Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 28

Magnetische Schakelaars

& Relais

T K opd 17 _3 a op l

1 2 3 4 5 6
F6
L1
95
F4
96 98

95
F5
96 98

11 11 11 11
S1 S2 S3 S4

12 14 12 14 12 14 12 14

13 43 13 43
K1 K1 K2 K2
14 44 14 44

21 21
K4 K5
22 22

21 13 21 21
K2 K5 K3 K1
22 14 22 22

A1 A1 A1 A1 A1
K1 K5 K3 K4 K2
A2 A2 A2 A2 A2
N

M V M V M V M V M V
2-2 4 2-4 3 2- 2 3 2-3 2 2-3 1
2-2 2-4 2- 2 2-3 2-3
2-2 2-4 2- 2 2-3 2-3
2 3 4
3 5

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 1 van 27


Inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE................................................................................................................................................ 2

INLEIDING ............................................................................................................................................................. 3

DOELEN .................................................................................................................................................................. 5

INSTRUCTIE .......................................................................................................................................................... 6

LEERMIDDELEN .................................................................................................................................................. 6

OPDRACHT 1A: PLANNING ............................................................................................................................... 7

OPDRACHT 1B: OVERLEG PRAKTIJKOPLEIDER / BEGELEIDER……………………………………..7

OPDRACHT 2: THEMATITEL…………………………………………………………….…………………….7

OPDRACHT 3: BEGRIPPENKENNIS................................................................................................................. 7

OPDRACHT 4ABC: STUDIETAAK .................................................................................................................... 8

OPDRACHT 5: CALCULEREN EN BESTELLEN…………………………………………..…………..……11

OPDRACHT 6: PRACTICUMOPDRACHT..................................................................................................... .12

OPDRACHT 7: BEDRIJFSOPDRACHT (R&W BLAD) ................................................................................ 18

OPDRACHT 8: EVALUATIE………………………………………………………………..……………….….18

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 2 van 27


Inleiding
In dit thema gaan we in op de wat Magnetische Schakelaars & Relais zijn. We gaan
verschillende schakelaars bekijken en we gaan deze ook aansluiten in de practicumruimte.

Wat is een relais eigenlijk?

Het woord komt uit het Frans en dateert uit de tijd van de postkoetsen. Relais betekent letterlijk: rustplaats.
Het was een plek waar de paarden werden uitgespannen om te rusten, denk aan het Engelse woord relax. In
Nederland heette zo’n plaats een uitspanning. Toen de telegraaf zijn intrede deed, ongeveer tegelijk met de
spoorwegen, kwam men er achter dat je de afstand tussen de zender (de seinsleutel) en de ontvanger (het
schrijftoestel) niet onbeperkt groot kon maken. De draadweerstand werd dan zo groot dat de spoel van het
schrijftoestel te weinig stroom kreeg. Daarom werden er tussenstations geplaatst waar een magneetspoel stond
die een contact bediende. Op dat tussenstation stond ook een batterij die via dat contact een “verse” stroom de
draad op stuurde naar het schrijftoestel of naar het volgende tussenstation. Net zoals in de postkoetsentijd het
relais diende om verse paarden voor de koets te spannen diende het tussenstation bij de telegraaf om het
signaal te verversen. Het toestel dat door middel van een magneetspoel een contact bediende werd daarom
ook relais genoemd.

Tegenwoordig worden relais in die toepassing niet meer zo veel gebruikt. De belangrijkste functies van een
relais zijn: het scheiden van stroomkringen met verschillende spanningen, het gelijktijdig uitvoeren van
meerdere acties die elektrisch van elkaar gescheiden moeten blijven en bijzondere schakelingen die ook wel op
een andere manier kunnen, maar met relais veel eenvoudiger zijn. De toepassingen zijn legio, de wereld barst
letterlijk van de relais.

Een andere benaming voor een relais is: elektromagnetische schakelaar (EMS) en dat brengt precies onder
woorden wat het is: een schakelaar die elektromagnetisch wordt bediend, niet meer en niet minder. Relais
bestaan ook in talloze uitvoeringen. Om te beginnen is er verschil in spoelspanning. Aan de ene kant zijn er
relais die bediend worden met 5V gelijkspanning, maar er zijn ook exemplaren die gemaakt zijn voor 230V
wisselspanning. Daartussen bestaat bijna alles wat je kunt verzinnen.

Ook op het gebied van kontakten is er een grote verscheidenheid. Sommige contacten zijn haardunne draadjes
die maar net genoeg stroom kunnen voeren om elektronische schakelingen aan te sturen, aan de andere kant
zijn er kontakten zo groot als een vuist om grote motoren mee in te schakelen. Vooral in de uitvoeringsvorm
bestaat een enorme verscheidenheid. De vormgeving van een relais heeft vaak te maken met de toepassing en
met de manier waarop de gebruiker het relais wil monteren.

