11 Oppervlakte en inhoud proefwerk 1

1 Van een pak hagelslag is de lengte 10 cm, de

Bereken de totale oppervlakte van het pak
hagelslag.

2 Een kubus van Rubik heeft ribben van 55 mm.

Op de kubus zitten gekleurde stickers van
16 mm bij 16 mm.
a Bereken de oppervlakte van één zo’n sticker.
b Bereken het aantal stickers die gebruikt worden
op een kubus van Rubik.
c Bereken de totale oppervlakte van alle stickers.

3 De fabrikant van Pringles doet chips in een

blikje met een hoogte van 8,5 cm en een
diameter van 8 cm.

a Bereken hoeveel cm2 de buitenkant van het

blikje is. Rond je antwoord af op hele cm2.

4 Hieronder zie je een verhuisbox en een vuilnisbak.

a Bereken hoeveel dm3 de inhoud van de verhuisbox is.
b Bereken de oppervlakte van de bodem van de vuilnisbak.
Rond je antwoord af op twee decimalen.
c Bereken hoeveel cm3 de inhoud van de vuilnisbak is.
d Hoeveel hele liters is de inhoud van de vuilnisbak meer dan de
inhoud van de verhuisdoos?

© Noordhoff Uitgevers bv
5 Bereken de inhoud van de piramide en de kegel.
Rond je antwoorden zo nodig af op één decimaal.

6 In de winter zit er meer water in een vijver dan in de zomer. Daardoor is de

oppervlakte van de vijver groter.
De vergrotingsfactor hiervan is 1,2. In een zomer is inhoud van de vijver 1200
m3. Bereken de wateroppervlakte in de winter.

7 In de figuur hiernaast is elk hokje 1 cm × 1 cm.

Bereken de oppervlakte van de grijze figuur.
Rond af op één decimaal.

© Noordhoff Uitgevers bv
11 Oppervlakte en inhoud proefwerk 1
Uitwerkingen en normering
1a Oppervlakte bodem is 10  4 = 40 cm2. 1 1
Oppervlakte rechterzijkant is 4  20 = 80 cm2. 1 1
Oppervlakte voorkant is 10  20 = 200 cm2. 2 2
Totale oppervlakte van het pak hagelslag is 2  40 + 2  80 + 2  200 = 640 cm2.

2a Oppervlakte sticker is 16  16 = 256 mm2. 1 1

b Aantal stickers is 3  3  6 = 54. 1 1
c Oppervlakte stickers is 256  54 = 13 824 mm2. 2 2

3a 3 2

Lengte rechthoek is 8  π = 25, 13…cm. 3 3

Oppervlakte rechthoek is 25,13…  8,5 = 213,628…cm2, afgerond 213,63 cm2.
Oppervlakte cirkel is 4  4  π = 50,26…cm2. 3 2
Oppervlakte blikje is 2  50,26… + 213,63 = 314,160…cm2, afgerond 314 cm2.

4a De breedte is 40 cm = 4 dm. 2 1
Inhoud verhuisdoos is 4  6  5 = 120 dm3.
b Oppervlakte bodem is 25  25  π = 1963,495…cm2, afgerond 1963,50 cm2. 2 2
c Inhoud van de vuilnisbak is 1963,50  70 = 137 445 cm3. 2 2
d Inhoud van de vuilnisbak is 137 445 cm3 = 137,445 dm3 = 137,445 liter, afgerond 4 3
137 liter.
Inhoud van de verhuisdoos is 120 dm3 is 120 liter.
Er kan 137  120 = 17 liter meer in de vuilnisbak dan in de verhuisdoos.

© Noordhoff Uitgevers bv
5 Inhoud piramide is 6  6  12 : 3 = 144 cm3. 2 2
Oppervlakte bodem kegel is 4  4  π = 50,26… cm2. 3 2
Inhoud kegel is 50,26…  14 : 3 = 234,572…cm3, afgerond 234,6 cm3.

6: 1200 x 1,23= 2073 m3

7: 4x2=8
1x2:2=1
1x1=1
2x1:2=1
1 x 1 : 2 = 0,5
8 + 1 + 1 + 1 + 0,5 = 11,5cm2

© Noordhoff Uitgevers bv