Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 65

Taal NT2 Woordenschat A

groep 3-8 Werkboek

z
Stenvert
NT2-blok
Woordenschat A
Werkboek
NT2-blok
Woordenschat A
WERKBOEK
COLOFON

Auteurs Over ThiemeMeulenhoff


Werkgroep NT2 o.l.v. Nico van Beusekom ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot
een learning design company. We brengen content, leerontwerp
Conceptontwerp omslag en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en
Metamorfose ontwerpers BNO, Deventer leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het
vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen
Ontwerp omslag beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen
Eduardo Media en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en
efficiënter wordt.
Illustraties
Annemiek Moorman Samen leren vernieuwen.

Opmaak www.thiememeulenhoff.nl
PPMP Prepress, Wolvega
ISBN 978 90 06 50384 5
Tweede druk, eerste oplage 2018

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2010

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden


verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op
enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan
op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van
23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient
men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen
aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie
(PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl).
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in
bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16
Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer
informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van
kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen


volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks
menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich
alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd.


Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk.
Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
1 Wat doe je? Naam

1 Schrijf de woorden op.

sch  r de schaar
l z n lezen
kw st de kwast
kn pp n knippen

v rv n verven
b  k het boek

2 vul maar in.

Wij lezen in een boek Met een kwast  v erven


Zij knippen met een s chaar Een boek  l ezen

Jullie verven met een  k wast Met een schaar  knippen

3 zoek de 6 woorden.

hgiknippenhodujvervenjsuldpolftgkwasthuhnjhlezen

jkshudjhnjhilsjuixnhschaariiklboekjdsuiikklsjw

4
kruiswoorden.

w e r v e b

s aa r e e
k i

5 welk woord hoort erbij?

de sch aar het boek de kwast verven knippen

3
2 Dat wordt mooi! Naam

1 Schrijf de woorden op.

b  w n bouwen
t k n n tekenen
pl kk n plakken
schr  v n schrijven

p tl  d het potlood


v  w n vouwen

2 Schrijf de woorden op.

Ik bouw Wij bouwen


Ik teken Wij tekenen
Ik plak Wij plakken
Ik vouw Wij vouwen

3 De letters staan door elkaar. 4 Maak de woorden af.

wenbou bou wen


het pot lood
loodpot het potlood
venschrij schrijven plak ken

kenplak plakken te ke nen


nenkete tekenen
schrij ven
5 Vul in.
bou wen
Met een potlood  tekenen
Een blaadje  v ouwen

Met een kwast  pl akken

Met blokken  b ouwen

6 Welk woord hoort erbij?

bouwen plakken vouwen schrijven

4
3 Dat gaat goed! Naam

4
6
1
10
5
3
7
2
8
12
9

1 Welk woord hoort erbij?

1 het boek 7 tekenen

2 plakken 8 schrijven

3 bouwen 9 vouwen

4 de schaar 10 verven
5 lezen 11 knippen
6 de kwast 12 het potlood

2
Geheimschrift.

5 + 11 → bouwen
3 + 4 → verven

7 + 11 → vouwen

6 + 8 → het potlood

12 + 4 → schrijven

10 + 14 → plakken

3 Wat is het antwoord?


Je verft ermee:  de kwast Je leest erin:  het boek

Je schrijft met:  het potlood Je knipt ermee:  de schaar

5
4 Huisdieren Naam

1 Schrijf de woorden op. 2 Zoek de 6 woorden.

m rm t de marmot hsjuidhondejheuihkiueuihhstkie

m  s de muis justkatjdjduujdjdjdjjduujdjjundt

k n  n het konijn keloghdstschildpadjkkelodstdtd

sch ldp d de schildpad jhsdujguigdedmuisvgydujgutjui

k t de kat hjjhdsuytebmarmotjshhjhdsyhjt

h nd de hond uiesyhkonijndhjejiuouiesyhdijeji

3 Lees in het rond.

de muis de hond de marmot de kat de schildpad het konijn

4 Vul in.

De  h ond blaft.


De  k at miauwt.

De  s childpad kruipt langzaam.

Het  k onijn rent snel.

De  m armot is groter dan de muis.

5 Rijmen maar.

In het huis loopt een  m uis

Dat is een gemene  k at

Moshe had een  s childpad

Oh, wat fijn, een  k onijn

Onze  h ond is heel gezond.


6
5 Dieren Naam

1 Schrijf de woorden op.

vl nd r de vlinder  g l de egel


z br  de zebra b v r de bever

  kh  rn de eekhoorn   p de aap

2 Lees in het rond.

de aap de egel de bever de eekhoorn

3 Vul maar in.

De  ee khoorn klimt in de boom.

Die man kijkt naar de  aa p .

Een  z ebra heeft witte en zwarte strepen.

De  e gel heeft stekels.

De rups verandert in een  vl inder .

De  b ever zwemt in de rivier.

4 welk woord hoort erbij?

de eekhoorn de vlinder de aap de zebra

7
6 Allerlei dieren Naam

4
10
1
12
11
8
3
7
6
5
2

1 Welk woord hoort erbij?

1 de muis 7 de eekhoorn

2 de zebra 8 de aap

3 de bever 9 de hond

4 de kat de marmot
10

5 de vlinder de schildpad
11

6 de egel het konijn


12

2 Schrijf de woorden op.

bvr bever schildpad


schldpd

p aap hond
hnd

vlndr vlinder eekhoorn


khrn

3 Wat is het antwoord?

Een dier met zwarte en witte strepen:  z ebra

Een dier dat blaft:  h ond

Ze is mooi en vliegt in de lucht:  v linder

8
7 In huis Naam

1 Schrijf de woorden op.

st  l de stoel
sp  g l de spiegel

t f l de tafel
b nk de bank
b d het bed
k st de kast

2 vul in.

