Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 85

Hoe neem je de regie in handen: thuis, onderweg, op de werkvloer,

Gerard Stout
in het leslokaal, bij opa en oma, bij je schoonfamilie, in je leven?

Het antwoord op deze vraag begint met wedervragen: Hoe heb jij
Gerard Stout
je huidige levenssituatie voor elkaar gekregen? Wat heb jij ge-
daan zodat geen man, vrouw, vriend, vriendin, ober, agent, opa,
oma, kleinkind, leerling naar je luistert? Wat heb jij gedaan om in
onmin met je ouders, vijanden en vrienden te leven? Hoe heb jij je
leerlingen of je buren tegen je in het harnas gejaagd? Vaste verkering
Hoe zorg jij ervoor dat vaste verkering niet lukt?

Wat is jouw gedrag in prettige situaties?


Bij welk gedrag voel jij je op je best?

Deze gids geeft praktische oefeningen om een effectiever gedrags-


patroon te ontwikkelen. Eigenheid, vriendelijkheid en aangename
omgangsvormen liggen aan de basis van vaste verkering met soort-
genoten.


Je hoeft geen waaghals te zijn om met deze tips aan de slag te gaan,
een beetje lef is handig. Ontdek waar je goed in bent en ga vooral
je eigen gang.

En wil je dat een ander verandert? Geef dit boek cadeau en ga


samen met de oefeningen aan de slag.

praktische tips om je relatie te verbeteren


Vaste verkering

update jezelf & anderen


Ter Verpoozing, Peize
ISBN: 978-90-73064-11-9
Vaste verkering

Tips om je relaties te verbeteren

Gerard Stout
Uitgeverij Ter Verpoozing
ISBN: 978-90-73064-11-9
NUR 810

© g.h.w.j. stout
Eerste druk 2010

Omslag: Gerard Stout


Foto’s en vormgeving: Gerard Stout

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van
druk, fotocopie, microfilm, digitale bestanden of op welke andere wijze dan ook zonder
schriftelijke toestemming van de uitgever.
kortsluiting blijft
Inhoud

Knetterende contacten 7
Kat spel je met een u 8
Japanners schudden geen handen 10
Spiekbriefjes in je beha 12
Alles is een leerervaring 14
Kijk naar jezelf 16
Hufters: bedankt 18
Dek je maatje 20
Methode in de bak 22
Blijf zitten waar je zit 24
Ken je woorden, schat 26
Poppen in je ogen 28
Sokken en kleur 30
Boodschappen in verpakking 32
Winnen en verliezen 34
Vaste verkering 36
Ballen in je zak 38
Was sich liebt das neckt sich 39
Ich liebe dich, was gehts dich an! 40
Over zachte stem, zingen en klein zijn 42
Benoem je gevoelens 44
Kies je therapeut 46
Consequent helder 48
Leuk, gewoon even doen: goed fout 50
Mer à boire 52
Belachelijke tips 54
Eén met stip 56
Knip met je pen 58
Hoe heb je dat voor elkaar gekregen? 59
Filosofie van zand, veen en klei 61

Oefeningen van eerherstel 66

Epiloog 82
Knetterende contacten
Communiceren is gemakkelijk. Praten, schreeuwen, luisteren,
voelen, vechten, fluisteren, aaien, strelen, meppen, wegkijken,
kijken. Zo eenvoudig is contact.
Inzicht in je gedrag maakt communicatie effectiever. Inzicht in
je handelingsrepertoire kan je relatie maken en breken.
In deze bundel vind je effectieve oefeningen voor de dagelijkse
praktijk. De methoden en tips zijn toegespitst op onderwijs-
situaties en ook heel geschikt voor thuisgebruik. Thuis leer je
immers het meest.
De ratio bij deze oefeningen, vanaf pagina 66, is psychologie
van het weke veen, van vette klei, van rul zand. Het is
psychologie van optimistische naïviteit. Het is evidence based
psychology. De enige rechtvaardiging is: het werkt. Bij mij en bij
anderen.

Waarschuwing: toepassing van deze methode kan je verkering in gevaar


brengen. De mogelijkheid bestaat dat je op zoek gaat naar nieuwe
verkering met een passender gedragsrepertoire. Kortom: dit boekje kan je
leven verrijken en ontspannen.
7
Kat spel je met een u
Lol spel je met een u. Oer spel je met een h, net als Omo, het
wasmiddel, dat spel je ook met een h. Je wist dat niet?
Als je deze woorden krijgt toegeworpen, gaat er wellicht een
andere associatie door je hoofd. Hondenlol: de scheidsrechter!

Dat is de primaire reactie, ooit geleerd in je kindertijd, ooit op


straat geleerd, ooit in de herhaling vastgelegd in je neuronen-
knopen, tijdens je puberteit. Misschien was je een enthousiast
gebruiker van banaliteiten, schreef je LOL + KAT = BEUKEN op
de muur van de moskee, misschien is je woordenschat op het
platvloerse terrein heel groot. Dat is een voordeel als scheld-
woorden van een ander je verbaal bereiken.
Je schrikt niet van katzwijm, katsom of katproef. De film is weer
kat, of niet soms: lol? Je schrikt niet van lolbroek en Omo wast
witter, of schrik je toch?
De primaire reactie na een hardvochtig kat kan zijn: dikke lol.
Dan begint het feest van niet-effectieve communicatie echt; de
stellingen zijn betrokken en de party is nog lang niet over.
8
Een secundaire reactie is soms effectiever.
‘Hoe spel je dat woord? Hoe spel je kat? Hoe spel je cat?’

Kat met een u verwijst naar een lichaamsdeel, net als lol met
een u. De spreker nodigt je uit het pad naar banaliteiten op te
gaan. Je kunt kiezen om mee te gaan. Je kunt ook een andere
weg kiezen door afleiding te zoeken of verwarring te stichten.
Dat doe je zo:
Je blijft bij het woord, je honoreert het woord, je geeft aan dat
je hebt geluisterd, je laat zien dat je aandacht hebt voor de kat
met een u, voor lol met een u. De spreker heeft de eerste winst
binnen. Je beloont de inbreng. De scheldenaar is gehoord en
daar gaat het om. Communiceren is vooral luisteren.
Je vraagt naar de spelling, liefst met een overtuigende blik - al
valt dat de eerste keer misschien niet mee -, je houdt oog-
contact en je glimlacht. Noteer de diverse woorden: kat, cat,
katt, ket, cet, etc.
En als de lijst je niet lang genoeg is kies je voor een andere
taal. Cat, cunt, kunt, prik, prick, dik, dick, kok, coque.
Heb je het al gemerkt? Je denkt niet meer aan kut of lul, je
bent bezig met je woordenschat. Je bent niet langer opgefokt
over vulgaire taal, je bent niet langer beledigd, je speelt je spel.
En dat niet alleen: je laat de ander jouw taalspel spelen.
Inderdaad: jij bent de scheidsrechter.

9
Japanners schudden geen handen
Japanners dragen zijden kimono’s, Japanners eten walvissen,
Japanners wonen in houten huizen zonder stoelen en banken,
Japanners buigen naar elkaar.
Groet het licht in u, dat betekent de buiging van de ene
Japanner naar de ander. Maborosi no hikari. Ze groeten het licht
in elkaar. De andere mens is de lamp voor de ene en geeft
licht. Uit de Rooms-katholieke traditie komt de zinsnede: en
het eeuwige licht moge u verlichten. Buig naar voren.
De groet is geen lijfelijk contact, geen handen schudden, geen
zoen, geen neus wrijven, maar de waardering van het licht, de
helderheid in de naaste. Oh pas op, dit gaat naar een zalvende
geloofsbelijdenis.

High five, de duimen omhoog, een knipoog, de groet: ik zie je.


Ga in de deur staan als er bezoek komt. Laat niemand voorbij.
Houd je handen op je rug en maak een lichte buiging naar je
gast. Speel de gastheer, wees de gastvrouw. Verras jezelf met je
nieuwe vaardigheid.

10
Handen schudden, zoenen, schouder kloppen, neuzen, paren,
schoppen, slaan, de handdruk weigeren, het zijn tekens van
betrokkenheid. Je hebt iets met elkaar en zelfs wat je scheidt,
dat verbindt je. Onverschilligheid en negeren is een teken van
betrokkenheid. Blijkbaar raakt jouw licht in je tegenstrever een
stil verlangen of een langgekoesterde wens, een onbereikbaar
ideaal, een diepgevoelde haat.
Die ander kan dat ideaal wellicht nog niet bereiken. Boosheid,
vernedering, afkeer is je deel.

Laat je licht schijnen, zet het niet onder de korenmaat. Laat je


talenten zien om een ander te begroeten.
Maak je punt, in kimono, desnoods met losse handen.

11
Spiekbriefjes in je beha
Voor mannen is het een lastige opdracht: Spiekbriefjes in de
beha. Uitvoering kan leiden tot ongewenste intimiteiten. Een
goed alternatief is een spiekbriefje in een sok.
Een kenmerk van een spiekbriefje is dat het zichzelf overbodig
maakt. De kennis en kunde zijn zo intens beleefd bij de
productie van het hulpmiddel dat het middel niet meer nodig
is, of nog maar korte tijd.
Schrijf op het briefje met sierlijke letters en gloedvolle
woorden: Moeder, ik houd van je.
Stop het briefje in je beha, of in je sok. Ga naar je moeder en
neem een bos bloemen mee. Bel aan en zeg: ‘Dag moeder, kijk
eens wat ik voor U heb meegebracht.’
Moeder zegt: ‘Een bos tulpen. Wat een verrassing en het is
niet eens moederdag.’

