Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 41

CKV Studie Fotografie

1
2
Inhoudsopgave 
Let op!!!!! Door het bewerken van het document, wanneer je de
antwoorden invult, zullen de bladzijden verschuiven. 
 
Leerdoelen 
Laatst genomen foto
Vragen kunstlicht
Kruiswoord
Negen basisbegrippen
Erwin Olaf
Exactitudes
Anton Corbijn
Wat is jouw smaak?
Praktische opdrachten
Brainstorm en notitie’s 
Inleverdocument 
 

3
Leerdoelen:
Kennismaking met:
- Verschillende Nederlandse fotografen
- Termen uit de fotografie:
o Afstand
o Camerastandpunt
o Belichting
o Afsnijding
o diffusie
o Etc.

Onderzoek doen naar:


- hoe maak je een goede foto?
- hoe leg je een karakter vast in een foto?
- jouw smaak op het gebied van fotografie?

4
5
Introductie: Laatst genomen foto op je telefoon?!

Pak je telefoon erbij en kijk welke foto je als laatste hebt genomen. Over deze foto ga je de
volgende vragen beantwoorden.

Er zijn verschillende soorten fotografie. Een fotograaf kan zich specialiseren in een bepaald
onderwerp. Waar hoort ‘jouw’ foto bij?
- landschapsfotografie (landschap)
- reclamefotografie (reclame)
- portretfotografie (portret: gezicht / ten voeten uit)
- reportagefotografie (verslaggeving gebeurtenis/situatie)
- modefotografie (mode: kleding, kapsel, make-up, sieraden)
- industriële fotografie (industriële omgeving)
- stillevenfotografie (samenstelling van spullen)
- anders, namelijk:
 
1. Soort?
Deze foto valt in de categorie portretfotografie. Er zijn namelijk gezichten op te zien.

Schrijf hieronder op wat er te zien is op de foto. Ga uit van vier basisvragen:


• wie,
• wat,
• waar,
• wanneer

2. Wat is er te zien?
Op de foto zijn mijn ouders te zien. Ze proosten hierzo. We waren namelijk een weekendje
weg naar Overijssel. Deze foto werd gemaakt tijdens de BBQ op zondag, om te laten zien
dat ze het erg naar hun zin hadden.

3. Wat voor soort sfeer of gevoel straalt jouw foto uit? Markeer wat van toepassing is.
Meerdere antwoorden mogelijk.
• angst
• blijdschap
• geluk
• verdriet
• verlegenheid
• rust
• geheimzinnigheid
• chaos
• vervreemding
• pijn
• somberheid
• iets anders, namelijk: gezelligheid & ontspanning

6
4. Wat voor soort licht zie je op jou foto? Markeer wat van toepassing is.
Op de foto zie je:
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
• natuurlijk licht (zon)
• kunstmatig licht (bijv. lamp of flitslicht)
• fel licht
• getemperd licht (onderbroken bijv. door wolken of gordijn)
• tegenlicht (het licht is recht achter de persoon/voorwerpen op de foto)
• schaduw
• weerspiegeling
• reflectie (weerkaatsend licht, bijv. glimlicht)
Op de foto zie ik natuurlijk licht. De zon scheen fel op deze dag en dus was er voldoende
zonlicht. Ook zie je een klein beetje schaduw van mijn vader op mijn moeders hoofd. Hij
blokkeert het zonlicht.

5. Is er een beweging vastgelegd? Zo ja, welke?


In de foto is er zeker een beweging vastgelegd maar de foto is gelukkig niet bewogen. Op
de foto is de beweging ‘proosten’ te zien.

De plaats vanaf waar een fotograaf iets fotografeert heet(camera)standpunt. Het standpunt
kan ‘gewoon’ zijn – op ooghoogte. Je kunt de camera ook heel laag houden - laag standpunt
– Of juist heel hoog. De fotograaf bepaalt wat er wel en niet op de foto komt. Hij/zij kan ver
weg of dichtbij staan en in- of uitzoomen met de lens. (kikkerperspectief, neutraal
perspectief, vogelperspectief)
 
6. Het camerastandpunt is? Hoe zie je dat?
Het camerastandpunt is gewoon. De foto is ongeveer op ooghoogte genomen en vanuit
het neutraal perspectief. Op deze manier stond bijna alles op de foto en zagen de
gezichten er normaal uit op de foto. De fotograaf stond niet heel ver weg van mijn ouders,
maar er is ook niet ingezoomd.

Bij fotografie wordt vaak afsnijding gebruikt.

7. Zijn er dingen die maar half op de foto staan? Zo ja, welke?


Er zijn zeker meerdere dingen half op de foto te zien. Zo staat op de achtergrond een boom
waarvan eigenlijk alleen maar de stam te zien is. Ook is er een stukje van de vader
weggevallen. Dit is gelukkig niet storend.

