Professional Documents
Culture Documents
Tierelier 2.3 Leerlingenboek - Unlocked
Tierelier 2.3 Leerlingenboek - Unlocked
3
MCV + GROEPSMUSICEREN
Marrit Bruwiere
Met zanglessen van Sam Gevers
Illustraties van Eveline Knockaert
De Muziekcarrousel BV
Heukelommerweg 20i
3770 Riemst
GSM : 0499/369 284
Info of bestellen kan via : dmcarrousel@gmail.com
Intervallen (1 – 8)
Les 2 Grote en kleine secunde
Grote en kleine terts
Les 3
Les 4 La klein
A capella
Largo
Presto
Re klein
Les 5 Mi klein
Subito
Les 6
Re groot
Les 7 Si klein
Si b groot
Les 8 Sol klein
Les 9
Herhalingsles
Lento = Langzaam
Andante = Gaande
Moderato = Matig
Allegro = Levendig en snel
Rallentando = Vertragen
Accelerando = Versnellen
Solo = Alleen
Tutti = Allen
Staccato = Kort
Legato = Gebonden
A tempo = Terug in het begintempo spelen/zingen. (na een vertraging of versnelling)
D.C. = Da capo = Terug naar het begin
Fine = Einde
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 6
Oefening 8
Lezen
Oefening 11
Oefening 12
Oefening 14
Oefening 15
Oefening 16
Oefening 17
Oefening 18
Oefening 19
Oefening 20
Oefening 22
Oefening 26
Vul de noten verder aan.
Oefening 27
Plaats de maatstrepen.
Oefening 28
Zijn dit hele of halve tonen?
Oefening 30
Los de vragen op.
Antonin Dvorák werd geboren in ……………………… (jaartal). Zijn vader speelde citar en gaf zijn
muzikale genen door aan zijn zoon. Antonin leerde zichzelf ……………………………… (instrument)
spelen. Toen hij 12 jaar was, kreeg hij piano- en orgelles. Naast muziek was zijn 2de grote
passie : treinspotten! Hij kende haast alle vertrek- en aankomsttijden uit zijn hoofd! Toen hij
52 jaar was, verhuisde hij naar Amerika. Toen ging er een nieuwe wereld voor hem open. Hij
maakte kennis met de negrospirituals en de Afro-Amerikaanse muziek. Daar schreef hij zijn
9de symfonie, die bekend werd als de ‘nieuwe wereld’ symfonie. Hij stierf in 1904 op 62 jarige
leeftijd.
Voer nu het muziekstukje zelf uit. (eventueel samen met een uitvoering op CD of internet)
Stem 1 kan gespeeld worden door een leerling op zijn eigen instrument. De getransponeerde
melodie staat 2 pagina’s verder. De andere stemmen worden gespeeld op C instrumenten.
(Orff, boomwhackers, klankstaven, belletjes,…)
Instrumenten in Bb
Instrumenten in Eb
INTERVALLEN
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 5
Oefening 6
Oefening 7
Lezen
Oefening 9
Oefening 10
Oefening 11
Oefening 14
Oefening 15
Oefening 17
Oefening 18
Oefening 19
Oefening 24
Schrijf de naam van het interval onder de maat en het cijfer boven de maat.
Oefening 25
Schrijf het gevraagde interval.
Oefening 27
Zijn dit kleine tertsen (k3) of grote tertsen (G3)?
Oefening 28
Los de vragen op.
Je kan ook iedereen laten improviseren en het audiobestand van de begeleiding gebruiken.
Ritmiek
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 4
Oefening 5
Oefening 6
Oefening 7
Oefening 8
Oefening 10
Oefening 11
Oefening 12
Oefening 13
Oefening 14
Oefening 15
Oefening 16
Zanglesjes
Oefening 18
Oefening 20
Oefening 21
Oefening 25
Plaats de maatstrepen.
Oefening 26
Vul de noten aan.
Oefening 27
Schrijf de naam van het interval onder de maat en het cijfer boven de maat.
Oefening 28
Zijn dit kleine secundes (k2) of grote secundes (G2)?
Oefening 30
Los de vragen op.
