Professional Documents
Culture Documents
Studie Fotografie 2020 2021 2 4
Studie Fotografie 2020 2021 2 4
1
2
Inhoudsopgave
Let op!!!!! Door het bewerken van het document, wanneer je de
antwoorden invult, zullen de bladzijden verschuiven.
Leerdoelen
Laatst genomen foto
Vragen kunstlicht
Kruiswoord
Negen basisbegrippen
Erwin Olaf
Exactitudes
Anton Corbijn
Wat is jouw smaak?
Praktische opdrachten
Brainstorm en notitie’s
Inleverdocument
3
Leerdoelen:
Kennismaking met:
- Verschillende Nederlandse fotografen
- Termen uit de fotografie:
o Afstand
o Camerastandpunt
o Belichting
o Afsnijding
o diffusie
o Etc.
4
5
Introductie: Laatst genomen foto op je telefoon?!
Pak je telefoon erbij en kijk welke foto je als laatste hebt genomen. Over deze foto ga je de
volgende vragen beantwoorden.
Er zijn verschillende soorten fotografie. Een fotograaf kan zich specialiseren in een bepaald
onderwerp. Waar hoort ‘jouw’ foto bij?
- landschapsfotografie (landschap)
- reclamefotografie (reclame)
- portretfotografie (portret: gezicht / ten voeten uit)
- reportagefotografie (verslaggeving gebeurtenis/situatie)
- modefotografie (mode: kleding, kapsel, make-up, sieraden)
- industriële fotografie (industriële omgeving)
- stillevenfotografie (samenstelling van spullen)
- anders, namelijk:
1. Soort?
Deze foto valt in de categorie portretfotografie. Er zijn namelijk gezichten op te zien.
2. Wat is er te zien?
Op de foto zijn mijn ouders te zien. Ze proosten hierzo. We waren namelijk een weekendje
weg naar Overijssel. Deze foto werd gemaakt tijdens de BBQ op zondag, om te laten zien
dat ze het erg naar hun zin hadden.
3. Wat voor soort sfeer of gevoel straalt jouw foto uit? Markeer wat van toepassing is.
Meerdere antwoorden mogelijk.
• angst
• blijdschap
• geluk
• verdriet
• verlegenheid
• rust
• geheimzinnigheid
• chaos
• vervreemding
• pijn
• somberheid
• iets anders, namelijk: gezelligheid & ontspanning
6
4. Wat voor soort licht zie je op jou foto? Markeer wat van toepassing is.
Op de foto zie je:
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
• natuurlijk licht (zon)
• kunstmatig licht (bijv. lamp of flitslicht)
• fel licht
• getemperd licht (onderbroken bijv. door wolken of gordijn)
• tegenlicht (het licht is recht achter de persoon/voorwerpen op de foto)
• schaduw
• weerspiegeling
• reflectie (weerkaatsend licht, bijv. glimlicht)
Op de foto zie ik natuurlijk licht. De zon scheen fel op deze dag en dus was er voldoende
zonlicht. Ook zie je een klein beetje schaduw van mijn vader op mijn moeders hoofd. Hij
blokkeert het zonlicht.
De plaats vanaf waar een fotograaf iets fotografeert heet(camera)standpunt. Het standpunt
kan ‘gewoon’ zijn – op ooghoogte. Je kunt de camera ook heel laag houden - laag standpunt
– Of juist heel hoog. De fotograaf bepaalt wat er wel en niet op de foto komt. Hij/zij kan ver
weg of dichtbij staan en in- of uitzoomen met de lens. (kikkerperspectief, neutraal
perspectief, vogelperspectief)
6. Het camerastandpunt is? Hoe zie je dat?
Het camerastandpunt is gewoon. De foto is ongeveer op ooghoogte genomen en vanuit
het neutraal perspectief. Op deze manier stond bijna alles op de foto en zagen de
gezichten er normaal uit op de foto. De fotograaf stond niet heel ver weg van mijn ouders,
maar er is ook niet ingezoomd.
