Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 15

VOETBAL

Sportspelconcept: een spelgerichte en coperatieve (sociale dimensie) methode


sportspel: doelspelen concept: instructiemodel o instructie: methodiek + didactiek o model: kan moedel staan maar vergt intensieve aanpak

Inspirerende LEER-situaties

1e vereenvoudig eindspel => GV (criteria) 2e vereenvoudigde grondvorm => Partile grondvorm (criteria) 3e vereendvoudigde partile grondvorm => oefenvorm (criteria) Symbolen: o GV o PGV o Oefv

GV en PGV: al spelend leren spelen oefv: niet, minder kunnende even uit het spel halen apart oefn laten herhalen 5 basisprincipes:

spelend leren spelen samenspelen staat centraal alle spelers worden bij het spel betrokken spelers dienen een sportspelbekwaamheid te ontwikkelen spelsituaties worden steeds complexer

GV1: technische elementen: balaanname, pas geven, speloverzicht krijgen GV2: GV1 blijven herhalen + nieuwe elementen (wreeftrap) Speelregels = spelopdrachten Spelopdrachten:

iedereen moet de bal aanraken voor scoren aangepast aan de methodiek (vb bal laag houden)

Spelregels: staan officieel omschreven door de voetbalbond Grondvormen die aan een antal criteria moeten voldoen:

het spelidee moet identiek zijn met dat van het eindspel de totaalstructuur van het eindspel moet bewaard blijven: o doelspelen zijn opgebouwd uit 3fundamentele aanvals- en verdedigingsacties, namelijk:

scoren en scoren beletten (AA') scorekansen creren en scorekansen verhinderen (BB') aanvallen opbouwen en opbouw van aanvallen storen (CC') elke aanvalsactie moet steeds gekoppeld zijn aan een verdedigingsacties de natuurlijke overschakeling van verdediging naar aanval en omgeeerd moet mogelijk zijn de opdrachten mogen niet volledig gesloten zijn

=> Elke grondvorm is zo een mijlpaal die telkens een nieuwe fase in het leerproces inluist Partile grondvorm die aan een aantal criteria moeten voldoen:

idem als bij de grondvorm met 1 verschil er wordt 1deelstructuur benadrukt AA', bb', cc' of aa', BB', cc' of aa', bb', CC' o AA: nadrukt wordt op scoren en scoren beletten gelegd o wat moest bij de GV moet hier niet meer => sneller in golven werken => beter voor onderwijs => meer leerlingen zijn actief

=> Elke partile grondvorm levert in elke fase van het leerproces een bijdrage tot spelverbetering Oefenvorm: isoleren van een actie uit de spelcontext 3fasen die worden onderscheden voor het aanleren van vaardigheden:

cognitivie fase (begrijpen) associatieve fase (verfijning van de bewegingsuitvoering) autonome fase (beweging is automatisch geworden)

Criterias waaraan zij moeten voldoen:


ze moeten zo dicht mogelijk aansluiten bij situatie van de partile grondvormen waarmee ze samengaan de koppeling van aanval en verdediging blijft zoveel mogelij behouden

=> elke oefenvorm is een aanvullend hulpmiddel om op elk niveau de spelbekwaamheid van iedere speler te bevorderen Tekening:

oneindig vele oefenvormen per PGV (zoveel je er kan vinden) hoe meer naar beneden hoe zwakker, hoe eenvoudiger : hoe donkerder hoe moeilijker, doe dichter bij het vierkantje

Deel 1:
Een context waarin de jonge spelers hun capaciteiten kunnen uitbreiden en vervolmaken:

een duidelijk en wel omlijnd concept beredeneerde en degelijke structuur spel- en spelersgerichte methodiek globale en veelzijdige aanpak collectieve en groepsgebonden werkwijze met opdrachten juiste en verantwoorde dosering, fysieke voorbereiding is zeer belangrijk

Grondvormen:

6 bepalen de opeenvolgende stadia in de kwantitatieve uitbouw van de leergang (spelvoorwaarden worden aangepast aan de mogelijkheden van de jonge spelers) De inhoudelijke vereenvoudiging van het eindspel maakt het alsdus mogelijk telken de relevantste technisch-tactische inhoud per niveau te selecteren sociale component blijft bij elke grondvorm aan bod komen: samen-spelen en vreugdevolle spel-beleving krijgen absolute voorrang op agressieve en egocentrische attitudes tactische vooruitgans is gelijk aan de technische (zij parallel) o tactiek = strategisch-cognitieve component van het spel en omvat in chronologische volgorde: waarneming en analyse van de spelsituatie, herkenning en beoordeling van de inhoudelijke problemen en keuze en programmatie van de gepaste oplossingen o techniek = bewegingsuitvoering (lichaams- en balbeheersing) samenstelling van de ploegen grondvormen als referentiepunten grondvorm zowel de uitgangssituatie als de eindsituatie geschikte spelvorm voor het onerhoud streefdoel is een zodanige vooruitgang, dat na enige tijd de overgang naar een hoger grondvorm mogelijk wordt

Partile grondvormen:

= structurele vereenvoudiging van de grondvorm ploegen moeten niet noodzakelijk uit hetzelfde aantal spelers bestaan volgorde van de 3deelstructuren hangt af van de spelcontext waarin de betreffende technisch-tactische elementen op de eerste plaats of in hun eenvoudigste vorm vooromen spelopdrachten kunnen aangepast worden (waarborgen van de veiligheid,...) andere aanpassingen om alle deelnemers gelijke kansen te geven: o voor meer begaafden, invoeren van handicaps (slechte voet) o stimulerende opdrachten (optreden als libero) o minderbegaafden kunnen bevoordeligd worden (vrij aantal balcontacten) o aangemoedigd worden (scoren dubbel laten tellen)

Oefenvormen:

elemntaire vereenvoudiging van de partile grondvorm moeten aan het criterium beantwoorden en dicht bij de behandelde partile grondvorm aansluiten juiste keuze maken qua oefeningen 5suggesties als toelichten bij het gebruik van oefenvormen: o tegenspelers (pasief, half actief, actief o intensiveren van een oefening = druktraining o aanleerfase o differentiatie o individualiseren

Methodisch-didactisce gegevens:

toepassing op het terrein juiste inschatting van de beginsituatie kwalitatieve verbetering o eerste weg naar kwaliteitsverbetering is de grondvorm zelf o tweede weg naar kwaliteitsverbetering is de partile grondvorm o derde weg naar kwaliteitsverbetering zijn de oefenvormen o nog steeds geen voldoening na de 3e weg dan zijn gemakkelijkere oefeningen en eventueel zelfs echte initiaties aangewezen praktische richtlijnen: o het duurt een tijd vooraleer jonge voetballers zich mentaal hebben ingesteld o volgen van een vaste lijn o nooit te snel, noch te frequent van spelvorm veranderen o tijd hangt af van het juiste ogenblik om over te schakelen naar een volgende fase o organisatie hangt van het aantal spelers o neutralen inschakelen bij partile grondvormen als de ploegen ongelijk zijn in aantal o beurtrol inm met keepers of vliegende keepers o de samenstelling is bijna altijd heterogeen => differentiatie is dus nodig extra-stof basis-stof aanpassings-stof begeleiding: o graag met jonge mensen omgaan als begeleider o perfecte organisatie hebben o klare en duidelij omschreven opdrachten hebben o technische uitleg en demonstratie gaan samen o coachen van een spelvorm Structuur van de les en de training o opwarming gebruik van de bal (oefeningen gekend vanuit de vorige les of training, dicht aansluiten bij het te behandelen thema en que intensiteit en tempo progressief verzwaard kunnen worden) balgoochelen (balgevoel en balvaardigheid fel verbeteren

kern

de eigenlijke leerstof leergesprek fouten-analyse gevolgt door de remediring demonstratie met alternatieve vraagstelling obeserveren en permanent evalueren actieve informatie geven eindevaluatie fysieke en psychische ontspanning na de inspanning wordt beter in openlucht dan in de kleedkamers gedaan loslopen, uitlopen met of zonder bal streching cooling down opbergen van het materieel en terugkeer naar de kleedkamers

