Professional Documents
Culture Documents
Over Het Vosje Rein4
Over Het Vosje Rein4
Schrijven en Presenteren
Onderzoeksverslag
Luuk olde Boerrigter
Studentnr: 3509672
1. Inleiding
Wie kent de wereldberoemde vos Reynaert niet? Het felle, oranje beest dat met
zijn vossenstreken het hele hof overhoop haalt. De middeleeuwse dierenroman
stamt uit de 12e of 13e eeuw en is meerdere keren bewerkt. Niet alleen voor
volwassenen, maar ook voor kinderen. Middels zo’n fabeltje kan je erg goed een
leerzaam verhaal overbrengen aan kinderen, maar Van den vos Reynaerde is
oorspronkelijk niet voor kinderen bedoeld. Om dit verhaal geschikt voor kinderen
te maken moet het verhaal wel op de juiste manier bewerkt worden. Dit brengt
mij tot de onderzoeksvraag voor dit artikel: Hoe is de middeleeuwse dierenroman
Van den vos Reynaerde bewerkt voor kinderen?
De inleiding die bij onderzoeksdossier 3 zat, betreffende de Reynaert,
sprak mij gelijk al aan. Voor de cursussen ‘Spot en Satire’ en ‘Middelnederlands’
heb ik het verhaal namelijk al behandeld. Dat brengt mij meteen tot de
aanleiding van mijn keuze voor dit werk. Het verhaal was mij erg bevallen dus
werd ik wel nieuwsgierig hoe mensen het origineel bewerkt hadden om het
geschikt te maken voor kinderen.
De onderzoeksvraag luidt dus: ‘Hoe is de middeleeuwse dierenroman Van
den vos Reynaerde bewerkt voor kinderen?’ Deze vraag zal ik uitvoerig gaan
beantwoorden. Om tot een antwoord op deze vraag te komen heb ik een artikel
over een tekstbewerking van Jonathan Swifts Gulliver’s Travels door Harry
Bekkering doorgenomen, alsmede hoofdstuk vier van Sanne Parlevliets
Meesterwerken met ezelsoren: Bewerkingen van literaire klassiekers voor
kinderen 1850-1950. Daarna heb ik vijf bewerkingen van Van den vos Reynaerde
doorgenomen om te kijken hoe dezen zijn bewerkt voor kinderen. De
doorgenomen bewerkingen zijn: J.F. Willems’ Reynaert de vos, heruitgegeven
door Bert Bakker in 1974, S. Streuvels, Reinaert de vos voor de vierschaar van
Koning Nobel den leeuw uit 1926, P.A.E. Oosterhoffs Reinaart de vos uit 1935, P.
Biegels Reinaart de vos uit 1972 en tot slot P. Grashoffs De avonturen van
Reintje de vos uit 1976.
Van deze bewerkingen zijn er vier voor kinderen bedoeld: de uitgave van
Streuvels; de uitgave van Oosterhoff; de uitgave van Biegel en de uitgave van
Grashof. De uitgave van Willems is wel een bewerking van het origineel van Van
den vos Reynaerde maar is geen bewerking die bedoeld is voor kinderen. Zo kan
ik de kinderversies zowel met elkaar vergelijken als met een versie bedoeld voor
volwassenen.
De onderzochte werken worden onderverdeeld in verschillende paragrafen.
Zo wil ik het gaan hebben over: De uiterlijke overeenkomsten van de teksten, de
uiterlijke verschillen van de teksten, de inhoudelijke overeenkomsten van de
teksten en de inhoudelijke verschillen van de teksten. Deze vier hoofdstukken zal
ik gaan behandelen met betrekking tot verschillende episodes van de Reynaert.
De episodes zijn als volgt verdeeld. Episode één gaat over het begin van de
Reynaert, waar de dieren aan het hof komen klagen over de vos, episode twee
gaat over de eerste sommering van Reynaert voor het hof, door des Konings
bode Bruin de beer, en episode drie zal gaan over het einde van de Reynaert
wanneer de vos eindelijk voor het hof is verschenen en zijn vossenstreken
uitprobeert op de koning en koningin.
