MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

HC8  -­‐  28  MAART:  POSTSTRUCTURLISME   2  

HC  9  -­‐  4  APRIL:  ARCHIVE   5  
HC10  -­‐  11  APRIL:  GENDER   7  
HC  11  -­‐  18  APRIL:  INTERACTIVITY   9  
HC  12  -­‐  2  MEI:  COGNITIE  EN  AFFECT   11  
HC  13  -­‐  10  MEI:  SIMULATIE   13  

1
MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

HC8 - 28 MAART: POSTSTRUCTURLISME

• Michael Jackson als symbool van het overschrijden van grenzen
(bv zwart/wit, man/vrouw, mens/ding)

Poststructuralisme
Postmoderniteit: tijdsgeest, culturele mentaliteit

Postmodernisme: bewuste kunst- en cultuurstroming die afstand neemt van

modernisme/hoge cultuur

Poststructuralisme: theoretische stroming (Derrirda, Foucault, Barthes) ontstaan als een

kritische reactie op het structuralisme (de Saussure, Levi-Strauss)

>> De realiteit bestaat niet, einde van de grote verhalen, we leven in een hyperrealiteit

Deconstructie

Michel Foucault over Derrida: Hè writes so obscurely, you cant tell what he's saying.
>> Geen enkele betekenis staat vast; betekenisgeving is een oneindig proces
>> Dit betekent niet dat betekenis willekeurig is: er zijn meerdere betekenissen en die
kunnen we terugvinden in een tekst.

Anders dan structure-agency debat; alternatieve betekenissen zitten al binnen de structuur

(as opposed to structure-agency, waarbij de lezer een andere betekenis kan toekennen aan
de tekst; deze betekenis zit bij structure-agency nog niet besloten in de tekst)
>> Drie begrippen om deze onmogelijkheid te vatten
(dit is niet de deconstructie, dit zijn de tools voor deconstructie):

Differance, Postal & Parergon

• Deconstructie is niet de analyse van een tekst. Deconstructie gaat opzoek naar de aan-
en afwezige betekenissen die in de tekst zitten, aan de hand van traces (sporen)
• We kunnen pas een norm hebben als we een afwijking hebben. Deze afwijking is ook
gelijk een middel om de norm ter discussie te stellen.
• Deconstructie is dus niet iets dat achteraf van buitenaf plaatsvindt, maar al vanaf het
begin al in een tekst zit en daarbinnen aan het werk is.
• De binaire oppositie is hiërarchisch - niet zomaar tegenstelling, maar machtsverhouding.
(bv: norm is wit, zwart is nodig om wit dominant te laten zijn; maar is ook gelijk een
manier om de norm (wit) te bekritiseren)

'Reading against the grain'

Het herkennen van de sporen van de afwezige (vaak niet-dominante) betekenis
(bv: we zien wit, en denken daar automatisch zwart bij)

>> Vergelijkbaar met oppositionele lezing van Stuart Hall, maar ook hier zitten de andere
readings nog niet besloten in de tekst; bij Derrida wel.

2
MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

Differance
Dubbele betekenis differer:
0. Verschillen (to differ), ruimtelijk
1. Uitstellen (to defer), tijdelijk

De betekenaar verwijst naar een andere betekenaar, nooit naar een betekenis. De betekenis
staat dus nooit vast, blijft maar doorgaan.

Betekenis is volgens Derrida losgekoppeld van de intentie van de maker. Deze is wel
belangrijk, maar niet de enige betekenis die er is.

Postal
Taal en tekens circuleren in de cultuur als ansichtkaarten: een ansichtkaart is open,
iedereen kan hem lezen, ze zwerven van plek naar plek (tijdens het versturen).
>> De betekenis staat dus niet vast, de verzender en lezer staan niet vast want iedereen
kan het lezen

Vergelijk met Baudrillards 'bombardement van tekens.

>> Afzender en ontvanger staan niet vast; boodschap is openbaar en dus niet eenduidig
Wederom zowel ruimtelijk als tijdelijk

Voorbeeld: muziekvideo’s als ‘ansichtkaarten’ die verstuurd en ontvangen worden in de

media.

