Professional Documents
Culture Documents
Scholierencom
Scholierencom
H1 De Middeleeuwen
1. Historische achtergrond:
- in de tijd van Karel de Grote (768-814) groeide het Frankische rijk
- dit gebied werd bestuurd d.m.v. het feodale stelsel: de koning (leenheer) gaf gebied te leen aan
de adel (leenmannen)
3. Literatuur en taal
- tot het einde v/d 11e eeuw alleen maar Latijn: taal van de geleerden/priesters
- literatuur in de volkstalen werd mondeling overgeleverd
- vanaf einde 11e eeuw geschreven verhalen in volkstaal: begin West-Europese
literatuurgeschiedenis rond 1100
- de middeleeuwse letterkunde was bedoeld om naar te luisteren > rijmende literatuur
- troubadours: schrijvers/componisten
- jongleurs/minstrelen: brachten verhalen en teksten ten gehore
- boekdrukkunst: ca. 1450; Johannes Gutenberg
- na deze uitvinding was voorlezen en dus poëzie niet meer nodig en kwam proza naar boven
- handschrift: een met de hand geschreven boek
- wiegendrukken of incunabelen: boeken die gedrukt werden tussen ca. 1450 en 1500
- gemeenschapskunst: middeleeuwse teksten behoren tot de hele gemeenschap en men
beschouwt ze niet als het geestelijk eigendom van een individu
- Diets/Middelnederlands: overkoepelende term voor de verschillende dialecten die men in NL
sprak
- geen uniforme spelling
4. De ridderroman
- ridderromans: berijmde verhalen die zich afspelen in adellijke kringen:
voorhoofs/Frankisch/Karelroman: verhaal speelt zich af in kringen rond Karel de Grote;
ridderidealen zijn kracht en moed; onderwerpen hebben te maken met oorlogen en
feodale trouw; vrouw speelt een ondergeschikte rol
Voorbeeld: Karel ende Elegast: Karel de grote moet uit stelen van god en ontmoet
Elegast die hij eerder verbannen had. Elegast verteld dat Karels zwager hem wil
vermoorden. In een gevecht met Eggeric zal god dit bewijzen. Hij wint en mag trouwen
met Eggerics weduwe (trouw aan de koning loont)
hoofs/Arthurroman: ridder is een verfijnd en hoffelijk figuur voor wie een gevecht naast
een strijd op leven dood ook een sportief spel was; ridderidealen zijn hulpvaardigheid,
rechtvaardigheid en hoffelijkheid; romans gaan over het helpen van verdrukten, het
bevrijden van gevangen jonkvrouwen en het opsporen van geheimzinnige voorwerpen;
Voorbeeld: De jeeste van Walewein en het schaakbord: 3 keer per jaar, er wordt recht
gesproken, koning laat pracht en praal zien, leenheer beloont leenmannen die trouw zien
aan hun leenheer
10. De renaissance
De Renaissance(=wedergeboorte) is ontstaan in Italië in de 14e eeuw. Er werd over de
middeleeuwen heen gekeken, men streefde naar een wedergeboorte van de Klassieke Oudheid.
Humanisten: Eerste onderzoekers van de klassieke oudheid. (Erasmus)
Antropocentrisch: Wat de mens presteerde werd niet langer als gave of zegen van God gezien, de
mens staat in het middelpunt. Het is nauw verbonden met het individualisme: het individu staat
centraal, men moet zichzelf kunnen ontplooien en eigen verstand en wilskracht gebruiken.
Homo universalis: uitblinker op alle gebieden van de menselijke cultuur. (Da Vinci)
Empirisme: ervaringsleer, door het bouwen op ervaring kennis opdoen. Dit speelde ook een
belangrijke rol in het geloof van die tijd. Men bestudeerde nu zelf de Bijbel en het geloof. Ze namen
niet meer aan wat de kerk beweerde.
In de 16e en 17e eeuw werd de basis gelegd voor de meeste moderne wetenschappen:
-> De aarde draaide om de zon, dus niet de zon draaide om de aarde.
-> De sterrenhemel werd met een verrekijker ontdekt door Galileo Galilei.
