, en particulier grondbezit voor
afschaffing
Vóór zij zich over de
Inlander, onmogelijk in te voeren waren. nog
in Sint-Petersburg. Na zijn
Hij aanvaardde de benoeming tot gezant
hun
heengaan waren
de overgeblevenen het spoedig eens, en ontwerp
polie voor
de specerijen bestaan.
het
eenhoofdig bestuur was
ingesteld, met
Rutger Jan Schimmelpenninck
als trachtte dezen bewerken. Inder-
raadpensionaris, hij in
zijn geest te
noemde in 1806 een tweetal hooge ambtenaren, Carel Hendrik van Gras-
de bezet
Gouverneur-Generaal optreden. Daar de Engelschen Kaap weer
New-York werden
zij
echter achterhaald door een bevel tot terugkeer.
door
Na hun vertrek was namelijk de Bataafsche Republiek vervangen
Het Napoleon
zijn broeder, den keizer, andere maatregelen nemen. was er
of stelsels voelde
Engelschen te verdedigen. Meer dan aan reglementen
Als werd 1807
hij behoefte aan een sterken man. zoodanig in
Januari
aangewezen
Mr. Herman Willem Daendels.
Ook in andere opzichten was Van Overstraten’s positie moeilijk; hij was
den boventoon
college hij deel uitmaakte, maar waarin Nederburgh
kwam het vaak scherpe
voerde. In de Gecombineerde Vergadering tot
192 193.
*) Zie hiervóór, blz. en
Batavia. 199
Aanslag op
debatten, daar sommige leden zich tegen het autoritair optreden van
zooveel buiten
Nederburgh verzetten. Van Overstraten wist zich mogelijk
de Commissie
versterkt
kamp aan. Toen op het eind van 1799 Hooge
kon Van Overstraten
ontbonden werd en Nederburgh vertrok, meer per-
soonlijk optreden.
in Indië uit den
Den len Januari 1800 gingen alle „bedienden" over
Bataafsche Maar
dienst van de Compagnie in dien van de Republiek.
Al sedert enkel
daarvan bemerkte men in Indië niets. vijf jaar was geen
hunner eskaders, 5 onder Ball, in. de baai van Batavia. Het be-
schepen
werf, blokkeerde de
zette de eilanden, waaronder Onrust met zijn en
af, de
afgeslagen, en spoedig trokken de Engelschen na werven en maga-
af voor den
aankoop van 15 millioen pond Java-koffie. Wel kwamen
deze verkoopen niet Indië, maar het moederland ten goede, doch de
schepen, die de koffie
gingen halen, brachten ook ambtenaren
en stoffe-
ijke benoodigdheden De
over.
lange jaren van vrede, die
op Java na de
successieoorlogen gevolgd waren, hadden er een
gunstigen invloed uit-
geoefend. Over het
algemeen was de Inlander
tevreden, en
tijdens de aan-
va len der Engelschen hadden de vorsten zich zeer
loyaal getoond. Ban-
tam had steun
gezonden, toen Batavia werd
bedreigd; omgekeerd steunde
de
Hooge Regeering den Bantamschen sultan om zijn geschokt gezag in
de
Lampongs te herstellen. Slechts in Midden-Java dreigde in 1803 een
De nieuwe
oorlog werd voor de koloniën
noodlottig. Tal van rijk-
geladen koopvaarders vielen den
Engelschen in handen. De niet
nog
overgedragen bezittingen, met die het
name
op vasteland van Indië en
van
Oranje, en
droeg het karakter van een
in-bewaring-nemen; een tweede
verovering, na oorlogsverklaring, deed ze definitief in
Engelsch bezit
overgaan. Te midden dier nieuwe
moeilijkheden kreeg Siberg op zijn
verzoek
ontslag: hij bleef tot
zijn dood in 1817 Batavia
op wonen, waar
hij de eerste
jaren nog een grooten en vaak invloed uit-
ongunstigen
oefende. Zijn opvolger werd Albertus
Hendrikus Wiese, die in 1774 als
vaardde.
Hij was een
zwak en onbeduidend
man, in hooge mate onzelf-
standig van oordeel. Volgens een
tijdgenoot was hij, Wiese, even ver-
baasd over
zijn benoeming tot G.G. als
zijn geheele omgeving.
Wiese’s bestuursperiode Juni 1805 tot Januari 1808
geeft een
nietigde acht
er
oorlogsschepen van het
eskader-Hartsinck, benevens een
aantal
groot koopvaarders. De de Bataafsche
rest van
scheepsmacht werd
het
volgende jaar door Pellew bij Grissé Het
vernietigd. vrijhouden van
de
verbinding tusschen Java en de overige, nog niet door de
Engelschen
bezette eilanden, was niet
nu
mogelijk meer.
of
jaagd vermoord. Door toedoen der
aanhangers van radja Kanoman
vond de meening dat Allah
ingang, zijn zegen aan land en volk onthield,
omdat niet
meer een wettige afstammeling van Falatehan aan het bewind
Kanoman tegen zijn broeder, den sultan, intrigeerde, liet hem met eenige
in arrest. Dit maakte den gevangen vorst in de oogen het volk tot
van
verzoeken, dooch
bij Krawang werden de betoogers teruggedreven, en de
de Nicolaas aantal
Hooge Regeering er in 1806 Engelhard met een
leverantiën binnenkwamen,
verplichte aan neutralen te
verkoopen. Denen,
vooral ook Amerikanen, daarvan, ontstond zoo’n
en profiteerden en er
Literatuur. Mr.
Jhr. J. K. J. de Jonge, De Opkomst van het
Nederlandsch Oost-Indië.
gezag in XII en XIII (bewerkt door M. L
van
Deventer); J. J. Meinsma, Geschiedenis de
van Nederl.
0.
bezittinggen. 11, blz. 1—23; Prof. Dr. H. T. Colenbrander
Koloniale Geschiedenis,
11, blz. 304—310; Dr.F. de Haan, Priangan
1. blz. 91 IV, blz.
e.v. en
761-771; Mr.
J. A. Si 11
em. Dirk van
het de voorgenomen
leger landing der Engelschen en Russen niet kon
beletten, maar
genoodzaakt brak de door heersch-
was te
wijken, zijn
zuchtig optreden bij velen opgekropte haat los, en verschenen verschil-
een dreigenden inval der Pruisen, om na den slag bij Jena op te treden
vertrek
zijn kreeg hij den titel Maarschalk van Holland.
zee te steken. Toen reisde hij onder een aangenomen naam naar Lissabon,
den Raad van Indië te ontbinden, en een nieuwen te benoemen, die niet
meer aan een adviseerend lichaam was. Als maritiem deskundige werd
Militaire maatregelen. 207
laatste
geschutgieterij te Semarang, en een wapenfabriek te Soerabaja. De
en
Meester-Cornelis.
plaatsen van troepen, maar die natuurlijk ook aan handel en burgerlijk
de
gergebergte en langs de moerassige Noordkust, was weg,
die geheel
door de bewoners der dessa’s onbetaalden heerendienst
aangrenzende in
sterke
oorlogsprauwen, die
goede diensten deden bij de bestrijding van
komende schepen
zeeroof en smokkelarij. In
afwachting van uit Europa
begon men met den aanleg van een oorlogshaven aan straat Soenda,
208 Centralisatie van
Bestuur.
het fort de
terwijl Soerabaja, door den bouw van Lodewijk in straat van
werd
Madoera, mede tot vlootbasis geschikt gemaakt.
Van een oud-leider der Unitarissen, als Daendels was, kon men ver-
De met wisselplaats
postweg een
De Inlandsche
als koopman, gezaghebber, assistent e.d. afgeschaft.
de Secretarie.
de voorlooper van huidige Algemeene
hand maakte Daendels eind aan tal van ambtelijke
Met krachtige een
bestaan, die
Daendels liet het stelsel der verplichte leveringen ja,
In de drie bewind
van de koffie werd nog uitgebreid. jaren van zijn
27 72 millioen te doen
wist hij het aantal koffieboomen op Java van tot
H
210
Rechtspraak.
werd
en
versleepen, verzacht. Zij kregen, gedurende het zware werk,
In de bracht Daendels
rechtspraak belangrijke veranderingen aan.
ingesteld, te
Semarang en te
Soerabaja, die tevens als hof van appel
voor de lagere Inlandsche rechtbanken dienden. De rechtspraak al
bij
deze
colleges geschiedde met inachtneming van de Inlandsche adat.
Voor haar
Europeesche ambtenaren had de Compagnie te Batavia een
Gouvernementsdienst waren.
water een
grooter stroomsnelheid kreeg. Ook verdwenen de wallen en
grooter beteekenis was, dat hij een nieuwe woonstad liet bouwen. De
Erkenning der R. K. Kerk. 211
ambtenaren daar hun kantoren hebben. Maar niets belette hun, wat
religie” in dienst te nemen. Wel had men zich daar in de praktijk niet
sprake Wat de
van vrijheid van godsdienst was geen geweest.
Absoluut
gefaald heeft de „ijzeren maarschalk” in
zijn optreden jegens
de Inlandsche vorsten
op Java, en dit heeft ernstige gevolgen gehad.'
in verraad”.
den sultan van Bantam. Voor de marinebasis aan straat Soenda leek
stuurder Warga Diredja, van wien het bekend was, dat hij de Hollanders
dat dien
gezind. Daarom liet Daendels den sultan weten, hij
vijandig was
Door den
en toen dit
geen succes
had, nam hij zijn toevlucht tot geweld.
1000
den rijksbestuurder, de
dagelijksche levering van
uitlevering van
de Hol-
den rijksbestuurder overvallen en gedood, terwijl
gevolg van
den 21 en
bestormde hij den kraton, liet die door zijn soldaten plunderen,
liet hij fusil-
en verbande den sultan naar
Ambon. Den rijksbestuurder
de leen
van Holland. Een deel er van werd bij Batavia gevoegd, rest in
bestuur
geplaatst. De Lampongs kwamen geheel onder rechtstreeksch
bleef het, zoowel
van
het Gouvernement. Na dit geweldadig optreden
de de regeering moest er
in het Bantamsche als in Lampongs, roerig:
stelde
verklaarde de strandgewesten tot Gouvernementsgebied, en
hij
nieuwen sultan,
Mohamed, die zich tot
over de bovenlanden een aan,
Het ernstigst in
zijn gevolgen is het
optreden van den
ijzeren maar-
schalk echter in de
Middenjavaansche Vorstenlanden
geweest. We zeiden
reeds, dat de
na opheffing van het gouvernement Noord-
van Java’s
oostkust, de ministers de Vorstenlandsche
bij hoven rechtstreeks onder
de centrale
regeering geplaatst werden. Zij hun instruc-
moesten, volgens
tie, de vorsten een hoog denkbeeld geven van de macht en luister des
konings van Holland, en van de hem in Indië
vertegenwoordigende re-
al
buigende wijn of sirih aanbieden. Daendels vond dit
vernederend,
schafte die gebruiken af, en bepaalde tevens, dat de ministers zich, even-
als de zelf,
vorsten een vergulden laten nadragen.
'pajong
moesten
_ ' w o
troonopvolger zou worden onterfd ter wille van een schoonzoon dier
derde Daar haar invloed op den
vrouw. sultan zeer groot was, konden
Djokja, met een ultimatum, waarin o.m. de uitlevering van eenige met
in de Vorstenlanden. 215
Regelingen
toe te maar toen kort daarop een der uit te leveren hoofden ge-
geven,
afstand te doen ten behoeve van zijn oudsten zoon en wettigen opvolger,
hadden, in stemmen
en soldaten, die hem, Daendels, vergezeld en te
fel anti-
(de Oude), werd deze vorst er spoedig het middelpunt van een
Hollandsche partij.
het Gouvernement: dit laatste kreeg daarbij een niet onbelangrijke ge-
dat uitvoerde,
belangstelling. De vestiging op Bandjarmasin, wat
peper
de be-
hief hij in 1809 op; het
personeel der factorij op Palembang en
tot kleiner
zetting van Makassar werden, uit bezuinigingsoverwegingen,
hoewel
1810 een Engelsch eskader voor Ambon verscheen, gaf Filz, hij
alle onder-
over een
1800 man
beschikte, zonder veel strijd Ambon met
de
Batavia om zich te verantwoorden, maar werd door Daendels voor
Daendels’
maatregelen hebben veel
geld gekost. De
verhoogingen der
traktementen, de het onderhoud
uitbreiding en van het leger, de aanleg
van wegen en
versterkingen, de Batavia
assaineering van en
de
Molukken voorzien
van geld, schepen, wapenen en levensmiddelen, tegen
levering van koffie en specerijen. Toen nu een aantal Amerikaansche
had daarvoor
recipissen afgegeven. Vervolgens zag hij uit naar een
middel, om
al dit papier in lossen de
te en tevens beschikking over vol-
doende Dit
contanten te
krijgen. middel meende hij gevonden te hebben
in den
verkoop van deelen van het Landsdomein,
speciaal in de omstre-
ken Batavia,
van
Semarang en Soerabaja. De koopers kregen in hun ge-
bied alle
heerlijke rechten, die vroeger het Gouvernement bezeten had.
Vele terreinen
gingen zoo in particuliere handen over; de grootste ver-
zou worden ingetrokken. Voorloopig was dus het bedrag aan papieren
40 procent van
het zilveren.
den opiumverkoop.
verpachting van
veel vijanden,
Maakte Daendels zich door zijn financieele maatregelen
nog
sterker was dit het geval door de in het
oog loopende wijze, waarop
daardoor De
zoogenaamd om
het in cultuur en tot rust te
brengen.
bate van de schatkist verkocht. Meer succes had hij met Buitenzorg.
had ook Daendels het Wiese overgenomefl, maar toen het eenmaal
van
900 000!
voor den G.G. Bij deze transactie maakte hij een winst van ƒ
zilver had
Een
bedrag van ƒ 50.000, dat hij voor persoonlijk gebruik in
dat de meeste oud-gasten zich den tijd nog herinnerden, dat hoogge-
de Amerikaansche
justitie te Batavia, Mr. R. G, van Polanen, de man van
Daendels' ontslag.