Murat zit op de  stoel

Bart kijkt in de  sp iegel

De stoel staat bij de  t afel


Liza slaapt in het  b ed
Er staan boeken in de  k ast

Papa zit op de  b ank

3 Zoek de 6 woorden.
ahgystoelhjduujkudghbankhaghtnmspiegelhkjm

suibedhudgyhidhdjuikasthjhkdipkhkitafelhjdgikj

4 Lees in het rond.

de spiegel de tafel de kast de stoel

5 Welk woord hoort erbij?

de kast het bed de stoel de tafel

9
8 In de keuken Naam

1 Schrijf de woorden op. 2 Vul in.

rd pp l de aardappel Het fruit en de  gr oente

fr  t het fruit Het deksel zit op de  p an

gr  nt  de groente Ilse schilt de  aa rdappel


p n de pan In de pan zit  s oep

s  p de soep Appels en peren noem je  fr uit

d ks l het deksel Op de pan zit het  d eksel

3 Wat hoort er bij elkaar? 4


Kruiswoorden.

groen sel
f p
fr an r a e l
aard te ui
s uit
s
dek appel
g r n e
p oep
p

5 De letters staan door elkaar.

tegroen de groente

trfui het fruit

psoe de soep

nap de pan
apaardpel de aardappel
seldek het deksel

10
9 Thuis Naam

3
1
11
8
2
4
7
9
12
5
6

1 Welk woord hoort erbij?

1 de spiegel 7 het fruit


2 het bed 8 de bank

3 de stoel 9 de groente

4 de aardappel 10 de kast


pan
5 de 11 de tafel
6 het
deksel 12 de soep

2 Wat is het antwoord? 3 Zoek de 4 woorden.

Je zit erop:  de st oel zol ne gui spie del gel na

Hier zit je ook op:  de bank ges aard vee ap jui pel zo

Je slaapt erin:  het bed hal huin doer groen ein te

Het zit op een pan:  het deksel gra zom dek val ui sel tal

4 Schrijf de woorden op.

kst de kast de groente


grnt

bd het bed het fruit


frt

11
10 K1-Hoofdstuktitel
Op je hoofd en aan je voet Naam

1 Schrijf de woorden op.

h  d de hoed
p t de pet
sch  n de schoen

s k de sok
m ts de muts
l  rs de laars

2 Zoek de 6 woorden.

ghauhjmutshjkkioposchoenjhhdytg

ehoedhjythhjdsyuhdsyjooolaarsgt

gdfhujpethklhlkhdyujikhsdsokhtg

3 Schrijf de woorden op.

h de hoed de laars
l

s de sok de schoen
sch
p de pet de muts
m

4 Kies het goede woord.

Aan je voet: sok pet hoed

Op je hoofd: schoen muts laars

Aan je voet: muts hoed laars

Op je hoofd: laars sok pet

Aan je voet: pet schoen muts

Op je hoofd: laars hoed schoen

5 Welk woord hoort erbij?

de schoen de hoed de muts de pet de laars de sok


12
11 K1-Hoofdstuktitel
Trek het maar aan! Naam

1 Schrijf de woorden op.

w nt de want
j rk de jurk
tr   de trui
j s de jas
h md het hemd

br  k de broek

2
Kruiswoorden.

j b
a t j u

3
Rijmen.

Zijn  broek de jurk


is zoek. kurk

Zijn jas is in de was. lui de trui


Naast de krant ligt zijn want geremd het hemd

4 Kies het goede woord.

Het zit om je benen:  trui  hemd  broek

Oma draagt het, maar opa niet:  broek  jurk  jas

Een soort handschoen: want jas trui

Je draagt het onder je trui:  broek  hemd  jas

Je draagt het over je trui:  jurk  jas  broek

Over je hemd en onder je jas:  want  broek  trui

5 Teken elk woord.

de broek het hemd de trui de jas

13
12 Dat staat goed! Naam

6
3
8
5
9
11
10
2
1
4
7

1 Welk woord hoort erbij?

1 de want 5 de sok
2 de jas 6 de muts
3 de pet 7 de jurk
4 het hemd 8 de schoen

2 Schrijf de woorden op.

hmd het hemd brk de broek

mts de muts js de jas

jrk de jurk pt de pet

wnt de want sk de sok

3 Lees in het rond.

het hemd de muts de broek de laars de want de trui


14
13 Rennen maar! Naam

1 Schrijf de woorden op.

h ll n hollen
kr  p n kruipen

v ll n vallen
z tt n zitten
st  n staan
l p n lopen

2 Schrijf de woorden op.



kr kruipen

h hollen

st staan

l lopen

z zitten

v vallen

3 Zoek de 6 woorden.

hyhsajlopenjhdkmstaanjkhjsuiklkjsdhnhollenhdk

liuiepobkruipenjbgvallenjhduyieynslhjzittenjhyor

4 Schrijf de woorden op.

Ik sta Wij staan Ik kruip Wij kruipen


Ik zit Wij zitten Ik loop Wij lopen
Ik hol Wij hollen Ik val Wij vallen

5 Welk woord hoort erbij?

zitten hollen kruipen lopen staan vallen

15
14 Bij de gym Naam

1 Schrijf de woorden op.

d w n duwen
g    n gooien
h ng n hangen
kl mm n klimmen

tr kk n trekken
v ng n vangen

2 Vul in.

De bal  g ooien

In de boom  k limmen

De bal  v angen

Aan een touw  t rekken

Aan de rekstok  h angen

Help je me de auto  d uwen ?