7
Vragen kunstlicht
Beantwoord de vragen tijdens het kijken.
Kijk naar de volgende fragmenten:
https://schooltv.nl/video/portretfotograaf-welke-keuzes-maakt-de-fotograaf/#q=fotografie
https://schooltv.nl/video/fotojournalist-werken-voor-een-krantenredactie/#q=fotografie
https://schooltv.nl/video/de-fotograaf-koen-hauser/#q=fotografie
9. Beantwoorde de vragen.
a) Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de fotografen?
De fotograaf uit het eerste filmpje is een portretfotograaf, zij wil laten zien hoe een
persoon echt is.
De fotograaf uit het tweede filmpje is een reportagefotograaf, hij maakt
momentopnames.
De fotograaf uit het derde filmpje is ook een portretfotograaf maar bij hem gaat het niet
om de echtheid van iemand (hij vervormt de foto’s) maar om of het beeld pakkend is.
b) Noteer van elke fotograaf 1 uitspraak die heel goed weergeeft hoe ze omgaan met de
geportretteerde.
Fotograaf 1: ‘en vooral te zeggen dat ze geen net pak aan moeten doen, zich niet hoeven te
scheeren en al dat soort dingen, omdat ik gewoon wil dat het echt is en niet nep.’
Fotograaf 2: ‘Je komt ergens, je moet binnen een kwartier een foto maken en that’s it, dan
ben je weer weg.’
Fotograaf 3: ‘Ik heb in principe geen grens in hoeverre ik iemand kan vervormen of
misvormen, het is maar net wat je met een bepaalde foto beoogd.’
Na het kijken
In 2003 is de Kees Schereprijs voor het beste fotoboek toegekend aan fotografe
Celine van Balen. In het boek zijn onder andere portretten te zien van
moslimmeisjes die je met een indringende blik aankijken. In het juryrapport staat
hierover: “Het is een soort blik waarop Celine van Balen haar modellen lijkt uit te
zoeken. Zelfs als de jongens en mannen, de meisjes en vrouwen kwetsbaar ogen,
kijken ze zelfverzekerd. Om deze blik is het Celine van Balen te doen. En het
wonderlijke wat zij met het treffen van deze intense blik weet te bereiken, is dat
8
de modellen meer bij de toeschouwer naar binnen kijken dan andersom. Dat geeft
verwarring.”
a) Heb jij dezelfde ervaring als in het juryrapport is beschreven? Geef in je eigen
woorden weer wat de portretten van Celine van Balen met je doen.
ja. Zoals in het filmpje ook werd gezegd wordt er niet gelachen op de foto’s. Dit geeft een
werkelijk beeld van hoe je bent zonder te forceren. Door deze foto’s van het gezicht te
maken, wordt er inderdaad diep in je ogen gekeken wat ik heel bijzonder vindt. Het is alsof
ze je door het scherm aanstaart.
b) Welke van de drie fotografen spreekt jou het meest aan? Geef een aantal argumenten
voor je keuze.
het werk van Koen Hauser eigenlijk wel leuk. Het mag dan wel bij sommige foto’s best erg
bewerkt zijn, maar toch ligt het nog dicht bij de werkelijkheid. Ook kan er met zulk soort
foto’s aandacht komen voor bijvoorbeeld mensen die een afwijking hebben in hun gezicht.
Dit kan bewerkt zijn, maar ook veel mensen hebben dit van nature.
