Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 20

1994 No.

58

ST AATS B L AD

van de

REPUBLI EK SURINAME

WET VAN 4 JULI 1994, TOT HEFFING VAN OMZETBELASTING OP HIER TE LANDE VERVAARDIGDE ALCOHOLVRIJE DRANKEN (WET
OMZETBELASTING ALCOHOLVRIJE DRANKEN).

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME,

In overweging genomen hebbende, dat het wenselijk is een omzetbelasting te heffen op bier te lande
vervaardigde alcoholvrije dranken;
Heeft, de Staatsraad gehoord, na goedkeuring door De Nationale Assemblee, bekrachtigd de
onderstaande wet

Artikel 1

In deze wet wordt verstaan onder:


a. de Inspekteur: de Inspekteur der Invoerrechten en Accijnzen;
b. de Ontvanger: de Ontvanger der Invoerrechten en Accijnzen;

c. de Raad van Beroep: de Raad van Beroep als bedoeld in artikel 32 van de “Invoer
rechtenregeling 1981”;[2004] de Raad van Beroep : de Raad van Beroep als bedoeld in Artikel 53
van de Wet Tarief van Invoerrechten 1996
1994 No. 58

2
1994 No. 58

d. alcoholvrije dranken: limonade, frisdrank, spuitwater, vruchte- en groentesappen;[2004]


alcoholvrije dranken: limonade, mineraalwater, vruchten- of groentensap;

e. limonade: drank van vruchtesap, suiker er water, al dan niet koolzuurhoudend, waar onder ook
begrepen limonadesiroop;[2004] limonade: goederen welke in de tarieflijst worden ingedeeld in een
van de volgende onderverdelingen: 2106.0010, 2106.0020, 2201.1010, 2201.1020,2201.9010 ;

f. groothandelsprijs: de door de fabrikant aan de kleinhandel berekende prijs, verminderd met


de in artikel 2 bedoelde omzetbelasting, van een door de fabrikant voor de verkoop in het klein
verpakte hoeveelheid alcoholvrije dranken;[2004] mineraalwater : goederen welke in de tarieflijst
worden ingedeeld in een van de volgende onderverdelingen: 2201.1010, 2201.1020, 2201.9010;

2. de overdracht van alcoholvrije dranken tengevolge waarvan die goederen bet bedrijfsvermogen
van de fabrikant verlaten;
3. het voor bedrijfsdoeleinden beschikke:
over zelf voortgebrachte alcoholvrije dranken;
[2004]
g. vruchten- of groentesap : goederen welke in de tarieflijst worden
ingedeeld in een van de volgende onderverdelingen :
2009.1010, 2009.1090, 2009.2010, 2009.2090, 2009.3010, 2009.3030,
2009.3090, 2009.4010, 2009.4090, 2009.5010, 2009.5090, 2009.6010,
2009.6020, 2009.6090, 2009.7010, 2009.7090, 2009.8010, 2009.8030,
2009.8040, 2009.8060, 2009.8070, 2009.8090, 2009.9020, 2009.9040,
2009.9090
1994 No. 58

h. jaar onderscheidenlijk maand: kalenderjaar onderscheidenlijk kalendermaand;


i. fabrikant: degene die hier te lande in de uitoefening van zijn bedrijf alcoholvrije dranken
vervaardigt;
j. Levering:
1. de eigendomsoverdracht van alcoholvrije dranken ingevolge een overeenkomst;
2. de overdracht van alcoholvrije dranken tengevolge waarvan die goederen het bedrijfsvermogen
van de fabrikanten verlaten;
3. het voor bedrijfsdoeleinden beschikken over zelf voortgebrachte alcoholvrije dranken.
4. het beschikken over alcoholvrije dranken voor andere dan bedrijfsdoeleinden ten gevolge
waarvan deze bet bedrijfsvermogen van de fabrikant verlaten.
[2004] LID j wordt vervangen door:
iedere handeling waarbij alcoholvrije dranken het bedrijfsvermogen
van de fabrikant verlaten
[2004]
k. douanekoers: de door de Centrale Bank van Suriname vastgestelde
douane koers van de US dollar, geldend voor de dag van de aanvaarding van de aangifte of de
uitkering van de aanslag of de naheffing:

