Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 18

H1: Poëzie

‘De Waterlelie, van Frederik van Eeden

Witte:
- Alliteratie
- Herhaling i-klank: assonantie
- Kleur

Blank:
- om herhaling van ‘wit’ te voorkomen
- vanwege het beeld: connotatie: zuiver, puur

Uitplooit:
- doorbreekt het scanderende ritme: trochee + jambe i.p.v 2 jamben
- beeld opgeroepen door plooi
- door enjambement: assonantie

Rijzend:
- beeld: stijgend is te agressief --> raket is snel en loodrecht
- beeld: rijzend --> deeg is langzaam en omhoog
- assonantie met vijvergrond: 4x ‘r’ i.d regel

Licht:
- Beeld: zon is te concreet, ruimtelijk te bepalen, hoger gesitueerd dan de bloem
- Beeld: licht is zachter, minder tastbaar, difuus (= zonder duidelijke grenzen, niet goed zichtbaar, vaag)
- Contrast met donker-koele vijvergrond

Ontsloot:
- Beeld + ritme: vertraagd beeld op tv van bloem die opengaat, het voorvoegsel ‘ont’ suggereert dit
aaneensluiting van jamben met volgende regel

Peinzend:
- Immobiliteit
- Land, diep nadenken, rustig nadenken
- Mijmerend: connotatie: problemen hebben, aanhoudend nadenken

Watervlak:
- Accentueert het beeld v.h horizontale water
- Water: zou te veel substantie hebben

Niet:
- Nadruk op het ww ‘wenst niet’, zachter werkwoordelijke bepaling
- Anders zou het beletselteken overbodig zijn
- Mogelijkheid zelf te fantaseren wat de bloem niet wenst te doen
- Niets: nadruk ligt op het object, roept ‘iets’ op (lijdend voorwerp)

Aspecten van poëzie:


- Alliteratie & assonantie
- Beeld
- Ritme
- Metrum
‘Voor wie dit leest, van Leo Vrooman

Strofe 1

‘Kijken’ is niet gelijk aan zien, is intenser dan zien (vb: verschil ts horen en luisteren)

‘Laat ik U hier kijken’


- Lezen als een soort van geschenk, een gunst.
- Hij was er niet toe verplicht om hem te laten kijken
- Hij heeft zich eigen bloot met deze woorden
- ‘U’ kan wijzen op een afstand (t.o.v je/jou)
- Register: beleefdheid/ respect voor ontvangers

‘Gedrukte letters’ (=doods)


Waar vind je deze gedachte terug?
- ‘door druk verstenen’
--> hij wil zijn ervaring meedelen, maar hij botst op de grenzen van gedrukte letters
Waar staat dat in het gedicht?
- ‘Warme mond’ & ‘hete hand’
--> het is aan ons, de lezers, om de gedrukte letters levend te maken.
Bovendien: ‘gedrukt’, kan niet meer veranderen, er is geen weg terug, staat vast op papier,
het is anders als in een gesprek waarin je kan nuanceren, verduidelijken.

‘Maar’ is de antithese van de vorige regel, een tegenstelling (=signaalwoord).


We lezen hier zijn onmacht, een verlangen naar contact, ‘ik kan U niet bereiken’
--> dit kan echter opgelost worden: regel 7: woorden wakkerlezen
Wij moeten de letters wakkerlezen, dit is de enige taak zolang we met literatuur bezig zijn.
Wakkerlezen = de onderliggende boodschap/ betekenis begrijpen, het zijn geen ‘dode letters’ meer.
(dood = eeuwige slaap)

Dit zijn ‘maar’ tekens, niet meer dan dat. Daarom moeten we als lezer ‘wakkerlezen’ = de betekenis met gevoel
beladen.

‘Wat kan ik doen?’


- Retorische vraag
- Dit kan de lezer aanspreken, zo’n vragen vaak gesteld door advocaten i.e pleidooi. Het kan
ook wijzen op de situatie v.d zender/ dichter die zich wanhopig voelt

‘Ik kan U niet bereiken’


- Duidt aan waarom de dichter zich wanhopig voelt: gebrek aan contact
Strofe 2
‘O’ : wanhoop, het verdriet v.d dichter

‘Troosten’: meevoelen met het leed, medelijden, mee-wenen. Mensen die zeggen ’t is allemaal zo erg niet is
niet troosten.