11. Lees het citaat van de Franse schilder Nadar (1820-1910) en beantwoord de vraag.
9
Kruiswoord
o a
t m
P
o r t r e t
r r
N
o a
M
i o d e l
è l
e
p n s c e n e r i n g
c t
w
e r k e l i j k h e i d
Horizontaal Verticaal
1 De kunst om met licht afbeeldingen 2 In de vorm van een cilinder opgerolde
vast te leggen op dunne, voor licht hoeveelheid fotopapier
gevoelige lagen 3 Foto of filmtoestel die opnamen op
schijf vastlegt
10
4 Geschilderde, getekende of 5 Hij drukte de eerste foto af in 1822
gefotografeerde afbeelding van een
mens
6 Voorbeeld waarnaar iets wordt
gemaakt
7 In scene gezet, niets wordt aan het
toeval overgelaten
8 Het heden dat realiteit is
F
F
C
P
N
M
E
W
11
Negen Basisbegrippen
Fotografie is leuk, maar soms nog lang niet zo gemakkelijk als het lijkt. Tenminste, als je
verder wilt komen dan simpel plaatjes schieten. Hieronder leggen we 9 standaard begrippen
in de fotografie uit.
Een camera, licht en een idee over je compositie, dat is alles wat je nodig hebt bij fotografie.
Maar waar begin je en hoe dan verder?
Opdracht: Maak bij elk basisbegrip een foto!
1) Compositie
Bij de compositie bepaal je waar welk voorwerp zich bevindt in de foto of hoe jij een
onderwerp wilt registreren. Dit doe je op een dusdanige manier dat de afbeelding de kijker
interesseert of zijn fantasie prikkelt. Er zijn verschillende regels voor de compositie die je
moet leren. Natuurlijk vereist kunst geen regels, maar je moet ze kennen om te weten hoe je
die regels kunt breken.
12
13
2) De regel van derden
Bij de regel van derden scheidt je het
beeld in drie stukken, zowel
horizontaal als verticaal. De kruisende
punten zijn de aandachtspunten. Bij
portret opnames plaats je de ogen op
de snijpunten, bij voorkeur de
bovenste. Bij landschappen echter
heeft het de voorkeur om de lucht van
de aarde te scheiden op één derde
van de afbeelding en een bepaald
interessant punt, b.v. de ondergaande
zon op een snijpunt.
Plak hier de foto:
14
3) Symmetrie
Een andere manier voor een mooie compositie, is symmetrie in je afbeelding weergeven. Dat
is nog niet zo gemakkelijk als het lijkt. Je moet het onderwerp in het midden plaatsen, alle
lijnen moeten recht en symmetrisch zijn. Dit vergt veel oog voor detail. Je kunt de regels van
de derden gebruiken om de afbeelding correct en symmetrisch uit te lijnen, zodat beide
technieken mooi samengaan.
Plak hier de foto:
15
4) Leidende lijnen
Deze regel kan worden gebruikt in
combinatie met de regel van derden of
de symmetrische benadering. Het doel
is om lijnen (reëel of gesimuleerd met
licht) te hebben die het oog richten naar
het interessante punt in de foto. Dit
geldt voor zowel portretten als
landschappen (om twee contrasterende
fotografiebelangen te kiezen).
In portretten moet het echter subtiel
zijn, terwijl het in het landschap vrij
direct kan zijn. Natuurlijk kun je de regel
overtreden, maar je moet er voorzichtig mee zijn. De lijnen moeten als leidraad dienen, niet
om de aandacht weg te halen van het interessante punt.
Plak hier de foto:
16
5) Selectieve focus
Selectieve focus zorgt voor onscherpte op de achtergrond terwijl het onderwerp juist scherp
is, waardoor de aandacht van de kijker op het scherpgestelde element verschuift. De
onscherpe elementen in de achtergrond moeten niet storend zijn, anders trekken ze nog te
veel aandacht. Is dit wel het geval, dan moet je misschien veranderen van positie of je
onderwerp verplaatsen als dit mogelijk is.
Plak hier de foto:
17
6) Licht
Zonder licht geen foto, licht is cruciaal bij fotografie. Het geeft diepte en karakter aan je
onderwerp. De kwaliteit en positie van het licht is doorslaggevend voor een goede foto.
Plak hier de foto:
18
7) Standpunt van de belichting
Als de zon hoog staat, krijg je vaak te harde, niet vleiende schaduwen bij portretfotografie.
