Professional Documents
Culture Documents
Artikel-AD Avtr1-2017 Reserve Deelneming
Artikel-AD Avtr1-2017 Reserve Deelneming
Balanstest en uitkeringstest
Uitkering in strijd met aanwezige
Ik licht het vraagstuk in dit AVTR-artikel toe door het volgende wettelijke reserve deelneming leidt tot
cijfervoorbeeld. Relevante toevoeging bij de balansen is dat Holding
nietigheid van de dividenduitkering
BV de aandelen van Deelneming BV volledig in bezit heeft en aan het
begin van het boekjaar voor een bedrag van 180 (gelijk aan het eigen
vermogen per die datum) heeft overgenomen.
Voor de vraag of de Holding BV een wettelijke reserve moet vormen
voor het resultaat van de deelneming is relevant of de Holding Uiteraard is deze discussie deels hypothetisch omdat niet veel
BV het resultaat van de deelneming zonder beperking kan (laten) rechtspersonen een zodanig dividend zullen uitkeren dat negatieve
uitkeren. Is dat niet mogelijk, dan is het vormen van een wettelijke overige reserves ontstaan. Maar uitkering in strijd met een
reserve deelneming verplicht. Is uitkering wel mogelijk, dan wordt aanwezige wettelijke reserve deelneming leidt tot nietigheid van de
het resultaat deelneming in de jaarrekening van de Holding BV als dividenduitkering en daar zitten veel bestuurders niet op te wachten.
overige reserve verwerkt.
Met betrekking tot het voorbeeld ga ik verder uit van de
volgende fictie. Deelneming BV moet – op grond van de
financieringsovereenkomst met de bankier – een eigen vermogen
Holding BV
van ten minste 60% van het balanstotaal aanhouden. Uitkering
Deelneming 300 Aandelenkapitaal PM van dividend is daardoor (op dit moment) niet mogelijk (voor
Wettelijke reserve deelneming
de casus ga ik er vanuit dat uitkering leidt tot beëindigen van de
of Overige reserves? 120
financieringsovereenkomst en daarmee tot mogelijke discontinuïteit).
Uitkering is wel mogelijk als Holding BV bij de bankier een vorm
Overige passiva 180
van zekerheid verstrekt voor Deelneming BV. De vraag die zich dan
Totaal 300 Totaal 300
voordoet is: Vormt deze optie – het verstrekken van een vorm van
Deelneming BV zekerheid – een beperking in de zin van art. 2:389 lid 6 BW? Anders
geformuleerd: Holding BV heeft de mogelijkheid om dividend te
Pand 225 Aandelenkapitaal 100
Wettelijke reserve 80 laten uitkeren, maar moet zich hiervoor wel zekerheid verstrekken.
Resultaat verslagjaar 120 Taalkundig is dan sprake van een beperking; maar is dit ook een
beperking als bedoeld in het genoemde wetsartikel?
Overige activa 275 Lening bank 150
Overige passiva 50
Totaal 500 Totaal 500 Wetsgeschiedenis wettelijke reserve deelneming
De bepaling in art. 2:389 van BW 2 kent de volgende
wetsgeschiedenis. De bepaling is in de wet opgenomen bij
implementatie van de Vierde EG-richtlijn: ‘Aanpassing van de
10 T I J D S C H R I F T VO O R AC C O U N TA N C Y-VA K T E C H N I E K E N T U C H T R E C H T
VA KT E C H N I E K
wetgeving aan de vierde richtlijn van de Raad van de Europese - bij de implementatie van de Vierde EG-Richtlijn moest voor
Gemeenschappen inzake het vennootschapsrecht’ (Kamerstukken niet-gerealiseerde resultaten van de deelneming in alle gevallen
16326). De tekst luidde als volgt (art. 2:389 lid 2 BW): een wettelijke reserve worden gevormd;
- na implementatie van de Zevende EG-Richtlijn mochten (niet
De rechtspersoon neemt op in een reserve of onttrekt daaraan een ‘moesten’) uitkeringen die de deelnemende rechtspersoon in
bedrag, gelijk aan de wijziging in de waarde van de deelneming op grond Nederland kon bewerken op de wettelijke reserve in mindering
van het resultaat van en het dividend uit de deelneming. Aangegeven worden gebracht;
wordt, of en op welke wijze rekening wordt gehouden met de invloed van - bij de wijziging van art. 2:389 BW in 2005 is de beperking ‘in
1
belastingen op toekomstig dividend. Nederland’ vervallen. Tevens is tot uiting gebracht dat uitke-
ringen die de deelnemende rechtspersoon zonder beperkingen
kan bewerkstelligen in mindering moeten worden gebracht.
