Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 1

1 Competenties

Beschrijf per beroepscompetentie:

Taak (aard van de taak):


 Geef hier een beschrijving van de complexiteit van de opdracht waaraan je gewerkt hebt. Je geeft een
omschrijving waaruit duidelijk wordt op welk niveau (basis, gevorderd, bachelor) je aan de competenties
gewerkt hebt.
 Hoe heb je je t.a.v. de betreffende beroepscompetentie ontwikkeld?
 Waar is dit terug te zien (argumenten en verwijzing naar ‘bewijsstukken’) het stageportfolio?

Context (aard van de context):


 Geef hier een beschrijving van de complexiteit van de opdracht waaraan je gewerkt hebt. Je omschrijft de
aart van de opdracht. Is de opdracht waaraan je gewerkt hebt een nieuwe vaardigheid of ben je onbekend
met werkzaamheden. Dit kunnen bijvoorbeeld werkzaamheden zijn waaraan je binnen de opleiding nog
nooit aan gewerkt hebt.
 Welke activiteiten heb je ondernomen om de betreffende beroepscompetentie te ontwikkelen?
 Waar vind je dat nog ontwikkeling gewenst is?

Zelfstandigheid (mate van zelfstandigheid):


 Geef hier een beschrijving van de mate van zelfstandigheid. Ben je intensief begeleid of kon je de opdracht
zonder begeleiding uitvoeren. Leg uit waaruit naar voren komt, hoe zelfstandig heb jij gewerkt aan de
opdracht.

De reflectie op de competenties kent enige overlap met die van de leerdoelen. Echter maak je hier de verbinding
met het geleerde vanaf de start van de opleiding tot en met het niveau waarop je nu acteert. Dit geeft inzicht in
je ontwikkeling op de competenties en helpt deze aan te scherpen, zodat je aan het eind van je studie op basis
van je persoonlijke ontwikkeling in combinatie met de verzamelde bewijsmaterialen kunt laten zien dat je het
eindniveau hebt bereikt. Zonder je er nog echt bewust van te zijn leg hier de basis voor de slotreflectie behorend
tot het afstuderen.

You might also like