Productietech H5 Samenvatting

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 14

Thema 5: productietechnologie in de chemische industrie

De chemische industrie
• dynamische industrie
• sterk geëvolueerd qua productiekarakteristieken en industriële processen en technologieën
• Sterk veranderde industriestructuur door talloze fusies en overnames
• Voorspelling: mondiale vraag naar chemische producten en diensten zal blijven toenemen
o Nieuwe technologieën en producten met hogere toegevoegde waarde bieden
aantrekkelijke kansen
o Samenbrengen van diverse onderzoeksdisciplines (bv. biologie, biotechnologie, chemie…)
biedt grote mogelijkheden voor nieuwe inzichten en innovatieve technologieën
• Gezondheid, veiligheid, milieu en duurzaamheid steeds belangrijker

1. De chemische industrie: activiteiten en karakteristieken


1.1. Chemische processen en producten
Chemische productietechnologie:
Materiaal- en energiestromen (voedingsstromen) worden omgezet tot productstromen die in chemische
samenstelling verschillend zijn van de voedingsstroom.
Gebaseerd op eenheidsprocessen (gebaseerd op fysieke transportverschijnselen) en chemische reacties
Bijzondere heterogeniteit in producten die voortkomen uit chemische industrie
Classificatie van producten
1. Volgens oorsprong
Organisch >< anorganisch
2. Volgens productieproces
Batchproces >< continu proces
3. Volgens markt(hoeveelheden)
Basischemicaliën (commodities) >< fijnchemicaliën (specialities)
Basischemicaliën Fijnchemicaliën
Zeer grote hoeveelheden = bulkchemicaliën Kleine hoeveelheden
Via gestandaardiseerde continue processen Via batchprocessen
Competitief aspect = prijs Competitief aspect = eigenschappen
Per hoeveelheid: toegevoegde waarde beperkt Toegevoegde waarde groot
4. Volgens waardeketen (bedrijfskolom)
Opwaartse productie: primaire grondstoffen => basischemicaliën (bv. kleurstoffen)
Neerwaartse productie: tussenproducten => eindproducten met toegevoegde waarde (bv. detergenten)

1
Matteo Ballegeer
1.2. De markt voor chemische producten
Zeer grote diversiteit aan markten die bediend worden door de chemische industrie
Sleutelbevindingen:
• Belangrijkste afnemers: rubber- en plastic verwerkende industrieën, landbouw, metaalindustrie,
textielsector, mechanische en elektrische toepassingen
• Kenmerkend: grote vraag naar chemische producten vanuit chemische industrie zelf
Hoge industriële verticale integratie: bedrijven hoger in bedrijfskolom leveren aan bedrijven lager
in de bedrijfskolom
• Conjunctuurgevoelige sector (beïnvloedbaar door politieke crisissen…)
• Internationaal karakter
• Verschuiving van make for industry naar make for consumer
• Innovatie is de sleutel tot overleving
1.3. De chemische industrie in België en Vlaanderen
België is éen van de grootste spelers in de chemische industrie in Europa
Essenscia als multisectoriële koepelorganisatie voor chemie en life sciences in België
• Meer dan 650 bedrijven, verantwoordelijk voor 95% van de totale omzet van de sector
Functies:
1. Beleid uitstippelen van chemische industrie
• Waar gaan we op inzetten?
• Waar moet innovatie heen?
• Hoe inzetten op duurzaamheid?
2. Verzamelen van economische cijfers
• Toegevoegde waarde, omzet, input & outputcijfers, inventarissen in jaarrapport
• Trends inzien om beleid aan af te stemmen
3. België vertegenwoordigen en haar belangen verdedigen
4. PR-functie (public relations): woordvoerder van de sector in het nieuws, de krant…
Structuur van de Belgische chemische industrie door Essenscia:
1. Basischemie: productie basisproducten (bv. kleurstoffen, pigmenten, kunststoffen in primaire vorm)
2. Parachemie: omzetten van producten uit basischemie (vb. verven, vernissen, zepen…)
3. Verwerkende chemie: kunststofverwerking, rubberverwerking…
4. Life sciences: farmaceutische- en biotechnologische industrie
5. Andere activiteiten: materiaal en apparatuur voor chemische industrie, chemische engineering…
In de NACE-BEL 2008 classificatie: vooral afdelingen 19,20,21 en 22 die de chemische industrie in
België vormen