218
Toen
de door Daendels ontslagen Nicolaas Engelhard.
contracten, en
zijn beleid
Daendels later, 1814, een verdediging in het licht gaf van
Engel-
door de beide genoemden op
zeldzaam heftige wijze aangevallen.
kennis Indische toestanden bezat,
hard, die een zeer grondige van
veel beter
stellen, alsof die toestanden vroeger
waren
trachtte het voor te
geweest
had.
Daendels vele persoonlijke fouten en gebreken
echter luidt, dat
heeft
aantal knoeierijen uit den Compagmestijd
maar niettemin een groot
bestuur, administratie
orde regelmaat heeft gebracht in
opgeruimd, en
het Neder-
onder uiterst moeilijke omstandigheden
en rechtspraak, en
den status
nieuwe verandering in
Het 1810 had weer eens een
jaar
bij Frankrijk ingelijfd.
van
het, moederland gebracht: Nederland was
en verwachtte er voor
Daendels was
daar in hooge mate mee ingenomen,
1 het officiee e
gevolgen van. Toen in Februari_lB1
de koloniën gunstige
alle leden der Hooge Re-
niet alleen
bericht in Indië aankwam, legden
den Fran-
ook alle ambtenaren, den eed van trouw aan
maar
geering,
Daendels tot
zijn groote ver-
schen keizer af. Een maand later ontving
verzoek om ontslag had ingewilligd.
rassing bericht, adat Napoleon zijn
dit was
hem toen
Napoleon ontslag gevraagd, maar
was,
aan bodewijk
Dit verzoek werd
verleend er niet meer op teruggekomen.
niet en hij was
ongeschiktheid ingediend.
klachten hebzucht, wreedheid en
over zijn
dat Daendels met
[Rijks Prentenkabinet.)
echter tot
werden aanvaard. In October 1815 volgde benoeming
het
Literatuur. Jhr. Mr. J. K. J. de Jonge, De Opkomst van
d R Geschiedenis de Nededandsche
L. W. G. e o o; J. J. M e i n s m a. van
blz. 134—136 en
156—157.
16. HET ENGELSCHE INTERREGNUM.
het
Janssens nam
onder de meest ongunstige omstandigheden opper-
de laatste maanden
bestuur over
de koloniën op zich. Reeds gedurende
bovendien zoo slecht, dat hij er slechts met de grootste moeite in slaagde,
brengen. Aan
de gelden voor de gewone dagelijksche uitgaven bijeen te
kon
het leger of aanleg van groote verdedigingswerken
uitbreiding van
verscheen deze in
1811
een
vloot samentrokken, en den 3den Augustus
de baai van
Batavia. Leider was Gilbert Elliot, Lord Minto, Gouverneur-
Poeloe Pinang,
vertrokken: in 1807 werd hij adjunct-secretaris van
had door
zes jaar in Indischen dienst was, hij zijn groote belangstelling
Indische toestanden dan menig
en ijver meer
kennis van opgedaan,
Inlanders om te gaan.
knoopen de
inlichtingen in te winnen, en betrekkingen aan te met
door brieven
groote handigheid en niets ontziende middelen gedaan;
de de verdedigingsmiddelen van
Spionnen brachten hem op hoogte van
’t bizonder Batavia.
Java, en in van
hem Den
teruggetrokken, waar Janssens het opperbevel van overnam,
hij de hand.
eisch van Minto, tot
overgave
van geheel Java, wees van
de den lOden
Na lichte voorpostengevechten bezetten Engelschen
neergesabeld. Te Buiten-
werden
hierbij door de Engelsche dragonders
26
enkele getrouwen op den avond van Augus-
zorg, waar Janssens met
roepen
Madoereesche hulptroepen verschenen echter niet; hun hoofden
waren
reeds te voren door Raffles bewerkt. Weldra bleek, dat ook op
hem ontbraken,
verdediging was hij genoodzaakt de capitulatie van
teekenen, 17 De
Toentang te
September_l_BH. voornaamste bepalingen
militairen worden
krijgsgevangenen; de Engelschen nemen
geen ver-
plichting op
zich ten aanzien van de schulden, door de Franschen ge-
papieren geld uit den Hollandschen tijd zou worden erkend (dat uit
den titel
Luitenant-Gouverneur
Raffles, onder
van
werd opgedragen aan
zes weken op
Java, om een
nog
'“'gen
da lage.-
Raad ingesteld, waarin zitting
Advlseerende
-
de Nederlanders
kolonel later generaal -
Gillespie, en
commandant,
-
door bekwaamheid ei
de laatste kreeg, zijn
Cransse» en Muntinghe;
Indië, invloed.
kennis van groeten
uitgebreide Mies he
achtte
te kunnen overgaan
Alvorens tot hervormingen
de verhouding tot
te consolideeren en
noodig. het Engelsche gezag
stee 8
In Bantam was nog
Inlandsche vorsten te regelen.
:
vele Banta
sultan Mohamed werd door
De door Daendels aangestelde
indert.jd
JLtl . als
rechtmatig vors. erkend. Van Malakk, ui.ad
hun
m
onder leiding van pangeran
Rallies de opstandelingen, Doch nu
in Bantam gestijfd.
de Hollandsche inmenging
verzet tegen werd
zelf het Europeesche gezag
vertegenwoordigden
de Engelschen
9 kon
verbannen. Mohamed
en „aar Banda
Ahmed evangen genomen
ten slotte gmg
„iet tot rus. brengem en
rns,
“. geheel was weergebeerd, .rad Rallies op
dezelfde w,,ze op
af.
het bestuur over
hun gebied geheel
Engelsche
bij de regeling van
de moeilijkheden
Grooter waren
Al dadelijk
Soerakarta en Djokjakarta.
de vorsten van
oezaq teqenover
zoon,
sultan Sepoeh zijn
de komst der Engelschen had
na
aan
zich getrokken.
en
het bestuur opnieuw
weer ter zijde geschoven,
de
Weldra toonde hij voor
Kerkhof in ’s Lands Plantentuin, waar ook de eerste Lady Raffles begraven ligt.
dat de
Fransche. Hij moest er
verder in toestemmen, rechtspraak over
Daarentegen
dat dit laatste toezicht zou houden op zijn correspondentie.
en
trachtte sedert het Engelsche gezag
te ondermijnen.
15
in de Vorstenlanden.
226 Raffles’ maatregelen
de hoogte was.
Daar
beter op
die van
de ingewikkelde toestanden daar
dat de eisch tot een nieuwen afstand van Sepoeh tot
Muntinghe inzag,
stemde dat
aanleiding zou hij er in toe,
ernstige verwikkelingen geven,
die inschik-
bleek, dat Sepoeh
ging, als
de soenan gedaan had. Spoedig
den
hij knoopte onderhandehngen
met
zwakheid aanzag;
kelijkheid voor
Boven-
kraton vermeerderde zijn troepen.
soenan aan, versterkte zijn en
1200
leger samen van
hij trok
een
kracht in te grijpen;
te Semarang
met
Den 20en
rukte daarmee naar Djokjakarta op.
man
onder Gillespie, en
Poeloe-Pmang.
den kraton in en verbande Sepoeh naar
Juni
1812 nam hij
werd tot sultan uitgeroepen
als Amangkoe Boewono 111.
De kroonprins nu
1757 had
einde den oorlog in Midden-Java m
het
steeds ter beschikking van
zich, lijfwacht van
100 dragonders
zijn
Gouvernement te houden.
blz. 168.
i) Zie hiervóór,
in 227
Optreden Palembang.
het bestuur.
afhankelijk geworden van Europeesch
de niets
die capitulatie viel. Van een verdrag met Engelschen wilde hij
weten.
de Hollanders als motief voor een oorlogsverklaring. Hij liet een pro-
op
Deze „als
broeder, Ahmed Nadjam, tot opvolger aangewezen. moest,
op
succesvolle wijze een guerrilla tegen de Engelschen voeren.
alom erkend
Nadat op Java het Engelsche gezag was en bevestigd,
De
tot 16, waaronder ook Soerakarta en Djokjakarta begrepen waren.
dessa’s-gewijze worden
zou niet van eiken Javaan afzonderlijk, maar
vierde
baarste sawah’s moest de helft, van
de slechtste gronden een
behield de
vijfden. Over de rest van zijn product meest rijst
kon of
verbouwer de vrije beschikking. De betaling geschieden in rijst
De dorps- districts-
aan
de
belastinggaarders der regeering plaats. en
de opbrengst het
hoofden hadden dus geen enkel belang meer bij van
kadaster, door de
van een en ingewikkelde verhoudingen in de dessa,
gaf dit
aanleiding tot dejrootst mogelijke willekeur. Weldra bleek de
ommegaande rechter sprak, ter plaatse van de misdaad, recht met een
het enkele l
). De
zij met
wijzigingen, in
gebruik pijnbank werd bij alle
van gratie.
misbruik. Wat het laatste betreft, begon hij den strijd met te bepalen,
die mede-
Ten aanzien van de slavernij zou Raffles, een overtuigd
bewerkt. Daar hem dit niet werd toegestaan, bepaalde hij zich tot maat-
slaven bleef
in den ganschen Archipel. Eigendomsoverdracht van toe-
welke
Het pandelingschap, een inheemsche instelling, volgens een
schuldenaar zich doen arbeiden voor den kost zonder loon, wat
voor te
worden, dat
Evenals van
Daendels moet ook van Raffles getuigd
niet de sterkste
bewind vormen.
zijn financieele maatregelen zijde van zijn
bestaan.
stelsel, was het oude systeem der verplichte leverantiën blijven
ruim-
Daarna zou, meende Raffles, de landrente voldoende opbrengen om
schoots alle te voorzien. Dit bleek echter niet het geval; wel
in uitgaven
de overtroffen hen steeds
namen de inkomsten toe, maar uitgaven nog
Financieele 231
maatregelen.
10 procent van
buiten Java aangevoerde artikelen, waren niet vol-
op
doende om in het tekort te voorzien. Zoo ging hij ten slotte over tot het
werden
ingezetenen, en
ook doordat ze slechts in zeer groote perceelen
verkocht, zoo weinig opbrachten, dat na het kort daarop gevolgde herstel
van den vrede de jaarlijksche opbrengst meer was, dan de heele koopsom
had Als bedenkt, dat in het
bedragen! men daarbij onzen tijd, nu men
die
De generaal Gillespie, een officier uit het
Engelsche koningsleger,
’s Lands
gronden, en de wijze, waarop Raffles zichzelf daarbij zou hebben
Raffles in 1813 met een drietal andere heeren het reusachtige landgoed
Niet alleen de
nomen. was
aankoopsprijs belachelijk laag geweest, maar
overtreden.
dat de haat
beschuldigingen, uit persoonlijken voortgekomen, sterk over-
Java terug.
vooral
dwingt. Gaarna zocht hij den omgang met geletterde Inlanders, en
taal
en
oudheidkunde. Als voorzitter van het Bataviaasch Genootschap
de koloniën de hunner
tot terrein van beoefening wetenschappen hadden
het Bataviaasch
lingen voor
Genootschap. Raffles trok hem in 1818 naar
A the
descriptive dictionary of Indian islands and
adjacent countries.
Colin Mackenzie, eveneens een Schot, die door Raffles belast was met
onderzoek den
een naar
grondeigendom op Java, verzamelde daarbij veel
het eerste
omvangrijke werk over de geschiedenis en ethnologie van dit
de Raffles’
Java geld moeten
toeleggen, en juistheid van verzekeringen
Kaap en Ceilon, zou terugkrijgen. Zoo zou dus Raffles het eiland, dat hij
dat
moeten
teruggeven, nog vóór hij zijn voorspellingen tot werkelijkheid
had kunnen brengen. Daarmee ook toekomst als koloniaal
zou
zijn eigen
leider Doch eenmaal scheen hem kans worden
vernietigd zijn. nog een te
geworden en
dat wenschten te blijven. Aan de Engelsche Compagnie
wachten voordeelen van dit eiland uiteenzette. Noch het een noch het
hij bezwaar maakte tegen de overgave der koloniën aan de daartoe uit
Nederland de zaak de
uitgezonden commissie, en op lange baan trachtte
„„Wilhelmus". werd de de
Daarop proclamatie afgekondigd, waarbij
verklaarde, dat
„Engelsche regeering Java en Onderhoorigheden aan
„Engelsche kantonnement op
Weltevreden. Commissarissen-Generaal
„Luitenant-Gouverneur aangeboden.”
de in
Engeland meermalen de
Tijdens Napoleontische oorlogen was
de alle latere
zijn verdedigingsstelsel. Terwijl nu prins bij besprekingen
in bezit had gekregen, verklaarde terecht, dat het wettelijk niet tot terug-
Banka, dat de
Engelschen in 1812 verworven hadden, ruilden zij tegen
Cochin en onderhoorigheden, de kust Malabar, ruil
op van een goede
voor Nederland.
drag ook de
bepaling opgenomen, dat de Souvereine vorst der Neder-
vorst een
bedrag twee millioen pond Sterling uitkeeren, als
van zou
bij-
drage in de gewenschte verdedigingslinie het nieuwe der Neder-
van rijk
landen, en eveneens een
bedrag, van ten hoogste drie millioen pond, ter
De beteekenis van
de Londensche Conventie voor ons land kan niet
1
) Met Ceilon was
dit vanzelfsprekend het geval, volgens de bovengemelde tormu-
de der enkel de
speciaal in kringen Compagnie, geen verzet rees tegen
worden
restitutie van een eiland als Java, moet voor een groot deel toe-
staatsman, en
den oud-Luitenant-Gouverneur-Generaal A. A. Buyskes;
Van der
Capellen zou tevens als Gouverneur-Generaal optreden. In be-
van het Charter van 1803, doch is nimmer ingevoerd. Na afloop hunner
x
) Zie hiervóór, blz. 198.