Parergon
Een tekst kan nooit worden losgekoppeld van de context. Ze horen bij elkaar en zijn
verworven met elkaar. Er bestaat geen tekst en geen context: ze zijn met elkaar verworven
>> De context is dus onderdeel van het werk.

Fantoom
Mediabeelden geven een hint van toekomstige afwezigheid; beelden zijn reproduceerbaar in
de toekomst. In ons beeld zit al een toekomstige geest.

‘Our disappearance is already here. … We are spectralized by the shot, captured or

possessed by spectrality in advance.’

‘Live’ media heeft ook een différance effect d.m.v. sporen van zowel verleden als toekomst.
Vb: This is It - een film over een concert dat nooit bestaan heeft; de aanwezigheid van het
concert weergeven in beelden van de repetities die nu fungeren als een fantoom van het
concert dat er nooit geweest is; aanwezig in zijn afwezigheid via de fantoom.

Michel Foucault (1926-1984)

Foucault was minder gevangen door de taal dan Derrida
>> maar voor beiden was het subject gevangen in de taal

Van passief naar actief

>> Dominante ideologie / Hegemonie / Interpellatie / Human agency

Zowel actief als passief

>> Discourse / vertoog

3
MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

Discourse
Discourse is ‘alles wat er over een onderwerp gezegd en geschreven kan worden’
(Hermes en Reesink, 61)

Discourse is ‘an organized and organizing bod[y] of knowledge, with rules and regulations
which govern particular practices’ (Storey, 128)

Discourse / vertoog:
1. maakt ‘spreken’ mogelijk
2. beperkt het ‘spreken’
3. constitueert het ‘sprekende’ subject

Verandering van het discours heeft effect op wat er over iets word gezegd.

Macht en discourse
• Macht is niet iets dat je bezit, maar dat je uitoefent
• Macht roept tegenmacht op (lijntje van Foucault naar Derrida)
>> er moet altijd een punt zijn waarin de macht ondermijnt kan worden.
• Macht is alleen te begrijpen als een netwerk van onderlinge relaties
• Macht is niet alleen repressief maar ook productief: het construeert en deconstrueert
discourses / vertogen

Panopticon
Gevangenis ontworpen door Jeremy Bentham in 1787 waarin de gevangene nooit weet
wanneer hij bekeken wordt; hierdoor gaat de gevangene zich gedragen, want hij zou
bekeken kunnen worden. De blik van de bewaker wordt dus geïnternaliseerd.

Gebruikt door Michel Foucault als metafoor voor disciplinering

Disciplinering d.m.v. (de mogelijkheid van) continue observatie

Letterlijk: de gevangenis, maar ook

>> surveillance camera’s; denk aan George Orwell’s 1984; Big Brother

Figuurlijk: vertogen van (dominante) ideologie, ‘subject in discourse’

Niet in college, wel in sheets:

Artifactualiteit
>> vermenging van ‘feit’ en fictie’; woordspeling: art/fact-uality, artifact/actuality;
kunstmatigheid en feitelijkheid (Derrida)

‘Feiten’ worden gemaakt door de mediatechnologie; denk aan ‘framing’

'Actuvirtualiteit
>> kunstmatige feitelijkheid is wel een actuele factor in de werkelijkheid
>>>> vergelijkbaar met Baudrillard’ s hyperrealiteit

4
MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

HC 9 - 4 APRIL: ARCHIVE
History of archives
>> An archive is powerful; it is tied up with institutions and power.

Servers are somewhere: they are in server farms

>> So our data is somewhere out there physically

For and archive to take place (as an event)

>> it has to be kept in place both physically and politically - Gane & Beer

Centres of calculation
Archives as governmental, law, power: those places where governments store the
information on their citizens.

The reasons for building up these archives are: economic (bv. taxes), security, health.

Michel Foucault:
The archive is first the law of what can be said, the system that governs the appearance of
statements as unique events

Discourse: pattern if signification, or a statement. These statements allow for repeatable

relations between things.

Foucault thinks of the archive as a structure of knowledge in a certain period of time.

The database allows a closer relationship with the public. So it is a transition from a very
closed governmental archive to something very open and networked (like Wikipedia).