Bij body percussion maak je geluid met je lichaam. Je kan klappen, knippen met je vingers,
geluiden met je tong maken, fluiten, stampen,… Je kan het zo gek niet bedenken! Zoek maar
enkele fragmenten op, het internet staat er vol van!
Nu gaan we zelf aan de slag! Hieronder heb je 5 oefeningen (A tot en met E) van telkens 2
maten. Elke noot of symbool staat voor een ander geluid. Lukken deze oefeningen goed?
Probeer dan zelf een oefening te maken in vakje F.
Elke grote toonaard heeft ook een bijhorende kleine toonaard. (ook wel parallelle toonaard
genoemd) Deze 2 toonaarden zijn familie van elkaar en hebben dus dezelfde voortekening.
(voortekening = wat er aan de sleutel staat, bijvoorbeeld mollen of kruisen)
Hoe vind je de parallelle kleine toonaard? → Neem de eerste noot van de grote toonaard en ga
een kleine terts omlaag. Dan kom je uit op de begintoon van de kleine toonaard.
Hoge notatie :
Breed en langzaam
Zeer snel
Ritmiek
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 4
Oefening 6
Oefening 7
Oefening 8
Oefening 10
Oefening 11
Oefening 12
Oefening 13
Iedereen krijgt 1 noot. De noten die boven elkaar staan moeten tegelijk gespeeld worden. Probeer het eerst op een
traag tempo. Als dat lukt, kan je ook sneller proberen!
Oefening 14
Oefening 15
Oefening 17
Oefening 18
Oefening 19
Oefening 20
Oefening 22
Oefening 26
Schrijf de toonladder van la klein.
Oefening 27
Vul de noten verder aan.
Oefening 28
Plaats de maatstrepen.
Oefening 29
Noteer de noot die een kwart hoger ligt.
Oefening 31
ACCELERANDO KWINT METRONOOM TOONAARD ZINSBOOG ANDANTE MAATCIJFER
- Zoek thuis informatie op over Mozart. Probeer zelf uit te maken wat belangrijk
of interessant is en wat niet. Bespreek/vergelijk nadien in de klas.
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Beluister de Turkse Mars van Mozart. Welk instrument hoor je? ……………………………………………
Plotseling
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 5
Oefening 6
Oefening 10
Oefening 11
Oefening 12
Oefening 13
Oefening 14
Groep 1 zingt de toonladder, terwijl groep 2 de begeleidingsnoten speelt of zingt. Je kan ook alles spelen op
klasinstrumenten.
Oefening 15
Oefening 17
Oefening 18
Zanglesjes
Oefening 19
Oefening 21
Oefening 26
Plaats de maatstrepen.
Oefening 27
Schrijf de toonladder van re klein en mi klein.
Oefening 28
Wat betekenen volgende Italiaanse woorden?
Oefening 30
Zijn dit kleine secundes (k2) of grote secundes (G2)?
Instrumenten in C
Instrumenten in Eb
De syncope
Ritmiek
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 5
De ene groep speelt de bovenste lijn, terwijl de andere groep de onderste lijn speelt. Probeer het ook eens met
instrumenten met een verschillende toonhoogte. Zoek 2 noten die mooi samenklinken.
Oefening 8
Oefening 9
Lezen
Oefening 11
Oefening 12
Oefening 13
Oefening 14
Oefening 15
Oefening 17
Oefening 18
Zanglesjes
Oefening 19
Oefening 21
Oefening 26
Plaats de maatstrepen.
Oefening 27
Schrijf het gevraagde interval.
Oefening 28
Los de vragen op.
Oefening 30
Noteer de gevraagde drieklank.
Oefening 31
Zijn dit kleine tertsen (k3) of grote tertsen (G3)?
Samenspel/Creatief
‘GOAL!’ is een ritmisch spreekkoor voor 4 stemmen. Verdeel de klas in 4 groepen en oefenen maar!
Het typische ‘voetbalritme’ wordt ook gebruikt. Kan jij de syncope herkennen?
• De halve tonen liggen in een grote toonaard altijd tussen 3-4 en 7-8.