3 Lees in het rond.

duwen klimmen hangen trekken vangen gooien

4 Schrijf maar op de das.

u e t k k n
a e g i
l m m n a n

5 Vul in.

Ik duw Wij duwen Ik klim Wij klimmen


Ik gooi Wij gooien Ik trek Wij trekken
Ik hang Wij hangen Ik vang Wij vangen

16
15 Dat gaat fijn! Naam

1
5
11
2
3
9
12
6
4
10
8

1 Welk woord hoort erbij?

1 hollen 7 lopen

2 vallen 8 vangen

3 zitten 9 duwen

4 klimmen 10 trekken

5 kruipen
11 staan

6 hangen
12 gooien


2
Geheimschrift.

1 + 8 → klimmen

2 + 9 → trekken

5 + 3 → vangen

12 + 11 → lopen

6 + 7 → gooien

4 + 10 → zitten

3 Wat hoort er bij elkaar?

lo gen zit ten klim len val len


han pen st aan hol men trek ken
17
16 Boom en bloem Naam

1 Schrijf de woorden op.

b  m de boom

st  l de steel
st m de stam

t k de tak
bl d het blad
r  s de roos

2 Zoek de 6 woorden.

kjaldhjdsuijrooshhjfuiibnbstdhj

kshjfduiekkeboomgdjhdlkdjkdk

kdkdkdgiwonbogsteelhfnuijfkm

rkskskefjkflkriuiohtakiolpuykdd

stamhjduuikjaldhjdskkdkdkgiwo

nboghhjfuiiehfnuijfkbladikjaldhj

3 Wat hoort erbij? 4 Schrijf de woorden op.

Aan de boom: roos steel tak t de tak

Aan de roos: stam tak steel st de stam

Van de boom: steel stam roos st de steel

Aan de tak: blad steel boom r de roos


Aan de stam: steel tak roos   bl het blad

b de boom

5
Kruiswoorden.
s
t s t a
oo s b a
m
       

18
17 In het bos Naam

1 Schrijf de woorden op.

b s het bos


bl  m de bloem
p dd nst  l de paddenstoel

pl nt de plant
r  t het riet
str  k de struik

2
Rijmen. 3 Vul in.

De vos loopt in  het bos De bomen staan in  het bos

De bij zegt zoem op de  bloem In de vaas staat een  bl oem

Bij de poel staat een  p addenstoel In de pot staat een  pl ant

Aan de kant bloeit een  plant In het bos staat een  s truik

Piet roeit door  het riet Aan het water groeit  het r iet

4 Zoek de 6 woorden.

hgdtestruikjhehgjhpaddenstoelhjeuhbloemjjhueijeoboskauieopm

enfnsrietjueicdfgsghsdfzhmghjweffqqfhyoiylplantscsgfoyawfjgft

5 Teken elk woord.

het bos de paddenstoel het riet de plant de struik de bloem

6 Wat hoort er bij elkaar?

het r uik

de p addenstoel

de str os

de bl ant

het b iet

de pl oem

19
18 Lekker buiten Naam

4
6
9
5
11
8
2
3
7
1
10

1 Welk woord hoort erbij?

1 de struik 7 de plant

2 de stam 8 de steel

3 de tak 9 de bloem

4 het bos 10 het riet


roos
5 de 11 de paddenstoel
6 het
blad 12 de boom

2 Schrijf de woorden op.

bs het bos bld het blad

strk de struik plnt de plant

bm de boom rt het riet


stl de steel tk de tak

3 Lees in het rond.

de boom het blad de stam de plant

20
19 Mooie figuren Naam

1 Schrijf de woorden op.

c rk l de cirkel
l  n de lijn
v  rk nt het vierkant
p nt de punt
r chth  k de rechthoek

dr  h  k de driehoek

2 Kies het goede woord.

Vier lijnen: cirkel punt driehoek rechthoek

Rond: rechthoek lijn cirkel driehoek

Een streep: punt cirkel lijn vierkant

Drie lijnen: cirkel vierkant driehoek punt

3 Lees in het rond. 4 Schrijf maar op de muur.

v r k n t
r e t h k
l n
d r h k
i r e
de driehoek de cirkel de rechthoek u n t

5 Teken elk woord.

de rechthoek de driehoek de cirkel het vierkant

21
20 Groot en ver Naam

1 Schrijf de woorden op.

h  v l de heuvel

st r de ster
z n de zon
z   de zee
m  n de maan
b rg de berg

2 Zoek de 6 woorden.

ghdyjizonjdkuyihighjklsllzeeokjhhjajshjsterjlhjui

maanjhduiijukhnybergjduijksuispkmllheuvelkju

3 Vul in. 4 Schrijf maar op de slang.

Ik zie de maan en een  st er


e r
Het is warm. De  z on schijnt. n
m
Er is veel water in de  z ee v e
h
Hij klimt naar de top van de  b erg z
o
r
t

5 De letters staan door elkaar.

rste de ster de berg


rgbe

eulehv de heuvel de maan


nmaa

eez de zee de zon


noz

6 Schrijf de woorden op.

. e . . de berg
. eu . e . de heuvel

. . e . de ster
. aa . de maan
. o . de zon

22
21 Dichtbij en ver weg Naam

9
6
12
1
8
11
7
3
10
2
5

1 Welk woord hoort erbij?

1 de rechthoek 5 de zon
2 de zee 6 de lijn
3 de maan 7 de heuvel
4 het vierkant 8 de punt

2 Schrijf de woorden op.

pnt de punt brg de berg


mn de maan z de zee

crkl de cirkel hvl de heuvel

zn de zon ln de lijn

3
Geheimschrift.

1 + 6 → de rechthoek

2 + 7 → de heuvel

3 + 6 → de driehoek
4 + 9 → het vierkant

5 + 8 → de cirkel

23
22 Roofdieren Naam

1 Schrijf de woorden op. 2


Rijmen.

b  r de beer hooi de kooi


l   w de leeuw veer de beer
t  g r de tijger meeuw de leeuw

v s de vos golf de wolf


k    de kooi bos de vos
w lf de wolf krijger de tijger

3 Zoek de 6 woorden.

ghukooijkdhhleeuwehujhjdye

uwjkeyjmhjvosjghswolfjlkluijb

nhuiwhejomnbeerhjsutijgerikh

4 Wat hoort er bij elkaar? 5 Schrijf de woorden op.

t ooi ooi de kooi


k olf ee de beer
w ijger eeu de leeuw

l os o de vos
v eeuw o de wolf
b eer ij e de tijger

6 Lees in het rond.

de kooi de beer de vos de tijger de wolf de leeuw

24
23 Wilde dieren Naam

1 Schrijf de woorden op.

kr k d l de krokodil
n  lp  rd het nijlpaard

sl ng de slang
h    de haai
 l f nt de olifant
  sb  r de ijsbeer

2 Wat hoort er bij elkaar? 3


Rijmen.

ijs kodil kraai de haai


oli beer gil de krokodil
kro fant bang de slang
het nijl ang baard het nijlpaard
sl aai kant de olifant
h paard meer de ijsbeer