‘Leg uw hand op dit papier, mijn huid’


- Gedicht is werkelijk, zoals een lichaam werkelijk is
- Dichter probeert contact te leggen via de lichamelijke kant v.h gedicht, het papier
- Dit papier bevat zoveel liefde en emotie dat het even gevoelig is als mijn huid.
- Iemands huid aanraken is intiem contact en wordt enkel als aangenaam ervaren als er een zeer goede
band is ts beiden
- OPM: ‘uw’ wordt i.d spreektaal ook gebruikt wanneer mensen elkaar goed kennen, het duidt niet
noodzakelijk op een afstand.

‘verzacht’: leg je hand erop en verzacht, verzacht het leed/ verdriet.

‘Spreek het uit’:


- Intonatie impliceert de gevoeligheid
- Spreken veronderstelt een nauwer, persoonlijker contact dan wnr er enkel via papier
gecommuniceerd wordt
- Beide verzachten de pijn v.d onmacht tot contact

Mooi contrast ts ‘geschreven’ & ‘spreek’


- De dichter geeft zich bloot, stelt zich kwetsbaar op
- Geschreven (met hand) is persoonlijker dan gedrukt (met machine)

Strofe 3
‘Menige verzen’: veralgemening
- Strofe eindigt op ‘enige’
- Steeds stelde hij de onmacht tot diep contact vast

‘Een vreemdeling gebleven’


- Omdat de lezer de graad van gevoeligheid v.d woorden niet kan vatten
- Of omdat dichter geen respons heeft gekregen

Strofe 4
‘liefde’
- Het enige dat er mij nog toe aanzet om te schrijven
- Niet het contact, want daar was de dichter nooit zeker van
- Liefde voor poëzie en ook een zekere vorm van liefde voor de lezer (warme mond, hete hand,..)

‘potlood’
- Verwijst naar ‘geschreven woord’, indirect ook naar ‘hand’

Zijn passie voor het schrijven is zo groot dat hij blijft doorwerken tot hij niet meer kan en in slaap valt.
(vgl: spannend game: niet willen stoppen)

Contrast: ‘slapende’ versus ‘wakkerleest’


Strofe 5
‘Door de letters heen van dit gedicht’
- Communicatieschema Jakobson
--> proces van coderen & decoderen

‘smelten van uw pijn’


- Ook de lezer wil een connectie, contact, positieve ervaring anders is het lezen van de woorden
verloren tijd.

Strofe 6
‘vergeefs’ & ‘naaktheid’
- Waarschuwing, als je dit leest, doe het dan goed

‘vergeefs ontwaken’
- Vgl met moeder die zegt dat er geen brood meer is
Ontwaken van boodschap: de ontvanger begrijpt dat de moeder wil dat je brood gaat halen
Vegeefs ontwaken: de ontvanger reageert niet

‘naaktheid’ --> ‘laat kijken’


- De dichter geeft ons schoorvoetend toestemming om over zijn schouders te kijken
- Beschaam zijn vertrouwen niet
- Enkel degenen met wie je een zeer goede band hebt laten toe dat je hen naakt ziet

Wees dus niet beschaamt t.o.v dit gedicht.


Toon eerbied voor de naaktheid van iemand anders, anders begint dit op pornografie te lijken.
Het naakte is het innigste, mooiste dat men met iemand kan delen. Als de naaktheid misbruikt wordt, vallen
alle gevoelens uit en blijft er niets over, zoek dus alleen het innigste in deze woorden, als gij door liefde van
poëzie zijt gedreven.