240 Overname der
Buitenbezittingen.
nog niet
opgeloste geschilpunten had men aan de beslissing der moeder-
landsche overgelaten.
regeeringen
Voor de eilanden behoorende
en posten, niet tot Java en Onderhoorig-
heden, de C. C. G. G,, die zich onderzoek
wezen
bezighielden met een
(Rijks Prentenkabinet.)
had Raffles het voor hem opengehouden ambt van bestuurder van
gaan,
wilde hij Sumatra, althans een zoo groot mogelijk deel daarvan,
de hoewel de
laatstgenoemde straat gelegen, Engelsche vlag te hijschen,
landstreken om die baai onbetwist Nederlandsch territoir waren. Op
het C. C. G. G. had Lord Gouverneur-Generaal
protest van Hastings,
der Raffles trekken. Deze
Engelsche Compagnie, gelast zich terug te
De sultan Ahmed 2
), 1812 door Raffles
van Palembang, Nadjam in
1
Benkoelen sedert 1684 Engelsche kolonie. Zie hiervóór, blz. 120.
) was een
2
) Zie hiervóór, blz. 227.
16
242 Strijd om Palembang.
1
zonden er den bekwamen Mr. Muntinghe ) heen, die eerst Banka, en
de
versterkte vorstenwoning hij Engelsche vlag liet hijschen. Muntinghe
den ollicier het gesloten verzocht hem.
wees op verdrag, en Palembang
te verlaten: toen hieraan geen gevolg werd gegeven, liet hij hem en
zijn
dit
een
contra-protest tegen Rallies’ optreden beantwoord. Ook in ge-
a
) Zie hiervóór, blz. 224.
Singapore. 243
geen 150 inwoners telde, lag nabij de uiterste punt van het schiereiland
Malakka, en had een zeer goede reede; het behoorde aan den sultan van
was dan ook opgevolgd. Na het herstel had het Nederlandsche gezag
De die
strijd hierover was een der redenen, tot het later te
bespreken
Tractaat Londen leidden. bleef daarbij
van
Singapore Engelsch, ontwik-
kelde zich
op fabelachtige wijze, en overvleugelde spoedig Batavia.
zelf bleek hun vele voordeelen bieden, oordeelden het niet wel
te en zij
In den de koffie-
is ingevoerd). Preanger lieten de C. C. G. G, verplichte
het Bestuur de Administratie.
244 Regeling van en
die
rechten op van buiten Indië aangevoerde goederen, met wijzigingen,
slechts 6 pro-
dat voor met Nederlandsche schepen aangebrachte waren
vreemde Nederland
cent zou
worden betaald, voor die met schepen uit
12 Deze differentieele
vreemde havens werden aangevoerd procent.
de handel het
rechten hadden ten doel, kwijnende en scheepvaart van
onwel-
moederland tegemoet te komen, maar werden in Engeland als een
mede de bronnen
van eetbare vogelnestjes, behooren tot belangrijkste
van inkomsten.
handel bedrijf
De bepalingen der C. C. G. G. ten opzichte van en ge-
geregelde
en
residenten, wier positie, door de op vele plaatsen maar vaag
moeilijk was. Zij moesten, zooveel mogelijk met vermijding van con-
doen
flicten, het gezag van
het Nederlandsche Gouvernement krachtig
bestaan.
loopig
werd Batavia
Malakka en
Makassar. Als
hoogste rechterlijk college te
van slaven, en regeling van het lot hunner kinderen. De Java benevolent
het onderwijs en
den
geneeskundigen dienst. De lagere scholen,
wijze
als bestemd kinderen
van regeeringswege opgericht, waren regel voor
worden
van Europeanen, doch ook die van
Inlanders konden toegelaten.
Plantentuin te Buitenzorg.
246 Nieuw
Regeerings-Reglement.
Wat den
godsdienst aangaat, werd
bepaald, dat die door de regeering
zou worden beschermd, doch de rechtstreeksche bemoeienis van het
afgeloopen, als
en men
nagaat wat
zij in ongeveer 2]/ 2 jaar hebben tot
16 d.a.v.
-.gegeven, Januari droeg Elout het bestuur over aan
den
Literatuur: J. Mein
J. s m a, Geschiedenis van
de Nederlandsche
Oost-Indische Bezittingen, 11, blz. 129—174; P r o f. Dr. H. T. C 1
o e n-
der Kemp, De
van
Teruggave der Oost-Indische Koloniën. 1814 —
1816, de
en
vervolgdeelen daarop (z.g. Nijhoff-reeks); S. van
BESTUURSPERIODE.
de moederlandsche hadden
die beslissing naar regeeringen
en zij ter
alle kwesties
officieele onderhandelingen, met het doel achtereenvolgens
beide landen be-
te behandelen en, waar mogelijk door ruil, een voor
af. In de
kon worden ingewilligd, brak Engeland de onderhandeling
het malen in te op
de Neder-
volgende jaren weigerde eenige gaan
Nederland of
weinig geen waarde hadden,
meer waren Engeland zeer
welkom, omdat
zij verbindingsschakels vormden tusschen bezit-
zijn
tingen aldaar. In ruil daarvoor trok
Engeland zich geheel uit den
voet van
meestbegunstigde natie, doch de Molukken zouden voor
Bij een
wisseling van nota denzelfden het
s op dag, waarop tractaat
Nederlandsche
vertegenwoordiging antwoordde daarop, dat het Gouver-
nement er dat
zorg voor zou
dragen, Atjeh, zonder iets van zijn onafhan-
kelijkheid te verliezen, de
veiligheid van handel en zeevaart niet in
gevaar zou
brengen. Deze heeft Nederland later
toezegging in groote
moeilijkheden gebracht.
het R. R. 1818
van voor geschreven maatregelen geleidelijk in te voeren.
of huur verkregen
datT deze vrij zouden zijn op
de door hen in
eigendom
verbouwen en daarover te
landerijen alle gewenschte producten te
G. G van 1816-1826.
(Rijks Prentenkabinet.)
regeering, moesten
zij bij de bevolking, die gedwongen was aan het
Gouvernement te leveren, ontevreden
een
stemming wekken. die
Tegen
hoogere vergoeding kon Van der Capellen niets doen, daar de land-
heeren hun
in
gebied gelijke rechten hadden als de Staat in het
zijne,
maar
hij schreef nu dat hun koffie alleen het Gouvernement
voor, zij aan
zij wilden. Er ontstond een zeer gespannen verhouding, waarbij Van der
den Inlander
tegen afpersingen te beschermen, en
dat
op
de
particuliere
landerijen de bevolking werd
uitgezogen, wat inderdaad hier en daar
Op gevaarlijker terrein
begaf Van der Capellen zich, toen hij zijn strijd
den landbouw ook
tegen particulieren Europeeschen overbracht naar
de
Javaansche Vorstenlanden. Daar bestond
nog steeds het in de Gouver-
nementslanden landbezit:
afgeschafte ambtelijk ambtenaren en hof-
grooten ontvingen er, in plaats van salaris, z.g. apanages. Met het
arbeidskrachten.
vonden hier goede gronden en ervaren, goedkoope
het al
der gronden, huurden zij deze op langen termijn, terwijl spoedig
dat zij den verhuurders, die als leden van den Javaan-
gewoonte werd,
voorschotten verleenden.
geldgebrek te kampen hadden, belangrijke
thans in de inheemsche maat-
Door dit voorschotten-stelsel, dat ook
Op een tweetal reizen, die Van der Capellen in 1820 en 1822 over Java
welvarende land-
ondernam, werd hij getroffen door de Europeesche
dat
naar het stelsel en
de
praktijken der landverhuringen. Op grond van
huurders veel beter had, dan onder de apanagehouders. Hoe dit zij, Van
teekende hij een besluit, waarbij alle landverhuringen, gesloten voor een
d.a.v. werden.
verboden, en met ingang van 1 Januari nietig verklaard
ontevredenheid het
een groote verwarring en een algemeene ernstige er
zelfs
dat de Nederlandsche residenten nooit bezwaar hadden gemaakt, en
252 Nieuwe
verwikkelingen in Palembang.
hun bemiddeling de
bij landverhuringen verleenden, een bewijs meenen
huurders
gedeeltelijk in
geld, gedeeltelijk uit de
eerstvolgende koffie-
gestreden.
Zooals wij zagen, had Raffles in 1812 sultan Mohamed Badar van
bleek niet bij machte, den versterkten kraton van den sultan te nemen.
deze een eskader af, dat eerst een eind maakte ook reeds op Banka
aan
slaagde men er niet in de stad te bereiken; een deel der schepen bleef de
x
) Zie hiervóór, blz. 227.
Palembang onder Nederlandsch Bestuur. 253
een krachtige expeditie uit, nadat zij eerst een overeenkomst had gesloten
met den verbannen Nadjam, volgens welke deze, met den titel van
doch viel in 1825 in handen van eenige met het Gouvernement bevriende
Bewind voerde.
heeft overtroffen, en
bekend is als de Padri-oorlog. De Menang-
verschillende, Islamieten
recht. Bovendien waren voor geloovige erger-
zeer verbreid.
Bombardement in 1821
van Palembang
(Rijks Prentenkabinet.)
Islam
godsdienstplichten, en afschaffing van de met den strijdige ge-
werd de alge-
padri’s of orang-poetih *). Hun centrum Bondjol, waar
het ook
heeft dat padri identiek was met padre,
i) Langen tijd men aangenomen,
In hun
dweepzucht verklaarden de Padri's allen, die de oude gebruiken
vestigen, en
zijn bemiddeling aan te bieden. Na de teruggave van de
te
verdrijven. Recht tot dit aanbod hadden de betrokken hoofden niet,
daar de adat dat
voorschreef, belangrijke besluiten door de bevolking
moesten worden goedgekeurd.
De regeering zond
nu,een troepenafdeeling van 400 man onder den
inm iddels de
vrijwel geheele Boven- Benedenlanden in hun macht
fj
en
ontbreken van
eenigszins behoorlijke wegen, en
de
tegenwerking van
nemen, mislukte, en leidde tot ernstige verliezen. Toen Raaff het volgend
den Islam
gegeven naam
orang-poetih of witte menschen, vindt het
zijn Verklaring in
feit, dat zoodanige strijders zich geheel in het wit kleeden.
256 Onlusten der Chineezen in West-Borneo.
het bestuur
Op de Westkust van Borneo hebben gedurende geheele
veroorzaakt door de
van Van der Capellen onlusten geheerscht, talrijke
hielden.
Chineezen, die zich daar met goudontginningen bezig Zij waren,
betalen, hun
gezag gekomen, doch weigerden hoofdgeld te en zout en
1819 en 1824 zond de regeering er eenige malen expedities heen, bij wier
onder-
krachtdadig optreden de Chineezen zich gewoonlijk spoedig
Doch nauwelijks waren
wierpen en de regeeringseischen inwilligden.
de Sambas
bezetting van
het geheele gebied tusschen de Kapoeas en
verschillende deelen
was in die jaren niet mogelijk, daar het leger in
verder rustig.
onvoldoende van
machtsmiddelen voorzien, konden niet veel tegen deze
de verschillende plaatsen in
aanmatiging inbrengen, en regeering, op
de
den Archipel beziggehouden, moest zich voorloopig bepalen tot
Gouvernementsgebied om Makassar.
het
het gewijzigde verdrag accoord, doch Boni en Soepa weigerden te
Molukken naar
Java, persoonlijk op
Zuid-Celebes aan. Soepa en
daar de dan
pogingen hadden weinig succes, tegenstand grooter was,
men verwacht had. Toen zond de regeering een krachtige expeditie uit
de het
grensvestingen innam, en
zich
vervolgens op weg begaf naar in
vond hij
Europeanen nog niet betreden gebied was doorgedrongen,
Nu
de hoofdplaats verlaten, en de vorstin met haar rijksgrooten gevlucht.
het
bleef hem niets
over,
dan terug te keeren, waardoor dus eigenlijke
1
) Oude inheemsche naam voor Makassar.
17
258 Onderzoek het
naar
monopoliestelsel.
ook al werd
zijn troepen naar
Java teruggeroepen, bleef Boni zich afzijdig
houden, doch ging, tegen veler niet
verwachting, tot nieuwe vijandelijk-
heden de der Nederlanders op
over, waartoe zware strijd Java het zoo’n
het
„eene vrije vaart en percipiëren van grondlasten en in- en uit-
gaande rechten”.
Commissarissen-Generaal hadden echter taak
een zóó omvangrijke
gestuit, dat voor dit onderzoek niet voldoende tijd beschikbaar was
de
blijven bestaan, doch met groote soepelheid toegepast, en na teruggave
hij trok in 1824 voor een nader onderzoek zelf naar de Molukken. Op
het lid den Raad Indië
deze reis was hij vergezeld van van van
besluiten.
In den
een aan koning gericht rapport verklaart Van der Capellen
zich dat persoonlijk onderzoek het
na vóór algeheele afschaffing van
een absolute controle uitgesloten. Bovendien meent hij: „dat dit stelsel
„des Konings ’.
het de
15
April 1824, waarbij het uitroeien van overtollige gewas, en
zonder of werden
verplichte leveringen tegen uiterst lage betaling, afge-
schaft, voorts vermindering van heerendiensten en verhooging van den
prijs der nagelen toegezegd werd. Voortaan was dus de aanplant niet
behoorden de de 1
) het
meer beperkt, hongitochten en extirpatiën tot
zou betalen. De eerste, belangrijke stap op den weg naar algeheele af-
1
) Zie hiervóór, blz. 110 en
143.
Slechte staat der Financiën.
260
de Molukken de werden
geteekend, waarin speciaal van vrije vaart
het
uitgesloten, juist met het
oog op
de handhaving van monopolie.
Doch ook
verbood, en den perkeniers hun
perken in eigendom toewees.
residentie maakte.
Menado overstak, dat hij tot een afzonderlijke
de
De op de Molukken-reis. genomen besluiten vormen
buiten twijfel
der finan-
daartegenover staat als groote debet-post zijn slecht beheer
tekorten, voor
zij
dit merkte. Gewoonlijk
al
geruimen tijd met groote
de dat jaar
werd eerst in den loop van een dienstjaar begroeting voor
de raming
vastgesteld, en de meerderheid der posten week ten slotte van
den in 1822
vóór het einde van 1824
zijn
ambt over te dragen aan
nog
r) Zie beneden.