4 Vul in.

De slurf van de  o lifant

De scherpe tanden van de  h aai

Het grote lichaam van het  n ijlpaard

De bek van de  k rokodil

5 De letters staan door elkaar.

de slang de haai de ijsbeer de krokodil de olifant het nijlpaard

6 Schrijf de woorden op.


o i a   de olifant  aai de haai
 ij  aa   het nijlpaard ij  ee  de ijsbeer

25
24 In de dierentuin Naam

7
10
8
11
9
2
1
3
6
12
5

1 Welk woord hoort erbij?


ijsbeer
1 de  kooi
7 de
haai
2 de  tijger
8 de
krokodil
3 de  wolf
9 de
beer
4 de  leeuw
de
10
slang
5 de  vos
de
11

6 het nijlpaard  olifant


de
12

2 Zoek de 12 woorden.

hjjwolfmhyuhbeersdkjkdiekjncutukrokodilkhjynijlpaardjkuijdqwjt

dvosjdyurkjiolifanthjduirimboiuehjduhjeujeutijgernjhjhaaijkeglfd

mijsbeerjjneujjkejjenkleeuwiheagoklkooijuuslanghgobrumndhjnd

3 Vul in.

De  ij sbeer leeft in de kou.

De  k rokodil ligt in het water.

De tijger zit in zijn  k ooi


De slurf van de  o lifant

De  l eeuw brult.

26
25 Hoog en laag Naam

1 Schrijf de woorden op.

m  r meer
h  g hoog
l kk r lekker
m nd r minder

v  s vies
l  g laag

2 Vul in.

Niet hoog, maar  l aag

Niet lekker, maar  v ies

Niet vies, maar  l ekker

Niet laag, maar  h oog

3 Zes verborgen woorden. 4 Zoek de 6 woorden.

hsdjuhoogkjjkoikiminderkkyujid

kmeeruihkjelekkerjhduijejbnuihl

ejebuydtvieshyujehtrlaagnjimgy

5 Schrijf de woorden op.

 oo  hoog  aa  laag

 e  er lekker  ie  vies


 i  e  minder  ee  meer

6 De letters staan door elkaar.

vies lekker minder meer laag hoog


27
26 Binnen en buiten Naam

1 Schrijf de woorden op.

b nn n binnen
b v n boven
 ml  g omlaag
 mh  g omhoog
b  t n buiten
b n d n beneden

2 Vul in.

Niet omhoog, maar  omlaag Niet binnen, maar  buiten

Niet buiten, maar  b innen Niet omlaag, maar  o mhoog

Niet boven, maar  beneden Niet beneden, maar  b oven

3
Rijmen. 4 Wat hoort er bij elkaar?

droog omhoog om aag

gereden beneden l laag

zaag laag h oog

winnen binnen bo hoog

ruiten buiten om neden

roven boven be ven

5 Zoek telkens twee woorden.

bi nnen boven be neden buiten omh oog omlaag

6 Zoek de 6 woorden.

hjujbuitenjdhjdujjdetfdgojdkuhj

ejdiogpohrupksdfomhoogitjifvp

eybovenjdhuolebinnenkmjjndjhm

diomlaagjkndjkhijeubenedenkio

28
27 Boven en beneden Naam

8
2
5
7
12
9
6
10
4
11
3

1 Welk woord hoort erbij?

1 hoog 7 lekker

2 meer 8 laag

3 omlaag 9 binnen

4 buiten 10 omhoog
5 minder 11 beneden
6 boven 12 vies

2 Zoek de 12 woorden.

hujeiiviesnjkkbhsujenshezlekkertwminderjenmemdnjenemamomlaag

fdmeerjhuyuihterhjnmajhoog kijfhsdkkknhbinnenhdjhuiejhjnbuitenh

dsylaagkkiebovenhjeuidjbenedenjdjhueyjenjuiejmomhooglk

3 Vul in.

Niet minder, maar  meer Niet vies, maar  lekker

Niet binnen, maar  buiten Niet hoog, maar  laag

Niet meer, maar  minder Niet omhoog, maar  omlaag



Niet lekker, maar  vies
Niet buiten, maar  binnen

Niet boven, maar  beneden
Niet beneden, maar  boven


29
28 Je lichaam Naam

1 Schrijf de woorden op.

 rm de arm
b  n het been
kn   de knie
b  k de buik
h  fd het hoofd

r g de rug

2 Wat hoort er bij elkaar?

het b ug de k rm

het h een de b nie

de r oofd de a uik

3 De letters staan door elkaar.

de rug de arm de knie de buik het been het hoofd

4 Vul in.

Mijn voet zit aan mijn  b een


Mijn hand zit aan mijn  a rm

De rug zit achter; de  b uik zit voor.

Mijn oor zit aan mijn  h oofd

5 Welk woord hoort erbij?

het hoofd het been de buik de rug

30
29 Je hoofd Naam

1 Schrijf de woorden op.

w ng de wang

n  s de neus

  g het oog


  r het oor
h  r het haar
m nd de mond

2 Vul in. 3
Rijmen.

Hij kijkt met één  oo g hang de wang


Zij hoort met één  oo r reus de neus
Ik ruik met mijn  n eus boog het oog
Ik eet met mijn  m ond hoor het oor
Ik kam mijn  h aar maar het haar
Papa krabt zijn  w ang rond de mond

4 Wat hoort er bij elkaar?

de w ond het oo aar

de m g het h r

het oo ang de n eus

5 Lees in het rond.

het oog het oor het haar de wang de mond de neus

6 Zoek de 6 woorden.

hyudhneushjjudkesueyooghkosj
uiehaarhhduiojhuiiomondherujy

uejuishrwangjdhexhyooruruxiys

31
30 Je hoofd en je lichaam Naam

12
10
8
1
5
9
11
7
6
4
2

1 Welk woord hoort erbij?


1 het hoofd 7 de
 mond
2 de wang 8 de
 buik
3 de arm 9 het haar

4 het oor de
 knie
10

5 de rug de
 neus
11

6 het oog het been


12

2
Geheimschrift.

10 + 3 + 14 → de
 rug
12 + 7 + 9 + 13 → de
 mond
7 + 7 + 10 → het
 oor
9 + 4 + 11 → de
 neus
5 + 10 + 12 → de
 arm
7 + 7 + 14 → het
 oog
6 + 5 + 5 + 10 → het
 haar
3 Lees in het rond.

