Professional Documents
Culture Documents
Shiviti
Shiviti
ook verschenen als artikel in: Alef Beet, het blad van de
Vereniging Hebreeuws, jaargang 2014, nr. 1
Weet voor wie je staat
1
Weet voor wie je staat
Inhoud
Inleiding ........................................................................................................................... 3
Shiviti ................................................................................................................................ 4
Weet voor wie je staat .................................................................................................... 8
Ik stel de Eeuwige geduriglijk voor mij ...................................................................... 9
Want bij U is de fontein des levens ............................................................................ 10
God zij ons genadig en zegene ons (Tehiliem/Psalm 67) ...................................... 11
De stem van mijn Heer ................................................................................................ 18
Menora-attributen ........................................................................................................ 20
Jozef is een vruchtbare tak .......................................................................................... 21
Ik hef mijn ogen op naar de bergen (Tehiliem/Psalm 121) ................................... 23
Och, in kracht (Ana bechóach) ................................................................................... 25
De Eeuwige zegene u ................................................................................................... 28
Gij doet Uw hand open................................................................................................ 29
Zo geve u dan God ....................................................................................................... 30
Want Hij zal Zijn engelen van u bevelen .................................................................. 31
Gezegend is de naam (Brich Shmei) .......................................................................... 32
Dit werk nu des kandelaars ........................................................................................ 35
2
Weet voor wie je staat
Inleiding
De uitdrukking weet dan voor wie jullie staan (~ydIm.A[ ~T,a; ymi ynEp.li W[D>) was
inspiratie voor het volgende Joodse verhaal dat ik op internet tegenkwam:
Er waren eens twee rabbijnen die in dezelfde stad woonden. De ene
was erg succesvol: wanneer hij sprak, zat de synagoge afgeladen vol
en hingen de mensen aan zijn lippen. In de week die volgde, sprak
iedereen over zijn preek. De andere rabbijn, die ijverig zijn preken
voorbereidde, was niet zo gelukkig. Wanneer hij sprak, lette bijna
niemand op en degenen die wél luisterden, dachten nog nauwelijks
over zijn woorden na.
Op een dag ontmoetten de twee rabbijnen elkaar en de niet zo
succesvolle rabbijn vroeg de andere naar het geheim van zijn succes.
Hij antwoordde dat hij gedachten kon lezen. De ander reageerde:
"Dat is onmogelijk, niemand kan gedachten lezen!" De eerste rabbijn
zei: "Het is waar, ik kan écht gedachten lezen. Denk jij ergens aan,
dan zal ik je vertellen waar je aan denkt." De minder succesvolle
rabbijn besloot erin mee te gaan, dus dacht hij ergens aan en zei toen:
"Vertel me wat ik denk." De andere rabbijn antwoordde: "Je denkt
aan het psalmvers ik stel de Eeuwige altijd voor mij." Daarop riep de
niet succesvolle rabbijn uit: "Ik wist dat het nep was! Ik denk daar
totaal niet aan." "Kijk," zei de succesvolle rabbijn, "dat is mijn punt.
De reden voor mijn succes is dat ik de Eeuwige áltijd voor me stel." 3
1 Rasji verklaart dat dit teveel lezen uit de Schrift betekent; of een andere mogelijkheid:
kinderpraat. Anderen verklaren het als filosofische speculatie. Rasji is een Hebreeuws
acroniem van rabbi Sjlomo Itschak, een Franse rabbijn die leefde van 1040 tot 1105 en
wordt beschouwd als één van de grootste verklaarders van Tenach en Talmoed.
2 Babylonische Talmoed, tractaat Berachot 28b
3 Vertaling van een deel van een artikel door auteur rabbi Joel Grossman, verschenen in
3
Weet voor wie je staat
Hier wordt het psalmvers aangehaald: Ik stel de Eeuwige geduriglijk voor mij,
omdat Hij aan mijn rechterhand is, zal ik niet wankelen (Tehiliem/Psalm 16:8).
