Studie Mode 2021 2022 1 1 Compressed

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 28

CKV Studie Mode

1
Inhoudsopgave
Let op!!!!! Door het bewerken van het document, wanneer je de
antwoorden invult, zullen de bladzijden verschuiven.

Leerdoelen Blz. 2
Introductie Blz. 3
Het ontstaan van mode Blz. 5-10
Functie en vormgeving Blz. 11-12
Ontwerpen Blz. 13-16
Modeontwerpers Blz. 17-18
Wat is jouw smaak? Blz. 19
PO’s Blz. 20-33

Leerdoelen:

Kennismaking met de termen:

- Toegepaste kunst
- Vormgeving
- Functie
- Wegwerp mode
- Mode ontwerpers
- Trendsetters

Onderzoek doen naar:


- Hoe geef je iets vorm?
- Hoe versterken vorm en functie elkaar?
- Jouw smaak op het gebied van mode

2
Introductie
1. Waar denk je aan bij het woord mode? Maak een woordweb hieronder.

Kleding

persoonlijkheid

MODE

verschillende stijlen

modeshow

2. Wat is mode volgens jou?


Het uiten van jezelf doormiddel van je kledingstijl.

3
Het ontstaan van mode
Lees op de website: https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/mode/93726-geschiedenis-van-
mode.html

3. Waarom droegen mensen andere kleding dan nu?


Nu dragen mensen meer wat ze zelf willen en vroeger moest je je volgens een bepaalde
manier kleden.

4. Wie bepaalde de mode voor de jaren 50/60?


De mode huizen

Voor WOII kleedden jongeren zich


net als volwassenen. Jongens kregen
op hun 17de verjaardag hun eerste
lange broek. De plusfours uit deze
advertentie van C&A was bedoeld als
opstapje naar de lange broek.

5. Hoe werden plusfours ook wel


genoemd?

Plof broek

Jongeren hadden in de jaren dertig en veertig weinig vrijheid en geen enkele


maatschappelijke invloed. Ze moesten 6 dagen per week naar school en hadden geen
bijbaantjes (= geen geld).

Bekijk het fragment ‘jeugdculturen’ https://www.youtube.com/watch?v=oMEp6SJu4OA


6. Geef 2 oorzaken waardoor er jeugdculturen ontstonden:
1. Doordat er een verzorgingsstaat in Nederland kwam hoefden kinderen niet meer te
werken en hadden ze meer vrije tijd om te doen wat ze willen
2. Jongeren konden ook een bijbaantje vinden en daarmee zelf bepalen wat ze met dat
geld deden en dus ook meer hun eigen gang gaan.

7. Zoek de definitie van jeugdcultuur op en schrijf die op:


Jeugdcultuur is het geheel van culturele uitingen en belevingen dat specifiek leeft in
jongerengroepen.

4
Elvis Presley
De grootste rock ‘n’ roller en de eerste echte (mode)
superster was Elvis Presley. Via films en
televisieoptredens werd zijn uiterlijk voor tieners in de
hele westerse wereld een ideaalbeeld.

Bekijk
https://www.youtube.com/watch?v=MfrC8PAQtlg

8. Benoem 3 uiterlijke kenmerken van rock ’n roller;


1 Mooi gekamd haar
2 Jasje
3 lakschoenen

Het verspreiden van mode of trends ontstaat door de jeugd(cultuur). Het is


ook vaak zo, dat op het moment zelf niet goed duidelijk is wat het huidige
modebeeld is. Dit wordt vaak pas achteraf herkend, zoals de mode uit de
jaren 50.

In Nederland had je de eerste jeugdcultuur de nozems. Dit waren


vetkuivers, meisjes in minirokjes en jongens met stoere jacks. Ze waren
afkomstig uit de arbeidersklasse, reden op brommers van het merk
Zundapp of Kreidler, en luisterden naar rock ‘n’ roll. Hun tegenhangers
waren de Pleiners, die vooral naar jazz luisterden en op Puch brommers
reden.

Ook in andere Europese landen waren verschillende groepen te onderscheiden.

In de vroege jaren zestig stonden in Engeland de Mods


tegenover de Rockers..
In Amerika kwam de flowerpower beweging. In de loop
van de jaren zestig waren het vooral de mods en de
artistiekelingen die zich zouden ontwikkelen tot de
hippie beweging. Lang haar, extravagante kleding, een
vrije seksuele moraal en het gebruik van drugs waren
kenmerkend voor jongeren tussen 1967 en 1975.

