Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 6



Bayt ul-Hikmah (House of Wisdom)


Research, Translation and Proofreading

‫ﺑﺴﻢ ﺍﷲ ﺍﻟﺮﲪﺎﻥ ﺍﻟﺮﺣﻴﻢ‬

Biografie

‘Abd ul-Wahid ibn ‘Ashir al-Maliki (900 – 1040 A.H.)

Auteur van al-Murshid al-Mu’in ‘ala al-Daruri min ‘Ulum al-Din (De Gidsende
Helper met betrekking tot wat Noodzakelijk is om te Weten inzake de
Wetenschappen van de Religie)1 2

Abu Muhammad sidi ‘Abd ul-Wahid ibn Ahmad ibn ‘Ali ibn ‘Ashir was één van de
grote Maliki geleerden van Marokko. Zijn afkomst kan worden teruggevoerd op de
oude Medinitische stam bekend als de ‘Ansar’ die hun steun verleenden aan de
Profeet Muhammad () en hem verwelkomden om zich te vestigen in hun stad nadat
de mensen van Mekka hem hadden vervolgd en hem hadden verdreven. Zijn meest
naaste familieleden kunnen worden teruggevoerd tot het islamitische Spanje
(Andalusië). Zij vestigden zich later echter in de oude Marokkaanse stad Fez waar sidi
Ibn ‘Ashir opgroeide en het grootste deel van zijn leven doorbracht.

Hij stond bekend als iemand die uitblonk in de diverse islamitische disciplines. Hij
was ook een uitermate rechtvaardig en ascetisch iemand. Net als vele geleerden voor

1
Deze vertaling is gebaseerd op het artikel van ustadh ‘Abdullah bin Hamid Ali:
http://www.lamppostproductions.com/files/articles/Bio%20IbnAshir.pdf
2
Voor een Franse vertaling van zijn biografie met een andere inhoud zie:
http://www.soufisme-fr.com/biographies-de-savants/5673-cheikh-ahmed-ibn-achir-al-ansari.html
hem, voorzag hij zichzelf door zijn onafhankelijk werk en inspanning. Hij was erg
bekend vanwege het altijd uitkiezen van het gezondste en zuiverste (halal) voedsel.
En mensen kenden hem als zijnde nederig, bescheiden en (als iemand) met het meest
uitstekende karakter.

Hij was soms zelfs aanwezig bij de kringen van geleerden die minder kennis bezaten
dan hem om daarvan te profiteren. En hij was voortdurend bezig met onderwijzen.
Wanneer hij tegen en over mensen sprak, was hij heel eerlijk/redelijk in wat hij tegen
anderen te zeggen had.

Enkele van zijn grootste bijdragen liggen op het gebied van de diverse lezingen van de
Koran (qira’at). Hij heeft supercommentaren/glossen op de werken van belangrijke
geleerden in die discipline (geschreven), zoals imam Ja’buri. Hij overtrof ook zijn
tijdgenoten op het gebied van handschrift(en) (rasm). En hij heeft een
indrukwekkend commentaar op een werk met de titel ‘Mawrid al-Zham’an’
(Drinkvijver van de Dorstigen) dat gaat over de manier van het schrijven van het
schrift van zes van de zeven belangrijkste auteurs van de diverse Koranische lezingen
naast imam Nafi’3 dat uit ongeveer 50 dichtverzen bestaat.

Hij heeft ook veel bijgedragen aan de wetenschappen van grammatica (nahw),
morfologie (sarf), exegese (tafsir), recht/jurisprudentie (fiqh), tasawwuf, logica
(mantiq), eloquentie/welbespraaktheid (bayan), rijmschema’s / -metra (‘arud),
geneeskunde/medicijnen (tibb), natuurlijke tijdsbepaling (tawqit), rekenen (hisab),
erfrecht (fara’id) en andere (wetenschappen).

Hij verrichtte de hajj (bedevaart/pelgrimage) in het jaar 1008 toen hij 18 was. En hij
nam deel aan een aantal militaire campagnes/veldslagen. Het was zijn gebruik om
zich terug te trekken in de moskee (‘itikaf) en vaak op te staan voor het nachtelijk
gebed (tahajjud).