het slot

School en clubvoetbal:

school: vormingsmiddel voor allen clubverband: veeleer prestatiegerichte activiteit voor motorisch begaafden Voetbal op school: o rekening houden met: sociale aspecten (samenspelen) cognitief leren (verbetern van spelinzicht en het progressief meer gestructureerd spelen) motorische component (beheersing van echt relevante vaardigheden) alle leerlingen moeten op einde van hun schooltijd op een behoorlije manier actief en enthousiast kunnen meedoen grondvorm 4als eindstadium horizontale progressie volgen kader pag 33 jeugdvoetbal in clubverband: o verschillen ten opzichte van school beginsituatie (grotere motivatie, clubsfeer in een stimulerende omgeving is intenser) wekelijkste training(en) wedstrijden met of tegen anderen van het-zelfde niveau te spelen verticale progressie 6grondvormen elk seizoen alle trap-, receptie-, dribbel- en kopspeltechnieken moeten achtereenvolgens aan bod komen

Deel 2:
Benodigdheden materiaal:

voetballen (nr 4, nr5 vanaf scholieren) verkeerskegels (hoeken en doelen)

3 stellen truitjes of overgooiers van verschillende kleur houten, witgeverfde ronde schijfje (afbakenen zones en ruimtes)

Symbolen pagina 37:


balweg lage pass balweg hoge pass loopweg speler zonder bal loopweg speler met bal doelpoging bal doelman (K) neutrale speler (N) neutrale doelman (NK) spelers

Grondvorm1:

1e voetballes: allen zeer ongelijk moeilijk verkrijgbaar niveau sommigen hebben al enige initiatie gehad sommigen missen elke sportgerichte basis

aantal spelers:

aantal spelers per ploeg moet beperkt worden (geen 1/1 spelvorm) 3/3 is zeer goed , 4/4 is al meer gecompliceerd besluit: o aantal veldspelers in de eerste, niet meer te reduceren grondvorm is 3 o ook opstellen van doelwachters, dan mogen deze enkel hun doel verdedigen en niet als veldspelers optreden o eerste grondvorm is dus K + 3 / 3 + K

afmetingen van het speelveld:

besluit:
o o

in de eerste grondvorm: 30 x 30 m of 35 x 25 m

breedte van de doelen:

besluit:
o o

varieert: van 3 m tot 7.32m

spelregels:

besluit:
o

de gewone spelregels blijven gelden in de 1e grondvorm, maar met enkele beperkingen:

geen buitenspel geen ballen hoger dan knie- of heuphoogte geen inworp, maar intrap geen lichaamscontacten

technische inhoud:

n trap- en n receptietechniek samen met een elementaire keeperstechniek

overzicht:

traptechniek: o lange, vlakke pass met binnenkant keuzevoet (stilliginde bal, rollende bal) receptietechniek: o lange bal speelklaar aannemen met binnenkant keuzevoet (stand uit verschillende richtingen, in beweging aan- en meenemen, aantal balcontacten aannemen en doorspelen geleidelijk verminderen) keeperstechniek: o lage bal tegenhouden: rechts aankomende bal grijpen zijdelings aankomende bal afweren o bal met de hand inrollen

Richtlijnen bij uitvoering:

traptechnieken: o lage vlakke pass met binnekant voet: standbeen lichtjes buigen steunvoet naast bal met de punt naar de speelrichting trapvoet naar buiten draaien tot loodrecht op de speelrichting de bal vol raken duwen in de gewenste richting punt van trapvoet naar boven aangetrokken houden met de armen voor evenwicht zorgen receptietechnieken: o speelklaar aannemen van lage bal met binnenkant voet: stanbeen lichtjes buigen steunvoet plat op de grond houden met de punt naar de richting van de aankomende bal speelvoet naar buiten draaien tot de loodrecht op de richting van de aankomende bal de toegespeelde bal afremmen door met je ontspannen speelvoet even mee te geven, zo vermijd je dat hij terugkaatst en hou je hem zo binnen speelbereik punt van de speelvoet iets hoger houden dan de hiel: zo zal de bal niet over je wreef wegglijden bal zo aannemen dat je hem gemakkelijk en snel in de gewenste richting kunt doorspelen de bal zoveel mogelijk aannemen met de binnen, zo weinig mogelijk met de buitenkant