De Kok wordt Luitenant-Gouverneur-Generaal. 261
Luitenant-Gouverneur-Generaal benoemden De
tot legercommandant
Kok, die het dan zou waarnemen tot de komst van een nieuwen functi-
blz. P. H. der De
denis, 111, 24—30; van Kemp, stichting van
schikking te
krijgen over het grootste deel van de rijst en andere pro-
was hun gebleken, dat er met den overgang van het opperbewind aan
Nederlandsch gezag weer was hersteld, had zich geleidelijk een toe-
de hoofden 't
hun verhouding tot vorsten en was over geheel zeer goed,
beide had die vestiging haar
Voor partijen aangename zijden, en men
wijze, waarop
de regeering daarna de vorsten, welke tot schadevergoe-
de huurders verplicht werden, wilde tegemoet komen, wekte
ding aan
Toestanden in de Vorstenlanden. 263
nieuwen argwaan.
Toen zij namelijk verklaarde, enkele districten te
Vorstenlanden de de sedert de
waren opiumkitten en tolpoorten, dagen
Raffles door de het Gouvernement, dat
van vorsten
overgedragen aan
ze weer aan Chineezen had verpacht. Die pachters maakten zich door
hun optreden zeer gehaat; men vertelt, dat er onder hen waren, die de
del’s vertrek zichzelf had hersteld. Ook met Raffles in conflict gekomen,
was
Sepoeh door dezen naar Poeloe Pinang verbannen, en nu definitief
de de
zich, in den
strijd van zijn vader met de Engelschen, aan
zijde van
merking, als uit een vrouw van hoogeren rang geboren. Hij aanvaardde
dan ook de als Boewono IV, doch het schijnt
heerschappij Amangkoe
dat Raffles, om
den invloedrijken Dipo Negoro niet tegen zich in te
Djarot, dien zou opvolgen. Inderdaad overleed Djarot vóór zijn ouderen
door het
halfbroeder, in 1822, een tweejarig zoontje nalatend, dat Neder-
aangewezen.
Dat de regeering van een toezegging van Raffles niets
rijksbestuurder iemand
tot
aanwees, met wien hij persoonlijk oneenigheid
had. hield
Voorloopig hij zijn gevoelens verborgen, doch het zeer
eenige verantwoordelijke
Nederlandsche ambte-
zich
voor persoonlijk van
anders was
dan een ver-
het land-
uitgestrekte
betaalde. Na de der
nietigverklaring contracten van landverhuring
eischte Nahuys, die intusschen als resident was opgevolgd door Smis-
ding tot de beide voogden kwam te staan. Toen nu bovendien een twee-
tartende
op een feest ten huize van den rijksbestuurder een eenigszins
verliet, en
sedert niet meer in het publiek verscheen. Door deze afzon-
het
dering, het streng vervullen van zijn godsdienstplichten, en geregeld
ambtenaren met blindheid geslagen waren. Voor den aanleg van een
hun dat
nieuwen weg hechtten zij goedkeuring aan een tracé, over een
wapende lieden om
zich verzamelde. Smissaert zond nu Mangkoe Boemi
hem verzoeken het Neder-
naar Dipo Negoro, met opdracht te naar
Hun daad
geheele Djokjasche bevolking, bij D. Negoro aan. eerste was
het of dooden de
het plunderen van de tolpoorten, en verdrijven van
Ter meerdere
intusschen het fort en den kraton te Djokja ingesloten.
vallen af te slaan. Na twee maanden werd het fort ontzet door generaal
1
) Zie hiervóór, blz. 226.
266
Kjai Modjo en Sentot.
Van Geen 1
), die van Celebes te Semarang was
aangekomen, en daar
Rembang.
heil
hij zijn in een guerrilla, waartoe het bosch- en bergachtige terrein
een
prachtige gelegenheid bood, en waarmede hij dan ook, dank zij de
een in
aansluiting hieraan gevolgde poging D. Negoro
om te
omsingelen
en te mislukte Toen daarna aantal
gevangen nemen, geheel. een
worden de Nederlandsche
afgewend, troepen
leden
daarbij zeer ernstige
verliezen. Het viel niet te ontkennen, dat tot aan het midden van 1826
1
) Zie hiervóór, blz. 257—258.
Het Bentengstelsel. 267
naar Java terug te keeren, mits niet in de Vorstenlanden. Bij het uit-
overeenkomst met hem, waarbij hij als sultan zou worden hersteld, met
plaatsten zich de mobile kolonnes, die steeds gereed waren om, waar
bentengs in den vorm van een halven cirkel aan te leggen, en het terrein
de door den
Gisignies, wien koning een instructie was
medegegeven,
welke de woorden: herstel der finan-
is samen te vatten in bezuiniging en
Indië
noodzakelijkheid gevoeld, om op buitengewone wijze te hulp te
1
) Sepoeh overleed in 1828.
Een benteng.
van
(Naar een teekening J. Sühl.)
Onderhandelingen. 269
ruim 3000 man, onder kolonel Vermersch; zij kwamen in Mei en Juni te
Semarang aan.
Dit corps heeft zich met groote dapperheid van zijn taak
der overlevenden bleven tot het einde van den oorlog in Indië,
meeste
meer
het karakter van een heiligen oorlog naar voren te brengen. Hij
den
moedigde het
dragen van Arabische kleeding aan, en nam, naast
de Vorstenlanden
van
het
leiderschap van den godsdienst op Java, en in
steeds vasthield den eisch, als hoofd van den Islam te worden be-
aan
ternauwernood hetzelfde lot. Een zware slag trof hem, toen ook
hijzelf
Sentot hem in den steek liet; deze ging in October met al
zijn manschappen
hem echter in
in Nederlandschen dienst over. (De regeering gebruikte
270
Dipo Negoro gevangen genomen.
Na tijd, slechts
nog eenigen van weinig volgelingen vergezeld, van
de plaats de andere
eene naar te
zijn opgejaagd, vroeg Dipo Negoro in
„te zenden”.
of
,vroeg hij de zijnen, zij zouden toestaan, dat men hem gevankelijk
„Op dit
welsprekend zwijgen ontroerde Dipo Negoro zichtbaar,
zich den wendende riep luide, dat
„en tot
generaal hij hij zich
„te wachten.
ook
ingrijpende wijzigingen in het bestuur
noodig. De ingewikkelde
tusschen de Vorstenlanden
grensregeling onderling en met het Gouver-
vorsten
verwijderd waren, door weinig of niet gecontroleerde ambtenaren
het Gouvernement zich zou bevoordeelen ten koste van de vorsten, werden
hief de regeering
residenties als in de aan
de vorsten gebleven gebieden,
de tolpoorten op.
dat Van
De dreigende toestand in Midden-}ava was oorzaak geweest,
financieel beleid
intrekking te krijgen van het besluit, waarbij zijn was
afgekeurd.
vertrek Batavia kwam daar de
Kort na Van der Capellen's uit
het
Du Bus ging tot krasse bezuinigingsmaatregelen over; Departement
iP:
leeningen moesten
aangaan. I , 9
de de
Capellen’s publicatie, aangaande contracten van landverhuring in
Vorstenlanden, in, evenals die, welke het verblijf van Europeanen in den
landen, tot een Gouvernementsmonopolie zou maken, ging hij daar niet
1
) Voor het Kolonisatierapport van Du Bus, zie het volgende hoofdstuk.
18
274 De Javasche Bank.
aandeelen van 500 gulden. Ofschoon in het eerste octrooi niets bepaald
Louw E.
Oost-Indische Bezittingen, 11, blz. 219—258; P. J. F. en S.
1830; Mr. H.
de Kler c k, De Java-oorlog van 1825 —
Jhr. van
het land zou doen vloeien, dat daarbij de koloniën, door de afname van
kenis had ontwikkeld, rekende op een toenemenden afzet van zijn pro-
wassen was tegen die der zooveel beter uitgeruste Engelsche buren.
jaren van 1795 tot 1815 slechts enkele Nederlandsche schepen naar
Indië de dien de
waren gevaren, terwijl Engelschen gedurende tijd
Indische doorkruist hadden. Het in
zeeën allerwegen varen naar en
Indië was voor een groot deel een zaak van routine, die de Nederlanders
van de 17de en 18de eeuw in hooge mate hadden bezeten, maar die zij
dien verder
een gaande begunstiging van
eigen schepen en producten
boven de Engelsche.
Onder deze omstandigheden kwam men terug op een reeds vroeger
denkbeeld handels-
naar voren gebracht tot stichting van een groot
bedroeg 69 millioen.
in den lande te zijn; het totaal der inschrijvingen
dan werd kon
Daar dit veel meer was, noodig geoordeeld, maar een
deel der inschrijvingen, tot een bedrag van 37 millioen, worden aanvaard.
landbouw, fa-
nalen handel, scheepvaart, scheepsbouw, visscherij en
minst
ingenomen. Na eiken verkoop van Gouvernementsproducten
244,
Zie hiervóór, blz.
1
)
Du Bus. 277
Kolonisatierapport van
dat de
terugkeerde, sprak hij er tegen dezen zijn spijt over uit, hij tot
vulling. En er zou heel wat winst gemaakt moeten worden, om over een
het Cultuurstelsel.
komen; 15 millioen
te hulp te toen in 1828 weer een leening van noodig
bleek, was daarmee het totaal der koloniale schuld geklommen tot
Het werd
land en de koloniën somber inzag? dringend noodig naar
middelen uit te zien, die de betaling van rente en aflossing der Indische
kist te hulp konden komen. Onder die omstandigheden werd een voorstel
Du Bus
van ontvangen, bekend als het Kolonisatierapport, en door dezen
1 Mei 1827. De
geteekend Javaan, zegt Du Bus, kan niet meer opbrengen
den Bosch.
278 Johannes van
raken.
Du Bus’ diende
rapport accoord
ont-
koloniën, ging geheel met en een
West-Indië.
Bosch, juist teruggekeerd Commissaris-Generaal van
Indië
Johannes van den Bosch had onder de Bataafsche republiek in
de der
land teruggekeerd, had hij zich onderscheiden bij verdrijving
de sym-
Franschen in 1813, sedert wanneer
hij zich mocht verheugen in
Du Bus' rapport en
het daarop gebaseerde ontwerp van minister Elout,
daartoe middel
te voorzien, en was geen zoo geschikt als „het oude stelsel
der of dat der
voormalige Compagnie geforceerde kuituur." Hij ontwierp
schema, hoe dit stelsel kunnen worden
nu een in praktijk zou gebracht,
waarbij hij zich voor een deel beriep op
de gronden, die Raffles voor zijn
Landrente-stelsel had aangevoerd. De resultaten zouden, naar
zijn raming,
het
zoodanig zijn, dat de Indische schulden konden worden afgelost, en
Het stelsel van Van den Bosch stelsel van gedwongen cultures,
de als de daarvan.
grond, en bevolking pachters Inplaats van pacht
die bevolking, deel den
zou
dessa’sgewijze, één vijfde van grond
ter beschikking van de
regeering moeten stellen, en bebouwen met
pro-
gezicht wijkt dit beginsel maar heel weinig af van dat van het Landrente-
den oogst vorderde, daar vraagt het Cultuurstelsel een deel van den
is dus, dat de Javaan niet meer vrij is om zelf het gewas te bepalen, dat
hij verbouwen wil, (praktisch steeds rijst), maar dat het Gouvernement
hem zal voorschrijven, wat hij verbouwen moet. Zoo is dus een nieuw
Bij zijn komst in Indië was Van den Bosch zich nog maar vaag
be-
wust, op
welke wijze zijn stelsel in de verschillende deelen van Java
in te voeren.
280 De aangewezen producten.
den Raad van Indië, verklaarde zich daar niet mee te kunnen vereeni-
gen, en vroeg ontslag, i) Van den Bosch wist hem te bewegen, die ont-
aanvoerende, dat
slagaanvrage in te trekken, hij gefundeerde oppositie
in gevaar
wilde brengen.
In verband met de vraag in Europa en
de geschiktheid van den bodem
werden nu voor
de verschillende residenties de producten vastgesteld,
bleef dit in hoofdzaak de koffie, waarnaast echter ook indigo een plaats
suiker; hier en
daar
kreeg. Elders was
het voornaamste product meest
de aflevering kregen de
ook thee, tabak, peper,
katoen of kaneel. Bij
verbouwers een
kleine vergoeding, gewoonlijk het plantloon genoemd.
nadere hadden te onder-
Voor zoover
die
producten nog een bewerking
de
gaan,
zooals suikerriet, indigo en thee, moest de bevolking ze naar
als
definitief, om in 1840 Van den Bosch opnieuw op te volgen, nu
zonder
3
Zie Merkus hiervóór, blz. 259. Later zelf G.G. geworden, heeft hij
) voor
de kozen
voor
dwangcultures werden aangewezen. Overigens de ambte-
naren als regel de beste perceelen voor het Gouvernement uit, en werd
dit niet de
aan bevolking was te wijten, voor rekening van
het Gouverne-
bevolking zou komen. De maximum tijd, die volgens Van den Bosch
noodig was voor den arbeid op de afgestane gronden, zou 66 dagen per
90
dagen vorderde. Daar ook de heerendiensten bleven bestaan, kwam
dan al de genoemde
gezin. Erger
mis-
of door arbeid der leden van zijn
in
mentsproducten geteeld werden, ook nog
landrente moest betalen, wat
dit
derland in
zijn financieelen nood tegemoet te komen, en in opzicht
voorstel aan den koning had Van den Bosch de opbrengst getaxeerd
in de beste de 20 millioen
bedrag, dat snel
over
een toenam, en jaren tot
steeg. Daarvoor werden eerst de ten bate van Indië gesloten leeningen
de
aanvaard bij de overname van
de
Compagnie, *) met renten nu op
140 millioen gesteld. Als alle Indische schuld is afgelost, gaat men voort
het bouwen
van den oorlog, tegen België, den aanleg van spoorwegen,
van vestingen.
vooral de Nederlandsche Handelmaat-
Naast den Staat profiteerde
het Cultuurstelsel. Immers zij had het monopolie, om de Gou-
schappij van
daar op slaan
vernementsproducten naar Nederland te verschepen, te
1
blz. 194.