Archives:
- The Mundaneum (1924): a kind of analogue Wikipedia

- The Memex (1945): an interlinked archive of documents for the purpose of research. It
was though up for the building of working networks that can build of knowledge. Based on
association: through association you build a path through the archive of documents;
you can recall or share this path.

- Project Xanadu (1960-): an alternative to the worldwide web. Combined ideas from
Mundaneum and the Memex. Very ideological: libertarian values, against institutionalism.

- The World-Wide Web (c. 1994): software that you needed to get on the Internet.

Manovich suggests that the database is the symbolic form of our age
>> We live in an archival age.

Natalie Bookchin: commentary of the fact that archives like YouTube are both individual and
collective at the same time >> Social media as a way of archiving our lives

5
MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

Media Specificity
Derrida: deconstruction >> Archive Fever: lecture delivered on the work of Freud
>> Contains important broad philosophical observation on media systems and memory.

Freud uses the Mystic Writing Pad as a model for our memory: the conscious and
unconscious.
>> Derrida is critical about this model:
>>>> He thinks that our memory is more like the relationship we form with the technology
we use. Media technologies don't just record our memories, they also form our memories.

- He thinks that the Mystic Writing-Pad is way too much an obscure technology to focus on.
There were more dominant forms of archival in the period Freud talks about.

>>>> Derrida approaches a position close to that of Marshal McLuhan.

Movie : Memento (Nolan, 2000)

Noir tripe of amnesia, Protagonist Lenard has a permanent short-memory loss. Lenard can
never build a continuous narrative.

- Lenard builds up a media system: he mediatizes his body, takes photographs and adds
notes about trust to them.
- Mediated dimensions of memory and the possibilities of aberrations
- Film itself demands memory work from the viewer. The viewer is also disoriented.

Derrida points out that archival technologies are important to us because we are finite. So
we persuade life not only through life, but also through technology.
>> The archive fever is the drive to expand the capacity of archival technology
>>>> from diskette to terabits

The Network Era

Archives and the Everyday

- People increasingly live through archives

So the archive is no longer something that people use to archive their lives, but is now
something that people use that structures their lives.

There are three main issues:

Acces: Google is personalized (think of the Memex). It is also a closed archival system

Persistence
www.archive.org = the internet archive; issue of persistence has to do with who owns the
data online; issue of the maintenance; geocities controversy; raises questions of what
happens when we put our personal feelings on the internet

Ownership:
Where are the data held, political questions on who owns data and under which conditions

6
MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

HC10 - 11 APRIL: GENDER

Sekse en gender
Simone de Beauvoir: "Je wordt niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt."
>> De vrouw werd cultureel bepaald, het gaat om mannelijke en vrouwelijke rollen.

Gender
>> sociale constructie, wat mannelijk en vrouwelijk is

Sekse
>> de biologische sekse van een mens

Nature vs. nurture debat: biologisch gegeven vs. sociale constructie

>> Sociale constructie herhaalt en bevestigt aangenomen biologisch verschil

Feminisme
Nog geen 40 jaar geleden mochten getrouwde vrouwen niet werken. Wij vinden feminisme
vaak drammerig, maar we hebben dus een wat kort geheugen betreft de situatie van de
vrouw.

>> Politieke beweging tegen onderdrukking door patriarchaat, kapitalisme, en/of ongelijke
rechten, maar ook bewustwording en 'finding a voice' (bell hooks)

Menging tussen politiek en wetenschap; ontwikkeling van theorie vertaald naar politieke
actie (manifest) en vice versa

Postfeminisme
>> connectie met postmodernisme en poststructuralisme; blootleggen van 'gendered'
structuren in hedendaagse (media)cultuur.

Gender en mediatheorie
Filmtheorie: basis in psychoanalyse, met name Laura Mulvey
>> (visual pleasure, to-be-looked-at-ness)

Traditionele rollen en opposities

>> Traditionele binaire opposities tussen vrouwen en mannen komen nog
verbazingwekkend terug, vaak in mediateksten.