Hierna laten we een paar veel voorkomende uitvoeringen zien, maar bedenk dat dit een greep is uit de vele
mogelijkheden die er zijn. Om te beginnen (tekening 1) het hoekanker relais dat veel in de telefoontechniek
werd toegepast. Het relais heet zo omdat het anker in een hoek gebogen is. Als er stroom door de spoel gaat
lopen dan wordt het anker door de kern aangetrokken. Op de naar beneden hangende kant van het anker zit
een blokje isolatiemateriaal (geel getekend) dat het middencontact naar rechts drukt. Dit komt daardoor los
van het linker contact en maakt vervolgens verbinding met het rechter contact.

We hebben daar ook de Engelse contactbenaming bij gezet die heel veel gebruikt wordt. Bij het middelste
contact staat de C van “common”, dat is het gemeenschappelijke contact In het Nederlands wordt dat vaak de
moeder genoemd. NC staat voor “normally closed” dat is: normaal gesloten. En met normaal bedoelen ze dan
dat de spoel geen stroom voert, oftewel: het relais is af. De aanduiding NO betekent “normally open”, dat
spreekt verder voor zichzelf. De kontakten NC en NO heten ook wel de dochters, NC noemen we dan het
verbreekcontact, NO heet het maakcontact. Ook dat spreekt voor zichzelf, maar je moet het wel even weten.

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 3 van 27


Daarnaast staat een uitvoering getekend die in de industrie heel veel voorkomt (tekening 2). Het bewegende
moedercontact is hier in een isolerend blokje op het anker bevestigd en beweegt heen en weer tussen de
dochters die vast op de voetplaat zijn bevestigd. We zien hier steeds maar één wisselcontact getekend, maar
veel relais hebben meerdere kontakten, vaak 3 of 4 naast elkaar.

Er bestaan ook relais waar het contact niet op het anker zit, maar waar het anker zelf het bewegende contact
is. Uiteraard kan zo’n relais maar één contact hebben en het hele magnetische circuit staat dan onder
spanning.

In tekening 3 is een bijzondere uitvoering getekend die veel lijkt op het hoekanker relais, maar hier zit het
anker aan de andere kant en beweegt de kontakten via een lange beugel. Deze constructie heet: kamrelais.
Ook het kamrelais heeft meestal meerdere kontakten, 2 of 4 komt het meeste voor. Tenslotte nog een
bijzondere uitvoering, het reedcontact (tekening 4).

Het Engelse reed betekent gewoon riet en daarom kunnen we dus ook rietcontact zeggen. In een glazen buisje
zitten twee dunnen ijzeren lipjes of draadjes (de rieten) die elkaar net niet raken. Maar als je er een magneet
bij houdt worden ze magnetisch en trekken elkaar aan. Daardoor maken ze elektrisch contact De kontakten
moeten van ijzer zijn omdat ze magnetisch moeten worden, maar om het contact te verbeteren zijn ze meestal
voorzien van een dun laagje goud of platina. Het buisje is gevuld met stikstofgas om te voorkomen dat de
kontakten verweren. Het stikstof dient dus als een beschermgas. In het Duits heet zo’n relais daarom een
Schutzgas Rohr Kontakt (SRK), dus een contact dat in een buisje zit met een beschermgas.

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 4 van 27


Een reedcontact is strikt genomen geen relais, want voor een relais is nog een elektromagneet nodig. Ook deze
vorm komt voor (tekening 5). Daartoe wordt het glasbuisje direct in de spoel geschoven. Om het magneetveld
te versterken wordt er bij professionele uitvoeringen vaak een ijzeren beugeltje overheen gezet. Het geheel is
nu een echt relais geworden. Ook zo’n relais kan meerdere contacten hebben, er zitten dan meerder
glasbuisjes in de spoel.

Doelen
Als je dit thema succesvol hebt afgerond:
• kun je het basisprincipe en werking van een magnetische schakelaar begrijpen
• kun je veilig omgaan met het aansluiten van magnetische schakelaars
• kun je apparatuur monteren en aansluiten m.b.v. magneet schakelaars
• kun je magneet schakelaars onderhouden, testen en controleren
• kun je storingen in magneet schakelaars lokaliseren en oplossen
• kun je de voorschriften over magneet schakelaars toepassen
• kun je tekeningen van verschillende magneet schakelaars lezen en aanpassen
• weet je waar je magneet schakelaars tegenkomt in de praktijk
• kun je het basisprincipe een relaisschakeling begrijpen
• kun je veilig omgaan met het aansluiten van complexe relaisschakelingen
• kun je een relaisschakeling zelf ontwerpen en aansluiten
• kun je 3-fase motoren monteren en aansluiten op een relaisschakeling
• kun je relaisschakelingen onderhouden, testen en controleren
• kun je storingen in relaisschakelingen lokaliseren en oplossen
• kun je de voorschriften over relaisschakelingen toepassen
• kun je tekeningen van verschillende complexe relaisschakelingen lezen en aanpassen
• weet je waar je relaisschakelingen tegenkomt in de praktijk

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 5 van 27


Instructie
In dit Thema werk je zowel individueel als in een groep. Dat wil niet zeggen dat je alle
opdrachten alleen moet doen, maar wel dat je zelf verantwoordelijk bent voor het
eindresultaat en dat je de uitwerking van opdrachten bespreekt met je groepsleden.