• De halve tonen liggen in een kleine toonaard altijd tussen 2-3 en 5-6.
• Als je de 1ste, 3de en 5de noot opeenstapelt, krijg je de gronddrieklank.
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 4
Oefening 5
Oefening 6
Lezen
Oefening 10
Oefening 11
Oefening 13
Oefening 14
Oefening 15
Oefening 16
Oefening 17
Oefening 18
Oefening 20
Oefening 25
Schrijf de toonladder van re groot en si klein.
Oefening 26
Schrijf de volgorde van de kruisen in de beide sleutels 2 keer over.
Oefening 27
Plaats de maatstrepen.
Oefening 29
Schrijf het gevraagde interval.
• De halve tonen liggen in een grote toonaard altijd tussen 3-4 en 7-8.
• De halve tonen liggen in een kleine toonaard altijd tussen 2-3 en 5-6.
• Als je de 1ste, 3de en 5de noot opeenstapelt, krijg je de gronddrieklank.
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 5
Oefening 6
Oefening 8
Oefening 9
Lezen
Oefening 11
Oefening 12
Oefening 14
Oefening 15
Oefening 16
Oefening 17
Oefening 18
Oefening 19
Oefening 20
Oefening 22
Oefening 26
Schrijf de toonladder van si b groot en sol klein.
Oefening 27
Schrijf de volgorde van de mollen in de beide sleutels 2 keer over.
Oefening 28
Schrijf de naam van het interval onder de maat en het cijfer boven de maat.
Re groot Re klein
Do groot Mi klein
Fa groot La klein
Oefening 30
ACCELERANDO MOLLEN SOLSLEUTEL TOONAARDEN ALLEGRO
Zoek thuis op :
‘De Moldau’ is het bekendste werk van Smetana. Dit muziekstuk beschrijft de rivier en alles
wat die op zijn weg tegenkomt. Beluister het muziekstuk en ga op zoek naar de instrumenten.
3. De rivier stroomt verder en komt langs de bossen waar de jacht bezig is. De jagers
worden voorgesteld door de …………………………………………………………………………
4. Een beetje verder stroomt de rivier voorbij een huwelijksfeest. De gasten zijn aan het
dansen en dit hoor je ook in de muziek. Deze verandert namelijk in een polka.
5. Plots wordt de muziek heel rustig en wat mysterieus. De rivier stroomt namelijk langs
enkele waternimfen. Samen met de klarinetten hoor je ook ………………………………………… en
…………………………………………… en ………………………………………………
6. De muziek wordt onrustiger, er klinken meer en meer instrumenten. Het bekende thema
komt weer terug.
7. Het ……………………………………………………… laat de stroomversnellingen weerklinken. De rivier
nadert de stad Praag.
8. Uiteindelijk stroomt de rivier trots door de stad om uiteindelijk magisch in de verte te
verdwijnen. Maar… het einde heeft nog een verrassing in petto!
TOONLADDERS
NOTEN
ITALIAANSE BENAMINGEN
Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 4
Oefening 8
Oefening 9
Oefening 11
Schrijf zelf een ritmische oefening. Gebruik alle ritmes die je al geleerd hebt. Presenteer je oefening nadien voor
de klas.
Oefening 12
Oefening 13
Oefening 14
Oefening 15
Oefening 16
Oefening 17
Oefening 18
Oefening 19
Oefening 20
Oefening 27
Plaats de maatstrepen.
Oefening 28
Duid alle secunden aan met k2 of G2.
Oefening 29
Duid alle tertsen aan met k3 of G3.
Oefening 30
Schrijf de gevraagde toonladders.
Oefening 32
DRIEKLANK KWART LENTO PRIME SIXT TERTS HARP KWINT
SEPTIEM SYNCOPE MUZIEKLEER SECUNDE SUBITO TOONLADDER
INTERVALLEN LEGATO OKTAAF VIOOL
Tempo 140 150 160 170 180 190 200 210 220 230 240 250
Behaald
LEESTABEL FASLEUTEL
Tempo 40 50 60 66 72 80 86 92 100 112 120 130
Behaald
Tempo 140 150 160 170 180 190 200 210 220 230 240 250
Behaald