8. Waarom heb je deze foto genomen? Leg uit.


Deze foto heb ik genomen om een leuk moment vast te leggen. Toen deze foto was
gemaakt, kon die worden doorgestuurd naar wat familieleden om te laten zien dat we het
erg naar onze zin hebben gehad.

7
Vragen kunstlicht
Beantwoord de vragen tijdens het kijken.
Kijk naar de volgende fragmenten:

https://schooltv.nl/video/portretfotograaf-welke-keuzes-maakt-de-fotograaf/#q=fotografie

https://schooltv.nl/video/fotojournalist-werken-voor-een-krantenredactie/#q=fotografie

https://schooltv.nl/video/de-fotograaf-koen-hauser/#q=fotografie

9. Beantwoorde de vragen.
a) Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de fotografen?
De fotograaf uit het eerste filmpje is een portretfotograaf, zij wil laten zien hoe een
persoon echt is.
De fotograaf uit het tweede filmpje is een reportagefotograaf, hij maakt
momentopnames.
De fotograaf uit het derde filmpje is ook een portretfotograaf maar bij hem gaat het niet
om de echtheid van iemand (hij vervormt de foto’s) maar om of het beeld pakkend is.

b) Noteer van elke fotograaf 1 uitspraak die heel goed weergeeft hoe ze omgaan met de
geportretteerde.

Fotograaf 1: ‘en vooral te zeggen dat ze geen net pak aan moeten doen, zich niet hoeven te
scheeren en al dat soort dingen, omdat ik gewoon wil dat het echt is en niet nep.’

Fotograaf 2: ‘Je komt ergens, je moet binnen een kwartier een foto maken en that’s it, dan
ben je weer weg.’

Fotograaf 3: ‘Ik heb in principe geen grens in hoeverre ik iemand kan vervormen of
misvormen, het is maar net wat je met een bepaalde foto beoogd.’

Na het kijken

10. Lees de tekst en beantwoord de vragen.

In 2003 is de Kees Schereprijs voor het beste fotoboek toegekend aan fotografe
Celine van Balen. In het boek zijn onder andere portretten te zien van
moslimmeisjes die je met een indringende blik aankijken. In het juryrapport staat
hierover: “Het is een soort blik waarop Celine van Balen haar modellen lijkt uit te
zoeken. Zelfs als de jongens en mannen, de meisjes en vrouwen kwetsbaar ogen,
kijken ze zelfverzekerd. Om deze blik is het Celine van Balen te doen. En het
wonderlijke wat zij met het treffen van deze intense blik weet te bereiken, is dat

8
de modellen meer bij de toeschouwer naar binnen kijken dan andersom. Dat geeft
verwarring.”

a) Heb jij dezelfde ervaring als in het juryrapport is beschreven? Geef in je eigen
woorden weer wat de portretten van Celine van Balen met je doen.

ja. Zoals in het filmpje ook werd gezegd wordt er niet gelachen op de foto’s. Dit geeft een
werkelijk beeld van hoe je bent zonder te forceren. Door deze foto’s van het gezicht te
maken, wordt er inderdaad diep in je ogen gekeken wat ik heel bijzonder vindt. Het is alsof
ze je door het scherm aanstaart.

b) Welke van de drie fotografen spreekt jou het meest aan? Geef een aantal argumenten
voor je keuze.
het werk van Koen Hauser eigenlijk wel leuk. Het mag dan wel bij sommige foto’s best erg
bewerkt zijn, maar toch ligt het nog dicht bij de werkelijkheid. Ook kan er met zulk soort
foto’s aandacht komen voor bijvoorbeeld mensen die een afwijking hebben in hun gezicht.
Dit kan bewerkt zijn, maar ook veel mensen hebben dit van nature.

11. Lees het citaat van de Franse schilder Nadar (1820-1910) en beantwoord de vraag.

“De fotografie is een prachtige uitvinding, een wetenschap die


de grootste denkers heeft aangetrokken, een kunst die de
schanderste geesten in vervoering brengt – een kunst die door
een debiel kan worden beoefend. De theorie van het
fotograferen valt in een uur te leren, de eerste beginselen van
de praktijk in een dag. Wat niet te leren viel was de
persoonlijkheid van de geportretteerde te vangen. Om een
intieme gelijkenis te bereiken in plaats van een banaal, op
goed geluk gemaakt portret, moet je je tegelijkertijd
openstellen voor de geportretteerde en zijn gedachtewereld
en hele karakter doorgronden”

Wat probeert de kunstenaar met deze tekst duidelijk te maken?


De kunstenaar probeert met deze tekst te zeggen dat iedereen kan fotograferen maar dat
niet iedereen een goede fotograaf is.