De invloed van popmuziek op de mode was groter dan


ooit.

Bekijk https://www.volkskrant.nl/video/kanalen/de-gids~c477/series/zien-en-gezien-worden-
mode-en-stijl~s1223/geel-leert-ons-hoe-mode-tot-stand-komt~p49888
9. Wie bepaald nu de mode? Geef 2 voorbeelden.
1. De straat
2. Influencers

5
Bekijk het fragment van schooltv: https://schooltv.nl/video/hoe-ontstaan-modetrends-van-de-
catwalk-tot-de-kledingwinkel/#q=mode

10. Hoe ontstaan modetrends?


Eigenaren van winkels gaan naar modeshows waar de meeste trends zijn en halen aan de
hand van die stijl hun kleding in huis.

Lees jeugdculturen van vroeger naar nu: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jeugdcultuur


11. Zoek afbeeldingen op internet en plak minimaal 3 kledingstukken op die bij de
jeugdcultuur horen.

Nozem: jaren ‘50 Provo’s; jaren ‘50 Emo’s: zero’s


Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken:

6
Hippies: jaren ‘60 Punkers/skinheads: Jaren Gotics: jaren ‘80
Kledingstijl kenmerken: ‘70 Kledingstijl kenmerken:
Kledingstijl kenmerken:

Hiphoppers: jaren ‘80 Hard Rockers: jaren ‘70 Gabbers: jaren ‘90
Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken:

7
Urban: zero’s Disco: jaren ‘60 New wave: jaren ‘70
Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken:

Rasta’s: jaren ‘70 Skaters: jaren ‘90 Metalheads: jaren ‘70


Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken:

8
12. Welke jeugdsubculturen spreken jou het meeste aan: nozem, provo, hippie,
skinhead, rasta, metalhead, lolita, urban, hard rocker, disco, punker, new wave,
hiphopper, gothic, skater, gabber, alto of emo? Of ken je nog andere die hier niet
tussen staan? Voeg deze dan zelf toe. Maak een top 3:

1 Nozem

2 Disco

3 Skater

13. Leg uit waarom je deze top 3 hebt samengesteld aan de hand van een aantal
argumenten.
Nozem komt ook terug in de film Grease en de kledingstijl en jeugdcultuur spreekt me
gewoon heel erg aan. Het straalt een soort blijdschap uit wat disco ook voor mij voelt.
Skater staat op 3 omdat het me opvalt dat de kledingstijl hiervan een beetje groot valt en
dat komt ook steeds vaker terug in de kledingstijlen van en nu en dat vind ik interessant
om te zien.

Mode vorm en functie


Lees tekst 1

Wat is vormgeving?

Het is maandagochtend, kwart over zeven. Je slaat de wekker uit, kleed je aan, wassen, ontbijten,
fiets op slot, school, bel, les. Ogenschijnlijk een gewone schooldag. Die dag ziet er opeens bijzonder uit
als je bedenkt dat je in nog geen anderhalf uur tijd – van opstaan tot schoolbel – tientallen keren in
aanraking bent geweest met vormgeving. Het begint bij de wekker, gevolgd door de spijkerbroek en
sneakers die je aantrekt, je tandenborstel, je fiets, de verkeersborden, de school, eindigend bij de stoel
die zo ontworpen is dat je zonder rugpijn de dag kunt uitzitten. Het zijn maar een paar voorbeelden
van de duizenden spullen waarmee je omringd wordt. Ze zijn bedacht door grafisch ontwerpers (van
magazines tot posters en van logo tot flyer), productontwerpers (van mobieltje tot bushok en van
scooter tot kaasschaaf), modeontwerpers (van shirt tot sneakers), ruimtelijk ontwerpers (van café
interieur tot expositie) en architecten (van het huis waarin je woont tot het schoolgebouw waar je
elke dag zit). Alles is vormgegeven.

Functie en vorm

Vormgeving kan voor een fabrikant iets extra’s bieden aan producten. Mensen willen vaak meer geld
betalen voor goed ontworpen producten, want die zijn extra aantrekkelijk of kunnen bijdragen aan je
eigen stijl. Maar er zijn ook voorbeelden te noemen waarbij vormgeving op een andere manier iets
toevoegt. Zo verleiden afficheontwerpers ons tot theater- of filmbezoek en is er ontwerper die een

9
mooi en duurzaam alternatief voor de koelkast heeft uitgevonden. Duurzaamheid en recycling
worden de laatste jaren steeds belangrijker. Zo zijn er ook architecten die met afgekeurde
windmolenwieken een speeltuin hebben ontworpen.