het been de buik


32
31 Feest Naam

1 Schrijf de woorden op. 2 Wat hoort er bij elkaar?

b ll n de ballon de bal cus

c rc s het circus het cir jaardag

cl wn de clown de ver lon

c d    het cadeau de cl deau

v rj  rd g de verjaardag het ca ilm

f lm de film de f own

3 Lees in het rond.

het cadeau de ballon de verjaardag de clown het circus de film

4 Zoek de 6 woorden.

hdhsjsacadeaujdkkoxiehioymhf

dbverjaardagkiohudfethckolfilm

dshyehwbjballonkijdhujhuieokl

opclowndhjuiejcircusjueiolkeoy

5 Vul in.

Een cadeau voor zijn  v erjaardag De clown werkt in het  circus

In de lucht vliegt een  b allon Achmed kreeg een mooi  cadeau


Op de televisie is een  f ilm Ik moest lachen om die  clown

33
32 Speel er maar mee Naam

1 Schrijf de woorden op.

kn kk r de knikker

p zz l de puzzel
t r n de toren
w g n de wagen
b l de bal
p p de pop

2 Zes verborgen woorden.

3 Lees in het rond.

de toren de puzzel de wagen de pop

4 Vul in.

De  b al is rond. Dit is een moeilijke  pu zzel

We rijden met de  w agen Bij het putje ligt een  k nikker

Masaka speelt met de  po p

5 Welk woord hoort erbij?

de toren de puzzel de bal de pop


34
33 Dit is fijn! Naam

11
9
2
3
1
7
5
12
6
10
4

1 Welk woord hoort erbij?

1 de verjaardag 7 de bal

2 de clown 8 de ballon

3 de film 9 het circus

4 de wagen 10 de toren


knikker
5 de 11 het cadeau
puzzel
6 de 12 de pop

2 Zoek de 12 woorden.

hyubalhujkleiolkihyknikkerjujhdnursiballonlkiutrotfilmhyumkhndhe
ocadeaulojyueobgpopjik nlufhjsdcircusjkukkiopuzzelenduyoclown

klhidjueguhdrki oejkghhujnehdekawagenmhhverjaardagiltorenej

3 Schrijf de woorden op.

wgn de
wagen pzzl de puzzel

crcs het circus knkkr de knikker

4 wat hoort er bij elkaar?

het ca lon wa cus

ver deau het cir ren


bal jaardag to gen
35
34 Tellen maar! Naam

1 Schrijf de woorden op. 2 Zoek de 6 woorden.

tw   twee gyxhneujebnujjzeshjuokdsilidprs

dr   drie dbmdjenjfathuinvieroejernrabcds

v  r vier ighjksljkuunbertweejuikdjngppkr

z s zes trpeaeenscdjsrkwoiutfpnsjksdwoqien

v  f vijf djoqywdrieesdbfioajsjelfodpvsdne

  n een eowoeirqhasvijfdkcxisiaoisasseqie

3 Lees in het rond.

twee drie een vijf vier zes

4
Rijmen. 5 Vul in.

bier vier Twee en een is  drie


zee twee Een en nul is  een

mes zes Vier en een is  vijf

teen een Drie en drie is  zes

knie drie Een en een is  twee

schijf vijf Twee en twee is  vier

36
35 Bij de kleuters Naam

1 Schrijf de woorden op.

b  wh  k de bouwhoek
kl   de klei
p p  r het papier
p pp h  k de poppenhoek
t k n ng de tekening
p pp nk st de poppenkast

2 Wat hoort er bij elkaar?

de kl hoek de poppen hoek

het pa ei de te kast

de poppen pier de bouw kening

3 Schrijf maar op de das. 4 Zoek de 6 woorden.

w h jhkjsghpoppenhoekjduidrthhjyw
b
e k i jutekeningjheuijdkjekekleikiojds
a p r kisIsIspapierhjdujjhybouwhoekj
k l uhtheoenekepoppenkastjeiturhg

5 Kies het goede woord.

Je schrijft erop: klei papier poppenkast

Jan Klaassen speelt erin:  poppenkast  tekening  klei

Je hebt het getekend:  tekening  poppenhoek  klei

Je speelt er met blokken:  tekening  bouwhoek  papier

Je krijgt vieze handen: papier klei bouwhoek

Je speelt er met de pop:  klei  papier  poppenhoek

6
Rijmen.

boek de p oppenhoek de k lei


zei
zoek de b ouwhoek het p apier
hier

last de p oppenkast de t ekening


zing

37
36 Tellen en spelen Naam

12
3
1
7
5
4
6
9
2
10
8

1 Welk woord hoort erbij?

1 de vier 7 de vijf

2 de poppenhoek 8 de tekening

3 de drie 9 het papier

4 de bouwhoek 10 de poppenkast


5 de
zes 11 de een
6 de
klei 12 de twee

2
Geheimschrift.

4 + 2 + 13 → zes
8 + 9 + 7 → klei

14 + 5 + 3 → vier

6 + 3 + 5 → drie

10 + 11 + 15 → twee

14 + 1 + 12 → vijf

3 Lees van rechts naar links.


r ie v vier ei l k klei
n ee een s e z zes

38
37 Op de boerderij Naam

1 Schrijf de woorden op.

h  n de haan
p  rd het paard
k lf het kalf
k   de koe
k p de kip
v rk n het varken

2 Vul in.

De kip en de  h aan

De koe en  het k alf

Hij rijdt op  het p aard


Een heel dik  v arken

Melk van de  k oe

3
Rijmen. 4 Welk woord hoort erbij?

wip de kip
boe de koe
baard het paard
baan de haan
half het kalf de haan het varken

5
Kruiswoorden.

h a k n
p d k p
n f

6 Zoek de 6 woorden. 7 Wat hoort er bij elkaar?

ghdhdujhjuhaanheujejkalfjkuijie de k ken

gheujdnkuiokiphejuidjoekoeyuk het p oe
hjuipaardhgejbnenuleloivarkenj het var aard
39
38 Sneeuw en regen Naam