9
Kruiswoord

De Kunst van Licht


 F  2  C
o t o g r a i e

o a

t m

 P
o r t r e t

r r

 N
o a

 M
i o d e l

è l

 e
p n s c e n e r i n g

c t

 w

e r k e l i j k h e i d

Horizontaal Verticaal
1 De kunst om met licht afbeeldingen 2 In de vorm van een cilinder opgerolde
   
  vast te leggen op dunne, voor licht hoeveelheid fotopapier
gevoelige lagen 3 Foto of filmtoestel die opnamen op
 
schijf vastlegt
10
4 Geschilderde, getekende of 5  Hij drukte de eerste foto af in 1822
  gefotografeerde afbeelding van een
mens
6 Voorbeeld waarnaar iets wordt
 
gemaakt
7 In scene gezet, niets wordt aan het
 
toeval overgelaten
8  Het heden dat realiteit is

F
F
C
P
N
M
E
W

11
Negen Basisbegrippen
Fotografie is leuk, maar soms nog lang niet zo gemakkelijk als het lijkt. Tenminste, als je
verder wilt komen dan simpel plaatjes schieten. Hieronder leggen we 9 standaard begrippen
in de fotografie uit.
Een camera, licht en een idee over je compositie, dat is alles wat je nodig hebt bij fotografie.
Maar waar begin je en hoe dan verder?
Opdracht: Maak bij elk basisbegrip een foto!

1) Compositie
Bij de compositie bepaal je waar welk voorwerp zich bevindt in de foto of hoe jij een
onderwerp wilt registreren. Dit doe je op een dusdanige manier dat de afbeelding de kijker
interesseert of zijn fantasie prikkelt. Er zijn verschillende regels voor de compositie die je
moet leren. Natuurlijk vereist kunst geen regels, maar je moet ze kennen om te weten hoe je
die regels kunt breken.

Plak hier de foto:

12
13
2) De regel van derden
Bij de regel van derden scheidt je het
beeld in drie stukken, zowel
horizontaal als verticaal. De kruisende
punten zijn de aandachtspunten. Bij
portret opnames plaats je de ogen op
de snijpunten, bij voorkeur de
bovenste. Bij landschappen echter
heeft het de voorkeur om de lucht van
de aarde te scheiden op één derde
van de afbeelding en een bepaald 
interessant punt, b.v. de ondergaande
zon op een snijpunt.
 
Plak hier de foto:

14
3) Symmetrie
Een andere manier voor een mooie compositie, is symmetrie in je afbeelding weergeven. Dat
is nog niet zo gemakkelijk als het lijkt. Je moet het onderwerp in het midden plaatsen, alle
lijnen moeten recht en symmetrisch zijn. Dit vergt veel oog voor detail. Je kunt de regels van
de derden gebruiken om de afbeelding correct en symmetrisch uit te lijnen, zodat beide
technieken mooi samengaan.
Plak hier de foto:

15
4) Leidende lijnen
Deze regel kan worden gebruikt in
combinatie met de regel van derden of
de symmetrische benadering. Het doel
is om lijnen (reëel of gesimuleerd met
licht) te hebben die het oog richten naar
het interessante punt in de foto. Dit
geldt voor zowel portretten als
landschappen (om twee contrasterende
fotografiebelangen te kiezen).
In portretten moet het echter subtiel
zijn, terwijl het in het landschap vrij
direct kan zijn. Natuurlijk kun je de regel
overtreden, maar je moet er voorzichtig mee zijn. De lijnen moeten als leidraad dienen, niet
om de aandacht weg te halen van het interessante punt.
 
Plak hier de foto:

16
5) Selectieve focus
Selectieve focus zorgt voor onscherpte op de achtergrond terwijl het onderwerp juist scherp
is, waardoor de aandacht van de kijker op het scherpgestelde element verschuift. De
onscherpe elementen in de achtergrond moeten niet storend zijn, anders trekken ze nog te
veel aandacht. Is dit wel het geval, dan moet je misschien veranderen van positie of je
onderwerp verplaatsen als dit mogelijk is.
Plak hier de foto:

17
6) Licht
Zonder licht geen foto, licht is cruciaal bij fotografie. Het geeft diepte en karakter aan je
onderwerp. De kwaliteit en positie van het licht is doorslaggevend voor een goede foto.
Plak hier de foto:

18
7) Standpunt van de belichting
Als de zon hoog staat, krijg je vaak te harde, niet vleiende schaduwen bij portretfotografie.
Bij landschapsfotografie krijg je vaak een rommelig beeld. Dat is de reden dat fotografen
liever niet op het midden van een zomerse dag foto’s maken. Bij portretfotografie zien we
liever b.v. het zogenaamde Rembrandt-licht.
Plak hier de foto:

19
8) Diffusie
Licht creëert schaduwen, zo zien we
diepte. Een foto is tweedimensionaal en
bij te hard licht en dus te harde
schaduwen, krijgen we te veel een
(strip)tekening effect. Om dat te
voorkomen heb je zachter, diffuus licht
nodig. Met een zachter licht krijg je
schaduwen in meer tinten en dus meer
diepte in je foto.