Voor jou is het elke dag moederdag. Je haat je moeder, ze


heeft je vader bedrogen, ze heeft je verkeerd opgevoed, ze haat
je, ze heeft je broertjes en zusjes voorgetrokken, ze heeft je

12
nooit bij je huiswerk geholpen. Ze is je moeder niet, ze is je
stiefmoeder.
En in je beha of in je sok dat briefje: Moeder ik houd van je.
Je schrijft op het briefje de situatie die je wenst. Ik ben de baas
in de klas, ik ga winnen, ik ben een vriendelijke man, ik ben
een aardige vrouw, ik geef complimenten, ik zeur niet, ik lach,
ik blijf mijn partner trouw, ik houd van Marie en van biscuits.
Dat briefje in sierlijke vette letters op je huid. En als je het niet
zo ervaart, dan brandt dat briefje na enige tijd op je huid. Je
voelt het verraad dat je pleegt. - Dat hoop ik. - Je ware aard
laat zich zien: je huilt, scheldt, lacht, tiert, schatert. Je maakt je
gevoelens los door ze te benoemen en recht van bestaan te
geven.

Moeder, ik houd van je.

Die tekst wil je kwijt. Je bent nog heel boos.


Vervang de tekst door: Moeder, ik haat je en draag die tekst een
dag op je huid, plak goed vast met een pleister. Je voelt het
verraad dat je pleegt, of niet. Je ware aard laat zich zien: je
huilt, scheldt, lacht, tiert, schatert. Je maakt je gevoelens los
door ze te benoemen en recht van bestaan te geven.
Tijd voor actie. Samen lachen. Waar ging de onmin ook al
weer over?

13
Alles is een leerervaring
Het is niet altijd effectief: op briefjes liefde en haat te noteren.
Haat is een ziekte, net als verliefdheid. Ook e-mail en twitter is
niet handig voor gevoelens. Via het web en de mail heb je zo
maar ruzie over onbenulligheden.
Een briefje in je portemonnee met alles is een leerervaring, met ik
heb de regie, of wat lach ik om deze reacties, en verbazing is mijn eerste
reactie helpt je een andere reactie te vertonen dan je primaire.
Noteer: ik rook niet meer, of ik drink twee glazen wijn per dag, ik
snoep niet meer. Ik kies voor een broodje gezond.

Die briefjes kun je op de spiegel van de badkamer plakken:


Lieve ik: goedemorgen, wat zie je er weer mooi uit.
Of op je ontbijtbord: goedemorgen: niet meer dan twee kop koffie.
Succes.
En op de deur naar de buitenwereld: Wat zul je vandaag allemaal
weer meemaken, welke verrassingen wachten je. Toi toy.

Deze methode heeft elementen van NLP, neurolinguïstisch


programmeren. Je oefent op deze manier een andere dan je
14
gebruikelijke reactie en je verlaat je ingesleten patroon. Zonder
therapeut of attente vriend of vriendin ga je aan de slag je
gewoontes te herzien. Je bent je eigen therapeut.

Ook voor deze opdracht geldt: doen, eerst stiekem als je nog
niet zo goed durft en later in het openbaar. Heel goed voor je
zelfvertrouwen. Speel je spel. Ik houd van mij.

15
Kijk naar jezelf
Maak een video-opname van je dagelijkse bezigheden. Zet een
camera naast je ontbijttafel en zie hoe je op je elleboog leunt
en de corn flakes naar binnen lepelt. Zie hoe je de vla op de
krant knoeit en je vettige vingers aan je broek afveegt.
Later op de avond zie je ook zonder camera hoe je in
gezelschap de portie bami bij de Chinees naar binnen schuift
en slierten over de tafel knoeit. Je laat het servet onaangeroerd
en veegt je handen af aan de broekspijp van de gast die naast je
zit. Het liefkozende gebaar valt niet in goede aarde. Je raakt
verbaasd: ik wist wel dat ik dat zo deed, maar ik had gedacht
dat ik mezelf onder controle had. Na drie glazen wijn neemt je
lichaam de regie over van je verstand. Je veegt je handen af aan
elke broekspijp die in de buurt is.

Bijna iedereen is een gewoontedier.


‘We are all individuals. Not me.’
Als je niet oplet, en dat doe je de meeste tijd: niet opletten,
handel je op de automatische piloot. Een video-opname laat
heel goed zien wat onze naasten allang hadden gezien. Je
schrikt van je eigen stem als die uit een speakerbox komt, de
klankkast van je hoofd ontbreekt. Je schrikt van je eigen beeld.
Niemand is verbaasd, behalve jij. Je stem kun je nauwelijks
aanpassen, je gebaren en je eigenheden kun je effectiever
maken, soms door ze achterwege te laten. Vijf maal per
minuut je neus ophalen is niet echt nodig en dat oor peuteren
of kruis krabben hoeft ook niet in gezelschap. Kijk naar jezelf,
noteer je tic op een briefje en stop dat briefje in je sok.
Je gaat van onbewust gedrag en onbekwaam om te veranderen
naar bewuste en vaardige omgang met nieuw effectief gedrag.

16
17
Hufters: bedankt
‘Schelden schelden döt niet zeer, aj mij hauwen, hauw ik je
weer.’
Zo lost een Drent uit de jaren zestig van de vorige eeuwen
conflicten op. Hij slaat erop, op het hoofd en het lichaam van
de scheldenaar. Zo heeft die Drent dat geleerd, en daarin is hij
niet uniek.
De feedback op een belediging bestaat uit een nieuwe
belediging. De cyclus start en na enige tijd is het strijd, oorlog
soms.

Hondenlol, weinigen waarderen die pret. Katwijf. Lolbroek.


De hond van Pavlov kwijlde als hij de gong hoorde, ook als er
geen worst was te zien. Doe vijf maal hetzelfde in een
bepaalde situatie en er is een traditie, je kunt niet anders.
Je kunt wel anders. Stop een briefje in je sok met de tekst:
bedankt.
‘Je bent een hufter.’
‘Bedankt.’
‘Je bent een katwijf, een takkenmeid.’
18
‘Goed te horen, daar kan ik mijn voordeel mee doen.’
‘Je bent een waardeloze leraar.’
‘Heel blij ben ik met deze feedback. Heb je een tip voor me?’
De eerste keren dat je vriendelijk bedankt, betrap je jezelf
wellicht op cynisme of sarcasme, op ironie. Maar op het briefje
in je beha staat: ik reageer niet met ironie. Of: Ik ben niet honds.
‘Hufter!’
Je zwijgt en glimlacht: al die briefjes met die aardige woorden
op je lijf geplakt.

Een scheldenaar is veelal bang en angstig, dom en onkundig,


nog beperkt door zijn of haar mogelijkheden. De onmacht
vindt een uitweg in een vlucht naar voren. Hufter, en wat hij
zegt, dat is hij zelf, en dat weet hij ook, maar hij kan dat niet
onder ogen zien. Die last is te zwaar.
‘Homo!’
‘Ja, jij ook?’
De dialoog kan beginnen als je een ander antwoord geeft en
niet de strijd aangaat.
En als de scheldenaar na enige bedankjes erkent: ‘Ik ben zelf
die hufter.’
Zeg dan voorzichtig. ‘Misschien is dat zo, ik weet het niet. Leg
eens uit. Wat is een hufter eigenlijk?’
Stap uit je Pavlovpatroon en geef om te beginnen iedereen die
iets tegen je zegt gelijk.
‘Ja, zo had ik het nog niet bekeken, leg eens uit.’

19
Dek je maatje
Je maatje maakt een vergissing. Je laat je maatje niet zakken. Je
ondersteunt hem of haar in het ongelijk. Het eigen gelijk en
het gemeenschappelijke gelijk gaan boven de feiten en boven
de waarheid. Nee, hij heeft maar één biertje gedronken. Het
waren er vijf. Je broer was niet bij dat ongeval betrokken, hij
was bij jou.
Het is terecht dat je er door je leraar bent uitgestuurd. Je hebt
de onvoldoende verdiend. Had je maar niet te laat moeten
komen. Mijn collega’s hebben altijd gelijk.

Niets zo belangrijk is als gelijk hebben.

Liever samen falen dan flink zijn en je naaste herinneren aan


onprettige zaken. Vooral in hiërarchische situaties speelt dit
een rol. Werknemers, leerlingen, ondergeschikten, opvoeders
dekken elkaar tegenover een meerdere. Er is moed voor nodig
om het eigen ongelijk toe te geven en een ander pad in te
slaan. Het draaien en masseren is dagelijks in de politiek te
volgen, en niet alleen daar.

Zwijgen en vragen stellen wil wel eens helpen om uit een


moeilijke situatie te komen. Oordelen kan altijd nog. Laat
iemand driemaal zijn verhaal vertellen en je merkt dat de
inhoud gaat schuiven. Elegante oplossingen komen in zicht.

Beloon jezelf met een grote bos bloemen als je op een dag vijf
vragen hebt gesteld in plaats van hondervijf antwoorden te
verzinnen.