Strofe 7
‘Lees dit dan als een lang verwachte brief’
- Brief: soort tekst die heel intiem is, intiemste vorm van schrijven
- Brief wordt geschreven aan mensen die ver uit mekaar zijn, maar wel intiem met elkaar verbonden zijn
(=gevoelsmatig)

‘ik heb je zo lief’


- Slot van een brief, nu ook het gedicht, link met ‘liefde’
- Opvallend: gebruik van ‘je’ i.p.v ‘U’

Leo Vrooman heeft de essentie van poëzie geraakt; gevoelsmatig contact zoeken door gebruik te maken van
woorden. Wij, als lezer, hebben de rol de woorden wakker te lezen, door de gevoelens terug te voelen, door te
interpreteren. We moeten een zekere bereidheid tonen, openstaan voor wat er zal komen.

Wat is poëzie?
- Gevoelswaarde van de taal aftasten (soms ook gevecht met de taal) en hiermee contact trachten te
leggen, dat is hopen dat de lezer de gevoelens herkent en opnieuw herbeleeft
- Hoe intenser, unieker, de gevoelend, hoe moeilijker ze over te brengen zijn
(vb1: liefdesbrief lees je niet als handleiding of artikel)
(vb2: een film over liefde ts 2 mensen, een goede film gaat op zoek naar een nieuw beeldtaal om dit uit te
drukken, er wordt gezocht naar het ultieme beeld om het unieke karakter v.e ervaring (1 e kus) weer te geven,
een slechte film valt terug op clichés, op patronen die je al kent. Kan leuk zijn maar zal niet verrassen. )
(vb3: schlagermuziek is leuk maar echt direct: ‘ik hou van jou,’ je hebt meteen de boodschap beet, er is geen
diepgang, dat zinnetje zegt verder niets meer.
Literair-technische aspecten in ‘Voor wie dit leest,
Rijmschema strofe 1: omarmend rijm: abba
Rijmschema strofe 2: gekruist rijm: cdcd
Rijmschema strofe 3: slagrijm: eee
Vroman gebruikt 7 strofen van telkens 4 regels: kwatrijn.

Soorten rijmwoorden strofe 3: vrouwelijk rijm


- Geschreven, gebleven
- Klemtoon op voorlaatste lettergreep – zachter

Soorten rijmwoorden strofe 4-5: mannelijk rijm


- Geweest, bewoog
- Klemtoon op laatste lettergreep – harder

Indien klemtoon op derdelaatste lettergreep: glijdend rijm


- Nog zachter
- Vb: krinkelen, winkelen

Algemene literair-technische aspecten

Strofebouw
- Distichon: strofe vn 2 regels
- Terzine: strofe vn 3 regels
- Kwatrijn: strofe vn 4 regels
- Sextet: strofe vn 6 regels
- Octaaf: strofe vn 8 regels

Metrum
- Cesuur: rustpauze in een vers
- Ritme: bepaald door toonhoogte, klemtonen en opeenvolging korte/lange klinkers
- Parlando: benaming voor gedichten die in hun taal en ritme de spreekstijl nabootsen
- Versvoet: vaste combinatie van beklemtoonde (-) en onbeklemtoonde(u) lettergrepen
Jambe: u-
Trochee: -u
Spondee: --
Dactylus: -uu
Anapest: uu-

Rijm: soort klank


- Volrijm: overeenkomst van klinkers en medeklinkers in beklemtoonde lettergrepen
(gezicht/licht & dwaalt/draalt
- Assonantie: herhaling vn klinkers in opeenvolgende woorden of rijmparen
- Alliteratie: herhaling vn beginmedeklinkers van opeenvolgende beklemtoonde lettergrepen

Rijm: plaats in de versregel


- Eindrijm: volrijm van 1 beklemtoonde lettergreep aan het einde vn de versregels
- Binnenrijm: volrijm van woorden binnen 1 en dezelfde versregel
- Middenrijm: volrijm vn woorden in het midden van 2 opeenvolgende versregels

Rijm: rijmschema
- Gekruist rijm
- Gepaard rijm
- Omarmend rijm
- Blank vers of vrij rijm: geen eindrijmen in voor
Rijm: aantal rijmende lettergrepen
- Mannelijk of staand rijm: eindrijm waarbij laatste lettergreep beklemtoond is
- Vrouwelijk of slepend rijm: eindrijm dat bestaat uit 1 beklemtoonde en een onbeklemtoonde
lettergreep.