1. accijns: accijns alcoholvrije dranken ;

m. Wet Tarief van Invoerrechten 1996: Wet Tarief van Invoerrechten 1996
(S.B.1995 no 111, zoals laatselijk gewijzigd bij S.B. 2002 no112) ;

n. tarieflijst : de tarieflijst behorende bij de Wet Tarief van Invoerrechten


1996;

Artikel 2

1. Op de levering van bier te lande vervaardigde alcoholvrije dranken door de fabrikant wordt
omzetbelasting geheven.
1994 No. 58
2. Volgens door de Minister van Financien vast te stellen regels en onder door hem te stellen
voorwaarden en voorzieningen wordt geen omzetbelasting geheven op alcoholvrij e dranken:
a. die rechtstreeks of via entrepot naar bet buitenland worden vervoerd;
b. in gevallen waarin de internationale betrekkin gen zulks wenselijk maken.
[2004]
3. De invoer van alcoholvrije dranken is vrijgesteld van accijns wanneer zij
Bij deze invoer op basis van de Wet Tarief van Invoerrechten 1996 zijn
vrijgesteld van invoerrechten.

Artikel 3

1. De omzetbelasting wordt berekend over de groothandelsprijs en bedraagt vijf procent daarvan.


[SB2000 No126]De Accijns ter zake de levering van hier te lande vervaardigde Alcoholvrije
dranken wordt berekend over de groothandel en bedraagt 10%(Tien procent).
2. Bij levering anders verpakt dan voor de verkoop in bet klein, wordt de omzetbelasting berekend
op dezelfde wijze als wanneer de alcoholvrije dranken normaal voor de verkoop in het klein
verpakt wordt geleverd, uitgaande van de grootste normale verpakking van maximaal een liter.
3. [SB2000 No126] Bij staatsbesluit kan het in lid 1 van dit artikel genoemd percentage
worden gewijzigd.

[2004] Art 3 wordt vervangen door:


1. De accijns bedraagt :
a. wanneer een alcoholvrije drank in vloeibare vorm wordt geleverd of
ingevoerd en bestemd is om, zonder vermengd te worden met andere goederen, direct gedronken
te worden :een bedrag in surinaamse dollar
dat gelijk is aan het product van 7 US dollar en de douanekoers per hectoliter;
b. wanneer een alcoholvrije drank in geconcentreerde of niet-vloeibare
vorm wordt geleverd of ingevoerd of bestemd is om pas gedronken te worden
als het vermengd is met andere goederen :een bedrag in Surinaamse dollar dat gelijk is aan
het product van 7 US dollar en de douane koers per 25 kilogram.
1994 No. 58
1. De in lid 1 van dit artikel genoemde tarieven kunnen bij staatsbesluit
worden gewijzigd.

Artikel 4

1. De omzetbelasting is verschuldigd door de fabrikant.[2004] De accijns bij levering is


verschuldigd door de fabrikant.

2. De omzetbelasting is verschuldigd op het tijdstip waarop de levering wordt verricht.[2004] De


accijns is verschuldigd op het moment van levering.
[SB1995 No105]
3.Met betrekking tot de heffing van de accijns bij invoer zijn de bepalingen van de Scheepvaartwet
en de Wet Tarief van invoerrechten 1996 van overeenkomstige toepassing.
[SB2000 No126]
4. De accijns bij invoer wordt berekend over de invoerwaarde,
vermeerderd met het invoerrecht en de andere bij invoer verschuldigde
heffingen met uitzondering van de ter zake van die invoer verschuldigde accijns en
omzetbelasting en bedraagt 10 % (tien procent)
[2004] – LID 4 VERVALT

Artikel 5

De fabrikant is verplicht binnen een week na af loop van elke maand bij de Ontvanger op een daartoe
bestemd formulier aangifte te doen van:
a. Qp hoeveelheid van de maandelijks geleverde alcoholvrije dranken;
b. de groothandelsprijs van de hoeveelheid als bedoeld onder a;
c. het bedrag van de maandelijks verschuldigde omzetbelasting;
1994 No. 58

d. de ingevolge artikel 2, lid 2, maandelijks geleverde hoeveelheid alcoholvrije dranken.