20
21
Methode in de bak
Mensen zijn er in soorten. Om enig houvast te vinden, is een
etiket gemakkelijk. Sommige mensen zijn in sommige situaties
doeners, in andere omstandigheden horen ze bij de denkers.
Er zijn afvinkers, die houden van lijstjes afwerken, en er zijn
chaoten en creatievelingen, die houden van hun eigen
onnavolgbare invallen. Sommige mensen lezen eerst een hand-
leiding en bestuderen eerst het menu voor ze een apparaat
aansluiten of een maaltijd nuttigen. Waar is het kookboek? Wie
heeft het recept?
Andere mensen steken overal stekkers in en eten zonder te
weten wat ze innemen. Ieder heeft een eigen aanpak.
In een leslokaal dicteert de lesmethode het ritme van de leraar.
Dat is bij ons zo. In Amerika maakt de leraar zelf zijn lessen.
Werken uit en volgens het boekje is daar een zwaktebod. Laat
zien wat je kunt en wie je bent, wees geen slaaf van auteurs
van de lesmethode, van je opvoeding, van je scholing. Waar is
je eigen inbreng?

In de bak, dat is een gedateerde uitdrukking die betekent: in de


gevangenis, in het polhokkie, het politiehokje. In de bak
betekent opgesloten zijn. Creativiteit en kennisoverdracht gaat
minder goed in een gevangenis. Nogal wat gestraften komen
slechter uit de bak dan ze erin gingen.
Je ontplooiing gaat het best in je eigen ruimte en tijd. Als een
schoolmethode een belemmering vormt, kun je op zoek gaan
naar een werkwijze die beter bij je past. Niet elke collega is blij
met experimenteerdrift van nieuwe collega’s.
Je verliest vrienden als je beschaafd gedrag gaat vertonen. Je
krijgt andere vrienden als je je eigenheid laat zien.
Je bent niet op je werk om je collega’s blij te maken. Je bent op
je werk om je talenten te ontdekken en te ontplooien, en
omstanders in je enthousiasme mee te nemen. Inderdaad, dat
is een filosofie. Gooi deze filosofie in de prullenbak en
ontwikkel je eigen opvattingen.

22
23
Blijf zitten waar je zit
Een Groninger uitdrukking luidt: As joe doun wat joe zeggen,
dan laigen joe nait. Vrij vertaald: blijf trouw aan je woorden en
daden.
Een krantenkop van het dagblad Trouw kan je helpen.
Ben je geneigd tot overspel, doe Trouw in je portemonnee. Je
hebt je hulpverlener bij je. Dit hulpmiddel is niet alleen nuttig
bij geheime en driftgestuurde relaties buiten het leslokaal.
Hier volgen de oefeningen.
Blijf vijf minuten naast een leerling zitten en praat vriendelijk
en betrokken over wat hem bezighoudt, of over de lesstof.
Blijf zitten, ook als de rest van de klas “feest” viert.

Ga bij de deur staan, geef elke leerling een hand en houd die
hand tien tellen vast. Houd oogcontact. Blijf trouw tot
iedereen binnen is. Tel telkens tot tien.
Zeg: ‘Ik zie al een paar boeken op de tafel, prima.’
Kijk rond en knik vriendelijk.

24
Kijk en benoem tot op alle tafels een boek ligt. Blijf trouw en
laat je niet afleiden.

Veel mensen verliezen hun gezag doordat ze niet trouw blijven


aan wat ze van plan zijn te doen. Vraag je kroost de vaatwasser
te vullen en kijk tien tellen tot ze daadwerkelijk aan de slag
gaan. Blijf vriendelijk.

‘Ik wil graag alle boeken op tafel en alle tassen op de vloer.’


Als je wacht tot dat inderdaad het geval is, heb je bewezen een
trouw leider te zijn. Jouw volgende opdrachten gaan er ook in
als koek. Vraag je stilte en ben je niet trouw, dan gelden alle
andere verzoeken ook niet. Heel klein beginnen. Eén taak per
les. Eén taak voor jou.
Je kunt leerlingen weinig leren, je kunt jezelf wel elke les een
klein doel stellen. Zo is elke les een succes, voor jou. Jíj hebt
geleerd, de rest is bijzaak. Inderdaad: jij gaat naar school om te
leren, wat anderen doen en laten is bijzaak.

25
Ken je woorden, schat.
‘Wat zie je er prachtig uit. Je oogopslag, de kleur op je lippen.
Je hebt je haar fantastisch in een vlecht.’
‘Ik houd van je, je laat mijn bloed sneller stromen.’
Het zijn misschien geen woorden die je dagelijks gebruikt. Er
zijn heel veel woorden die vreemd voelen in je mond.
Complimenten bijvoorbeeld.
‘Wat een mooie tekening.’
‘Ik zie dat je heel goed je best doet.’
‘Fijn dat je bij me in de les bent.’
Natuurlijk, dit is gemakkelijk.
Gebruik de complimenten ook - zonder ironie, sarcasme,
cynisme - bij deviant gedrag. Bij gedrag dat jij niet wilt.
De trommelende vingers op de tafel.
‘Jij hebt ritmegevoel, speel je in een band?’
‘Nee?’
‘Nou misschien is muziek maken iets voor je. Heavy metal?
Hoe ver ben je met de opgaven?’

De eerste keer dat je oprecht je liefde verklaart, reageert je


lichaam met blosjes en een hogere temperatuur. Alsof je
knikkende knieën willen zeggen: ‘Wat hoor ik nou? Wat komt
er nu over mijn lippen?’
Als je nog nooit GVD voluit en hartgrondig hebt gezegd,
reageert je lijf met koude rillingen op die vloek.
‘Wat doe je nou?’
Een vreemde taal leer je door de woorden telkens te herhalen
tot ze heerlijk lekker bekken. Complimenten, aanmoedigingen,
positieve feedback, het zijn nogal eens nieuwe woorden die
geen vaste plek in je woordenschat hebben. Oefenen, voor de
spiegel, in je vriendenkring tot het spontaan gaat. Ook handig
bij je nieuwe date. Dan schrik je zelf niet als, trouw aan oog--
contact, over je lippen vloeit: ‘Jij bent mijn ideaal. Ik houd van
je. Ik wil met je naar bed.’

26
27
Poppen in je ogen
Wegkijken is regel, oogcontact is uitzondering als je een
verzoek aan een ander doet. Bescheidenheid siert de mens. Ik
stel mij nederig op en kijk niet langer dan nodig is. Oogcontact
kan intimiderend zijn en bedreigend.
Tel hoe vaak je op een dag oogcontact maakt en tel eens hoe
lang je dat oogcontact vasthoudt. Als dat te bedreigend is, ga
naar een winkel en doe alsof je een iPhone wilt aanschaffen.
Een goede verkoper heeft een cursus gevolgd: oogcontact, dat
verkoopt beter. Op een terras bestel je koffie. De ober kijkt je
aan, vriendelijk en indringend. ‘En wilt U er gebak bij?’
Je was het niet van plan.
‘Doe jij de vaat, schat?’
‘Strijk jij mijn hemden, lieverd?’
‘Natuurlijk.’
En in een leslokaal vraag je.
‘Pakken jullie je boeken?’

Je ogen zwerven overal door het lokaal, ze zien geen poppetjes


in ogen. Er komen geen boeken op tafel.
28
De ogen zijn de belangrijkste ingang naar een ander. Het
slachtoffer voor een vuurpeloton krijgt een blinddoek voor.
Dat is niet om het slachtoffer te beschermen, dat is voor het
comfort van de schutter. Afmaken gaat gemakkelijker met een
nekschot.

‘Ik houd van jou.’


Zeg dat vanuit de keuken naar de kamer zonder oogcontact en
de beminde weet dat je liegt.

29
Sokken en kleur
‘Heb meer zelfvertrouwen.’
Een gratis opmerking, gratuite zeggen ze in Frankrijk.
Waardeloze opmerking, of - in stijl van vaste verkering - : deze
opmerking is een mooi startpunt.
Zelfvertrouwen komt door handelingen en door gedrag.
Bedenk een doe-activiteit. Daag jezelf uit. Oefen met je eigen
opgaven en oefen met overgave in vertrouwde kring bij familie
en vrienden. Achterin vaste verkering vind je aanzetten om mee
te spelen.
Trek sokken aan van verschillende kleur, draag een colbertjasje
als je dat nooit hebt gedaan, knoop een stropdas voor als dat
onwennig is. Ga in een trouwpak over straat. Een rode strik in
je haar mag ook.
‘Je ziet er idioot uit!’
‘Fijn dat je dat opmerkt. Ik doe er mijn voordeel mee.’

Wellicht is je lijf voorzichtig ingesteld. Misschien ben je ooit


gepest met van alles en nog wat. Wie niet? Je lichaam raakt van
slag bij elke verandering en elke belediging. Herprogrammeren
is handig.
Bedenk vooraf wat je reactie is op negatieve feedback. Bedenk
vooraf hoe je kunt reageren in onverwachte situaties. Een lijst
met complimenten kan heel handig zijn. Je oude patroon:
“Bemoei je er niet mee, kijk naar je eigen, zeurpiet,” mag je
achterwege laten. Die neerbuigende reacties zijn niet fout; ze
zijn niet-effectief.