Derrida: deconstructie dmv ‘reading against the grain’

>> de binaire oppositie is hiërarchisch - niet tegenstellingen maar machtsverhoudingen

Michel Foucault
>> vertogen binnen een netwerk van machtsrelaties >> macht roept tegenmacht op
>>>> macht is niet alleen repressief maar ook productief
>>>>>> het construeert en deconstrueert vertogen

7
MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

Tegenstellingen in benadering
Verschil tussen filmwetenschap en culturele studies volgens John Storey

Passieve kijker vs. Actieve kijker

Positie binnen de tekst vs. Positie buiten de tekst
Betekenisgeving in productie vs. Betekenisgeving in consumptie
Onbewust vs. Bewust
Pessimistisch vs. Optimistisch

Ien Ang, Dallas, 1982

Nadruk op actieve (vrouwelijke) kijker

- De ideologie van massacultuur (rechts als links) vs. de ideologie van de populaire cultuur
- Soap als 'vrouwelijk' genre; vergelijk met 'mannelijke' genres

Madonna 'Open your Heart' : To-be-looked-at-ness

(Muziek)tv als postmodern medium waarin grenzen continu worden overschreden
- Postmodernistisch 'spel' met binaire opposities

Laura Mulvey >> Vrouw als passief lustobject

Marry Ann Doane >> ‘vrouwelijkheid' als actieve 'maskerade' die strategisch gebruikt kan
worden om afstand te scheppen tussen de 'zelf' en het 'beeld'

Performance: spelen met de bestaande rollen (extreem vrouwelijk - extreem mannelijk)

>> Madonna neemt het op tegen de geconstrueerde rollen.

Judith Butler >> Gender Trouble (1990)

- Neemt Beveauroi als uitgangspunt, maar stelt dat niet alleen de vrouw, maar ook de man
sociaal wordt geconstrueerd

Niet letterlijk performance (zoals 'drag' dat de constructie van de performance expliciet
maakt), maar gender is wat je doet ('perform'), niet wat je bent

Queer studies
- Identiteit is niet iets wat je bent, maar wat je wordt door middel van constante herhaling

Cyberfeminisme (Donna Harraway)

- Cyborg is fysieke samensmelting van mens en machine
- Cyborg als zowel realiteit als metafoor; deconstructie van natuurlijke identiteit;
>> Cyborg wordt geconstrueerd, niet geboren.
- Kritiek op patriarchaat
>> maar ook op conventioneel feminisme dat terug wil naar 'oermoeder'
- Koppeling tussen verschillende vormen van onderdrukking
>> de vrouw, people of color, de arbeiders, dieren, het milieu

Beperkt houdbaar
>> Wordt gezien als onderdeel van de 3rde feministische golf
>>>> Bevrijd van het mannelijke juk is de vrouw nu gevangen onder het kapitalistische juk

8
MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

HC 11 - 18 APRIL: INTERACTIVITY
Interactivity can be studied as a formal property (eigenschap) of new media, but
also within social, political and cultural context.

GoogleBooks Ngram Viewer

>>looking at when and how many times certain words are used in online books on Google

- Interactivity as a term comes up around WOII, because then cybernetics came around
- In the 1980's there is a new spike: because personal computers came around

Key promises and critiques 1

New (and 'unimaginable') uses and forms of entertainment

- Interactivity as opposed to previous media technologies

>> non-linear (books vs. hypertext), two-way communication

# Critique: "cyberbole" Hype + technological determinism (Woolgar, 2002)

>> New technology does not automatically mean new uses and new forms.
New technologies are adapted to already existing situations and uses
Domesticated technology, or tech adapted to existing needs and practices.

Key promises and critiques 2

Personalization and unlimited choice

Daily Me is a concept from Being Digital by MIT professor and Wired columnist Nicholas
Negroponte (1995): tools and media are programmable, and no single experience has to be
the same as any other

# Critique: uses and users are built in, or 'programmed' (see also: profiling)
- Also: unlimited choice leads to useless choices, or 'feature bloat'
(Mathew Fuller in It looks like you're writing a letter, 2001)

Key promises and critiques 3

Liberation from geographical and social constraints
>> For business, telecommuting and virtual presentence

'Entangled' by machines
>> Not death of distance, but speeding up of ongoing social change, such as dissolution of
boundaries between work and leisure (Stephan Graham, 2007). You work and play on the
same machine. This is driven also by economics.