2
Matteo Ballegeer
2. Chemische reacties en reactorconcepten
Bovenop eenheidsoperaties, moeten conversies gebeuren naar producten met een andere chemische
samenstelling d.m.v. chemische reacties.
• Veelvoorkomende: oxidatie, reductie, hydrolyse, polymerisatie en elektrolyse
Condities belangrijk: concentratie reagentia, temperatuur, druk, fase waarin reactie plaatsgrijpt…
• M.b.t. de reactiesnelheid en de conversie-efficiëntie
• Versnellen en efficiënter maken d.m.v. katalysator
o Verhoogt controle over reactie, maximaliseert conversie, minimaliseert restproducten,
verlaagt de temperatuur en/of druk van het proces zodat er minder energieverbruik is
Reacties vinden plaats in een chemische reactor
• In homogeen of heterogeen milieu
• Onderscheid discontinue en continue processen
o Uitgevoerd in respectievelijk batch reactoren en doorstroomreactoren
o keuze bepaald door reactorkost, reactie-efficiëntie en opwerkingskost van het product,
milieu-impact en bedrijfsveiligheid
Types reactoren
Batch reactor
Niet continu: in stappen
Bij start: reagentia (+ evt. katalysator) in reactor brengen, condities juist zetten, reactie laten doorgaan
Na reactie: vat legen, reinigen, nieuw batch proces starten (zelfde of ander)
Eigenschappen
• Flexibel, voor kleine hoeveelheden => voor fijnchemicaliën
• Investeringskosten relatief laag
• Operationele kosten relatief hoog (weinig automatisering
Doorstroomreactor
Continue aanvoer reagentia
Hoe groter de reactie, hoe groter de verblijftijd
Als de reactor in evenwicht is, is op elke plaats van de reactor de samenstelling van het voorbijkomende
product hetzelfde: steady state proces
Eigenschappen
• Minder flexibel, voor grote hoeveelheden => voor bulkchemie
• Investeringskosten hoger
• Operationele kosten lager
Semi-batch reactor
Tussenvorm, minder belangrijk volgens Krissie

3
Matteo Ballegeer
2.1. Homogene reacties (NIET)
2.2. Heterogene reacties (NIET)
3. De petrochemische industrie
Petrochemie omvat het verwerken van aardolie tot:
• Benzine en andere brandstoffen
• Grondstoffen voor polymeren en kunststoffen
• Grondstoffen voor farmaceutische industrie
Raffineren van ruwe aardolie tot vermarktbare producten in 3 stappen:
1. Scheiding
Zout afscheiding van aardolie (ontzouten) + wassen met vers water
Opwarmen tot scheiden d.m.v. fractionele destillatie (in refractiekolom)
=> afgescheiden fracties worden straight run products genoemd.
=> Zwaardere fracties verder destilleren bij onderdruk (=> lager kookpunt) (= vacuümdestillatie)
Verdere splitsing d.m.v. eenheidsoperaties:
Lichtere fracties: absorptie- en strippingsprocessen
Middelste fracties: Solventextractie voor bv. afscheiding smeermiddelen
Zwaardere fracties: kristallisatie en afscheiden van vloeistoffen d.m.v. filtratie
2. Conversie (grote lijnen kennen)
Converteren tot mengsels met betere eigenschappen
=> minder bruikbare fracties opwaarderen
Kraken
Grote chemische moleculen in kleinere moleculen breken die wel toepassingen hebben
= zware fracties (bodemproduct stap 1) tot bv. nafta
d.m.v. krakers (reactor)
• bij hoge temp. en lage druk (thermisch kraken)
• d.m.v. katalysator (katalytisch kraken)
Katalytische reforming
bv. Octaangetal verhogen voor hogere klopvastheid (van nafta => benzine)
Introduceren van vertakkingen of onverzadigdheden
Maar: productie van benzeen (kankerverwekkend)
Alkylatie en polymerisatie
Vormen van langere en vertakte moleculen
• door reactie met isobutaan
• onderlinge reactie tussen propeen en buteen

4
Matteo Ballegeer
3. Chemische (na)behandeling
Zuiveren
1. Ontzwaveling
2. Toevoeging van additieven (bv. antivries)
• Vb. om klopvastheid te verhogen
• Eerder proberen vermijden en vervangen door 3.
3. Opmengen van verschillende fracties, met als resultaat:
• of fracties (mengsels) met gewenste zuiverheid & samenstelling,
• of zuivere moleculen vormen, bv. tolueen
o = Building blocks: bouwstenen voor reacties in organische chemie
Methaan, etheen, propeen, buteen, benzeen, tolueen, xyleen
Petrochemie in Vlaanderen
Vooral rond Antwerpen
Belangrijke raffinaderijen: ESSO, Total, Petroplus
Belangrijke conversiebedrijven: Fina, Basf, Bayer