Het is een reactie op de oproep uit de Talmoed: weet dan voor wie jullie
staan.
Dit gezegde uit de Talmoed en het vervolg daarop uit de psalmen zijn in
de Joodse traditie veel herhaalde en geschreven teksten. Het inspireerde
Joden in de 18e en 19e eeuw om kunstwerken – vaak tekeningen – te
maken die dit bewustzijn van voor de Eeuwige te staan, levend moesten
houden. De platen werden vooral opgehangen in synagoges om de
gemeenten aan te sporen tot intensiever gebed.
Shiviti
5 Men zie bv. de afbeeldingen in Encyclopaedia Judaica (1972), dl. 14, tussen 1420 en 1421
4
Weet voor wie je staat
In het vervolg wordt elk onderdeel van deze shiviti besproken. Maar eerst
enkele tekstuele bijzonderheden van het Hebreeuws op deze shiviti:
De letter x (cheet) wordt op deze shiviti geschreven als twee aan elkaar
verbonden z's (zájjin):
Deze schrijfwijze wordt reeds in de Talmoed verondersteld. In een
discussie over schrijffouten wordt het iemand kwalijk genomen
wanneer hij het dakje van de cheet verwijdert en er [zodoende] twee zájjins
van maakt7.
8 !ygIT' (takíén); enkelvoud: gT' (taak); in het Hebreeuws rt,K,ä (kètter) – kroon.
5
Weet voor wie je staat
En verderop:
"Er zijn zeven letters die elk drie haaltjes nodig hebben en dat zijn de
sjien, ájjin, teet, noen, zájjin, kíémel en tsádee." [Er zijn verschillende
meningen over de juiste plaatsing van deze haaltjes.]9
s /o i ]n u z g
Zo'n kroontje bestaat gewoonlijk uit drie krullen of halen die elk wel
wat weg hebben van de Hebreeuwse letter z (zájjin). Zo'n enkele haal
wordt ook wel, naar die letter, een !WYzI (zijjóén) genoemd dat je als
bewapening zou kunnen vertalen. Ze zijn mogelijk toegevoegd als
versiering, om de Tora-tekst te tooien met een kroon. Daarvoor zijn
letters uitgekozen die aan de bovenkant een kopje hebben. Het kroontje
wordt gewoonlijk linksboven op de letters geplaatst. De reden dat de w
(waw) en y (jod) niet worden gekroond, zou zijn dat de top van de
eerste erg smal is en die van de laatste schuin afloopt en in een punt
eindigt.
Behalve deze zeven letters met een kroontje zijn er nog andere die een
zijjóén kregen. Op dezelfde Talmoed-bladzijde wordt een andere
rabbijn geciteerd die zei:
"Ik zag dat schrijvers die heel precies waren een vertikale haal
toevoegden aan het dakje van de letter cheet." [Ook hier zijn er
verschillende meningen over de vorm van de haal. Het woord yrjx
dat, overeenkomstig de mening van Rasji, is vertaald met een vertikale
haal toevoegen, afgeleid van arjwx, een stok, kan ook betekenen
bultachtig maken dat is afgeleid van atrjx, kamelenbult.]
En dan wordt ook nog de h (hé) genoemd die een zijjóén heeft en in
een ander Talmoed-tractaat10 is er sprake van een zijjóén op de k (kaf).
De Rambam13 geeft een mogelijke reden voor het ontbreken van tagín.
Hij schreef (Responsa 68):
"De tagín verschillen voor wat betreft het aantal haaltjes waaruit ze
bestaan; sommige letters hebben er één, twee, drie tot wel zeven ...
Na verloop van tijd en als gevolg van de problemen van de
ballingschap waren er zoveel variaties in deze overlevering [van het
maken van de tagín] dat de autoriteiten overwogen of het raadzaam
was alle tagín te weren. Maar aangezien de geldigheid van een rol
niet afhankelijk was van de tagín, lieten de rabbijnen ze met rust."
