Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 36

Reader Visual Basic

Door: M.W. Blom & W.T.C. Scheer, Studierichting TBK

Voorwoord
Met het vak Visual Basic worden de beginselen van het programmeren bijgebracht. Wij als auteurs, derde jaars Technische Bedrijfskunde, hebben dit achteraf als nuttig ervaren aangezien deze kennis ook noodzakelijk bleek voor verdere vakken. Deze reader kan nuttig zijn bij het uitwerken van de verschillende opdrachten. Het is de bedoeling om de hoofdstukken in de aangegeven volgorde te doorlopen. Deze reader voorziet in de behoefte van relevante literatuur. Uit ervaring weten wij dat het boek, basiscursus Visual Basic, niet goed aansluit bij de lesstof. Het kan hooguit nog dienen als naslagwerk, waarbij n boek per klas studenten als voldoende kan worden beschouwd. Wij als auteurs streven ernaar om kwalitatief hoogwaardig product af te leveren. Om dit te bereiken kan je als auteur niet buiten de gebruiker om. Aanbevelingen voor verbeteringen kunnen doorgegeven worden aan de desbetreffende docent. Wij zullen in samenwerking met de docent de verbeterpunten evalueren en opnemen in een nieuwe versie van deze reader. Rijswijk, maart 2005 Auteurs, Maurits Blom Walter Scheer

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord 1 2 3 4 5 6 Introductie Toekennen Herhalingsopdrachten Textfiles Modules en Arrays Administratieve Bestanden Bijlage 1 Bijlage 2 18 21 26 4 8 15

35 36

INTRODUCTIE

In dit hoofdstuk wordt de basis van Visual Basic behandeld. Het is verstandig om dit hoofdstuk niet alleen door te lezen, maar ook de beschreven voorbeelden uit te voeren. Om dit goed te kunnen doen zijn de volgende hulpmiddelen noodzakelijk: Het programma Visual Basic. Dit programma is standaard genstalleerd op de computers van de TH Rijswijk. Het programma NSD-Editor. Dit programma staat op veel computers op de TH Rijswijk genstalleerd. Mocht dit niet het geval zijn, dan is het te downloaden van internet. Dit kan door bij een zoekmachine te zoeken naar NSD-Editor. Mocht dit programma niet beschikbaar zijn kunnen de PSDs ook met de hand getekend worden. In dit introductiehoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: Het maken van een PSD De globale werking van Visual Basic Het maken van een Visual Basic programma Het testen van een Visual Basic programma. Het oefenen met eenvoudige opdrachten Bij dit hoofdstuk zal steeds de stof worden uitgelegd aan de hand van een voorbeeld. Als voorbeeld is de volgende opdracht genomen: * Ontwerp een programma dat twee gehele in te lezen getallen bij elkaar optelt 1.1 Het maken van een PSD met NSD Editor Na het opstarten van NSD-Editor verschijnt het scherm zoals hiernaast is weergegeven. Met de knop new, links bovenin kan een nieuwe PSD worden gemaakt. Hier wordt gevraagd naar de naam van de PSD. Het opstellen van een PSD gebeurd met de knoppen links van het scherm. Voor dit hoofdstuk is vooral de bovenste knop van belang, de knop statement. Door deze knop naar de diagram te slepen kan er een statement aan het diagram worden toegevoegd. Door zo te werk te gaan kan elk mogelijk PSD gemaakt worden. In het geval van de voorbeeld opdracht ziet het PSD eruit zoals weergegeven is in figuur 1.2

1.2

De globale werking van Visual Basic Na het opstarten van Visual Basic vraagt het programma welk type project er gestart moet worden. Bij alle in deze reader voorkomende opdrachten gaat het om een Standard EXE project. Nadat er is gekozen voor een Standard EXE document verschijnt er een scherm met verschillende velden zie figuur 1.3. In de werkbalk links in het scherm staan de verschillende tools die kunnen worden gebruikt. Door met de muis over de knoppen te gaan wordt duidelijk wat de knoppen precies inhouden. Door een knop te optie te selecteren kan het formulier (form1) worden opgebouwd. In figuur 1.3 is een command button (command1) geplaatst en er is een tekstvak (text1) geplaatst. Als dit gebeurd is, kan worden begonnen met het invoeren van de programmacode.

1.3 Het maken van een Visual Basic programma Het invoer scherm voor de programmacode wordt geopend door te dubbelklikken op de command-button. Door dit te doen verschijnt een veld met het commandos Private Sub Command1_Click() en End Sub. Tussen deze twee commandos in moet de programmacode worden ingevoerd. Elk (sub) programma bestaat uit vier delen. In figuur 1.4 zijn deze vier delen steeds aangegeven door steeds een stukje verder in te springen.

Deze vier delen zijn: 1. Dimensionering: De computer moet de ingevoerde waardes onthouden en daarvoor is een stukje geheugen vereist. Dit wordt aangegeven in het eerste gedeelte van het programma. In het voorbeeld is gekozen voor de namen getal1, getal2 en som. Hier mogen ook andere namen voor worden gebruikt, deze namen maar overeenkomen met de rest van de programmacode. Er zijn verschillende datatypen voor deze dimensionering. In het voorbeeld is gekozen voor Integer. De drie belangrijkste datatypen zijn: a. Integer: Positieve of negatieve gehele getallen, niet groter dan 32.767 b. String: Tekenreeks; wordt gebruikt voor alfanumerieke gegevens c. Single: Positieve of negatieve komma getallen, groot bereik Meer informatie over de verschillende datatypen is te vinden in hoofdstuk 7 van Basiscursus Visual Basic. 2. Invoer: Een eenvoudige manier om gegevens in te voeren in Visual Basic is het gebruik van de InputBox (let op de twee hoofdletters). Dit gedeelte van het programma komt overeen met de lees getal zinnen uit het PSD. Hier worden de waardes in het geheugen van de computer ingevoerd. 3. Berekening: In dit gedeelte van het programma wordt de vereiste berekening uitgevoerd. De berekening die in het geval van het voorbeeld wordt uitgevoerd is: som = getal1 + getal2. Tegelijk wordt hier de variabele som van een waarde voorzien. 4. Uitvoer: Het laatste gedeelte van het programma bestaat uit de uitvoer. Ook kan hier tekst aan de uitvoer worden toegevoegd. In het voorbeeld is dat het zinnetje De som is . Let hier op het gebruik van de aanhalingstekens. 1.4 Het testen van een Visual Basic programma. Om na te gaan of het programma ook werkelijk doet wat er van verwacht wordt kan het programma getest worden. Dit gebeurt door het programma te laten runnen. Door op de start button wordt het programma getest. Als het programma hier een foutmelding geeft dan is er waarschijnlijk een commando verkeerd gespeld. Een kritische blik op de programmacode kan dit probleem verhelpen. Mocht dit niet het geval zijn, dan kan er gebruik worden gemaakt van de debug mode. Deze wordt gestart met F8. Door steeds op F8 te drukken doorloopt het programma stap voor stap de te ondernemen acties. Hierdoor is nauwkeurig vast te stellen in welk gedeelte van het programma de fout zit.