[2004] ART 5 wordt vervangen door:


De fabrikant doet uiterlijk de zevende werkdag van iedere maand bij de Ontvanger op een daartoe
bestemd formulier aangifte van:
a. de in de voorafgaande maand geleverde hoeveelheid alcoholvrije dranken;
b. de over de voorafgaande maand verschuldigde accijns;
c. de in de voorafgaande maand op grond van artikel 2 lid 2 geleverde hoeveelheid alcoholvrije
dranken.

Artikel 6

1.De fabrikant is verplicht tegelijk met de maandelijkse aangifte, als bedoeld in artikel 5, die
maandelijks verschuldigde be-lasting ten kantore van de Ontvanger te storten.

2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan bij staatsbesluit een andere betalingswijze worden
vastgesteld.

Artikel 7

In gevallen waarin een fabrikant alcohol— vrije dranken in ongeopende eerste verpakking
terugneemt van een afnemer tegen terugbetaling of creditering van het terzake door de afnemer
betaalde onderscheidenlijk verschuldigde bedrag wordt. op zijn verzoek, volgens bij staatsbesluit
gegeven voorschriften, teruggaaf verleend van de wegens de levering van de hoeveelheid alcoholvrije
dranken betaalde be1asting
[2004] ART 7 wordt vervangen door:
Teruggaaf van accijns kan worden verleend indien:
a. de accijns ten onrechte is geheven of betaald;
b. de accijns is betaald bij de invoer van alcoholvrije dranken en deze dranken,
zonder hier te lande zijn gebruikt, zijn uitgevoerd en zich tot dat moment onder
ambtelijk toezicht hebben bevonden;
1994 No. 58
c. de accijns is betaald voor goederen die onder ambtelijk toezicht zijn vernietigd,
voorzover deze vernietiging binnen een maand na de betaling plaatsvindt.

Artikel 8

1. De fabrikant is verplicht op duidelijke en overzichtelijke wijze, van dag tot dag aantekening te
houden van:
a. de door hem vervaardigde, geleverde, van afnemers teruggenomen en aan het einde van de dag
aanwezige hoeveelheid alcoholvrij e dranken;
b. de groothandelsprijs van de hoeveelheden onder a bedoeld.
[2004] ART 8 lid 1 wordt vervangen door:
De fabrikanten is verplicht op duidelijke en overzichtelijke wijze van dag tot dag aantekening te
houden van de door hem vervaardigde, geleverde, van de afnemers teruggenomen vernietigde en aan het
einde van iedere dag aanwezige hoeveelheid alcoholvrije dranken.
2. De voorraden alcoholvrije dranken dienen op zodanige wijze te worden opgeslagen dat de grootte
daarvan gemakkelijk kan worden vastgesteld.
3. Bij staatsbesluit kunnen omtrent bet houden van aantekening, bedoeld in lid 1, en omtrent de
opslag, bedoeld in lid 2, nadere voorschriften worden gegeven.

Artikel 9

1. De fabrikant is desgevraagd verplicht inzage te verlenen van alle boeken en bescheiden, waarvan
de kennisneming voor de uitvoering van deze wet van belang kan zijn en voorts de voor de
uitvoering van deze wet nodige inlichtingen te verstrekken aan de Inspekteur en aan de door deze
aangewezen ambtenaren. Gelijke verplichting bestaat tegenover de Raad van Beroep en door de Raad
aangewezen ambtenaren en deskundigen.

2. De fabrikant, wie inzage van boeken of bescheiden is gevraagd, wordt geacht deze in zijn bezit te
1994 No. 58
hebben, tenzij het tegendeel aannemelijk is.