Aangezien de tagín dus niet verplicht waren volgens de Rambam, is
het goed mogelijk dat alleen de kroontjes op de zeven letters X c [ n j
z g zijn blijven staan terwijl andere tagín in de loop der tijd zijn
verdwenen uit veel Tora-teksten.
De Rambam vond dat het weglaten van tagín uit een Tora-rol die rol
niet ongeldig maakte omdat het toevoegen van de tagín werd
11 Devariem/Deuteronomium 6:4
12 Babylonische Talmoed, tractaat Sota 20a
13 Hebreeuws acroniem van rabbi Mosjé ben Maimon, ook bekend als Maimonides;
Sefardische rabbijn, geleerde, filosoof en arts die leefde van 1135 tot 1204 en wordt
beschouwd als de belangrijkste rabbijn uit het post-Talmoedisch Jodendom.
7
Weet voor wie je staat
beschouwd als een bijzonder mooie vervulling van het gebod (en dus niet
als het gebod zelf). Echter de Asjkenazische gewoonte zegt dat een rol
ongeldig is zonder de juiste tagín. Wat die juiste tagín dan zijn, is de
vraag.14
Voor de hier besproken shiviti is het gebruik van tagín niet consequent.
Bovendien komt ook de q soms voor met een kroontje in de vorm van
een enkele haal.
De eerste regel van de shiviti, vanaf rechtsboven, begint met het Talmoed-
citaat dat de bedoeling van de shiviti samenvat en formuleert vervolgens
voor wie we staan:
Weet voor wie jij staat: dmeA[ hT'a; ymi ynEp.li [D:
voor het aangezicht van de Koning, %l,m,ä ynEp.li
die regeert over koningen, (~ykil'M.h; ykel.m); h"m
de Heilige, gezegend is Hij. (aWh %WrB' vAdQ'h;) h"bqh
De eerste van bovenstaande vier regels komt uit de Talmoed (zie het citaat
op pagina 3). De laatste twee regels geven de betekenis van de twee
initiaalwoorden waarmee deze bovenste regel van de shiviti eindigt.
9
Weet voor wie je staat
10
Weet voor wie je staat
Onder het centrale gedeelte van de shiviti vallen de drie uit Hebreeuwse
woorden gevormde menora's het meest op. De centraal geplaatste en
grootst geschreven menora bevat de tekst van Tehiliem/Psalm 67:
11
Weet voor wie je staat
De voet van de menora eindigt ná het woord sélla (vers 5) met het
initiaalwoord a"lga. Dit staat voor:
U bent machtig voor eeuwig, Eeuwige. (yn"doa] ~l'[l
o . rwOBGI hT'a;) a"lga
Rabbi Shubert Spero schreef over deze menora-psalm het volgende artikel15:
15 bron: het artikel The Menorah Psalm van Shubert Spero in Jewish Bible Quarterly, Vol. 37,
No. 1, 2009, vertaald met toestemming van de Jewish Bible Association, www.jewishbible.org
16 Zie I. Shachar, The Jewish Tradition in Art, Israel Museum Journal, Oct., 1991, p. 246,
272.
17 Naar men zegt, verklaart een 14 e eeuws Kabbalistisch manuscript (Vatican Mss. No.
214) dat Tehilliem 67 de menora aanduidt, hoewel niet verteld wordt waarom. Zie
Ephraim Gottlieb, Encyclopedia Judaica, vol. 11, p. 1368.
12
Weet voor wie je staat
18 Meyer Blumenfeld, Sha'ar Hamelech - the Gate of the King, Vol. III, p. 130 (New York:
Artscroll, 1976) Hebrew.
19 Gershom Scholem, The Messianic Idea in Judaism (New York: Schocken, 1971) pp. 268 -
270.