Misschien wreef je moeder je over je babybuik om je te


troosten. Misschien streelt je date je wang voor jouw comfort.
Je lichaam onthoudt die gebaren en die aanrakingen. Wrijf je
buik, streel je wang als je situatie onprettig voelt. Je lichaam
ontspant, je geest volgt.
“Ach wat is het leven bijzonder en aangenaam”
Je lichaam weet het beter.

30
31
Boodschappen in verpakking
Niet zeggen wat we denken en bedoelen is een vorm van
beleefdheid.
Mijn zus: ‘Mag ik je fiets lenen?’

Ik denk: Vorige week heb je mijn fiets geleend en met kapotte verlichting
teruggebracht. Je hebt de kosten niet vergoed.

Ik zeg: ‘Jammer. Ik ga zo weg en ik heb de fiets zelf nodig.’

Ik denk: Zus, je lijkt op mijn moeder, die moest ook altijd alles van me.
Ik heb een bloedhekel aan je, maar je blijft mijn zus.

Mijn zus: ‘Ik weet wel dat ik op moeder lijk en ook telkens van
alles van je wil. Dat is niet mijn bedoeling. Als het kan, wil ik
graag rekening met je houden.’

Ik zeg: ‘Neem mijn fiets maar mee. Ik ga met de bus.’

Mijn zus: ’Heel aardig van je. Tof.’

32
Tussen zenders en ontvangers, rollen die we de hele dag
innemen, gaat de oppervlakkige boodschap heen en weer. Met
elk bericht gaat informatie mee over de hiërarchie: wie is de
baas?
En informatie over de relatie: vind ik je aardig of juist niet? Wil
ik vriend van je blijven? Wil ik dat je me aardig vindt?

In een leslokaal en overal om je heen tref je deze patronen


veelvuldig aan.

‘Ik wil dat je je boek pakt.’ De boodschap.


‘Ik heb mijn boek vergeten.’ Test van de hiërarchie.
‘Kijk met je buurman mee.’ De boodschap.
‘Mijn buurman kijkt met Kees.’ Test van de hiërarchie.
‘Wie heeft hier de leiding in de klas?’ Hiërarchie bespreekbaar.
‘U bent een rotleraar.’ Acceptatie hiërarchie;
test relatie
‘Inderdaad. Rotleraar ben ik.’ Onbelangrijk voor leraar.
‘Mijn boek zit nog in mijn tas.’ Rollen zijn helder.
‘Prima, aan de slag.’ Spel zonder wrok.

Maak de onderliggende rollen bespreekbaar en maak helder


wie de regie heeft. Maak helder dat je geen vriendjes hoeft te
zijn, met wie dan ook. Waarvoor zou je?

Waarom vertonen leerlingen dit gedrag?


De verkeerde vraag. Waarom is voor religie en opperwezens.
Voor vaste verkering gelden vragen als: waardoor, waarvoor en
waartoe?

In de dagelijkse omgang is de waaromvraag overbodig.

Waardoor? Deze vraag wil weten welk effectief of niet-effectief


gedrag je vertoont.

33
Winnen en verliezen
‘Ik scoorde uit een moeilijke positie. Geweldig was ik.’
‘Iedereen heeft wel eens een minne dag, dan kom je niet tot
scoren.’
De perspectiefwisseling is helder. Luister naar interviews van
sportlui en ministers. Alle winst komt in de ik-vorm de ether
in.
Alle falen komt op afstand te staan door het je-, men-,
iedereen-perspectief.
‘Ik ben de winnaar en de anderen zijn de verliezers. Ik hoor
niet tot de losers.’
Persoonlijke groei en vaste verkering, en daar is dit boekje ook
voor, komt door telkens het ik-perspectief te gebruiken.
‘Je hebt niet altijd zin om schoon ondergoed aan te trekken.’
‘Niet iedereen houdt van gezelligheid.’

‘Ik houd niet van gezelligheid.’

Dat is een krachtige uitspraak. Zeg dat met een vriendelijke en


kordate gezichtsuitdrukking, houd oogcontact en zwijg.

‘Nee hoor, jij houdt ook van gezelligheid.’

Winst schrijven we graag aan onszelf toe. Of beter: ik schrijf


succes graag aan mijn handelen toe. Deze opvatting heeft het
Calvinisme ruimschoots overleefd, waarin succes van God
kwam en de zonde van de mens. De zonde kwam van jou. Of
niet? Verlies is voor de ander. We juichen graag mee met
winnaars. Ik juich graag met de winnaar mee.
Dit gedragspatroon helpt om mijn falen te verbergen en
verhindert mij om mezelf te verbeteren. Het is immers mijn
domme-ik die mislukte. Zolang ik niet communiceer met mijn
falende-ik blijf ik in dat falen steken.

34
35
Vaste verkering
Soort zoekt soort en het beste paard vind je op stal. De helft
van de bevolking vindt een partner binnen een straal van vijf
kilometer. Via relatiebemiddeling is het gemakkelijk een
evenknie te treffen.
Slager: “Graag van hetzelfde.”
Een sporter zoekt een sportvrouw, een schoppenboer zoekt
een hartenvrouw, een fijne gereformeerde vrouw trouwt het
liefst een fijne gereformeerde man en een afvallige roomse
man woont graag bij een afvallige roomse man. Twee geloven
op een kussen, daar slaapt de duivel tussen. Was het maar zo,
die duivel is meestal klaarwakker.

Zeurkousen treffen zeurpieten en zwaaropdehandmannen


vrijen het liefst met zwaaropdehandvrouwen. Wat een boer
niet kent, dat eet hij niet. Wie is opgevoed met een ruime
woordenschat van vermaning en bedreiging voelt zich thuis bij
een partner die roept: ‘Heb jij je rommel nog niet opgeruimd?
Zit niet zo te smakken tijdens het eten. Trek vaker schoon

36
ondergoed aan. Heb je het oud-papier nog niet in de schuur
gezet? Nou dan kun je de vrijpartij vanavond wel vergeten.’
“Lach niet zo dom om al deze voorbeelden. Ik zei het al: zo
dom als de achteruitgang van een koe.”
Pardon, zo krijg je geen vaste verkering. Effectiever is:
“Ik begrijp je lach niet.”

Wie als zeurpiet toevallig in een milieu belandt met andere


manieren schrikt zich een hoedje. Wat fijn dat je op me hebt
gewacht met het opruimen, nu kunnen we dat samen doen.
Laten we van de oude kranten een bed maken, ik verras je
tussen aardbevingen, overstromingen, recepten, recensies en
strips. Dankjewel voor je verwennerij.

Als je met een gelijkgezinde je leven deelt en je gedrags-


patronen op elkaar afstemt, raak je verslaafd aan de dagelijkse
gang van zaken. Volg je enkele van de experimenten uit dit
boek dan gaat je gedrag veranderen. Als je je partner niet
inlicht over je onderzoekend leren, komt die voor verrassingen
te staan.
‘Wat ben je vriendelijk de laatste weken. Heb je een ander?’
Zonder dat je het weet blijf je gevangene van je traditie. Je
blijft binnensmonds te snel spreken, je blijft meer antwoorden
geven dan vragen te stellen. Je blijft je liefde tonen door
gezeur. Je lokt ruzie uit om het goed te kunnen maken in een
vrijpartij. Nog even en vechten is een voorwaarde voor vrijen.

Neem je partner mee in dit ontwikkelspel, lees hem of haar


voor uit vaste verkering en doe de oefeningen, samen als het kan.
Je hebt je partner nodig, sommige van je oude vrienden
verdwijnen uit beeld als jij verandert. Wat een geluk.

37
Ballen in je zak
Gedragsverandering is een van de moeilijkste, zo je wilt,
uitdagendste taken voor een mens.
Vul je linker broekzak met 20 rode knikkers. Verhuis bij elk
compliment dat je geeft een knikker naar je rechter broekzak.
Varianten zijn mogelijk. Doe hetzelfde met beledigingen, met
cynische opmerkingen.

Een mens is een gewoontedier. Om andere gewoontes aan te


leren zijn hulpmiddelen vaak van belang. Kleed je als een agent
en spoedig schrijf je je eerste bekeuring uit. Doe een bermuda-
shirt aan en je gedraagt je als een vakantieganger. Stap op
sandalen en in korte broek een leslokaal binnen en je kunt de
les over worteltrekken en machtsverheffen vergeten.
Je uiterlijk en je kleding, je verbale en non-verbale uitingen zijn
instrumenten om je omgeving en vooral jezelf te beïnvloeden.
Inzicht in je gedrag is je gereedschap.

38
Was sich liebt das neckt sich
Buitenstaanders zien vaak eerder dan de ‘slachtoffers’ dat er
verkering op komst is. Kleine plagerijen geven aan dat er ‘iets
moois’ ontstaat. Verliefdheid laat af en toe vreemd gedrag
zien. Heftige verliefdheid vertoont kenmerken van een ziekte.
De slachtoffers voelen zich euforisch, het geluk lacht hen toe.
Buitenstaanders glimlachen meewarig; kijk die schapen eens.
Afkeuring en spot blijven achterwege. Iedereen kan door deze
ziekte besmet raken.
Plagerijen en pesten zijn niet altijd tekenen van wrok, haat of
hartgrondige hekel. De plager herkent blijkbaar zichzelf in het
slachtoffer, dat kan eenzelfde ‘vervelende’ eigenschap zijn of
juist het ontbreken van een prettige eigenschap. De plagerij
kan een wedstrijd in schoonheid zijn, als die ander ook heel
mooi geschapen is, of juist een afzetten tegen de lelijkheid,
omdat de pester zich ook lelijk voelt.
Wangedrag in een leslokaal zegt iets over het ontbreken van
regie in een lokaal, en het zegt iets over de leerling. Het zegt
vooral iets over (ontbrekend) gedrag van de leraar. Pesten en
ordeverstoring kan een verzoek zijn om in te grijpen. De
leerling vraagt om leiding, maar weet dat niet met woorden te
benoemen.