) Zie hiervóór,
284 Volksvedoop en Hongersnood.
Er 50 de verschillende
factorijen. liggen soms a 60 schepen tegelijk in
of de Reederijen
indigo, voornaamste
Gouvernementsproducten. blijken
naast de Handelmaatschappij onbestaanbaar.
bevolking een slaafschen eerbied koesterde, bij het stelsel een zoo groot
was. Uit die districten, waar de dwangcultures het verst waren door-
trachtte In 1844
scherp gecontroleerd passenstelsel tegen te
gaan.
Cultuurstelsel en
de
verarming der bevolking.
waarop
die waren verkregen. Toen minister Van den Bosch in 1839 voor-
56 millioen, op
de koloniën af te wentelen, verwierp de Kamer dit voorstel,
De afscheiding van
België maakte in 1840 een nieuwe grondwet noodig.
Zij bevatte een artikel: ~Het gebruik van het batig slot, beschikbaar ten
bezwaar had
eenig tegen het aanvaarden dier baten, noch tegen het
de Ned. Handelmaatschappij,
met
en bij de vaststelling van het gebruik
het batig slot koloniaal
van punten van belang ter sprake te brengen.
En het
toen in revolutiejaar 1848 ook in ons land de meer vrijzinnige
beginselen zegevierden, kwam dit uiting de koloniale
tot in paragraaf
van de nieuwe grondwet, die luidde (art. 59 en 60):
„De reglementen op
het beleid der regeering aldaar worden door
zich bevinden.
„den staat, waarin zij
der koloniale
beheer verantwoording
„De wet regelt de wijze van en
„geldmiddelen.”
dus vervallen, de voornaamste
De woorden „bij uitsluiting” waren
Het de op
welke wijze
de Kamer gebruik zou
was nu maar vraag,
De beant-
maken van de rechten, haar bij de nieuwe grondwet gegeven.
andere;
groot gedeelte afhangen
van een
woording dier vraag zou voor een
ook kennis
Waren er onder de Kamerleden, die naast belangstelling voor,
af
eenzijdige rapporten behoefden
te
gaan,
van Indië hadden; die niet op
medeleden
konden hun minder deskundige
maar uit ervaring spreken en
voorlichten?
ook al
niet slechts onderscheidde als een welsprekend predikant, maar
wereld.
vooraanstaande in de wetenschappelijke
spdedig een plaats innam
Holland uit
Ned. Indië dat hij nog na zijn vertrek langen tijd van
op,
met
hem malen tot uitingen, die de Indische regeenng
bracht eenige
Batavia, welke
aanstonden; de deelneming aan een vergadering te
slavernij, die bij een wet van 7 Mei 1859 tot feit werd. Dit was het succes
gelezen boeken werd. Ondanks vele fouten had dit werk onbetwistbaar
algemeen, dat Van Hoëvell daarin de minister van koloniën zou zijn. Dit
’t laatst als
op gevaren, eerste stuurman, tot hij in 1849 een werkkring
vond in de cultures
op Java. Eerst was
hij administrateur van een suiker-
werden de verplichte
van
Van Hoëvell’s denkbeelden. Achtereenvolgens
de ambtenaren
gewaakt tegen misbruiken, terwijl de cultuurprocenten voor
einde de heerendiensten in
vervielen. Andere wetten maakten een aan
rechtstreekschen invloed
hierdoor kreeg de volksvertegenwoordiging op
doch wel verhuren. Deze wet beschermde dus den Inlander tegen zich-
werd Nu
bouwondernemingen een groot succes. voor de meeste
producten
de Staatscultures hun concurrentie meer aandeden, werd het voor
geen
19
290 Opheffing van het Cultuurstelsel.
gebruik van
de arbeidskrachten, die waren vrijgekomen door opheffing
der cultures.
verplichte
VarTdeze laatste was na
1870 nog alleen de koffiecultuur in wezen;
Bovendien de koffie-
planters was verbeterd. gebruikte men voor
in 1892, richtte
zich mee. Dit geschiedde eerst
bij een nieuwe poging en nu
evenwel het
de Kamer zoodanig verzoek tot de regeering. Deze meende
het duurde nog tot 1915, eer zij aan den later nog eenige malen
missen;
de laatste cultuur
Reeds
geruimen tijd
vóór de opheffing van verplichte
de koffiebladziekte 1
), 2°. vermeerdering van
zaak als gevolg van en
1870,
zijn agrarische
in
de
uitgaven in Indië. Bij de bespreking van wet
kostte, en door dit alles werden de saldi steeds kleiner. Nog eens
verbouwde koffie
1883 de de het Gouvernement
1
) In was opbrengst van voor
Krakatau-uitbarsting 26 tot 28
Augustus 1883 kostte 37 Europeanen
en 36 380 Inlanders het leven.
ter
J. S z., Bijdragen tot de kennis van het Landelijk Stelsel op Java,
deel II en III; N. G. P i e r s o n, Het Cultuurstelsel; Dr. W. R. van
stelsel Wet.
en Agrarische
21. VERWAARLOOZING DER BUITENBEZITTINGEN.
De
ernstige moeilijkheden, die zich op
verschillende punten der Bui-
maakt, zooveel mogelijk troepen naar Java te zenden, en elke actie daar-
waarvan
het doel was zooveel geld naar Nederland over te maken, als
deelen van Indië, welke geen direct voordeel aan de schatkist konden
althans het
bezorgen, de uitgaven tot een minimum te beperken, opdat
tekort dier „lastposten” zoo gering mogelijk zou zijn. !) De geschiedenis
het voorschrift,
schouwspel; onthouding van elke ingrijpende actie was
bezittingen.
Van den Bosch maakte, wat de politiek van onthouding betreft, een
uitzondering voor Sumatra. Hij was van plan dit eiland, voor zoover
het tractaat van 1824 dit toeliet, geheel onder Nederlandsch gezag
te
1
Dat de financieele toestand Indië inderdaad wordt duidelijk, als
) van precair was,
leggen, doch dit was voor de Padri s het sein, om meer aanvallend op
hevige gevechten in
slaagde, in 1832 Bondjol te bezetten, dat nog steeds
het der
centrum
Padri-beweging was gebleven. Men meende, dat hier-
mede het verzet gebroken was, en nu geleidelijk het Nederlandsch be-
stuur er kon worden doch
ingevoerd, spoedig volgde de ontgoocheling.
de
Op wegen tusschen de verschillende posten werden herhaaldelijk
kleine detachementen overvallen en afgemaakt. Hierdoor verontrust, zond
de
regeering den overste Vermeulen Krieger met een afdeeling troepen uit,
de zwakke
om
bezetting van Bondjol te versterken. Hij kon echter deze
bewijzen voor
waren, vond de
regeering het beter, hem naar Batavia
1
) Zie hiervóór, blz. 269.
295
Ook Sumatra verwaarloosd.
zich De
ontvlucht, doch na enkele maanden moest hij overgeven.
zijn
kwamen nu
kern van
het verzet was
daarmee gebroken, en geleidelijk
Tot zelfs in Indragin
ook de omliggende landstreken in onderwerping.
die vooral ten doel
Siak richtte de regeering militaire posten op,
en
opgenomen
in het stelsel van tijdens
Ook de
ontevredenheidsuitingen van
de verdrukte bevolking. zeeroot
beroofde bestuursambtenaren
toe. De van afdoende machtsmiddelen
weldra
moesten zich vaak minachting en
hoon laten welgevallen, en
zocht Inlandsche
aan te
knoopen met
vorsten, volgens zijn voorgeven,
de
om
Christelijke beschaving te verbreiden, maar stellig ook om
den
Engelschen invloed te
verhoogen. Op Celebes had daarmee
hij geen
Noord-Borneo trof
succes:
op hij het beter. Daar waren de Dajaks van
Serawak in opstand
gekomen tegen den sultan van Broenei, en
de Neder-
Brooke hem
aan, om met
zijn schip en bemanning te ondersteunen: toen
dollar. Na
eenigen tijd staakte Brooke deze betaling, en trad op als een
onafhankelijk Met de
vorst. steun van Engelsche regeering bestreed
hij
met succes den zeeroof in de wateren Noord-Borneo.
van
Vervolgens
gelukte het hem in 1846 den sultan Broenei
van te bewegen, het
eilandje
Laboean. steenkolen
waarop waren
gevonden, aan Engeland af te
staan, t)
Singapore. Doch de
stellig was een vestiging van twee natiën
op één
J
) Broenei zelf kwam later in bezit de British
van een Engelsche maatschappij,
North Borneo Company; zoowel dit als Serawak, steeds
gebied waar nog nakomelingen
Brooke werd in 1888 onder de kroon
van
regeeren, protectoraat van Engelsche geplaatst.
Bali. 297
hxpedities naar
brengen, maar zij verzette er zich toch niet meer tegen, als een krachtig
werd het
militair optreden op
de Buitenbezittingen noodig geacht om
slechts de zullen
der militaire expedities, waarvan wij voornaamste
Bespreken.
slechts Neder-
Bali, zoo dicht bij }ava gelegen, stond in naam onder
het zelfs
geheel onbekend. De verschillende vorsten,
kustplaatsen na was
onder wie het eiland verdeeld traden zeer willekeurig en wreed op;
was,
1846
internationale moeilijkheden voorzag, zond zij er in een expeditie
de be-
heen, die zonder veel moeite plaatsen Boeleleng en Singaradja
de vorsten hun onderwerping aanboden. Zij
zette, waarna respectieve
Nadat Rochussen een ultimatum gesteld had, dat niet werd aangenomen,
hoogheid erkenden.
ten t). Zij voerden op hun prauwen de Nederlandsche vlag, doch wei-
het Gouvernement
gerden, ook maar eenige verplichtingen jegens na te
gevreesd werden
zij onder de Inlanders
slotte meer en meer
ten waren
werd belet. Nadat een oorlogsfregat, dat de rivier een eindweegs op-
bestonden
nieuw, toen het den resident bleek, dat de kongsies nog immer
De daardoor noodzake-
Chineezen tot openlijke vijandschap overgingen.
Mon-
deelde hun mede dat de troepen, vóór eenigerlei onderhandeling,
de regee-
Chineeschen adviseur werd een aanslag gepleegd, een spion van
samenkomst
tjam-foei of Drievingerenverbond genaamd, wier plaats van
Nu kende de haar
de statuten en
de ledenlijst der kongsie. regeering
laatste verzet,
vijanden en
trad
krachtig tegen hen op. Nadat nog een
onderdrukt, werd de
van een goudmijn en zijn werkvolk, in_lBs6 was
gezien was, wegens zijn geboorte uit een Chineesche moeder. Tegenover
Leden Montrado.
van een goudzoekcrs-kongsie te
de het Gou-
evenmin als door onderhandelingen, wist gemachtigde van
Nu
de geheele bevolking tegenover zich kreeg. volgden eenige
vrijwel
de Nederlandsche troepen onder
zwaren strijd, waarin van
jaren van
door het
Borneo. Geleidelijk echter werd het terrein van den opstand
zich
versterkte posten
verkleind, en in 1862 moest Hidajat
vestigen van
daarmede was
overgeven. Hij werd eveneens naar Java overgebracht, en
bleef niettemin
de kracht van
het verzet gebroken. Nog vele jaren lang
tendent-sultans opdoken.
Nias noodig,
Sumatra geweest. In 1856 was een gewapend optreden op
Nias_had de
zijn lot over.
In verband met dit optreden op gouverneur
in 1857 bezoek
van
Sumatra’s Westkust, generaal Van Swieten, een
dezen overeenkomst
gebracht aan den sultan van Atjeh, en met een
het
de strandhoofden had, om
hen te dwingen tot nakoming van
over
beloofde.
302 Optreden op
Sumatra.
zichzelf sultan,
dit
gebied geheel aan overgelaten, en de toen
regeerende
begaf hij zich naar Singapore, en droeg zijn rijk op aan het Britsche
Daar wendde hij zich, op grond van reeds in den Compagniestijd tus-
doen vluchten. Nu de
om
hen ook van hier te slaagde vertegenwoordiger
van het Gouvernement er in, den sultan met zijn broeder te verzoenen,
Assahan het
Deli, Serdang, Langkat en onder opperhoogheid van
kust van Sumatra, maar het leidde anderzijds tot groote moeilijkheden.
1
) Zie hiervóór, blz. 295.
303
Boni-expedities.
ambtenaren uitvoerrechten
de kustplaatsen in- en
De werden
protesteerde. hieruit ontstane moeilijkheden eerst opgelost
hoofdstuk zal worden
bij het
verdrag van 1871, dat in het volgende
besproken.
de Nederlandsche
minste wijziging in
zijn eigenmachtig en jegens
Na
rusten, die in Februari 1859 op Celebes aankwam. inspannende
marschen werd de hoofdstad bereikt, doch, evenals in 1825, was
ook
de Bonische De noodzaakte de
nu regeering gevlucht. regentijd aan-
voerders, naar
de kust
terug te keeren, waar
de troepen allerhevigst
door cholera werden. Na 180 in
geteisterd achterlating van man een
de kust de overige
aan gebouwde versterking moesten troepen naar
1
) Zie hiervóór, blz. 257.
304 Deli-maatschappij.
be-
De militaire expedities werden in deze periode hoofdzakelijk
het Nederland-
schouwd als middelen om
die vorsten te straffen, welke
hun
sche oppergezag
toonden te minachten, of de rust in gebied niet
bezetting daadwerke-
regel alle troepen weer terug: van blijvende en van
kon
zijn
economische exploi-
dat in dezen tijd nog geen sprake van een
welke voor-
Niënhuys, in het landschap Deli tabak te planten, van
}.
werd de hoofd-
treffelijke hoedanigheid bleek te zijn. Niënhuys eerste
administrateur van
de in 1869
opgerichte Deli-maatschappij, en gaf als
Pr f. Dr. H. T. Col
11, 2, blz. 6—97; e n-
Oost-lndische Bezittingen ,
o
191
brander, Koloniale Geschiedenis I, blz. 329 —331; 111, blz. 237;
Land
Dr. E. B. K i 1 s t ra.