Bij landschapsfotografie krijg je vaak een rommelig beeld. Dat is de reden dat fotografen
liever niet op het midden van een zomerse dag foto’s maken. Bij portretfotografie zien we
liever b.v. het zogenaamde Rembrandt-licht.
Plak hier de foto:
19
8) Diffusie
Licht creëert schaduwen, zo zien we
diepte. Een foto is tweedimensionaal en
bij te hard licht en dus te harde
schaduwen, krijgen we te veel een
(strip)tekening effect. Om dat te
voorkomen heb je zachter, diffuus licht
nodig. Met een zachter licht krijg je
schaduwen in meer tinten en dus meer
diepte in je foto.
20
9) Kleurtemperatuur
Verschillende lichtbronnen hebben verschillende kleurtemperaturen en als je niet de juiste
witbalans gebruikt, kan het beeld te blauw, te oranje zijn of zelfs richting groen en magenta
gaan.
21
Wat voor camera je ook hebt, met deze basisbegrippen helpen we je op weg om een betere
fotograaf te worden. Het belangrijkste is dat je jezelf blijft ontwikkelen en dat doe je alleen
door veel te fotograferen en daarvan te leren.
Erwin Olaf
Zoek via google of via de website van Erwin Olaf een foto van het werk van Erwin Olaf uit.
Kies een foto die je leuk, mooi, interessant en/of intrigerend vindt. Zoek een foto waar je
‘iets’ mee hebt.
12. Welke foto van Erwin Olaf heb jij uitgekozen? Plak hem hieronder op en leg uit
waarom deze!
Deze foto vind ik erg mooi omdat het een man laat zien die waarschijnlijk ziek is aangezien
hij een hulpmiddel heeft om te ademen. Deze foto spreekt mij aan omdat deze man je
echt diep in je ogen aankijkt. Ik vind dat deze man angst uitstraalt vanwege zijn blik.
22
13. Wat viel je op aan deze foto?
Het gebruik van licht en attributen viel mij zeer op in deze foto. Doordat de foto zwart-wit
is, springen de ogen van de man heel erg uit de foto, dit komt door de manier waarop licht
is ingezet. Ook de blaadjes op de voorgrond vallen mij op omdat er creatief gebruik is
gemaakt van voor- en achtergrond.
1. ‘mooi is een heel relatief begrip, het heeft voor mij niks te maken met een gebrek
aan rimpels of aan een hele slanke lijn, mooi heeft voor mij te maken met een
gevoel van aangenaamheid om naar te kijken’
15. Passen deze citaten bij jouw verwachting van Erwin Olaf? N.a.v. de foto’s die hij
maakt?
Ja, als je naar de foto’s van Erwin Olaf kijkt zijn ze aangenaam om naar te kijken. HIj
beschrijft dat hij alleen schoonheid wil fotograferen in de citaten en er zijn geen lelijke
mensen te vinden op zijn foto’s. De citaten komen overeen met mijn verwachting.
23
Exactitudes
De fotograaf Arie Verlsuis en styliste Ellie Uyttenbroek werken al jaren samen aan de
fotoseries exactitudes. Het begon allemaal in Rotterdam met een fotoserie van “gabbers”.
Ze zoeken hun modellen op straat die een stijl hebben die enigszins op elkaar lijkt. Als deze
mensen op elkaar lijken, passen ze goed bij elkaar op de tentoonstelling.
Ik vind dat de modellen qua stijl op elkaar lijken maar qua uiterlijk niet perse.
Ze zijn meestal wel rond dezelfde leeftijd maar het kan zomaar zijn dat 1
model blond is en de andere pik zwart haar heeft.
24
Anton Corbijn
Zoek via google een kunstwerk (foto) van Anton Corbijn. Kies een foto die je leuk, mooi,
interessant en/of intrigerend vindt. Zoek een foto waar je ‘iets’ mee hebt. Plak deze
hieronder op.