1.5

Het oefenen met eenvoudige opdrachten (24 opdrachten)

Voordat het programma gemaakt kan worden moet een PSD gemaakt worden. Nadat de docent het PSD heeft goedgekeurd kan worden begonnen met schrijven van het programma. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Bepaal de halve som van twee in te lezen gehele getallen. Bepaal het kwadraat van de som van twee in te lezen gehele getallen. Bepaal het verschil van twee in te lezen gehele getallen. Bepaal het dubbele verschil van twee in te lezen gehele getallen. Bepaal het halve verschil van twee in te lezen gehele getallen. Bepaal de wortel van het verschil van twee in te lezen gehele getallen. Bepaal het kwadraat van het halve verschil van twee in te lezen gehele getallen. Lees 3 getallen in en druk ze onder elkaar in omgekeerde volgorde af. Lees 3 getallen in en druk ze achter elkaar af als getal. Voorbeeld: Lees 1, 7, 6 in en druk af: 176 10. Zie 10 maar druk ze nu verkeerd af (bijv. 761). Let op! Bij 10 en 11 kunnen bij het printen spaties tussen de cijfers voorkomen: gewoon laten zitten. 11. Bepaal het quotint van twee in te lezen gehele getallen. 12. Bepaal het dubbele quotint van twee in te lezen gehele getallen. 13. Bepaal de wortel van het quotint van twee in te lezen gehele getallen. 14. Bepaal het product van twee in te lezen gehele getallen. 15. Bepaal het kwadraat van het product van twee in te lezen gehele getallen. 16. Bepaal het kwadraat van een ingelezen geheel getal. 17. Bepaal het dubbele kwadraat van een ingelezen geheel getal. 18. Bepaal het halve kwadraat van een ingelezen geheel getal. 19. Druk de 2de-machtswortel van een ingelezen geheel getal af. 20. Lees 4 getallen in en druk ze onder elkaar in omgekeerde volgorde af. 21. Lees 4 cijfers in en druk ze achter elkaar af als getal. Voorbeeld: lees 5, 3, 8, 2 in en druk af: 5382. 22. Zie 21 maar druk ze nu omgekeerd af.(Bijv. 2835). Let op! Bij 22 en 23 kunnen bij het printen spaties tussen de cijfers voorkomen: gewoon laten zitten. Zie 22 en 23, maar bedenk zelf een volgorde. 23. Druk de tafel van een ingelezen getal af (1...10). Druk de eerste 4 machten van een ingelezen getal af. Voorbeeld: lees in: 2 en druk af: 2, 4, 8, 16.

TOEKENNEN
(9 opdrachten)

De opdrachten die in dit hoofdstuk moeten worden gemaakt, zijn in principe gelijk aan de opdrachten uit het eerste hoofdstuk, met het verschil dat ze wat uitgebreider zijn. Ook in dit hoofdstuk wordt een voorbeeldopdracht stap voor stap uitgewerkt. Daarna volgt een stuk theorie over het gebruik van goniometrische functies in Visual Basic. Het hoofdstuk eindigt met een aantal opdrachten. De opdrachten in dit hoofdstuk zijn gericht op het inlezen van enkele variabelen en het weergeven van het resultaat van een eenvoudige berekening. Voorbeeld Een meetkundige rij is een rij getallen die begint met een op te geven eerste getal, terwijl de volgende getallen gevonden worden door het voorgaande getal met een vast, ook op te geven, getal r te vermenigvuldigen. Als een meetkundige rij bestaat uit n getallen, kan de nde-term uit de bijbehorende meetkundige reeks bepaald worden met behulp van de volgende formules:
1 - rn 1- r

n S n = i=1 t i = t 1

met: t i = t 1 r i-1

waarin t1 de 1ste en ti de ide-term is uit de meetkundige rij en Sn de nde-term is uit de meetkundige reeks. * Ontwerp een programma dat vraagt om de waarde van t1, r en n en dat vervolgens de waarde van tn en Sn afdrukt. Bij het uitvoeren van deze opdracht worden weer de vier stappen gebruikt zoals uitgelegd in hoofdstuk 1: Dimensionering: Uit de formule blijkt dat er een aantal variabelen belangrijk is. De gebruiker van het programma moet eerst de variabelen invoeren. Uit de opdracht blijkt dat dit de waardes t, r en n zijn. Deze waarden zijn als eerste gedimensioneerd. In de berekening komen daar nog twee waardes bij, namelijk Tn en Sn. Er is ook nog een variabele x ingevoerd. Deze heeft de functie i uit de formule.

Invoer: De tweede stap in het schrijven van het programma is het invoeren van gegevens. Uit de opdracht blijkt dat de variabelen t, r en n door de gebruiker moeten worden ingevoerd. Hoewel het niet noodzakelijk is, kunnen hier de overige variabelen op nul worden gezet (bijvoorbeeld Thr = 0)

Berekening: Vervolgens moet de berekening worden uitgevoerd. In dit geval is de berekening al gegeven in de opgave. Toch moet er altijd worden gekeken met welke commandos het programma om kan gaan. Een hulpmiddel hierbij staat in bijlage 1. In dit geval komt de berekening er als volgt uit te zien:

In dit voorbeeld is duidelijk te zien dat de formule uit de opdracht aangepast moet worden aan Visual Basic. Toch gaat het uiteindelijk om dezelfde berekening.

10

Uitvoer: Uit de opdracht blijkt dat er gewerkt moet worden met lijsten. Deze worden gecreerd met het commando Add.Item (zie voorbeeld). Als de programmacode uiteindelijk is gemaakt, moet het programma nog getest worden. Een mogelijke resultaat staat hieronder. Als het programma het niet goed doet, is er vaak een typefoutje gemaakt in de programmacode. Als dit niet het geval is, is het vaak een volgorde probleem, dat wil zeggen dat de berekeningen niet in de goede volgorde staan. Als dit ook allemaal klopt, kan het programma stap voor stap gevolgd worden met de Debug mode. Deze wordt gestart door op F8te drukken.

