Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 2

Osmose bij verschillende zoutconcentraties

(H1 BVJ 4a VWO)

Van:……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………

Klas: van maandag / vrijdag

De schil van een aardappel gaat verdamping tegen. Toch drogen aardappels na een tijdje uit en
worden ze slapper en kleiner. Wanneer de cel zoveel water verliest dat er plasmolyse optreedt,
verandert de grootte niet meer. In deze proef ga je uitzoeken hoe plasmolyse werkt.. Lees nog
eens de veiligheidsvoorschriften door die in je map praktische vaardigheden zit. In deze map staat
ook aan welke eisen een fantastisch verslag moet voldoen.

Onderzoeksvraag:
Is de osmotische waarde van een aardappelcel te bepalen door lengte en stevigheid van
aardappelstaafjes te meten die in oplossingen met oplopende osmotische waarde
(zoutconcentratie) hebben gelegen?

Nodig zijn:
● bekerglas met vijf cultuurbuizen
● 150 ml bekerglas
● 25 ml maatcilinder
● weegschaal
● schepje
● Natriumchloride (s)
● gedestilleerd water in knijpfles
● druppelpipet
● stift
● liniaal
● schilmesje
● snijplank
● aardappelsnijder
● aardappel
● fototoestel (foto’s in het verslag!)

Werkwijze:
● Dit practicum voer je zelfstandig uit in het lab per tweetal of drietal, denk altijd aan de
veiligheid.
● Lees dit voorschrift door en ontwerp een tabel voor in het verslag waarin alle
meetgegevens genoteerd kunnen worden (tips voor het ontwerpen van een tabel staan in
je map praktische vaardigheden op de drive / classroom / studiewijzer).
● Begin daarna aan de proef.
● Nummer de cultuurbuizen 1-5; schrijf groepsnaam op het bekerglas.
● Doe 20 ml gedestilleerd water in buis 1; de concentratie keukenzout in die buis is dan 0%.
● Maak 50 ml 8% NaCl-oplossing (massapercentage).
● Doe 20 ml van de 8% NaCl-oplossing in buis 5; dit is de hoogste waarde van de proef.
● Buis 2-4 moeten gevuld worden met 20 ml NaCl-opl. van respectievelijk 1%, 2% en 4%.
● Haal de aardappel door de aardappelsnijder.
● Gebruik 5 perfecte staafjes en maak ze exact even lang. De lengte is afhankelijk van de
hoogte van de vloeistofkolom in de cultuurbuizen. Ze moeten volledig ondergedompeld
kunnen worden in de vloeistof.
● Meet de staafjes op in mm nauwkeurig, lengtexbreedtexdikte, noteer dit in de tabel.
● Geef een beschrijving van de staafjes in de tabel (bijv. kleur en stevigheid).
● Na het meten gaan de staafjes in de buizen. Laat de staafjes 24 uur in de buizen staan.
● Ruim je practicummateriaal op volgens veiligheidsvoorschrift/aanwijzingen TOA.
● Na 24 uur worden lengte en breedte van de staafjes weer in mm nauwkeurig gemeten en
worden andere veranderingen ook opgemerkt en beschreven. Dit wordt ook in tabelvorm
verwerkt.
● Bedenk zelf welke gegevens je verder uit gaat werken en waarvan je een grafiek gaat
maken voor in het verslag (bijvoorbeeld procentuele lengteverandering; tips voor het maken
van een grafiek staan in de map prakische vaardigheden, geef ook altijd aan hoe je iets
berekent). Tabellen en grafieken (alleen de meetpunten, niet de lijn) kunnen ook digitaal
worden gemaakt en daarna in het verslag worden geplakt (of gescand en dan ingevoegd).
● De tabel(len) en grafiek uit het verslag zijn nodig om de vragen bij het kopje conclusie te
beantwoorden.
● Iedereen van de werkgroep draagt bij aan het maken van het verslag en het practicum, zo
niet dan direct mij mailen! Onvoldoende meewerken kost punten.
● Uiteindelijk wordt er één papieren verslag in een mapje ingeleverd per groep.

Vaardigheden die beoordeeld worden:


● Tabel ontwerpen en grafiek maken volgens instructie in de vaardighedenmap.
● Verslag schrijven volgens instructie in de vaardigheden map.
● Antwoorden op de vragen:

De vragen die beantwoordt moeten worden in het verslag onder het kopje “Conclusie en discussie”
zijn in ieder geval de volgende.
● In welk traject van de grafiek bezitten aardappelcellen turgor?
● In welk traject van de grafiek is er sprake van plasmolyse?
● Met welke NaCl-concentratie komt de osmotische waarde van een aardappelcel overeen?
Leid je antwoord af uit de grafiek en beschrijf duidelijk hoe.
● Geef nu antwoord op de onderzoeksvraag.
● Zijn de verwachtingen uitgekomen?
● Zijn er veranderingen in lengte of stevigheid van de staafjes opgetreden die je niet had
verwacht?
● Wat is er anders en wat is de verklaring hiervoor?
● Bij de discussie bediscussieer je in ieder geval de betrouwbaarheid en validiteit van je
onderzoek.

You might also like