1 Schrijf de woorden op.

p r pl  de paraplu sch  ts n de schaatsen


r g n de regen sl   de slee
sn   w de sneeuw sn   wp p de sneeuwpop

2 Vul in. 3 Wat hoort er bij elkaar?

De  sn eeuw valt uit de lucht. schaat raplu

De kinderen maken een  sn eeuwpop sneeuw sen

Wij  sch aatsen op de sloot. pa pop

Zij glijden met de  sl ee

Wij blijven droog onder de  p araplu

4 De letters staan door elkaar.

de paraplu de sneeuw de regen de schaatsen

5 Welk woord hoort erbij?

de regen de sneeuw de sneeuwpop de slee de schaatsen de paraplu

40
39 Dieren in de winter Naam

7
9
4
10
11
6
3
1
12
8
5

1 Welk woord hoort erbij?

1 de sneeuw 7 het kalf

2 de haan 8 de schaatsen

3 de paraplu 9 de kip

4 de koe 10 het paard


5 de
slee 11 het varken
6 de
regen 12 de sneeuwpop

2
Geheimschrift.

4 + 15 → het paard
3 + 13 → de
 kip
3 + 14 → de koe

7 + 8  → de sneeuw

3 + 12 → het kalf

1 + 11 → de haan

3 Wat is het antwoord?


Niet de kip:  de h aan Als het regent:  de paraplu

Zij legt een ei:  de k ip Zij geeft melk:  de koe

41
40 Lekker schoon Naam

1 Schrijf de woorden op. 2 Vul in.

d cht dicht Niet open, maar  dicht

kr  n de kraan Uit de kraan komt  water

w t r het water Nazmye wast haar handen met  zeep

z  p de zeep Niet dicht, maar  open

w sb k de wasbak Er komt water uit de  kraan

 p n open Het water loopt in de  wasbak

3 De letters staan door elkaar.

het water de zeep open de wasbak

4 Wat hoort er bij elkaar?

de kr eep d pen

het wa ter o bak

de z aan de was icht

5 Zes verborgen woorden. 6 Zoek de 6 woorden.


hjuidjuikodkiehdichtjuzdrh

ikhejdkeuihnshkraanjeyjhre

hehwaterjkkejueopwasbakjiutyid

dkjgfopentedgffdnrwpnfrtnppk

sdfifkuerpgvwderoxzeepftsdfui

42
41 Ziek en gezond Naam

1 Schrijf de woorden op.

d kt r de dokter
g z nd gezond
pl  st r de pleister
z  k nh  s het ziekenhuis

p  n de pijn
z  k ziek

2 Vul in.

Een  pl eister op de knie.

Hij is ziek en gaat naar de  d okter

Zij ligt in het  z iekenhuis


Niet gezond, maar  z iek

Au, wat doet dat een  p ijn

3 Schrijf de woorden op.

z s het ziekenhuis g d gezond

p r de pleister z k ziek

d r de dokter p n de pijn

4 Zoek de 6 woorden. 5 Schrijf maar op de muur.

kiolopgezondkioekkekdokterchd
p n
uieoziekkoljneqkeniupleisteroilk z k
eziekenhuisauhnejeubngaqpijns
e o n d
o k t r
p l s t e r
z k e h s
6 Lees in het rond.

het ziekenhuis ziek de pleister gezond


43
42 Gezond en schoon Naam

12
10
6
2
11
9
3
5
8
7
4

1 Welk woord hoort erbij?

1 de dokter 7 de zeep

2 ziek 8 het water

3 dicht 
9 open

4 de wasbak 10 de pijn


5 de
kraan 11 het ziekenhuis
6 de
pleister 12 gezond


2 Zet een streep tussen de woorden.

open|dicht|ziekenhuis|pleisterkraanpijndokterwasbakkraandoktergezondpijnwaterziekenhuis

pijngezondwaterzeepwasbakpijndokterzeepziekpleisterkraanpijndoktergezondwaterziekwasbak

3 Wat is het antwoord? 4 Schrijf de woorden op.

Niet open: d icht wsbk de wasbak


Niet dicht: o pen zknhs het ziekenhuis

Niet ziek: g ezond krn de kraan


Au! de p ijn zp de zeep

44
43 In de groep Naam

1 Schrijf de woorden op.

j ffr  w de juffrouw
m  st r de meester
kr ng de kring
bl dz  d  de bladzijde

schr  ft het schrift


p n de pen

2 Vul in.

De juffrouw en de  m eester

De  bl adzijde van het boek

Ik schrijf met de  p en

De meester en de  j uffrouw

De kinderen staan in de  k ring

Ik schrijf in het  s chrift

3 Wat hoort er bij elkaar? 4 Schrijf maar op de slang.

mees zijde s i
r
blad frouw j f f r w
juf ter m s e r
schr ing k i
d z
kr en l d e
e
p ift

5 Zoek de 6 woorden.

fgdtjuffrouwhkjernujjdpenyjeuuu

schriftjujIkuhlekjbladzijdehjerq

yuejkringhujjenehuemeesterejliu

6 Kies het goede woord.

Een man: meester juffrouw pen Je schrijft ermee: pen het schrift bladzijde


Kinderen: het schrift kring meester Van papier: juffrouw bladzijde pen

Van papier: kring juffrouw het schrift Een vrouw: meester kring juffrouw

45
44 Op school Naam

1 Schrijf de woorden op. 2


Rijmen.

b rd het bord de k apstok


brok

k pst k de kapstok het krijtje


bijtje

kl s de klas het bord


word

r   de rij de klas


plas

kr  tj  het krijtje zij de rij


wc (!) de wc de w c
nee!

