Professional Documents
Culture Documents
Les Schrift
Les Schrift
LEERGEBIED: TAAL
LESONDERWERP: DE HOOFDLETTER H
ONDERDEEL: schrift
DATUM: 30/11/2021 TIJDSTIP: 10:00 uur – 10:25 uur
BEGINSITUATIE
DOELEN
Leerplandoelen (ZILL – OVSG – GO) telkens gekoppeld aan de bijhorende lesdoelen.
Noteer bij elk lesdoel welk soort het is. Kies hiervoor uit volgende drie soorten lesdoelen:
cognitieve doelen, Dynamisch-Affectieve of Sociale doelen of (Senso)(Psycho)motorische
doelen.
D1: motorische doel
MZkm4 Vloeiend schrijven – 6-8j Leesbaar schrijven van kleine letters, hoofdletters.
Lesdoelen: De leerlingen kunnen de hoofdletter H leesbaar schrijven.
Lesdoelen: De leerlingen kunnen de hoofdletter H juist verbinden met de rest van de
kleine letters.
D3:
LEERINHOUD
1
MATERIALEN
REFLECTIE VOORAF
WEI- PRINCIPES
Welke van de volgende WEI- principes heb je ingezet? Markeer welke principes je
bewust hebt ingezet.
1. Leerlingactiviteit 6. Expressie
2. Werkelijkheidsnabijheid 7. Samen leren
3. Leerlingeninitiatief 8. Focus
4. Aanpassing aan de individuele mogelijkheden 9. Herhaal
5. Positief klasklimaat 10. Voortbouwen
EVALUATIEVORMEN
Noteer in het lesverloop telkens het nummer van het doel (bijv. D1) op de plaats
waar je het doel evalueert. Zorg voor een duidelijke aanduiding.
DIFFERENTIATIE
1. Welke van de volgende differentiatievormen heb je ingezet? Markeer welke
vormen je bewust hebt ingezet.
1. Individuele aanpassingen
2. Tempodifferentiatie
3. Differentiëren naar interesse
4. Differentiëren naar leerstatus:
Verlengde instructie
Begeleide inoefening
Sporenaanpak
5. Andere: …
2
LESOPBOUW & TIMING
Timing Onderwijsactiviteiten Leeractiviteiten
5 min
Fase 1: inleiding, sfeerschepping
De leerkracht leest het verhaal voor van de vliegende
hond.
Wat is er gebeurd?
3
In oefening drie moeten jullie de hoofdletter h schrijven
in een woord. Hiervoor moet je de hoofdletter verbinden
met de rest van het woord. Je moet hiervoor je pen niet
opheffen, je kan gewoon doorschrijven. Na je boogje op
het einde ga je gewoon verder.
4
BRONNEN
Eigen ideeën
OVERZICHT BIJLAGEN
5
REFLECTIE ACHTERAF
WEI- PRINCIPES
Reflecteer aan de hand van je vooraf geselecteerde WEI- principes.
Verantwoording: per geselecteerd principe
o Observatie: Hoe realiseerde je het principe? Wat stel je vast?
o Interpretatie: Hoe verklaar je dit?
o Alternatieven: Hoe zou je dat volgende keer (anders) willen aanpakken? Waarom?
Principe 1: …
Principe 2: …
…
EVALUATIEVORMEN
Reflecteer aan de hand van je aangeduide evaluatiewerkvormen (D1, D2, D3, …) in je
lesverloop. Verantwoording:
Zijn er leerlingen waarbij je de hoofddoelen niet bereikte? + Waarom?
DIFFERENTIATIE
Reflecteer aan de hand van je vooraf geselecteerde differentiatiewerkvormen.
Verantwoording:
Waarover ben je tevreden? Waarom?
Waarover ben je niet tevreden? Hoe zou je het volgende keer krachtiger aanpakken?