Plak hier de foto:

20
9) Kleurtemperatuur
Verschillende lichtbronnen hebben verschillende kleurtemperaturen en als je niet de juiste
witbalans gebruikt, kan het beeld te blauw, te oranje zijn of zelfs richting groen en magenta
gaan.

Plak hier de foto:

21
Wat voor camera je ook hebt, met deze basisbegrippen helpen we je op weg om een betere
fotograaf te worden. Het belangrijkste is dat je jezelf blijft ontwikkelen en dat doe je alleen
door veel te fotograferen en daarvan te leren.
 

Erwin Olaf
Zoek via google of via de website van Erwin Olaf een foto van het werk van Erwin Olaf uit.
Kies een foto die je leuk, mooi, interessant en/of intrigerend vindt. Zoek een foto waar je
‘iets’ mee hebt.

12. Welke foto van Erwin Olaf heb jij uitgekozen? Plak hem hieronder op en leg uit
waarom deze!

Deze foto vind ik erg mooi omdat het een man laat zien die waarschijnlijk ziek is aangezien
hij een hulpmiddel heeft om te ademen. Deze foto spreekt mij aan omdat deze man je
echt diep in je ogen aankijkt. Ik vind dat deze man angst uitstraalt vanwege zijn blik.

22
13. Wat viel je op aan deze foto?
Het gebruik van licht en attributen viel mij zeer op in deze foto. Doordat de foto zwart-wit
is, springen de ogen van de man heel erg uit de foto, dit komt door de manier waarop licht
is ingezet. Ook de blaadjes op de voorgrond vallen mij op omdat er creatief gebruik is
gemaakt van voor- en achtergrond.

Kijk naar fragment 2 in de PPT of deze link:


https://schooltv.nl/video/erwin-olaf-wat-betekenen-schoonheid-en-smaak-voor-erwin-olaf/#q=
erwin%20olaf over Erwin Olaf.
14. Schrijf 4 citaten op van Erwin Olaf die jou opvallen.

1. ‘mooi is een heel relatief begrip, het heeft voor mij niks te maken met een gebrek
aan rimpels of aan een hele slanke lijn, mooi heeft voor mij te maken met een
gevoel van aangenaamheid om naar te kijken’

2. ‘smaak is hetzelfde iets als schoonheid’

3. ‘iedereen heeft zijn eigen smaak natuurlijk’

4. ‘als ik fotografeer, komt eerst schoonheid en dan het gevoel’

15. Passen deze citaten bij jouw verwachting van Erwin Olaf? N.a.v. de foto’s die hij
maakt?
Ja, als je naar de foto’s van Erwin Olaf kijkt zijn ze aangenaam om naar te kijken. HIj
beschrijft dat hij alleen schoonheid wil fotograferen in de citaten en er zijn geen lelijke
mensen te vinden op zijn foto’s. De citaten komen overeen met mijn verwachting.

23
Exactitudes
De fotograaf Arie Verlsuis en styliste Ellie Uyttenbroek werken al jaren samen aan de
fotoseries exactitudes. Het begon allemaal in Rotterdam met een fotoserie van “gabbers”.

Bekijk de kunstwerken op deze website: https://exactitudes.com/.

16. Waar gaan deze kunstwerken over?


Dit zal waarschijnlijk gaan over verschillende soorten mensen of groepen in een
samenleving. Deze mensen kleden zich onder andere op een hele andere manier als de
rest.

17. Wat valt je op aan deze fotoseries? Noem minimaal 3 kenmerken.


Één fotoserie bestaat uit negen beelden.
Een fotoserie bestaat uit allemaal verschillende mensen.
Op een foto serie heeft iedereen een andere outfit aan maar ze poseren hetzelde.

Bekijk het fragment: https://www.youtube.com/watch?v=aimZ6SFnEKc en deze website:


https://static.kunstelo.nl/ckv2/bevo/kunstvakken2_2008/uyttenbroek/ariversluis.htm.
Beantwoord daarna de volgende vragen:

18. Waar kijken de kunstenaars naar als ze hun modellen zoeken?

Ze zoeken hun modellen op straat die een stijl hebben die enigszins op elkaar lijkt. Als deze
mensen op elkaar lijken, passen ze goed bij elkaar op de tentoonstelling.

19. Vind jij dat de geportretteerden op elkaar lijken? Leg uit.

Ik vind dat de modellen qua stijl op elkaar lijken maar qua uiterlijk niet perse.
Ze zijn meestal wel rond dezelfde leeftijd maar het kan zomaar zijn dat 1
model blond is en de andere pik zwart haar heeft.

24
Anton Corbijn
Zoek via google een kunstwerk (foto) van Anton Corbijn. Kies een foto die je leuk, mooi,
interessant en/of intrigerend vindt. Zoek een foto waar je ‘iets’ mee hebt. Plak deze
hieronder op.

Maak de vragen bij jouw eigen gekozen foto van Anton Corbijn.