Underlying Key promises and critiques

New media effects derive from their technological capacities and formal features.
Critique: new media are effected within existing cultural, social and economic contexts.

9
MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

Formalist approaches to new media

Formalist media theories: perspective that focuses on technological and formal properties
>> Critical approaches that analyse, interpret, or evaluate the inherent features of a text
>>>> Key formalist: Bordwell and Thompson, McLuhan, Manovich, Bolt and Grusin

Early approaches to new media have been predominantly formalist ..

Manovich's principles of new media (2001)

Numerical representation
>> Digital and discrete

Modularity
>> Independent storage, any new media object can be broken up into multiple new media
>> A picture that is stored in pixels, that can be manipulated independently

Automation
>> Standard operations, functions that are pre-programmed
>> Automatic functions in Photoshop, templates in Word

Variability
>> No fixed state or path
>> Hypertext

Transcoding (computation)
>> Cultural expression is formed by principles of computer hard- and software).
>> Database as a symbolic form

Formalist theories of interactivity:

- McLuhan: hot and cold media. How do the medium's formal properties address the user's
senses? Film is hot <> TV is cold

- Manovich: myth of interactivity. How do the mediums formal properties serve to withhold
information or enable different interpretations? Cinema does this (Kuleshov effect)

- Manovich: closed and open interactivity. Interactivity is not an absolute property of new
media, but a relative one: how thoroughly can uses manipulate a media object?

Sociological and cultural approaches: interactivity doesn’t study what was a property of the
medium, but of the context in which it is used

Interactivity in context: political machines Political Machines (Barry, 2001)

Question: What purpose does interactivity serve?
Analysis: Science museum discourse (exhibits, policies, promotional material, etc.)
Conclusion: Interactivity as new "dominant model of how objects can be said to produce
subjects"

Think of Foucault: the Panopticon as a generalizable model for constructing docile subjects.
>> Notion of discipline may be being replaced by notion of interactivity

10
MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

HC 12 - 2 MEI: COGNITIE EN AFFECT

Gilles Deleuze (1925-1995; tijd centraal) Rizoom (= gas)

L'anti Oedipe: Kapitalisme en schizofrenie (Deleuze en Guattari)

>> Het verlangen ontstaat niet uit een negatief gevoel van gemis (PSY)
>>>> maar uit een positief gevoel van wordingsproces (becoming)

Het rizoom denken als een proces van 'becoming' dat permanent talloze nieuwe
verbindingen met de wereld maakt. Het is een model van denken, maar ook een model van
hoe onze hersenen functioneren - zij zijn ook rizomatisch, net als gas.

Kristalbeeld
- Bergson: de relatie tussen perceptie en herinnering. Actie-beeld, affectie-beeld,
herinneringsbeeld.

- Tijd is het co-existeren van verleden en heden (Vertigo, Hitchcock). Volgens Bergson leven
we in tijd, maar niet chronologisch: heden en verleden co-existeren

Deleuze: heden en verleden door elkaar noemt hij het kristalbeeld

Deleuze: alleen het heden is actueel, andere tijdslagen zijn virtueel
>> maar niet minder slecht!

Movement-image
Respecteert chronologische orde van gebeurtenissen
- een duidelijk verschil tussen het heden en verleden (klassieke Hollywood cinema)

Time-image
Het virtuele (verleden) en het actuele (heden) overlappen elkaar
- het verschil is onduidelijk -> verbeelding, droom, fantasie, hallucinatie, berin ring,
bewustzijn lopen door elkaar heen (vb: L'annee dernierea Marienbad, Resnais)

Affection-image
‘The Affection image is the close-up and the close-up is the face.’ De close-up abstraheert
het gezicht van zijn sociale functies en van de ruimtelijke en temporele dimensies; het
gezicht wordt een uitheems object. Het resultaat van dit abstractieproces, kunnen we het
gezicht niet meer toe-eigenen als spiegelbeeld, we kunnen ons er niet mee identificeren
- voelen het affect op meer directe wijze.

Deleuze laat zien hoe beelden direct effect kunnen hebben. Zijn theorie is daarmee een
alternatief voor de psychoanalytische theorieën.