In het hoofdstuk ‘Verschillen per jaar’ wordt uitvoerig besproken wat elke
kinderbewerking anders heeft aangepakt dan andere kinderbewerkingen, en de
meest opvallende dingen die door de ene schrijver wel zijn aangepast en door de
andere schrijver niet.
De conclusie zal een beknopt antwoord geven op de onderzoeksvraag:
‘Hoe is de middeleeuwse dierenroman Van den vos Reynaerde bewerkt voor
kinderen’.
2. De verschillende bewerkingen
Zoals in de inleiding al is verteld werk ik met vijf verschillende bewerkingen van
Van den vos Reynaerde. Ik zal een korte beschrijving geven van de verschillende
versies die ik gebruik.
J.F. Willems, Reinaert de vos, Bert Bakker, 1834: De bewerking van Willems
is nog niet bewerkt voor kinderen. De tekst is erg moeilijk. Er moet natuurlijk wel
rekening mee gehouden worden dat het een herdruk is van een verhaal uit 1834,
toen was onze taal uiteraard nog erg anders maar er worden ook veel oude
woorden geherintroduceerd die meer op de Middelnederlandse woorden lijken
(gebaseerd op de voetnoten). Verder zitten er enkele dubbelzinnigheden in die
kinderen niet zullen herkennen.
S. Streuvels, Reinaert de vos voor de vierschaar van Koning Nobel den
leeuw, Gent: Van Rysselberghe & Rombaut Uitgevers, 1926: Dit verhaal is
aangepast en geschikt gemaakt ‘voor groote en kleine kinderen.’ Het verhaal
komt uit 1926, dus het taalgebruik lijkt nog niet erg op het huidige taalgebruik.
Voor kinderen is het, naar mijn mening, nog vrij lastig taalgebruik, hoewel vele
malen makkelijker dan de versie voor volwassenen. Wat wel erg leuk en handig is
voor kinderen zijn de illustraties die bij deze versie komen en het feit dat de tekst
in hoofdstukken is verdeeld.
P.A.E. Oosterhoff, Reinaart de vos, Bussum: Gebroeders Koster, 1935: Dit
aangepaste verhaal is ‘voor kinderen bewerkt’. Dit verhaal is eigenlijk een
prentenboek uit 1935. Het taalgebruik is in mijn ogen nog lastig, maar dat komt
omdat de taal toen heel anders was dan nu. De plaatjes illustreren het verhaal
heel goed en maken dit verhaal erg geschikt voor kinderen. Naast de illustraties
is de tekst erg kort en bondig.
P. Biegel, Reinaart de vos, Haarlem: Uitgeversmaatschappij Holland, 1972:
Biegel heeft ‘een eigentijdse bewerking’ gemaakt, waar niet bij staat dat het voor
kinderen is. Wat echter wel snel opvalt is dat er erg veel spreektaal gebruikt
wordt in het verhaal die ook door kinderen gebruikt zou kunnen worden. De
bewerking is dus weldegelijk geschikt voor kinderen. Naast het erg klare en leuke
(spreek-)taalgebruik is het verhaal ook geïllustreerd op een vrij komische manier.
P. Grashoff, De avonturen van Reintje de vos, Alkmaar: Uitgeverij Kluitman,
1976: Deze versie is ‘voor jongens en meisjes tot 12 jaar’ Er zijn geen illustratie
bij deze episode maar het taalgebruik is erg geschikt voor jongere kinderen.
‘Reinaart’ wordt vaak Rein, Reinie of Reintje genoemd en de tekst is niet heel
nauw verwant aan het origineel. Ook is er in deze versie erg veel sprake van
directe communicatie. Er wordt geschreven wat er letterlijk gezegd wordt. Er
vindt dus een soort van gesprek plaatst zonder tussenkomst van de verteller.
8. Conclusie
Hoe is de middeleeuwse dierenroman Van den vos Reynaerde bewerkt voor
kinderen? In de voorgaande hoofdstukken is dit stukje bij beetje beantwoord.
Voor de duidelijkheid zal ik daarvan een samenvatting geven.
