Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 6

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER

Naam student: Leen De Groote Datum nazicht:


Stageschool: De Linde Nagekeken en …: [markeer wat van toepassing is]

Stageklas: 2 Aantal lln.: 28 □ herwerken/aanpassen


Mentor: Sanne Hoylaerts □ goedgekeurd

Digitale handtekening mentor of Naam en datum van nakijken mentor:

LEERGEBIED: TAAL
LESONDERWERP: DE HOOFDLETTER H
ONDERDEEL: schrift
DATUM: 30/11/2021 TIJDSTIP: 10:00 uur – 10:25 uur
BEGINSITUATIE

Lesspecifieke beginsituatie van de kinderen in deze les:


 (Buiten)schoolse voorkennis en vaardigheden
De leerlingen hebben in de les hiervoor de hoofdletter K leren schrijven. Ze weten de
benamingen van de verschillende lijnen al. Bij de lessen schrift is er een verhaaltje dat
doorloopt doorheen alle lessen. De leerlingen kennen de personages en de rest van het
verhaaltje al.
 Interesses/leefwereld/actua
 Specifieke onderwijsbehoeften
 Infrastructurele en organisatorische wijzigingen & aandachtspunten

DOELEN
 Leerplandoelen (ZILL – OVSG – GO) telkens gekoppeld aan de bijhorende lesdoelen.
Noteer bij elk lesdoel welk soort het is. Kies hiervoor uit volgende drie soorten lesdoelen:
cognitieve doelen, Dynamisch-Affectieve of Sociale doelen of (Senso)(Psycho)motorische
doelen.
D1: motorische doel
MZkm4 Vloeiend schrijven – 6-8j Leesbaar schrijven van kleine letters, hoofdletters.
Lesdoelen: De leerlingen kunnen de hoofdletter H leesbaar schrijven.
Lesdoelen: De leerlingen kunnen de hoofdletter H juist verbinden met de rest van de
kleine letters.

D2: motorisch doel


MZkm4 Vloeiend schrijven – 6-8j Schrijfpatronen herhalen, uitbreiden en combineren
binnen een bepaalde begrenzing of met bepaalde uitvoeringsgrootte.
Lesdoelen: De leerlingen kunnen de hoofdletter H schrijven met de juiste
uitvoeringsgrootte en de juiste begrenzing.

D3:

LEERINHOUD
1
MATERIALEN

REFLECTIE VOORAF
WEI- PRINCIPES
Welke van de volgende WEI- principes heb je ingezet? Markeer welke principes je
bewust hebt ingezet.
1. Leerlingactiviteit 6. Expressie
2. Werkelijkheidsnabijheid 7. Samen leren
3. Leerlingeninitiatief 8. Focus
4. Aanpassing aan de individuele mogelijkheden 9. Herhaal
5. Positief klasklimaat 10. Voortbouwen
EVALUATIEVORMEN
Noteer in het lesverloop telkens het nummer van het doel (bijv. D1) op de plaats
waar je het doel evalueert. Zorg voor een duidelijke aanduiding.

DIFFERENTIATIE
1. Welke van de volgende differentiatievormen heb je ingezet? Markeer welke
vormen je bewust hebt ingezet.
1. Individuele aanpassingen
2. Tempodifferentiatie
3. Differentiëren naar interesse
4. Differentiëren naar leerstatus:
 Verlengde instructie
 Begeleide inoefening
 Sporenaanpak
5. Andere: …

2
LESOPBOUW & TIMING
Timing Onderwijsactiviteiten Leeractiviteiten
5 min
Fase 1: inleiding, sfeerschepping
De leerkracht leest het verhaal voor van de vliegende
hond.

Wat is er gebeurd?

Welke hoofdletter is erbij gekomen?


15 min
Fase 2: verwerving + verwerking

Deelfase A: hoofdletter h aanleren


Laten we eerst eens allemaal met onze vinger in de lucht
deze hoofdletter schrijven zoals de hond ook de
hoofdletter in de lucht schreef. We gaan wel eerst eens
kijken naar het filmpje over hoe we dat moeten doen.

De leerkracht zet het instructiefilmpje op.