Cognitivisme (de ... centraal)

Cinema als 'emotion machine'
>> Emoties zijn hierbij cognitief, rationeel
>>>> niet onbewuste processen, die zo centraal staan in de psychoanalyse
De betrokkenheid van de toeschouwer bij filmpersonages gebaseerd op morele evaluatie
van hun doen
>> Personages in gevaar krijgen meer sympathie
>> Uitzonderingen: de (immorele) personages die 'perverse allegiance' oproepen

11
MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

Structure of Sympathy (Murray Smith: Engaging Characters)

Central imagining > De toeschouwer verplaatst zich volledig in een personage, alsof je in
de schoenen van ander staat (empathie)
Acentral imagining > Meer afstand tussen personage en toeschouwer (sympathie)

>> Volgens Smith is de meeste identificatie van toeschouwers met personages acentral;
>>>> dit is minder psychologisch, dan cognitief

Recognition: de coherente opbouw van een personage in het filmverhaal.

Alignment: de mate van toegang tot de ervaring van het personage
Allegiance: de morele evaluatie van het personage

>> Perceptual subjectivity is niet hetzelfde als alignment

Fenomenologie (Vivian Sobchack, The Address of the Eye)

Lichaam en notie van intersubjectiviteit centraal:
- Subjectiviteit: het subject ( psychologische ik) met eigen agency & individueel standpunt
- Intersubjectiviteit: de commitment van het subject tot de wereld (verlangen)

Lichaam is een subject als het doorleefd lichaam (lived body, corps suject)
>> geen (Cartesiaanse) scheiding tussen lichaam en geest

Embodied vision
Body in film studies: traditioneel in het teken van to-be-looked-at-ness, identificatie en
performance; het lichaam als 'site' van representatie

Binnen film-fenomenologie nadruk op de intuïtieve en affectieve mimicry; een feedback loop

tussen lichaam van toeschouwer en 'lichaam' van de film als een viewing subject. Cinema
wordt hier dus gezien als een soort lichaam. Het gaat dus om een analogie tussen lichaam
en film.

Voor Sobchack is film dus niet alleen een object dat bekeken kan worden, maar ook een
subject dat kijkt. Een embodied presence met een eigen agency.

Cinema as event
Rick Altman: geluid is geen singulier fenomeen, maar multi-dimensionaal, complex en
heterogeen -> creëert een event (geluid omringt de kijker, het is overal)
>> IPV visual pleasure & desire, draait het hier om immersie en affect

Immersion & affect

Immersion: de toeschouwer neemt deel aan de cinema als een 'event' zonder een veilige
afstand (participation). Kader van het beeld verdwijnt

Affect (term uit psychologie, niet te verwarren met Affection-image van Deleuze!)
>> het directe, intuïtieve, pre reflectieve, lichamelijke mechanisme 'onderaan' de
emotionele ervaring; emotie = het cognitieve, reflectieve, betekenisvolle, vaak narratieve
'verslag' van deze ervaring.

Glue >> Affect & emotie tegelijk, verteld hoe het is om een verwarde teen te zijn, nog niet
zeker van de eigen identiteit

12
MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

HC 13 - 10 MEI: SIMULATIE
[Books Ngram viewer: when word was used often in books.]
[Etymology: the history of the meaning of words]

Historicizing simulation
First record of simulated in sense of 'imitative for purpose of experiment or training' is from
1966 (simulation in this sense dates from 1954).

Simulation: Imitation and Modeling

- Media technologies can be used to imitate or represent what exist, but also to test out
what may exist - experimentation and calculation.

Difference linked to concept's history.

- Flight trainers are imitation, or mimesis.
>> 1950s & 1960s - Cold war military strategy (USA vs SU)

- Herman Kahn, RAND corporation: predicting scenario of nuclear war - nuclear war
scenario

Orders of Simulacra (Beaudrillard, 1980)

First order: 'counterfeiting' nature, imitating nature. Weerspiegeling van echt iets of van
fantasie. Beaudrillard associates this with Renaissance art.
>> Example: Mona Lisa (real or perfect woman?)

Second order: mass production, seriality and reproducibility.