Wangedrag en ordeverstoring zijn zelden persoonlijk bedoeld.


Het gedrag is een smeekbede om structuur en regelmaat. De
manier van vragen is niet altijd helder, vooral niet als het
wangedrag raakt aan gevoeligheden van de leraar. Wie nog
gevoelig is voor opmerkingen over kleding, uiterlijk, vak-
kennis, reageert vanuit de emotie. Dat is een goed recept om
verstoringen aan te wakkeren. Vaak is het handiger om vanuit
het verstand te reageren, met een vleug gespeelde emotie. De
invalshoek: “Deze tegenspeler houdt van mij, en laat dat op
een aparte manier blijken,” is een prima recept voor een
glimlach.

39
Ich liebe dich, was gehts dich an!
Johann Wolfgang von Goethe (1749 - 1832) beroemd Duits
literator en vermeend deskundige op het terrein van kleuren
heeft het mooi verwoord.
Houden van is een privé-aangelegenheid. De beminde heeft
daar niets mee te maken. Het onderwerp van je liefde hoeft
geen toestemming te geven en ook geen afkeuring te melden.
De geliefde is de geliefde. Wie van een postzegelverzameling
houdt, of van ouderwetse of moderne schilderijen, vraagt ook
geen toestemming om de hartstocht uit te leven.
Omgekeerd geldt dat ook. Als een ander mij haat, heeft dat
niets met mij te maken. De haatgevoelens zijn van degene die
haat. Ik kan glimlachen om zoveel verspilling van energie.
Voor liefde en haat geldt: Heel bijzonder dat je van me houdt,
heel bijzonder dat je me haat. Wil je iets van me? Wil je dat ik
je help je gevoelens van liefde te versterken, wil je dat ik je
help je gevoelens van haat te verminderen? Of omgekeerd?

40
Als je gevoelens van een ander bij die ander laat en geen deel
van jezelf maakt, heb je een rustiger bestaan. Je kunt je energie
en tijd besteden aan je eigen ratio en je eigen gevoelens.
Spinoza (1632 - 1677) schreef: Ik heb met mijn verstand mijn
hartstocht leren overwinnen door mijn verstand tot hartstocht
te maken.

Verheug je als je met je verstand je gevoelens kunt bespelen,


en laat je niet door je gevoelens op sleeptouw nemen.
Vrij vertaald: als een kind of leerling boos tegen te doet, hoef
je niet nijdig en boos te reageren - hoewel dat heel prettig kan
zijn -. Met je verstand kun je kalm en bedaard reageren, die
ingehouden reactie geeft weer een lekker gevoel.

41
Over zachte stem, zingen en klein zijn
Heel je lichaam doet mee in communicatie. Sommige pseudo-
wetenschappelijke bronnen beweren dat 80% van de inter-
menselijke communicatie via lichaamstaal gaat. Dat klopt niet.
Leren van een vreemde taal zou dan verspilde energie zijn: leer
lichaamstaal om je in den vreemde verstaanbaar te maken.
Die 80% geldt wellicht voor vakantieliefdes en voor de
omgang met dieren en planten, maar in de dagelijkse omgang
tellen woorden sterker mee.
Wie een zachte stem heeft, of niet durft te zingen, kan zich
achter zijn of haar weinig ontwikkeld talent verstoppen. Wie
twee koppen kleiner is, ook met hoge hakken, heeft een goede
smoes om niet te doen wat nodig en wenselijk is.
Harmonie tussen woord en gebaar, mimiek, houding, daar gaat
het om: harmonie.

“Ik weet dat ik klein ben, dat ik een zachte stem heb. Ik weet
dat ik niet bazig overkom. Jullie vertellen me niets nieuws.
Jullie overtuigen kan ik niet, maar doe wat ik zeg.”

42
43
Benoem je gevoelens
Wie baas wil spelen heeft meerdere mogelijkheden om dat
voor elkaar te krijgen. Imponeergedrag, autoritair optreden,
dreigen en straffen, het zijn mogelijkheden voor de korte
termijn. Stuur een kind de kamer uit, verwijder een leerling uit
de les. Het zijn acties die op termijn verlies opleveren.
De regie in handen krijgen en houden, kan aan de hand van
een paar richtlijnen.
Benoem wat je ziet, ruikt, voelt en houd oogcontact tijdens de
benoeming van je waarneming.

‘Ik zie dat je je voeten op de bank hebt.’


Kijk vriendelijk, spreek helder en varieer je intonatie. Zet een
stap in de richting van de ander. Houd oogcontact.
Tien tegen één dat de voeten van de bank gaan. Je had ook
kunnen zeggen:
‘Doe je dat thuis ook!’
‘Zet je modderpoten op de vloer.’
44
Deze opmerkingen nodigen uit tot strijd. In een leslokaal zit
het publiek al klaar. Applaus.
Het is zaak dat er harmonie is tussen je woorden en je
lichaamstaal. Een eerste keer lukt deze methode misschien niet
zo goed. Je stem, je lichaam is niet vertrouwd met deze
aanpak.
‘Ik zie dat je je voeten op de bank hebt.’
‘Dat heb je goed gezien.’
De voeten blijven op de bank, de tas op de tafel. Het knippen
met de pen gaat door.
Zet een stap in de goede richting, houd oogcontact en zeg:
‘Ik zie dat je grijnst en met je wenkbrauw trekt als je dat zegt.
Heb ik dat goed gezien?’
Tien tegen één dat het lichaam een andere houding aanneemt.
‘Ik zie dat je rechtop gaat zitten, prima.’

Wellicht heb je een autoritaire opvoeding gehad, wellicht


waren je leraren lid van de commandotroepen: doe dit, laat
dat, schiet op.
Zonder het te beseffen heb je dit repertoire overgenomen en
gedraag jij je in een nieuwe situatie volgens het oude patroon.
Je lokt telkens een strijd uit die je zelf heel goed kent. Je kunt
debatteren en verbaal winnen, je houdt van dat gevecht.
Tijd om een andere en effectievere manier te oefenen.
Je verlegt het strijdperk van de ‘zaak’ naar lichaamstaal en naar
de persoon. Er is geen strijd meer. De schoenen op de bank
zijn bijzaak, de regie en relatie komen naar de voorgrond.

45
Kies je therapeut
Een therapeut maakt je beter, als je een goede hebt gevonden.
De hele dag ben je omringd door therapeuten. Iedereen weet
wat jij beter kunt doen of laten. Al die recepten zijn goed voor
verwarring. Verwarring is heel goed, verwarring betekent dat je
gereedschap om prettig te leven nog niet voldoende is, en dat
uitbreiding of verandering nodig is.
Mijd mensen die je vertellen wat je moet doen. Tip: Zoek de
vragenstellers. Wat doe je nu? Ben je daar tevreden over? Hoe
zou je dat anders willen? Welk advies heb je nodig? Wil je mijn
mening? Weet je zeker dat je mijn mening wilt weten?
Af en toe komt een advies van pas, vaker dan eens vind je de
oplossing bij jezelf. Je doet wat bij jou past.
Als je kleding koopt, ben je zelden geslaagd na bezoek aan de
eerste de beste winkel. Soms ben je weken op pad voor smaak-
volle en passende schoenen. Wat voor kleding geldt, is ook
van toepassing op raadgevers. De eerste adviseur is niet steeds
de meest geschikte.
De eerste niet-passende therapeut/raadgever is niet slecht,
waardeloos of ongeschikt. De eerste laat je zien wat je niet
nodig hebt en is daarmee een uitdaging om een betere te
vinden. Blijf zoeken.

Een kapstok voor bewustwording en uitbreiding van je


gedragsrepertoire is tellen hoe vaak je op een dag het werk-
woord moeten gebruikt. Vervang moeten door willen, en vervang
willen na enige tijd door kunnen.
‘Ik moet nog naar een verjaardagsvisite.’
‘Ik wil nog naar een verjaardagsvisite.’
‘Ik kan naar een verjaardagsvisite.’
‘Ik ga niet. Ik houd niet van gezelligheid.’