3
Zijn naam was Nafi’ ibn ‘Abd al-Rahman ibn Abu Na’im. Hij kwam oorspronkelijk uit Asfahan en stierf in
Medina in het jaar 169 A.H. Hij wordt als de imam beschouwd van 1 van de 7 beroemdste Koranische wijzen
van recitatie, die erkend zou worden als de ‘Koranische stijl of Lezing van Medina’ [al-Jazari, Muhammad ibn
Muhammad ibn ‘Ali ibn Yusuf: Tahbir al-Taysir fi Qira’at al-Aimmah al-‘Asharah. Dar al-Kutub al-‘Ilmiyyah,
Beirut, Libanon 1404 A.H. / 1983 A.D., pp. 13, 14.
Hij memoriseerde de Koran onder ustadh Abu al-‘Abbas Ahmad ibn ‘Uthman al-
Lamti en anderen. En hij leerde de zeven beroemde verschillende lezingen van de
Koran met ustadh Abu al-‘Abbas al-Kafif, daarna van ‘Ali Abu ‘Abd Allah Muhammad
al-Sharif al-Maryi al-Talmasani en anderen.

Zijn student, shaykh Mayyarah4, zegt over hem in ‘Mu’in al-Qari’ (De Helper van de
Recitator) en in zijn Kabir op al-Murshid al-Mu’in:

“En er is geen twijfel dat hij zijn eigen leraren overschaduwde in veelzijdigheid (tafannun) op de
gebieden van het presenteren van diverse geleerde argumenten/bewijzen en het vaststellen van welke
correct waren (tawjihat en ta’dilat).”

Hij leerde ook fiqh (recht, jurisprudentie) en andere dingen van Abu al-‘Abbas ibn al-
Qadi, zijn neef Abu al-Qasim, Ibn Abu al-Na’im al-Ghassani, Abu’l-Hasan ‘Ali ibn
‘Imran, Abu ‘Abd Allah al-Hawari, shaykh al-Qassar en anderen. En in het oosten
studeerde hij onder Salim al-Sanhuri, ‘Abd Allah al-Ghazzi en anderen.

In een werk met de titel ‘al-Matmah’ (Het Doel) zegt de auteur:

“Toen hij hajj verrichtte en shaykh ‘Abd Allah al-Danushari ontmoette en door de shaykh werd
gevraagd over zijn leraren, waaronder hij ‘al-Qassar’ noemde, schreef al-Danushari het volgende
gedicht:

“Een aantal imams hebben samen het kleed van de wetenschappen geweven
En dit versierd met deugd voor degenen die naakt waren
Haar zelfkanten5 wekken verbazing op en haar borduurwerk is zacht
Maar het heeft nog steeds al-Qassar nodig”

En hij (Ibn ‘Ashir) leerde het spirituele pad van tasawwuf van zijn shaykh, sidi
Muhammad al-Tajibi, beter bekend als Ibn ‘Aziz, die begraven is in al-Darb al-Tawil.
Hij leverde ook wonderen over van hem die hij aan anderen vertelde. En het was door
(middel van) zijn hand dat de uitgebreidheid van kennis en goede daden voor
gemakkelijk gemaakt / geopend werden (futiha ‘aleyhi).

4
Zie: http://en.wikipedia.org/wiki/Mahamad_Mayyara
5
Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Zelfkant
Hij -moge Allah hem genade tonen- schreef ook een aantal werken (die) gekenmerkt
(worden) door de grootsachtige stijl en nauwkeurigheid. Eén daarvan is het
beroemde didactische gedicht dat gaat over de vijf pilaren van de islam en de
beginselen van sufisme met de titel ‘al-Murshid al-Mu’in ‘ala al-Daruri min ‘Ulum
al-Din’. Hij begon dit te schrijven nadat hij zichzelf in de pelgrimskleding voor de hajj
had gestoken. Daarna schreef hij de handelingen van de hajj op in hun volgorde zoals
genoemd in zijn werk beginnende met de woorden:

“En indien je jouw hajj wenst uit te voeren luister dan naar zijn uitleg…”6

Dus toen hij eenmaal zijn hajj volbracht, eindigde hij (met het schrijven over) wat
betrekking heeft op de vijf pilaren.