4. Kunststoffen en kunststofverwerkingstechnologie
Definitie in ruime zin: alle synthetisch vervaardigde materialen
Nauwer: synthetisch vervaardigde polymeren
• Polymeren = macromoleculen opgebouwd uit monomeren
dus grote organische moleculen
Productie van polymeren

Primaire vorm

Ook: biopolymeren: niet synthetisch vervaardigd


• (minder belangrijk, niet behandeld in les)
4.1. Synthese, structuur en indeling van kunststoffen
Synthese (modelvoorbeeld polyetheen)
Starten met building blocks: etheen (monomeer)

5
Matteo Ballegeer
Synthese d.m.v. additiepolymerisatie
1e stap: initiatie
π- bindingen breken d.m.v. katalysator (= X*) (of bij hoge T en lage P, maar minder voorkomend)

2e stap: propagatie
De gevormde verbindingen zullen reageren met andere monomeren om zo een ketting te vormen

3e stap: terminatie
Meerdere kettingen komen in contact met elkaar, de 2 vrije elektronenparen vormen een covalente binding

+ => X X

Laatste stap: de X’en vervangen door waterstof


Synthese d.m.v. condensatiepolymerisaite
A
+ => C => C – C – C – C – C – C – C ….
Homopolymeer
B

Geen oorspronkelijke monomeren meer aanwezig in eindproduct


Verschillende componenten in de polymeer? Co-polymeren
Verkregen door co-polymerisatieproces
• Eigenschappen verbeterbaar om zo een vrijwel oneindig aantal soorten kunststoffen te verkrijgen
Indeling van kunststoffen a.d.h.v. structuur
I. Lineaire structuur
Lange dunne ketens zijn met elkaar verstrengeld, maar blijven losse, afzonderlijke polymeerketens
II. Vertakte structuur
Ketens splitsen zich op tijdens polymerisatiereactie (toevallig incident of doordat reactie-omstandigheden
zo’n opsplitsing bevorderen) en gaan in twee richtingen tegelijk gaan groeien.

6
Matteo Ballegeer
III. Vernette structuur
Bij de bereiding van het polymeermateriaal vormen zich tussen de ketens sterke chemische bruggen:
cross-links of dwarsverbindingen
IV. Driedimensionale netwerkstructuur
Idem vernette structuur, maar in driedimensionale richtingen
I en II: FYSISCHE INTERMOLECULAIRE KRACHTEN (relatief zwak)
III en IV: STERKE CHEMISCHE PRIMAIRE INTRA-MOLECULAIRE BINDINGEN (cross links)
Ook:
Ketens liggen meestal in kluwen door elkaar heen: amorfe structuur
In bepaalde zones kan er een georderde kristallijne structuur voorkomen: semi-kristallijn
Volledig kristallijn zullen kunststoffen nooit zijn
Indeling a.d.h.v. fysische en mechanische eigenschappen
1. Thermoplasten
Lineaire en vertakte structuur
Vervormen door toename temperatuur:
• Lage T (ver onder kamertemperatuur): hard & stijf, maar niet sterk (glastoestand)
• Toename T: rubberachtige toestand waarbij plastische deformatie mogelijk is
o Meestal op kamertemperatuur (bv. polyetheen)
o Macromoleculen bewegen, maar afstand onderling blijft gelijk
• Toename T: verweekte toestand: macromoleculen verschuiven t.o.v. elkaar
• Toename T: viskeuze, vloeibare toestand
Temperaturen hangen af van stof tot stof
Vervorming is reversibel, maar enkel voor thermoplasten: oneindig aantal keren
opwarmen en terug afkoelen mogelijk => cruciaal bij vormgeven van kunststoffen
• oervormen (viskeuze toestand) + omvormen verweekte toestand
vb. PVC (lineair) en polystyreen (vertakt)
2. Elastomeren
Polymeren met rubberachtige eigenschappen
Materiaal dat in een trekproef minstens 200% kan worden uitgerekt zonder te breken, en bij verdwijning
van de kracht snel en krachtig terug tot zijn oorspronkelijke afmetingen terugkeert
Elastomeren = thermoplasten die vulkanisatie zijn ondergaan
• Zwavelatomen zorgen voor (sterke primaire) chemische bindingen tussen polymeren onder druk
=> uitgesproken elastisch gedrag, maar verweken niet
Vb. isopreen- en styreenbutadieenrubbers