De opdrachten die hier vermeld staan moeten uitgewerkt worden in een verslag. Iedereen
maakt een eigen verslag! Voeg ook de meetpracticum resultaten als bijlagen in je verslag en
zorg dat er een paraaf van de docent op staat zodat het is nagekeken/gecontroleerd is

Kort samengevat: wat wordt van jou verwacht:


• Je maakt goede afspraken over wie wat gaat doen, het is heel verstandig dat je deze
afspraken goed noteert zodat je later elkaar kunt aanspreken.
• Je werkt alle opdrachten uitvoerig uit
• Je maakt van alle opdrachten een overzichtelijk verslag.

Leermiddelen
Om alle opdrachten en toetsen voor dit thema goed voor te kunnen bereiden, moet je de
volgende leerstof doornemen:

Je kunt deze leerstof o.a. vinden in:

Hulpmiddelen:
• Boek Installatie techniek
• Energie Techniek 3MK kern/werkboek (isbn 90-425-0526-5)
• NEN-1010
Je kunt deze lesstof vinden in:
• de mediatheek
• Internet: zoals http://nl.wikipedia.org www.moeller.net www.europe.omron.com

Er is echter véél meer te vinden dan deze informatie!


Je wordt dan ook uitgedaagd om met nieuwe verrassende informatie te komen, neem deze
informatie op in je verslag.

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 6 van 27


Opdracht 1a: Planning
Maak een goede planning, lees daarvoor eerst goed het hele thema zodat je een goed beeld
hebt van wat er gedaan moet worden. Maak daarna met je groep een goede planning. Denk
daarbij aan de volgende punten:
• Wat moeten we allemaal doen?
• Wanneer willen we wat af hebben?
• Wie doet wat?
Zorg dat de planning wordt opgenomen in je verslag

Opdracht 1b: Overleg praktijkopleider / begeleider


Ga met je praktijkopleider / begeleider rond de tafel zitten om dit thema door te nemen en
spreek af wat er de komende 5 weken van elkaar verwacht wordt. Maak hierover concrete
afspraken. Zeker bij opdrachten 2, 3, 4B, 5B en 7 is je praktijkbegeleider van wezenlijk
belang. Laat in het verslag zien hoe dit gesprek tot stand is gekomen; hoe heb je deze
afspraak gemaakt en hoe is dit gesprek verlopen.

Opdracht 2: Thema titel


Alvorens we het thema kunnen maken moeten we weten wat het hoofditem van het thema
wordt. Magnetische Schakelaar & Relais zijn namelijk ruime begrippen zodat we dit beter
moeten specificeren t.a.v. jouw praktijkomgeving.

Concrete vraag is dus om te kijken in jouw (praktijk)omgeving waar Magnetische Schakelaar


& Relais voorkomen en dit item als leidraad te pakken voor dit thema (dit wordt dus tevens
de titel van het thema). Schrijf hierover een kort, maar wel een gedegen, technisch verhaal.
Voorbeelden kunnen zijn; besturingskast, noodstop, beveiligingsinstallatie, mobiele lift,
flipperkast enz, enz.

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 7 van 27


Opdracht 3: Begrippenkennis
In deze opdracht is het de bedoeling dat je zoveel mogelijk opschrijft over wat je al weet van
Magnetische Schakelaar & Relais. Maak een tabel waarin je zoveel mogelijk begrippen
noteert over dit onderwerp en geef een korte uitleg over dit begrip. Als je niet veel
begrippen kunt verzinnen betekent dit waarschijnlijk dat je nog niet zoveel weet over dit
onderwerp.

Enkele belangrijke begrippen die zeker aan de orde moeten komen zijn:

NO en NC
Inschakelverschijnselen
Vlammenboog
AC1 t/m AC 4
IEC
Aantrekspanning
Afvalspanning
Aantrek,- en afvaltijd
Schakelfrequentie
DIN-rail
Contactnummers 13-14
Contactnummers 21-22
A1-A2
Spoelspanning
Hulpcontacten

Opdracht 4: Studietaak
A. Onderzoek van de hieronderstaande (schakelaars de eigenschappen, de principe werking,
het toepassingsgebied en zoek hierbij ook een plaatje zodat je weet hoe ze eruit zien.
Lees de specificaties van elk relais aandachtig door. Deze zijn vaak in een andere taal

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 8 van 27


omschreven zoals Engels en Duits zodat het lezen hiervan vaak lastig is. Het gebruik van
een woordenboek is misschien dan ook aan te raden. Het weten van het woord stroom in
het Engels (current) is een pre.

* PCB Power Relais

* PCB Signaal Relais

* Automotive Relais (Plug-In relais)

* MosFet Relais

* Solid-State Relais

* Reed Relais

* Bistabiel Relais

B. Maximale stroom door de Relaisspoel

Lees hieronderstaande theorie door zodat je de volgende vraag kunt oplossen;

Bereken/beredeneer de maximale stroomdoorgang van een relaisspoel die bestaat uit een
koperdraaddikte van 0,25 mm (Let op geen doorsnede dus) en die 9250 windingen bevat.
Elke winding is gemiddeld 4 cm lang en heeft een te verwaarlozen laklaagdikte. De
spanning is geschikt voor 230 V.

R=132 ohm I=1,74 A een fout is dat we XL ook mee moeten nemen. Dit gaan we op
een later moment bekijken in de metingen.