Beeldspraak:
- Animalisering: levensloze dingen voorgesteld als een dier
- Antropomorfisme: menselijke eigenschappen toekennen aan niet-menselijke wezens
- Metafoor: soort vergelijking
- Personificatie: vorm van beeldspraak waarbij aan levensloze dingen menselijke eigenschappen worden
toegekend

Stijlfiguren:
- Contrast: 2 tegengestelde begrippen tegenover elkaar plaatsen
- Dysfemisme: bewust kwetsend of grof taalgebruik
- Enjambement: stijlfiguur in gedicht waarbij een versregel omwille van het rijm, het metrum of de
betekenis afgebroken wordt op een plaats waar geen natuurlijke pauze is
- Eufemisme: verzachte, verbloemende uitdrukking
- Herhaling
- Hyperbool: sterke overdrijving
- Neologisme: nieuw woord
- Onomatopee: klanknabootsing
- Paradox: schijnbare tegenstelling
- Retorische vraag: vraag waarop geen antwoord wordt verwacht, trekt aandacht
- Woordspeling

Literaire analyse humor & genres

Soorten vertellers
- Auctoriële/ alwetende verteller
- Personele verteller
- Ik-verteller: belevende/ handelende of vertellende ik
- Meervoudig perspectief
- Wij-verteller
- Jij-verteller
- Onbetrouwbare verteller
- Innerlijke monoloog

Relaties tussen personages:


- Hoofdpersoon
- Nevenfiguur
- Bijfiguur

Verteltijd versus vertelde tijd


- Verteltijd: tijd die nodig is om verhaal te lezen
- Vertelde tijd: tijd die versterkt binnen het verhaal
- Vertraging: verteltijd langer dan vertelde tijd
- Versnelling
- Gelijktijdigheid: isochronie
Romans

Soorten romans:
- Autobiografische roman
- Avonturenroman: spannende gebeurtenissen: Harry Potter
- Biografische roman: romantisering leven van bekend persoon
- Column: stukje prozatekst in krant
- Detective: Sherlock Holmes
- Dierenverhaal: hoofdrol dieren: Van den vos Reynaerde
- Dystopische roman: schetsing erg pessimistisch toekomstbeeld: 1948
- Epos: heldenverhaal: Odysseia
- Fabel: kort, didactisch verhaal over dieren + wijze les leren: de raaf en de vos
- Gothic novel: fantasierijke griezelverhaal: Twilight, dracula, frankenstein
- Graphic novel: stripverhaal in boekvorm uitgegeven
- Historische roman
- Kortverhaal: begint in medias res en kent een spannend verloop
- Misdaadroman: subgenres zijn detective en thriller
- Psychologische roman
- Raamvertelling: verhaal dat het kader vormt voor andere korte verhalen
- Reisverhaal
- Requiemroman: roman geschreven naar aanleding van de dood van een persoon
- Ridderroman: middeleeuws verhaal: Karel ende Elegast, Ferguut
- Sciencefictionroman
- Thriller
- Utopische roman: ideaal maatschappijbeeld
- Humoristische roman
- Liefdesverhaal
- Probleemroman
- Sleutelroman: bestaande personen en gebeurtenissen zodanig gefictionaliseerd dat ze voor de lezer
herkenbaar zijn
- Streekroman: gebeurtenissen in landelijke omgeving
- Lyriek: poëzie
- Epiek: verhalen in boekvorm
- Dramatiek: toneel

Humor

Soorten humor:
- Ironie: milde vorm van humor, niet kwetsend bedoeld, tegenovergestelde van wat men bedoeld
- Sarcasme: bijtende spot, lijkt op ironie maar is directer en bitterder, neemt vorm van kwetsende
formulering
- Cynisme: hardste vorm van spot, diep wantrouwen tegenover mensheid, vorm van zelfverdediging,
teleurstelling, ongeloof in de waarde of goede bedoeling van de mens
- Zwarte humor: gebaseerd op leed van anderen, leed te relativeren of een reactie bij iemand uitlokken
- Taalhumor: vorm van taal waarbij je speelt met taal; woordspeling
- Satire: oorspronkelijke betekenis is hekeldicht
- Parodie: stijl van een ander werk nabootsen op een grappige manier
- Persiflage: werk nabootsen op karikaturale manier, veel overdrijving
- Romantische ironie: bewust ironie gebruiken om zichzelf te relativeren
Dark Tourism WS:

Pas gebeurd recent


Militairen te paard cavalerie
Voortdurend, aanhoudend gestaag

Het begluren van anderen voyeurisme


Iets dat in zijn oorspronkelijke vorm is nagemaakt reconstructie
Ossuarium, een gebouw op een begraafplaats of een knekelhuis
deel van een kerk waar beenderen van overledenen
worden bewaard

Heimwee naar vroeger nostalgie


File die ontstaat doordat automobilisten vertragen om te kijkfile
kunnen kijken naar een pas gebeurd ongeluk

Psychologisch letsel dat men heeft opgelopen tijdens een trauma


tragische gebeurtenis

De drang om te vluchten uit de werkelijkheid escapisme


ziekelijk morbide
Onderaadse grafkamer catacombe
Iets nieuws dat tijdelijk erg de aandacht trekt maar hype
weinig voorstelt

Ambtsgewaad, deftige kleding ornaat


geneeswijze therapie
Bewaarplaats voor jassen en tassen vestiaire

Iemand die aan marketing doet marketeer


Merkteken, waarschuwingsteken baken
granaat obus

Monument ter nagedachtenis van historisch feit/ memoriaal


persoon

Fraai bewerkte kist om overblijfselen van personen in te schrijn


bewerken

Volgens een weloverwogen (oorlogsklundig) plan strategisch


volkerenmoord genocide
gemeenschappelijk collectief

vroomheid Piëteit

Het Middelnederlands
Tussen 1200 en 1500, in Nederlands, Vlaanderen en het toen Nederlands-talige stuk van Noord-Frankrijk.
DEF: een verzamelterm voor de verschillende dialecten, gesproken tussen 1200 en 1500. Geen eenheidstaal.
BENAMING: Het woord Middelnederlands bestond niet, men had het over Diets (taal v.h volk, stond tegenover
het Latijn, de taal v.d geleerden)

Vanaf 1200 verschenen er ambtelijke teksten en verhalen in het Middelnederlands.


WAAROM? Door de groei v.d steden ontstond er een nieuwe klasse, de burgerij.
Burgers met tijd & geld wilden leren lezen en schrijven, dus ontstond er een behoefte aan verhalen i.d
volkstaal, want Latijn begrepen ze niet. Ook voor ambtelijke teksten werd meer en meer het Diets gebruikt.

Hoe overgeleverd? Verhalen werden overgeschreven want er was geen boekdrukkunst, vooral door monniken
i.d abdijen (scriptorium)

Vorm vn verhalen: zinnen rijmen.


Reden: de mondelinge verteltraditie: onthoud beter

Kenmerken Middelnederlands

Uitspraak:
- Sommige klanken werden anders uitgesproken dan nu.
- Ij --> ie & ui --> uu

Spelling:
- Geen vaste spellingsregels: dag --> dagh, dage , daghe
- Dialect: West-Vlaams, Antwerps, Limburgs
- Letters geschreven hoe men ze uitsprak, woorden aan elkaar = inclinatie
- Proclisis: plakt men een onbeklemtoonde eenlettergrepig woord aan een woord dat erop volgt: tland
- Enclisis: plakt men een onbeklemtoonde eenlettergrepig woord aan een woord dat er vooraf aan gaat:
moetic
- Er waren verschillende lettertekens omdat ons alfabet werd ontleend aan het Romeinse schrift
U en v : uele --> vele
- Om een lange klinker te maken, plaatst men een e of een i na een korte klinker: groet --> groot