Maak de vragen bij jouw eigen gekozen foto van Anton Corbijn.
() landschapsfotografie (landschap)
() reclamefotografie (reclame)
() portretfotografie (portret: gezicht / ten voeten uit)
() reportagefotografie (verslaggeving gebeurtenis/situatie)
() modefotografie (mode: kleding, kapsel, make-up, sieraden)
25
() industriële fotografie (industriële omgeving)
() stillevenfotografie (samenstelling van spullen)
() anders, namelijk:
24. Op een foto staat alles stil. Je legt een moment vast. Beweging lijkt dan wel bevroren.
Is er een beweging vastgelegd? Zo ja, welke?
De beweging zal zijn dat de man opzij keek. Het lijkt alsof hij naar iemand kijkt. Maar ik
denk dat er voor deze foto wel geposeerd is eigenlijk.
25. De plaats vanaf waar een fotograag iets fotografeert heet (camera)standpunt. Het
standpunt kan ‘gewoon’ zijn – op ooghoogte. Je kunt de camera ook heel laag houden
- laag standpunt – of juist heel hoog. De fotograaf bepaalt wat er wel en niet op de
foto komt. Hij/zij kan ver weg of dichtbij staan en in- of uitzoomen met de lens.
(kikkerperspectief, neutraal perspectief, vogelperspectief)
26. Bij fotografie wordt vaak afsnijding gebruikt? Zijn er dingen die maar half op de foto
staan? Zo ja, welke?
26
Ja, zijn lichaam. Alleen een klein stukje van zijn lichaam is te zien. Hierdoor is wel de
emotie in zijn gezicht beter te zien, want anders is het een foto van ver.
28. Tot slot, wat valt je op aan de foto’s van Anton Corbijn? Noem tenminste 3
kenmerken.
- ze zijn allemaal zwart wit
- het zijn bijna allemaal portretfoto’s
- In elke foto zie je duidelijk een emotie
29. Waarom past het woord ‘improvisatie’ zo goed bij Anto n Corbijn?
Hij kan snel een ruimte beoordelen op hoe goede foto’s hij kan maken, hierdoor is hij
goed in improviseren omdat dit nou eenmaal ook snel moet. Ook maakt hij veel
impulsieve acties waardoor hij goede foto’s krijgt.
30. Welke vijf periodes in het werk van Corbijn worden in het Gemeentemuseum
uitgelicht?
- eerste periode was heel documentair → in jaren 70 en 80
- in jaren 90 begon hij meer invloed te hebben op wat er voor de camera
gebeurde
- daarna is hij wat conceptuele dingen gaan doen
- film stills van films die niet bestaan
- daarna deed hij een serie zelfportretten
31. Waarom is Corbijn zijn geboorteplaats zo van invloed geweest op zijn werk?
Zijn tweede fotoserie is geschoten in zijn geboorteplaats. Hij is hier van muziek gaan
houden. Hij wilde weten waardoor hij zo van muziek is gaan houden en wilde het
antwoord op die vraag in zijn geboorteplaats vinden. Het antwoord is dat niets hem daar
interesseerde dus wel op zoek moest gaan naar leuke dingen, in dit geval muziek.
27
publiceren waarin zwart-witte foto’s stonden. Het gebeurde eigenlijk
gewoon.
34. Wat zegt Corbijn over de reis naar de foto’s toe? Dit komt meerdere malen terug.
Hij is gewoon foto’s blijven maken. Later realiseerde hij zich dat dit zijn nieuwe richting is.
Maar er zitten elementen in van alle periodes en het is vrij onopgezet. Ook is hij heel open
naar andere mensen en kan hij zich makkelijk aanpassen in verschillende situaties.
35. Wat is het verschil tussen momenten kiezen en momenten maken? Wat doet Anton
Corbijn tegenwoordig?