keeperstechnieken: o opvangen of afweren van lage bal door keeper: plaats je zoveel mogelijk met voeten aaneengesloten achter de bal grijp de recht aankomende bal met beide handen aaneengesloten achter de bal, de pinken tegen elkaar, de duimen naar buiten laat je snel zijwaarts vallen bij zijdelings aankomende ballen, tracht je lichaams als scherm te gebruiken en toets te ver zijdelings aankomende ballen weg Besluit: o de aan te leren en toe te passen basistechnieken van voetbal, zijn in de eerste grondvorm fundamenteel: de lage, vlakke pass het aan- en meenemen van een lage, vlakke bal de afweer van een lage bal door de keeper

Tactische inhoud overzicht:

ploeg in balbezit: o door samenspel: pass-selectie en vrijlopen, balbezit blijven behouden, aanvallen opbouwen, scorekansen creren en doelpunten scoren Ploeg niet in balbezit: o balverovering: interceptie door positiekeuze, balbezit trachten te verwerven voor ze scoren

richtlijnen bij uitvoering:

ploeg in balbezit: - speler aan de bal: o samenspel o bal niet drgen o oogcontact o bij pass-selectie rekening houden met je medespelers o kijken naar de positie van je tegenspelers o bereken van risico van je pass o pass laag en vlak geven o nauwkeurig passen o snel passen en op het juiste moment o krachtig passen o verzeker je pass door tegenvoets te spelen o nooit passen in de rug van je medespeler o na ontvangst bal zo snel mogelijk doorspelen o de bedoeling van je pass zo lang mogelijk verbergen o nooit na je pass blijven staan speler niet aan de bal: o meespelen zonder bal

je laten zien en horen niet achter een tegenspeler verbergen gekruist lopen achter de verdedigers door nooit met je rug naar de bal keren balbezitter in moeilijkheden helpen bal tegemoet gaan wanneer de pass voor jou bestemd is vrije ruimte opzoeken ritmewijzigingen gebruiken tegenspeler mee weg lokken ploeg niet in balbezit: -veldspeler: o positie tussen bal en doel o nooit met andere medespeler naar n zelfe speler o nooit op 1lijn spelen achteraan o nooit op de man in balbezit vliegen o de speler naar buiten toe drijven o voortdurend klaarhouden om voordeel te halen uit technische of tactische tekortkomingen van je tegenspelers o vermijden dat een tegenspeler in je rug kan aangespeeld worden o aanspeelbaarheid van je tegenspelers verminderen o zowel naar de bal als naar tegenspelers kijken, je nooit laten verassen keeper: o aandachtig het spel volgen o shiethoek verkleinen door een pas voorwaarts te kiezen o steeds de dichtste hoek afdekken tov de bal o lichaam achter de bal houden (als het kan) o bal vastgrijpen => met beide handen bal tegen de borst drukken o niet grijpen => weg toetsen o organiseren van de verdediging voro je o met opgevangen bal een aanval voor je ploeg opbouwen besluit: o het inzicht in de tactische basisprincipes van voetbal, wordt in deze eerste grondvorm bijgebracht en ontwikkeld: aanvallend: de principes van samenspel (pass-selectie en vrijlopen) bij balbezit verdedigend: de principes van positiekeuze (interceptie en rugdekking) bij balverlies
o o o o o o o o o

Grondvorm2:

sociale vaardigheden strategisch-cognitieve vaardigheden motorische vaardigheden

Aantal spelers:

K+3/3+K

Afmetingen speelveld:

30 x 20 m of 35 x 25m

Breedte doelen

van 3m tot 7.32

Spelregels:

geen buitenspel geen ballen hoger dan knie- en heuphoogte geen inworp, maar intrap geen lichaamscontacten