20. Er zijn verschillende soorten fotografie. Een fotograaf kan zich


specialiseren in een bepaald onderwerp. Waar hoort ‘jouw’ foto bij?*
*Markeer het goede antwoord

() landschapsfotografie (landschap)
() reclamefotografie (reclame)
() portretfotografie (portret: gezicht / ten voeten uit)
() reportagefotografie (verslaggeving gebeurtenis/situatie)
() modefotografie (mode: kleding, kapsel, make-up, sieraden)

25
() industriële fotografie (industriële omgeving)
() stillevenfotografie (samenstelling van spullen)
() anders, namelijk:

21. Schrijf hieronder op wat er te zien is op de foto. Ga uit van


vier basisvragen: wie, wat, waar, wanneer.
Op de foto is een man te zien die poseert voor een bakstenen muur. Hij kijkt boos. De foto
is waarschijnlijk overdag genomen want het was nog licht buiten.

22. Wat voor gevoel straalt de foto uit?


Ik vind dat de foto een gevoel van woede uitstraalt. De man op de foto ziet er namelijk een
beetje boos uit. Als je dan naar de foto krijgt, kan je zelf dat gevoel ook een beetje krijgen.
Het hoeft niet eens zozeer boos te zijn, maar het kan ook geïrriteerd zijn.

23. Licht is het belangrijkste beeldende middel van de fotograaf.


Op de foto zie je*:
* Markeer. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
() natuurlijk licht (zon)
() kunstmatig licht (bijv. lamp of flitslicht)
() fel licht
() getemperd licht (onderbroken bijv. door wolken of gordijn)
() tegenlicht (het licht is recht achter de persoon/voorwerpen op de foto)
() schaduw
() weerspiegeling
() reflectie (weerkaatsend licht, bijv. glimlicht)

24. Op een foto staat alles stil. Je legt een moment vast. Beweging lijkt dan wel bevroren.
Is er een beweging vastgelegd? Zo ja, welke?
De beweging zal zijn dat de man opzij keek. Het lijkt alsof hij naar iemand kijkt. Maar ik
denk dat er voor deze foto wel geposeerd is eigenlijk.

25. De plaats vanaf waar een fotograag iets fotografeert heet (camera)standpunt. Het
standpunt kan ‘gewoon’ zijn – op ooghoogte. Je kunt de camera ook heel laag houden
- laag standpunt – of juist heel hoog. De fotograaf bepaalt wat er wel en niet op de
foto komt. Hij/zij kan ver weg of dichtbij staan en in- of uitzoomen met de lens.
(kikkerperspectief, neutraal perspectief, vogelperspectief)

Het standpunt is:


Ooghoogteperspectief. (neutraal perspectief)

Hoe zie je dat?:


De foto is niet genomen vanaf heel laag en ook niet van heel hoog. Als de man recht
vooruit zou kijken zou hij je in je ogen aankijken.

26. Bij fotografie wordt vaak afsnijding gebruikt? Zijn er dingen die maar half op de foto
staan? Zo ja, welke?

26
Ja, zijn lichaam. Alleen een klein stukje van zijn lichaam is te zien. Hierdoor is wel de
emotie in zijn gezicht beter te zien, want anders is het een foto van ver.

27. Waarom heb je juist deze foto uitgekozen?


De foto sprak mij aan omdat het een mysterieus beeld is. Je weet niet waarom de man
deze blik op zijn gezicht heeft of waarom hij naar de zijkant kijkt. Je zou graag het verhaal
achter dit beeld willen weten.

28. Tot slot, wat valt je op aan de foto’s van Anton Corbijn? Noem tenminste 3
kenmerken.
- ze zijn allemaal zwart wit
- het zijn bijna allemaal portretfoto’s
- In elke foto zie je duidelijk een emotie

Kijk naar fragment:


https://www.youtube.com/watch?v=TsF3PFRLvN8&list=PL__61DIcYZdByBX5HANjM47pYkFeQL5Ne
&index=4 en beantwoord de vragen:

29. Waarom past het woord ‘improvisatie’ zo goed bij Anto n Corbijn?
Hij kan snel een ruimte beoordelen op hoe goede foto’s hij kan maken, hierdoor is hij
goed in improviseren omdat dit nou eenmaal ook snel moet. Ook maakt hij veel
impulsieve acties waardoor hij goede foto’s krijgt.

30. Welke vijf periodes in het werk van Corbijn worden in het Gemeentemuseum
uitgelicht?
- eerste periode was heel documentair → in jaren 70 en 80
- in jaren 90 begon hij meer invloed te hebben op wat er voor de camera
gebeurde
- daarna is hij wat conceptuele dingen gaan doen
- film stills van films die niet bestaan
- daarna deed hij een serie zelfportretten

31. Waarom is Corbijn zijn geboorteplaats zo van invloed geweest op zijn werk?
Zijn tweede fotoserie is geschoten in zijn geboorteplaats. Hij is hier van muziek gaan
houden. Hij wilde weten waardoor hij zo van muziek is gaan houden en wilde het
antwoord op die vraag in zijn geboorteplaats vinden. Het antwoord is dat niets hem daar
interesseerde dus wel op zoek moest gaan naar leuke dingen, in dit geval muziek.