7
Matteo Ballegeer
3. Thermoharders
Cross-links worden gevormd zonder vulkanisatie
=> driedimensionale fijnmazige netwerkstructuur
Bij kamertemperatuur: sterk, hard, bros, betere vormstabiliteit
Bij temperatuursverhoging geen verweking, maar ontleden uiteindelijk (vallen uiteen)
• Vormgeving moet dus tijdens polymerisatieproces, want erna kan men ze niet meer vervormen
Vb. bakeliet
4.2. Verwerkingstechnieken voor kunststoffen
Na polymerisatie, opwarming, afkoeling
=> primaire kunststoffen in granulaire vorm
Bij thermoplasten mag je deze laten uitharden, of tot poeder laten maken
Bij thermoharders: viskeuze pasta of niet uitgehard granulaat (polymerisatieproces nog niet volledig)

4.2.1. Oervormen van kunststoffen


Alle primaire vormgevingsprocessen gebeuren in viskeuze toestand
Gieten
Vloeibaar materiaal zonder veel druk in een matrijs gieten => vorming hol of massief vormvast product na
stolling (thermoplasten) of na uitharding (thermoharders)
• Bij uitharding warmte tijdig afvoeren, om ontleding te vermijden
Varianten
Rotatiegieten: matrijs met verwarmde dunne wanden wordt geroteerd om twee onderling loodrechte
assen
• Granulaat smelt na contact met wanden en vormt schil die de afdruk is van de vorm van de
binnenkant van de matrijs
• Goed voor productie van (complexe) holle producten met wanddikte 0.4-1.5 mm
Centrifugaalgieten: matrijs om één as roteren, met hogere rotatiesnelheid dan bij rotatiegieten
• Voordelen: meer reproduceerbare wanddikte en betere mogelijke mechanische eigenschappen
• Goed voor relatief lange en dikwandige werkstukken

8
Matteo Ballegeer
Persen
Hoofdzakelijk thermoharders
Koudpersen: hoeveelheid vloeibare kunststof (hard) wordt in geopende matrijsholte gebracht, deze wordt
met een bovenmatrijs of plug gesloten, waarna men bepaalde T en P instelt tot de holte helemaal
opgevuld en uitgehard is
Warmpersen: niet-uitgehard poeder wordt in matrijs gebracht, waar het verder verhit wordt tot de viskeuze
toestand. Nadat de matrijsholte onder druk gevuld is: uithardingsreactie
• Sneller dan koudpersen
Sinteren
Hoofdzakelijk thermoplastische polymeren met een hoog smeltpunt
Verwarmen tot net onder het smeltpunt
=> individuele deeltjes klitten samen en vormen zo een hardere stof
Extruderen
Enkel thermoplasten
Continu proces
Schroefextruder
Polymeermateriaal wordt verhit tot de viskeuze toestand en wordt vervolgens doorheen een spuitmond
geperst.
 Polymeermateriaal komt links in de extruder toe
 D.m.v. de schroef beweegt het materiaal naar links
 Tussenruimte wand en schroef wordt steeds kleiner
+ extruder omgeven met warmte-elementen + samengedrukt: gecomprimeerd
 Polymeermateriaal verweekt
 Wordt door spuitmond geduwd met bepaalde vorm => bepaalt de vorm van het eindproduct
 Koelt snel weer af
Vb. draadmantelextrusie: voor kunststofmantel rond elektrisch draadje
Kalanderen
Enkel thermoplasten
Continu proces
Voor productie van folies
Polymeer wordt (meestal in afzonderlijk apparaat) gemend en weke/viskeuze toestand via een
transportband toegevoerd aan de kalanderlijn .
 Serie van grote verwarmde rollen, waartussen de opening steeds smaller wordt
 Afstand tussen laatste 2 verwarmde rollen bepaalt de dikte van het eindproduct
 Gevormde folie wordt vervolgens gekoeld door afgekoelde rollen en opgewikkeld