Technische inhoud:

uitbreiding van technische vaardigheden wat op tactisch vlak ook meer perspectieven zal bieden

Overzicht:

Traptechnieken: o lage, vlakke pass met binnenkant zwakke voet: stilligende en rollende bal nauwkeurig en speelklaar doorspelen o laag doelschot met volle wreef keuzevoet: botsende, rollende en stilligende bal op doel schieten o korte, vlakke pass met buitenkant keuzevoet: stilligende en rollende bal Receptietechniek: o lage bal speelklaar aannemen met binnenkant zwakke voet in stand en in beweging de bal aannemen met de ene en doorspelen met de andere voet, het aantal balcontacten beperkend tot 3of2 Keeperstechnieken: o zijwaarts uitvallen (duiken): uit zit, knienstand, halve buigstand o bal wegtoetsen: met handpalm, met vuist(en)

Richtlijnen bij uitvoering:

traptechnieken: o laag doelschot met volle wreef: korte, boogvormige aanloop als de bal stilligt naar de bal kijken steunvoet naast (bij voorwaarts rollende bal voor) de bal met de punt naar de speelrichting en je standbeen lichtjes doorgebogen trapvoet gefixeerd in het enkelgewricht en met de punt naar de grond richten

speelbeen zwaaien van achteren naar voor en raak de bal vol met het midden van je wreef, de voetpunt rakelings boven de grond en de knie boven de bal neig je bovenlichaam bij het trappen goed voorwaarts boven de bal, zorg met je armen voor evenwicht en blijf na het trappen kijken naar de plaats waar de bal lag

korte valkke pas met buitenkant voet: o hel, met je volle lichaamsgewicht op je steunvoet, lichtjes over naar de tegengestelde kant van de pass-richting o tik de bal na een korte beweging van je speelbeen van binnen naar buiten, met de buitenkant van je trapvoet o hou daarbij die voet gestrekt en gefixeerd, lichtjes naar binnen gedraaid, met de punt naar de grond gericht keeperstechniek: o zijwaarts uitvallen en bal wegtoetsen als keeperstechniek: hou je altijd klaar om te duiken: neem daarom de keepershouding aan: benen half gebogen, romp voorwaarts geneigd) leer afwisselend met rechter- en linkervoet afstoten om ver zijwaarts uit te vallen komt een niet te harde bal te ver om vast te grijpen, gebruik dan je handpal om hem te doen afwijken: je voelt de bal beter aan. Komt de bal hard aan toets hem dan met je vuist weg besluit:
o

de fundamentele basistechniek van de eerste grondvorm wordt in de tweede verruimd met volgende elementen de lage, vlakke pass met binnen- en buitenkant voet het schot op doel met volle wreef het aannemen en doorspelen van de bal zonder tijdverlies de efficintere afweer van zijdelingse ballen naar doel

Tactische inhoud

driehoeksformatie (met punt naar voren of naar achteren gericht specifiek: o ploeg in balbezit: samenspel beter gestructureerd dan in grondvorm1. Het vrijlopen wordt gecordineerd door: geregeld in steun te komen van een medespeler in moeilijkheden om hem te helpen in zijn pass-selectie anticiperen en vrije ruimte opzoeken om een goede pass uit te lokken los haken ankeren om directe tegenspeler mee te lokken aanvalsopbouw van de ene naar de andere flank plaatswissel schotselectie o ploeg niet in balbezit, balverovering beredeneren door:

het storen van de aanvalsopbouw verhinderen van scorekansen, eerste vorm van zonedekking beletten van het scoren, doel beter verdedigen