Visual Basic voorziet in slechts n inverse goniometrische functie: atn(x). Door gebruik te maken van de goniometrische rekenregel:
sin cos sin 1 - sin 2

tan =

met

<<

is de arcsin-functie eenvoudig te implementeren:


sin = x -

< <

= arcsinx

arctan

x 1 - x2

-1< x < 1

Door gebruik te maken van de goniometrische rekenregel:


cos =

sin (

- )

- arcsin ( sin (

- )) =

- arcsin ( cos )

is de arccos-functie eenvoudig te implementeren:


cos = x 0 < <

= arccosx

- arctan

x 1 - x2

-1< x <1

11

2.1 De rekenkundige reeks Een rekenkundige rij is een rij getallen die begint met een op te geven eerste getal, terwijl de volgende getallen gevonden worden door het voorgaande getal met een vast, ook op te geven, getal v te vermeerderen. Als een rekenkundige rij bestaat uit n getallen, kan de nde-term uit de bijbehorende rekenkundige reeks bepaald worden met behulp van de volgende formules:
n ti = n i=1

Sn =

t1 + tn 2

m et:

ti =

t 1 + (i - 1)v

waarin t1 de 1ste en ti de ide-term is uit de rekenkundige rij en Sn de nde-term is uit de rekenkundige reeks. * Ontwerp een programma dat vraagt om de waarde van t1, v en n en dat vervolgens de waarde van tn en Sn afdrukt.

2.2 Berekening van een nde-machtswortel Elke wortel van een positief getal kan berekend worden door de wortel als een macht te schrijven via de volgende regel:
n

a =

an

* Ontwerp een programma dat de waarde van een willekeurige nde-machtswortel berekent en afdrukt.

2.3

Een benadering van n! Voor het positieve gehele getal n, luidt de definitie van de faculteit van n: n! = 1 2 ... n n! kan benaderd worden met behulp van de formule van Stirling:
1 1 139 2n 1 + + 12 n1 288 n2 51840 n3

n!

e-n

* Ontwerp een programma dat de faculteit van een willekeurig getal benadert en afdrukt.

12

2.4 Berekening van kapitaalaanwas Als een bedrag tegen een vaste rente op de bank gezet wordt, is dat bedrag na een aantal jaren aangegroeid tot een bedrag dat met de volgende formule te berekenen is:
r n ) 100

Kn =

K 0 (1 +

waarin K0 het beginkapitaal, Kn het kapitaal na n jaar en r het rentepercentage is. * Ontwerp een programma dat vraagt om de waarde van K0, r en n en dat vervolgens de waarde van Kn afdrukt. 2.5 De som van de cijfers * Ontwerp een programma dat van een willekeurig positief geheel getal kleiner dan 1000, de cijfers van dat getal en de som van de cijfers bepaalt en afdrukt. (Bijvoorbeeld: bij invoer van 24 zijn de cijfers 2 en 4 en is de som van de cijfers 6) Hint: Maak gebruik van de operatoren MOD en DIV. 2.6 Berekening van de afstand tot een object In de buurt van de kust kan een navigator van een schip zijn afstand tot een object bepalen door de hoek te meten waaronder hij dit object waarneemt. Doordat de hoogte van dit soort objecten op een zeekaart is aangegeven kan de afstand tot het object eenvoudig berekend worden met de formule:
x = h tan

* Ontwerp een programma dat vraagt om de waarde van in graden en h in meters en dat vervolgens de waarde van x in meters afdrukt. 2.7 Berekening van hoeken met de sinusregel In een driehoek kan de grootte van de hoeken berekend worden uit de grootte van twee zijden en n hoek met behulp van de sinusregel. Voor een driehoek zoals in figuur 1 is aangegeven luidt deze regel:
sin a = sin b = sin c

* Ontwerp een programma dat vraagt om de waarde van de zijden a en b en van de hoek in radialen en dat vervolgens de waarde van en in radialen afdrukt.

13

a b

figuur 1 2.8 Berekening van hoeken met de cosinusregel In een driehoek kan de grootte van de hoeken berekend worden uit de grootte van drie zijden met behulp van de cosinusregel. Voor een driehoek zoals in figuur 1 is aangegeven luidt deze regel:
c2 = a 2 + b2 - 2 bo ac s

* Ontwerp een programma dat vraagt om de waarde van a, b en c en dat vervolgens de waarde van de drie hoeken in radialen afdrukt. 2.9 Deelbaarheid * Schrijf een programma dat twee gehele getallen leest en daarna afdrukt: Het gehele deel van de deling De rest van de deling

14

HERHALINGSOPDRACHTEN
(9 opdrachten)

Alle opdrachten uit deze tweede serie zijn gericht op het weergeven van resultaten in tabellen. Tabellen dienen overzichtelijk ingedeeld te zijn: Koppen boven de kolom(men) en aanduidingen bij de rijen. Vergeet ook een op- of onderschrift niet. Vermeld zonodig ook de gebruikte eenheden. Al deze opgaven maken gebruik van herhalingsinstructies. Kies het type herhalingsopdracht met zorg. Een ongelukkige keuze maakt het programma minder overzichtelijk en onnodig ingewikkeld. Elke opdracht maakt verplicht gebruik van invoercontrole. Dit is de enige herhalingsopdracht waarbij REPEAT gebruikt mag worden.

3.1 Tabel van enige goniometrische functies * Ontwerp een programma dat een tabel afdrukt van de waarden van x, sin x en tan x. - x is een reel getal tussen 0 en . - Het programma moet vragen om de beginwaarde, de eindwaarde en de stapgrootte van x. 3.2 Tabel van de som van cijfers * Ontwerp een programma dat een tabel afdrukt van de waarden van n en de som van de laatste twee cijfers van n, waarbij n een positief geheel getal is. (Bijvoorbeeld: wanneer n = 124 is de som van de laatste twee cijfers 6) - Het programma moet vragen om de beginwaarde, de eindwaarde en de stapgrootte van n. 3.3 Tabel van n! Voor het natuurlijke getal n, luidt de definitie van de faculteit van n: n! = 1 n! = 1 2 ... n voor n = 0, 1 en voor n 2.