Ampere windingen en plakkende relais

Relais bestaan voor verschillende spanningen. Maar eigenlijk is de spanning helemaal niet het punt waar het
om gaat. Om het anker van een relais met de kontakten in beweging te krijgen is een magneetveld nodig van
een bepaalde sterkte. En de sterkte van het magneetveld is afhankelijk van de hoeveelheid stroom die rond de
kern loopt. Die hoeveelheid stroom drukken we uit in het aantal ampere-windingen (AW).

Wat betekent dat nu?

Stel dat een relaisspoel bestaat uit 10.000 windingen waar een stroom van 10mA doorheen loopt. Die stroom
loopt door alle windingen in dezelfde richting en je kunt ze daarom bij elkaar optellen. In ons voorbeeld levert
dat 10.000 x 0,01 = 100 AW op. Je kunt hetzelfde effect krijgen als je 1 winding rond de kern legt waar 100 A
doorheen loopt. Of 100 windingen waar 1 A door loopt.

De wikkeling heeft ook een weerstand, en om de benodigde stroom te laten lopen hebben we dus een
bepaalde spanning nodig. Dus indirect zijn we toch weer bij de spanning aangekomen maar het gaat dus wel
om het aantal AW. We gaan daar eens wat aan rekenen.

Als voorbeeld nemen we een kamrelais waar de wikkeling is gewikkeld met draad van 0,05 mm dik. Het aantal
windingen is 7200. De gemiddelde windinglengte blijkt 25 mm te zijn. De totale draadlengte is dus (7200 x
0,025 m) 180 meter.

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 9 van 27


Draad van 0,05 mm dik heeft een doorsnede van 0,002mm^2 (beetje afgerond). De weerstand van de
wikkeling is dan 1575 ohm. Hoe je dat uitrekent kun je teruglezen de Thema’s van de Monteurs Opleiding. (of
anders in de signaal-boeken in de mediatheek)

Het relais is volgens de fabrikant bedoeld voor 24 volt. Als we die spanning op de spoel zetten gaat er dus 15,3
mA lopen. Het aantal ampere-windingen is dan 15,3 mA x 7200 = 110

We kunnen ook uitrekenen hoeveel vermogen de spoel opneemt, namelijk; 24V x 15,3 mA = 0,366 W. Nu gaan
we de spoel veranderen. In plaats van het draad van 0,05mm nemen we draad van 0,1mm, dus twee keer zo
dik. Daarvan is de doorsnede vier keer zo groot. Daarom passen er ook 4 keer zo weinig windingen op de
spoelkoker, dus 1800 windingen. De gemiddelde windinglengte blijft gelijk, dus hebben we 1800 x 25mm = 45
meter draad nodig, dus 4 keer zo weinig. Een vier keer zo grote doorsnede en vier keer zo weinig lengte levert
een weerstand op die 16 keer zo klein is, dus 98,4 ohm.

Voor welke spanning is het relais nu geschikt geworden? Wel, het aantal benodigde AW was 110. Bij 1800
windingen moet er dus (110/1800) 61 mA lopen. Nu zien we dat dit precies vier keer zoveel is als voor de
verandering?

Voor die stroom is een spanning nodig van 61 mA x 98,4 ohm = 6 volt. En hoe groot is het spoelvermogen
geworden? 6 volt x 61 mA = 0,366 W. Dat is precies hetzelfde als voor de verbouwing!

De conclusie is dus: als je een relais opnieuw wikkelt met draad dat twee keer zo dik is, dan wordt de
spoelstroom 4 keer zo groot, de spoelspanning wordt vier keer zo klein. Maar het aantal AW blijft gelijk, en het
spoelvermogen blijft ook gelijk!

Je kunt op het bovenstaande verhaal één kritisch puntje hebben en dat is de isolatielak. Die heeft natuurlijk ook
een bepaalde dikte, maar die hebben we voor het gemak maar even buiten beschouwing gelaten. Elk relais is
dus gemaakt voor een bepaalde spanning. Een ander feit is dat we de wisselstroomweerstand (XL) niet mee
hebben genomen in dit verhaal. Maar wil dat zeggen dat het relais alleen maar op die ene spanning werkt?

Nee, zo scherp ligt de zaak niet. De spanning die de fabrikant opgeeft is de spanning waarbij het relais zeker en
ook veilig werkt. Het is de z.g. nominale spanning. Rond die spanning is wat variatie mogelijk. Stel dat een
relais een nominale spanning heeft van 24V. In professionele toepassingen worden relais vaak gevoed uit
accu’s, om ervoor te zorgen dat het spul ook nog werkt als het elektriciteitsnet uitvalt. Een accu van 24 volt
wordt normaal op lading gehouden bij 27 volt, de z.g. bufferspanning. Daar moet het relais dus tegen kunnen.