20 Zie M. Ben Uri, The Menorah of Exodus 25 in Beth Mikra, Vol. 55, No. 4 (July-September
1973). Er wordt overigens gezegd dat al in de Pentateuch, in die passages die een object in
termen van ontwerp of afmetingen beschrijven, een overeenkomst gevonden kan worden
tussen het aantal en de vorm van de verzen en woorden in de tekst en de eigenschappen van
het object dat wordt beschreven. Zo wordt gewezen op Exodus 25 waar de opdracht om een
zevenarmige kandelaar te maken, bestaat uit zeven verzen, waar het woord menora zeven
keer voorkomt in deze zeven verzen, waar het woord sjevvà (zeven) zichtbaar is in het
zevende vers en waar het vierde en middelste vers (vers 34) precies de tekst is dat een
beschrijving geeft van de middelste arm, de centrale staander van de menora.
13
Weet voor wie je staat
Precies deze gedachte wordt geopperd in een ander psalmvers: Want Gij
doet mijn lamp lichten. Iemands lamp kan geïnterpreteerd worden als die
aspecten van zijn persoonlijkheid die, eenmaal geheiligd door contact met
God, geestelijke inspiratie uitstralen naar anderen. Dit zou de betekenis
kunnen zijn van de ziel des mensen is een lamp des Eeuwigen
(Misjlee/Spreuken 20:27). Maar is dit niet hét symbool van de menora: dat
iemand God mag dienen door licht uit te stralen en zo een lamp des
Eeuwigen te zijn?
Hoe dan ook, de bron voor het toekennen van mystieke kracht aan deze
psalm wordt, denk ik, gevonden in de interpretatie die eraan wordt
gegeven in de Zohar, in naam van rabbi Eleazar, zoon van rabbi Shimon
bar-Yochai:
Rabbi Eleazar dacht na over de woorden van de psalm: God zij ons
genadig (Tehiliem 67). Hij zei: "Koning David stond op en prees en
dankte de Goddelijke Koning. Hij studeerde Tora op het moment dat
de noordenwind opstak en de snaren van zijn harp streelde, zodat
die muziek maakte. Wat nu, was het lied van de harp? Let op:
wanneer de Heilige zich naar zijn wagens en leger begeeft om al deze
bovennatuurlijke dingen te koesteren, worden ze vervuld van
vreugde en gezang. Ze beginnen hun gezang met de woorden: God
zij ons genadig en zegene ons; Hij doe Zijn aanschijn aan ons lichten. En
toen de wind er mee speelde, zong de harp: De volken zullen U, o God!
loven; de volken, altemaal, zullen U loven. En toen David wakker werd
14
Weet voor wie je staat
De bron voor een zingende harp wordt door de Zohar gevonden in een
aggadische (verhalende) behandeling van het volgende vers in één van
Davids psalmen:
Te middernacht sta ik op, om U te loven voor de rechten Uwer gerechtigheid
(Tehiliem 119:62). Hoe wist David dat het middernacht was? Een
harp hing boven zijn hoofd en als het bijna middernacht was, stak er
een noordenwind op zodat de harp uit zichzelf begon te spelen.
David stond onmiddellijk op en bestudeerde de Tora tot de
morgenstond22.
En zo was de harp die muziek ten gehore bracht door de streling van de
wind, al een deel van de aggadische wereld van David. Hoe makkelijk is
het dan, het merkwaardige opschrift van Tehiliem 67 lezende, een
verband te maken en hier de woorden te zien die de muziek van de
mysterieuze harp begeleidden: door het snarenspel, een psalm, een lied.