32. Welke 2 obsessie’s zitten er in de reeks zelfportretten verstopt?


muziek en met het leven na de dood

33. Waarom is hij zwart/wit gaan fotograferen?


Toen hij jong was, was het makkelijker om in het
zwart-wit te schieten. Ook wilde hij in tijdschriften

27
publiceren waarin zwart-witte foto’s stonden. Het gebeurde eigenlijk
gewoon.

34. Wat zegt Corbijn over de reis naar de foto’s toe? Dit komt meerdere malen terug.
Hij is gewoon foto’s blijven maken. Later realiseerde hij zich dat dit zijn nieuwe richting is.
Maar er zitten elementen in van alle periodes en het is vrij onopgezet. Ook is hij heel open
naar andere mensen en kan hij zich makkelijk aanpassen in verschillende situaties.

35. Wat is het verschil tussen momenten kiezen en momenten maken? Wat doet Anton
Corbijn tegenwoordig?
Er zit maar een klein verschil tussen momenten kiezen en momenten maken. Met maken
maak je de situaties alsof er iets gebeurd, bij kiezen moet je net het goede moment
uitzoeken.Hij doet nu momenten maken. Hij heeft het dus makkelijker gemaakt voor
zichzelf of hij is gewoon slimmer te werk gegaan.

36. Waarom vindt hij dat zijn fotografie boven de “rock photografie” (zoals het wel
genoemd wordt) moet staan?

Die willen overal bij betrokken zijn. Bijvoorbeeld bij U2. Hij neemt heel veel dingen op zich en hij
gaat daar heel ver in. Hij had zelf heel veel ideeën die uitgewerkt moesten worden , maar daarvoor
heeft hij veel moeite moeten doen.

28
Wat is jouw smaak?
37. Maak hieronder een collage van jouw smaak op het gebied van fotografie. Ga dus op
zoek naar afbeeldingen in tijdschriften of op internet en plak die hieronder op. Geef
met korte kreten/woorden aan wat je er mooi aan vindt.

29
Praktische Opdrachten horende bij
kunstdiscipline

Fotografie

30
CKV – PO - FOTOGRAFIE

Opdracht A: kennis is macht


Bij deze opdracht ga je een spel maken, bijvoorbeeld kwartet
of triviant of… met daarin minimaal 15 vragen over
fotografie.
Start fase 
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op het inleverdocument (het
inleverdocument vind je helemaal onderin deze Studie).  
 
Divergerende fase     
Stap 2: Ga eerst brainstormen. Ga eerste eens brainstormen, waar denk je aan bij deze
opdracht maak een moodboard of woordweb. Zoek informatie op over fotografie, d.m.v.
jouw studiebundel en op internet. Zoek bijvoorbeeld op, welke beroemde fotografen er zijn. Of
andersom...zoek op welke foto door welke fotograaf gemaakt is en wat hij/zij allemaal nog meer
heeft gemaakt.  Maak van jouw brainstorm/zoektocht een moodboard of woordweb.
Je moodboard laat je in je presentatie zien. 
 
Convergerende fase 
Stap 3: Verzamel nu (van je moodboard) minimaal 15  vragen over fotografie. In
je presentatie vertel je over de keuzes die je hier hebt gemaakt. 
 
Stap 4: Verzamel het materiaal dat je nodig hebt om je spel te maken en ga aan de slag. Denk na
over de kleuren van het spel, waar komen de afbeeldingen en waar de tekst? Maak schetsen en
of moodboards om je idee vorm te geven. Fotografeer het proces. Eerst alleen het materiaal, dan de
eerste opzet etc. Tot aan een mooie foto van het eindresultaat. Het proces laat je zien in
je presentatie. 
 
Stap 5: Vul het Logboek in op het inleverdocument.  
 
Slot fase 
Stap 6: De presentatie van jouw creatie. Hoe ga jij dit product aan
de klas presenteren? Gaan ze het ook daadwerkelijk spelen? Of
laat je het zien als een product dat je gaat verkopen? Denk hier
goed over na. Maak de presentatie en bereid het voor 

31
Beoordeling opdracht A

zonder eigen inbreng = max cijfer een 7 


Beoordeling PO  *                 Naam:  punten  score 
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema)  Max. 10 pt.   
Ingevulde studie Max. 20 pt   
Ingevuld inleverdocument  Max. 10 pt   
Kwaliteit praktische opdracht Max. 20 pt   
Presentatie praktische opdracht Max. 10 pt
Eigen inbreng  Max. 30 pt   
Totaal   Max. 100 pt   
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de
toeschouwer, klopt het eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle
gevraagde punten uit de opdracht? 
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht.
Beschrijf deze dan ook in je motivatie in het inleverdocument. Een extra mooie
gedetailleerde uitvoering kan ook een extra punt opleveren.