Woordenschat:
- Vroeger bestonden aantal woorden niet omdat ze niet bestonden: frisdrank
- Heel wat oude woorden zijn uit onze taal verdwenen, maar soms bewaard in uitdrukkingen: iemand
aan de kaak stellen: schandpaal
- Bepaalde woorden krijgen andere betekenis
- Heel wat woorden lijken op het Frans, Engels, Duits: onse, stunde
- Een kerngroep van woorden is zo goed als onveranderd gebleven: vader, huis, hand

Grammatica:
- Gebruik van naamvallen: des conincx, der man
- Persoonlijke voornaamwoorden komen overeen met onze, behalve 2 e pers enk. Du & mv ghi
- Geen vaste woordvolgorde in de zin
- Dubbele ontkenningen gebruikt (en… niet)

Pennenproef: een monnik had zo’n pen gevonden en schreef er een typisch zinnetje mee

Karel ende Elegast


Symboliek i.h verhaal:
- 2 is getal duivel
- 3 is getal God
- Zwart: kleur van duivel
- Rood: wereldse kleur
- Blauw en wit: maria kleur

Belang van trouw:


- Trouw aan god
- Feodaal systeem: trouw ts leenheer en vazal, zonder dit kon de middeleeuwse maatsch. niet bestaan

Belang van hofdag:


- Dag waarop alle vazallen opnieuw trouw zweren aan hun heer, zo werd de macht herbevestigd en
konden geschillen opgelost worden

Epische concentratie:
- Allerlei historische heldendaden worden toegeschreven aan een en dezelfde man: karel de grote
- Latere middeleeuwen: kwam de feodaliteit op de helling te liggen. De verhalen werden gebruikt om de
leenmannen alsnog op te roepen tot trouw

Blasfemie = godslastering/tegen God


Tegen mens = misantropie
Tegen vrouwen = mysogymie (adj.: mysogyme)
Zwager = schoonbroer
Vazal = leenman
Alwetende verteller = auctoriële verteller

Eponiemen:
Boycot, diesel, Valentijnsdag, zeppelin, Roland-Garros, rastafari, röntgenstralen, sadisme, sandwich, saxofoon,
clementine, Celcius, paparazzo, braille, Uncle Sam, nadar, nicotine, Oscar, lynchen, pantalon + panty, jumbo,
tupperware, praline, pappenheimer, dobermann, Campari, Big Mac, derby (gwn weten dat het eponiemen zijn)

Pizza Margherita:
 1e Italiaanse koningin Margherita
 ze kreeg op een dag zin in pizza (in die tijd nog een armeluisgerecht)
 pizzabakker stelde voor een pizza met tomaten (rood), mozzarellakaas (wit) & basilicum
(groen) -> nationale kleuren Italië

Teddybeer:
 president Theodore ‘Teddy’ Roosevelt
 berenjager
 weigerde het genadeschot af te vuren, zou zijn kinderen nooit meer in de ogen durven kijken
 cartoonist bracht anekdote in beeld en immigrant een tekening naast een speelgoedbeertje
 winkelier vroeg president of het beertje naar hem vernoemd mocht worden

Jacuzzi:
 Italiaans-Amerikaanse Candido Jacuzzi
 zette met zijn zonen een fabriekje op, schakelden later over op productie van pompinstallaties
 jongste zoon werd ziek en had kuur met draaiend & bubbelend water nodig
 vader bedacht dat hij dit zelf kon maken, ontwikkelde bubbelbad met soort buitenboordmotor
Frankische romans OF Karelromans:
- Het Roelandslied
- Renout van Montalbaen
- Karel ende Elegast

Arthurromans OF de Brits-Keltische romans:


- Lancelot
- Perceval
- Ferguut

Uitvinder: Chrétien de Troyes


Arthurromans: berijmde ridderverhalen
Brits-Keltische romans: hoofse liefde & queeste = belangrijke motieven
WS Thema 1
aantonen Bewijzen
alinea Deel van een gedrukte of geschreven tekst
associëren Verbinden, in verband brengen
authentiek Echt, origineel, oorspronkelijk
beargumenteren Onderbouwen met argumenten
belegeren Met een leger insluiten om tot overgave te dwingen
beoordelen Een oordeel geven over
censureren Het veranderen, weglaten van een bericht omdat het
niet voldoet aan de normen van de censurerende
instantie