Een ander werk van hem is zijn ‘Marginale Aantekeningen’ (Turar) die hij opschreef
n.a.v. het korte commentaar van imam al-Tatai op de Mukhtasar van shaykh Khalil
met de titel ‘Jawahir al-Durar ‘ala Mukhtasar Khalil’ (Juwelen van de Parels van de
Mukhtasar van Khalil). Shaykh Mayyarah zegt in zijn commentaar op zijn
didactische gedicht geschreven n.a.v. ‘Takmil al-Manhaj’ (Perfectionering van het
Pad):

“En het zijn uitstekende marginale aantekeningen. Enkele daarvan hebben betrekking op de
opmerkingen van de eerdergenoemde commentator en andere hebben betrekking op de opmerkingen
van Khalil. Hij loste daarin een aantal problematische vraagstukken op en verwijderde door hen een
aantal obscure zaken. Dus moge Allah hem belonen met het goede van de moslims en zijn beloning
daarvoor vergroten…” En hij zei: “De Meest Erudiete Vrome Heilige Abu ‘Abd Allah sidi Muhammad
ibn Abu Bakr -moge Allah genade met hem hebben, voordeel verstrekken door (middel van) hem en
het goede en de zegening vereeuwigen onder zijn nageslacht- gaf een bevel die marginale
aantekeningen te laten rondgaan. Dus ik bracht meer dan 20 handgeschreven pamfletten (kurras) uit
de grote kast (qalab) tevoorschijn. De mensen profiteerden ervan. En zij werden gepubliceerd in
diverse steden.”

En in ‘Mu’in al-Qari’ zei hij dat hij ongeveer 40 handgeschreven pamfletten


uitbracht.

6
Zie Kitab al-Hajj, vers 237.
En iedere keer als een familielid van hem overleed, bereidde hij geen banket
(tegenwoordig: ‘koffietafel’) voor degenen die bij elkaar kwamen om de Koran voor de
doden te reciteren (hazzabun), welke de gewoonte was van de mensen in zijn stad.
Als gevolg daarvan werd hij ervan beschuldigd gierig te zijn. Dus toen zijn broer
overleed en hij zijn begrafenis bijwoonde, stond hij op toen de mensen begonnen te
vertrekken en zei:

“O jullie mensen! Het enige dat mij weerhield van het voorbereiden van een banket voor de hazzabun
is dat zij de recitatie (van de Koran) corrumperen.”

Maar dat hij dat zei deed de hazzabun dit gebruik niet stoppen, evenmin stopten de
mensen het bereiden van banketten voor hen.

Hij zei zelfs:

“De recitatie van de hazzabun is een excuus voor iemand geen begrafenissen bij te wonen.”

Dit werd over hem bericht in Badhl al-Manasaha (Het Bieden van Oprecht Advies).

Voor wat betreft zijn dood, hij -moge Allah hem genaden tonen- werd getroffen door
een ziekte die de gewonen mensen ‘al-Nuqtah’ (De Vlek) noemden op de vroege
donderdagochtend, de derde dag van de Heilige maand, Dhu al-Hijjah, in het jaar
1040 A.H.. Hij stierf die dag rond zonsopkomst op de leeftijd van 50 – zoals gelezen
kan worden in het handschrift van sidi al-Mahdi al-Fasi. En hij werd de volgende dag
begraven op de top van Matrah al-Jannah vlakbij de gebedsruimte (musallah). En
een boog werd eroverheen gebouwd.

De auteur van al-Nabiyyah schrijft:

“En zijn boog die staat in het westelijke deel van de Rawdah van sidi Yusuf al-Fasi is heel bekend.”

Zijn graf is in de richting van de Rawdah van sidi Yusuf. Moge Allah het nut van hem
genomen gedurende zijn leven en na zijn dood vereeuwigen.
Zijn student Mayyarah vermeldde zijn korte biografie aan het begin van zijn
commentaar op ‘al-Murshid al-Mu’in’ en aan het begin van zijn supercommentaar op
al-Bukhari, evenals de auteurs van ‘al-Safwah’, ‘al-Nashr’ en ‘Iltiqat al-Durar’, zo
ook anderen.

You might also like