Er zit maar een klein verschil tussen momenten kiezen en momenten maken. Met maken
maak je de situaties alsof er iets gebeurd, bij kiezen moet je net het goede moment
uitzoeken.Hij doet nu momenten maken. Hij heeft het dus makkelijker gemaakt voor
zichzelf of hij is gewoon slimmer te werk gegaan.
36. Waarom vindt hij dat zijn fotografie boven de “rock photografie” (zoals het wel
genoemd wordt) moet staan?
Die willen overal bij betrokken zijn. Bijvoorbeeld bij U2. Hij neemt heel veel dingen op zich en hij
gaat daar heel ver in. Hij had zelf heel veel ideeën die uitgewerkt moesten worden , maar daarvoor
heeft hij veel moeite moeten doen.
28
Wat is jouw smaak?
37. Maak hieronder een collage van jouw smaak op het gebied van fotografie. Ga dus op
zoek naar afbeeldingen in tijdschriften of op internet en plak die hieronder op. Geef
met korte kreten/woorden aan wat je er mooi aan vindt.
29
Praktische Opdrachten horende bij
kunstdiscipline
Fotografie
30
CKV – PO - FOTOGRAFIE
31
Beoordeling opdracht A
32
CKV – PO – FOTOGRAFIE
Opdracht B: Exactitudes
Naar aanleiding het kunstwerk “Exactitudes” van Arie Versluis en Ellie Uittenbroek maak je
deze opdracht.
Start fase
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op het inleverdocument (het inleverdocument vind je
helemaal achterin deze Studie). Bedenk een goede startformulering (zie ‘startfase’ in het hoofdstuk
‘vormgeven’)
Divergerende fase
Stap 2: Brainstormen! Ga op zoek naar een
aantal subculturen hier op school. Benoem en
beschrijf twee van deze subculturen die jullie
willen vastleggen hieronder. Hoe zien ze eruit?
Wat zijn de gewoontes? Waar zie je ze veel?
Hebben ze speciale hobby’s? etc.?
Subcultuur 1:
Subcultuur 2:
Stap 3: Bedenk goed per subcultuur hoe je ze op de foto wil gaan zetten. Welke houding,
gezichtsuitdrukking en welke stijlkenmerken (blouse in of uit een broek, broekspijpen
opgerold, kleine details). Hier ga je dus stileren, net als bij de modefotografie. Zorg ervoor
dat je altijd dezelfde achtergrond gebruikt!
Subcultuur 1 Subcultuur 2
Houding:
Gezichtsuitdrukking:
Stijlkenmerken:
Convergerende fase
33
Stap 4: Vraag per serie minimaal 6 personen (leerlingen en/of docenten) van een bepaalde
subcultuur om op de foto te gaan. Maak een afspraak om de foto’s te gaan maken of doe het
ter plekke (denk aan de achtergrond, altijd hetzelfde!) Stel de personen gerust en vertel wat
jullie gaan doen.
Beoordeling opdracht B
34
Opdracht C: Glamour Remake
Naar aanleiding van de foto’s van Anton Corbijn ga je zelf een Glamourfoto maken. Je
fotografeert je klasgenoot als zijn/haar favoriete ster/idool en andersom. Dus jij fotografeert
en wordt geportretteerd.
Start fase
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op het inleverdocument (het inleverdocument vind je
helemaal achterin deze Studie).
Divergerende fase
Stap 2: Ga eerst brainstormen. Als wie zou jij graag op de foto willen? Maak van jouw
brainstorm/zoektocht een moodboard of woordweb. Je moodboard/woorweb laat je in
je presentatie zien.
Convergerende fase
Stap 3: Kies vanaf jouw moodboard één ster/idool/etc.
Stap 4: Verzamel het materiaal dat je nodig hebt en ga aan de slag. Aan de slag! Nu gaan
jullie de foto’s van elkaar maken. Maak er veel, zodat je straks kunt kiezen.