Artikel 10.

De in artikel 8 bedoelde aantekeningen dienen te worden bewaard gedurende vijf jaren na het einde
van de tijdsperiode waarop zij betrekking hebben.

Artikel 11

1. Indien door de fabrikant geen aangifte over enige maand, als bedoeld in artikel 5, is gedaan,
wordt hem terzake de maandelijks verschuldigde belasting een aanslag opgelegd tot een geschat
bedrag.
[2004] ART11 lid 1 wordt vervangen door:
Indien door de fabrikant geen aangifte over enige maand, als bedoeld in artikel 5 ,is gedaan,
wordt hem ter zake de over die maand verschuldigde accijns een aanslag opgelegd van ten minste 2
maal het bedrag van de verschuldigde accijns over de laatste maand waarover wel aangifte is
gedaan.
2. De in lid 1 bedoelde aanslag wordt door de Inspekteur vastgesteld. De aanslag wordt door middel
van een gedagtekend aanslagbiljet ter kennis van de fabrikant gebracht.
De aanslag is invorderbaar met ingang van de tiende dag gerekend vanaf de dagtekening van het
aanslagbiljet.

3. Indien blijkt dat de fabrikant de door hem, over enige maand verschuldigde belasting niet of niet
ten volle heeft voldaan wordt hem, zolang niet vanaf het einde van die maand vijf jaren zijn ver-
streken, terzake van de verschuldigde be-lasting een aanslag opgelegd. De in de aanslag te
begrijpen belasting kan worden verhoogd met ten hoogste een bedrag gelijk aan de verschuldigde
belasting, tenzij aannemelijk is dat niet opzettelijk of door grove onachtzaamheid te weinig
belasting is betaald.
4. Indien de fabrikant terzake van overtreding van artikel 13 van deze wet bij on-
herroepelijke rechterlijke uitspraak is vrijgesproken of ontslagen van rechtsver volging dan wel
tot gevangenisstraf of geldboete is veroordeeld, vervalt de verhoging welke haar grond vindt in
het feit terzake waarvan de uitspraak is gewezen. De Inspekteur stelt op verzoek van de fa-
brikant het bedrag van de verhoging, welke vervait bij uitspraak, vast.

Artikel 12
1994 No. 58
1. De fabrikant, die bezwaar heeft tegen een hem ingevolge artikel 11, lid 1 of 3 opgelegde aanslag
kan binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet een bezwaarschrift indienen bij
de Inspekteur.
2. De fabrikant, die bezwaar heeft tegen de uitspraak van de Inspekteur op zijn bezwaarschrift, kan
binnen twee maanden na de dag, waarop het afschrift van de uitspraak hen is verzonden of aan hem
is uitgereikt, in beroep komen bij de Raad van Beroep. De Raad van Beroep beslist alleen over het
bedrag waarop de enkelvoudige belasting moet worden vastgesteld.
3. Indien de vereiste aangifte, als bedoeld in artikel 5, niet is gedaan dan wel indien niet
of niet volledig is voldaan aan de verplichtingen opgelegd bij de artikelen 8, 9 en 10 wordt de’
aanslag onderscheidenlijk uitspraak, waartegen het bezwaar onderscheidenlijk het beroep is ge-
richt, gehandhaafd, zo niet is gebleken dat en in hoeverre deze onjuist is. Overi gens vinden
ten aanzien van de indiening, de behandeling van en de uitspraak op een bezwaar- of
beroepschrift dé bepalingen, welke gelden voor de indiening en de behandeling van en de
uitspraak op bezwaren beroepschriften inzake de toepassing van het tarief van invoerrechten op
goederen overeenkomstige toepassing in zoverre zij niet in strijd zijn met enige bepaling van
deze wet.
4. Voor zover de, fabrikant bezwaar beef t tegen de te zijnen aanzien ingevolge artikel 11, lid 3
toegepaste verhoging van belasting, staat van de uitspraak op het in lid 1 bedoelde
bezwaarschrift beroep open bij de Direkteur der Belastingen. Het beroep moet worden ingesteld
binnen de in lid 2 bedoelde termijn.

