Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 8

PROEFEXAMEN ROMEINS RECHT 2020

BELANGRIJKE MEDEDELING ROND DE FEEDBACK

Gelieve enkel uw studentennummer te vermelden op het proefexamenformulier (en uitzonderlijk


dus niet uw naam). Op die manier wordt de anonimiteit gewaarborgd. Alleen het didactische team
en de studieloopbaanbegeleiders kunnen nagaan welke naam aan het studentennummer verbonden
is.

Uw studentenummer: …………………………………………………………………….

O Vink dit vakje aan als u ermee instemt dat uw gecorrigeerde (en louter door het
studentennummer identificeerbare) proefexamen nadien – samen met de proefexamens
van de andere studenten die daarmee hebben ingestemd – wordt opgeladen op Toledo.
Deze instemming zal u toelaten om uw individueel gecorrigeerde exemplaar in te kijken.
[Belangrijke opmerking vooraf: in tegenstelling tot het examen in januari wordt het
proefexamen door verschillende correctoren geëvalueerd. De correctie geeft een goede
indicatie van waar u staat, maar lichte afwijkingen zijn niet uitgesloten.]

Wie het bovenstaande vakje niet aanvinkt, krijgt uiteraard wel een individueel resultaat op 20
en kan ook deelnemen aan de collectieve feedback, maar heeft geen toegang tot het individuele
gecorrigeerde proefexamenformulier.

O Vink dit vakje aan als u dit proefexamen binnen een tijdsspanne van twee uur
zonder gebruik van hulpmiddelen heeft gemaakt. Dit heeft geen gevolgen voor de
verbetering of bespreking, maar geeft het didactische team waardevolle informatie bij de
evaluatie van de examenvorm en de interpretatie van de resultaten.

Beste studenten,

Voor u ligt het proefexamen Romeins recht.

Let bij het oplossen van dit examen zeker op volgende aandachtspunten:
1. Lees de vraag goed. Als een vraag verscheidene deelaspecten heeft, antwoord dan op elk van
die deelaspecten! Anders verliest u punten, terwijl u het antwoord misschien wel kent.
2. Antwoord in volzinnen. Voor antwoorden in schemastijl kunnen punten worden afgetrokken.
3. Beantwoord de vragen volledig, maar wel kort en bondig.

Vrees de moeilijke vragen niet! Misschien heeft u er toch meer van begrepen dan u denkt. Wees
tegelijkertijd selectief in uw antwoorden. Informatie die niet ter zake is, levert geen extra punten op.
Foute extra info kan zelfs tot aftrek van punten leiden.

Dit is een gesloten-boekexamen.

Het examen staat in totaal op 80 punten. Het resultaat op 80 wordt herleid naar een resultaat op 20
punten volgens de wiskundige afrondingsregels (t.e.m. 0,499 => 0 // vanaf 0,500 => 1).

Veel succes!

W. Druwé
2
Proefexamen Romeins recht – 12 november 2020 (11u-13u) – prof. dr. W. Druwé

Uw studentenummer:
3
Proefexamen Romeins recht – 12 november 2020 (11u-13u) – prof. dr. W. Druwé

Uw studentenummer:

ESSAYVRAAG: 25 punten

1. Het Romeinse recht heeft in de middeleeuwen en de nieuwe tijden een


doorslaggevende invloed gehad op de ontwikkeling van het familierecht.
a. Bespreek het Romeinse familia-begrip. In welke mate verschilde de christelijke
familie van de Romeinsrechtelijke familia?
b. Vergelijk het statuut van de echtgenote in de Romeinsrechtelijke familia met dat
van de echtgenote in de christelijke familie. Hoe beïnvloedde de studie van het
Romeinse recht aan de middeleeuwse universiteiten de kijk op het statuut van de
echtgenote in die christelijke familie?
c. Wanneer, hoe en onder invloed van welke factoren werd deze nieuwe
rechtsgeleerde visie ook in de rechtspraktijk geïntegreerd?
Verwerk uw antwoord op deze vraag in één doorlopend en goed gestructureerd essay in
verzorgd algemeen Nederlands. [25 punten]

a. Het Romeinse familia-begrip is een gemeenschap van goederen en aansprakelijkheid


dat geleid en beheerd wordt door de pater familias. Deze pater familias beschikt over
civiele voorrechten die hij kan inroepen voor de leden van zijn familie.

