Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 39

CKV Studie Fotografie

1
2
Inhoudsopgave
Let op!!!!! Door het bewerken van het document, wanneer je de
antwoorden invult, zullen de bladzijden verschuiven.

Leerdoelen
Laatst genomen foto
Vragen kunstlicht
Kruiswoord
Negen basisbegrippen
Erwin Olaf
Exactitudes
Anton Corbijn
Wat is jouw smaak?
Praktische opdrachten
Brainstorm en notitie’s
Inleverdocument

3
Leerdoelen:
Kennismaking met:
- Verschillende Nederlandse fotografen
- Termen uit de fotografie:
o Afstand
o Camerastandpunt
o Belichting
o Afsnijding
o diffusie
o Etc.

Onderzoek doen naar:


- hoe maak je een goede foto?
- hoe leg je een karakter vast in een foto?
- jouw smaak op het gebied van fotografie?

4
5
Introductie: Laatst genomen foto op je telefoon?!

Pak je telefoon erbij en kijk welke foto je als laatste hebt genomen. Over deze foto ga je de
volgende vragen beantwoorden.

Er zijn verschillende soorten fotografie. Een fotograaf kan zich specialiseren in een bepaald
onderwerp. Waar hoort ‘jouw’ foto bij?
- landschapsfotografie (landschap)
- reclamefotografie (reclame)
- portretfotografie (portret: gezicht / ten voeten uit)
- reportagefotografie (verslaggeving gebeurtenis/situatie)
- modefotografie (mode: kleding, kapsel, make-up, sieraden)
- industriële fotografie (industriële omgeving)
- stillevenfotografie (samenstelling van spullen)
- anders, namelijk:

1. Soort?
Portretfotografie

Schrijf hieronder op wat er te zien is op de foto. Ga uit van vier basisvragen:


• wie,
• wat,
• waar,
• wanneer

2. Wat is er te zien?
Mijn kat, liggend om de krabpaal op 8 januari.

3. Wat voor soort sfeer of gevoel straalt jouw foto uit? Markeer wat van toepassing is.
Meerdere antwoorden mogelijk.
• angst
• blijdschap
• geluk
• verdriet
• verlegenheid
• rust
• geheimzinnigheid
• chaos
• vervreemding
• pijn
• somberheid
• iets anders, namelijk:

4. Wat voor soort licht zie je op jou foto? Markeer wat van toepassing is.
Op de foto zie je:

6
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
• natuurlijk licht (zon)
• kunstmatig licht (bijv. lamp of flitslicht)
• fel licht
• getemperd licht (onderbroken bijv. door wolken of gordijn)
• tegenlicht (het licht is recht achter de persoon/voorwerpen op de foto)
• schaduw
• weerspiegeling
• reflectie (weerkaatsend licht, bijv. glimlicht)

5. Is er een beweging vastgelegd? Zo ja, welke?


Nee

De plaats vanaf waar een fotograaf iets fotografeert heet(camera)standpunt. Het standpunt
kan ‘gewoon’ zijn – op ooghoogte. Je kunt de camera ook heel laag houden - laag standpunt
– Of juist heel hoog. De fotograaf bepaalt wat er wel en niet op de foto komt. Hij/zij kan ver
weg of dichtbij staan en in- of uitzoomen met de lens. (kikkerperspectief, neutraal
perspectief, vogelperspectief)

6. Het camerastandpunt is? Hoe zie je dat?


Ooghoogte

Bij fotografie wordt vaak afsnijding gebruikt.

7. Zijn er dingen die maar half op de foto staan? Zo ja, welke?


De krabpaal

8. Waarom heb je deze foto genomen? Leg uit.


Ik vond het leuk hoe mijn kat om de krabpaal lag.

7
Vragen kunstlicht
Beantwoord de vragen tijdens het kijken.
Kijk naar de volgende fragmenten:

https://schooltv.nl/video/portretfotograaf-welke-keuzes-maakt-de-fotograaf/#q=fotografie

https://schooltv.nl/video/fotojournalist-werken-voor-een-krantenredactie/#q=fotografie

https://schooltv.nl/video/de-fotograaf-koen-hauser/#q=fotografie

9. Beantwoorde de vragen.
a) Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de fotografen?
Ze hebben allemaal hun eigen manier van fotograferen, de ene heeft veel tijd voor een
portret maar wilt dan bijvoorbeeld dat mensen er niet op laggen en de ander heeft
bijvoorbeeld minder tijd of manipuleert juist de foto’s hoe hij/zij het wilt hebben.

b) Noteer van elke fotograaf 1 uitspraak die heel goed weergeeft hoe ze omgaan met de
geportretteerde.