3 Lees in het rond.

het bord de kapstok de klas de rij

4 Schrijf maar op de das. 5 Vul in.

Juf schrijft met een krijtje op het  bord


k r ij t j
De jas hangt aan de  kapstok
k l a
De kinderen staan in de  rij
a p t o k
b r Juf, mag ik naar de  wc ?

w De meester staat voor de  klas

Nahil schrijft op het bord met het  krijt

6 Zoek de 6 woorden.
jhurijhdhjeuhehuklasjduekdirlrsekrijtjejuiejrwch

euiejheujnpdkpnkapstokberhuhdbordkeuiejkgp

46
45 Zo gaat het op school Naam

12
11
1
9
6
5
2
3
7
4
8

1 Welk woord hoort erbij?

1 de bladzijde 7 de rij

2 het bord 8 de wc

3 de kapstok 9 het schrift

4 het krijtje 10 de juffrouw


klas
5 de 11 de kring
pen
6 de 12 de meester

2
Geheimschrift.

8 + 7 + 6 + ? + ? + 9 → het schrift
3 + 2 + 1 + 8 → de
 klas
6 + 10 → de rij

3 + 6 + 10 + 9 + ? + 12 → het krijtje

3 + 6 + ? + 4 → de kring

5 + 12 + ? → de pen

3 Schrijf de woorden op.

p n pen
de r    rij
de
kapstok
k pst k de b rd het
 bord

47
46 In de kamer Naam

1 Schrijf de woorden op.

kl  d het kleed


kl k de klok
r  m het raam
t l v s   de televisie
sch ld r   het schilderij

d  r de deur

2 Schrijf maar op de muur.

k l
e e v s
d
r
s i d e
k o

3 Vul in.

Doe de  d eur maar open.

Ik hoor de  k lok tikken.

Het  s childerij hangt aan de muur.

Op de vloer ligt een  k leed

Een leuk programma op de  t elevisie


Voor het  r aam staan planten.

4 De letters staan door elkaar.

het schilderij het raam de televisie het kleed de klok de deur

5 Zoek de 6 woorden.
huraamjuiegehyjdszubtelevisiehkejnenhahflnhyusgfeschilderijkk

iokjklokjuijenhkrmtmkjeieoedeurhhjpuhgpiukleedboiurewhfhosd

48
47 Doe het er maar in! Naam

1 Schrijf de woorden op. 2


Rijmen.

z k de zak de bak


zak

d  s de doos de zak


tak

p t de pot de pot


tot

k st de kist de tas


gas

t s de tas de doos


roos
b k de bak de kist
list

3 Vul in. 4 Zes verborgen woorden.

De boeken zitten in de  t as

Giet het water in de  b ak

De hamer ligt in de  k ist

Het brood zit in de  z ak

5 Zoek de 6 woorden.

hyujjehneueuidoosjhdjubakjkiue

uiejhjuidkisthjuihyujpotgsjuiejki

hevtashgjhuoikjeunenzakhjkleue

6 Lees in het rond.


k i s o
k

a b oo d t
t s p

de bak de kist de doos de pot

49
48 In de huiskamer Naam

11
1
5
3
8
6
4
9
12
10
7

1 Welk woord hoort erbij?

1 de klok 7 de zak

2 de deur 8 het schilderij

3 de televisie 9 de kist

4 de doos 10 de tas


5 het
raam 11 het kleed
6 de
bak 12 de pot

2 Schrijf de woorden op. 3


Kruiswoorden.
bk de
bak p
kld het kleed k o
pt de
pot d

dr de
deur
s i l d r
rm het raam
ts de
tas
ds de
doos
schldr het schilderij
tlvs de
televisie
klk de
klok
zk de
zak
50
49 Jong en oud Naam

1 Schrijf de woorden op. 2 Vul in.

gr  t groot Niet klein, maar  groot

j ng jong Niet oud, maar  jong

m n  r de meneer Geen meneer, maar een  mevrouw

  d oud Niet jong, maar  oud

m vr  w de mevrouw Niet groot, maar  klein

kl  n klein

3 Zoek de 6 woorden. 4 Wat hoort er bij elkaar?

weriusdfpghgkjvpjongvcbdsoipd kl neer

mnhddndjmeneerjkijdjuietkhdfg me ong

fgIkgrootlflbdgfnkretkjnfdaporf j ein

ndjdoudyekjuijeoptpvxlgfdlkjfyuei me oot

htdhehujsdidviwpfjeijmevrouwuj gr d

gaoiqfdkhgjkleingdpoxkjxoposfj ou vrouw

5 De letters staan door elkaar.

de meneer klein groot de mevrouw

6 Kies het goede woord.

Een man: mevrouw meneer

Een kind: oud jong
De zon: groot klein
51
50 Aan het werk Naam

1 Schrijf de woorden op.

b  r de boer
b kk r de bakker
sch ld r de schilder

sl g r de slager
v ss r de visser
k pp r de kapper

2 Vul het goede woord in.

Hij bakt: de bakker


Hij vist: de
visser
Hij schildert: de
schilder
Hij knipt: de
kapper

3 Kies het goede woord. 4 Wat hoort er bij elkaar?

Hij gebruikt een kwast:  slager  bakker  schilder kap ser

Hij gebruikt een kam:  kapper  boer  bakker bak per

Hij bakt brood: schilder bakker slager vis ker

Hij vangt vissen:  visser  boer  bakker sla ger

Hij verkoopt vlees:  bakker  visser  slager

Hij knipt het haar:  slager  kapper  bakker

5 Welk woord hoort erbij?

de b akker de sch ilder de b oer de sl ager

52
51 Allemaal werken ze Naam

2
4
9
5
6
1
11
7
12
8
3

1 Welk woord hoort erbij?

1 de
meneer 7 jong

2 de
slager 8 oud

3 de
mevrouw 9 de
 boer
4 de
visser de
 schilder
10

5 de
bakker groot
11

6 de
kapper klein
12

2 Wat is het antwoord?



Niet groot, maar  klein

De vis van de  visser

Het vlees van de  s lager

Niet jong, maar  oud

3 Zoek telkens twee woorden.

de mevrouw de kapper de slager de schilder


53
52 In het paleis Naam

1 Schrijf de woorden op.

pr ns de prins
k n ng de koning
kr  n de kroon
pr ns s de prinses
k n ng n de koningin