* Ontwerp een programma dat een tabel afdrukt van de waarden van n en de faculteit van n. - De tabel begint altijd met n = 0 en de waarde van n wordt bij iedere volgende stap met n opgehoogd. - Het programma moet vragen om de eindwaarde van n. - De uitkomst van n moet geldig zijn (dus niet groter dan de maxint van je PC). - Bouw dit in in je invoerscontrole.

15

3.4 Tabel van Fibonnacci-getallen De getallen van Fibonnacci vormen een rij. De definitie van de termen uit de rij luidt: Fn = 1 voor n = 1, 2 en Fn = Fn-2 + Fn-1voor n 3. * Ontwerp een programma dat een tabel afdrukt van de waarden van n en de Fibonnaccigetallen Fn, waarbij n een positief geheel getal is. - De tabel begint altijd met n = 1 en de waarde van n wordt bij iedere volgende stap met n opgehoogd. - Het programma moet vragen om de eindwaarde van n. 3.5 Tabel van de reeksontwikkeling van e Het getal e kan benaderd worden met een reeksontwikkeling waarbij steeds een nieuwe term met rangnummer n wordt berekend en bij alle vorige termen wordt opgeteld. Het rangnummer is een natuurlijk getal. Er geldt:
e 1 e 1 + 1 1 1 1 + + + ... + 1 12 12 3 1 2 ...n voor n = 0 voor n 1

* Ontwerp een programma dat een tabel afdrukt van de waarde van n, de grootte van de laatst berekende term en de benadering van e. - De tabel begint altijd met n = 0 en de waarde van n wordt bij iedere volgende stap met n opgehoogd. - Het programma moet vragen om een grenswaarde van de term en stoppen nadat de laatst berekende term kleiner geworden is dan deze grenswaarde. 3.6 Tabel van bedragen inclusief BTW * Ontwerp een programma dat een conversietabel afdrukt van bedragen exclusief BTW naar bedragen inclusief BTW. - De tabel dient drie kolommen te krijgen: de eerste kolom voor de waarden exclusief BTW, de tweede kolom voor de omrekening naar bedragen inclusief 5,0% BTW en een derde kolom voor bedragen inclusief 17,5% BTW. - Het bedrag in de eerste kolom wordt bij iedere volgende stap met n gulden opgehoogd. - Het programma moet vragen om een begin- en eindbedrag.

3.7 Tabel van bedragen exclusief BTW * Ontwerp een programma dat een conversietabel afdrukt van bedragen inclusief BTW naar bedragen exclusief BTW. - De tabel dient drie kolommen te krijgen: de eerste kolom voor de waarden inclusief
16

BTW, de tweede kolom voor de omrekening naar bedragen exclusief BTW wanneer er een tarief van 5,0% geldt en een derde kolom voor bedragen exclusief BTW wanneer er een tarief van 17,5% geldt. Het programma moet vragen om het beginbedrag, het eindbedrag en de stapgrootte van het bedrag. Deze waarden dienen als positieve gehele getallen ingevoerd te worden.

3.8 Tabel van kapitaalaanwas Als een bedrag tegen een vaste rente op de bank gezet wordt, is dat bedrag na een aantal jaren aangegroeid tot een bedrag dat met de volgende formule te berekenen is:
r n ) 100

Kn =

K 0 (1 +

waarin K0 het beginkapitaal, Kn het kapitaal na n jaar en r het rentepercentage is. * Ontwerp een programma dat een tabel afdrukt van de aangroei van een kapitaal dat tegen maandelijks uitgekeerde rente is uitgezet op een renterekening. - De tabel dient een overzicht te geven over een periode van 18 maanden met drie kolommen: - De eerste kolom bevat het aantal maanden dat het kapitaal uitstaat. - De tweede kolom bevat de rente die in die maand is uitgekeerd. - De derde kolom de huidige grootte van het kapitaal. - Het programma moet vragen om de startwaarde van het kapitaal en de rente op jaarbasis. Deze waarden dienen als positieve rele waarden ingevoerd te worden. 3.9 Tabel van enige rentewaarden

* Ontwerp een programma dat een tabel afdrukt waarin een overzicht gegeven wordt van de rente en de eindwaarde van een kapitaal dat tegen een vaste rente voor een aantal jaren op een renterekening is uitgezet. - De tabel dient een overzicht te geven met twee kolommen: - De eerste kolom bevat de waarde van de rente. - De tweede kolom bevat de grootte van het kapitaal na afloop van het opgegeven aantal jaren. - De rente dient te lopen vanaf 1% tot en met 15% met tussenstappen van 1%. - Het programma moet vragen om het startwaarde van het kapitaal (een rele waarde) en het aantal jaren (een geheel getal) dat dit zal uitstaan. Deze waarden dienen als positieve waarden ingevoerd te worden. Negatieve waarden mogen niet geaccepteerd worden.

17

TEXTFILES
(11 opdrachten)

Deze serie practicumopgaven gaat over het gebruik van textfiles vanuit een programma. Je moet de benodigde textfiles zelf met behulp van een editor aanmaken.

4.1 Optellen De textfile TABEL1 bevat een onbekend aantal regels met op elke regel een onbekend aantal rele getallen, gescheiden door een spatie. * Ontwerp een programma dat elke regel van TABEL1 aanvult met een extra getal dat de som van de getallen op die regel voorstelt en dat deze regels wegschrijft naar een nieuw bestand. 4.2 Grootste en kleinste getal De textfile TABEL1 bevat een onbekend aantal regels met op elke regel een onbekend aantal rele getallen, gescheiden door een spatie. * Ontwerp een programma dat elke regel van TABEL1 wegschrijft naar een nieuw bestand. - Onderaan dit bestand moeten op nieuwe regels het grootste en het kleinste getal uit TABEL1 vermeld worden. 4.3 Splitsen op teken De textfile TABEL1 bevat een onbekend aantal regels met op elke regel een onbekend aantal rele getallen, gescheiden door een spatie. * Ontwerp een programma dat de positieve getallen wegschrijft naar een nieuw bestand POSITIEF en de negatieve getallen wegschrijft naar een nieuw bestand NEGATIEF. - Deze nieuwe bestanden dienen per regel n getal te bevatten in een vast formaat. - Het programma moet na het voltooien van POSITIEF en NEGATIEF de som van alle positieve getallen en de som van alle negatieve getallen op het scherm afdrukken. 4.4 Andere weergave negatieve getallen De textfile TABEL1 bevat een onbekend aantal regels met op elke regel een onbekend aantal rele getallen, gescheiden door een spatie. * Ontwerp een programma dat de getallen wegschrijft naar een nieuw bestand. Dit nieuwe bestand dient per regel n getal te bevatten in een vast formaat, waarbij negatieve getallen zonder teken maar tussen haakjes worden genoteerd. (Bijvoorbeeld 32.15 wordt in het nieuwe bestand genoteerd als 32.15) - Het programma moet na het voltooien van het bestand de som van alle getallen op het scherm afdrukken.