Volgens de Zohar zijn de zeven verzen van deze psalm een uitdrukking
van de samenwerking van vier dingen: de bovennatuurlijke wezens, de
noordenwind, de harp en David, omdat ze allemaal reageerden op het
naderen van de Goddelijke Tegenwoordigheid. De bovennatuurlijke
21 Zohar, vol. III; Sjemot: Jethro, p. 211 vertaling (London: Soncino, 1933).
22 Babylonische Talmoed, tractaat Berachot 3b
15
Weet voor wie je staat
Omdat de psalm het lied van de harp wordt genoemd, moeten we speciaal
letten op de verzen die aan de harp worden toebedeeld. Deze, zo moet
opgemerkt worden, roepen de volken en de mensen van de wereld op om
de Heer te danken in vreugde. Volgens de Zohar maakt dit duidelijk dat
wanneer de heidenvolken de Heilige erkennen, Zijn glorie zowel boven
als beneden volmaakt is.
combineren zodat de idee wordt gevormd dat zowel Mozes als David
hetzelfde visioen hebben gezien: de tekst van Tehiliem 67 in de vorm van
de menora. Mozes wint erbij door het leren van een nieuwe en spiritueel
krachtige psalm. David wint erbij door het overnemen van Tehiliem 67 in
het ontwerp van de esthetisch aansprekende menora als een embleem
voor zijn wapenschild.
24 In de traditie van de Edot haMizra (Sefardische Joden) wordt Tehilliem 67 direct ná het
amida-gebed tijdens de dagelijkse namiddagdienst uitgesproken. Soms gaat de psalm
vergezeld van een afbeelding van de woorden van de psalm verwerkt in de armen van
een menora met de aanwijzing de psalm te lezen vanaf de afbeelding! (Zie: Siddur
Mincha Ve'arvit le Sfardim, pp. 57, 58).
25 Zie Midrasj Rabba Bemidbar 15:4
17
Weet voor wie je staat
met de lont en de olie, maar God zorgt voor het vuur. Maar om het licht te
laten branden, moet de mens zorgen voor de lont en steeds olie bijvullen.
De harp zingt omdat het in trilling wordt gebracht door de wind, die
beweegt als reactie op de aanwezigheid van God. En als de religieuze ziel
de hemelse muziek hoort, doet hij mee met het zingen en componeert
vanuit zijn eigen ervaring een nieuw lied van dankbaarheid en aanbidding
zodat de mens zelf een lamp van de Heer wordt die licht en lieflijkheid
uitstraalt en onverschilligheid en egoïsme doet verdwijnen. En dit haalt de
goedheid van de Heilige van boven naar de aarde beneden.
Aan beide zijden van de stam van de middelste menora staan drie
Hebreeuwse letters: ~wc en ~kh.
Het zijn de laatste letters van de verzen die de armen van de menorapsalm
vormen: ~wc zijn de laatste letters van de laatste drie verzen (verzen 8, 7, 6,
in de richting van de centrale staander) en ~kh zijn de laatste letters van
de eerste drie verzen (verzen 2, 3, 4).
Het getal 216 komt overeen met het aantal letters in de grote Naam van
God van 72 woorden. Deze 72 woorden die elk uit drie letters bestaan en
die volgens kabbalisten samen één onuitsprekelijke grote naam van God
vormen, zijn afgeleid uit de tekst Sjemot 14:19-21:
19 En de Engel Gods, Die voor het heir van Israel ging, vertrok, en ging
achter hen; de wolkkolom vertrok ook van hun aangezicht, en stond achter
hen. 20 En zij kwam tussen het leger der Egyptenaren, en tussen het leger
van Israel; en de wolk was te gelijk duisternis en verlichtte den nacht; zodat
de een tot den ander niet naderde den gansen nacht. 21 Toen Mozes zijn
hand uitstrekte over de zee, zo deed de Eeuwige de zee weggaan, door een
sterken oostenwind, dien gansen nacht, en maakte de zee droog, en de
wateren werden gekliefd.