9
Matteo Ballegeer
Spuitgieten
Niet continu: voor discrete producten
Voor thermoplasten
Voor producten in bulk in massaproductie
 Matrijzen zijn duur
Complexe geometrieën mogelijk met grote reproduceerbaarheid
Mooie afgelijnde producten
Principe
1. Schroefextruder met verwarmingselementen
 Comprimeren => homogeniseren => plastificeren => smelt: opening matrijs is dicht d.m.v.
tegendruk
2. Smelt hoopt zich op aan het einde: de schroef wordt achteruitgeduwd
 Opening wordt opengezet: onder druk wordt de thermoplast in de matrijs gespoten
3. Laten stollen, tegendruk wordt weggehaald, product wordt verwijderd
2K-spuitgieten (= co-injectie = sandwich moulding)
2 componenten spuitgieten
Vb. stof die je als eerste inspuit vormt de buitenwand, de tweede stof vormt de binnenkant
Andere vorm: eerst blauwe stof inspuiten, na stolling obstakel weghalen en rode stof erbij spuiten

Reactiespuitgieten
Monomeren inspuiten i.p.v. polymeren
Polymerisatiereactie vindt gelijktijdig met het spuitgieten in de matrijs
Voor bv. schuimstructuren: zo licht mogelijk maken van stoffen door de binnenkant een schuimstructuur
te geven
 Matrijs niet volledig opvullen: na stolling: poriën => lichter
 Of chemisch schuimmiddel dat bellen creëert => poriën
 Of fysisch door inspuiten CO2 of N2 => poriën
D.m.v. gastegendruk vermijdt men schuimvorming aan het oppervlak

10
Matteo Ballegeer
4.2.2. Omvormen van kunststoffen
Extrusie-blaasproces
Extrusie + blaasproces
Na extrusie is de stof nog in verweekte toestand
 Thermoplastische buis omhuld met matrijs (wand gekoeld)
 Warme lucht inblazen met tussenstuk
 Buis zet uit tegen de koude wand
 Buis koelt af, matrijs wordt geopend => fles-achtig product
Nadelen
• Niet zo uniform qua wanddikte
• Afsnijden via buis: materiaalverlies
• Fles moet dichtgelast worden
Spuitgat-blaasproces
Spuitgieten + blazen
Eerst: spuitgieten: onderaan afgesloten
 Matrijs verplaatsen naar ander werkstation
 Warme lucht inspuiten => uiteenzetting met al een dichte onderkant
Voordelen
• Nagenoeg constante wanddikte
• Naadloze bodems
Folieblazen (= extrusie-rekblazen)
Extruderen: continue productie buis
 Komt in koppelstuk: loodrecht erop lucht inblazen
 Buis blaast op als een ballon
 Doorsnijden in het midden => aan elkaar lassen => zak (bv. pmd)
Thermovormen (= warmteverstrekken)
Dunne plaat (bv. door extrusie) wordt verhit tot het verweekpunt
 Op persmatrijs plaatsen
 Person zodat dikte verminderd en plaat uitzet (warmpersen)
 Voorvorm naar 2e matrijs: omvormmatrijs met holte
 Persen in eindvorm tot eindproduct
Vacuümvormen
Plaat zakt in matrijs door verhitting van bovenaf
+ onderdruk zuigt plaat aan onderaan => afkoelen => eindproduct

11
Matteo Ballegeer
4.2.3. Verdere verwerkingstechnieken
1. Scheidings- en afnemingstechnieken
• Bv. knippen, zagen, boren, frezen
2. Verbindingstechnieken
• Bv. lassen en lijmen
3. Technieken voor verbeteren en/of verfraaien van oppervlakte-eigenschappen

5. De farmaceutische industrie
Behoort samen met de biotechnologie tot de life sciences en produceert fijnchemicaliën
Klemtoon dus voortbrengen van producten met een zeer hoge toegevoegde waarde
Productieproces geneesmiddelen
API: Active Pharmaceutical Ingredient
• Nieuwe moleculen met bepaalde werking
• Vroeger toevallig, nu gericht in enkele stappen
1e stap: selectie en ontwerpfase
• Basisonderzoek
• Target bepalen: ontstekingsremmer, pijnstiller…?
o oorzaak verwijderen, pijn verminderen, ziekten van acuut naar chronisch brengen…?
• Type-moleculen definiëren: moleculen waarnaar gestreefd wordt (vb. via computermodel)
• Aanvraag patent (octrooi): neerschrijven hoe je tot de type-molecule(n) gekomen bent
o Heel gedetailleerd
o Gedurende 20 jaar monopolie op verkoop in ruil voor publieke bekendmaking
2e stap: evaluatiefase
• Toxiciteit bepalen
• Fysisch-chemische eigenschappen bepalen
o vb. oplosbaarheid
• Dierproeven
3e stap: klinische fase (ong. 10 jaar na patentaanvraag)
• Testen op mensen
o 20-80 vrijwillige personen (gezond)
▪ Kijken naar bv. dosis per lichaamsgewicht, hoeveel opgenomen in het bloed…
o 100-300 vrijwillige patiënten (ziek)
▪ Effectiviteit bepalen
▪ Neveneffecten bepalen
o 1000-5000: idem (grootschaliger)