Indisch Nederland: C. Lekkerkerker,
e
het
Volk Sumatra; J. van
Swieten, Krijgsverrichtingen tegen
en van
Literatuur. 305
Dr. P.
W. A. van Rees, De Bandjermassinsche Krijg; J. Vet h,
Borneo’s Wester-afdeeling.
Tabaksplantage in Deli,
20
DE BEVESTIGING
22. ATJEH-OOLOG. VAN HET GEZAG
OP DE BUITENBEZITTINGEN.
2
) Zie hiervóór, blz. 121.
Conflicten met Atjeh. 307
doch Nederland
de Engelschen van verdere inmenging afzagen, voor
het schip op naar een Atjehsche haven. Als de sultan uitlevering weigert,
schip 1852
Britsche oorlogsmarine; in 1851 volgt een
uit Napels, in weer
dit de
in staat deze toezegging te doen nakomen, en was een gevolg van
2 blz. 301.
) Zie hiervóór,
308 Ingewikkelde verhoudingen in Atjeh.
door eigen hoofden bestuurd werden. Maar ook in Groot-Atjeh had het
dankte zijn
het tegenwoordige Kotta-Radja, met de naaste
omgeving. Hij
Inlandsche Euro-
waren, getuigen de pracht en praal, die, volgens en
namelijk niet
zelfs geheel onder hun invloed. Zijn waardigheid was
aantroffen,
handelaars, die Atjeh bezochten, daar den sultan in
zijn paleis
hoofden.
Sumatra-tractaat. 309
oorzaak, dat
Onbekendheid met deze ingewikkelde verhoudingen was
de die
Het Siak-tractaat van
1858 prikkelde bovendien Atjehers, op
maakten 1).
verschillende Onderhoorigheden van
dit land aanspraak
het
Een nieuwe reeks vijandelijkheden, nu ook ter Oostkust, was gevolg,
beschoot de Neder-
vloot in 1863 Deli, en
zelfs bedreigde een Atjehsche
door dringen,
landsche vlag. Inmiddels begon het ook tot Engeland te
de een ander
geplunderd, in 1870 bemanning van
Engelsch schip en
de Malakka tot de
de route naar Indië had gewijzigd, en straat van
had
den Archipel en de Chineesche zee
voornaamste toegangspoort van
dat andere
het geenszins denkbeeldig, een
omstandigheden was gevaar
2
zouden als de Nederlanders ).
genieten
dacht het
Nu had Nederland de handen vrij, maar voorloopig nog
den
In antwoord verschenen eenige Atjehsche hoofden bij
daarop
1
) Zie hiervóór, blz. 302.
Guinea aan
werden de bezittingen de kust van
2) Nederlandsche aan
Gelijktijdig
Engeland afgestaan.
310 Begin van den strijd.
landers
vriendschappelijk gezinde element. De regeering gaf hieraan ge-
terugvoeren. Weldra vernam men, dat zij van een kort oponthoud te
en toen
geen voldoening gegeven werd, overhandigde hij 26 Maart
1873 de
oorlogsverklaring. Reeds 5
April d.a.v. landde generaal Kohier
mislukt.
neming was
8000 man sterk, onder generaal Van Swieten. Na een aantal verken-
Radja gedoopt.
naar Batavia terug. Doch weldra bleek, dat de Atjehers zich geenszins
hij mocht niet aanvallend optreden Toen hij echter voortdurend zelf
werd het de
aangevallen, ontwierp hij plan, om Groot-Atjeh geheel van
dwingen. De regeering
keurde dit plan goed, Pel en zijn opvolgers voer-
generaal Karei
posten. Verandering bracht eerst het optreden van van
en waren
alle onverzoenlijke elementen naar Pidië uitgeweken.
worpen,
dezelfde wijze
viel geen enkel schot. Nu wilde Van der Heyden op tegen
de uit. De naar
Pruys van
der Hoeven. Maar aldra brak strijd opnieuw
fanatieke keerden Groot-
de
Onderhoorigheden getrokken strijders naar
werd de be-
ducht vijand kennen. Van een gestrand Engelsch schip
Indische schatkist had een schuld van 85 millioen. Men verlangde naar
Een
onderwerping zouden komen, doch het tegendeel bleek het geval.
den
Indrapoeri werd Mohamed Dawot, zoon van over-
In de moskee te
312 Concentratie-stelsel
Gewapende Atjehcrs.
„plaagd kan worden” t). Maar financieel bracht dit stelsel tijdelijk eenige
Hadden de kosten millioen be-
opluchting. te voren 15 a 20 per jaar
1
) Dr. C. Snouck Hurgronje
Snouck Hurgronje en Van Heutsz. 313
teloosheid. In Indië en
Nederland velen in, dat men zoo nooit tot
zagen
een goed einde zou komen, en een tweetal bekwame mannen gaven
in
ter
bestudeering van de politieke en godsdienstige verhoudingen, welke
Heutsz, die al eenigen tijd op Atjeh had gediend, gaf in hetzelfde jaar
brochure het licht, De
een in
onderwerping van
Atjeh, waarin hij er op
centreerde stelling gebruikt werd, het geheele land kon worden onder-
worpen.
benoemden Vetter l
), die
commissaris legercommandant, generaal in
a
) Zie beneden.
314 Korte
Verklaring.
van
vijanden gezuiverd, waarna Pidië de beurt kwam, het
aan
gebied,
de verzetspartij zich den
waar om pretendent-sultan had geconcentreerd.
vandaar de de Weldra
nam
wijk naar
Gajoe-landen. trok de
majoor
Van Daalen hem achterna in dit nog nimmer door een blanke betreden
in 1904 de
en was
onderwerping van Atjeh voltooid, dank zij de dapper-
heid en opoffering van minderen zoowel als meerderen.
Van de Van
in
onderwerping gekomen hoofden had Heutsz de onder-
door hem
opgesteld in
samenwerking met Snouck Hurgronje, bevat
vreemde zullende
mogendheden, de
vijanden van Nederland ook
of den Gouverneur-Generaal of
namens diens vertegenwoordiger
nu van
dit geweest. Door het invoeren van een
bestuurs-
gouverneur
civielen De
gouverneur. uitvoer van bevolkingsproducten, peper, pinang
steeds ook de Europeesche ondernemers
en
coprah, neemt toe, terwijl
de hand de
er aan
ploeg hebben geslagen, getuige een aantal cultuur-
ondernemingen en petroleumontginningen.
de leerschool In
bezittingen is Atjeh-oorlog een voortreffelijke geweest.
nemen tot
verbetering van de economische en politieke toestanden in de
en bestrijder van
het Christendom; hij bedreigde met zijn aanhangers
welvarend
de zendelingen en Christenbevolking van Silindoeng, een
landschap ten Zuiden van het Toba-meer. Een militaire expeditie ver-
landsch bestuur, maar daar het de regeering het bij, en buiten Silindoeng
de
Ernstiger en van veel wijder strekking waren Lombok-expedities.
weest, maar tot een meer daadwerkelijke bezetting werd zelfs na 1882,
niet
de residentie Bali en Lombok instelde, overge-
toen regeering een
De bemoeienis van
den resident strekte zich slechts tot eenige
gaan.
Lombok, de
als slavernij en weduwenverbranding. De bevolking van
In 1891 brak op
Bali een strijd uit tusschen eenige vorsten, waarbij
Deze kwamen weder-
uit de Sasaks werden gerequireerd. nu
hulptroepen
wendden zich den Nederlandschen resident met een
om
in opstand, en tot
Toen Gouverne-
geheele reeks
grieven tegen hun overheerschers. een
de
bemanning, onder Lomboksche vlag. Nu zond regeering er een paar
zich
oorlogsschepen heen, die de beide vaartuigen in beslag namen en
bood de regeering
de reede van Ampenan posteerden. Vervolgens
op
tusschen
den radja haar bemiddeling aan, om besprekingen te openen
Toen de ondertusschen
hem en de Sasaks. vorst daarop niet inging, en
1
) Zie het volgende hoofdstuk
Lombok-expeditie. 317
ultimatum
Lombok was aangekomen, liet
hij den
radja een overhandigen,
overreden, de wape-
deeld, het binnenland doorkruiste om de Sasaks te
Vetter als Gouverneur-Generaal Van der Wijck verloren het hoofd niet.
en
18 November het sterke en uiterst fanatiek verdedigde Tjakranegara:
zond hem Batavia; den
den 20sten nam hij den radja gevangen en naar
het
bleven slechts 1000 man op
Lombok achter: het volgend jaar was
Heutsz en Idenburg, gingen in dezelfde lijn door. Zoodra een vorst zijn
einde Zoo
voortgezet.
sneuvelde in Zuid-Borneo
Boni in hetzelfde
van jaai
werd verban-
afgezet en
of
geslacht gesneuveld
in de
gevangen genomen;
Bataklanden sneuvelde,
Si Singa
ste
opvolger van
uitzonderingen. De mees-
te inheemsche vorsten
erkenden en na
de
voor
Nederlandsche souverei-
Generaal van Heutsz,
niteit, en toen in 1911 de
sultan van
Riouw als laatste de Korte Verklaring had geteekend, was
als
en Azië, beschouwde men koloniën vanzelfsprekend objecten van
eeuw vond het protest der Jezuïeten tegen de excessen der Portugeesche
Dirk Van
Eerst door het optreden van een van Hogendorp, een
Hoëvell, Multatuli en
Fransen van de Putte begon het in Nederland tot
de de in-
velen door te dringen, dat het immoreel was, belangen van
die
het moederland, dat op het laatste de zedelijke plicht rust, bevolking
betere bestaansvoor-
te beschermen, beschaving te brengen, en aan
Cultuurstelsel de batig-saldo-
woorden te helpen. De strijd tegen het en
beschikken. monde de
komst over
eventueele Indische baten te Bij van
het sedert 1830 aan het moederland had afgestaan, een streep gehaald
de
Th. Deventer, oud-advocaat in Indië, die naar aanleiding van
van
wordt door
stelsel waarvan
de invoering eenigszins verontschuldigd
na,
de volksvertegen-
digheden waren echter in 1867 geheel gewijzigd, toen
Indië is
voor het moederland gebruikt. Het onttrekken van geld aan
onrechtvaardig; de sedert
echter na 1867 in elk geval onverdedigbaar en
21
322
Zedelijke roeping ten
opzichte van Indië.
vaardigheid zijn, maar ook van verstandig politiek beleid, die in Indië
veel ontevredenheid De
zou
wegnemen. eenvoudigste wijze van voldoe-
ning ware, dat Nederland de 120 millioen schuld, die Indië sedert heeft
dit
gedaan, door niet bedrag te voldoen, maar te handelen volgens den
passus uit de Troonrede van 1901, die erkende, „dat Nederland tegen-
op
den weinig weerstand bezittenden Inlander. Deze maakte bovendien
1
) Nog in 1916, toen de nieuwe onderwijspolitiek al veel verbeterd had, bleek bij
een op Java ingesteld onderzoek, dat van
de 1000 volwassen inheemschen er
niet meer
In het bizonder
sterk toenemende
economische zwakte. op Java, met zijn
de en andere bestaansmiddelen te
openen,
bedrijf productie op te voeren
middel het
iïït den aard der zaak, onderwijs meer tot verbreiding van
Colombo, Inlandsche
vrij belangrijke
van
Ambon, Batavia en gemeenten
onder de Heidenen”. De
„bevordering van
het Christendom, byzonder
kwamen in 1814 Jn Indië aan, en be-
eerste uitgezonden zendelingen
eilanden. Hun arbeidsveld
gonnen
hun werk op
Ambon en omliggende
In 1855 1861 kwamen
de jaren tusschen en
werd geleidelijk grooter.
het Ambon
talen. Reeds in 1835 opende Zendelinggenootschap te een
een model-hospitaal stichtte, doch hier als elders wordt de ervaring op-
enkele
De Katholieke missie heeft reeds in den Portugeeschen tijd op
Met de uitbrei-
punten in den Archipel met veel toewijding gewerkt, t)
1660. op Flores tot het einde van de 17de eeuw. Daarna gingen zij te
op
kon Toen de
tot 1848, eer men praktisch van gelijkheid spreken. vatte
missie haar werk Timor en Flores weer en breidde het later be-
op op,
eveneens
tal van
ziekenhuizen en
scholen.
het doch
Ook de
regeering had wel iets gedaan voor volksonderwijs,
2
) Zie hiervóór, blz. 245.
