Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 8

2-1-2010

Schrijven en Presenteren
Onderzoeksverslag
Luuk olde Boerrigter
Studentnr: 3509672

Over het vosje Rein, kinderbewerkingen van de


Middelnederlandse roman Van den vos Reynaerde
Onderzoeksdossier 3: Reynaert de vos
Vakgebied: Middelnederlandse Letterkunde
Methode: Literatuuronderzoek
Inhoud:
1. Inleiding
2. De verschillende bewerkingen
3. De uiterlijke overeenkomsten van de teksten
4. De uiterlijke verschillen van de teksten
5. De inhoudelijke overeenkomsten van de teksten
6. De inhoudelijke verschillen van de teksten
7. Verschillen per jaar
8. Conclusie
9. Bibliografie

1. Inleiding
Wie kent de wereldberoemde vos Reynaert niet? Het felle, oranje beest dat met
zijn vossenstreken het hele hof overhoop haalt. De middeleeuwse dierenroman
stamt uit de 12e of 13e eeuw en is meerdere keren bewerkt. Niet alleen voor
volwassenen, maar ook voor kinderen. Middels zo’n fabeltje kan je erg goed een
leerzaam verhaal overbrengen aan kinderen, maar Van den vos Reynaerde is
oorspronkelijk niet voor kinderen bedoeld. Om dit verhaal geschikt voor kinderen
te maken moet het verhaal wel op de juiste manier bewerkt worden. Dit brengt
mij tot de onderzoeksvraag voor dit artikel: Hoe is de middeleeuwse dierenroman
Van den vos Reynaerde bewerkt voor kinderen?
De inleiding die bij onderzoeksdossier 3 zat, betreffende de Reynaert,
sprak mij gelijk al aan. Voor de cursussen ‘Spot en Satire’ en ‘Middelnederlands’
heb ik het verhaal namelijk al behandeld. Dat brengt mij meteen tot de
aanleiding van mijn keuze voor dit werk. Het verhaal was mij erg bevallen dus
werd ik wel nieuwsgierig hoe mensen het origineel bewerkt hadden om het
geschikt te maken voor kinderen.
De onderzoeksvraag luidt dus: ‘Hoe is de middeleeuwse dierenroman Van
den vos Reynaerde bewerkt voor kinderen?’ Deze vraag zal ik uitvoerig gaan
beantwoorden. Om tot een antwoord op deze vraag te komen heb ik een artikel
over een tekstbewerking van Jonathan Swifts Gulliver’s Travels door Harry
Bekkering doorgenomen, alsmede hoofdstuk vier van Sanne Parlevliets
Meesterwerken met ezelsoren: Bewerkingen van literaire klassiekers voor
kinderen 1850-1950. Daarna heb ik vijf bewerkingen van Van den vos Reynaerde
doorgenomen om te kijken hoe dezen zijn bewerkt voor kinderen. De
doorgenomen bewerkingen zijn: J.F. Willems’ Reynaert de vos, heruitgegeven
door Bert Bakker in 1974, S. Streuvels, Reinaert de vos voor de vierschaar van
Koning Nobel den leeuw uit 1926, P.A.E. Oosterhoffs Reinaart de vos uit 1935, P.
Biegels Reinaart de vos uit 1972 en tot slot P. Grashoffs De avonturen van
Reintje de vos uit 1976.
Van deze bewerkingen zijn er vier voor kinderen bedoeld: de uitgave van
Streuvels; de uitgave van Oosterhoff; de uitgave van Biegel en de uitgave van
Grashof. De uitgave van Willems is wel een bewerking van het origineel van Van
den vos Reynaerde maar is geen bewerking die bedoeld is voor kinderen. Zo kan
ik de kinderversies zowel met elkaar vergelijken als met een versie bedoeld voor
volwassenen.
De onderzochte werken worden onderverdeeld in verschillende paragrafen.
Zo wil ik het gaan hebben over: De uiterlijke overeenkomsten van de teksten, de
uiterlijke verschillen van de teksten, de inhoudelijke overeenkomsten van de
teksten en de inhoudelijke verschillen van de teksten. Deze vier hoofdstukken zal
ik gaan behandelen met betrekking tot verschillende episodes van de Reynaert.
De episodes zijn als volgt verdeeld. Episode één gaat over het begin van de
Reynaert, waar de dieren aan het hof komen klagen over de vos, episode twee
gaat over de eerste sommering van Reynaert voor het hof, door des Konings
bode Bruin de beer, en episode drie zal gaan over het einde van de Reynaert
wanneer de vos eindelijk voor het hof is verschenen en zijn vossenstreken
uitprobeert op de koning en koningin.
In het hoofdstuk ‘Verschillen per jaar’ wordt uitvoerig besproken wat elke
kinderbewerking anders heeft aangepakt dan andere kinderbewerkingen, en de
meest opvallende dingen die door de ene schrijver wel zijn aangepast en door de
andere schrijver niet.
De conclusie zal een beknopt antwoord geven op de onderzoeksvraag:
‘Hoe is de middeleeuwse dierenroman Van den vos Reynaerde bewerkt voor
kinderen’.