Artikel 13

Het is een ieder verboden hetgeen hem in zijn ambt of betrekking bij de uitvoering van deze wet
blijkt.of medegedeeld wordt, erder bekend te maken dan nodig is voor de uitoefening van dat ambt of
die betrekking of voor de heffing van enige aan bet land verschuldigde belasting.
bet verbod van dit artikel geldt mede voor niet-ambtelijke deskundigen, die in verband met de
uitvoering van deze wet worden geraadpleegd of met enige werkzaamheid belast.

Artikel 14

De fabrikant, die een aangifte als bedoeld in artikel 5 opzettelijk of tengevolge van grove
onachtzaamheid onjuist of onvolledig doet, wordt indien daaruit nadeel voor de Staat kan ontstaan,
1994 No. 58
gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of een geldboete van ten hoogste een
miljoen gulden.
[SB2000 No126]of een geldboete van ten hoogste f 500.000.000.= (een half miljard gulden).

Artikel 15

1. De fabrikant, die aan de Inspekteur of de Raad van Beroep of aan een door de Inspekteur of
de Raad van Beroep aangewezen ambtenaar of deskundige opzettelijk of ten gevolge van grove
onachtzaamheid een vals of vervaist register, boek of ander bescheiden overlegt of ter inzage
aanbiedt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of een geldboete
van ten hoogste een miljoen gulden. [SB2000 No126]of een geldboete van ten hoogste f
500.000.000.= (een half miljard gulden).
2. De fabrikant, die aan de Inspekteur of aan de Raad van Beroep of aan een door de Inspekteur
of de Raad van Beroep aangewezen ambtenaar of deskundige opzettelijk of ten gevolge van grove
onachtzaamheid onjuiste inlichtingen verstrekt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten
hoogste een jaar of een geldboete van ten hoogste een miljoen gulden. [SB2000 No126]of een
geldboete van ten hoogste f 500.000.000.= (een half miljard gulden).

Artikel 16

1. Degene, die opzettelijk de bij artikel 13 opgelegde geheimhouding schendt, wordt gestraft met
een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of een geldboete van ten hoogste vijftig duizend
gulden. [SB2000 No126]of een geldboete van ten hoogste f.1000.000.= (een miljoen gulden)

2. Degene, aan wiens schuld schending van de geheimhouding te wijten is wordt gestraft met een
hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.
[SB2000 No126]of een geldboete van ten hoogste f.500.000.= (vijfhonderdduizend gulden)
1994 No. 58
3. Geen straf wordt uitgesproken tegen een lid van hét bestuur van een rechtspersoon of tegen de
vertegenwoordiger van wie blijkt, dat bet feit buiten zijn toedoen is gepleegd.

Artikel 17

1. Met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste vijfhonderdduizend gulden
wordt gestraft: [SB2000 No126]of een geldboete van ten hoogste f.250.000.000.= (twee en een
half miljard gulden)
a. de fabrikant, die niet de ingevolge artikel 5 vereiste aangifte doet;
b. de fabrikant, die niet of niet volledig voldoet aan zijn ingevolge de artikelen 8, 9 en 10
opgelegde verplichtingen;

de fabrikant, die niet of niet volledig voldoet aan de hem ingevolge artikel 23 lid 1
opgelegde verplichtingen.

2. Degene, die zich aan een strafbaar feit als bedoeld in lid 1, schuldig maakt, kan door de
Direkteur der Belastingen tot transactie worden toegelaten.
3. De in lid 2 bedoelde trarisactie bestaat in de betaling binnen een door de Direkteur der
Belastingen te bepalen termijn en op een door deze aan te wijzen plaats van een bepaalde
geidsom, met of zonder uitlevering van reeds in beslag genomen voorwerpen of goederen. Bedoelde
termijn kan voor de afloop daarvan eenmaal worden verlengd.