46
47
Consequent helder
Een effectieve manier om jezelf te frustreren is de eis om
consequent te zijn. Dat lukt niet. Elke dag en elke situatie is
anders, dat is de vooruitgang. Wat op het ene moment geldig
is, past op het andere moment niet. De rechtbanken hebben
dagelijks werk om al de nuances van het dagelijkse leven in
beeld te brengen. Als je consequent wilt zijn, speel je de hele
dag rechtbank en sta je zelf in het beklaagdenbankje.
Ieder mens heeft een eigen identiteit en een eigen gebruiks-
aanwijzing. Wat van vader mag, is door moeder verboden, wat
in de trein niet mag - voeten op de bank - mag bij opa en oma
wel. Wat de leraar Duits verbiedt, is geen probleem bij de
leraar scheikunde.
Consequent helderheid verschaffen, misschien is dat een taak
voor jezelf.
‘Vandaag ben ik moe en heb ik een kort lontje. Daag me niet
uit. Er volgt straf. Ik wil dat straffen niet, maar ik doe het wel.’
‘Vandaag vier ik mijn vijfentwintigjarig huwelijksjubileum,
inderdaad moeilijke tongstruikelwoorden achter elkaar.
Vandaag ben ik tolerant en zie ik door de vingers wat ik andere
dagen niet accepteer.’

Genuanceerd kijken naar, of weggooien van consequent zijn


vraagt moed. Je gaat in tegen de heersende mores. Dat vraagt
ruggengraat.
Helderheid verschaffen klinkt prima. Helderheid vraagt grote
helderheid over je eigen functioneren. Hoe denk en handel je
eigenlijk? Mooie vragen.

48
49
Leuk, gewoon even doen: goed fout
Taal, woorden en zinnen, wat zouden we zonder moeten?
Communicatie gaat lastig zonder woorden, mét woorden gaat
communicatie soms nog lastiger.
‘Je moet gewoon even naar de sportschool gaan.’
Je zegt dit tegen jezelf; je vindt je lichamelijk conditie niet best
en je vindt je omvang te fors.

‘Je moet gewoon even naar de sportschool gaan.’

Je = ik, je bedoelt jezelf, en je zet jezelf op afstand door je te


gebruiken, eigenlijk gaat het niet over jezelf.
Moet = er is een ander die tegen me zegt wat ik moet doen,
mijn alter-ego misschien. Het is een buitenstaander die me de
wet voorschrijft. Ik ben eigenzinnig. Ik luister niet.
Gewoon = bijzonder. Gewoon betekent: het stelt weinig voor,
het is gemakkelijk, het is een niemendal, een bagatelle. En dat
is het juist niet.
Even = het stelt niets voor, ik kan dat gemakkelijk. Juist niet.

Wonderbaarlijk dat je thuis blijft en tv gaat kijken, terwijl de


sportschool wacht.

Schrap een aantal woorden uit je vocabulaire en vervang ze


door effectievere woorden.

Je = ik (als je jezelf bedoelt)


Gewoon = bijzonder
Even (weg, neem de tijd voor alles wat je doet.)
Moeten = willen, kunnen.
Fout = niet-effectief
Ja, maar = nee
Waarom = waardoor, waartoe, waarvoor
Leuk =
Lui =

50
51
Mer à boire
Overvloed, dat betekent mer à boire, een meer om leeg te
drinken. Fonetisch is het ook moeder (mère) om leeg te
drinken. Je talenten zijn een mer à boire.
De poets die ons door de schepper gebakken is, is dat we niet
alle talenten tegelijkertijd in onszelf ontdekken. Een peuter kan
prachtig met blokken spelen, een tiener ontdekt het schaats-
talent, en later blijkt de gymleraar - kan veel ballen in de lucht
houden - een goede manager. En laat die manager ook nog
expert zijn op de saxofoon, en goed kunnen barbecuen. Een
talent voor opvoeden van kinderen ontbreekt helaas, een mens
kan niet alles hebben.
Je voelt je goed en zelfverzekerd als je dingen doet die bij je
passen. Als kind is je speelveld nog beperkt, het huis is de
wereld, later verandert het dorp in de wereld en met hulp van
een tomtom breidt de wereld zich uit.
De gedachten verschillen over het moment dat een mens (=jij)
compleet en klaar bent. Misschien ben je nooit af.
De Franse filosoof Paul Valéry (1871 – 1945) zegt:
‘Wat af is, is niet gemaakt.’

Daag jezelf uit, ga op zoek naar je talenten. Speel piano, schrijf


een boek, maak een schilderij, en ontdek dat daar je talenten
(niet) liggen.
Geef niet te snel op. Eet vijf keer mosselen, vijf keer olijven,
vijf keer hersenen, maak vijf gedichten, maak vijf olieverf-
schilderijen, wees vijf maal voorzitter van een bestuur, vrij vijf
keer met dezelfde date. Blijf trouw aan vijf keer, kijk om, denk
na en trek je conclusies.

Bedenk: nadenken is het hoogst bereikbare voor een mens.

52
53
Belachelijke tips
Echte of valse schaamte kan je in de weg zitten. Ridicuul,
belachelijk, onvoorstelbaar, er zijn veel krachttermen om je te
weerhouden actie te ondernemen. Dat heet uitstel- en vlucht-
gedrag. Schrap dat etiket, net als ADHD, ADD, ABTB.
Geef iedere leerling een hand bij binnenkomst in het lokaal.
Maak een buiging bij de bakker. Belachelijk.
Er zijn (vrije) scholen waar handen schudden bij aankomst en
vertrek regel is, elk lesuur opnieuw.
Driemaal wangzoenen, iedereen doet mee. Zo doen we dat,
belachelijk, ridicuul. Zoen me niet.
Wie zelf geen experimenten uitvoert, leunt op collectief zelf-
vertrouwen. Dat is handig bij oranjefeesten, op Lowlands en
evangelisaties. In de dagelijkse omgang waar je leiding neemt
en geeft, is dat repertoire te beperkt.
Uitbreiding van kennis en vaardigheden op communicatief
terrein is noodzaak. Zelfvertrouwen op individuele basis is
handig.

Doe eens gek, dan doe je al gewoon genoeg.

Veiligheid kun je ontlenen aan kuddegedrag. Antilopen,


koeien, schapen, ze blijven bij elkaar om de leeuw of de boze
wolf te trotseren. Ouders, leermeesters en opvoeders zijn geen
kuddedieren, ze zijn de leeuwen en de wolven. Ontdek de wolf
in jezelf en oefen vaardigheden van de leeuw.
Voer één verandering per keer door, vooral geen tien tegelijk.
In der Beschränkung zeicht sich erst der Meister.

54
55
Eén met stip
Structuur is een abstract begrip. Het onderscheid tussen
abstract en concreet is gemakkelijk. Om abstracte zaken -
geloof, hoop, liefde, structuur - kun je moeilijk een feestlint
knopen. Om concrete zaken - boek, stoel, mens - lukt dat
beter.
Structuur geeft houvast aan jezelf en aan de ander. In het
dagelijkse leven bestaat de structuur uit ontbijt, lunch en
avondeten op een vaste tijd en een vaste plaats in bekend
gezelschap. Structuur is journaal om 20.00 uur, is bedtijd om
22.30 uur. Structuur is je fiets op slot en de knopen van je jas
dicht als het koud is.
Structuur in de les is een schema op het bord met les-
activiteiten. Niet met wat leerlingen kennen na afloop van de
les, maar vooral wat ze gaan doen - woordweb maken, poster
plakken, opgaven uitwerken, rollenspel opvoeren, elkaar
uitleggen, proef uitvoeren-.
Structuur is met je armen over elkaar op een vaste plek voor in
de klas gaan staan en oogcontact maken. Op deze plek, met
denkbeeldige stip op de vloer, met deze heldere lichaamstaal,
geef ik aan dat ik stilte en aandacht wil.
Structuur is: bij start en eind als gastheer bij de deur staan en
iedereen een hand geven en groeten. Trouw hoort daarbij, dus
niet snel de beamer afsluiten, je tas inpakken of de vaatwasser
inpakken. Aandacht voor vertrek.

Als je een chaotisch karakter hebt is het lastig om structuur


aan te brengen. Een hulpmiddel kan zijn: privé ben ik een
chaoot, als professional heb ik mijn zaken voor elkaar.
Er zijn altijd tien redenen om niet trouw te blijven aan je
structuur. Er zijn honderdtien redenen om wel trouw te
blijven aan je structuur.

56
57
Knip met je pen
De opvliegende vlinder op de moerbeiboom in China
veroorzaakt een orkaan in Europa. Onzin? Misschien. Kleine
oorzaken hebben grote gevolgen. Met kleine stapjes kom je
hogerop. Dat geldt ook voor wanorde en structuurloosheid in
het leslokaal.
In Iran zijn Westerse kapsels als vetkuiven en matjes
verboden. Dat is niet voor niets. Verbied onbenulligheden,
grote zaken gaan dan vanzelf.
Wie oog krijgt voor de fladderende vlinders in de klas kan een
orkaan voorkomen.
De professional in de klas accepteert niet wat de privé-persoon
wel accepteert.
‘Ik zie dat je met je pen knipt.’
’Mag dat dan niet?’
‘.......’
Enkel oogcontact en een vriendelijke lach.
’Dankjewel, snel aan de slag. Opgave 2.’
Het knippen met de pen is gestopt. Vijfentwintig leerlingen
weten dat. Ze weten ook dat propjes maken niet mag en al die
andere kleinigheden (haar kammen, nagels lakken, agenda’s
bladeren). De regie is vastgesteld. Onder de boodschap: geen
pennen knippen, zijn de regie (de leraar is de baas) en de relatie
(we gaan prettig met elkaar om) bevestigd.

Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd.