Aan de andere kant, als het elektriciteitsnet echt uitvalt en de installatie moet teren op de accu, dan kan de
spanning wel eens zakken tot 20 volt en dan moeten de relais nog steeds werken. Er is dus een vrij grote
spreiding van de spanning mogelijk. Als een relais aangestuurd wordt gebeurt er iets bijzonders. Er moet eerst
genoeg stroom lopen om het anker in beweging te krijgen. Maar als het anker eenmaal in beweging is dan
wordt de luchtspleet tussen anker en kern steeds kleiner. De magnetische weerstand wordt kleiner, dus de
magnetische aantrekkingskracht wordt steeds groter. Het anker zal dus steeds sneller gaan bewegen en een
relais is daarom een behoorlijk snel ding. De opkomtijd voor kleine relais zoals het kamrelais, is ongeveer 10
milliseconden.

Een reedrelais is nog sneller, omdat de bewegingsafstand veel kleiner is en omdat de bewegende massa zeer
klein is. Een reedrelais sluit binnen 1 milliseconde. Grotere relais zijn wat trager, maar zelfs de grootste relais
schakelen toch binnen 0,1 seconde. Als een relais eenmaal is aangetrokken, dan moet je de spanning behoorlijk
laten zakken voordat het weer afvalt. Omdat er bijna geen luchtspleet meer is zijn er veel minder AW nodig om
het relais vast te houden. Meestal valt een relais pas af als de spanning tot ver onder de helft van de
nominale waarde is gezakt. Dat is de afvalspanning.

Er is nog één constructief foefje waar we op willen wijzen. Als de spoelstroom wordt uitgeschakeld blijft het
ijzer van het magnetisch circuit nog een beetje magnetisch, dat is het z.g. remanent magnetisme. Als de
luchtspleet helemaal dicht zit kan dit remanent magnetisme nog zo sterk zijn dat het anker niet meer loslaat,
het blijft “kleven”. Daarom wordt er in de luchtspleet een stukje niet-magnetisch materiaal aangebracht, het
anti-kleefplaatje.

Dat kan verschillende vormen hebben. Het kan een dun stukje koperplaat zijn of bij modernere relais een
stukje slijtvaste kunststof dat op het anker gelijmd is. Vaak wordt er ook een klinknageltje van koper of

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 10 van 27


aluminium in het anker gezet. En dat allemaal om te voorkomen dat het relais blijft plakken. Natuurlijk kan het
ook zo zijn dat als er een TE grote stroom vloeit door de hoofdcontacten (schakelcontacten) dat de relais blijft
plakken. Dit vanwege de vlammenboog (puntlaswerking) van de schakelcontacten. Deze smelten als het ware
samen en blijven contact maken. Ook als we de relaisspoel spanningsloos maken zullen de contacten blijven
plakken en zodoende de stroomdoorgang in stand houden. Niet echt veilig dus!! We komen hier later nog op
terug. Ook gaan we in het volgende thema, met een paar complexere schakelingen, illustreren wat je met relais
allemaal kunt doen.

C. Omschrijf het wezenlijke verschil tussen een magnetische schakelaar en een Relais

Opdracht 5: Calculeren en bestellen


A. Onderzoek hoe binnen jouw (stage)bedrijf het “een en ander” besteld wordt. Is dit via
een afgesproken procedure met behulp van bestellijsten of bestaat er een groot
magazijn waaruit je het benodigde materiaal kunt halen? Omschrijf deze procedure en
neem een bestelformulier of afgifte-formulier mee.

B. Bekijk in je leergroepje de verschillende procedures en vorm een gezamenlijke mening


welke volgens jullie de meest efficiëntste en snelste manier is.

C. Ga nu met deze gekozen “bestel” manier aan de slag om de volgende klus te klaren

Gegeven: Een draaistroommotor 400/690 V moet in verband met zijn grote


aanloopstroom met behulp van een automatische ster-driehoekaanzetter
worden ingeschakeld. De motor wordt eerst in ster gezet, en na een vast
ingestelde tijd wordt de motor automatische doorschakelen naar driehoek.
Het geheel moet in een afsluitbare DIN-rail kast passen van 200 x 200 mm.
In de kastdeksel zitten de controle lampjes en bedieningsknoppen en in de
kast zitten de relais, thermische beveiligingen, smeltpatronen en
warteluitgangen voor de meeraderige-kabels

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 11 van 27


Uitvoeren: Ga na welke specifieke benodigdheden je nodig hebt om deze klus te klaren
(ook m.b.t. stroom en afmetingen natuurlijk) en bestel deze volgens jullie
gekozen manier . Stuklijst, prijs p/a, aantal, btw, bestelnummers e.d. willen
we allemaal zien in deze procedure c.q. bestelmethode.

Maak een A3-schaaltekening van de schakelkast volgens jullie


inbouwmethode. Let daarbij wel op de logische opbouw van zo’n kast.
Plaats de relais e.d. dus volgens schaal in de kast middels deze tekening.
Tip: gebruik kleuren voor de verschillende componenten. Knip op kleuren
papier bijvoorbeeld relais en beveiligingen uit op schaal en plaats deze in de
kast. Je mag het ook maken met de computer (als de schaalverdeling maar
juist is)

Ga ook het stuurstroom gedeelte beveiligen (zie relaisspecificaties) en ga uit


van de gelijktijdigheidfactor van de schakeling. Let ook op signaallampjes!