18

4.5 Artikelen afdrukken In de textfile ARTIKEL staan van een onbekend aantal artikelen per regel de code en de prijs. De prijs staat genoteerd als een reel getal met twee cijfers achter de decimale punt en is exclusief BTW. De artikelcode is een geheel en positief getal kleiner dan 2000. De artikelen met een code kleiner dan 1000 zijn onderworpen aan een laag BTW-tarief (van 5%), de andere artikelen zijn onderworpen aan een hoog BTW-tarief (van 17,5%). * Ontwerp een programma dat een tabel afdrukt van alle artikelcodes uit het bestand, voorzien van de prijs in- en exclusief BTW. - Het programma moet onderaan de tabel afdrukken hoeveel artikelen met een laag- en hoeveel artikelen met een hoog tarief aanwezig zijn in het bestand. 4.6 Prijs wijzigen In de textfile ARTIKEL staan van een onbekend aantal artikelen per regel de code en de prijs. De prijs staat genoteerd als een reel getal met twee cijfers achter de decimale punt en is exclusief BTW. De artikelcode is een geheel en positief getal kleiner dan 2000. * Ontwerp een programma dat van elk artikel uit het bestand de code en de prijs afdrukt en de mogelijkheid biedt de prijs te wijzigen. - De al dan niet gewijzigde gegevens dienen naar een nieuw bestand weggeschreven te worden. - Het programma moet achteraf op het scherm afdrukken hoeveel artikelen gelezen en hoeveel artikelen aangepast zijn. 4.7 Splitsen op tarief In de textfile ARTIKEL staan van een onbekend aantal artikelen per regel de code en de prijs. De prijs staat genoteerd als een reel getal met twee cijfers achter de decimale punt en is exclusief BTW. De artikelcode is een geheel en positief getal kleiner dan 2000. De artikelen met een code kleiner dan 1000 zijn onderworpen aan een laag BTW-tarief (van 5%), de andere artikelen zijn onderworpen aan een hoog BTW-tarief (van 17,5%). * Ontwerp een programma dat de gegevens van artikelen met een laag tarief wegschrijft naar een nieuw bestand LAAG en de gegevens van artikelen met een hoog tarief wegschrijft naar een nieuw bestand HOOG. Deze nieuwe bestanden dienen per regel de code en de prijs te bevatten in een vast formaat. - Het programma moet na het voltooien van LAAG en HOOG op het scherm afdrukken, hoeveel artikelen naar LAAG en hoeveel artikelen naar HOOG zijn gekopieerd. 4.8 Leesteken tellen * Ontwerp een programma dat alle karakters van een textfile leest en telt hoe vaak daarin een puntkomma voorkomt. - Neem voor de textfile het programma zelf!

19

4.9 Kopieer met spatie * Kopieer een textfile naar een nieuwe textfile, maar voeg achter elke komma een spatie toe als deze er nog niet bestaat. 4.10 Regelnummers * Voeg aan een textfile regelnummers toe. 4.11 Temperaturen wijzigen Een temperatuur-sensor geeft een spanning af. De grootte van deze spanning is een maat voor de temperatuur van de sensor. De textfile IJKING bevat per regel in opklimmende volgorde de afgegeven spanning in V met de bijbehorende temperatuur in C. Beide getallen zijn als rele waarden ingevoerd en zijn van elkaar gescheiden door een spatie. * Ontwerp een programma dat van elke ijkwaarde uit het bestand de spanning en de temperatuur afdrukt en de mogelijkheid biedt de temperatuur te wijzigen. - De al dan niet gewijzigde gegevens dienen naar een nieuw bestand weggeschreven te worden. - Het programma moet achteraf op het scherm afdrukken hoeveel ijkwaarden gelezen en hoeveel ijkwaarden aangepast zijn.

20

MODULEN EN ARRAYS
(9 opdrachten)

Maak de volgende opdracht: Van de opgaven in deze serie moet een programma gemaakt worden met een top-down structuur, dus een stuurmodule en submodulen. Het programma moet bestaan uit een stuur-, invoer-, uitvoer- en een bewerkingsmodule. De invoer is onbepaald, dat wil zeggen: het programma moet werken bij een willekeurige invoer. Gebruik daarom een afsluiter die niet in de array geplaatst wordt. De invoer moet dus eerst in een array geplaatst worden. Voorbeeld * Ontwerp het programma Palindroom welke van een ingelezen tekst toetst en afdrukt of deze tekst een palindroom is. (Als de tekst lepel wordt ingevoerd moet het programma bepalen of dit een palindroom is. Als dit het geval is (in dit geval wel) moet het woord afgedrukt worden) Let op: het programma ziet spaties ok als leestekens. De zin Nelli plaatst op n parterre trap n pot staalpillen is dus geen palindroom. Dimensionering: Voer de variabelen in en geef de startwaarden.

21

Invoer: Nu moeten de gegevens worden ingevoerd. Uit de opdracht blijkt dat de variabele woord door de gebruiker moet worden ingevoerd. Ook wordt de teller in werking gezet.

Berekening: Het programma vergelijkt de linkerkant met de rechterkant van de invoer.

22

Uitvoer: Een weergave van de mogelijke uitvoer met als invoer: lepel.