Richtlijnen bij uitvoering:

ploeg in balbezit: o bal van links, doorspelen naar rechts en omgekeerd o buitenkant voet gebruiken om je tegenspeler te verassen om met je pass tegenvoets te spelen o in diepte en breedte afwisselen van plaats met je medespelers o bal kort aannemen zodat je hem meteen kunt doorspelen o rondkijken voor je de bal krijgt (in gedachten n tijd voor je acties zijn) o bal plaatsen met binnenkant voet buiten bereik van de doelman (dicht bij doel) ver bij doel (wreeftrap) of pass bij te ver van doel zijn of te scherpe hoek ploeg niet in balbezit: o balbezitter niet rustig laten uitverdedigen o terrein in denkbeeldige zones verdelen o zorgen voor een schuine rugdekking tussen bal en eigen doel o als keeper concetreren op het spel en plaats je zo dat je de schiethoeken verkleint, eerst bij de bal bent op dieptepassen en steeds de dichtste hoek tov de bal afschermt besluit: o doelstellingen op tactisch vlak kunnen in de tweede grondvorm als volgt worden samengevat: aanvallend: een beter gestructureerd samenspel door het invoeren van de plaatswissel (standaardcombinatie), samen met een betere organisatie van het vrijlopen en een meer beredeneerde schotselectie verdedigend: een meer rendabele balverovering door het toepassen van zonedekking

Grondvorm 3 Aantal spelers:

K+4/4+K

Afmetingen van het speelveld:

35 x 25m tot 50 x 35m

Grootte van de doelen:

3m tot 7.32m

Spelregels:

geen buitenspel geen ballen hoger dan knie- of heuphoogte geen inworp, maar intrap

geen lichaamscontacten

Technische inhoud

spelen in n tijd: overzicht: o traptechniek: laag toegespeelde bal in stand of in beweging met n contact doorspelen: met een laag vluchtschot met volle wreef: op pass recht of schuin achteruit op laterale pass op dieptepass met een terugspeelpass met binnenkant voet, over een hoek van minder dan 45 met een deviatie met binnen- of buitenkant voet, over een hoek van meer dan 45

Richtlijn bij uitvoering: o laag vluchtschot met volle wreef: laag doelschot met volle wreef bovenlichaam bij het trappen goed voorwaarts boven de bal neigen het het grootste belang aan je timing; voor de juiste beweging uit op de juiste plaats en op het juist moment o terugspeelpass met binnekant voet:: lage, vlakke pass met binnenkant voet hou je speelvoet extra-geod gefixeerd in het enkelgewricht duw de bal terug in de gewenste richting o deviatie: binnenkant voet: maak gebruik van de kinetische energie van de aankomende bal en laat hem op de binnenkant van je voet in de gewenste richting afwijken zet altijd minstens n stap naar de bal toe buitenkant voet: raak de toegespeelde bal even met de buitenkant van je voet voer meteen met je voetpunt een snelle, draaiende beweging uit van binnen naar buiten besluit: o de bijkomende technische elemeten in de 3e grondvorm zijn: het laag vluchtschot met volle wreef de terugspeelpass met binnenkant voet de deviatie met binnen- en buitenkant voet

Tactisch inhoud

dubbelpass en de 1-2 overzicht o flexibele ruitvorm (98)

specifiek: o ploeg in balbezit maakt gepast gebruik van: dieptepass tussen 2tegenspelers in dubbelpass met een medespeler (target-man) die zich van zijn tegenspeler loshaakt en de bal teruglet Tekening

1-2 combinatie tekening

ploeg niet in balbezit zorgt voor: o zonedekking door de centrale laatste man, die dieptepassen ontvangt en zijn 3medespelers in de rug dekt o zonedekking in functie van de werkende vleugel: terwijl de speelruimte van de balbezitter beperkt wordt de dichts bijzijnde verdediger, zorgen zijn medespelers voor rugdekking door zich trapvormig in schuine lijn tussen hem en eigen doel op te stellen; de deking van de rechtstreekse tegenspeler wordt dan losser naarmate men verder van de bal verwijderd is o remmend wijken en verdedigen in trechtervorm om in een minderheidssituatie tijd te winnen en gelegenheid te krijgen terug te keren tot een georganiseerde opstelling

Richtlijnen bij uitvoering:


besluit: centraal op tactisch vlak staan in deze derde grondvorm: o het samenspel per 4 o de standaardcombinaties: dubbelpass en 1-2

de verder uitgewerkte zonedekking

You might also like