32
CKV – PO – FOTOGRAFIE

Opdracht B: Exactitudes
Naar aanleiding het kunstwerk “Exactitudes” van Arie Versluis en Ellie Uittenbroek maak je
deze opdracht.

Start fase 
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op het inleverdocument (het inleverdocument vind je
helemaal achterin deze Studie). Bedenk een goede startformulering (zie ‘startfase’ in het hoofdstuk
‘vormgeven’) 
 
Divergerende fase     
Stap 2: Brainstormen! Ga op zoek naar een
aantal subculturen hier op school. Benoem en
beschrijf twee van deze subculturen die jullie
willen vastleggen hieronder. Hoe zien ze eruit?
Wat zijn de gewoontes? Waar zie je ze veel?
Hebben ze speciale hobby’s? etc.?

Subcultuur 1:

Subcultuur 2:

Stap 3: Bedenk goed per subcultuur hoe je ze op de foto wil gaan zetten. Welke houding,
gezichtsuitdrukking en welke stijlkenmerken (blouse in of uit een broek, broekspijpen
opgerold, kleine details). Hier ga je dus stileren, net als bij de modefotografie. Zorg ervoor
dat je altijd dezelfde achtergrond gebruikt!

Subcultuur 1 Subcultuur 2
Houding:

Gezichtsuitdrukking:

Stijlkenmerken:

Convergerende fase 

33
Stap 4: Vraag per serie minimaal 6 personen (leerlingen en/of docenten) van een bepaalde
subcultuur om op de foto te gaan. Maak een afspraak om de foto’s te gaan maken of doe het
ter plekke (denk aan de achtergrond, altijd hetzelfde!) Stel de personen gerust en vertel wat
jullie gaan doen.

Stap 5: Aan de slag! Nu ga je de foto’s maken. Minimaal 6 personen van één subcultuur.

- zorg voor exact dezelfde achtergrond


- zorg voor exact dezelfde lichtinval
- neem de foto’s steeds van dezelfde afstand (Markeer de grond met een voorwerp of
met schilderstape)
- neem de foto’s uit dezelfde hoek, en met hetzelfde camerastandpunt (liggend of
staand formaat)
- stilleer zo nodig de kleding van de persoon
- geef aanwijzingen voor houding en gezichtsuitdrukking
- maak meerdere foto’s van een persoon zodat je de beste kunt uitzoeken.
 
Stap 6: Vul het Logboek in op het inleverdocument.  
 
Slot fase 
Stap 7: De presentatie van jullie creatie! Nu ga je deze fotoseries presenteren aan je
klasgenoten. Hoe doe je dit als ppt, maak je een fimpje, maak je een tentoonstelling? Maak
de presentatie en bereid het voor.

Beoordeling opdracht B

zonder eigen inbreng = max cijfer een 8 


Beoordeling PO  **               Naam:  punten  score 
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema)  Max. 10 pt.   
Ingevulde studie Max. 20 pt   
Ingevuld inleverdocument  Max. 10 pt   
Kwaliteit praktische opdracht Max. 30 pt   
Presentatie praktische opdracht Max. 10 pt
Eigen inbreng  Max. 20 pt   
Totaal   Max. 100 pt   
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de
toeschouwer, klopt het eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle
gevraagde punten uit de opdracht? 
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht.
Beschrijf deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook een
extra punt opleveren.  
CKV – PO – FOTOGRAFIE

34
Opdracht C: Glamour Remake
Naar aanleiding van de foto’s van Anton Corbijn ga je zelf een Glamourfoto maken. Je
fotografeert je klasgenoot als zijn/haar favoriete ster/idool en andersom. Dus jij fotografeert
en wordt geportretteerd.

Start fase 
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op het inleverdocument (het inleverdocument vind je
helemaal achterin deze Studie).  
 
Divergerende fase 
Stap 2: Ga eerst brainstormen. Als wie zou jij graag op de foto willen? Maak van jouw
brainstorm/zoektocht een moodboard of woordweb. Je moodboard/woorweb laat je in
je presentatie zien. 
 
Convergerende fase 
Stap 3: Kies vanaf jouw moodboard één ster/idool/etc.
 
Stap 4: Verzamel het materiaal dat je nodig hebt en ga aan de slag. Aan de slag! Nu gaan
jullie de foto’s van elkaar maken. Maak er veel, zodat je straks kunt kiezen.
- Denk na over de lichtinval
- De houding van de geportretteerde
- Stileer zo nodig de kleding van de persoon
- Geef aanwijzingen voor houding en gezichtsuitdrukking

Stap 5: Samen kies je per persoon de beste 3 foto’s uit. Waarom zijn dit
de beste?

Stap 6: Bewerk eventueel de foto’s op de computer.


 
Stap 7: Vul het Logboek in op het inleverdocument.  
 