2. De verschillende bewerkingen
Zoals in de inleiding al is verteld werk ik met vijf verschillende bewerkingen van
Van den vos Reynaerde. Ik zal een korte beschrijving geven van de verschillende
versies die ik gebruik.
J.F. Willems, Reinaert de vos, Bert Bakker, 1834: De bewerking van Willems
is nog niet bewerkt voor kinderen. De tekst is erg moeilijk. Er moet natuurlijk wel
rekening mee gehouden worden dat het een herdruk is van een verhaal uit 1834,
toen was onze taal uiteraard nog erg anders maar er worden ook veel oude
woorden geherintroduceerd die meer op de Middelnederlandse woorden lijken
(gebaseerd op de voetnoten). Verder zitten er enkele dubbelzinnigheden in die
kinderen niet zullen herkennen.
S. Streuvels, Reinaert de vos voor de vierschaar van Koning Nobel den
leeuw, Gent: Van Rysselberghe & Rombaut Uitgevers, 1926: Dit verhaal is
aangepast en geschikt gemaakt ‘voor groote en kleine kinderen.’ Het verhaal
komt uit 1926, dus het taalgebruik lijkt nog niet erg op het huidige taalgebruik.
Voor kinderen is het, naar mijn mening, nog vrij lastig taalgebruik, hoewel vele
malen makkelijker dan de versie voor volwassenen. Wat wel erg leuk en handig is
voor kinderen zijn de illustraties die bij deze versie komen en het feit dat de tekst
in hoofdstukken is verdeeld.
P.A.E. Oosterhoff, Reinaart de vos, Bussum: Gebroeders Koster, 1935: Dit
aangepaste verhaal is ‘voor kinderen bewerkt’. Dit verhaal is eigenlijk een
prentenboek uit 1935. Het taalgebruik is in mijn ogen nog lastig, maar dat komt
omdat de taal toen heel anders was dan nu. De plaatjes illustreren het verhaal
heel goed en maken dit verhaal erg geschikt voor kinderen. Naast de illustraties
is de tekst erg kort en bondig.
P. Biegel, Reinaart de vos, Haarlem: Uitgeversmaatschappij Holland, 1972:
Biegel heeft ‘een eigentijdse bewerking’ gemaakt, waar niet bij staat dat het voor
kinderen is. Wat echter wel snel opvalt is dat er erg veel spreektaal gebruikt
wordt in het verhaal die ook door kinderen gebruikt zou kunnen worden. De
bewerking is dus weldegelijk geschikt voor kinderen. Naast het erg klare en leuke
(spreek-)taalgebruik is het verhaal ook geïllustreerd op een vrij komische manier.
P. Grashoff, De avonturen van Reintje de vos, Alkmaar: Uitgeverij Kluitman,
1976: Deze versie is ‘voor jongens en meisjes tot 12 jaar’ Er zijn geen illustratie
bij deze episode maar het taalgebruik is erg geschikt voor jongere kinderen.
‘Reinaart’ wordt vaak Rein, Reinie of Reintje genoemd en de tekst is niet heel
nauw verwant aan het origineel. Ook is er in deze versie erg veel sprake van
directe communicatie. Er wordt geschreven wat er letterlijk gezegd wordt. Er
vindt dus een soort van gesprek plaatst zonder tussenkomst van de verteller.