Opdracht 6a: Tekening lezen

Gegeven: Een draaistroommotor 400/690 V moet in verband met zijn grote


aanloopstroom met behulp van een automatische ster-driehoekaanzetter
worden ingeschakeld en zowel links- of rechtsom kunnen draaien. De motor
wordt eerst in ster gezet, en na een vast ingestelde tijd wordt de motor
automatische doorschakelen naar driehoek.

Houd er rekening mee dat bij het omschakelen van ster naar driehoek de juiste fase volgorde hanteert wordt,
en dat, de veiligheid en alle bepalingen uit de NEN 1010 gewaarborgd blijven.

Uitvoeren: Bekijk en analyseer zowel het hoofdsstroom,- als het stuurstroomschema met
behulp van onderstaande installatieschema en beschrijf “in volgorde” wat er
elektrisch gebeurt in dit schema. VB: Na het inschakelen van maakcontact S2
loopt de stroom via verbreekcontact F4, S1 en S3 door het (hulp)maakcontact
van K2 om vervolgens relais K1 te bekrachtigen waarna……..enz enz

TIP; doe dit in een tabelvorm en omschrijf het kort en bondig (dit ter
voorbereiding op het thema PLC)

Let op: bekijk en analyseer zowel het hoofdsstroom,- als het


stuurstroomschema erg goed want het is niet zeker of het schema
juist is. Ga altijd uit van je eigen logische beredenering

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 12 van 27


3N~ 400/230V 50Hz

M
3
TKopd9_1

Lengte = 50m Lengte = 2,5m

25 kW

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 13 van 27


TKopd9_2opl

1 2 3 4 5 6
3N~ 230/400V
L1

L2

L3

F1..3

1 3 5 1 3 5

K1 K2
2 4 6 2 4 6

1 3 5 1 3 5 1 3 5

K3 K4 K5
2 4 6 2 4 6 2 4 6

1 3 5
F4
2 4 6

U1 V1 W1

U2 V2 W2

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 14 van 27


TKopd9_3opl

1 2 3 4 5 6

95

F4
96 98

S1 11

12

S2 13 13 13 13 43 43
S3
K1 K2 K1 K2
14 14 14 14 44 44

S3 11 11
S2

12 12

11 11 13 43 15 13

K2 K1 K5 K3 K6 K2
moet
Vraag;
dit K4 welk
12 12 14 44 16 18 14
contact moet
zijn??
dit zijn?

21 21 21

K4 K4 K5
22 22 22

A1 A1 A1 A1 A1 A1
K1 K2 K3 K6 K5 K4
A2 A2 A2 A2 A2 A2

M V M V M V M V M V M V
2-2 2 2-3 1 2-2 6 5 2-4 6 2-3 6
2-2 2-3 2-2 2-5 2-3 6
2-2 2-3 2-2 2-5 2-3
2 3 4 4
4 4

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 15 van 27


Opdracht 6b: Tekening lezen

Neem per persoon een tekening mee van je werk/stageplaats. Kun je er op je werk niet
aankomen vraag dan aan iemand of hij een tekening voor je mee neemt. We gaan uit van
een elektrisch schema van een relaisschakeling (hoofdstroom en stuurstroom).

Beschrijf alle symbolen die in deze tekening verwerkt zitten en maak ook hiervan een
elektrisch werkingsverhaal zoals bij opdracht 6a.

Kijk ook eens naar coderingen en de stroomreferentie tabellen en verwijzingen

Opdracht 6c: Tekening maken

Gegeven: Een draaistroommotor 400/690 V moet in verband met zijn grote


aanloopstroom met behulp van een automatische ster-driehoekaanzetter
worden ingeschakeld. De motor wordt eerst in ster gezet, en na een vast
ingestelde tijd wordt de motor automatische doorschakelen naar
driehoek.

Houd er rekening mee dat bij het omschakelen van ster naar driehoek de juiste fase volgorde hanteert wordt,
en dat, de veiligheid en alle bepalingen uit de NEN 1010 gewaarborgd blijven.

Uitvoeren: Teken zowel het hoofdsstroom- als het stuurstroomschema met behulp van
onderstaande installatieschema. In het stroomkringschema kan gebruik
worden gemaakt van twee verschillende type tijdrelais namelijk:
elektronische tijdrelais of een Mechanische vertraagd hulpcontact boven op
een bestaand relais

3N~ 400/230V 50Hz

M
3
TKopd7_1

Lengte = 20m Lengte = 2,5m

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 16 van 27


TKopd7_2

1 2 3 4 5 6
3N~ 230/400V
L1

L2

L3

F1..3

1 3 5 1 3 5 1 3 5

K1 K2 K3
2 4 k 2 4 6 2 4 6

U1 V1 W1

U2 V2 W2

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 17 van 27


TKopd7_3

1 2 3 4 5 6
F5
L1
25/6
95

F4
96 98

A1 A1 A1 A1
K3 K4 K2 K1
A2 A2 A2 A2
N

M V M V M V M V

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 18 van 27


Opdracht 6d: Tekening ontwerpen

Gegeven: De transportbanden worden aangedreven door drie afzonderlijke


draaistroommotoren 230/400 V en transporteren materiaal in één
richting. Aan de volgende eisen moet dan worden voldaan:

1. Na uitschakelen van band 1 moeten alle banden direct stoppen.

2. Na uitschakelen van band 2 hoeft alleen band 3 direct te


stoppen.