Het beroep

Elke ontwerper - van modeontwerper via verpakkingsontwerper tot binnenhuisarchitect - houdt zich
bezig met functie en vorm. Als een jurk niet lekker zit (functie), verkoopt hij niet. Als een spijkerbroek
er niet trendy uitziet (vorm), verkoopt hij ook niet. Logisch dus dat een ontwerper op school – of dat
nou de Design Academy in Eindhoven is, de modeacademie in Arnhem of de Technische Universiteit in
Delft – leert hoe vorm en functie elkaar kunnen versterken. Weet daarom: als je een, zoals dat heet,
‘toegepast’ ontwerper wilt worden, dan moet je creatief en praktisch ingesteld zijn.

Bron: Spacesoup.nl

14. Wat verstaan we onder vormgeving? Geef een definitie in jouw woorden.
Alles wat je tegen komt is op een bepaalde manier vormgegeven en dat verstaan
we onder vormgeving

15. Plak hieronder een voorbeeld van ‘vormgeving’ in de mode, zoek op internet.

16. Waarom moeten vorm en functie elkaar versterken? Leg uit in jouw woorden.
Dat maakt iets aantrekkelijker om te kopen of te gebruiken.

17. Zoek op internet een voorbeeld van ‘vorm en functie’ in de mode en plak hieronder
op.

18. Wat is toegepaste kunst? Geef een definitie in jouw woorden.


Vormgeving van functionele voorwerpen zoals gebouwen, meubels, kleding, drukwerk en
dergelijke.

10
19. Zoek op internet een voorbeeld van ‘toegepaste kunst’ in de mode en plak de
afbeelding(en) hieronder op.

Ontwerpen
Het ontstaan van een ontwerp is een heel proces. Om ideeën te kweken moet je eerst je hersens
voeden. Door beter om je heen te kijken en je te verdiepen in het werk van anderen doe je inspiratie
op. Ideeën zijn eigenlijk de belangrijkste voedingsbodem voor inspiratie. Het is handig je ideeën gelijk
vast te leggen. Je kunt bijvoorbeeld schetsen. Dat kan helpen je gedachten te richten en later kun je
een van die schetsen uitwerken om tot een ontwerp te komen. Als alles af is, presenteer je het
eindresultaat. Als het ontwerp goed gekeurd is, wordt het in productie genomen. Dan start het
productieproces.

20. Wat is belangrijk bij het maken van een ontwerp? Noem verschillende stappen in het
proces van ontwerpen (in mode).
- Inspiratie op doen
- Idee verzinnen
- Schetsen
- Schets uitwerken tot ontwerp

Kijk naar het fragment: https://schooltv.nl/video/mode-aico-dinkla/#q=mode

21. Wat zijn de stappen die Aico Dinkla neemt om zijn mode te ontwerpen?
Hij haalt een kledingstuk van bijvoorbeeld een vlooien markt.
Hij hangt het kledingstuk op de pop en gaat impulsief aan het werk.
Zo ontstaat zijn ontwerp.

11
Kijk naar het fragment: https://schooltv.nl/video/de-slag-om-de-klerewereld-in-de-klas-mode-als-
wegwerpartikel/

22. Wat vind jij van mode als wegwerpartikel? Schrijf naar aanleiding van de
documentaire jouw mening over mode als wegwerpartikel. Ben je voor of juist
tegen? Beargumenteer jouw mening met inhoudelijke argumenten
Ik ben tegen mode als wegwerpartikel omdat ik vind dat de mensen die deze kleding maken in
goed omstandigheden en met een goed salaris moeten werken en dat kan alleen als mode geen
wegwerpartikel is.

Bij deze opdracht werk je met z’n tweeën of met z’n vieren, je vormt 2 groepjes. Het ene groepje is
de opdrachtgever, het andere groepje de vormgever of modeontwerper. En je wisselt om, je speelt
dus beide rollen.

23. Wat voor kledingstuk moet er ontworpen worden?


Opdrachtgevers:
1. Beschrijf de opdracht in eigen woorden. Denk aan: kledingstuk, functie, doelgroep
en budget.