Sta knippen met een pen toe en constateer hoe na enige tijd
propjes en vliegtuigjes van papier door het lokaal gaan, neem
waar dat leerlingen gaan lopen zonder toestemming, hoe een
raam opengaat, hoe een pen in een nek schrijft, een pennen-
zakje valt, ongevraagd leerlingen het lokaal verlaten, liedjes
klinken en schreeuwers hun aandeel opeisen. De lesstof
sneeuwt onder in verrassend puberaal gedrag. Tot de rapen
gaar zijn en leerlingen met een rode kaart - onder applaus van
de tribune - het lokaal verlaten. Missie geslaagd.

58
Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?
‘Zoals ook wij anderen hun schuld vergeven.’
Een mooie aanhef uit de christelijke geloofsleer. Wij zijn
zondig en wij maken fouten. Al het goede komt van boven.
We zijn aan genade overgeleverd.
Voor een prettig bestaan is het af en toe nuttig om de vraag
aan jezelf te stellen.
‘Hoe heb ik dit voor elkaar gekregen?’
Mijn vaste verkering is voorbij.
Ik haat mijn vader en moeder. Ze hebben me verkeerd
opgevoed.
Alweer een bekeuring voor te hard rijden.
Mijn partner bedriegt me.
Mijn leerlingen maken er in het leslokaal een bende van.
Mijn collega’s zijn tegen me, ik heb niets aan ze.
Mijn coach en begeleider helpen me onvoldoende.

59
Deze lijst is gemakkelijk langer te maken.
‘Hoe heb ik dit voor elkaar gekregen?’
Stel die vraag met verbazing in je stem, met een nieuwsgierige
ondertoon. Verwijten hoeft niet, spijt is een zinloze emotie.
Spijt en boosheid zijn niet effectief.

Als je aan het eind van een lesuur drie leerlingen met een rode
kaart uit de les verwijdert, is de eerste vraag:
‘Hoe heb ik dit voor elkaar gekregen?’
Kijk naar je eigen rol (geen structuur, onhelder lesplan, geen
regie op kleine zaken, te weinig oogcontact, geen namen
genoemd, weinig bedankjes, veel verwijten, sarcastische
ondertoon, cynische benadering, snel verontwaardigd....)

Jij bent het instrument dat je omgeving bespeelt. Jij bent de


dirigent in je orkest. In het begin van je loopbaan werk je met
beperkt gereedschap. Je kent je vaardigheden en mogelijk-
heden nog onvoldoende. Oefen dagelijks om zicht te krijgen
op je mogelijkheden en beperkingen. Alles is een leerervaring.

60
Filosofie
Filosofie is vragen stellen. Iedereen kan leren vragen te stellen.
Iedereen kan leren te filosoferen. De eerste vraag uit de
Katholieke katechismus (geloofsleer) luidt:

‘Waartoe zijn wij op aarde?’

Het roomse antwoord is elders op aarde en in de hemel te


vinden. Als young professional, als opvoeder, leraar, ouder,
wethouder, partner, puber, adolescent.... is het zaak om zelf
antwoorden op deze vraag te formuleren.

Ik geef een paar aanzetten.

‘Ik heb drie herrieschoppers in mijn les. Wat moet ik doen?’


‘Stuur ze eruit.
‘Ja, maar....’

‘Laat ze het boek overschrijven.’


‘Ja, maar....’

‘Bel hun ouders.’


‘Ja, maar....’

‘Negeer ze.’
‘Ja, maar....’

‘Prijs ze om hun talenten.’


‘Ja, maar....’

De antwoorden passen bij mij. Misschien passen ze niet bij


jou.

Antwoorden van anderen zijn veelal niet-effectief.

61
62
‘Waartoe zijn wij op aarde?’

In Drenthe is het antwoord:


‘Om aardappelen te krabben en bonen te punten.’

‘Waartoe zijn wij op aarde?’

‘Om onze talenten te ontdekken en te ontplooien en daardoor


een bevredigend en bij vlagen gelukkig bestaan te leiden.’

‘Hoe ontdek ik mijn talenten en hoe kan ik ze leren te ontplooien?’

‘Je leert je talenten te ontdekken en ontplooien door interactie


met je omgeving aan te gaan, door iedereen om je heen te
gebruiken om de schat in jezelf wakker te kussen.’

‘Maar dan gebruik ik anderen? Dat kan goed fout gaan.’

‘Iedereen gebruikt elkaar. Schrap fout, sommige zaken zijn niet-


effectief, als je dat hebt ontdekt, kun je op zoek gaan naar een
63
effectievere werkwijze. Je hoeft nergens spijt over te hebben.
Je deed op dat moment wat toen bij je paste. Spijt is een
zinloze emotie. Platter gezegd: achteraf kijk je een koe in de
kont.’

‘Makkelijk gezegd, maar dan krijg ik wel de shit van anderen


over me heen.’

‘De shit van anderen is niet de shit van jou. De boosheid van
een ander is van de ander, laat die boosheid bij de ander. Jij
bent bezig met leerervaringen. Je kunt leren om met boosheid
van een ander om te gaan. De manier waarop je dat tot nu toe
hebt gedaan is misschien niet de meest effectieve.’

‘Dat vraagt veel van me.’

‘Klopt helemaal. Als je gaat nadenken en een antwoord gaat


zoeken op de vraag : Waartoe ben ik op aarde? Hoef je je geen
moment meer te vervelen. Bij het opstaan zeg je tegen jezelf:
Wat zal ik vandaag weer voor verrassingen meemaken? Ik kijk
ernaar uit.’

‘Lijkt me doodvermoeiend.’

‘In het begin is dat zo, dat is niet anders dan marathonlopen.
De eerste kilometers gaan moeilijk, daarna treedt verslaving op
en ga je voor de kick. Aan het eind van de dag kun je moe en
tevreden terugkijken: weer iets aan mezelf toegevoegd.’

‘En dan weet ik na een paar jaar wat ik kan en wie ik ben?’

‘Gelukkig niet. De speurtocht gaat je hele leven door. Niet het


einddoel telt - het leven is zinloos en dat hoort zo, - maar de
route die je gaat.’
‘Moet ik die strooptocht ook doen?’

‘Misschien wil je het, misschien kun je een begin maken.’


64
‘Is deze speurtocht, deze strooptocht, niet te moeilijk?’

‘Het leven is heel eenvoudig, het is soms moeilijk om dat te


ontdekken.’

‘Hoe weet je dat allemaal?’

‘Ik las een boek: Vaste verkering, dat boek maakte me nieuws-
gierig. Ik zocht de namen van Socrates, Montaigne, Bacon en
Valéry op het web en las wat ze zoal hebben geschreven.
Ik gebruik alle mensen in mijn omgeving om mijn kennis en
vaardigheden te vergroten. Ik maak foto’s en films om mijn
wereldbeeld aan te scherpen.
Ik maak de oefeningen van eerherstel. Ik laat me verrassen. Ik
stop met verzinnen van bezwaren. Ik gebruik de rijkdom om
me heen.’

‘Je praat wel veel over jezelf.’

‘Klopt, ik ben de enige van wie ik een beetje verstand heb.’


65
66
Oefeningen van eerherstel
Gebruik de volgende pagina’s om jezelf bij je les te houden.
Doe de oefeningen thuis, op straat, met kroost en vrienden.
Iedereen is leraar en opvoeder. Gebruik de wereld om jezelf te
ontplooien.
Bij resultaten vul je in wat deze opdracht je heeft opgeleverd.
Hoe heeft de oefening bijgedragen aan je nieuwe gedrag?

Kat spel je met een u

Maak een lijst met tien lelijke scheldwoorden; zoek naast de


Nederlandse versie ook de Spaanse, Russische, Duitse, Engels,
Friese en Drentse versie. Schrijf achter elk scheldwoord twee
spellingvarianten.
Dit kun je ook door een klas met leerlingen laten doen. Laat je
gelijk zien dat je al die woorden al kent.

Scheldwoorden
Nl Sp Ru Du En Fr Dr varianten

... ... ... ... ... ... ... ...

Resultaten:

Japanners schudden geen handen

Als je op bezoek gaat, geef je geen hand maar zet je je voeten


naast elkaar en maak je een Japanse buiging. Dit doe je tien
keer (bij familie, vrienden en in de supermarkt.)

Resultaten:

67
Spiekbriefjes in de beha

Tien korte zinnen / woorden in mijn sokken

Resultaten:

Alles is een leerervaring

Tien korte zinnen / woorden in mijn sokken met positieve


actie.

Resultaten:

Kijk naar jezelf

Drie waarnemingen van mijn gedrag waar ik trots op ben.

Drie waarnemingen van mijn gedrag die ik ga veranderen.

Resultaten:

68
Hufters: bedankt

Aantal malen dat ik ongeremd terugschold:


...... x per uur.
...... x per dag.

Aantal malen dat ik bedankte voor een compliment:


..... x per uur.
..... x per dag.

Aantal malen dat ik bedankte voor een belediging.


Met sarcasme /ironie / cynisme.
Oprecht / vriendelijk.
..... x per uur.
..... x per dag.

Resultaten:

Dek je maatje

In de vriendenkring/personeelskamer/familiekring zeg ik dat


kinderen vroeger beter luisterden naar de leraar. Later beweer
ik het tegendeel.

Aantal malen meepraten met massa.


..... x per uur.
..... x per dag.

Aantal malen van mening veranderd.