Fotograaf 1: “Als je lacht bescherm je jezelf en laat je eigenlijk jezelf niet zien.”

Fotograaf 2: “Het werk wat ik doe voor de krant is erg vluchtig, je komt ergens en je moet
binnen een kwartier een foto maken thats it.”

Fotograaf 3: “Ik zou de beelden die ik maak omschrijven als fotografisch schilder.”

Na het kijken

10. Lees de tekst en beantwoord de vragen.

In 2003 is de Kees Schereprijs voor het beste fotoboek toegekend aan fotografe
Celine van Balen. In het boek zijn onder andere portretten te zien van
moslimmeisjes die je met een indringende blik aankijken. In het juryrapport staat
hierover: “Het is een soort blik waarop Celine van Balen haar modellen lijkt uit te
zoeken. Zelfs als de jongens en mannen, de meisjes en vrouwen kwetsbaar ogen,
kijken ze zelfverzekerd. Om deze blik is het Celine van Balen te doen. En het
wonderlijke wat zij met het treffen van deze intense blik weet te bereiken, is dat
de modellen meer bij de toeschouwer naar binnen kijken dan andersom. Dat geeft Celine van Balen
verwarring.”

a) Heb jij dezelfde ervaring als in het juryrapport is beschreven? Geef in je eigen
woorden weer wat de portretten van Celine van Balen met je doen.

8
Het zijn van die foto’s waarbij het niet uit maakt van welke hoek je kijkt ze kijken je altijd
aan, daaraan kan je zien hoe indringend de ogen op de afbeelding zijn.

b) Welke van de drie fotografen spreekt jou het meest aan? Geef een aantal
argumenten voor je keuze.
Ik denk de portretfotograaf want dat is naast de fotojournalist het meest realistisch, ik heb
alleen niet voor de fotojournalist gekozen omdat de foto’s op zichzelf niet interresant zijn.
Het is ook een mooi punt wat de portretfotograaf probeert te maken met dat als je lacht
je niet je ware zelf laat zien al vind ik ook dat het soms juist wel je ware ik kan laten zien.

11. Lees het citaat van de Franse schilder Nadar (1820-1910) en beantwoord de vraag.

“De fotografie is een prachtige uitvinding, een wetenschap die


de grootste denkers heeft aangetrokken, een kunst die de
schanderste geesten in vervoering brengt – een kunst die door
een debiel kan worden beoefend. De theorie van het
fotograferen valt in een uur te leren, de eerste beginselen van
de praktijk in een dag. Wat niet te leren viel was de
persoonlijkheid van de geportretteerde te vangen. Om een
intieme gelijkenis te bereiken in plaats van een banaal, op
goed geluk gemaakt portret, moet je je tegelijkertijd
openstellen voor de geportretteerde en zijn gedachtewereld
en hele karakter doorgronden” Portret: Felix Nadar

Wat probeert de kunstenaar met deze tekst duidelijk te maken?


Fotografie hoeft niet lastig te zijn, iedereen kan het als ze maar genoeg moeite te doen om
het te leren hoeft dat ook niet lastig te zijn en dat er achter fotografie een grotere
gedachte zit dan alleen een plaatje.

9
Kruiswoord

De Kunst van Licht


1 F O T O G R A 2 F I E 3 C
O A
T M
4 P O R T R E T
R R
5 N O A
I 6 M O D E L
E L
P 7 E N S C E N E E R D E
C T
8 W E R K E L I J K H E I D
E

Horizontaal Verticaal
1 De kunst om met licht afbeeldingen 2 In de vorm van een cilinder opgerolde
vast te leggen op dunne, voor licht hoeveelheid fotopapier
gevoelige lagen 3 Foto of filmtoestel die opnamen op
4 Geschilderde, getekende of schijf vastlegt
gefotografeerde afbeelding van een 5 Hij drukte de eerste foto af in 1822
mens
6 Voorbeeld waarnaar iets wordt
gemaakt
7 In scene gezet, niets wordt aan het
toeval overgelaten
8 Het heden dat realiteit is