2. Op basis van het bovenstaande gaat de ander een voorstel doen dat voldoet aan
de vraag van de opdrachtgever. Denk aan de wensen en stem vorm, materiaal en
kleur daarop af. Zorg er wel voor dat de opdrachtgever blij verrast is door jullie
voorstel, dus kom niet met een heel saai ontwerp op de kroppen.

Ontwerpers:
Maak hieronder een schets en schrijf eventueel uitleg erbij.
Schets

Uitleg

3. Pitch (op een originele manier jouw product promoten) jullie voorstel aan de
opdrachtgever. Wat kunnen jullie nog meer vertellen over het idee? (steekwoorden)

4. De opdrachtgever geeft aan wat goed is en wat minder goed is.

Goed is, omdat

Minder goed is, omdat

Als je het er mee eens bent dat er nog iets veranderd zou kunnen worden, maak je een
aanpassing aan je voorstel waardoor de opdrachtgever wel tevreden is.

5.a) Mijn aanpassing wordt:

12
5.b) En maak een nieuwe tekening:
Als je het er niet mee eens, onderhandel met je opdrachtgever. Maar bedenk, een beetje
eigenwijs mag je best zijn, maar het blijft een opdrachtgever, dus probeer je in je rol in te
leven.

Modeontwerpers
Lees op de website het artikel: De 10 beroemdste modeontwerpers aller tijden - GABZ-FASHION

24. Een lijst van beroemde modeontwerpers vind je hieronder. Zoek op internet naar
afbeeldingen van kleding van deze ontwerpers. Plak bij elke modeontwerper een
typerend afbeelding van zijn/haar ‘stijl’.

A. Alexander McQueen

B. Domenico Dolce en Stefano Gabbana

13
C. Valentino Garavani

D. Yves Saint Laurent

E. Christian Dior

F. Ralph Lauren

14
G. Donatella Versace

H. Calvin Klein

I. Coco Chanel

J. Giorgio Armani

15
25. Welke modeontwerpers mis je? Denk ook eens aan Nederlandse ontwerpers.
Zoek op internet en plak hier 4 voorbeelden van zo’n ontwerper/merk/kledingstuk.
Tommy Hilfiger Nik&Nik

Gucci Louis Vuitton

26. Wat is jouw smaak?


Maak hieronder een collage van jouw smaak op het gebied van mode. Geef met korte
kreten/woorden/afbeeldingen aan wat je er mooi aan vindt.

16
17
Opdrachten horende bij kunstdiscipline

MODE
A waaier of spel
B modeshow
C eigen mode-creatie
D eigen idee
Les4

Het cr eat i eve


pr oces

• Dit iseenalgemeenschemavanhet creatieveproces.


• Aandehandvandit schemaishet makenvaneenPObij het vakCKVopISWHoogelandopgebouwd.
• IniederePOloopjedezelfdefasesdoor dit zijn:
- Destart fase(relevantegegevens)
- Dedivergerendefase(brainstormen,onderzoeken)
- Deconvergerendefase(kiezen,actie-pad,uitvoeren)
- Slot fase(het presenterenvanjePO)

18
CKV - PO – MODE

Opdracht A: waaier of spel


Je gaat een waaier of spel maken met daarin minimaal 15
verschillende modeontwerpers en een van hun ontwerpen. Of
vragen over mode en modeontwerpers.

Startfase
Stap 1: Vul deze vragen in:
Naam leerling(en):
Klas:
Thema: (vul hier in met welk thema we bezig zijn)
Studie: (vul hier in welke kunstdiscipline jullie hebben gekozen)
Opdrachtkeuze: A/B/C/D (omcirkel welke opdracht jullie hebben gekozen)
Motivatievragen:
1. Waarom hebben wij voor deze opdracht gekozen?
2. Wat is ons doel van deze opdracht?
3. Hoe laten wij het thema waar we nu mee bezig zijn terug komen in deze
opdracht?
4. Welke beeldende middelen, kunststroming, stijl van een kunstenaar of inspiratie
uit de Studie passen wij dit toe in onze PO?
5. Hoe verwachten wij dat ons eindproduct eruit komt te zien?
Deze vragen en antwoorden verwerk je in de presentatie uit de slotfase.
Divergerende fase
Stap 2: Bedenk wat je allemaal zou kunnen doen met het thema waar je mee bezig bent.
Denk aan de voorbeelden uit de themalessen. Op welke manier zag jij het thema bij deze
ontwerpers in hun werk terug? Ben je in je studie voorbeelden van ontwerpers
tegengekomen die je in het thema zou kunnen plaatsen? Wat wilde zij ‘vertellen’ of wat
waren hun ideeën. Maak hierover een mindmap of een woordweb. Deze laat je in je
presentatie zien.