..... x per uur.
..... x per dag.

Resultaten:

69
Methode in de bak

Ik stel collega’s voor het lesboek in de prullenbak te werpen en


de eigenheid - kennis en vaardigheden - van onszelf veel meer
te gebruiken.

Resultaten:

Blijf zitten waar je zit

Ik vraag een partner / leerling / collega / onderzoekende


mens om voor mij bij te houden hoe vaak ik doe wat ik zeg.
..... x per uur.
..... x per dag.

Ik ga zelf bijhouden (eventueel video-opname) om te tellen


hoe trouw ik aan mijn uitspraken blijf.
..... x per uur.
..... x per dag.

Resultaten:

Ken je woorden, schat.

Noteer welke verwijten en complimenten je op een dag maakt.


Welke lijst is het snelst gevuld?

Tien verwijten Tien complimenten


..... .....
..... .....
Resultaten:

70
Poppen in je ogen

Oefen bij familie, vrienden, oefen bij de bakker en in de super-


markt. Maak oogcontact als je een brood bestelt, blijf kijken
tot de ander opzij kijkt.

Oogcontact met aantal tellen


....... ......
....... ......

In een klas kijken leerlingen soms weg.


Zeg: ‘Ik merk dat je me niet aankijkt als ik met je praat.’

Oogcontact met leerling aantal tellen ‘Je kijkt weg.’

....... ..... ..... x


....... ..... ..... x

Resultaten:

Sokken en kleur

Twee oefeningen.

Maak een opvallende wijziging aan je kleding of je uiterlijk.


Wandel een uur op straat en noteer de opmerkingen die je
krijgt.

Spreek een voorbijganger aan die door uiterlijk of kleding


opvalt. Maak een compliment. ‘Wat hebt u een mooie hoed.”
Dat wou ik u zeggen. Goedemiddag.’

Resultaten:

71
Boodschappen in verpakking

Observeer familie, vrienden, een debat op televisie en beschrijf


de onderliggende rollen in de communicatie.

Analyseer een dialoog in een lessituatie en beschrijf de rollen


in de communicatie.
(zender – boodschap – ontvanger; hiërarchie; relatie; gevoel)

Resultaten:

Winnen en verliezen

Luister naar een sportinterview op radio of tv en noteer het


aantal perspectiefwisselingen. Doe hetzelfde bij politici en bij
vrienden.

Noteer hoe vaak je per dag over jezelf als je praat.

Resultaten:

Vaste verkering

Maak een tabel met afstanden in kilometers tussen jou en alle


mensen in je adresbestand. Markeer alle mensen met wie je
een date hebt (gehad). Vermeld ook religie en liefhebberijen.
Hoe vaak sprak je met je date enkel lichaamstaal? ..... x

Resultaten:

72
Ballen in je zak

Doe tien bonen / knikkers/ euromunten in je broekzak en


verhuis ze naar de andere zak als je een compliment maakt. En
hetzelfde met beledigingen, snerende opmerkingen.

Resultaten:

Was sich liebt das neckt sich

Turf klef gedrag van verliefden en noteer hoe vaak ze elkaar


lieflijk plagen.

Resultaten:

Ich liebe dich, was gehts dich an!

Zoek op het web achtergronden van Johann Wolfgang von


Goethe en leer tenminste één gedicht uit je hoofd. Citeer dat
gedicht in gezelschap.

Gedicht:

Resultaten:

73
Over zachte stem, zingen en klein zijn

Noteer drie aspecten van jezelf waar jij je achter verschuilt om


niet te doen wat je zou willen doen.

Resultaten:

Benoem je gevoelens

Maak een lijst met gevoelens. Noteer tenminste vijf.


(gebruik eventueel een woordenboek.)
Benoem bij een gesprek telkens als eerste je gevoel. Doe dit tien
keer op een dag. Bijv.: “Ik voel me neerslachtig / opgetogen /
vlak / verliefd / hoopvol / ik heb zin in dit gesprek.”

Resultaten:

Kies je therapeut

Maak een lijst met de kleding die je draagt. Hoeveel winkels


heb je bezocht voor je een aankoop deed?
Als je raad vraagt. Hoeveel raadgevers vraag je per vraag?
Hoe vaak heb je vandaag al raad gevraagd? .....x

Resultaten:

74
Consequent helder

Maak een lijst van zaken die je altijd op een standaardmanier


doet. (Tanden poetsen, wassen, eten...).
Hoe vaak wijk je daar per week van af?

Resultaten:

Leuk, gewoon even doen: goed fout

Tel hoe vaak je de woorden uit de titel op een dag gebruikt.

Resultaten:

Mer à boire

Maak een lijst met vijf doe-activiteiten waar je goed in bent.

Maak een lijst met vijf doe-activiteiten waar je niet goed in


bent.

Maak een lijst met vijf doe-activiteiten die je nog nooit hebt
gedaan.

Resultaten:

75
Belachelijke tips

Noteer vijf belachelijke tips die je nooit gaat uitvoeren.

Noteer vijf belachelijke tips die je misschien wel eens gaat


uitvoeren.

Noteer vijf belachelijke tips die je gaat uitvoeren.

Resultaten:

Eén met stip

Noteer vijf elementen die structuur aan je dag geven.


Bijvoorbeeld: om 7 uur opstaan, om 8 uur naar mijn werk....

Noteer vijf situaties waar je geen structuur gebruikt.

Noteer vijf interne belemmeringen om structuur in je werk en


in je dagelijkse leven aan te brengen.

Resultaten:

76
77
Knip met je pen

Noteer op een eigen (escalatie)ladder kleine verstoringen die je


hogerop brengen. Maak je eigen ladder.

Leerlingengedrag Applaus

Schreeuwen, vechten....

Ramen open zonder vragen....

Lopen, aan anderen duwen en trekken.....

Stoelwippen, propjes maken, omdraaien...

Hoesten, uitrekken, gapen...

Resultaten:
78
Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?

Geef van drie situaties aan hoe jij het resultaat hebt beïnvloed.
Dat kan ook een prettige situatie zijn.

Noteer op de ladder jouw gedrag om de regie te houden.


Enkele voorbeelden:

“Fijn dat je voor frisheid zorgt, volgende keer graag vragen...”

“Wat heb je een energie, wil je papier voor me halen...”

“Ik zie dat je wipt.” Naar toe wandelen, oogcontact...

Aankijken en glimlachen, meegapen, handen achter hoofd...

Resultaten:
79
leerlingengedrag

80
jouw gedrag

81
Filosofie

Filosofie schrijft niets voor. Filosofie stelt vragen. Je kunt de


filosofen die in deze vaste verkering zijn genoemd opzoeken en
bestuderen. Je kunt ook vragen uit de katechismus als kapstok
gebruiken.

Waartoe ben jij op aarde?


Dat antwoord vind je niet in dit boek, je weet het zelf al,
misschien heb je er nog geen woorden voor. Ga op zoek.

Wat is liefde?
(Lees James Joyce, Ulysses erop na.)

Wat is zonde?

Wat is genade?

Wat is de zin van het leven?


Wat zou jij aan Johns Kalimukwa Kalimukwa (op de foto
hiernaast) willen meegeven, zodat hij weet wat belangrijk is om
aan zijn twee vrouwen en aan zijn talloze kinderen door te
geven in het leven?
Pardon: in zijn leven en dat van zijn familie.

Oud-leerling Johns Kalimukwa Kalimukwa steekt de vlag uit.

82
83
Epiloog
Fijn dat je dit leest, misschien heb je de rest overgeslagen.
Misschien wil je de auteur leren kennen. Het maakt mij niet
uit. Ik vind het prettig dat je de moeite neemt kennis te nemen
van mijn inzichten - die ik van anderen heb geleend - , maar ik
ben niet afhankelijk van je oordeel en waardering. Ik schreef
dit boek voor mijn plezier, ik ordende mijn gedachten en
zocht er passende foto’s bij.
Ik gebruik mijn tijd ter verpoozing. Dat is in stijl met de
inhoud van dit boek. Ik doe wat prettig, aangenaam, leerzaam,
ontwikkelend is, ik verken grenzen en overschrijd ze af en toe.
De wereld kan op veel punten verbetering gebruiken. Ik kijk
waar ik een bijdrage kan leveren, en ik kijk ook waar mijn
inspanning nutteloos is. Act or neglect. Ik doe iets als mij dat
prettig en zinvol lijkt, een boek schrijven bijvoorbeeld, of ik
negeer wat te groot en te ingewikkeld voor me is. (Kan ik niet
zo snel verzinnen.)

Succes met je verkering.

84
Gerard Stout (1950) is druk doende zijn talenten te ontdekken.
Een deel van die zoektocht is terug te vinden in tientallen
boeken en in honderden publicaties in (vak)literatuur.

85
ONBEWUST - ONBEKWAAM

BEWUST - ONBEKWAAM

BEWUST - BEKWAAM

ONBEWUST - BEKWAAM

Fasen van gedragsverandering.

Je weet niet dat je cynisch reageert – je kunt het niet stoppen.

Je weet dat je cynisch reageert – je kent geen alternatief.

Als je je hoofd erbij houdt, vertoon je ander gedrag.

Je nieuwe gedrag is geautomatiseerd.

Wees zelf het orakel van je handelen.


(Rabelais)

You might also like