3. Na uitschakelen van band 3 mogen alle andere banden doorgaan.

4. Dit moet ook gelden als er door welke rede dan ook ergens een
storing ontstaat. M.a.w. bij een storing aan een motor moeten
volgens de 3 bovenste punten daar waar mogelijk de motoren
blijven draaien.

Houd er rekening mee dat de veiligheid en alle bepalingen uit de NEN 1010 gewaarborgd blijven

Uitvoeren: Teken zowel het hoofdsstroom,- als het stuurstroomschema met behulp
van onderstaande installatieschema. Bepaal tevens de smeltpatroon
waarde en doorsnede van de kabels volgens NEN-1010 tabellen. Bepaal
zelf ook de aanzetinrichting.

3N~ 400/230V 50Hz

M
3 8 KW

M
3 5 KW

M
3
11 KW
TKopd18_1

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 19 van 27


TKopd18_2

Band 1 Band 2 Band 3


1 2 3 4 5 6
3N~ 230/400V
L1

L2

L3

F1..3 F4..6 F7..9

U1 V1 W1 U1 V1 W1 U1 V1 W1

U2 V2 W2 U2 V2 W2 U2 V2 W2

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 20 van 27


TKopd18_3

1 2 3 4 5 6

F13
L1
95

F10
96 98

11

S1
12

13

S2
14

A1 A1 A1
K1 K2 K3
A2 A2 A2
N
M V M V M V

Vul deze referentietabellen ook in !

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 21 van 27


Opdracht 7: Practicumopdracht

1) Teken de verbindingen in het hoofdstroomschema.


2) Haal een motor uit het magazijn die voor deze opdracht toe te passen is, de motor
moet in ster/driehoek (*) geschakeld worden
omdat de motor…………………………………………………………………….
DENK !! wel aan de werkspanning van de te gebruiken componenten
3) Ontwerp en teken de verbindingen in het stuurstroomschema.
De stuurstroominstallatie dient als volgt te werken.
- Als de indrukken wordt bediend zal een signaallamp gaan knipperen, dit is het
teken dat de motor na de ingestelde tijd zal starten.
- Wordt onderwel de drukknop losgelaten stopt de opstart procedure en de motor
gaat niet draaien.
- Is de ingestelde tijd verstreken start de motor en de signaallamp gaat continu
branden.
- De motor blijft nu ook doordraaien na het loslaten van de startdrukknop en kan
pas gestopt worden door het indrukken van de stopdrukknop.
- De werking van de thermische beveiliging met indicatie blijft ook hier
gehandhaafd.

4) Bouw overzichtelijk de schakeling met tijdvertraging en signalering op.


5) Op welke waarde moet de thermische beveiliging worden ingesteld
……………………………………………………………………………………….
stel deze waarde zo goed als het kan in.
6) Waarschuw de leraar om de installatie te testen.
7) Beschrijf wat er fout is als de schakeling niet de eerste keer werkt, of de leraar op
welke rede dan ook niet inschakelt.
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
8) Waarschuw de leraar om opnieuw de installatie te laten testen.

(*) streep door wat niet van toepassing is !!

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 22 van 27


L1 L2 L3 N L1

95

F1
96 98

1 3 5

K1

2 4 6

U1 V1 W1

M A1 A1 A1 X1
W2 U2 V2
K1 K2 K3 H1
A2 A2 A2 X2
PO-003

___/___ V N

Hoofdstroom schema stuurstroom schema

1) Teken de verbindingen in het hoofdstroomschema.


2) Haal een motor uit het magazijn die voor deze opdracht toe te passen is, de motor
moet in ster/driehoek (*) geschakeld worden
omdat de motor…………………………………………………………………….
DENK !! wel aan de werkspanning van de te gebruiken componenten
3) Ontwerp en teken de verbindingen in het stuurstroomschema.
De stuurstroominstallatie dient als volgt te werken.
- Tijdens normaal bedrijf gaat een signaallamp 'in bedrijf' branden.
- Bij het in werking treden van de thermische beveiliging gaat een signaallamp
'storing' branden.
- Met een afzonderlijke indrukken kunnen beide signaallampen getest worden
(de zgn. lampentest).

4) Bouw overzichtelijk de schakeling met signalering en lampentest op.

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 23 van 27


5) Op welke waarde moet de thermische beveiliging worden ingesteld
……………………………………………………………………………………….
stel deze waarde zo goed als het kan in.
6) Waarschuw de leraar om de installatie te testen.
7) Beschrijf wat er fout is als de schakeling niet de eerste keer werkt, of de leraar om
welke rede dan ook niet inschakelt.
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………
8) Waarschuw de leraar om opnieuw de installatie te laten testen.