b. Bij de Romeinsrechtelijke familia kon de vrouw zelf kiezen tot welke familia zij zou
behoren: haar eigen familia, haar vorige familia of de familia van haar man. In de
christelijke familie waren de man en de vrouw beiden hoofd van een
gemeenschappelijke familie. Toen in de 12e eeuw in de universiteiten de situatie van
de Romeinsrechtelijke familia werd vergeleken met de situatie van de christelijke
familie, stelde de legisten en canonisten (de personen die zich bezighouden met deze
studie) dat de echtgenoot paterfamilias was en zijn vrouw slechts familielid. Deze
stelling beïnvloede de situatie van de christelijke familie, het botste namelijk met de
overtuiging van het huwelijk die bij de christenen heerste.

c. Deze visie van de universiteiten werd in de 16e eeuw veralgemeend. De kerkelijke


rechtbanken werden overgenomen en dus werd de christelijke familie en de positie
van het huwelijk daarbinnen overgenomen in de vorstelijke orde. Deze overname
zorgde voor een mengeling van de twee visies. Uiteindelijk zou de vrouw, wanneer ze
trouwde met haar man, geëmancipeerd worden uit haar oude familia en daarna lid
worden van de familia van haar man, toch werd ze geen erfgename.
4
Proefexamen Romeins recht – 12 november 2020 (11u-13u) – prof. dr. W. Druwé

Uw studentenummer:

TEKSTFRAGMENT (12 punten)

2. Becommentarieer het volgende tekstfragment. (i) Uit welke bron is het fragment
genomen? Van wanneer dateert die bron? (ii) Van wanneer dateert dit fragment zelf?
Vermeld ook hoe u tot die datering gekomen bent. (iii) Vat dit fragment in eigen
woorden samen. Hoe zou u deze tekst beschrijven? (iv) Bespreek kort de verdere
ontwikkeling tot in de zestiende eeuw van de in dit fragment aan de orde komende
procedure.

C. 1.4.7: Impp. Arcadius et Honorius AA. C. 1.4.7: Keizers Arcadius en Honorius


Eutychiano pp. Si qui ex consensu apud aan Eutychianus, pretoriaans prefect.
sacrae legis antistitem litigare voluerint, Indien bepaalde personen met onderling
non vetabuntur, sed experientur illius akkoord willen procederen bij een
(in civili dumtaxat negotio) arbitri more bisschop, is dat niet verboden. Diens
residentis sponte iudicium. Quod his oordeel (in een burgerlijke zaak dan toch)
obesse non poterit nec debebit, quos ad zal gelden als een uitspraak van een
praedicti cognitoris examen conventos scheidsrechter die op basis van
potius afuisse quam sponte venisse vrijwilligheid zitting houdt. Indien iemand,
constiterit. D. VI k. Aug. Mediolani gedagvaard tot het onderzoek van
Honorio A. IIII et Eutychiano conss. voornoemde bisschop, niet opgedaagd is,
mag dat hem niet tot nadeel strekken.
Uitgegeven op 27 juli te Milaan tijdens het
vierde consulaat van keizer Honorius en
het consulaat van Eutychianus.
Proefexamen Romeins recht – 12 november 2020 (11u-13u) – prof. dr. W. Druwé 6