p l  s het paleis

2 Vul maar in.

De zoon van de koning is een  p rins

De dochter van de koning is een  p rinses

De koning draagt een  k roon


De vader van de prins is de  k oning

De koning woont in het  p aleis

3
Geheimschrift.

1 + 2 + 6 + 5 + 3  koning
→ de

1 + 7 + 2 + 2 + 6  kroon
→ de

4 + 7 + 5 + 6 + 9  prins
→ de

 prinses
4 + 7 + 5 + 6 + 9 + 8 + 9 → de

 koningin
1 + 2 + 6 + 5 + 3 + 5 + 6 → de

4 Welk woord hoort erbij?

de koningin de kroon de prins de koning de prinses

54
53 Een sprookje Naam

1 Schrijf de woorden op.

dr  k de draak
f   de fee
h ks de heks
sp  k het spook

dw rg de dwerg

r  s de reus

2 Zoek de 6 woorden.

ghyehhjeyuefeehjeuiekspookhez

jehhejeheksjekekdwergjhejeuiep

kjeuiemndraakjeureusiejuikkiorh

3
Rijmen.

maak de draak kook het spook


mee de fee berg de dwerg
heus de reus

4
Geheimschrift.

8 + 5 + 9 → de
 reus
10 + 8 + 2 + 7 → de draak
4 + 3 + 7 + 9 → de heks

10 + 1 + 3 + 8 + 6 → de dwerg

5 Welk woord hoort erbij?

het sp ook de h eks de f ee de draak

55
54 In het sprookjespaleis Naam

4
5
6
8
3
1
2
9
11
7
10

1 Welk woord hoort erbij?

1 de
reus 7 de
 fee
2 de
heks 8 de
 kroon
3 het
paleis 9 de
 draak
4 de
prinses het

10 spook
5 de
koning de
 dwerg
11

6 de
koningin de
 prins
12

2 Schrijf de woorden op.

dwrg de dwerg de koningin


knngn

knng de koning de prins


prns

spk het spook het paleis


pls

3 Lees in het rond.

de dwerg de kroon het paleis de prinses

56
55 Familie Naam

1 Schrijf de woorden op.

v d r de vader
b b  de baby
w  g de wieg
 p  de opa
 m  de oma
m  d r de moeder

2 Kies het goede woord.

Een man: oma vader moeder

Een vrouw: moeder opa vader

Een kind: oma vader baby

Een ding: baby wieg oma

Een man: oma opa moeder

Een vrouw: opa vader oma

3 Zes verborgen woorden. 4 Vul in.

Vader en  moeder

Oma en  opa

Moeder en  v ader

Opa en  o ma

5 De letters staan door elkaar.

de vader de oma de moeder de wieg de opa de baby

57
56 Rijden maar! Naam

1 Schrijf de woorden op.

b s de bus
f  ts de fiets
l c m t  f de locomotief

tr  n de trein
vl  gt  g het vliegtuig
  t  de auto

2 Zoek de 6 woorden.

jhhjwusulocomotiefjhyuautobh

htreinkyuighsbhubushyuhguwm

jheunexenfietshjuinklvliegtuigji

3 Wat hoort er bij elkaar? 4 Wat is het antwoord?

f ein In de lucht:  het vliegtuig

tr us Twee wielen:  de f iets

b iets Vier wielen:  de au to

loco to Meer dan vier wielen:  de b us

au motief Op rails:  de tr ein

5 Lees in het rond.

de trein het vliegtuig de locomotief de fiets

6
Geheimschrift.

6 + 7 + 1 → de
 auto
8 + 3 + 7 + 9 → de
 fiets
5 + 2 + 9 → de
 bus
7 + ? + 4 + ? → de
 trein

58
57 Op reis Naam

1
2
10
4
12
5
11
8
3
9
7

1 Welk woord hoort erbij?

1 de
opa 7 het
 vliegtuig
2 de
baby 8 de
 fiets
3 de
locomotief 9 de
 trein
4 de
oma de
 moeder
10

5 de
auto de
 bus
11

6 de
vader de
 wieg
12

2
Geheimschrift.

1 + 11 → de
 vader
8 + 6 → de
 auto
7 + 4 + 12 + 9 → de locomotief

5 + 11 → de moeder

3 + 2 → het vliegtuig

3 Zoek de 12 woorden.

hgymoederknioautonojduiovldpejbuskuijeuinvaderhvliegtuigzwuiopajeuinfietski
okpmbtnjiomapvkfdjiwiegjiusplbabyjnahydhrrnguzlocomotiefzjusectreinojhawry

59
58 De kalender Naam

1 Schrijf de woorden op.

z nd g zondag
vr  d g vrijdag
z t rd g zaterdag
m  nd g maandag
w  nsd g woensdag

d nsd g dinsdag

2 Vul in.

Na zondag komt  m aandag

Na zaterdag komt  z ondag

Na woensdag komt  d onderdag

Na vrijdag komt  z aterdag

Na dinsdag komt  w oensdag

Na maandag komt  d insdag

Na donderdag komt  v rijdag

3 Zeven verborgen dagen. 4 Vul de letters in.

m n dag
v r dag
w n s dag
z n dag
d n s dag

5 De letters staan door elkaar.

zaterdag dinsdag woensdag donderdag


60
59 Het jaar door Naam

1 Schrijf de woorden op. 2 Vul in.

z m r de zomer Na de zomer komt de  h erfst

h rfst de herfst Na de lente komt de  z omer

w nt r de winter Na de winter komt de  l ente

k  d koud Na de herfst komt de  w inter

l nt  de lente Niet koud, maar  w arm

w rm warm Niet warm, maar  k oud

3 Vul de letters in. 4 Zoek de 6 woorden.

hdsnhmvvklhnkoudhjsdfpuwerlk
h r f s t

z m r ujnwinterjuhjuogfdposdojnklcco
w
n t r grispfduherfstczgIdajrpqzifgptly
l
n t hsnsiortkcljhfdrkpkfgilzomerxzd
w r m
ejwarmhjeawerdovrklcnfkldtuvvk
k d
usenkcoIlentejijfdkobiirohtjkkld

5 Welk woord hoort erbij?

warm koud de zomer de winter de lente de herfst

61
60 Allemaal klaar? Naam

62

You might also like