3. De uiterlijke overeenkomsten van de teksten


Met de uiterlijke overeenkomsten wordt in mijn onderzoek bedoeld: de manier
hoe het verhaal is opgebouwd of de lay-out van de teksten.
In alle episodes van alle kinderbewerkingen valt het op dat er erg veel
dialogen gebruikt worden. Deze dialogen werken zeer goed om de tekst
makkelijker te maken voor kinderen. Verder zijn veel van de verhalen in
hoofdstukken ingedeeld. Ook dit vereenvoudigt de leesbaarheid van de tekst.
Daarnaast worden aan de kinderbewerkingen over het algemeen afbeeldingen
toegevoegd. De laatste opvallende overeenkomst om de teksten voor kinderen te
vereenvoudigen is dat in alle bewerkingen nogal korte zinnen gebruikt worden.

4. De uiterlijke verschillen van de teksten


De uiterlijke verschillen van de teksten zijn minder opvallend dan de
overeenkomsten en er zijn vaak kleine verschillen in de overeenkomsten.
Zo is in alle kinderverhalen de tekst aangepast, maar aangezien alle
teksten in andere jaartallen zijn verschenen, verschilt de taal nog wel zeer.
Daarnaast zijn de plaatjes die aan de verhalen zijn toegevoegd ook zeer
verschillend. Zo is Oosterhoffs bewerking voor kinderen een prentenboek
geworden terwijl Biegel waarheidsgetrouwe dierenplaatjes bij zijn bewerking
heeft geplaatst. Ook de hoeveelheid plaatjes verschilt, zoals ook uit de vorige zin
op te maken is. Oosterhoffs prentenboek heeft plaatjes op elke bladzijde terwijl
Grashoffs bewerking slechts één plaatje van een sluw kijkende vos op de eerste
bladzijde heeft staan. Ditzelfde geldt voor de volwassene versies, die enkel een
plaatje op de voorkant heeft staan. Het verdelen van de hoofdstukken is ook heel
anders gegaan. Grashoffs versie bestaat bijvoorbeeld uit meer dan zeventien
hoofdstukken die per stuk meer dan een pagina beslaan terwijl Oosterhoffs versie
slechts uit dertien hoofdstukken bestaat en waar elk hoofdstuk één bladzijde
inneemt.

5. De inhoudelijke overeenkomsten van de teksten


Inhoudelijke overeenkomsten zijn er natuurlijk volop, aangezien het om dezelfde
tekst gaat. In deze paragraaf zal ik de kinderbewerkingen minder met elkaar
gaan vergelijken, maar, in tegenstelling tot de twee voorgaande paragraven, juist
vergelijken met de versie voor volwassenen.
De versie voor volwassenen begint, net als die voor de kinderen, met
klachten tegen Reynaert. Eén van de belangrijkste klachten komt van Isengrin de
wolf. Zijn klacht is dat Reynaert zijn vrouw heeft verkracht en over zijn kinderen
heeft gepist. Het viel mij op dat in de kinderversie geschreven door Biegel deze
klacht naar voren komt. Dit vond ik opmerkelijk voor een kinderbewerking. In de
andere versies ontbreekt deze klacht wel specifiek maar Reynaert doet wel
constant ‘iets’ tegen Isengrins vrouw en kinderen. Een andere overeenkomst in
vrijwel alle kinderbewerkingen is dat er voor Reynaert verkleinwoorden worden
gebruikt zoals ‘Rein’, ‘Reinie’ of ‘Reintje’. Het plan van het hof om Reynaert om
zeep te brengen wordt ook in alle voor kinderen bewerkte versies gerelativeerd.
Een laatste erg opvallende overeenkomst is dat de koningin in de kinderverhalen,
nog meer dan de koning, wordt neergezet als een op rijkdom beluste vrouw.