12
Matteo Ballegeer
4e stap: technisch-chemische opschaling & administratie (duurt ong. 2-3 jaar)
• Grotere hoeveelheden kunnen produceren (niet simpel)
• Formuleren van geneesmiddel (bv. pil, siroop, tablet…)
• Vergunning vragen aan overheid
• Prijszetting
• Afspraken met mutualiteiten qua terugbetaling
5e stap: op de markt brengen (12-13 jaar na patentaanvraag)
• Terugverdienen van kosten dankzij patent
Tenslotte: vervallen patent
• Na 20 jaar
• Daling van inkomsten

6. From fossil-based to bio-based industry


Duurzame ontwikkeling omvat het ontwikkelen van een maatschappij en economie die in theorie oneindig
kan blijven doordraaien.
• Geen uitputting van grondstoffen
• Geen ingrijpende milieu- en klimaatveranderingen
• Sociaaleconomisch evenwicht centraal gesteld
Principe van de groene chemie
• Bij ontwikkeling van chemische en chemisch-technologische processen van bij de
ontwikkelingsfase rekening houden met de impact op het milieu
• Streven naar ontwikkelingen die het milieu zo weinig mogelijk verstoren
12 principes (maar stuk of 5 kennen)
1. Het is beter afval te voorkomen dan het te verwerken
2. Synthesemethoden moeten op zo’n manier ontwikkeld worden dat een maximale hoeveelheid van de
gebruikte materialen geïncorporeerd wordt in het eindproduct
3. Synthesemethodologieën moeten worden ontwikkeld met het objectief substanties te genereren die
geen of weinig toxiciteit voor mens en milieu bezitten
4. De effectiviteit moet behouden blijven, terwijl de toxiciteit daalt
5. Het gebruik van hulpstoffen dient zoveel mogelijk vermeden te worden
6. Het energieverbruik dient geminimaliseerd te worden
7. Indien technisch en economisch haalbaar, moet een hernieuwbare i.p.v. een uitputbare grondstof
gekozen worden
8. Onnodige derivatizatie moet worden vermeden
9. Selectieve katalysatoren verdienen de voorkeuren boven stoichiometrische condities
10. Chemische producten dienen zo biodegradeerbaar mogelijk te zijn een geen toxische
afbraakproducten te genereren

13
Matteo Ballegeer
11. Analytische methodes die in real time het proces controleren op de vorming van schadelijke
substanties dienen verder ontwikkeld te worden
12. Producten en de vorm waarin ze worden gebruikt, dienen zo gekozen te worden dat een minimaal
risico bestaat op het voorkomen van chemische ongevallen
Speerpunt groene chemie is dus gebruik van renewable resources (industriële biomassa)
• Voor productie chemicaliën en materialen voor niet-voedingstoepassingen en energievoorziening
• Streven naar ecologische, economische en maatschappelijke vooruitgang, correcter:
o Op een ecologisch en economisch gunstige manier valoriseren van landbouwafval in
technologisch ontwikkelde landen, en vinden van nieuwe afzetmarkten voor
landbouwproducten
o Toenemend belang van hernieuwbare grondstoffen t.o.v. eindige fossiele grondstoffen
o Toenemend belang van groene technologie met minder afval en emissies
o Ontwikkelen van economisch gunstige productieprocessen met veelal goedkopere
hernieuwbare grondstoffen
o Betere verdeling van de rijkdom over de aarde
Twee essentiële factoren
1. Verwerkingsproces moet technisch uitvoerbaar zijn
• Witte biotechnologie en bioraffinaderijen essentiële rol
2. De economische concurrentiepositie t.o.v. andere grondstoffen moet gunstig zijn
Kritische aspecten en uitdagingen bij de verdere uitbouw van bio-gebaseerde industrie
1. Ontwikkeling van (meer) efficiënte technologieën gekenmerkt door procesverbetering en diversificatie
van bioproducten
2. Het bereiken van voldoende schaalgrootte
3. Clustervorming, integratie en gebruik van synergiën binnen een groter geheel

14
Matteo Ballegeer

You might also like