Opgaven Les 1 LCT221

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

LCT221. Opgaven werkcollege Kinetiek. Les 1. Groeikinetiek.

Opgave 1.1. Verdubbelingtijd. De verdubbelingtijd td van een bacterie is 0,5 hr. Bereken de specifieke
groeisnelheid  die hoort bij deze verdubbelingtijd.

Opgave 1.2. Yoghurt bacterie. De verdubbelingtijd van een yoghurt bacterie is 15 minuten. Je wilt in 3 uur
500 liter yoghurt maken met een bacterieconcentratie van 150 gr/l. Neem aan dat de bacteriën constant
met deze verdubbelingtijd groeien. Hoeveel gram bacteriën heb je nodig aan het begin van je cultuur?

Tijd Biomassa Tijd (u) x (kg/m3)


Opgave 1.3. Maximale groeisnelheid max. Bepaal met behulp van hr kg/m3 0 0,60
Excell de max, oftewel de maximale specifieke groeisnelheid, uit de 0 0,2 2 0,65
gegeven groeicurven. 0,33 0,21 4 0,88
0,5 0,22 6 1,23
Bepaal eerst op welke tijdstippen de groei exponentieel is en 0,75 0,32 8 1,65
maximaal, en bepaal vervolgens voor deze tijdsduur de max. 1,0 0,47 12 2,53
1,5 1,00 16 4,01
2,0 2,10 20 6,49
2,5 4,42 24 9,98
2,8 6,90
27 10,80
3,0 9,41
30 10,02
3,1 10,9
33 8,00
3,2 11,6
3,5 11,7
3,7 11,6

Opgave 1.4. Monod kinetiek gist. Een technoloog produceert bakkersgist S. cerevisiae en wil uitrekenen
wat de celdichtheid van zijn bioreactor wordt als hij begint (t=0) met een celdichtheid van C x(0) = 1 kg/m3
en een glucoseconcentratie van Cs(0) = 100 kg/m3. Ook wil hij weten hoe lang het duurt totdat zijn
substraat verbruikt is.

Uit eerdere proeven weet de technoloog dat de maximale groeisnelheid van deze gist µmax = 0.15 hr-1. De
opbrengst van biomassa op glucose is 0.55 [kg/kg], en de Monod-constante K s = 20 kg/m3. Los op door
numerieke integratie. Schrijf eerst de differentiaalvergelijkingen voor biomassa en glucose in Madonna.
Geef ook de Monod kinitiek, en de initiele waarden van biomassa en glucose,

a. Na hoeveel uur is het substraat vrijwel verbruikt (C s<0,2 kg/m3) ?

b. Wat de celdichtheid van Bakkersgist is op dat moment?

c. De technoloog is niet tevreden met de uitkomst, hij/zij wil dat de fermentatie niet langer duurt dan
24 uur, en wel alle glucose gebruiken, beginnend met C s(0) = 100 kg/m3 . Hoe kan hij/zij dit met
dezelfde giststam binnen 24 uur klaar zijn? Wat kan de biotechnoloog aangepassen om dit te
bereiken, en naar welke waarde om bij t=24 uur alle glucose te hebben verbruikt (C s<0,2 kg/m3) ?
Opgave 1.5. Monod kinetiek: fitten Monod parameters

In een bioreactor wordt een test gedaan met gistcellen. De waarden voor biomassa en substraat in de tijd
staan hieronder gegeven. Bepaal de Monod kinetiek uit deze groei- en substraatcurve. Gebruik Madonna
voor het fitten van de Ks, Yxs, en µmax.,

Voordat de ‘curve fitting’ tool wordt gebruikt, zorg dat je eerst een eerste schatting doet van K s, Yxs, en µmax.
Dit kan door kennis over de bacterie/organisme, of door middel van Excell. .

a. Schat eerst de “overall Yxs“ uit de data, met behulp van deze formule (1.8) uit het dictaat
groeikinetiek: YXS = ΔCX /ΔCS

b. De verdubbelingstijd van deze gistcellen wordt geschat op 3,4 uur op basis van eerdere proeven. Wat
is de dan de geschatte waarde van µmax ?

c. Bepaal nu de µmax uit de groeicurve met behulp van Excell (volgens de “integrale methode”).

Een beredeneerde schatting voor de Monod constante K s is 5% van de initiële hoeveelheid substraat. Nu heb
je een goede schatting voor de waarden Ks, Yxs, en µmax .

d. Bepaal nu met Madonna door curve fitting de waarden voor Ks, Yxs, en µmax.

Cs Cx
Tijd
hr kg/m3 kg/m3
0 100 1,0
2 99 1,5
4 98 2,2
6 96 3,2
8 93 4,6
10 88 6,8
12 82 10,0
14 73 14,6
16 59 21,3
18 40 30,1
20 17 42,0
22 2 48,5
24 0,2 51,2

You might also like