Uibreiding het
326 van Onderwijs.
het nog tot 1866, eer een tweede kweekschool werd opgericht, te Ban-
1900 de uitgaven
aantal volksscholen tot stand. Maar nog in bedroegen
Indië dan het dubbele die
voor het Europeesch onderwijs in meer van
toch totaal
voor
het Inlandsch onderwijs, terwijl er toen in
nog geen
25 telde
daarna werd de achterstand vlug ingehaald, en na
jaar (^925)
Indië 11000 duizenden particuliere scholen voor
openbare en nog eenige
scholen, waar
alleen les wordt gegeven in lezen, schrijven, rekenen en
Raden Kartini,
strevende Javaansche regentendochter Adjeng zijn,
advocaten e.d. vindt men thans verschillende Inlanders, wat vóór dertig
irrigatie.
de
daarheen te doen verhuizen zouden voor de op Java achterblijvenden
levensvoorwaarden worden, terwijl de emigranten hun
gunstiger op
beneden de Hoofdoorzaak de
de resultaten ver verwachting. is groote
zich de den
Niet slechts tot
irrigatie bepaalde regeeringszorg voor
die de voor het bedrijf benoodigde gelden tegen matige rente voor-
Er streken,
is.
zijn nog immer waar men dagreizen verwijderd is van
de wordt
een hospitaal of standplaats van een geneeskundige. Niettemin
Een eerste
zorg is het voorkomen en bestrijden van epidemieën, als
cholera
pokken, typhus, en pest, waarbij gebruik gemaakt wordt van
entingen tegen pokken, maar ook tegen cholera en typhus. Ter bestrij-
Bij deze diensten werkt men veel met inheemsch personeel. Reeds in
hoopt, dat den duur de aan deze school opgeleide artsen, evenals
op
die de sedert
van 1913 te Soerabaja bestaande inrichting tot opleiding
voorzien.
eveneens te
Bandoeng, een inrichting tot verpleging van inheemsche
330 Hygiënische Verzorging.
verschillende opzichten
De Burgerlijke Geneeskundige Dienst werkt in
het
zeer bij aanleggen van
drinkwaterleidingen, waar-
het vaak
door gebruik van
verdwijnen.
is de laatste jaren
Krachtig
ook de uitbrei-
gewerkt aan
het zoo
ding van wegennet,
als de Buiten-
op Java op
voorzien op vele
Raden Adjeng Kartini
wegen zijn,
der
Eeredienst en
Zending; J. C. J. Kleynt j ens, S. J., Atlas R. K.
deze
als de ethische koloniale politiek i). Het overzien van wat politiek
kon vinden,
heerscht, dat een beweging van non-coöperatie aanhangers
af of de regeering
voering gebracht, dan is men geneigd zich te vragen,
oorzaken kunnen zijn, dat het zoo goed bedoelde streven tot zulk een
de voornaamste
oorzaak te beschouwen van den zich openbarenden
Immers de „be-
van verzet
de Europeesche overheersching.
geest jegens
der inheemschen heeft zich niet be-
of het „ontwaken
wustwording’
tot
perkt tot Nederlandsch-Indië, maar valt waar te nemen vanjapan
veel beter uitgerusten Europeaan, die slechts zelden de tact bezat om een
vermeend
meerderheidsgevoel niet te toonen, tot
uiting komen moest.
het Aziatische
energie, en gaf een krachtigen stoot tot réveil, waartoe ook
wikkeling, de daarmede
gepaard gaande nauwere aanraking met Wes-
in
Europa volgden de vrij plotselinge het
op toename van
wetenschap-
rente, noodig door den sterken aangroei der lands-uitgaven, legden een
hieraan schuldig, als wel het tempo, waarin men haar praktisch heeft
Dat dit de
doorgevoerd. men in
hoogste instantie gaat inzien, bewijzen
of geboorte, verdiensten de
rang maar
eigen positie moeten bepalen,
die de inneemt. In
men in maatschappij verband daarmede keerde zij
zich
tegen de overdreven hormat (eerbewijzen). Zoowel zeer aanzien-
dus verschillende
tot
rassen, spraken verschillende talen, maar hadden
de
zou worden nagestreefd door middelen, „welke niet in
strijd zijn met
„wetten des
lands en van het Gouvernement.’
weldra in de
Het aantal leden van de S. I. groeide sterk aan, en liep
honderdduizenden. Toen
zij in 1913 rechtspersoonlijkheid aanvroeg, ver-
door
de 1915 opgerichte Centrale S. 1.,
die het jaar daarop
alle aan bij in
congressen.
de verschillende S. 1.-vereeni-
werkmethode liepen
In beginselen en
gingen nog
in be-
wilde daar niets van weten. Geleidelijk nam
deze linkervleugel
Nationaal-lndische
de uit Indo-Europeanen of „blijvers” geconstitueerde
in de eerste plaats de instelling van
streek of bevol-
die zich de der belangen van een bepaalde
behartiging
de Soendaneezen), de
doel stelden, als Pasoendan (voor
kingsgroep ten
Nieuwe Vereenigingen en Bonden. 337
De actie van een andere vereeniging zou daartoe den doorslag geven.
de revolutionnaire
vrijmoediger optrad en meer en meer richting uitging.
haar
Op congres van 23 Mei 1920 nam
zij den naam aan van Perserikatan
Kommunist India K.
(P. I.). Voorzitter werd de bekende volksleider
(communistisch), en een
godsdienstig-nationale. Nadat op het
congres
te
vervangen door een, sterker als eenheid georganiseerde, Partij Sarekat
Islam (P. S. I.). Vervolgens legden Tjokro-Aminoto en Hadji Salim nog-
22
in 1926.
338 Opstand
het
„hoewel zich een volksvereeniging noemend, van kapitalisme geen
dat
„afstand wil doen”. Om haar eigen afkeer van kapitalisme te toonen,
die
concentreerde zij haar aandacht op de vakvereenigingen, waarvan zij
Indië
Semaoen werd geïnterneerd. Op zijn verzoek kreeg hij vergunning,
de P. K. I. de roode S. 1.-
Na zijn vertrek organiseerde uitgestooten
S. I.
Sarekat Rajat (volkspartij), die zij als „echte
afdeelingen tot een
P. K. I. als bovenbouw. Deze laatste kwam geheel onder den invloed van
af, braken
benden trokken rond, sneden telefoon- en telegraafleidingen
de spoorwegen op, en
vermoordden tal van loyale dorpshoofden en politie-
dat het de bedoeling
dienaren. Uit later gevonden papieren is gebleken,
dooden, van
de ver-
te en
was,
de vooraanstaande regeeringspersonen
in het leven
maken, algeheele omwenteling
warring gebruik te om een
de
verzet onderdrukt. In Januari daarop had een soortgelijke poging op
uit, dat
daaraan einde. Een onderzoek wees
regeering spoedig een
ring verbande allen, die een leidende rol gespeeld hadden, naar Boven-
iets van
de communistische leer af te weten, maar verlokt door voor-
spiegelingen van een komenden heilstaat. Zonder den ernst van het
gekomen.
P. P. P. K. I.
(Pemoefakatan Perhimpoenan Politiek Kebangsaan
Indonesia of Bond van politieke vereenigingen van den Indonesischen
zelfstandigheid nog niet gekomen is, dat een volk ook tot zelfbestuur
1
) Zie voor den Volksraad het laatste hoofdstuk.
Nationalisten.
340 Regeering en
è tort et
„verblind zijn door een anti-Nederlander-stemming a
„inheemsche meerderheid de
moeder-
„belangen van .a
„land die
en van degenen,
„door of afkomst
geboorte
„Nederland en de Neder-
landers mis-
nog lang niet
dat inheemschen,
„inzien wij,
kunnen als
„even loyaal zija
„de m.eest
„de Nederlander.”
verschillende poli-
woordigers van
dat
de meening uitgesproken, zij
hen willen
kunnen medegaan en
der rede,
haling van een gedeelte
waarmede Gouverneur-Generaal
van
den Volksraad opende:
de en te
metterdaad overtuiging te vestigen
„gelegenheid gegeven om
„den, en
haar
maatschappelijk, economisch en staatkundig geleidelijk
t» heffen dat de effectieve Nederlandsche
„on tot een zoodanig peil,
kan worden ontbeerd.”
„leioiny
p in
Th. Blumberger, De communistische beweging
J. etrus
STAATSINRICHTING.
de inheem-
willen thans nagaan, welke stappen reeds gedaan zijn, om aan
schen invloed op en
aandeel in het bestuur te
geven.
bij elk
was het centrum, waar alles werd geregeld en voorgeschreven, en
dat in Europa
omvang nabijkomt.
Het was de minister van koloniën, Baron van Dedem, die een eerste
wetsontwerp in tot
wijziging van het Regeerings-Reglement en de Comp-
werp niet in
behandeling. Een soortgelijk ontwerp van minister Cremer
onderging hetzelfde lot, toen deze in 1901 ais minister aftrad. Doch reeds
het
kregen alle residenties een Gewestelijken Raad terwijl in cultuur-
een Minahassa-Raad tot stand kwam. Deze Locale Raden werden samen-
gesteld uit
Europeanen, Inlanders en Vreemde Oosterlingen; de Euro-
middelen, gedeeltelijk door het heffen van belastingen. Bij den aanvang
1925 bestonden of
van er 15 Gewestelijke en 42 Plaatselijke
Gemeenteraden.
nissen van plaatselijken aard uit. Immers de regeering behield het toezicht
de daarin
ressort niet overdragen, evenmin als de bemoeienis met gelegen
zelfbestuur hadden de Locale Raden weinig of geen nut. Dit zou slechts
tot
bereikt kunnen worden, niet door deop Europeesche leest geschoeide Locale
Al
Inlandsche gemeenschappen, de dessa en het regentschap. spoedig
de
gingen in dezen zin stemmen
op.
In 1912 en volgende jaren drong
Eek de
O. I. ambtenaar S. Ritsema van in eenige vlugschriften aan, op
instelling De Regeeringscommissaris
van autonome regentschappen. tot
de de Nederlandsch-
ging, en waarvan hoofdpunten waren: verdeeling van
worden
geleidelijk ingevoerd, en 1 Januari 1926 kwam de eerste provincie,
West-Java of Pasoendan, tot stand.
provincie met een Provincialen Raad, die een meerderheid van niet-
twee
regentschappen. De laatste worden bestuurd door een
Regent-
-
de dit
provincie wenschelijk achten, kan het
dagelijksch bestuur in het
autonome
regentschap worden opgedragen aan een College van Gecom-
mitteerden, onder
leiding van den regent. Zij zijn te vergelijken met het
Den len
Juli 1928 werden Midden- en Oost-Java administratief onder
een gouverneur geplaatst, ter
voorbereiding van de
invoering van auto-
1
) In West-Java 20 Europeanen, 20 5
Inlanders en Chineezen.
in het Landsbestuur.
346 Wijzigingen
Indië is 6
De bestuurshervorming zal, indien
zij in geheel ingevoerd,
5 in het leven roepen. Gouvernementen
provinciën en gouvernementen
Maakte de wet
op
de bestuurshervorming een grondige wijziging
geering.
Haar
wetgevende macht was beperkt, doordat bepaalde onder-
het het munt-
werpen van wetgeving, met name Regeerings-Reglement,
wezen en
het beheer en de verantwoording der koloniale geldmiddelen, aan
de toepassing
Besluit, Algemeene maatregel van
bestuur terwijl voor
bestuursdaden interneering
daarin, dat de G. G. zekere belangrijke
aandeel in de wet-
waardoor de Raad van Indië zijn
rijke wijziging, o.a.
Geheel het
afgescheiden van
beginsel van decentralisatie en
den
Kamer, waarvan tal van leden niet de minste kennis van Indische toe-
bij de worden
wet moest vastgesteld. Nog vóór de indiening van
het
Voorloopig Verslag op
dit
ontwerp was Fock af getreden.
in, dat, naast den Raad van Indië, Kolonialen Raad in het leven
een
wilde
roepen, waarin Europeanen, Inlanders en Vreemde Oosterlingen
zouden hebben. De
zitting ontwerper werd nog in hetzelfde jaar ver-
door
vangen Pleyte, die het door zijn voorganger opgemaakte ontwerp
de G. G. daarvan ten
de overige leden moest
Bij de benoeming van
werden dat
één vierde uit de Inlanders aanwijzen: in de praktijk
minste
leden,
werden één voorzitter, benoemd
door de kroon, 24 gekozen
toen:
Inlanders. de
12 Inlanders, en 24 benoemde, waarvan 8 Bij
waarvan
verkiezingen.
Volksraad dat naast de
der instelling den was,
Een gevolg van
benevens de Nationaal-Indische
bestaande inheemsche politieke partijen,
Zijn Bevoegdheden. 349
Europeesch Verbond.
Men heeft in den eersten Volksraad de kiem te zien van een Indo-
nesisch parlement. Aanvankelijk echter was
zijn invloed niet anders dan
zaken, waarover
hij het oordeel dit
van
college wenschte te
vernemen;
hij echter
was tot
raadpleging verplicht ten aanzien van de
begrooting,
de het
bestemming van
batig, of de voorziening in het nadeelig slot, het
aangaan van geldleeningen, en het eventueel instellen van een Indische
vang af groote beteekenis gehad voor het politieke leven van Indië. De
regelen der de
regeering, en verlangens te doen hooren, die in alle lagen
der
bevolking leefden. Doordat elk
Departementshoofd aangewezen werd,
de
om
op zijn Departement betrekking hebbende posten der
begrooting te
De
geweldige gebeurtenissen, die in het
najaar van
1918 in
Europa
plaats grepen revolutie in Duitschland, dreigende toestand in andere
Indië bij de
grondwet schrijven voor: dat de Staatsinrichting voor wet
dat de Gouverneur-Generaal
moet worden vastgesteld; ten aanzien van
terwijl de
het bestuur eigen bevoegdheidssfeer krijgt, aan
algemeen een
behouden !).
diende de in 1923
Ter uitwerking dezer grondwetseischen regeering
had de constitu-
gewijzigde grondwet dat mogelijk gemaakt, namelijk
door
Niettemin schenkt zij Indië een aanmerkelijk grooter zelfstandigheid
Bovendien vermeerdert zij den invloed der bevolking, door den Volksraad,
besluit volgen.
Een overzicht van
de nieuwe Staatsinrichting moge tot
Nederlander minstens 30
De Gouverneur-Generaal, die moet zijn en
2
Besluit benoemd onbepaalden tijd ).
jaar oud, wordt bij Koninklijk voor
koers Vóór
artikel 1 de nieuwe Grondwet geeft den veranderden aan.
i) Reeds van
1922 Juidde dit: „Het Koninkrijk der Nederlanden omvat het grondgebied in Europa,
Nederland, Neder-
zegt: „Het koninkrijk der Nederlanden omvat het grondgebied van
vordering en
ontslag van alle landsdienaren, of kan dat aan anderen
delegeeren; hij sluit verdragen met Inlandsche vorsten, heeft het toezicht
de besluiten
op van provinciale en
staat van
beleg afkondigen, heeft het
recht van gratie. Zijn wetgevende
macht bespreken den Volks-
wij bij
raad.
landers
zijn; de nieuwe wet spreekt
van Nederlandsche onderdanen,
Raden Aria
Adipati Achmad
stemming. Zooals reeds is Djajadiningrat
opge-
lid van den Raad van Indië.
merkt, heeft de Raad van Indië
zijn
wetgevende bevoegdheid verloren; hij is nog adviseerend en in
sommige
gevallen medebesturend lichaam, als voorheen. Een 1928
in
aangenomen
danig zitting.
