Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 30

Wiskundige methoden voor biomedische

wetenschappen

Voor 1ste Bachelor in de


Biomedische Wetenschappen

Arno Kuijlaars

KU Leuven
Les 10. Stelsels differentiaalvergelijkingen
Chapter 11: Systems of Differential
Equations
11.1 Linear Systems: Theory
11.2 Linear Systems: Applications
11.3 Nonlinear Autonomous Systems: Theory
11.4 Nonlinear Systems: Applications
11.1 en 11.2 doen we vandaag
11 Stelsels van DV
Vaak is er niet één onbekende functie, maar zijn er
meerdere onbekende functies
x1 (t), x2 (t), x3 (t), . . . , xn (t)
die veranderen in de tijd. Elk van de functies heeft
mogelijk invloed op de verandering in elk van de andere.

dx1
= g1 (x1 , x2 , . . . , xn )
dt
dx2
= g2 (x1 , x2 , . . . , xn )
dt
..
.
dxn
= gn (x1 , x2 , . . . , xn )
dt
Dit is een autonoom stelsel. Als rechterleden ook nog
afhangen van t dan is het niet autonoom.
11.1 Lineare stelsels

Het stelsel is lineair en homogeen met constante


coëfficiënten als

dx1
= a11 x1 + a12 x2 + · · · + a1n xn
dt
dx2
= a21 x1 + a22 x2 + · · · + a2n xn
dt
..
.
dxn
= an1 x1 + an2 x2 + · · · + ann xn
dt
Vectornotatie
Schrijf    dx 
x1 (t) dt
1

x2 (t) d⃗x  dx2 


 dt 
⃗x (t) =  .  , = . 
 
 ..  dt  .. 
dxn
xn (t) dt
 
d⃗
x
Dan is het stelsel = A⃗x (t) met matrix
 dt 
 
a11 a12 · · · a1n
a21 a22 · · · a2n 
A =  ..
 
.. .. 
 . . . 
an1 an2 · · · ann
Geval n = 2

Onbekende functies x1 (t) en x2 (t)

x1′ = a11 x1 + a12 x2


x2′ = a21 x1 + a22 x2

In matrix-vectorvorm
 ′    
x1 x a11 a12
′ =A 1 A=
x2 x2 a21 a22
Richtingsveld
x1′ = x1 − 4x2
Grafische methode voor
x2′ = −x1 + x2
Oplossing x1 (t), x2 (t) bepaalt kromme in x1 -x2 vlak
▶ Er geldt (vanwege kettingregel)
dx2 x′ −x1 + x2
= 2′ =
dx1 x1 x1 − 4x2
▶ Als kromme gaat door zeker punt (x1 , x2 ) dan geeft
dx2 −x1 + x2
=
dx1 x1 − 4x2
de richting van de kromme in dat punt
▶ Bv. in (2, −1) is het
dx2 −2 − 1 −3 1
= = =−
dx1 2+4 6 2
Richtingsveld
Richtingsveld: Zet in een groot aantal punten van het
x1 -x2 -vlak een pijl met richtingscoëfficiënt dx2
dx1
= −x 1 +x2
x1 −4x2
Kromme in richtingsveld
Elke oplossing raakt in elk punt aan de pijlen van het
richtingsveld.
Oplosmethode
Lineair stelsel in matrix-vectorvorm
 
d⃗x a11 a12
= A⃗x (t) A=
dt a21 a22

Idee: Zoek een oplossing van de vorm


 λt 
e u1
⃗x (t) = = e λt u⃗
e λt u2

met nog onbekende λ en u⃗.


Dan  λt 
d⃗x λe u1
= λt = λe λt u⃗
dt λe u2

A⃗x (t) = A e λt u⃗ = e λt A⃗

u
Eigenwaarden en eigenvectoren

d⃗x
= λe λt u⃗ en A⃗x (t) = e λt A⃗
u
dt
⃗x (t) voldoet aan lineair stelsel als en slechts als
 
 A⃗
u = λ⃗
u 

▶ u⃗ = ⃗0 geeft de constante oplossing

⃗x (t) = ⃗0 voor alle t

▶ Als u⃗ ̸= ⃗0 dan betekent A⃗ u dat u⃗ een


u = λ⃗
eigenvector en λ een eigenwaarde is van A.
Speciale oplossingen
Stel A heeft twee eigenwaarden λ1 en λ2 met
eigenvectoren u⃗ en ⃗v .    
▶ Twee oplossingen  e λ1 t u⃗ λ2 t
en  e ⃗ v die
elk liggen op een rechte
Superpositieprincipe
d⃗
x
Als ⃗y (t) en ⃗z (t) twee oplossingen zijn van dt
= A⃗x (t), en
c1 , c2 zijn constanten, dan is

c1 ⃗y (t) + c2 ⃗z (t)

ook een oplossing


▶ Dit is de essentie van het lineair zijn van het stelsel
Gevolg Als e λ1 t u⃗ en e λ2 t ⃗v oplossingen zijn, dan ook

c1 e λ1 t u⃗ + c2 e λ2 t ⃗v

▶ Dit is de algemene oplossing als λ1 ̸= λ2


▶ Constanten c1 , c2 hangen af van beginvoorwaarden.
Voorbeeld
x1′ = x1 − 4x2
Los op met
x2′ = −x1 + x2
beginvoorwaarden x1 (0) = 5 en x2 (0) = 0
11.1.3 Evenwichten en stabiliteit
 