- Denk na over de lichtinval
- De houding van de geportretteerde
- Stileer zo nodig de kleding van de persoon
- Geef aanwijzingen voor houding en gezichtsuitdrukking
Stap 5: Samen kies je per persoon de beste 3 foto’s uit. Waarom zijn dit
de beste?
Beoordeling opdracht C
35
Beoordeling: (zonder eigen inbreng = max cijfer een 9)
Beoordeling PO *** Naam: punten score
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema) Max. 10 pt.
Ingevulde studie Max. 20 pt
Ingevuld inleverdocument Max. 10 pt
Kwaliteit praktische opdracht Max. 40 pt
Presentatie praktische opdracht Max. 10 pt
Eigen inbreng Max. 10 pt
Totaal Max. 100 pt
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de
toeschouwer, klopt het eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle
gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht.
Beschrijf deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook een
extra punt opleveren.
36
CKV – PO - FOTOGRAFIE
Opdracht D: Eigen idee!
Bij deze opdracht heb je de ruimte voor jouw
eigen creatieve ideeën. Wat voor PO wil jij maken
bij dit thema?
Werkwijze:
Start fase
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op
het inleverdocument (het inleverdocument vind je helemaal achterin deze Studie).
Divergerende fase
Stap 2: Ga eerst brainstormen en maak een moodboard of woordweb. Presenteer je
moodboard/woordweb in je presentatie.
Convergerende fase
Stap 3: Beschrijf waarom je hiervoor gekozen hebt. Laat dit terug komen in je presentatie.
Stap 4: Verzamel het materiaal wat je nodig hebt en ga aan de slag tot aan het eindresultaat.
Het proces laat je zien in je presentatie.
Stap 5: Vul het Logboek in op het inleverdocument.
Slot fase
Stap 6: De presentatie van jouw creatie. D.m.v. een powerpoint of anders…? Denk ook aan
het proces en wat jij wilt vertellen aan de klas.
37
Beoordeling opdracht D
38
Notities/Brainstorm
39
Inleverdocument
Naam leerling(en): Emily en Kate
Klas: AM4D
Kunstdiscipline: fotografie
Motivatie: (5 vragen)
1) Waarom hebben wij voor deze opdracht gekozen?
deze opdracht hebben wij gekozen omdat het ons aansprak om onze idolen na te maken. Zo
kan je op een grappige manier een foto krijgen die er erg op zal lijken.
2) Wat is ons doel van deze opdracht?
ons doel is om de foto’s zo goed mogelijk na te maken en natuurlijk proberen een zo hoog
mogelijk cijfer te halen, haha.
3) Hoe koppelen wij deze praktische opdracht aan het thema waar we nu mee bezig zijn?
Dit heeft te maken met spontaan of bedacht, want als je een foto na gaat maken, dan ben je
natuurlijk absoluut niet spontaan. Je bedenkt dat van tevoren welke foto je gaat namaken en
poseert hetzelfde als hoe op het voorbeeld staat.
4) Wat hebben wij in de studie geleerd en hoe passen wij dit toe in onze PO?
In deze studie hebben wij geleerd hoe je voor verschillende lichtinvallen kan kiezen of
bijvoorbeeld zwart wit foto’s kan maken. Als wij een foto kiezen die dit ook heeft, kunnen wij
misschien wel dezelfde technieken toepassen op ons eindproduct.
5) Hoe verwachten wij dat ons eindproduct er uit komt te zien?
We hopen natuurlijk dat ons eindproduct erg gaat lijken op de foto’s van onze idolen die we
uit gaan kiezen en we gaan hier hard ons best voor doen.
Logboek
Benodigdheden om de opdracht te maken:
Hoeveel tijd hebben wij nodig gehad voor het maken van de opdracht (alles bij elkaar
opgeteld):
Waarom ziet ons eindproduct er zo uit, zoals het er nu uitziet? Vertel hier over de keuzes
die jullie gemaakt hebben bij het vormgeven van dit werk:
40
emily studie even vragen 3 uur
41