Er
zijn negen Departementen van Algemeen Bestuur te
, weten zeven
komt de
Departement in den Volksraad verdedigen. Op geregelde tijden
de eenheid in de regeerings-
Raad van Departementshoofden bijeen, om
de zijn de Departementshoofden
komst tot het
bespreken van begrooting,
mede aanwezig.
is bureau, dat onmiddellijk
Algemeens Secretarie
een
De
te Buitenzorg
de Secretaris. Het
dienste staat van
den G. G. Leider is Algemeene
ten
stukken,
alle aan den G. G. gerichte ambtelijke
bureau ontvangt en opent
voorzien, aan
den G. G.
of bedenkingen
en legt ze, van opmerkingen
den Landvoogd in den ver-
Ook het de beslissingen van
voor. redigeert
het
draagt voor de samenstelling van
eischten ambtelijken vorm, en zorg
30 Nederlanders, 5 uitheemschen-niet-
beneden) er 25 inheemschen,
raden: de
voorloopig ook nog
die van enkele plaatselijke
bezittingen
de onderafdeelingsraad van Padang-
de Minahassa-raad,
Cultuurraad,
Pandjang t).
tot wijziging
het eind 1928 is een wetsontwerp aangenomen,
Op van
30
der leden als 30 inheemschen en
de verhoudingsgetallen volgt:
van
5 niet-Nederlanders. Deze
waarvan
25 Nederlanders en
uitheemschen,
den van
de eerstvolgende nieuwe
zal met aanvang
wijziging ingaan
Volksraad, 15 Mei
zittingsperiode van den 1931.^
de eerste aanvangende
DeV. R. houdt twee gewone zittingen per jaar,
den Volksraad.
Vorstenlanden zenden 1 vertegenwoordiger naar
i\
De op Java
kent
(Locale Raden men m
Het bestaat
Gedelegeerden. uit 20 leden, die door den Volksraad in de
eerste
vergadering elke vierjarige zittingsperiode worden.
van
gekozen
De den V. R. de
voorzitter van is tevens voorzitter van gedelegeerden;
het lichaam
gedelegeerden wetgevend van Nederlandsch-Indië, Het kan
namelijk de door den G. G., óf door zes leden van den V. R., óf door
2 of
gedelegeerden, ingediende ontwerp-ordonnanties aannemen ver-
Ordonnantie is de de Indië
werpen. naam van voor geldende wetten,
vastgesteld ij.
Groote bracht de de
verandering nieuwe Staatsinrichting in wijze,
de Indische stand komt. Voorheen werd het
waarop begroeting tot
en
bij overeenstemming tusschen deze beide autoriteiten kan de moeder-
landsche die of
regeering begrooting aannemen verwerpen, maar mag
enkele
er geen wijziging in
aanbrengen.
De Wet op de Staatsinrichting 1925 heeft Indië dus
van een groote
zelfstandigheid gegeven.
De Rijksregeering oefent in hoofdzaak nog
de
aanvullingen, de artikelen Decentralisatie, Bestuurswezen, Regent-
schapsraden. Volksraad.
1
) Zie hiervóór, blz. 346.
23
VAN GOUVERNEURS GENERAAL
LIJST
VAN NEDERLANDSCH-INDIE.
Wiese 1805
1610 Albertus Henricus ....
Pieter Both
Daendels . 1808
1614 Mr. Herman Willem
Gerard Reynst
1811
Dr. Laurcns Reaal 1615 Jan Willem janssens
1811
1619 Lord Minto
Pieterszoon Cocn
Jan
Raffles (luit.-Gouv.) 1811
1623 Thomas Stamford
Pieter de Carpentier
1816
Pieterszoon Coen 1627 John Fendall (luit.-Gouv.) ....
Jan
A. Ph. Baron der
1629 Mr. G. G. van
Jacques Specx
1816
1632 Capellen
Hendrik Brouwer
du Bus de Gisignies
Van Dieraen 1636 L. P. ]. Burggraaf
Antonio
1826
Cornelis v. d. Lijn
1645 (Commissaris-Gcneraal) ....
Mr. van
•
1856
1713 c. F. Pahud
Swol
Christoffel van
Baron Sloet de
Mr. L A. J. W. van
1718
Hendrick Zwaardecroon
1861
1725 Beele
Mattheus de Haan
1866
1729 Mr. P. Mijer
Mr. Diederik Durven
'872
Mr. Dirk van
Cloon 1732 ! Mr. ]. Loudon
1875
1735 ' Mr. ]. W. van Lansberge ....
Abraham Patras
Valckenier
1737 ] F. 's ]acob
Adriaan
1884
1741
I O. van Rees
Johannes Thedens . • ■
.1888
Baron Imhotf . 1743 Mr. C. Pijnacker Hordijk . . .
Gustaaf \Villem, van
1893
1750 J Jhr. C. H. A. van
der Wijck . . .
•
Tacob Mossel
1899
.1761 W. Rooseboom
Petrus Albertus van der Parra .
1904
1775 ! ], B. van Heutsz
Jeremias van
Riemsdijk
1909
de Klerk 1777 1 A. F. W. Idenburg ■
Reinier
Graaf Limburg Stirum 1916
Mr. ). P.
. • .1780 van
Mr. Willem Arnold Alting .
1(J 21
Overstraten 1796 Mr. D. Fock.
Mr. Pieter Gerardus van
C. D. de Graetf 1926
1801 Jhr. A. .....
Johanncs Sibcrg
REGISTER VAN PERSOONSNAMEN.
Agni: 4,
Ball (H. L.): 199.
Boemi): 168.
Bort (Balthasar): 124.
Amangkoe Boewono II (zie ook sultan Bosch (Johannes, graaf van den): 274,
Sepoeh); 200
278—283, 285, 293—295.
Amangkoe Boewono III: 226, 263. Both
(Pieter): 56—59, 60—61, 80, 82,
Amangkoe Boewono IV: 263—264, 138.
Amangkoerat II:
114—116, 126—128.
Braganza (Catharina da): 171.
Amangkoerat III: 132.
Brahma: 4, 22.
Amsterdam (sultan): 122.
Broecke (Pieter van den): 59, 65—67,
Angrok (Keng): 16, 129.
23*
356 Register van Persoonsnamen.
204
Daendels (Mr.
H. W.): 163. 198,
Brouwer (Hendrik): 86 —89.
109.
91.
Dam (Mr. Johan van):
Caen (Anthony):
Pieter 145.
van): 55—56.
Dam (Mr. van);
Caerden (Paulus
Decker 63.
(Johannes): 124—127, (Hans de):
Caraphuys
Dedem K. baron van); 320, 343,
(G. A. G. P. baron der) (W.
Capellen van
277. 347.
239, 246—262, 272, 273,
(Ch.): 313.
101, 172. Deykerhoff
Caron (Frangois):
12.
67, 74 —79, 83, Dharmmawangga:
Carpentier (Pieter de):
29.
95. Diaz (Bartholomeus):
87,
Djajabaja; 14.
Choebilai: 18.
A. A. 351.
22. Djajadiningrat (Raden A.):
Qiwa; 4—5, 7—B, 10,
16.
55. Djaka-Dolok:
Claessen (Reynier):
Boewono IV.
270. Djarot: zie Amangkoe
Cleerens (J. B.):
Doerga: 4.
de): 167.
Clercq (majoor
der): 41.
174.
Does (Franck van
Clive (Robert):
van): 150.
148—149. Domburgh (Diederik
Cloon (Dirck van):
Drake (Francis): 34.
Cochius (F. D.): 266, 295.
schrijver); 77.
59 —88, 116, Dryden (Engelsch
Coen (Jan Pieterszoon);
(L. P. J. burg-
151, 159, 186.
Du Bus de Gisignies
138, 141,
267, 269, 272—274, 277—278.
172. graaf):
Colbert (Jean Baptiste):
42.
Dumoriez (Ch. F.): 205.
Cordes (Simon de);
Dupleix (Joseph); 173—174.
Jacobsz): 91 —92.
Coster (Willem
Du Puy (J.): 241.
Gouper (Jacob) 115—116.
Du Puy (P.): 213
Coxinga: 108.
233 —234.
Crawfurd (John):
Eek baron van); 175—176.
343. (L. J.
Cremer (], T.): 321,
Eerens de): 128.
(D. J.
Qri: 4
Lord Minto): 221—224.
ook Hayam
Elliot (Gilbert,
Qri Radjasanagara (zie
231.
Woeroek); 20.
278—279.
Fa Hien: 7.
Han Ti Ko: 216.
Heutsz B. van):
Geen (J. J. baron van): 257, 266, 303. (J. 304, 313—315,
317—318.
Gillespie (Sir R. R.): 224, 226—227,
Hoëvell R. baron
Goenoeng Djati (Soenan): 28. (W. van): 286—288,
320.
Goens (Rijkloff van): 106—108, 112,
115, 124, 141. 171, 173. Hogendorp (Dirk van): 189, 196—199,
Goesti 166—167.
Hogendorp (Gijsbert Karei van): 196
(pangéran):
197.
Graaff (S. de): 344—345.
Houtman (Frederik 42
Grasveld (C. H. van) 198. de): 35,
P. graaf
149—167, 175, 180—181. 217. Limburg Stirum (Mr. }. van):
Indra: 4. 347—349.
38.
Iskander Moeda: : 121. Linschoten (Jan Huygen van): 35,
302 Napoleon: 198, 206, 218.
Ismaël (sultan van Siak): Lodewijk
(Pieter): 53.
Lyntgens
(Colin): 234.
Janssens (J. W.): 202, 218, 221—223, Mackenzie
le): 63.
Jumel (Fransch generaal): 221 —222. Maire (Jacques
226, 352.
Karei II van Engeland: 171.
55, 92.
Kertadjaya: 16.
Mercator: 37.
Kjai Modjo: 266, 269.
258 —259, 280 —281
Klerk 183 —186. Merkus (Mr. P.):
(Reynier de):
Meyden (Adriaan van der): 106.
Knol (Govert): 128—129.
295, 297, 307,
339. Middels (A. V.):
Koesoemo Joedo (pangéran):
Minto (Lord): zie Elliot.
(G. M.): 310.
Kohier
Mohamed: 25, 28.
Kok (Merkus, baron de): 253, 261,
Monteraarano: 113.
Laan der): 120.
(Johan van
Poernawarman: 2,3, 7.
196—199.
Pringalaja: 165.
I. L. de): 255.
Said 165—168. Stuers (H. J.
(Mas):
186—187.
Saint-Martin de); 115, 120. Suffren(de, Fransch admiraal):
(Isaac
Swieten (J. van): 298, 301, 303, 307,
335, 337.
Salim (Hadji August):
309—310.
Samiam: 28.
27.
Thorbecke (Dr. J. J.); 287—288.
Senapati:
155—156, 164.
266, 269, 294. Tjakraningrat:
Sentot:
75—76.
sterdam.
Towerson (Gabriel):
Tribhoewana: 20.
Juan da): 60.
Silva (Don
P. J.): 349.
Sindok.
Troelstra (Mr.
Sindok: zie Mpoe
178.
91—92, 102, 150, 172 Tulbagh (Rijk):
Singha (radja):
173.
149—157.
316, 318. Valckenier (Adriaan):
Si Singa Mangaradja;
Valentijn (Frangois): 129, 139.
Sjiwa: zie Qiwa.
Vasco da Gama: 29—30.
264 —265.
Smissaert (resident):
50, 56, 61
312—315. Verhoef! (Pieter Willemsz.):
Snouck Hurgronje (Dr. C.):
269.
Soenan Mas: 128—129, 156. Vermersch (kolonel):
(F.): 294.
Vermeulen Krieger
Soera 84.
Ngalogo:
148, 150.
125—129, 132, 156, 168. Versluys (Stephanus):
Soerapati;
(Abraham): 121.
Verspreet
4.
Soerya:
(G. M.)- 299, 301
Soetowidjojo: 27. 81. Verspyck
313, 317.
Vetter (J. A.):
Martinus): 72.
Sonck (Dr.
Vishnu: 4, 16, 22.
(Andries): 67.
Soury
94—96.
85—87, 89, 104.
Visscher (Frans Jacobsz.):
Specx (Jacques):
Visscher (de, Pescator): 61.
106, 110
Speelman (Comelis Janszoon);
Oudshoorn (Arnold de)
120, 124, 183. Vlaming van
102.
74 —77.
Speult (Herman van): 72,
de): 94.
Vries (Maarten Gerritsz.
van): 44.
Spilbergen (Joris
148.
41. Vuyst (Mr. Petrus);
Stalpaert van der Wiele (Augustijn):
Register van Persoonsnamen 361
Waghenaer (L. I.): 35. Willem I (koning): 237, 247, 276, 278
217.
Wikramawardhana: 25.
Zwaardecroon (Henricus): 131—135,
Wilberforce (William): 230.
142, 152.
Wilde
(Herman de): 128—129.
INHOUD.
Bladz
1
1. De Hindoe-tijd
De in Indië 25
2. De Verbreiding van den Islam. Portugeezen . .
34
Compagnie
124
8. De Periode van Nabloei
Bederf 137
9. Achteruitgang en Innerlijk
148
10. De Opstand der Chineezen
169
12. De Westersche Kwartieren. Kaap de Goede Hoop .
. .
180
13. De laatste van de Compagnie
jaren
195
14. Indië onder de Bataafsche Republiek
205
15. Mr. Herman Willem Daendels
221
16. Het Engelsche Interregnum .
237
17. De Commissarissen-Generaal
247
18. Het Tractaat van Londen. Van der Capellen's Bestuursperiode
262
19. De Java-oorlog. Du Bus de Gisignies
275
20. Het Cultuurstelsel en de Batig-saldo-politiek . . .
...
•
293
21. Verwaarloozing der Buitenbezittingen •
het de Buiten-
Bevestiging van Gezag op
22. De Atjeh-oorlog.
306
bezittingen
■ .
•
32 ®
23. De Nieuwe Koers
Nederlandsch-Indië 354
Lijst van
Gouverneurs-Generaal van . .
}
Persoonsnamen
Register van .