6. De inhoudelijke verschillen van de teksten


In dit hoofdstuk zal ik de inhoudelijke verschillen gaan mededelen. Zowel de
kinderversies onderling, als de kinderversies in vergelijking met de voor
volwassenen bestemde versie worden in dit hoofdstuk vergeleken. Ik wil
beginnen met de volwassene versie onder de loep te nemen en dan vertel ik hoe
de bewerkers dit hebben bewerkt.
Het eerste verschil dat ik wil noemen is de klacht van Isengrin. In de
volwassene versie is het zo dat Isengrin klaagt dat zijn vrouw verkracht is en er
over zijn kinderen is gepist tot ze stekeblind waren. Dit komt niet voor in de
kinderversies, op de versie van Biegel na, waar dit erg gerelativeerd wordt door
het feit dat hij het eerst over een andere klacht heeft, maar daar wil de wolf niet
bij stil staan. Want wat de wolf erger vindt is dat Reynaert zijn vrouw heeft
verkracht. ‘Dat heeft hij, jazeker. En mijn kinderen, weet u wat hij daarmee heeft
gedaan? Over ze heen gepiest heeft hij, de vuilak, terwijl ze lagen te slapen.
Twee, twee zeg ik, zijn er stekeblind van gebleven.’ Je ziet dat Biegel wel extra de
nadruk legt op hoe erg het wel niet is dat Reynaert die delicten bij zijn vrouw en
kinderen pleegt. Het eerste verschil zit dus in de seksualiteit die in de versie voor
volwassenen volledig aanwezig is en in de kinderversies wordt gerelativeerd of
weggelaten.
In het plan van het hof om Reynaert om zeep te brengen zit ook veel
verschil. Willems houdt zich aan het origineel. Reynaert wordt geradbraakt als hij
niet voor het hof komt. De kinderbewerkingen wijken hiervan af. Streuvels laat de
vos ophangen, wellicht voor kinderen geen verschil en daarom alsnog een erge
straf. Volwassenen zullen ophangen zien als een lichtere straf dan radbraken,
omdat dit tweede vele malen pijnlijker is (schijnt te zijn). In Oosterhoffs verhaal
wordt zelfs helemaal verzwegen dat het hof Reynaert wil afmaken. Of hiervan
sprake is, is dan ook niet duidelijk. In Biegel zijn bewerking valt het op dat het hof
de vos wel wil laten radbraken. In het volwassenen exemplaar wordt dit echter
nogal aanvallend gebracht: ‘Nobel zwoer, […] Komt gij niet, op zijn verlof en
bevel, terstond naar ’t hof, [..]Dat hij u, […] Zal doen raderen en breken.
Reinaert, Reinaert! hoor mij spreken! Ga met mij, en doe mijn raad.’ Biegels
bewerking is gerelativeerd en klinkt als volgt: ‘Als je niet meekomt, krijg je het
zwaar te verduren, hoor! Dan kom je op het rad, jongen, en dan word je uit elkaar
getrokken. Dat heeft de koning zelf gezegd. Dus eh –‘ Het kinderlijke verschil in
Biegels versie spat van Willems’ versie voor volwassenen af. Grashoff heeft, net
als Streuvels ook voor een galg gekozen.
Het laatste verschil dat ik wil aanhalen is zowel een verschil tussen de
kinderversies onderling als een verschil tussen de versie voor volwassenen en de
kinderversies. Dit is het voorkomen van de strohalm in episode drie. Dit ‘strootje’
zoals het door Biegel wordt genoemd, komt alleen voor in zijn versie voor
kinderen en het voor volwassenen bedoelde exemplaar. Uit de andere versies
voor kinderen ontbreekt dit. En hoewel dit in beide versies voorkomt is er nog
een verschil tussen beide. In Willems’ bewerking wordt enkel gezegd: ‘Nobel nam
een strohalm op, Sprak hem vrij van galg en strop.’ Biegel heeft er echter voor
gekozen om deze passage iets beter uit te leggen voor zijn jeugdig publiek:
‘Nobel raapt met een plechtig gebaar een strootje van de grond op, heft het
omhoog, spreekt zijn vergeving uit van alle wandaden die Reinaart en zijn vader
hebben begaan, en werpt het strootje als beladen met dit alles, verre van zich.’
Eerder heb ik al gezegd dat bij andere bewerkingen deze strohalm helemaal niet
voorkomt. De bewerkers hebben het waarschijnlijk niet belangrijk genoeg
gevonden om in een bewerking voor kinderen mee te delen.