De bewerkingen hebben vele veranderingen ondergaan: er worden in de
bewerkingen veel meer dialogen gebruikt dan in de versie voor volwassene; er
worden meer korte zinnen gebruikt; de bewerkingen zijn in hoofdstukken
ingedeeld; er zijn telkens één of meerdere afbeeldingen toegevoegd; de tekst is
voor de kinderen aangepast, ‘kindnaturalisatie’ met betrekking op het
taalgebruik van kinderen in een bepaald jaar; er worden verkleinwoorden
gebruikt; de belangrijkste klacht en de straf voor de vos wordt gerelativeerd; en
de volgens de bewerker minder belangrijke dingen worden weggelaten.
Met behulp van bovenstaande aanpassingen zijn alle bewerkers erin
geslaagd een kinderbewerking te maken van de beroemde middelnederlandse
dierenroman Van den vos Reynaerde. Naar mijn mening is Biegel hier het best in
geslaagd. Hij heeft een bewerking neergezet die weinig afwijkt van het origineel,
maar toch erg netjes en voldoende gerelativeerd is om voor kinderen geschikt te
zijn. Ook gebruikt hij kindertaal die tot de verbeelding spreekt en dit verhaal zou
nog steeds goed voorgelezen kunnen worden aan kinderen. Voorgaande in
tegenstelling tot andere bewerkingen voor kinderen waarin de taal simpelweg te
verouderd is.
9. Bibliografie
Bekkering, H., ‘Gullivers reizen voor kinderen: vooral over dwergen en reuzen’.
In: Literatuur zonder leeftijd. Tijdschrift voor de studie van kinder- en
jeugdliteratuur, 17. 60 (2003), p. 70-86
Biegel, P., Reinaart de vos. Haarlem: Uitgeversmaatschappij Holland, 1972
Grashoff, P., De avonturen van Reintje de vos. Alkmaar: Uitgeverij Kluitman, 1976
Oosterhoff, P.A.E., Reinaart de vos. Bussem: Gebroeders Koster, 1935
Parlevliet, S., Meesterwerken met ezelsoren, Bewerkingen van literaire
klassiekers voor kinderen 1850-1950.Hilversum: Uitgeverij Verloren, 2009
Streuvels, S., Reinaert de vos voor de vierschaar van Koning Nobel den leeuw.
Gent: Van Rysselberghe & Rombaut Uitgevers, 1926
Willems, J.F., Reinaert de vos, Den Haag: Bert Bakker, 1974 (heruitgave van
1834)
Zelfmonitoring
Ik vond het uitwisselen van versies en het nakijken erg handig. Zowel het
nakijken van anderen als mijn eigen nagekeken werk was leerzaam. Als ik fouten
bij anderen zag die ik van mezelf herkende heb ik ze aangepast.
Verder vind ik dat de kritiekpunten die ik heb gehad erg goed bruikbaar
waren. Mijn grootste probleem is, en daar ben ik mezelf ook bewust van, spelling.
Verder heb ik vaak commentaar gehad op te lange zinnen en dergelijke en
het overgebruik van het woordje “ik”. Nu moet ik bekennen dat ik een voorliefde
heb voor lange zinnen, maar op de plekken waar zinnen erg onbegrijpelijk leken
aangepast. Het gebruik van “ik” was ik me niet bewust van, maar vond ik zeer
handige informatie. Menige keren werd er gebruik gemaakt van “worden” en een
werkwoord in plaats van ik.
Naast feedback van klasgenoten heb ik ook nog werk uitgewisseld met een
ander studiegenootje, in een andere Schrijven en Presenteren werkgroep, een
vriend die in Nijmegen studeert en mijn ouders. Al deze feedback is bruikbaar
geweest en met name betreffende de spelling.
Ook de feedback van de docent. Die(!) over verwijswoorden, heb ik in me
opgenomen en geprobeerd te verwerken.
Ik denk niet dat bovenstaand verslag perfect is, want het is wel erg lastig
om academisch te schrijven. Wel heb ik, in vergelijking met het vorige blok, naar
mijn mening, vooruitgang geboekt.