netspanning) weg te filteren binnen één bepaalde (zeer smalle) frequentieband (en in voorkomend geval

tevens de banden waarin zich de harmonischen bevinden), zonder het signaal voor het overige “auditief”
aan te tasten. In studio’s worden dergelijke filters weinig gebruikt. Ze worden wél aangewend bij lokatie»
opnamen, waar men snel onverwachte stoorfactoren mo et elimineren.

lunc hfilmr m e ! cenuemeq = 50 u,

nsmnllc bunl bnxdl t (A)
. middìtigrfllt bandbreedte (B)
»
3mm unanieme (C)

4.1.b.9: Effect van filtering op dynamiek en fase

Aangezien wedoor toonregeling ingrijpen op de amplitude van het signaal (door versterking of verzwakking
toe te passen op een gedeelte van het frequentiespectrum) zal dit ook gevolgen hebben op het nominaal
niveau van het audiosignaal dat we aan de volgende stap in de mengtafel “aanbieden".
Een verzwakking zal de totale signaal-ruisverhouding van het signaal beïnvloeden. Een versterking (zeker
als we met een meerbandstoonregeling werken, waarbij verschillende banden elkaar overlappen) kan
aanleiding geven tot oversturing van de daaropvolgende trappen.

Een tweede probleem bij toonregeling stelt zich door het feit dat bijna alle filters rond R-C of L-C kringen
gebouwd zijn. (Ze zijn gebouwd rond weerstanden. condensatoren en spoelen.)

Het gevolg is, dat de frequenties waarbij de filtering optreedt, in fase verschuiven. Dit is tot op een zekere
grens niet storend, tenzij men zowel het originele, niel-gefilterde signaal zou gaan mix e n met het gefilterde.
Op dat moment zal er sprake zijn van een min of meer breedbandig kamfilter.
Onderstaande grafiek geeft de faseverschillen bij een “shelving” filter enerzijds en een “hoog-af’ filter
anderzijds. Noteer dat faseverschillen tot 90° voorkomen.

FASE
90u

45°

—3dB
—6dB
‚ qua Hoog-nlfillu
42d}!

AMPLITUDE
20 so 100 sooi-iz lK SK IDK SOK tOOK

shelvingkurve -- Fasedraniîng voor shelving mier

Fasedraalíng voor hoog-al filler

10l