___________________________________________________________________________

Uniek * Ontwerp het programma Uniek welke een rij positieve getallen inleest en die getallen afdrukt die slechts nmaal voorkomen. (Van de getallen 1, 6, 3, 4, 6, 3, 5, 6, 9 moet het programma de getallen 1, 4 en 5 afdrukken) 5.2 Grootste absolutie verschil

* Ontwerp het programma GAV welke van de ingelezen rij getallen het getal en het rangnummer afdrukt welke het grootste absolute verschil heeft met het rekenkundig gemiddelde van deze getallen. (Stel de getallen 1 2 4 en 4 worden ingevoerd. Het gemiddelde is dan 3. Het programma moet nu afdrukken dat het eerst ingevoerde getal het meest afwijkt van het gemiddelde)

5.3

Gemiddelde Absolute Afwijking

* Ontwerp het programma GAA welke van een ingelezen rij getallen het GAA afdrukt. (Van de getallen 1, 4 en 7 is het gemiddelde 4. De getallen 1 en 7 hebben een afwijking van 3. het getal 4 heeft een afwijking van 0. De gemiddelde afwijking is dan (3+3+0) / 3 = 2)

23

5.4

Minimale waarde

* Ontwerp het programma Minimum welke de kleinste waarde bepaalt en ook het rangnummer van de kleinste waarde afdrukt. (Als de getallen 6, 4, 7, 23 en 3 worden ingevoerd, dan moet het programma aangeven dat het vijfde getal het laagst is, namelijk 3) 5.5 Afwijking van Gemiddelde

* Ontwerp het programma Afwijking welke eerst een aantal rele waarden inleest, vervolgens de straal inleest en vervolgens het rangnummer en de waarde van die getallen afdrukt waarvan het absolute verschil met hun gemiddelde groter is dan deze straal. (Er moeten twee waardes worden ingevuld: de straal en de reeks getallen. De straal is de maximale afwijking. Stel de straal is 4. D getallen 8 9 10 en 20. Het gemiddelde is nu 11,75. Het programma moet nu afdrukken dat het vierde getal een afwijking heeft die groter is dan 4, namelijk 20) 5.6 Priemgetal Een priemgetal is een natuurlijk getal, welke alleen deelbaar is door 1 en het getal zelf. Het getal 1 is geen priemgetal (aanname). * Ontwerp het programma Priem welke de ingelezen priemgetallen afdrukt. (Het programma leest de volgende getallen in: 1 3 6 8 16 28 31. Het programma moet nu de waardes 3 en 31 afdrukken) 5.7 Som van de cijfers

* Ontwerp het programma Cijfersom, welke van alle ingelezen gehele getallen (behalve 0) het getal en de som van de cijfers afdrukt. (Stel dat het getal 123 wordt ingevoerd. Het programma moet nu het getal (123) afdrukken en het moet de som (1+2+3 = 6) afdrukken) 5.8 Achterstevoren

* Ontwerp het programma Achterstevoren, welke de volgorde van de cijfers van een natuurlijk getal omkeert. - Het programma drukt alleen de palindromen af. (Stel dat het getal 123 wordt ingevoerd. Het programma moet nu bepalen of het getal een palindroom is. Dit is niet het geval. Het programma moet dus niets afdrukken. Bij het getal 121 moet dit getal wel afgedrukt worden)
24

5.9

Maximum

* Ontwerp het programma Maximum welke de grootste waarde bepaalt en ook het rangnummer van de grootste waarde afdrukt.

25

ADMINISTRATIEVE BESTANDEN
(22 opdrachten)

De volgende serie practicumopgaven gaat over het gebruik van records en bestanden. Splits de opgave weer in een aantal modulen. Het is niet de bedoeling, dat op foute invoer gecontroleerd wordt. Bij elke opgave maak je gebruik van je eigen testbestand. NAPW zijn de velden naam, adres, postcode en woonplaats. Vul elk te maken bestand met minimaal 5 records, die uit ter zake doende gegevens bestaan. Voorbeeld De programmas die in dit hoofdstuk moeten worden gemaakt zijn over het algemeen behoorlijk groot. Het is daarom verstandig om het programma op te delen in meerdere subprogrammas, zodat het geheel overzichtelijk blijft. In de onderstaande afbeelding staat een voorbeeld van een administratief bestand. De zes knoppen bovenin de afbeelding staan voor de zes programmas. Hou er rekening mee dat de samenwerking tussen de verschillende programmas essentieel is.

26

Dimensionering: De dimensionering kan op n plaats gebeuren, aan het begin van het programma. Het kan ook eventueel aan het begin van elk subprogramma gebeuren. In de onderstaande afbeelding is er voor gekozen om het op n plaats te zetten. In het omcirkelde gedeelte zijn de verschillende lijsten gedimensioneerd.

Berekening: Het zou in dit voorbeeld te ver gaan om alle subprogrammas helemaal uit te werken. In de onderstaande afbeelding is daarom alleen het programma uitgewerkt dat onder de knop wissen zit. Opvallend is dat de maker van dit programma ervoor gekozen heeft om enkele variabelen aan het begin van het (sub)programma te zetten. Verder heeft de maker van dit programma nogal lange namen gebruikt voor de variabelen. Hoewel dit de duidelijkheid ten goede komt, kost het wel veel typewerk. Een afweging die altijd gemaakt moet worden.

27

6.1 Spelers verwijderen Een damvereniging heeft een ledenbestand, waarin per lid vermeld is: NAPW, het aantal behaalde punten en het aantal gespeelde wedstrijden. * Ontwerp een programma, dat met behulp van een via het toetsenbord ingevoerde spelersnaam, het betreffende record kan verwijderen. Komt de ingetoetste naam niet voor, dan dient het programma dit te signaleren. Maak je eigen testbestand. De namen van de spelers zijn uniek. 6.2 Studenten verwijderen Een studentenadministratie heeft zijn bestand geautomatiseerd. In een record staan van de student zijn adresgegevens, studentennummer en zijn studiejaar vermeld. * Ontwerp een programma, dat via het toetsenbord n student kan verwijderen. Het programma geeft een signalering als de ingevoerde student niet in het bestand voorkomt. 6.3 Spelers toevoegen Een schaakvereniging heeft een ledenbestand, waarin per lid vermeld is: NAPW, het aantal behaalde punten en in welke klasse er gespeeld wordt. * Ontwerp een programma, dat met behulp van een via het toetsenbord ingevoerde spelersnaam, het betreffende record kan toevoegen, indien de speler nog niet in het bestand voorkomt. Maak je eigen testbestand. De namen van de spelers zijn uniek. 6.4 Adres wijzigen Een studentenadministratie heeft zijn bestand geautomatiseerd. In een record staan van de student zijn adresgegevens, studentennummer en zijn studietoelage vermeld. * Ontwerp een programma, dat via het toetsenbord een gegeven kan wijzigen. Indien de betreffende student niet voorkomt, dient het programma dit te signaleren. Maak je eigen testbestand. 6.5 Klas vullen Een basisschool maakt bij de aanmelding van leerlingen gebruik van een jongens- en een meisjesbestand. Voor de klasindeling worden de twee bestanden gemerged tot n bestand. Dat wil zeggen in een nieuw bestand wordt afwisselend een jongen en een meisje geplaatst. Een record bestaat uit de volgende velden: NAPW, roepnaam, geboortedatum, naam ouder/verzorger, klas. * Ontwerp je eigen testbestand en een apart programma, dat het nieuwe bestand uitprint.