Slot fase
Stap 8: De presentatie van jouw creatie. Nu ga je deze foto’s
presenteren aan je klasgenoten. Hoe doe je dit? Maak de presentatie
en bereid het voor.

Beoordeling opdracht C

35
Beoordeling: (zonder eigen inbreng = max cijfer een 9) 
Beoordeling PO  ***                Naam:  punten  score 
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema)  Max. 10 pt.   
Ingevulde studie Max. 20 pt   
Ingevuld inleverdocument  Max. 10 pt   
Kwaliteit praktische opdracht Max. 40 pt   
Presentatie praktische opdracht Max. 10 pt
Eigen inbreng  Max. 10 pt   
Totaal   Max. 100 pt   
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de
toeschouwer, klopt het eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle
gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min. 
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht.
Beschrijf deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook een
extra punt opleveren.  

36
CKV – PO - FOTOGRAFIE
Opdracht D: Eigen idee!
Bij deze opdracht heb je de ruimte voor jouw
eigen creatieve ideeën. Wat voor PO wil jij maken
bij dit thema?

Werkwijze:

Start fase 
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op
het inleverdocument (het inleverdocument vind je helemaal achterin deze Studie).  
 
Divergerende fase 
Stap 2: Ga eerst brainstormen en maak een moodboard of woordweb. Presenteer je
moodboard/woordweb in je presentatie. 
 
Convergerende fase 
Stap 3: Beschrijf waarom je hiervoor gekozen hebt. Laat dit terug komen in je presentatie. 
 
Stap 4: Verzamel het materiaal wat je nodig hebt en ga aan de slag tot aan het eindresultaat.
Het proces laat je zien in je presentatie. 
 
Stap 5: Vul het Logboek in op het inleverdocument.  
 
Slot fase 
Stap 6: De presentatie van jouw creatie. D.m.v. een powerpoint of anders…? Denk ook aan
het proces en wat jij wilt vertellen aan de klas. 

37
Beoordeling opdracht D

zonder eigen inbreng = max cijfer een 10 


Beoordeling PO  ****                 Naam:  punten  score 
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema)  Max. 10 pt.   
Ingevulde studie Max. 20 pt   
Ingevuld inleverdocument  Max. 10 pt   
Kwaliteit praktische opdracht Max. 50 pt   
Presentatie praktische opdracht Max. 10 pt
Eigen inbreng  n.v.t.   
Totaal   Max. 100 pt   
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt het
eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min. 
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht. Beschrijf
deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook een extra punt
opleveren.  

38
Notities/Brainstorm

39
Inleverdocument
Naam leerling(en): Emily en Kate
Klas: AM4D
Kunstdiscipline: fotografie

Opdrachtkeuze: A/B/C/D (omcirkel welke opdracht je hebt gekozen)

Thema: spontaan of bedacht

Motivatie: (5 vragen)
1) Waarom hebben wij voor deze opdracht gekozen?
deze opdracht hebben wij gekozen omdat het ons aansprak om onze idolen na te maken. Zo
kan je op een grappige manier een foto krijgen die er erg op zal lijken.
2) Wat is ons doel van deze opdracht?
ons doel is om de foto’s zo goed mogelijk na te maken en natuurlijk proberen een zo hoog
mogelijk cijfer te halen, haha.
3) Hoe koppelen wij deze praktische opdracht aan het thema waar we nu mee bezig zijn?
Dit heeft te maken met spontaan of bedacht, want als je een foto na gaat maken, dan ben je
natuurlijk absoluut niet spontaan. Je bedenkt dat van tevoren welke foto je gaat namaken en
poseert hetzelfde als hoe op het voorbeeld staat.
4) Wat hebben wij in de studie geleerd en hoe passen wij dit toe in onze PO?
In deze studie hebben wij geleerd hoe je voor verschillende lichtinvallen kan kiezen of
bijvoorbeeld zwart wit foto’s kan maken. Als wij een foto kiezen die dit ook heeft, kunnen wij
misschien wel dezelfde technieken toepassen op ons eindproduct.
5) Hoe verwachten wij dat ons eindproduct er uit komt te zien?
We hopen natuurlijk dat ons eindproduct erg gaat lijken op de foto’s van onze idolen die we
uit gaan kiezen en we gaan hier hard ons best voor doen.

Logboek
Benodigdheden om de opdracht te maken:

Hoeveel tijd hebben wij nodig gehad voor het maken van de opdracht (alles bij elkaar
opgeteld):

Wat zijn de stappen die wij moeten doen om de opdracht te maken:

Waarom ziet ons eindproduct er zo uit, zoals het er nu uitziet? Vertel hier over de keuzes
die jullie gemaakt hebben bij het vormgeven van dit werk:

Vul in onderstaand schema de taakverdeling in:


Wie: Taken: Tijdsduur van de taak:
kate studie oneven vragen 3 uur

40
emily studie even vragen 3 uur

41

You might also like