10
Negen Basisbegrippen
Fotografie is leuk, maar soms nog lang niet zo gemakkelijk als het lijkt. Tenminste, als je
verder wilt komen dan simpel plaatjes schieten. Hieronder leggen we 9 standaard begrippen
in de fotografie uit.
Een camera, licht en een idee over je compositie, dat is alles wat je nodig hebt bij fotografie.
Maar waar begin je en hoe dan verder?
Opdracht: Maak bij elk basisbegrip een foto!

1) Compositie
Bij de compositie bepaal je waar welk voorwerp zich bevindt in de foto of hoe jij een
onderwerp wilt registreren. Dit doe je op een dusdanige manier dat de afbeelding de kijker
interesseert of zijn fantasie prikkelt. Er zijn verschillende regels voor de compositie die je
moet leren. Natuurlijk vereist kunst geen regels, maar je moet ze kennen om te weten hoe je
die regels kunt breken.

Plak hier de foto:

11
2) De regel van derden
Bij de regel van derden scheidt je het
beeld in drie stukken, zowel
horizontaal als verticaal. De kruisende
punten zijn de aandachtspunten. Bij
portret opnames plaats je de ogen op
de snijpunten, bij voorkeur de
bovenste. Bij landschappen echter
heeft het de voorkeur om de lucht
van de aarde te scheiden op één
derde van de afbeelding en een
bepaald interessant punt, b.v. de
ondergaande zon op een snijpunt.

Plak hier de foto:

12
3) Symmetrie
Een andere manier voor een mooie compositie, is symmetrie in je afbeelding weergeven.
Dat is nog niet zo gemakkelijk als het lijkt. Je moet het onderwerp in het midden plaatsen,
alle lijnen moeten recht en symmetrisch zijn. Dit vergt veel oog voor detail. Je kunt de regels
van de derden gebruiken om de afbeelding correct en symmetrisch uit te lijnen, zodat beide
technieken mooi samengaan.
Plak hier de foto:

13
4) Leidende lijnen
Deze regel kan worden gebruikt in
combinatie met de regel van derden of
de symmetrische benadering. Het doel
is om lijnen (reëel of gesimuleerd met
licht) te hebben die het oog richten
naar het interessante punt in de foto.
Dit geldt voor zowel portretten als
landschappen (om twee contrasterende
fotografiebelangen te kiezen).
In portretten moet het echter subtiel
zijn, terwijl het in het landschap vrij
direct kan zijn. Natuurlijk kun je de regel
overtreden, maar je moet er voorzichtig mee zijn. De lijnen moeten als leidraad dienen, niet
om de aandacht weg te halen van het interessante punt.

Plak hier de foto:

14
5) Selectieve focus
Selectieve focus zorgt voor onscherpte op de achtergrond terwijl het onderwerp juist scherp
is, waardoor de aandacht van de kijker op het scherpgestelde element verschuift. De
onscherpe elementen in de achtergrond moeten niet storend zijn, anders trekken ze nog te
veel aandacht. Is dit wel het geval, dan moet je misschien veranderen van positie of je
onderwerp verplaatsen als dit mogelijk is.
Plak hier de foto:

15
6) Licht
Zonder licht geen foto, licht is cruciaal bij fotografie. Het geeft diepte en karakter aan je
onderwerp. De kwaliteit en positie van het licht is doorslaggevend voor een goede foto.
Plak hier de foto:

16
7) Standpunt van de belichting
Als de zon hoog staat, krijg je vaak te harde, niet vleiende schaduwen bij portretfotografie.
Bij landschapsfotografie krijg je vaak een rommelig beeld. Dat is de reden dat fotografen
liever niet op het midden van een zomerse dag foto’s maken. Bij portretfotografie zien we
liever b.v. het zogenaamde Rembrandt-licht.
Plak hier de foto:

17
8) Diffusie
Licht creëert schaduwen, zo zien we
diepte. Een foto is tweedimensionaal
en bij te hard licht en dus te harde
schaduwen, krijgen we te veel een
(strip)tekening effect. Om dat te
voorkomen heb je zachter, diffuus licht
nodig. Met een zachter licht krijg je
schaduwen in meer tinten en dus meer
diepte in je foto.