7. Verschillen per jaar


Tussen de bewerkingen voor kinderen zit vijftig jaar. Dat is nogal een tijd. De taal
verandert, kinderen veranderen en de opvattingen van volwassenen met oog op
de opvoeding verandert. Met dit hoofdstuk wil ik even de verschillen in de
bewerkingen benadrukken met betrekking tot de voorgenoemde veranderingen.
De eerste bewerking die is behandeld stamt uit 1926 (Streuvels). Het
taalgebruik in deze versie is vrij lastig voor kinderen van nu. Ook wordt seks in
deze bewerking als taboe gezien. De klacht van Isengrin dat de vos zijn vrouw
zou hebben verkracht wordt achterwege gelaten en er wordt slechts vermeld dat
Reynaert de vrouw en kinderen van de wolf heeft mishandeld. Ook heeft
Streuvels besloten de vos niet te radbraken maar op te hangen. Volgens
Streuvels was radbraken óf een te moeilijk te begrijpen straf voor de kinderen
van 1926 óf te grof voor kinderen van die tijd. Daarnaast heeft Streuvels ervoor
gekozen om van te voren expliciet mee te delen waarom de vos verscheidene
streken uithaalt. De beer zou ‘stout’ zijn en de koning en koningin ‘hebberig’.
Twee eigenschappen die de daden van Reynaert goedpraten, dit vond de
schrijver schijnbaar nodig voor kinderen uit de jaren ’20.
Oosterhoffs bewerking (1935), het prentenboek, kent eveneens een taboe
op de verkrachting door de vos. Oosterhoff heeft het zelfs niet over
mishandeling. De bewerker heeft er voor gekozen dat de vos de wolf en zijn
gezin heeft geplaagd. Ook de straf die voor de vos zou gelden wordt niet duidelijk
verteld. Er is geen enkele link naar een doodstraf te vinden. De kinderen van
1935 waren volgens Oosterhoff waarschijnlijk te jong om zich met deze zaken
bezig te houden, daarom heeft hij het gerelativeerd. Opvallend vaker dan in
Streuvels werk doet Oosterhoff ook aan ‘kindnaturalisatie’ (Parlevliet §4,4). Dit
begrip wordt uitgelegd als een overbrugging van de volwassene cultuur naar de
cultuur van het kind, middels makkelijk taalgebruik, zoals verkleinwoorden en
dialogen, en vergelijkingen, zodat verhalen meer tot de leef- of belevingswereld
van kinderen behoren.
Biegels Reinaart de vos is geschreven in 1972. Hij neemt in tegenstelling
tot Oosterhoff en Streuvels geen blad voor de mond en zegt dat Reinaart zowel
de wolfs vrouw heeft verkracht als dat hij over diens kinderen heeft heen gepiest.
En ook dat Reinaart geradbraakt zal worden. Schijnbaar was Biegel van mening
dat kinderen in 1972 dit soort dingen wel aan konden horen en daarover
waarschijnlijk zelf een juist oordeel konden vellen. Opvallend is wel dat Biegel
niet nadrukkelijk zegt dat zijn verhaal een kinderbewerking is terwijl bij alle
andere versies wordt gezegd: ‘Voor kinderen bewerkt’ of ‘voor kinderen tot 12
jaar’. Biegel laat dit achterwege en slechts het taalgebruik maakt duidelijk dat dit
verhaal voor kinderen bedoeld is. Wel gebruikt de schrijver binnen dit taalgebruik
grovere woorden dan zijn voorgangers, zoals “gemene en smerige rotvos”. Hij
mag de taboes van de vorige versies dan doorbreken, hij brengt deze ex-taboes
wel op een dusdanige manier dat elk kind deze daden juist veroordeeld, zoals ik
middels voorbeelden al in het vorige hoofdstuk heb verteld. Ook Biegel maakt
dus erg veel gebruik van ‘kindnaturalisatie’ bij bijna elke mededeling in het boek.
Tenslotte nog Grashoffs kinderbewerking (1976). In de titel blinkt de
‘kindnaturalisatie’ al: De avonturen van Reintje de vos. In deze, vier jaar na
Biegels verschenen versie, is de seksualiteit (het verkrachten van Isengrin’s
vrouw en het beplassen van diens kinderen) wel weer een taboe. Hij pakt het
echter helemaal anders aan in vergelijking met zijn voorgangers. Grashoff heeft
er een eigen verhaaltje van gemaakt. ‘Reintje’ heeft ‘Izegrims’ vrouw bedrogen
zodat hij haar pap kon opeten en heeft hete pap over de wolf zijn kinderen heen
gegooid. Grashoff is over het algemeen erg vrij omgesprongen met de tekst en
heeft, waar volgens hem nodig, dingen weggelaten en dingen toegevoegd.