F E B R U A R I 2017 11
VA KT E C H N I E K
waardering tegen netto-vermogenswaarde (art. 2:389 lid 6 BW). En Stel dat Holding BV deze situatie inziet voordat haar jaarrekening
dat is – in de geschetste casus – het overnamemoment. definitief wordt opgemaakt. In dat geval kan ze de bedoelde
garantie op voorhand verstrekken. Hierdoor vervalt de ‘beperking’
Rechten ontstaan na balansdatum om dividend te kunnen uitkeren. Dan is een wettelijke reserve
Voorts is van belang dat de jaarrekening betrekking heeft op de deelneming niet langer aan de orde. Maar de keerzijde hiervan is
situatie op balansdatum. Voor de deelnemende rechtspersoon zou de dat Holding BV een garantie verstrekt (ten laste van haar eigen
wettelijke reserve dus moeten worden verminderd met uitkeringen draagkracht) en deze in de enkelvoudige jaarrekening onder de niet
tot en met balansdatum. Art. 2:389 lid 6 BW staat echter toe dat deze in de balans opgenomen verplichtingen wordt toegelicht. In feite de
termijn wordt verlengd tot het moment waarop de jaarrekening van ‘tegenhanger’ van de wettelijke reserve deelneming.
de deelnemende rechtspersoon wordt vastgesteld. Dividendrechten Ik ben dan ook van mening dat in de situatie waarbij de garantie niet
die ontstaan na balansdatum mogen dus in mindering worden wordt verstrekt het resultaat van de deelneming niet op de wettelijke
gebracht. Naar analogie daarvan lijkt me dit ook toegestaan reserve in mindering kan worden gebracht, zodat deze in stand moet
als de beperking die aanleiding gaf tot de wettelijke reserve na blijven.
balansdatum, maar voor het vaststellen van de jaarrekening van de
deelnemende rechtspersoon, wordt opgeheven. Voorzichtig beleid
Uiteraard is het voorbeeld gestileerd en is de praktijk in de meeste
gevallen weerbarstiger. Dat roept in het kader van een wettelijke
reserve deelneming de vraag op of het bestuur van de deelnemende
rechtspersoon – die veelal zal worden geconfronteerd met een
bepaalde mate van onzekerheid voor wat betreft de mogelijkheid van
de deelneming om dividend uit te keren – een voorzichtig beleid mag
voeren bij het al dan niet laten vrijvallen van de wettelijke reserve
deelneming. Ik ben van mening dat daarvoor enige ruimte is, hoewel
die niet groot is. De wettekst geeft namelijk aan dat het bestuur
goedkeuring ‘slechts’ mag weigeren als de vennootschap na de
uitkering niet zal kunnen doorgaan met het betalen van de opeisbare
schulden (art. 2:216 lid 2 BW). Essentieel is dan ook dat dit goed
‘Beperking’ onderbouwd wordt gedocumenteerd in het vennootschapsdossier.
In de geschetste casus gaat het concreet om de vraag of Holding BV
een wettelijke reserve moet vormen voor het resultaat deelneming Tot slot
van 120. Daarbij geldt de verhindering dat het eigen vermogen, Ten slotte wijs ik nog op het volgende: Het al dan niet vormen van
op grond van de overeenkomst met de financier, ten minste 60% een wettelijke reserve deelneming blijkt soms een niet eenvoudig
van het balanstotaal moet bedragen. Tenzij de moeder een vorm vraagstuk uit oogpunt van externe verslaggeving. Vanuit het
van zekerheid verstrekt. Cruciaal in dat geval is de volgende tekst perspectief van kapitaalbescherming is de relevantie minder groot.
in de parlementaire geschiedenis: ‘De rechtvaardiging van de Een wettelijke reserve deelneming mag namelijk in kapitaal worden
reserveringsplicht is namelijk gelegen in het feit dat de resultaten omgezet. Uitkering van kapitaal is bij een BV als deelnemende
van de maatschappij waarin de rechtspersoon deelneemt wel zijn rechtspersoon mogelijk; daarvoor geldt alleen de uitkeringstest. Als
behaald, maar dat de rechtspersoon die nog niet in zijn macht heeft. daarom de balanstest een uitkering verhindert, terwijl die op grond
Voor zover de resultaten zijn behaald door een dochtermaatschappij van de uitkeringstest wel mogelijk is; biedt dit een alternatief, hoewel
waarin de rechtspersoon het uitkeringsbeleid kan bepalen en deze situatie zich niet vaak zal voordoen is mijn verwachting.
waaruit de rechtspersoon zijn aandeel vrijelijk kan ontvangen [..]
heeft de rechtspersoon zijn aandeel in het resultaat wel binnen Noten
bereik’. In de geschetste casus is het resultaat door Deelneming 1 Staatsblad 1983, nr. 663
BV behaald, maar Holding BV heeft daarover niet de (uitkerings) 2 Staatsblad 1988, nr. 517
macht. Ze kan die uitkeringsmacht wel verkrijgen en uitoefenen, 3 Staatsblad 2005, nr. 377
maar daarvoor is vereist dat ze (als compensatie) een garantie 4 Tweede Kamer, 19813, nr. 5, blz. 9
12 T I J D S C H R I F T VO O R AC C O U N TA N C Y-VA K T E C H N I E K E N T U C H T R E C H T