Uw studentenummer

i) Codex van Justinianus uit de 6e eeuw : keizer Justianus leefde in deze periode en
heeft zijn Codex laten maken, deze codex is een verzameling van keizerlijke
constituties.
ii) Uit de 4e eeuw, we kunnen namelijk afleiden uit het fragment dat het dateert
van na de periode van Constantijn. Costantijn was namelijk de eerste die een
exsequatur toekende aan uitspraken van bisschoppen.
iii) In het fragment is één van de grondvoorwaarden voor de verlening van een
exsequatur aan een bisschoppelijke uitspraak te lezen. Deze
grondvoorwaarde is: partijen moeten hun zaak vrijwillig aan deze bisschop
voorleggen.
Proefexamen Romeins recht – 12 november 2020 (11u-13u) – prof. dr. W. Druwé 6

Uw studentennummer :

BEGRIPSVRAGEN (35 punten)


3. De belangrijkste Romeinse keizerlijke procesvorm was de cognitieprocedure (cognitio
extra ordinem). Schets kort en kernachtig het verloop van deze procedure. [7 punten]

- De procedure ging van start met de dagvaarding (3 soorten)


o Private dagvaarding
o Dagvaarding met overheidsgezag (met verzoekschrift dat door de rechter aan
de tegenpartij werd gegeven)
o Ambtshalve oproeping (de rechter riep op eigen initiatief de tegenpartij op)
- Na de dagvaarding kwam de inleidingszitting aan bod
o De eiser moet hier de rechtsgrond van zijn verzoek vermelden
o De verweerder kon hiertegen verweermiddelen aanwenden (3 soorten)
 Dilatoire exceptie (slaat op het feit dat de eiser zijn eis te vroeg
uitbrengt)
 Peremptoire excepties (betrof de grond van de zaak, verweerder kon in
sommige situatie stellen dat een eis ongegrond was)
 Excepties van onontvankelijkheid (eventuele onbevoegdheid van de
rechter)
- De dagvaarding wordt gevolgd door de behandeling ten gronde
o Deze behandeling ten gronde vind plaats in een rechtbank, het conflict werd
hier beslecht in het vonnis.
o De verliezer van het proces kon een hoger beroep tegen het vonnis aantekenen
- De tenuitvoerlegging was het gevolg van het vonnis uit de behandeling ten gronde
o Aangezien het vonnis een keizerlijke uitspraak was moest het vonnis
uitgevoerd worden.
o Wanneer iemand weigerde te betalen kon er een beslag op goederen of een
boedelafstand plaatsvinden.

4. In het Late Keizerrijk bestonden er diverse manieren om in het kader van een familia
te handelen met beperkte aansprakelijkheid. Vergelijk de volgende twee
rechtsvorderingen: de noxale rechtsvordering (actio noxalis) en de rechtsvordering met
de bijkomende hoedanigheid van toegewezen vermogen (actio de peculio). [7 punten]

- De noxale rechtsvordering : de paterfamilias mocht hier kiezen of hij bij de


rechtsvordering een bedrag betaalde aan de schuldeiser of de schuldenaar uit zijn
familia over droeg aan de schuldeiser
- De rechtsvordering met de bijkomende hoedanigheid van toegewezen vermogen: bij
dit soort rechtsvordering is de paterfamilias slechts beperkt aansprakelijk, de
aansprakelijkheid hing af van het toegewezen vermogen, van een familielid die
schuldenaar was, dat uit de boekhouding bleek. Als de rekening van deze schuldenaar
op nul stond, was de paterfamilias bevrijd uit de rechtsvordering.
Proefexamen Romeins recht – 12 november 2020 (11u-13u) – prof. dr. W. Druwé 7

Uw studentennummer :

5. Het recht tijdens de Volle Romeinse Republiek werd gekenmerkt door een
voortdurend streven naar evenwichten. Welke evenwichten (“checks and balances”)
werden zo in het republikeinse recht ingebouwd? [7 punten]