>> Example: Warhol - referring not to the real Monroe,
but to the reproducible concept of Monroe.

Third order: simulation, modeling, modularity

>> Example: the pop-art effect in Photobooth on the Mac.

Baudriallard: "Simulation is no longer that of a territory, a referential being, or a substance.

It is the generation by models of a real without origin or reality: a hyperreal." It
precedes and determines reality.

Third Order of Simulacra: Representation and the real thing.

>> Example: The Cheers replica bar - they are not nostalgic for the times when everybody
knew your name, but for Cheers.
>> Example: Starbucks draws on the idea of a small neighbourhood coffeeshop, but it is
the same everywhere. They have now decided to go unbranded, so it says "Coffee and tea,
inspired by Starbucks", but it really is still Starbucks
>> Example: Osama watching footage of himself

Simulation and reality effect

>> reality and appearance are the same (hyperreal)
>> reality is crash-tested before actually taking place (scenarios)
>> reality is 'coded', both in terms of computer code and generating data.

13
MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

Gane&Beer: the material turn

- Attention of media theory has moved from the "play of signs" toward the materiality
underlying simulation

A travelogue of media theories found on Planet Kittler

- He brings allot from allot of different theories (zie PP voor de exacte stroming en theorien)

Media Archeology
>> Getting to the different layers of media. Digging down into the history of media, to learn
about the history of media. A reaction to the speed of the changing of new media.

It (MA) also looks at how old media were once also new.
- Gramaphone, Film, Typewriter (1986/1999): what was the effect if this old media when
they were new.

Kittler and Lacan's 'orders' of subjectivity

- Gramophone - The Real (all that resists representation):
>> The phonograph does not hear as do ears that have been trained immediately to filter
voice, words and sounds out of noise; it registers acoustic events as such. Pure unfiltered
sound corresponds to The Real

- Film - The Imaginary (the mirror, the internalized image)

>> Cinema does not try to represent reality, but assembles it through psychological
mechanisms. It doesn't simply record, bring in the real. It edits, it creates an idealized self-
image. It does so through psychological mechanisms (bv memory, imagination, emotion).

- Typewriter - The Symbolic (a 'cut in the real', language)

>> "Our writing tools are also working on our thoughts" - Nietsche

Kittler and software studies. There is no software (1997)

>> Software conceals underlying hardware: BIOS-DOS>GUI
>> Software is an effect, while hardware is actually what's structuring communication.
>> A call to focus on the mundane properties that structure 'top-level' communication
>> The graphical user interface functions to "hide a whole machine from the users". It
doesn't give us acces to the machine - it limits, conceals it.

Kilter and McLuhanist Media Studies

• Gamophone and film were extensions of man (transmission), but with digital media,
eventually, "a total media link will erase the very concept of medium." instead of
wiring people and technologies, absolute knowledge will run as an edless loop. =>
media is een verlengde van mens, maar kan nu ook zelfs zonder de mens bestaan
(computation)

Kitler and Post Structuralism (Foucault)

>> In Post Structuralism discourse produces subjects, because it structures what is
possible.

Kitler: "What remains of people is what media can store and communicate." Today's subject
is nothing more or less then what media can store and communicate,

14
MEDIATHEORIE : HC Semester 2, Blok 2

Media theories not found on Planet Kitler

>> Cultural studies and (humanistic) Marxist approach.
>> Kittler is not interested in the meanings attached to technology or the agency of users,
but rather how "meanings are generated by an underlying technological framework" as well
as how "technologies exercise control over their users"

Simulation at the movies

Beaudrillard on the Matrix

>> "The very new problem of simulation is mistaken with the very classic problem of the
illusion, already mentioned by Plato. Here lies the mistake."
>> "The matrix is like a movie about the matrix that could have produced the matrix" -
meaning that The Matrix is part of the problem; the movie is critical of American society,
but it also relies on it for success, it goes against the system it is part of.

Simulation not as illusory realities, but as calculated realities (not representing what exists,
but testing what may exist)

Gattaca: genetic engineering and modeling

>> Note also how the 'materiality' of simulation (it's underlying technologies and devices)
also extends to the resistance of simulation's effects.

15