8. Conclusie
Hoe is de middeleeuwse dierenroman Van den vos Reynaerde bewerkt voor
kinderen? In de voorgaande hoofdstukken is dit stukje bij beetje beantwoord.
Voor de duidelijkheid zal ik daarvan een samenvatting geven.
De bewerkingen hebben vele veranderingen ondergaan: er worden in de
bewerkingen veel meer dialogen gebruikt dan in de versie voor volwassene; er
worden meer korte zinnen gebruikt; de bewerkingen zijn in hoofdstukken
ingedeeld; er zijn telkens één of meerdere afbeeldingen toegevoegd; de tekst is
voor de kinderen aangepast, ‘kindnaturalisatie’ met betrekking op het
taalgebruik van kinderen in een bepaald jaar; er worden verkleinwoorden
gebruikt; de belangrijkste klacht en de straf voor de vos wordt gerelativeerd; en
de volgens de bewerker minder belangrijke dingen worden weggelaten.
Met behulp van bovenstaande aanpassingen zijn alle bewerkers erin
geslaagd een kinderbewerking te maken van de beroemde middelnederlandse
dierenroman Van den vos Reynaerde. Naar mijn mening is Biegel hier het best in
geslaagd. Hij heeft een bewerking neergezet die weinig afwijkt van het origineel,
maar toch erg netjes en voldoende gerelativeerd is om voor kinderen geschikt te
zijn. Ook gebruikt hij kindertaal die tot de verbeelding spreekt en dit verhaal zou
nog steeds goed voorgelezen kunnen worden aan kinderen. Voorgaande in
tegenstelling tot andere bewerkingen voor kinderen waarin de taal simpelweg te
verouderd is.

9. Bibliografie
Bekkering, H., ‘Gullivers reizen voor kinderen: vooral over dwergen en reuzen’.
In: Literatuur zonder leeftijd. Tijdschrift voor de studie van kinder- en
jeugdliteratuur, 17. 60 (2003), p. 70-86
Biegel, P., Reinaart de vos. Haarlem: Uitgeversmaatschappij Holland, 1972
Grashoff, P., De avonturen van Reintje de vos. Alkmaar: Uitgeverij Kluitman, 1976
Oosterhoff, P.A.E., Reinaart de vos. Bussem: Gebroeders Koster, 1935
Parlevliet, S., Meesterwerken met ezelsoren, Bewerkingen van literaire
klassiekers voor kinderen 1850-1950.Hilversum: Uitgeverij Verloren, 2009
Streuvels, S., Reinaert de vos voor de vierschaar van Koning Nobel den leeuw.
Gent: Van Rysselberghe & Rombaut Uitgevers, 1926
Willems, J.F., Reinaert de vos, Den Haag: Bert Bakker, 1974 (heruitgave van
1834)
Zelfmonitoring
Ik vond het uitwisselen van versies en het nakijken erg handig. Zowel het
nakijken van anderen als mijn eigen nagekeken werk was leerzaam. Als ik fouten
bij anderen zag die ik van mezelf herkende heb ik ze aangepast.
Verder vind ik dat de kritiekpunten die ik heb gehad erg goed bruikbaar
waren. Mijn grootste probleem is, en daar ben ik mezelf ook bewust van, spelling.
Verder heb ik vaak commentaar gehad op te lange zinnen en dergelijke en
het overgebruik van het woordje “ik”. Nu moet ik bekennen dat ik een voorliefde
heb voor lange zinnen, maar op de plekken waar zinnen erg onbegrijpelijk leken
aangepast. Het gebruik van “ik” was ik me niet bewust van, maar vond ik zeer
handige informatie. Menige keren werd er gebruik gemaakt van “worden” en een
werkwoord in plaats van ik.
Naast feedback van klasgenoten heb ik ook nog werk uitgewisseld met een
ander studiegenootje, in een andere Schrijven en Presenteren werkgroep, een
vriend die in Nijmegen studeert en mijn ouders. Al deze feedback is bruikbaar
geweest en met name betreffende de spelling.
Ook de feedback van de docent. Die(!) over verwijswoorden, heb ik in me
opgenomen en geprobeerd te verwerken.
Ik denk niet dat bovenstaand verslag perfect is, want het is wel erg lastig
om academisch te schrijven. Wel heb ik, in vergelijking met het vorige blok, naar
mijn mening, vooruitgang geboekt.

You might also like