collectief gezamenlijk
controversieel Betwist, omstreden
cynisch Bitter spottend, niet gelovend in het goede
devaluatie waardevermindering
epigram Puntdicht, kort, kernachtig gedichtje
escapisme Neiging tot vlucht uit de werkelijkheid
fascineren Boeien, sterk interesseren
genocide volkerenmoord

genuanceerd Doordacht, rekening houdend met veel aspecten


gestaag Geleidelijk, voortdurend
hilariteit Vrolijkheid, algemeen gelach
imponeren Indruk maken
inzettekst Een ingevoegd bericht in een groter artikel
luguber huiveringwekkend
memoriaal gedenkteken
meteorologisch weerkundig

morbide Ziekelijk, pervers, macaber


nostalgie Heimwee naar de goede tijd
parmantig Zelfbewust, deftig en fier
pleidooi Betoog of redevoering waarmee je iets wilt bekomen

reconstructie wederopbouw
riant Heel groot, ruim, royaal, bekoorlijk, aanlokkelijk
routine Door ervaring gekregen vaardigheid, sleur
sardonisch Grijnzend, boosaardig spottend

serpent Slang, gemeen iemand


toelichten Nader verklaren
trauma Geestelijk letsel
typeren De kenmerken van iets/ iemand noemen waaraan je
het herkent

voyeurisme Het stiekem kijken naar naakte personen


WS Thema 2
altruïstisch Menslievend, onzelfzuchtig
anagram Een door letterverplaatsing ontstaan woord ui ander
woord vb: pas uit sap
anatomie (leer v.d) bouw v.h menselijk lichaam
anekdote Kort, leuk verhaal over een gebeurtenis die de verteller
heeft meegemaakt
broodtekst Hoofddeel van een artikel, in aaneengesloten proza
corpus Alle verzamelde werken die bekend zijn op een bepaald
gebied
demonstratief Opvallend, zo dat iedereen het ziet of hoort
destructief Geneigd tot vernietigen

dito Gelijk aan het genoemde, van hetzelfde


dreinerig Zeurdig, jankerig
empathie Medevoelen, intens meeleven
eponiem Een woord dat gevormd is op basis van eigennaam
etymologie (leer van) de afkomst van woorden
executie terechtstelling
extravert Naar buiten gekeerd, zeer open
functioneel Doelmatig, niet overbodig

incident Voorval, vervelende gebeurtenis


intimideren Bang maken om iets gedaan te krijgen
introvert Naar binnen, in zichzelf gekeerd
materialistisch Sterk verlangend naar bezit en geld
mime Woorldoze vertolking van een rol, uitdrukking
gevoelens door gebarenspel

observeren Aandachtig kijken


onomastiek naamkunde
palindroom Woord dat voor-en achteruit gelezen kan worden met
zelfde resultaat

particulier Van individuele persoon


polyglot veeltalig
potsierlijk Bespottelijk, belachelijk
pover Armoedig, gering, tegenvallend
proloog Stuk tekst dat voorafgaat aan het verhaal in een boek/
toneelstuk
pseudoniem schuilnaam
spiritueel Geestelijk, geestig
verwoed Fal, zeer enthousiast

verzilveren Omzetten in iets waardevols, ruilen tegen geld


Andere begrippen:

Dark tourism = bezoek v/ plaatsen die ooit het toneel v/e oorlog/conflict zijn geweest
Inzettekst = ingevoegd bericht i/e groter artikel
Katern = deel v/e krant

Big Apple = populaire bijnaam voor New York


Must-see = absolute aanrader om te bezoeken
Packagedeal = aanbod v/ verschillende toeristische activiteiten in één pakket
Ramptoeristen = ongezonde nieuwsgierigheid m.b.t. lugubere misdaden

Hoog scoren i/d hitparade van… = belangrijke plaats innemen i/e bepaalde hiërarchie
Piëteit = vroomheid (eerbied, eervolle nagedachtenis)
Schrijn = - kistje voor bewaren van kostbare zaken
- tempel waar relikwieën bewaard worden
Relikwieën = een als heilig beschouwd overblijfsel
Ohama Beach = strand in Normandië waar op D-day Amerikanen geland zijn
Marketing = verzamelnaam voor alle activiteiten die er voor zorgt dat een product/dienst gebruikt wordt
Holocaust = massale vernietiging v/d joden in WOI