28

6.6 Studenten toevoegen Een studentenadministratie heeft zijn bestand geautomatiseerd. In een record staan van de student zijn adresgegevens, studentennummer, studiejaar en geboortejaar vermeld. * Ontwerp een programma, dat via het toetsenbord n student kan toevoegen. Het programma moet een signalering geven als de ingevoerde student al in het bestand voor komt. Maak ook een testbestand en een programma om het nieuwe bestand uit te lezen. 6.7 Tuincentrum Een tuincentrum heeft een klantenbestand met de volgende recordstructuur: klantnummer, NAPW, wel/geen tuin. De directie wil het klantenbestand splitsen in een bestand van klanten met tuin en een bestand van klanten zonder tuin. * Ontwerp hiervoor een programma en een testbestand. Maak ook de programmas, die de nieuw gevormde bestanden op het scherm laten zien. 6.8 Spelers wijzigen Een sjoelvereniging heeft een ledenbestand, waarin per lid vermeld is: NAPW, het aantal behaalde punten en het aantal gespeelde wedstrijden. * Ontwerp een programma, dat met behulp van een via het toetsenbord ingevoerde spelersnaam, het betreffende record kan wijzigen. Komt de ingetoetste naam niet voor, dan dient het programma dit te signaleren. Maak je eigen testbestand. De namen van de spelers zijn uniek. Maak ook het programma om het nieuwe bestand op het scherm te tonen. 6.9 Fusie De damvereniging en de schaakvereniging (zie opgaven hiervoor) hebben besloten te fuseren. De twee bestanden moeten samengevoegd worden tot n bestand. * Ontwerp je eigen testbestanden en een programma om het nieuwe bestand uit te printen. 6.10 Leger Het leger wil zijn bestand schonen. Elk record bestaat uit de volgende velden: NAPW, geboortedatum en geslacht. Elk jaar moeten de mensen, die ouder zijn dan 45 jaar uit het bestand verwijderd worden. * Ontwerp je eigen testbestanden en een programma om het nieuwe bestand uit te printen.

29

30

EEN SALARISADMINISTRATIE Een onderneming heeft een salarisadministratie waarbij van iedere werknemer de volgende gegevens zijn opgeslagen: Zijn/haar personeelsnummer, Zijn/haar naam, Zijn/haar geslacht, Zijn/haar huwelijkse staat en Zijn/haar maandsalaris.

Het personeelsnummer vormt een unieke code voor een bepaalde persoon en dus voor een bepaald record. Het opzoeken van iemand in deze administratie gebeurt dan ook op basis van het personeelsnummer. Om deze reden noemt men het personeelsnummer de sleutel van het record. 6.11 Wijzigen van gegevens van een werknemer

* Ontwerp een programma dat een bestand kan aanmaken met de personeelsgegevens van de hierboven omschreven salarisadministratie, dat de ingevoerde informatie kan afdrukken op het scherm en dat de mogelijkheid biedt alle gegevens van een werknemer behalve het personeelsnummer te wijzigen.

6.12

Werknemer toevoegen

* Ontwerp een programma dat een recordbestand kan aanmaken met de personeelsgegevens van de hierboven omschreven salarisadministratie, dat de ingevoerde informatie kan afdrukken op het scherm en dat de mogelijkheid biedt een nieuwe werknemer toe te voegen aan het bestand. Het programma moet controleren dat het personeelsnummer dat de nieuwe werknemer toegewezen krijgt uniek is!

6.13

Werknemer verwijderen * Ontwerp een programma dat een recordbestand kan aanmaken met de personeelsgegevens van de hierboven omschreven salarisadministratie, dat de ingevoerde informatie kanafdrukken op het scherm en dat de mogelijkheid biedt een werknemer uit het bestand te verwijderen. Indien de opgegeven sleutel niet in het bestand voorkomt, dient het programma dit te melden.

31

DE VOORRAAD HALFFABRIKATEN Een fabriek produceert allerlei metalen produkten. Hiertoe bezit de fabriek een magazijn met allerlei metalen halffabrikaten. Elk verbruik en iedere toelevering van een halffabrikaat wordt bijgehouden. Van elk halffabrikaat in het magazijn worden de volgende gegevens bijgehouden: Het artikelnummer, De omschrijving, De eenheid waarin de voorraad van het artikel wordt uitgedrukt (b.v. stuks of kg), De grootte van de voorraad van het artikel.

Het artikelnummer vormt een unieke code voor een bepaald halffabrikaat en dus voor een bepaald record. Het opzoeken van een halffabrikaat in deze administratie gebeurt dan ook op basis van het artikelnummer. Om deze reden noemt men het artikelnummer de sleutel van het record. 6.14 Wijzigen van gegevens van een halffabrikaat * Ontwerp een programma dat een bestand kan aanmaken met de hierboven omschreven gegevens van halffabrikaten, dat de ingevoerde informatie kan afdrukken op het scherm en dat de mogelijkheid biedt alle gegevens van een halffabrikaat behalve het artikel-nummer te wijzigen. 6.15 Halffabrikaat toevoegen

* Ontwerp een programma dat een bestand kan aanmaken met de hierboven omschreven gegevens van halffabrikaten, dat de ingevoerde informatie kan afdrukken op het scherm en dat de mogelijkheid biedt een halffabrikaat toe te voegen aan het bestand. Het programma moet controleren dat het artikelnummer dat het nieuwe halffabrikaat toegewezen krijgt uniek is! 6.16 Halffabrikaat verwijderen * Ontwerp een programma dat een recordbestand kan aanmaken met de hierboven omschreven gegevens van halffabrikaten, dat de ingevoerde informatie kan afdrukken op het scherm en dat de mogelijkheid biedt een halffabrikaat uit het bestand te verwijderen. Indien de opgegeven sleutel niet in het bestand voorkomt, dient het programma dit te melden.

