PERSPECTIEF
Biologisch perspectief
Cognitief perspectief
Behavioristisch perspectief
Perspectief van de gehele persoon
(‘whole person’)
Ontwikkelingsperspectief
Sociocultureel perspectief
1. Het biologische perspectief verklaart gedrag vanuit aanleg (genen) en lichamelijke processen
IDEE
Het lichaam kan apart van de geest
worden bestudeerd.
De wetenschappelijke methode kan
worden gebruikt om de geest te
bestuderen.
Psychologie moet de wetenschap
van observeerbaar gedrag zijn, niet
van mentale processen.
Psychodynamische psychologie:
persoonlijkheid en psychische
stoornissen komen voort uit
processen in het onbewuste.
Humanistische psychologie:
psychologie moet de nadruk leggen
op menselijke groei en potentieel in
plaats van op psychische
stoornissen.
Psychologie van karaktertrekken en
temperament: individuen kunnen
worden begrepen in temen van hun
temperament en karaktertrekken.
Mensen veranderen als gevolg van
een interactie tussen erfelijke
eigenschappen en omgeving.
Sociale en culturele invloeden
kunnen de invloed overstemmen van
alle andere factoren die gedrag
beïnvloeden.
WAT BEPAALT GEDRAG? WIE?
De hersenen, zenuwstelsel, René Descartes
endocriene stelsel (hormoonstelsel)
en genen.
Iemands unieke patroon van Wilhelm Wundt en William James
waarneming, interpretaties,
verwachtingen, overtuigingen, en
herinneringen.
De prikkels in onze omgeving en de John Watson en B.F. Skinner
voorgaande consequenties van ons
gedrag.
Processen in onze onbewuste geest. Sigmund Freud
Onze aangeboren behoefte om te Carl Rogers en Abraham Maslow
groeien en ons potentieel zo goed
mogelijk te verwezenlijken.
Unieke persoonlijkheidskenmerken De oude Grieken
die in de tijd en in alle situaties
consistent zijn.
De interactie tussen erfelijkheid en Mary Ainsworth, Jean Piaget en vele
omgeving, die zich het hele leven anderen
door uit in voorspelbare patronen.
De kracht van de situatie. Stanley Milgram, Philip Zimbardo
en vele anderen
 2. Het behavioristisch perspectief legt de nadruk op aangeleerd gedrag
3. Het cognitieve perspectief benadrukt verwerkingsprocessen en betekenisgeving
4. Perspectieven vanuit de gehele persoon geven aandacht aan:  
a. Onbewuste processen en jeugdervaringen (psychodynamisch perspectief)
b. Bewuste ervaringen en positieve groei (humanistisch perspectief)
c. Aangeboren karaktertrekken (psychologie van de karaktertrekken)
5. Het ontwikkelingsperspectief stelt dat nature en nurture samen tot gedrag leiden
6. Het socioculturele perspectief ziet gedrag als een kenmerk van de grotere context

Deze benaderingen sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan. Samen maken ze het mogelijk om gedrag te beschrijven, verklaren en soms
voorspellen.