L1 L2 L3 N L1

95

F1
96 98

13

S3
1 3 5
14

K1

2 4 6

V1 V2

U1 V1 W1

M A1 X1 X1
W2 U2 V2
K1 H1 H2
A2 X2 X2
PO-004

Bedrijf Storing
___/___ V N

Hoofdstroom schema stuurstroom schema

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 24 van 27


1) Haal een SA motor uit het magazijn die voor deze opdracht toe te passen is, de
motor moet in ster/driehoek (*) geschakeld worden
omdat de motor…………………………………………………………………….
Voor deze opdracht zijn nog drie losse schuifweerstanden van 5Ω nodig die allen in
de middenstand worden ingesteld.
2) Teken de verbindingen in het hoofdstroomschema.
DENK !! wel aan de werkspanning van de te gebruiken componenten
3) Ontwerp en teken de verbindingen in het stuurstroomschema.
De stuurstroominstallatie dient als volgt te werken.

Voorwaarde:
= De SA motor wordt door een indrukker ingeschakeld met de maximale rotor
aanzetweerstanden, de indrukker moet worden vastgehouden en er gaat een

groene controle lamp knipperen.


= Na 3 sec. worden de helft van de rotor aanzetweerstanden uitgeschakeld.
= Wederom na 3 sec. worden alle rotor aanzet weerstanden uitgeschakeld,

de indrukker kan nu worden losgelaten en de motor blijf in bedrijf de groene


controle lamp blijft continu branden.
= de SA motor wordt uitgeschakeld als tijdens het opstarten de indrukker wordt

losgelaten of de uitdrukker of de thermische beveiliging spreekt aan.

4) Bouw overzichtelijk de automatische SA motorschakeling op.


5) Op welke waarde moet de thermische beveiliging worden ingesteld
……………………………………………………………………………………….
stel deze waarde zo goed als het kan in.
6) Waarschuw de leraar om de installatie te testen.
7) Beschrijf wat er fout is als de schakeling niet de eerste keer werkt, of de leraar om
welke rede dan ook niet inschakelt.
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
8) Waarschuw de leraar om opnieuw de installatie te laten testen.

(*) streep door wat niet van toepassing is !!

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 25 van 27


L1 L2 L3 N L1

95

F1
96

1 3 5

K1

2 4 6

U1 V1 W1

M W2 U2 V2

U V W

1 3 5 1 3 5

K3 K5
A1 A1 A1 A1 A1
2 4 6 2 4 6
K1 K2 K3 K4 K5
A2 A2 A2 A2 A2

N
PO-055

Hoofdstroom schema stuurstroom

Storing zoeken in een stroomkringschema

Vraag de docent om de 2 storingen te maken in de simulatiekast van Elbe.

- Schema nummer = …………………………………………………………………..

- Storing 1 = ……………………………………………………………………………….

- Storing 2 = ……………………………………………………………………………….

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 26 van 27


Automatische ster,- driehoek schakeling
1) Ontwerp en teken de verbindingen in het stuurstroomschema.
De stuurstroominstallatie dient als volgt te werken.

- Bij het inschakelen komt de motor direct in ster en een groene signaal lamp
gaat branden.

- Als de motor geheel op toeren gekomen is (tijd zelf instellen) wordt deze
doorgeschakeld naar driehoek (denk wel aan de juiste driehoek aansluiting !!)

- Wordt de thermische beveiliging aangesproken valt de motor direct stil en gaat


de rode signaallamp branden.

- Meet de stroomdoorgang van L1 (lijnstroom) van zowel ster als


driehoek en beredeneer wat het theoretische verschil moet zijn
tussen deze beide lijnstromen. Waarom is niet de gemeten waarde
c.q. de waarde van het kentekenplaatje?????

2) Bouw overzichtelijk de automatische ster driehoek schakeling op.

3) Op welke waarde moet de thermische beveiliging worden ingesteld


……………………………………………………………………………………….
stel deze waarde zo goed als het kan in.

4) Waarschuw de leraar om de installatie te testen.

5) Beschrijf wat er fout is als de schakeling niet de eerste keer werkt, of de leraar om
welke rede dan ook niet inschakelt.
…………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 27 van 27


L1 L2 L3 N L1
95

F1
96 98
11

S1
12
13
S2
1 3 5 1 3 5 1 3 5

K2 K1 K3
14
2 4 6 2 4 6 2 4 6

1 3 5
F1
2 4 6

U1 V1 W1

M W2 U2 V2 A1 A1 A1 A1
K1 K2 K4 K3
A2 A2 A2 A2
PO-012

___/___ V N

Hoofdstroom schema Stuurstroom schema

Opdracht 8: Bedrijfsopdracht (R&W blad)


Aan het einde van dit thema wordt van je verwacht dat je zelfstandig relaisschakelingen kunt
aansluiten aan de hand van een stroomkringschema. Ook het storing zoeken/controleren en
het ontwerpen van relaisschakelingen is aan de orde gekomen in dit thema. Hierdoor is ook
de werking van magnetische schakelaars naar voren gekomen. Het omgaan met bestellen
van componenten in deze branche heb je ook geleerd. Laat hiervoor het R&W blad uit je
portfolio aftekenen.

Opdracht 9: Evaluatie
Omschrijf in een half A4-tje wat je zelf vond van dit thema en de belangrijkste leerpunten
hierin. Wat zou je volgende keer anders doen en hoe zou je het dan aanpakken?

Thema “Magnetische Schakelaars & Relais” versie 2.0 Pagina 28 van 27

You might also like