32

EEN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ Een verzekeringsmaatschappij heeft een gegevensbestand dat van iedere polis alle relevante informatie bevat die een kort overzicht mogelijk maakt, te weten: Het polisnummer, De naam van de verzekeringsnemer, Het type verzekering, De jaarlijkse premie voor deze verzekering en De vervaldatum van de premie als getal in de vorm JJMMDD

Het polisnummer vormt een unieke code voor een bepaalde polis en dus voor een bepaald record. Het opzoeken van een polis in deze administratie gebeurt dan ook op basis van het polisnummer. Om deze reden noemt men het polisnummer de sleutel van het record. 6.17 Wijzigen van gegevens van een polis * Ontwerp een programma dat een bestand kan aanmaken met de hierboven omschreven gegevens van polissen, dat de ingevoerde informatie kan afdrukken op het scherm en dat de mogelijkheid biedt alle gegevens van een polis behalve het polisnummer te wijzigen. 6.18 Polis toevoegen * Ontwerp een programma dat een bestand kan aanmaken met de hierboven omschreven gegevens van polissen, dat de ingevoerde informatie kan afdrukken op het scherm en dat de mogelijkheid biedt een polis toe te voegen aan het bestand. Het programma moet controleren dat het polisnummer dat de nieuwe polis toegewezen krijgt uniek is! 6.19 Polis verwijderen * Ontwerp een programma dat een bestand kan aanmaken met de hierboven omschreven gegevens van polissen, dat de ingevoerde informatie kan afdrukken op het scherm en dat de mogelijkheid biedt een polis uit het bestand te verwijderen. Indien de opgegeven sleutel niet in het bestand voorkomt, dient het programma dit te melden.

33

EEN WINKEL Een winkel heeft haar voorraadbeheer geautomatiseerd. Dat wil zeggen dat van ieder artikel een aantal gegevens zijn opgeslagen in een bestand. Elke verkoop en iedere toelevering van een artikel wordt in het bestand bijgehouden. Het gegevensbestand bevat van ieder artikel de volgende gegevens: Het codenummer van het artikel, De naam van het artikel, De verkoopsprijs van het artikel en Het aantal in voorraad.

Het codenummer vormt een unieke code voor een bepaald artikel en dus voor een bepaald record. Het opzoeken van een artikel in deze administratie gebeurt dan ook op basis van het codenummer. Om deze reden noemt men het codenummer de sleutel van het record. 6.20 Wijzigen van gegevens van een artikel * Ontwerp een programma dat een bestand kan aanmaken met de hierboven omschreven gegevens van artikelen, dat de ingevoerde informatie kan afdrukken op het scherm en dat de mogelijkheid biedt alle gegevens van een artikel behalve het codenummer te wijzigen. 6.21 Artikel toevoegen * Ontwerp een programma dat een bestand kan aanmaken met de hierboven omschreven gegevens van artikelen, dat de ingevoerde informatie kan afdrukken op het scherm en dat de mogelijkheid biedt een artikel toe te voegen aan het bestand. Het programma moet controleren dat het codenummer dat het nieuwe artikel toegewezen krijgt uniek is! 6.22 Artikel verwijderen * Ontwerp een programma dat een bestand kan aanmaken met de hierboven omschreven gegevens van polissen, dat de ingevoerde informatie kan afdrukken op het scherm en dat de mogelijkheid biedt een artikel uit het bestand te verwijderen. Indien de opgegeven sleutel niet in het bestand voorkomt, dient het programma dit te melden.

34

Bijlage 1

Functies in Visual Basic

Bij het uitvoeren van de opdrachten kunnen de volgende visual basic functies behulpzaam zijn. Abs(n) Geeft de absolute waarde van getal n |n| Atn(n) Geeft de inverse functie van tan (ook wel: arctan). Voor de inverse functies van sin en cos, zie hoofdstuk 2. Cos(n) Geeft de cosinus waarde van getal n Exp(n) Geeft het exponent van getal n Int(n) Lijkt op het Rnd-commando, maar bij dit commando moeten de boven- en ondergrens handmatig ingevoerd worden. De bijbehorende formule luidt: Int((bovengrens - ondergrens + 1) * Rnd + ondergrens) Fix(n) Laat de cijfers achter de komma weg Left(n,x) Selecteert een aantal tekens vanaf de linkerkant van getal n Left(basic ,3) geeft dus als uitkomst bas zo ook Right(n,x) Len(n)Geeft het aantal tekens in een reeks. Let op: ook spaties worden als zodanig meegeteld. Log(n) Geeft het logaritme van van getal n Mid(n,x,y) Selecteert een aantal tekens uit een tekenreeks, beginnend bij het teken aangegeven door de positie. Mid(Basic,2,2) geeft dus als uitkomst as. Rnd(n) Visual Basic produceert met deze functie willekeurige getallen tussen 0 en 1. Round(n,x) Functie om het getal af te ronden. Als getal n op drie decimalen moet worden afgerond, wordt het als volgt weergegeven: Round(n,3) Sgn(n) Returns an Integer value indicating the sign of a number. Sin(n) Deze functie geeft de sinus-waarde van getal n Sqr(n) Deze functie geeft de wortel van getal n Str(n) Deze functie zet en getal om in een tekenreeks, zodat het in een tekstbox geplaatst kan worden. Tan(n) Deze functie geeft de tangens van getal n Val(n) Deze functie zet een tekenreeks om in een getal als in de tekenreeks uitsluitend getallen voorkomen.

35

Bijlage 2

Variabelen

Afhankelijk van het datatype moet er gekozen worden voor een variabele. Hieronder staat een opsomming van de mogelijke variabelen in Visual Basic. Type Boolean Byte Integer Long Single Double Currency Decimal Date Object Beschrijving Twee bytes, logische waarde Een byte, geheel getal Twee bytes, geheel getal Vier bytes, geheel getal Acht bytes, drijvende komma Acht bytes, drijvende komma Getal met vaste decimaal Veertien bytes Acht bytes Vier Bytes Bereik True of False 0-255 -32.768 - 32.767 Geheel getal, positief of negatief, voor getallen tot ca 2 miljard Kommagetallen positief of negatief, groot bereik Kommagetallen positief of negatief, zeer groot bereik Zeer groot bereik, getallen me vaste komma Kommagetallen positief of negatief, maximaal bereik Tekenreeks of/en getallen, bijvoorbeeld 21 December of 9999 Referentie naar elk willekeurig object 0 tot circa 2 miljoen

String(variabel) Tekenreeks, tien bytes String(vast)

Tekenreeks, lengte van de tekenreeks 1 tot circa 65.400

36

You might also like