[S;úYIw: ~h,y_ rEx]am; e %l,YEßw: laeêr"f.yI hnEåx]m; ‘ynEp.li ‘%lehoh; ~yhiªl{a/h' %a;lä .m; [S;úYIw: 19
‘!ybeW ~yIr:ªc.mi hnEåx]m; Ÿ!yBeä aboúY"w: 20 `~h,(yrExa] ;me dmo[ß Y] :¥w: ~h,êynEP.mi ‘!n"['h,( dWMÜ[;
hz<-ß la, hz<± br:ïq'-al{w> hl'y>Lh"+ ;-ta, ra,Y"ßw: %v,xoêh;w> ‘!n"['h,( yhiyÛ >w: laerê "f.yI hnEåx]m;
~ydIÜq' x:Wr’B. ~Y"h;û-ta, Ÿhw"åhy> %l,AYæw: è~Y"h;-l[; éAdy"-ta, hv,ämo jYE’w: 21 `hl'y>L'(h;-lK'
`~yIM(h' ; W[ßq.B'YIw: hb'_r"x'l, ~Y"hß ;-ta, ~f,Y"ïw: hl'y>Lh;ê ;-lK' ‘hZ"[;
Deze drie verzen bestaan elk uit 72 letters. De 72 woorden worden als
volgt gevormd: de eerste letter van vers 19, de laatste letter van vers 20 en
de eerste letter van vers 21 vormen het eerste woord: whw. De tweede letter
van vers 19, de één-na-laatste letter van vers 20 en de tweede letter van
vers 21 zijn samen het tweede woord: yly, enzovoort.
19
Weet voor wie je staat
Menora-attributen
Onder het centrale kader en boven de drie menora's staat de volgende rij
initiaalwoorden:
Het tweede (linker) deel geeft de volgende tekst weer uit de Talmoed:
Ik ben van het zaad van Jozef, over wie het boze oog geen macht heeft.
(aX)yb any[ (hyb ajlX ald anyta aq @swyd a[rzm ana) b"X d"aq d"ma
21
Weet voor wie je staat
Dat de bescherming tegen het kwaad – het boze oog – van God is te
verwachten, wordt geproclameerd door beide menora's links en rechts
van de centrale grote menora. De rechter menora – uitgezonderd de boog
erboven en de voet ervan – bevat de tekst van Tehiliem/Psalm 121:
23
Weet voor wie je staat
eeuwigheid.
24
Weet voor wie je staat
25
Weet voor wie je staat
26
Weet voor wie je staat
Er is een kabbalistische verklaring voor het gebed. Het gebed dat zelf niet
opvallend is, heeft namelijk wel een opmerkelijke structuur: het bestaat uit
zeven verzen van elk zes woorden. De uitleg is dat rabbi Nechunia het
gebed heeft geschreven als een anagram, gevormd uit de tweeënveertig-
letterige Naam van God. Elke eerste letter van elk woord van dit gebed
zouden samen een onuitsprekelijke Naam van God vormen.
Over het algemeen wordt een Naam van God beschouwd als meer dan
alleen maar een aanduiding; het vertegenwoordigt ook Gods aard of
karakter en Zijn relatie tot de mens. Daarom staat de Naam ook voor Zijn
wezen, Zijn glorie en Zijn kracht. Dit verklaart misschien aan de ene kant
het mystieke ontzag waarmee de uitspraak van een Naam was omgeven
en aan de andere kant de krachten die aan het juiste gebruik ervan werden
toebedeeld.
De Eeuwige zegene u
De tekst in de rechterboog:
Bemidbar/Numeri 6:24-25b: 24 De Eeuwige zegene u, en behoede u! 25 De
Eeuwige doe Zijn aangezicht over u lichten...
^yl,Þae wyn"±P' Ÿ"h rae’y" 25 `^r<)mv. .yIw> "h ^ïk.r<by' > 24
28
Weet voor wie je staat
Zowel het rechter als het linker initiaalwoord (in de boog boven de rechter
respectievelijk linker menora) duiden Tehiliem/Psalm 145:16a aan. Het
rechter initiaalwoord geeft de beginletters van de drie woorden:
Gij doet Uw hand open. (^d<y+ "-ta, x;tîAe P) y"ap
29
Weet voor wie je staat
Gods zegen, dat wat God geeft, wordt ook aangeduid door de
initiaalwoorden tussen de menora's, zes rechts en zes links van de
middelste menora:
Onder de voet van de middelste menora staat een davidsster met daarin
de tekst:
Schild van David – Sion !AYci – dwID" !g<m'
31
Weet voor wie je staat
Toch zijn er veel individuele Joden die het gebed uitspreken, ook
Asjkenazische. Maar zelfs onder hen heersen verschillende opvattingen.