Artikel 18

1. Indien een bij deze wet strafbaar gesteld feit gepleegd wordt door een rechtspersoon, wordt de
strafvervolging ingesteld en de straf uitgesproken tegen de in Suriname gevestigde leden van het
bestuur of bij ontstentenis van die leden, tegen de vertegenwoordiger van de rechtspersoon in
Suriname.
2. Het bepaalde bij het vorig lid vindt overeenkomstig toepassing ten aanzien van rechtspersonen,
optredende als bestuurder of vertegenwoordiger van een andere rechtspersoon.
3. Geen straf wordt uitgesproken tegen het lid van het bestuur of tegen de vertegenwoordiger van wie
1994 No. 58
blijkt dat bet feit buiten zijn toedoen is gepleegd.

Artikel 19

1. De in de artikelen 14, 15 en 16 strafbaar gesteide feiten warden beschouwd als misdrijven.

2. De feiten strafbaar gesteid in artikel 17 warden als overtredingen beschouwd.

Artikel 20

1. Met bet opsporen van de bij deze wet strafbaar gestelde feiten zIjn behalve de bij artikel 134
van het Wetboek van S trafvordering aangewezen personen, mede belast de ambtenaren bij de Dienst
der Invoerrechten en Accijnzen.
2. Le ambtenaren, belast met de opsporing, maken van hun bevindingen proces-verbaal op, dat de
verdachte in afschrift wordt medegedee Id.

3.De ambtenaren, belast met de opsporing hebben, zo nodig met behulp van de sterke arm, toegang tot
alle panden en terreinen, waarin of waarop, naar hun redelijk vermoeden, voorwerpen aanwezig zijn,
welke tot opsporing van een bij deze wet strafbaar gesteld feit dienstig
kunnen zijn. Zij zijn bevoegd die voorwerpen in beslag te nemen en daarvan de uitlevering te
vorderen.
4. De ambtenaren, belast met de opsporing treden uitsluitend tot woning dienende lokalen tegen de
wil van de bewoner niet binnen dan vergezeld van de betrokken Districts-Commissaris danwel
voorzien van een algemene of bijzondere schriftelijke lastgeving van de Procureur-Generaal bij
het Hof van Justitie.
Van dit binnentreden wordt door hen proces-verbaal opgemaakt, dat binnen tweemaal vier en
twintig uur aan de bewoner in afschrift wordt medegedeeld.

Artikel 21

1. Onjuiste aanslagen, opgelegd ingevolge artikel 11 lid 1 of lid 3, kunnen door de Inspekteur
ambtshalve warden verminderd of vernietigd.
1994 No. 58
2. Onverminderd bet bepaalde in artikel 7, kan, volgens bij Staatsbesluit gegeven voorschriften,
teruggaaf worden verleend van belasting, welke te veel of ten onrechte is betaald.
3. Voor de belasting, verschuldigd door een rechtspersoon zijn de bestuurders of, na
ontbinding, de vereffenaars, alsmede de vertegenwoordigers of gemachtigden hier te lande
hoofdelijk aansprakelijk. Onder vorenbedoelde bestuurders, vereffenaars, vertegenwoordigers en
gemachtigden zijn begrepen allen die bij of na het ontstaan van de belastingschuld als zodanig
optraden, ook indien zij afgetreden zijn, rekening hebben gedaan of decharge hebben verkregen.
De aansprakelijkheid van een in dit lid bedoelde persoon houdt op, wanneer hij, tot betaling
aangesproken, aantoont dat de niet voldoening der belastingschuld niet aan hem te wijten is.

Artikel 22

Ten aanzien van aanslagen, opgelegd door de Inspekteur ingevolge artikel 11 zijn de bepalingen van
toepassing van de Wet van 3 april 1869 no.23 (G.B. 1869 no.24, geldende tekst G.B. 1937 no.143,
laatstelijk gewijzigd bij S.B. 1981 no.103), houdende bepalingen op de rechtspleging inzake van
belastingen in Suriname of wat ter vervanging daarvan mocht warden vastgesteld, welke de invordering
en de voorrang bij wanbetaling van belastingen regelen, met dien verstande, dat:
a. de Staatskas behalve de voorrang bedoeld bij artikel 6 van bovengenoemde wet, ook voorrang zal
hebben op de goederen welke ten name van de fabrikant in entrepot liggen, onverschillig wie daarvan
eigenaar mocht zijn;
b. het recht van voorrang ingaat met de dag waarop de oorzaak van de verplichting is ontstaan en
eindigt vijf jaar nadat het verschuldigde invorderbaar is geworden.