Plak hier de foto:

18
9) Kleurtemperatuur
Verschillende lichtbronnen hebben verschillende kleurtemperaturen en als je niet de juiste
witbalans gebruikt, kan het beeld te blauw, te oranje zijn of zelfs richting groen en magenta
gaan.

Plak hier de foto:

19
Wat voor camera je ook hebt, met deze basisbegrippen helpen we je op weg om een betere
fotograaf te worden. Het belangrijkste is dat je jezelf blijft ontwikkelen en dat doe je alleen
door veel te fotograferen en daarvan te leren.

Erwin Olaf
Zoek via google of via de website van Erwin Olaf een foto van het werk van Erwin Olaf uit.
Kies een foto die je leuk, mooi, interessant en/of intrigerend vindt. Zoek een foto waar je
‘iets’ mee hebt.

12. Welke foto van Erwin Olaf heb jij uitgekozen? Plak hem hieronder op en leg uit
waarom deze!

Deze foto viel me op tussen de andere en hij leek me eerst best grappig dus wilde de
gedachte erachter wel weten.

13. Wat viel je op aan deze foto?


Hij viel me op tussen de andere foto’s door de grouwe achtergrond met de witte hoed die
ertussenuit springt.

Kijk naar fragment 2 in de PPT of deze link: https://schooltv.nl/video/erwin-olaf-wat-


betekenen-schoonheid-en-smaak-voor-erwin-olaf/#q=erwin%20olaf over Erwin Olaf.
14. Schrijf 4 citaten op van Erwin Olaf die jou opvallen.

1. “Mooi heeft voor mij niks te maken met een gebrek aan rimpels of een hele slanke lijn.”

20
2. “Smaak is net zoals schoonheid, dat fladdert alle kanten op. Iedereen heeft zijn eigen
smaak.”

3. “Opeens denk je dan, dat is toch wel een heel groot kunstenaar ookal heeft hij een andere
smaak dan ik heb.”

4. “Mooi heeft voor mij te maken met een gevoel van aangenaamheid om naar te kijken.”

15. Passen deze citaten bij jouw verwachting van Erwin Olaf? N.a.v. de foto’s die hij
maakt?
Ja, je ziet heel veel verschillende dingen die mensen mooi of lelijk vinden. Bijvoorbeeld:
Mannen/vrouwen, dik/slank, jong/oud.

Erwin Olaf heeft de nieuwe euromunt


met de beeltenis van koning Willem-
Alexander vandaag gepresenteerd in
Den Haag. Olaf zei eerst nog te
twijfelen of hij zich wel moest
aandienen als ontwerper van de nieuwe
euromunt, maar na een fietstocht door
Amsterdam raakte hij geïnspireerd.

21
Exactitudes
De fotograaf Arie Verlsuis en styliste Ellie Uyttenbroek werken al jaren samen aan de
fotoseries exactitudes. Het begon allemaal in Rotterdam met een fotoserie van “gabbers”.

Bekijk de kunstwerken op deze website: https://exactitudes.com/.

16. Waar gaan deze kunstwerken over?


Mode/Kledingstijl

17. Wat valt je op aan deze fotoseries? Noem minimaal 3 kenmerken.


Grotendeels vrouwen
Groepjes hebben dezelfde stijl
Groepjes poseren op dezelfde manier

Bekijk het fragment: https://www.youtube.com/watch?v=aimZ6SFnEKc en deze website:


https://static.kunstelo.nl/ckv2/bevo/kunstvakken2_2008/uyttenbroek/ariversluis.htm.
Beantwoord daarna de volgende vragen:

18. Waar kijken de kunstenaars naar als ze hun modellen zoeken?

Ze hebben een idee van wat ze al willen hebben, als ze zo’n iemand hebben gevonden
kunnen ze doorvragen naar meer mensen met dezelfde stijl.

19. Vind jij dat de geportretteerden op elkaar lijken? Leg uit.

Ja, ik vind dat ze erg goed zijn gecategoriseerd. Je kan precies de


overeenkomsten tussen de stijlen van de groepen zien.