⃗0 = 0
0
is een evenwicht van het lineaire stelsel d⃗
x
dt
= A⃗x
▶ Dit is het enige evenwicht als det A ̸= 0
Het evenwicht is stabiel als elke oplossing ⃗x (t) met ⃗x (0)
voldoende dichtbij het evenwicht voldoet aan

lim ⃗x (t) = ⃗0.


t→+∞
Stabiliteit bij reële eigenwaarden
In het geval van reële niet-samenvallende eigenwaarden
is de algemene oplossing

⃗x (t) = c1 e λ1 t u⃗ + c2 e λ2 t ⃗v

▶ Het evenwicht ⃗0 is stabiel als en slechts als

lim e λ1 t = 0 en lim e λ2 t = 0
t→+∞ t→+∞

▶ Dit gebeurt als λ1 < 0 en λ2 < 0

In dat geval is het evenwicht ⃗0 zelfs globaal stabiel.


▶ Waar je ook begint, er zal altijd gelden dat

lim ⃗x (t) = ⃗0.


t→+∞
Richtingsveld als λ1 < 0 en λ2 < 0

Evenwicht ⃗0 is stabiel.
Richtingsveld als λ1 > 0 en λ2 > 0

Evenwicht ⃗0 is niet stabiel.


Richtingsveld als λ1 < 0 en λ2 > 0

Evenwicht ⃗0 is niet stabiel (zadelpunt).


Complexe eigenwaarden
Het is mogelijk dat A niet reële eigenwaarden heeft.

x1′ = x1 + x2
Voorbeeld
x2′ = −x1 + x2
 
1 1
Matrix A= heeft eigenwaarden
−1 1

λ1 = 1 + i en λ2 = 1 − i

met bijbehorende eigenvectoren


   
1 1
u⃗ = en ⃗v =
i −i
   
Complexe oplossingen  e (1+i)t u⃗ en  e
(1−i)t
⃗v 
Complexe e macht
Wat is e λt als λ een complex getal is?
Definitie: Als z = x + iy een complex getal is, dan
 
z x+iy x
e =e = e (cos y + i sin y )
 
Deze definitie heeft gewenste eigenschappen (geen
bewijs):
▶ Als y = 0 dan is e z = e x de bekende e-macht van
een reëel getal.
▶ Als z1 en z2 complexe getallen zijn dan is
e z1 +z2 = e z1 · e z2

d λt
▶ Als λ een complex getal is dan e = λe λt
 dt
Complexe e-macht geeft verband tussen exponentiële
functie en goniometrische functies !!
Complexe eigenwaarde
Als λ = µ + iω met ω = Im λ ̸= 0, dan

e λt = e µt (cos ωt + i sin ωt)


 
Oplossing  e λt u⃗ is complex
     
λt λt
 
Reële oplossingen zijn Re e u⃗ en Im e u⃗
   
▶ Er is spiraliserend gedrag als ω ̸= 0 (vanwege
goniometrische functies)
▶ Oplossing spiraliseert weg van ⃗0 als µ = Re λ > 0
▶ Oplossing spiraliseert naar ⃗0 toe als µ = Re λ < 0
Conclusie:
▶ Evenwicht ⃗0 is stabiel als Re λ < 0
▶ Evenwicht ⃗0 is niet stabiel als Re λ ≥ 0.
Richtingsveld bij complexe eigenwaarden
Spiraliserend gedrag bij complexe eigenwaarden
Toepassing: Elektrische circuits (kringen)

Elektrisch circuit met


▶ Weerstand R
▶ Spoel (inductor) L
▶ Condensator C
▶ Spanningsbron V
▶ Stroomsterkte I

Bron: Wikipedia
Toepassing: Elektrische circuits (kringen)
Spanningsval over
▶ weerstand: RI
dI
▶ spoel (inductor): L
dt
Q
▶ condensator:
C
Lading Q voldoet aan
dQ
=I
dt
Tweede wet van Kirchhoff

Bron: Wikipedia dI Q
V = RI + L +
 dt C
Tweede orde DV

dI Q
Uit V = RI + L + volgt
 dt C
(als R, L en C constant zijn in de tijd).

dV dI d 2I 1 dQ
=R +L 2 +
dt dt dt C dt
dI d 2I 1 dQ
=R +L 2 + I want =I
dt dt C dt
Dit is een tweede orde DV voor de stroomsterkte I .

Als spanning V constant is, dan wordt dit een


homogene lineaire DV
d 2I dI 1
L + R + I =0
dt 2 dt C
Stelsel
d 2I dI 1
L2
+R + I =0
dt dt C
kunnen we omvormen tot een stelsel als we stellen
dI
x1 (t) = I (t), x2 (t) =
dt

dx1
= x2
dt
d 2I
 
dx2 1 dI 1
= = −R − I
dt dt 2 L dt C
1 R
= − x1 − x2
CL L
 
0 1
Lineair stelsel met matrix 1
− CL − RL
Wanneer oscillaties?
Neem bv. L = 1 en C = 1 vast
▶ Voor welke R > 0 zijn er oscillaties?

▶ Oscillerend gedrag als de matrix A van het stelsel


d⃗x
= A⃗x (t) niet-reële eigenwaarden heeft.
dt
In voorbeeld als L = C = 1,
 
0 1
A=
−1 −R

−R ± R2 − 4
A heeft eigenwaarden
2
▶ Niet-reële eigenwaarden als R < 2.
Einde
Volgende week behandelen we niet lineaire stelsels

Dat is de laatste les...

You might also like