Artikel 23

1. Bij staatsbesluit kunnen voorschriften worden vastgesteld, welke voor de uitvoering van deze wet
nodig of wenselijk zijn.
2. Het model van het in artikel 5 bedoelde formulier wordt bij beschikking van de Minister van
Financien vastgesteld.

Artikel 24

1. Deze wet kan worden aangehaald als: “Wet Omzet-belasting Alcoholvrije Dranken”.
1994 No. 58
2. Zij wordt in het Staatsblad van de Republiek Suriname afgekondigd.
3. Zij treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van haar afkondiging.

Gegeven te Paramaribo, de 4e juli 1994

R.R. VENETIAAN.

De Vice-President, Voorzitter van de Raad van Ministers,

J.R. AJODHIA

De Minister van Financien,

H.S. HILDENBERG
De Minister van Justitie
en Politie,
S.K. GIRJASING

Uitgegeven te Paramaribo, de 4e juli 1994. De Minister van Binnenlandse Zaken,

S. SABIRAN.
1994 No. 58

WET VAN 4 JULI 1994, TOT REFFING VAN OMZET


BELASTING OP HIER TE LANDE VERVAARDIGDE AL
COHOLVRIJE DRANKEN (WET ONZETBELASTING ALCOHOLVRIJE DRANKEN).

MEMORIE VAN TOELICHTING

In verband met de gestadige groei van de overheidsuitgaven in de afgelopen jaren met daartegenover
de onevenredige ontwikkeling van de staatsinkomsten, is het streven van de Regering gericht op
gezondmaking van de staatsbegroting en van de betalingsbalans) door onder andere het vergroten van
de staatsinkomsten.
In dat kader is bet noodzakelijk gebleken om met de precaire financiele situatie van bet land op
lokaal vervaardigde alcoholvrije dranken een omzetbelasting te heffen ter gezondmaking van de
huidige economie (het SAP) uit te voeren.
Een van de instrumenten die de overheid ten dienste staat om haar inkomsten te vergroten is het
heffen van een omzetbelasting op bier te lande vervaardigde alcoholvrije dranken.

Deze heffing is noodzakelijk vanwege de wijziging van de Invoerrechtenregeling 1981, waarbij de


goederen ingedeeld is in drie tariefgroepen. Voor deze tariefgroepen is een nieuwe heffingsgrondslag
voor geimporteerde produkten vastgesteld.

De hoogte van de omzetbelasting op bier te lande vervaardigde alcoholvrije dranken is uitgedrukt in


een percentage van de groothandelsprijs.
Gelet op de hoogte van de groothandeisprijs zen voor alcoholvrije dranken is voor de te heffen
omzetbelasting een percentage van vijf procent van de groothandelsprijs gekozen.

Paramaribo, 2 mei 1994

De Minister van Financien,


H.S. HILDENBERG
1994 No. 58

[SB2000 No 126] MEMORIE VAN TOELICHTING

De onderhavige wet is uitvloeisel van de Regering van de Republiek


Suriname om evenwicht te brengen in de staatsbegroting. Een gezonde
Economische ontwikkeling is alleen gewaarborgd bij een evenwichtige
budgettaire en financiele positie van de staat.