Stap 3: Ga dan brainstormen op welke ontwerpers je kent. Denk aan de thema lessen en de studie
die je gemaakt hebt. Zoek daarmee verder op internet. Verzamel werken van deze ontwerpers of
stijliconen en maak van jouw zoektocht een moodboard. Je moodboard laat je in je presentatie zien.

Stap 4: Onderzoek wat je allemaal zou kunnen/moeten gebruiken om deze PO te maken. Maak een
woordweb of lijst van materialen en bedenk waar je deze spullen kunt vinden/ vandaan kan halen.
Dit woordweb of lijstje laat je in je presentatie zien.

Convergerende fase
Stap 5: Kies uit je mindmap of woordweb uit stap 2 wat jij wilt laten zien in je PO, schrijf in 1 zin de
link tussen het behandelde thema en de voorstelling van jouw kunstwerk. Laat dit in je presentatie
terugkomen.

19
Stap 6: Kies van de ontwerpers/stijliconen uit stap 2 degene die je uiteindelijk in je spel/waaier
gaat gebruiken. Laat dit in je presentatie terugkomen.

Stap 7: Kies nu met welk materiaal en gereedschap je je PO gaat maken uit de mogelijkheden die je
bij stap 4 hebt onderzocht. Laat dit in je presentatie zien.

Stap 8: Ga met je verzamelde materiaal aan de slag. Je begint met het maken van jouw spel/waaier.
Fotografeer het proces. Eerst alleen het materiaal, dan de eerste opzet etc. Tot aan een mooie foto
van het eindresultaat. Het proces laat je zien in je presentatie.

Stap 9: Vul onderstaande vragen in:


1. Hoeveel tijd heb je nodig gehad om deze PO te maken?
2. Welke stappen heb je moeten zetten om deze PO te maken?
3. Waarom ziet het eindproduct er zo uit zoals het er nu uit ziet?
4. Vul onderstaand schema in bij een samenwerking

Wie Taken Duur van de taak

Slot fase
Stap 10: Dit is de presentatie van jouw creatie inclusief het proces uit de start fase, de
divergerende fase en de convergerende fase. Voor deze presentatie kies je voor een PowerPoint of
een andere presentatievorm. Inleveren in ELO-opdrachten. Zie datum PTA CKV.

Beoordelingsschema bij opdracht A:


Zonder eigen inbreng = max cijfer een 7
Beoordeling PO* Naam: Punten Score
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema) Max. 15 pt.
Ingevulde studie Max. 20 pt
Kwaliteit praktische opdracht Max. 20 pt
Presentatie praktische opdracht Max. 15 pt
Eigen inbreng Max. 30 pt
Totaal Max. 100 pt

Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt het
eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht. Beschrijf
deze onderdelen bij de motivatievragen in stap 1. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook
een extra punt opleveren.

20
CKV - PO – MODE

Opdracht B: modeshow
Bij deze opdracht ga je zelf een modeshow maken.
Dit kan met echte modellen, maar ook helemaal
uitgetekend of op de computer. Misschien kun je
hier een app voor gebruiken om bijv. filmpjes mee
te maken (tiktok o.i.d.).

Startfase
Stap 1: Vul deze vragen in:
Naam leerling(en):
Klas:

Thema: (vul hier in met welk thema we bezig zijn)

Studie: (vul hier in welke kunstdiscipline jullie hebben gekozen)

Opdrachtkeuze: A/B/C/D (omcirkel welke opdracht jullie hebben gekozen)

Motivatievragen:
1) Waarom hebben wij voor deze opdracht gekozen?
2) Wat is ons doel van deze opdracht?
3) Hoe laten wij het thema waar we nu mee bezig zijn terug komen in deze opdracht?
4) Welke beeldende middelen, kunststroming, stijl van een kunstenaar of inspiratie uit de
Studie passen wij dit toe in onze PO?
5) Hoe verwachten wij dat ons eindproduct eruit komt te zien?

Deze vragen en antwoorden verwerk je in de presentatie uit de slotfase.