22
23
Anton Corbijn
Zoek via google een kunstwerk (foto) van Anton Corbijn. Kies een foto die je leuk, mooi,
interessant en/of intrigerend vindt. Zoek een foto waar je ‘iets’ mee hebt. Plak deze
hieronder op.

Maak de vragen bij jouw eigen gekozen foto van Anton Corbijn.

20. Er zijn verschillende soorten fotografie. Een fotograaf kan zich


specialiseren in een bepaald onderwerp. Waar hoort ‘jouw’ foto bij?*
*Markeer het goede antwoord

() landschapsfotografie (landschap)
() reclamefotografie (reclame)
() portretfotografie (portret: gezicht / ten voeten uit)
() reportagefotografie (verslaggeving gebeurtenis/situatie)
() modefotografie (mode: kleding, kapsel, make-up, sieraden)
() industriële fotografie (industriële omgeving)
() stillevenfotografie (samenstelling van spullen)
() anders, namelijk:

21. Schrijf hieronder op wat er te zien is op de foto. Ga uit van


vier basisvragen: wie, wat, waar, wanneer.
4 mensen met bijzondere maskers, staand in een open veld omringd door bos in 2015.

22. Wat voor gevoel straalt de foto uit?


Geen blij gevoel omdat het zwart wit is en de mensen laggen bijvoorbeeld niet maar ook
niet zo zeer verdrietig.

24
23. Licht is het belangrijkste beeldende middel van de fotograaf.
Op de foto zie je*:
* Markeer. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
() natuurlijk licht (zon)
() kunstmatig licht (bijv. lamp of flitslicht)
() fel licht
() getemperd licht (onderbroken bijv. door wolken of gordijn)
() tegenlicht (het licht is recht achter de persoon/voorwerpen op de foto)
() schaduw
() weerspiegeling
() reflectie (weerkaatsend licht, bijv. glimlicht)
Het is lastig om licht te zien omdat het een zwart/wit foto is maar je kan de schaduwen zien
door de donkere plekken en natuurlijk licht omdat je kan zien dat het licht van boven komt
doordat de gezichten lichter zijn dat onder hun kin bijvoorbeeld.

24. Op een foto staat alles stil. Je legt een moment vast. Beweging lijkt dan wel bevroren.
Is er een beweging vastgelegd? Zo ja, welke?
Nee

25. De plaats vanaf waar een fotograag iets fotografeert heet (camera)standpunt. Het
standpunt kan ‘gewoon’ zijn – op ooghoogte. Je kunt de camera ook heel laag
houden - laag standpunt – of juist heel hoog. De fotograaf bepaalt wat er wel en niet
op de foto komt. Hij/zij kan ver weg of dichtbij staan en in- of uitzoomen met de lens.
(kikkerperspectief, neutraal perspectief, vogelperspectief)

Het standpunt is:


Ooghoogte

Hoe zie je dat?:


De hoofden zitten ongeveer in het midden van de foto niet veel naar boven of onder. Je
kan het ook zien aan de achtergrond: Als je fote van een laag standpunt was gemaakt zou
er veel meer lucht te zien zijn en van een hoog standpunt zou je veel meer de grond zien
maar dat is niet zo op de foto.

26. Bij fotografie wordt vaak afsnijding gebruikt? Zijn er dingen die maar half op de foto
staan? Zo ja, welke?
Nee

27. Waarom heb je juist deze foto uitgekozen?


Ik vond het een foto die anders was dan de rest van de foto’s van Corbijn, hij was net zoals
de rest wel zwart/wit maar de bijzondere maskers trokken mijn aandacht.

28. Tot slot, wat valt je op aan de foto’s van Anton Corbijn? Noem tenminste 3
kenmerken.
Zwart/Wit

25
Ze lijken allemaal een speciale boodschap te hebben
Allemaal zijn het portret foto’s

Kijk naar fragment:


https://www.youtube.com/watch?v=TsF3PFRLvN8&list=PL__61DIcYZdByBX5HANjM47pYkFeQL5N
e&index=4 en beantwoord de vragen:

29. Waarom past het woord ‘improvisatie’ zo goed bij Anton Corbijn?
Hij plant het nooit van te voren wat voor foto’s hij wilt maken.