Geheel conform hetgeen internationaal waarneembaar is vindt er


Steeds een verschuiving plaats van de druk van de directe belastingen naar de indirecte belastingen.
Geheel conform hetgeen internationaal waarneembaar is vindt er steeds een verschuiving plaats van de
druk van de directie belastingen naar indirecte belastingen. Met deze verschuiving is er reeds bij
de implementatie van de nieuwe invoerrechtenregeling (Wet Tarief Invoerrechten) aan het begin van
1996 een aanvang gemaakt waarbij tegelijkertijd getracht is om geleidelijk aan in de
inkomstenbelastingsfeer verzachtende maatregelen te treffen. Niettemin ontkomt een overheid – die
meer inkomsten dient te genereren voor het zo nodige begrotingsevenwicht – er niet aan om meer
maatregelen te blijven treffen in de indirecte belastingsfeer. Immers fiscale maatregelen die het
verbruik beïnvloeden zijn rechtvaardiger dan maatregelen die niet- stimulerend werken voor de
verhoging van economische activiteiten (lees: in de directe belastingsfeer).

Gekozen is om de tarieven van de accijnzen te verhogen met 10% om de minimale inkomsten die passen
binnen het kader van het budgettair beleid te realiseren. Vermeldenswaard is dat voor het laatst de
tarieven in juli 1994 zijn aangepast.
1994 No. 58

Teneinde bovengenoemd evenwicht te bereiken wordt de accijns op alcoholvrije dranken verhoogd van 5%
naar 10% . Naar verwachting zal hierdoor de opbrengst van de accijns op alcoholvrije dranken,
berekend op bassis van een douane koers van 1$ voor
Sf.2200,= jaarlijks bij gelijkblijvende importen met ongeveer sf.2500.000.000,=
(twee miljard en vijfhonderd miljoen gulden ) toenemen.

Gelet op het feit dat de boetebepalingen die opgenomen zijn in deze wet vanwege de in de afgelopen
jaren veranderde economische en maatscappelijke omstandigheden
Niet langer realistich zijn ; worden deze aangepast.

Paramaribo 12december 2000.

R.R. VENETIAAN.
1994 No. 58

[2004]MEMORIE VAN TOELICHTING

1. Algemeen
Het doel van de invoering van de Wet Accijns Alcoholvrije Dranken (S.B. 1994 no. 58, zoals
laastelijk gewijzigd bij S.B. 2000 no. 126) was, realisatie van de minimale inkomsten die passen
binnen het kader van het budgetair beleid.
In de praktijk is echter gebleken dat de maatstaf van heffing, groothandelsprijs of invoerwaarde,
niet het gewenste resultaat heeft geleverd.
Tevens is gebleken dat de definitie van alcoholvrij dranken die in de wet was opgenomen voor
verschillende interpetaties vatbaar was en daardoor tot misverstanden leidde. Om dit probleem op te
lossen is noodzakelijk het goede alcoholvrij drank, zo duidelijk mogelijk te defineren en daarnaast
de maastaf van heffing te wijzigen van groothandelsprijs of invoerwaarde naar een specifiek recht.

2. Onderdeelgewijze toelichting
onderdeel A:
Door het wijzigen van artikel 1 wordt getracht enkele begrippen beter te defineren. De belangrijkste
wijziging betreft de definitie van alcoholvrije dranken. Er is gekozen voor een overzichtelijke
definitie van alcoholvrij dranken, waarbij wordt aangesloten bij de definitie van de Wet Tarieven
Invoerrechten. Daarbij zijn de tariefkosten limitatief opgesomd. Hieronder volgt een toelichting die
zijn opgenomen in de definitie:
1. mineraalwater:
a. natuurlijk en kunstmatig mineraalwater
b. Spuitwater
c. Water dat kennelijk bestemd is voor inwendig gebruik

2. vruchten- en groentensap:
drank die bestaat uit vruchten of groenten, een mengsel daarvan, mengsels van water en
vruchtensap, in vaste vorm of als concentraat.

3. limonade:
1994 No. 58
een met water aangelengd vruchte- of groentesap, als medegezoete aromatische dranken en dranken
waaaraan geurstoffen of smaakstoffen, in vaste vorm of als concentraat, zijn toegevoegd die
kennelijk zijn bestemd om onverwarmd te worden gedronken.
1994 No. 58

You might also like