Een aantal argumenten tegen het zeggen van dit gebed en punten van
controverse zijn:
Sommigen zijn tegen de voordracht van het gebed omdat ze de Zohar
en het kabbalistische gedachtengoed voor de massa verborgen willen
houden.
Er wordt door sommigen ook bezwaar geüit tegen de uitdrukking ik stel
mijn vertrouwen niet in een zoon van God (dat overigens gewoonlijk met
mens wordt vertaald) omdat het klinkt alsof er geloofwaardigheid
wordt gehecht aan het christendom of sabbateanisme (een vroegere
messiaanse beweging rond de zeventiende eeuwse Sjabbatai Zevi).
Het gedeelte voor wie en voor wiens glorieuze Tora ik me altijd buig kan
makkelijk verkeerd worden geïnterpreteerd door te menen dat er wordt
gebogen voor iets anders dan de Almachtige Zelf.
Niet iedereen is waardig om eerlijk te erkennen ik ben de dienaar van de
Heilige, gezegend is Hij.
Het uitspreken van dit gebed zou op sjabbat verboden kunnen zijn als
de halacha (voorgeschreven levenswijze; van de bepaalde groepering)
verbiedt voor persoonlijke noden te bidden op sjabbat. Volgens
kabbalistische leer is het echter ongepast dit gebed op weekdagen en
mogelijk op Rosj Chodesj (feest van de nieuwe maand) en feestdagen te
zeggen.
De autoriteiten zijn er niet over uit tijdens welke dienst op sjabbat het
gebed een plaats zou moeten hebben en er is onenigheid over het
moment tijdens de dienst waarop het dan gezegd moet worden.
Ook een twistpunt is de juiste tekst van het gebed zelf. Het tussen
haakjes staande deel wordt bijvoorbeeld niet in ieder gebedenboek
overgenomen.32
31bron: Exploring Sephardic Customs and Traditions, rabbi Marc D. Angel, 2000
32bron: Shorshei Minhag Ashkenaz [korte samenvatting van de Asjkenazische
gebruiken], rabbi Binyomin Shlomo Hamburger, 2010
34
Weet voor wie je staat
Bemidbar/Numeri 8:4: Dit werk nu des kandelaars was van dicht goud, tot zijn
schacht, tot zijn bloemen was het dicht;
naar de gedaante, die de Eeuwige Mozes vertoond had
alzo had hij den kandelaar gemaakt.
hv'qä .mi Hx'Þr>Pi-d[; Hk'îrEy>-d[; bh'êz" hv'äq.mi ‘hr"nOM.h; hfeÛ[]m; hz<’w>
hv,mê -o ta, "h ha'Ûr>h, rv,’a] ha,ªr>M;K; awhi_
`hr")nOM.h-; ta, hf'Þ[' !Keî
Gevolgd door Sjemot/Exodus 25:38 (ook 37:23): Zijn snuiters en zijn
blusvaten zullen louter goud zijn. `rAh*j' bh'îz" h'yt,ÞTox.m;W h'yx,îq'l.m;W
(maar dan het tweede woord geschreven met chólem-waaw: h'yt,ÞATx.m;W)
Meer voor de hand liggend is de letters te lezen als yBi-x:moW, en (het) verstand
met mij. Zo sluit deze shiviti af met te refereren aan het verstand dat we
moeten inzetten om te weten voor wie we staan – de oproep waarmee de
shiviti begint.
35
september 2013 tisjri 5774