Literatuur of letterkunde
= algemene aanduiding voor alle mondeling (orale literatuur) of schriftelijk overgeleverde teksten die
men op uiteenlopende gronden van andere teksten onderscheidt vanwege hun veronderstelde
specifieke, meestal kunstzinnige karakter.
- hantering esthetische normen, andere normen worden ook als essentieel gezien
- dynamische stijl (verhaal gaat snel vooruit, makkelijk te lezen)

Literatuurgeschiedenis
= beschrijving literatuur in haar totale historische ontwikkeling of gedeelte daarvan
 deel kan een bepaalde periode bevatten of geschiedenis v/e bepaald (sub)genre
Beschrijven
- beschrijven doorgaans literatuur van bepaalde cultuurgemeenschap met eigen taal
- een v/d disciplines v/d literatuurwetenschap & levert bijdrage aan de cultuurgeschiedenis

Flits = opvallend, positief


Flets = flauw, vervelend, negatief

TEKSTDOELEN & TEKSTSOORTEN


Informeren
- informatieve teksten
Raken
- emotieve teksten
Overtuigen
- persuasieve teksten
Ontspannen
- diverterende teksten
Ertoe aanzetten iets te doen
- activerende teksten

Lemma’s = woord i/d vorm waarin het traditioneel wordt opgenomen i/h woordenboek

Blasfemie = godslastering/tegen God


Tegen mens = misantropie
Tegen vrouwen = mysogymie (adj.: mysogyme)
Zwager = schoonbroer
Vazal = leenman
Alwetende verteller = auctoriële verteller
Synoniemen:
- kenmerk; karakteristiek; aspect; indicatie; eigenschap; teken; karaktertrek, kenteken
- geschiedenis; evolutie; historiek; groei; ontwikkeling
- oorzaak; reden; aanleiding; motief; oorsprong; bron
- werkwijze; bereidingswijze; methode; procedure; handleiding; systeem; techniek; verloop; aanpak;
stappenplan
- gevolg; resultaat; effect; invloed; consequentie; uitkomst; reactie; implicatie (= hetgeen iets met zich mee
brengt)

Betekenisrelaties:
o Antoniemen
= woorden met tegengestelde betekenis
Vb: mooi & lelijk; jong & oud
o Homoniemen
= woorden met dezelfde schrijfwijze, maar met ≠ betekenis
Vb: ‘Hij ging geld afhalen i.d bank’en ‘Mijn ouders hebben net een nieuwe bank gekocht voor hun
zitkamer’
o Hyperoniem
= overkoepelend of bovenliggend woord
= woord met een ruimere betekenis dat de betekenis v.e ander woord omvat
Vb: vee hyperoniem van koe, schaap, geit
o Hyponiem
= onderliggend woord
= woord waarvan de betekenis wordt gedekt door een woord met een ruimere betekenis
Vb: koe & geit zijn hyponiemen van vee

Controleren of bron betrouwbaar is:


- autoriteit (wie de info op de site plaatste)
- actualiteit (is de info nog actueel?)
- objectiviteit (gegevens op site zijn neutraal)
- gebruiksvriendelijkheid (site is verstaanbaar & je vindt makkelijk je weg)

Plagiaat = stuk overnemen uit een ander werk zonder correcte bronvermelding
Citaat = verwijzing naar een stuk uit een ander werk die een auteur in zijn tekst plaatst; wel correcte
bronvermelding gebruikt
Bibliografie = lijst van allle geraadpleegde bronnen
Allusie = verwijzing; knipoog naar een ander werk

Cryptomnesie = goed idee krijgen, maar vergeten dat je het van een ander hebt
Intertekstuele verwijzingen = auteur legt soms bewust links met andere teksten (boeken,…)
Heterochromie = kleur van hun linker- en rechteriris is verschillend

You might also like