Divergerende fase
Stap 2: Bedenk wat je allemaal zou kunnen doen met het
thema waar je mee bezig bent. Denk aan de voorbeelden uit de
themalessen. Op welke manier zag jij het thema bij deze
ontwerpers in hun werk terug? Ben je in je studie voorbeelden
van ontwerpers tegengekomen die je in het thema zou kunnen
plaatsen? Wat wilde zij ‘vertellen’ of wat waren hun ideeën.
Maak hierover een mindmap of een woordweb. Deze laat je in
je presentatie zien.

Stap 3: Ga dan brainstormen op welke ontwerpers je kent. Denk aan de thema lessen en de studie
die je gemaakt hebt. Zoek daarmee verder op internet. Verzamel werken van deze ontwerpers of
stijliconen en maak van jouw zoektocht een moodboard. Je moodboard laat je in je presentatie zien.

21
Stap 4: Onderzoek wat je allemaal zou kunnen/moeten gebruiken om deze PO te maken. Maak een
woordweb of lijst van materialen en bedenk waar je deze spullen kunt vinden/ vandaan kan halen.
Dit woordweb of lijstje laat je in je presentatie zien.

Convergerende fase
Stap 5: Kies uit je mindmap of woordweb uit stap 2 wat jij wilt laten zien in je PO, schrijf in 1 zin de
link tussen het behandelde thema en de voorstelling van jouw kunstwerk. Laat dit in je presentatie
terugkomen.

Stap 6: Kies van de ontwerpers/stijliconen uit stap 2 degene die je uiteindelijk in je modeshow gaat
gebruiken. Laat dit in je presentatie terugkomen.

Stap 7: Kies met welk materiaal en gereedschap je je PO gaat maken uit de mogelijkheden die je bij
stap 4 hebt onderzocht. Laat dit in je presentatie zien.

Stap 8: Ga met je verzamelde materiaal aan de slag. Je begint met schetsen en bouwt zo het
spel/waaier op tot een mooi eindresultaat. Fotografeer/film het proces. Eerst alleen het materiaal,
dan de eerste opzet etc. Tot aan een mooie fotoreeks/filmpje van het eindresultaat. Het proces laat
je zien in je presentatie.

Stap 9: Vul onderstaande vragen in:


1. Hoeveel tijd heb je nodig gehad om deze PO te maken?
2. Welke stappen heb je moeten zetten om deze PO te maken?
3. Waarom ziet het eindproduct er zo uit zoals het er nu uit ziet?
4. Vul onderstaand schema in bij een samenwerking

Wie Taken Duur van de taak

Slot fase
Stap 10: Dit is de presentatie van jouw creatie inclusief het proces uit de start fase, de
divergerende fase en de convergerende fase. Voor deze presentatie kies je voor een PowerPoint of
een andere presentatievorm. Inleveren in ELO-opdrachten. Zie datum PTA CKV.

Beoordeling opdracht B:

Zonder eigen inbreng = max cijfer een 8


Beoordeling PO * Naam: Punten Score
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema) Max. 15 pt.

22
Ingevulde studie Max. 20 pt
Kwaliteit praktische opdracht Max. 30 pt
Presentatie praktische opdracht Max. 15 pt
Eigen inbreng Max. 20 pt
Totaal Max. 100 pt
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt het
eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht. Beschrijf
deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook een extra punt
opleveren.

23
CKV - PO – MODE

Opdracht C: eigen modecreatie


Bij deze opdracht ga je zelf een kledingstuk of accessoire
ontwerpen. Hoe je dit gaat doen is aan jullie, dat kan
digitaal of juist niet.

Startfase
Stap 1: Vul deze vragen in:
Naam leerling(en): Daniek van der Helm
Klas: AM5C
Thema: Imago en Identiteit
Studie: Mode
Opdrachtkeuze: A/B/C/D
Motivatievragen:
6) Waarom hebben wij voor deze opdracht gekozen?
Ik ben niet zo van de mode maar ik heb dit gekozen omdat het me wel interessant leek en
om te kijken wat er allemaal onder mode
7) Wat is ons doel van deze opdracht?
Het ontwerpen van een kledingstuk en het verwerken van het thema imago en identiteit
hierin
8) Hoe laten wij het thema waar we nu mee bezig zijn terug komen in deze opdracht?
Door in het kledingstuk dingen te verwerken over iemands uiterlijk en hoe iemand zich
presenteert naar de wereld
9) Welke beeldende middelen, kunststroming, stijl van een kunstenaar of inspiratie uit de
Studie passen wij dit toe in onze PO?
Ik ga functie en vorm toepassen dus ik ga proberen het kleding stuk zo te tekenen dat er te
zien is waar het over gaat en dat je imago en identiteit in terug kan vinden.
10) Hoe verwachten wij dat ons eindproduct eruit komt te zien?
Als een jurk die rondingen en vormingen goed accentueert en de buik platter en dunner
lijkt te maken. Net als dat je met make-up je gezicht smaller kan laten lijken