Oké nu gaan we dat tekenen in de lucht. Steek je


wijsvinger maar in de lucht en we tekenen een blij
mondje, een stokje naar beneden en een grote lus. Je
gaat omhoog en maak een nieuwe lus. En dan ga je naar
beneden en eindig je met een haakje naar rechts.

Nu ga je oefening 1 op pagina 44 in je boek maken. Je


moet daarbij over de stippenlijntjes gaan.

Nu dat dat vlot ging gaan we de hoofdletter H ook eens


tussen de lijntjes schrijven. Daarvoor gaan we eens even
kijken naar het volgende filmpje.

De leerkracht zet het 2de instructiefilmpje op.

We gaan de eerste eens allemaal samen schrijven.

De leerlingen schrijven in hun boek en de leerkracht


schrijft op het bord.

Dus we vertrekken vertrek op de daklijn. We maken een


blij mondje en een stokje naar beneden. We maken een
grote lus op de vloerlijn en ga schuin omhoog. We maken
een nieuwe lus op de plafondlijn en ga naar beneden. We
eindigen met een haakje naar rechts.

Nog een paar belangrijke dingen waar je moet op letten


zijn dat je beginboogje niet te diep helt en niet te groot
is. Daarnaast moet je eerste lus de kelderlijn raken en op
de vloerlijn sluiten. Je tweede lus moet de daklijn raken
en sluit op de plafondlijn. De letter eindigt met een
boogje naar rechts, niet naar links.

De leerkracht zet deze aandachtspunten op bord zodat de


leerlingen hierop kunnen terugkijken tijdens het oefenen.

Nu mogen jullie oefening 2 volledig afmaken.

Deelfase B: verbinding hoofdletter H en woord

3
In oefening drie moeten jullie de hoofdletter h schrijven
in een woord. Hiervoor moet je de hoofdletter verbinden
met de rest van het woord. Je moet hiervoor je pen niet
opheffen, je kan gewoon doorschrijven. Na je boogje op
het einde ga je gewoon verder.

De leerkracht schrijft Hans op het bord en doet dit rustig


zodat de leerlingen kunnen zien dat de pen niet
opgehoffen wordt.

Nu mogen jullie oefening drie maken. Je mag je pen dus


niet opheffen tussen de hoofdletter en de rest van het
woord.

De snelle leerlingen kunnen de oefeningen op het


kopieerblad ook nog maken.

De leerlingen die klaar zijn mogen een kopieerblad komen


halen en de oefeningen op dit blad nog maken.
5 min Wat vonden jullie moeilijk?

Wat vonden jullie makkelijk?

Welk getal stond er op het briefje van de verdwenen


letters van de koning? Weet er iemand dat nog?

Jullie mogen dat opschrijven in het briefje dat de koning


vastheeft en dan mogen jullie op pagina 50 het vakje met
dit getal kleuren.

Wat zou dit raadsel betekenen?

Misschien komen jullie daar volgende week wel achter.

4
BRONNEN
 Eigen ideeën

 Gebaseerd op een bestaande bron:


o hogeschoolles:
o methode:
o lesvoorbereiding medestudent:
o andere inhoudelijke bronnen: …

OVERZICHT BIJLAGEN

BORDGEBRUIK EN BORDPLAN(NEN): krijtbord – whiteboard – digitaal bord

5
REFLECTIE ACHTERAF
WEI- PRINCIPES
Reflecteer aan de hand van je vooraf geselecteerde WEI- principes.
Verantwoording: per geselecteerd principe
o Observatie: Hoe realiseerde je het principe? Wat stel je vast?
o Interpretatie: Hoe verklaar je dit?
o Alternatieven: Hoe zou je dat volgende keer (anders) willen aanpakken? Waarom?

Principe 1: …

Principe 2: …


EVALUATIEVORMEN
Reflecteer aan de hand van je aangeduide evaluatiewerkvormen (D1, D2, D3, …) in je
lesverloop. Verantwoording:
Zijn er leerlingen waarbij je de hoofddoelen niet bereikte? + Waarom?

Hoe zou je het volgende keer krachtiger aanpakken?

DIFFERENTIATIE
Reflecteer aan de hand van je vooraf geselecteerde differentiatiewerkvormen.
Verantwoording:
Waarover ben je tevreden? Waarom?

Waarover ben je niet tevreden? Hoe zou je het volgende keer krachtiger aanpakken?

You might also like