30. Welke vijf periodes in het werk van Corbijn worden in het Gemeentemuseum
uitgelicht?
Documentair 70’ 80’
Begin 90’ Meer invloed achter de camera
Verschillende series gemaakt
Conceptueel
In de tussentijd foto’s blijven maken en voorberijden op films.

31. Waarom is Corbijn zijn geboorteplaats zo van invloed geweest op zijn werk?
Het was een zwaar Protestant dorp en dat voelde hij altijd heel erg als een druk.

32. Welke 2 obsessie’s zitten er in de reeks zelfportretten verstopt?

Schilders
-

33. Waarom is hij zwart/wit gaan fotograferen?

Toen hij jonger was was het makkelijker om een zwart/wit film te
ontwikkelen en de bladen waar hij graag in wilde publiceren waren
meestal zwart/wit.
34. Wat zegt Corbijn over de reis naar de foto’s toe? Dit komt meerdere malen terug.
Hij heeft meerdere verschillende dingen gedaan waaronder ook met kleur.

35. Wat is het verschil tussen momenten kiezen en momenten maken? Wat doet Anton
Corbijn tegenwoordig?
Momenten maken zijn opgezette foto’s die gestaged zijn, momenten kiezen zijn foto’s
maken van dingen die bezig zijn.

36. Waarom vindt hij dat zijn fotografie boven de “rock photografie” (zoals het wel
genoemd wordt) moet staan?

Je moet ondanks dat je de artiest op de foto niet kent toch wel een soort aantrekking tot
de foto krijgen.

26
Wat is jouw smaak?
37. Maak hieronder een collage van jouw smaak op het gebied van fotografie. Ga dus op
zoek naar afbeeldingen in tijdschriften of op internet en plak die hieronder op. Geef
met korte kreten/woorden aan wat je er mooi aan vindt.

27
Praktische Opdrachten horende bij
kunstdiscipline

Fotografie

28
CKV – PO - FOTOGRAFIE

Opdracht A: kennis is macht

Bij deze opdracht ga je een spel maken, bijvoorbeeld kwartet


of triviant of… met daarin minimaal 15 vragen over
fotografie.

Start fase
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op het inleverdocument (het
inleverdocument vind je helemaal onderin deze Studie).

Divergerende fase
Stap 2: Ga eerst brainstormen. Ga eerste eens brainstormen, waar denk je aan bij deze
opdracht maak een moodboard of woordweb. Zoek informatie op over fotografie, d.m.v.
jouw studiebundel en op internet. Zoek bijvoorbeeld op, welke beroemde fotografen er zijn. Of
andersom...zoek op welke foto door welke fotograaf gemaakt is en wat hij/zij allemaal nog meer
heeft gemaakt. Maak van jouw brainstorm/zoektocht een moodboard of woordweb.
Je moodboard laat je in je presentatie zien.

Convergerende fase

29
Stap 3: Verzamel nu (van je moodboard) minimaal 15 vragen over fotografie. In
je presentatie vertel je over de keuzes die je hier hebt gemaakt.

Stap 4: Verzamel het materiaal dat je nodig hebt om je spel te maken en ga aan de slag. Denk na
over de kleuren van het spel, waar komen de afbeeldingen en waar de tekst? Maak schetsen en
of moodboards om je idee vorm te geven. Fotografeer het proces. Eerst alleen het materiaal, dan de
eerste opzet etc. Tot aan een mooie foto van het eindresultaat. Het proces laat je zien in
je presentatie.

Stap 5: Vul het Logboek in op het inleverdocument.

Slot fase
Stap 6: De presentatie van jouw creatie. Hoe ga jij dit product aan
de klas presenteren? Gaan ze het ook daadwerkelijk spelen? Of
laat je het zien als een product dat je gaat verkopen? Denk hier
goed over na. Maak de presentatie en bereid het voor

Beoordeling opdracht A

zonder eigen inbreng = max cijfer een 7


Beoordeling PO * Naam: punten score
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema) Max. 10 pt.
Ingevulde studie Max. 20 pt
Ingevuld inleverdocument Max. 10 pt
Kwaliteit praktische opdracht Max. 20 pt
Presentatie praktische opdracht Max. 10 pt
Eigen inbreng Max. 30 pt
Totaal Max. 100 pt
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de
toeschouwer, klopt het eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle
gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht.
Beschrijf deze dan ook in je motivatie in het inleverdocument. Een extra mooie
gedetailleerde uitvoering kan ook een extra punt opleveren.