Deze vragen en antwoorden verwerk je in de presentatie uit de slotfase.

Divergerende fase
Stap 2: Bedenk wat je allemaal zou kunnen doen met het thema waar je mee bezig bent. Denk aan
de voorbeelden uit de themalessen. Op welke manier zag jij het thema bij deze ontwerpers in hun
werk terug? Ben je in je studie voorbeelden van ontwerpers tegengekomen die je in het thema zou
kunnen plaatsen? Wat wilde zij ‘vertellen’ of wat waren hun ideeën. Maak hierover een mindmap of
een woordweb. Deze laat je in je presentatie zien.

Stap 3: Ga dan brainstormen op welke ontwerpers je kent. Denk aan de thema lessen en de studie
die je gemaakt hebt. Zoek daarmee verder op internet. Verzamel werken van deze ontwerpers of
stijliconen en maak van jouw zoektocht een moodboard. Je moodboard laat je in je presentatie zien.

24
Stap 4: Onderzoek wat je allemaal zou kunnen/moeten gebruiken om deze PO te maken. Maak een
woordweb of lijst van materialen en bedenk waar je deze spullen kunt vinden/ vandaan kan halen.
Dit woordweb of lijstje laat je in je presentatie zien.

Convergerende fase
Stap 5: Kies uit je mindmap of woordweb uit stap 2 wat jij wilt laten zien in je PO, schrijf in 1 zin de
link tussen het behandelde thema en de voorstelling van jouw kunstwerk. Laat dit in je presentatie
terugkomen.
Stap 6: Kies van de ontwerpers/stijliconen uit stap 2 degene die je geïnspireerd heeft of hebben.
Laat dit in je presentatie terugkomen.

Stap 7: Kies met welk materiaal en gereedschap je je PO gaat maken uit de mogelijkheden die je bij
stap 4 hebt onderzocht. Laat dit in je presentatie zien.

Stap 8: Ga met je verzamelde materiaal aan de slag. Je begint met schetsen en bouwt zo het
spel/waaier op tot een mooi eindresultaat. Fotografeer/film het proces. Eerst alleen het materiaal,
dan de eerste opzet etc. Tot aan een mooie fotoreeks/filmpje van het eindresultaat. Het proces laat
je zien in je presentatie.

Stap 9: Vul onderstaande vragen in:


5. Hoeveel tijd heb je nodig gehad om deze PO te maken?
Ik denk ongeveer 4 uur
6. Welke stappen heb je moeten zetten om deze PO te maken?
Het brainstormen en daaruit een ontwerp maken
7. Waarom ziet het eindproduct er zo uit zoals het er nu uit ziet?
Omdat ik van te voren al heel snel in gedachte had wat ik wilde doen en dat ook heb
uitgewerkt
8. Vul onderstaand schema in bij een samenwerking

Wie Taken Duur van de taak

Slot fase
Stap 10: Dit is de presentatie van jouw creatie inclusief het proces uit de start fase, de
divergerende fase en de convergerende fase. Voor deze presentatie kies je voor een PowerPoint of
een andere presentatievorm. Inleveren in ELO-opdrachten. Zie datum PTA CKV.

Beoordeling opdracht C:

Zonder eigen inbreng = max cijfer een 9


Beoordeling PO * Naam: Punten Score
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema) Max. 15 pt.
Ingevulde studie Max. 20 pt
Kwaliteit praktische opdracht Max. 40 pt
Presentatie praktische opdracht Max. 15 pt

25
Eigen inbreng Max. 10 pt
Totaal Max. 100 pt
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt het
eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht. Beschrijf
deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook een extra punt
opleveren.

26
CKV - PO - MODE

Opdracht D: Eigen idee!


Bij deze opdracht heb je de ruimte voor jouw eigen
creatieve ideeën. Wat voor PO wil jij doen bij dit
thema?