Men zocht in de volle republiek naar een evenwichtige verdeling van de macht, om deze
evenwichtige verdeling van de macht tot stand te brengen onstonden er een paar belangrijke
posities. Er ontstonden 4 soorten posities om de macht te verdelen:
1) De senaat = een discussieforum met 3 bevoegdheden: het bestuur van de federatie, het
budgetbeheer en het toezicht op de niet-civiele rechtspraak.
2) De stemcomités en hun leges = 4 soorten stemcolleges: bijeenkomsten van de curies,
bijeenkomsten van de militaire centuries, bijeenkomsten van districten van Rome en
de verdere omgeving en bijeenkomsten van plebejers.
3) De magistratuur en de edicten = deze magistraten hebben de meest actieve rol in het
dagelijks bestuur van de republiek. De magistraten dienen voor hun positie de
loopbaan voor ereambten te doorlopen, via deze loopbaan zijn 6 posities te verkrijgen:
o Quastor
o Aediel
o Praetor
o Consul
o Censor
o Propraetor/proconsul
Tussen deze posities zit telkens een jaar tijd, dit om de personen aansprakelijk te
kunnen stellen voor verantwoording voor hun ondernemingen in het jaar dat ze een
bepaalde positie innamen.
4) De juristen = deze juristen staan personen bij die met juridische conflicten worden
geconfronteerd

6. Paulus (die eigenstandig, sui iuris, was) en Lucia hadden in januari 405 hun bruiloft
gevierd in de stad Ravenna, de toenmalige hoofdstad van het West-Romeinse Rijk. In
april 406 beviel Lucia van Marcus. Helaas stierf Paulus al in december 409. Bij zijn
overlijden leefde naast Lucia en Marcus ook nog Paulus’ broer Lucius. Had Marcus
nood aan een voogd? Zo ja, wie kwam daarvoor in aanmerking, en onder welke
voorwaarden? Zou de situatie anders geweest zijn, indien dit gegeven zich 140 jaar later
had afgespeeld? [6 punten]

Op basis van de vermelding in de Twaalftafelenwet: ‘voogd van rechtswege’ zal de persoon


die in de dichtste graad verwant is aan de paterfamilias de voogdij verkrijgen over het kind
van de paterfamilias. In dit geval zal dus Lucius de voogdij verkrijgen over Marcus. Moest de
situatie zich 140 jaar later hebben afgespeeld zou de vrouw zelf de voogdij over Marcus
kunnen verkrijgen.

7. Kon een slaaf optreden in een civiele rechtbank? [4 punten]

Een slaaf kon in de civiele rechtbank slecht 1 eis stellen , de eis voor opeising van vrijheid.
het antwoord is dus ja, een slaaf kon optreden in een civiele rechtbank.
Proefexamen Romeins recht – 12 november 2020 (11u-13u) – prof. dr. W. Druwé 8

Uw studentennummer :

8. Van welke instelling verkreeg een praetor in de Volle Republiek zijn rechtsmacht
(imperium)? [2 punt]

Comitia curiata (bijeenkomsten van de militaire centuries)

9. Waarom zou een insolvente schuldenaar vrijwillig kiezen voor een boedelafstand
(cessio bonorum)? [2 punten]

Op die manier kon hij vermijden dat zijn familia gereorganiseerd werd of dat hij een deel van
zijn civiel statuut verloor.

CHRONOLOGISCHE VRAGEN (8 punten)

15. Plak er een eeuw op: [8 punten]

Filips de Goede als hertog van Bourgondië .15e eeuw

Jacques de Révigny 13e eeuw

Baldus de Ubaldis 14e eeuw

Concordaat van Worms 12e eeuw

Friedrich Carl von Savigny, System des heutigen römischen Rechts


19e eeuw ……………………………...

Het Eeuwig Edict van Salvius Julianus 2e eeuw

Verdrag van Verdun 9e eeuw

Al-Kindi 9e eeuw

You might also like