30
CKV – PO – FOTOGRAFIE

Opdracht B: Exactitudes
Naar aanleiding het kunstwerk “Exactitudes” van Arie Versluis en Ellie Uittenbroek maak je
deze opdracht.

Start fase
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op het inleverdocument (het inleverdocument vind je
helemaal achterin deze Studie). Bedenk een goede startformulering (zie ‘startfase’ in het hoofdstuk
‘vormgeven’)

Divergerende fase
Stap 2: Brainstormen! Ga op zoek naar een
aantal subculturen hier op school. Benoem en
beschrijf twee van deze subculturen die jullie
willen vastleggen hieronder. Hoe zien ze eruit?
Wat zijn de gewoontes? Waar zie je ze veel?
Hebben ze speciale hobby’s? etc.?

Subcultuur 1:

Subcultuur 2:

Stap 3: Bedenk goed per subcultuur hoe je ze op de foto wil gaan zetten. Welke houding,
gezichtsuitdrukking en welke stijlkenmerken (blouse in of uit een broek, broekspijpen
Subcultuur 1 Subcultuur 2
Houding:

Gezichtsuitdrukking:

Stijlkenmerken:

opgerold, kleine details). Hier ga je dus stileren, net als bij de modefotografie. Zorg ervoor
dat je altijd dezelfde achtergrond gebruikt!

31
Convergerende fase
Stap 4: Vraag per serie minimaal 6 personen (leerlingen en/of docenten) van een bepaalde
subcultuur om op de foto te gaan. Maak een afspraak om de foto’s te gaan maken of doe het
ter plekke (denk aan de achtergrond, altijd hetzelfde!) Stel de personen gerust en vertel wat
jullie gaan doen.

Stap 5: Aan de slag! Nu ga je de foto’s maken. Minimaal 6 personen van één subcultuur.

- zorg voor exact dezelfde achtergrond


- zorg voor exact dezelfde lichtinval
- neem de foto’s steeds van dezelfde afstand (Markeer de grond met een voorwerp of
met schilderstape)
- neem de foto’s uit dezelfde hoek, en met hetzelfde camerastandpunt (liggend of
staand formaat)
- stilleer zo nodig de kleding van de persoon
- geef aanwijzingen voor houding en gezichtsuitdrukking
- maak meerdere foto’s van een persoon zodat je de beste kunt uitzoeken.

Stap 6: Vul het Logboek in op het inleverdocument.

Slot fase
Stap 7: De presentatie van jullie creatie! Nu ga je deze fotoseries presenteren aan je
klasgenoten. Hoe doe je dit als ppt, maak je een fimpje, maak je een tentoonstelling? Maak
de presentatie en bereid het voor.

Beoordeling opdracht B

zonder eigen inbreng = max cijfer een 8


Beoordeling PO ** Naam: punten score
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema) Max. 10 pt.
Ingevulde studie Max. 20 pt
Ingevuld inleverdocument Max. 10 pt
Kwaliteit praktische opdracht Max. 30 pt
Presentatie praktische opdracht Max. 10 pt
Eigen inbreng Max. 20 pt
Totaal Max. 100 pt
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de
toeschouwer, klopt het eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle
gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht.
Beschrijf deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook
een extra punt opleveren.

32
CKV – PO – FOTOGRAFIE
Opdracht C: Glamour Remake
Naar aanleiding van de foto’s van Anton Corbijn ga je
zelf een Glamourfoto maken. Je fotografeert je
klasgenoot als zijn/haar favoriete ster/idool en
andersom. Dus jij fotografeert en wordt geportretteerd.

Start fase
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op
het inleverdocument (het inleverdocument vind je
helemaal achterin deze Studie). Corbijn als Kurt Cobain

Divergerende fase
Stap 2: Ga eerst brainstormen. Als wie zou jij graag op de foto willen? Maak van jouw
brainstorm/zoektocht een moodboard of woordweb. Je moodboard/woorweb laat je in
je presentatie zien.

Convergerende fase
Stap 3: Kies vanaf jouw moodboard één ster/idool/etc.