Startfase
Stap 1: Vul deze vragen in:
Naam leerling(en):
Klas:
Thema: (vul hier in met welk thema we bezig zijn)
Studie: (vul hier in welke kunstdiscipline jullie hebben gekozen)
Opdrachtkeuze: A/B/C/D (omcirkel welke opdracht jullie hebben gekozen)
Motivatievragen:
1. Waarom hebben wij voor deze opdracht gekozen?
2. Wat is ons doel van deze opdracht?
3. Hoe laten wij het thema waar we nu mee bezig zijn terug komen in deze opdracht?
4. Welke beeldende middelen, kunststroming, stijl van een kunstenaar of inspiratie uit de
Studie passen wij dit toe in onze PO?
5. Hoe verwachten wij dat ons eindproduct eruit komt te zien?

Deze vragen en antwoorden verwerk je in de presentatie uit de slotfase.

Divergerende fase
Stap 2: Bedenk wat je allemaal zou kunnen doen met het thema waar je mee bezig bent. Denk aan
de voorbeelden uit de themalessen. Op welke manier zag jij het thema bij deze ontwerpers in hun
werk terug? Ben je in je studie voorbeelden van ontwerpers tegengekomen die je in het thema zou
kunnen plaatsen? Wat wilde zij ‘vertellen’ of wat waren hun ideeën. Maak hierover een mindmap of
een woordweb. Deze laat je in je presentatie zien.

Stap 3: Ga dan brainstormen op welke ontwerpers je kent. Denk aan de thema lessen en de studie
die je gemaakt hebt. Zoek daarmee verder op internet. Verzamel werken van deze ontwerpers of
stijliconen en maak van jouw zoektocht een moodboard. Je moodboard laat je in je presentatie zien.

Stap 4: Onderzoek wat je allemaal zou kunnen/moeten gebruiken om deze PO te maken. Maak een
woordweb of lijst van materialen en bedenk waar je deze spullen kunt vinden/ vandaan kan halen.
Dit woordweb of lijstje laat je in je presentatie zien.

Convergerende fase
Stap 5: Kies uit je mindmap of woordweb uit stap 2 wat jij wilt laten zien in je PO, schrijf in 1 zin de
link tussen het behandelde thema en de voorstelling van jouw kunstwerk. Laat dit in je presentatie
terugkomen.

27
Stap 6: Kies van de ontwerpers/stijliconen uit stap 2 degene die je geïnspireerd heeft of hebben.
Laat dit in je presentatie terugkomen.

Stap 7: Kies met welk materiaal en gereedschap je je PO gaat maken uit de mogelijkheden die je bij
stap 4 hebt onderzocht. Laat dit in je presentatie zien.

Stap 8: Ga met je verzamelde materiaal aan de slag. Je begint met schetsen en bouwt zo het eigen
idee op tot een mooi eindresultaat. Fotografeer/film het proces. Eerst alleen het materiaal, dan de
eerste opzet etc. Tot aan een mooie fotoreeks/filmpje van het eindresultaat. Het proces laat je zien
in je presentatie.

Stap 9: Vul onderstaande vragen in:


9. Hoeveel tijd heb je nodig gehad om deze PO te maken?
10. Welke stappen heb je moeten zetten om deze PO te maken?
11. Waarom ziet het eindproduct er zo uit zoals het er nu uit ziet?
12. Vul onderstaand schema in bij een samenwerking
Wie Taken Duur van de taak

Slot fase
Stap 10: Dit is de presentatie van jouw creatie inclusief het proces uit de start fase, de
divergerende fase en de convergerende fase. Voor deze presentatie kies je voor een PowerPoint of
een andere presentatievorm. Inleveren in ELO-opdrachten. Zie datum PTA CKV.

Beoordeling opdracht D:

Beoordeling PO * Naam: punten score


Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema) Max. 15 pt.
Ingevulde studie Max. 20 pt
Kwaliteit praktische opdracht Max. 50 pt
Presentatie praktische opdracht Max. 15 pt
Eigen inbreng N.V.T
Totaal Max. 100 pt
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt het
eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de opdracht?

Presentatie = Uiteenzetting van start-, divergerende- en convergerende fase + een fotoreportage


’the making of’ van het product; van begin tot eindresultaat. In PowerPoint, Prezi of andere
presentatievorm.

28

You might also like