Stap 4: Verzamel het materiaal dat je nodig hebt en ga aan de slag. Aan de slag! Nu gaan
jullie de foto’s van elkaar maken. Maak er veel, zodat je straks kunt kiezen.
- Denk na over de lichtinval
- De houding van de geportretteerde
- Stileer zo nodig de kleding van de persoon
- Geef aanwijzingen voor houding en gezichtsuitdrukking

Stap 5: Samen kies je per persoon de beste 3 foto’s uit. Waarom zijn dit
de beste?

Stap 6: Bewerk eventueel de foto’s op de computer.

Stap 7: Vul het Logboek in op het inleverdocument.

Slot fase
Stap 8: De presentatie van jouw creatie. Nu ga je deze foto’s
presenteren aan je klasgenoten. Hoe doe je dit? Maak de presentatie
en bereid het voor.

Corbijn als Bob Marley

33
Beoordeling opdracht C

Beoordeling: (zonder eigen inbreng = max cijfer een 9)


Beoordeling PO *** Naam: punten score
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema) Max. 10 pt.
Ingevulde studie Max. 20 pt
Ingevuld inleverdocument Max. 10 pt
Kwaliteit praktische opdracht Max. 40 pt
Presentatie praktische opdracht Max. 10 pt
Eigen inbreng Max. 10 pt
Totaal Max. 100 pt
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de
toeschouwer, klopt het eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle
gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht.
Beschrijf deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook
een extra punt opleveren.

34
CKV – PO - FOTOGRAFIE
Opdracht D: Eigen idee!
Bij deze opdracht heb je de ruimte voor jouw
eigen creatieve ideeën. Wat voor PO wil jij maken
bij dit thema?

Werkwijze:

Start fase
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op
het inleverdocument (het inleverdocument vind je helemaal achterin deze Studie).

Divergerende fase
Stap 2: Ga eerst brainstormen en maak een moodboard of woordweb. Presenteer je
moodboard/woordweb in je presentatie.

Convergerende fase
Stap 3: Beschrijf waarom je hiervoor gekozen hebt. Laat dit terug komen in je presentatie.

Stap 4: Verzamel het materiaal wat je nodig hebt en ga aan de slag tot aan het eindresultaat.
Het proces laat je zien in je presentatie.

Stap 5: Vul het Logboek in op het inleverdocument.

Slot fase
Stap 6: De presentatie van jouw creatie. D.m.v. een powerpoint of anders…? Denk ook aan
het proces en wat jij wilt vertellen aan de klas.

35
Beoordeling opdracht D

zonder eigen inbreng = max cijfer een 10


Beoordeling PO **** Naam: punten score
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema) Max. 10 pt.
Ingevulde studie Max. 20 pt
Ingevuld inleverdocument Max. 10 pt
Kwaliteit praktische opdracht Max. 50 pt
Presentatie praktische opdracht Max. 10 pt
Eigen inbreng n.v.t.
Totaal Max. 100 pt
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt het
eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht. Beschrijf
deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook een extra punt
opleveren.

36
Notities/Brainstorm

37
Inleverdocument
Naam leerling(en):
Klas:
Kunstdiscipline:

Opdrachtkeuze: A/B/C/D (omcirkel welke opdracht je hebt gekozen)

Thema: (vul hier in met welk thema we bezig zijn)

Motivatie: (5 vragen)
1) Waarom hebben wij voor deze opdracht gekozen?

2) Wat is ons doel van deze opdracht?

3) Hoe koppelen wij deze praktische opdracht aan het thema waar we nu mee bezig zijn?

4) Wat hebben wij in de studie geleerd en hoe passen wij dit toe in onze PO?

5) Hoe verwachten wij dat ons eindproduct er uit komt te zien?

Logboek
Benodigdheden om de opdracht te maken:

Hoeveel tijd hebben wij nodig gehad voor het maken van de opdracht (alles bij elkaar
opgeteld):

Wat zijn de stappen die wij moeten doen om de opdracht te maken:

Waarom ziet ons eindproduct er zo uit, zoals het er nu uitziet? Vertel hier over de keuzes
die jullie gemaakt hebben bij het vormgeven van dit werk:

Vul in onderstaand schema de taakverdeling in:


Wie: Taken: Tijdsduur van de taak:

38
39

You might also like