-> Isaac Newton was de grootste geleerde (op het gebied van wiskunde en natuurkunde).
-> Columbus ontdekte Amerika in 1942.
-> Eerste reis om de wereld (duurde drie jaar, eigenaar van de vloot stierf halverwege).
- Belangrijke personen op het gebied van geloof:
-> Martin Luther, Duitser.
-> Jean Calvin, beter bekend onder de Nederlanders als Calvijn.
Door de boekdrukkunst konden nieuwe ideeën verspreid worden, maar vele waren analfabeet.
Zij bleven dus leven met verouderde denkbeelden (bijv. heksen bestaan).
Gerbrand Adriaensz. Bredero: weinig over bekend, kwam uit de Amsterdamse midden stad, behoorlijke
opleiding, schilder, stierf op zijn 33e, trouwe en trotse Amsterdammer. Er is niks van zijn schilderkunst
bewaard gebleven. Hij schreef vooral over Amsterdam en leefde in de tijd dat Amsterdam van
provinciestadje uitgroeide tot een wereldstad. Zijn liederen zijn verzameld in een bundel (ernstige, vrome,
religieuze liederen). Hij schreef ook een tiental toneelstukken, waarvan er enkele nog steeds worden
opgevoerd.
Cornelis Pietersz. Hooft stuurde zijn zoon C. Pietersz. op reis naar Frankrijk en Italië (‘grande tour’). Hij had
meer interesse in kunst dan in handel, maar deed wel een rechtenstudie aan de Universiteit van Leiden
waar hij benoemd werd tot drost van Muiden en baljuw van het Gooiland.
Korenbloemen, het is voor hem als tijdverdrijf maar het literaire werk is een bijkomend voordeel, net
als graan het doel is en een korenbloem mooi voor erbij.
- In Nederland stadhouders, van 1702 tot 1747 geen stadhouders door uitsterven mannelijke
lijn van de oranje familie. In 1747 overgenomen door huis Nassau
- Republiek bleef statenbond met Staten-Generaal aan het hoofd>>> Machteloos want
gewesten gingen eigen gang
- Tweede helft 18e eeuw twee politieke stromen: De patriotten die naar democratie streven en
de prinsgezinden die de aanhangers van stadhouders van Oranje waren. Ook Frankrijk
verzet tegen de koning>>> 1789 Franse Revolutie.
- Patriotten steun van Fransen>>> 1793 veroveren ze Republiek en stadhouder Willem V
vluchtte naar Engeland. 1795 Bataafse Republiek uitgeroepen.
- 1798 grondwet>>> Scheiding van Kerk en Staat/uitbreiding kiesrecht
- Culturele stroming 18e eeuw was verlichting die vooral in Frankrijk en Engeland bloeide.
- In Nederlanden achteruitgang t.o.v. 17e eeuw. In Literatuur geen Vondel of Hooft meer, in
schilderkunst niemand van het niveau van Rembrandt of Vermeer
21. De verlichting
- 16e en 17e eeuw was Renaissance. 18e eeuw ontstond grote geestelijke stroming Verlichting.
- Verlichting>>> in 18e eeuw ontstond gevoel van duidelijke en heldere wereld, dus een
‘’verlichte’’ wereld. Inzichten van afgelopen eeuwen verder ontwikkeld door 18e -eeuwse
denkers.
- Wetenschap snel ontwikkeld>>> Mensen voelen niet gebonden aan Kerk of overheden. Dus
onderzoek hoe wereld in elkaar zat (empirisme)
- Rationalisme: opvatting dat menselijke ratio (verstand, rede) in staat was alles op te lossen.
- Deïsme: Opvatting dat er wel een Opperwezen bestaat maar dat vereniging in de vorm van
godsdienst zinloos is.
- Voltaire verdedigde daarom gelijkheid van alle godsdiensten en propageerde het idee der
tolerantie: Iedereen moet kunnen denken en geloven wat hij wil en overheden – wereldlijke
zowel als geestelijke – hebben daar niets mee te maken
- Politiek bepleitten denkers als John Locke en Montesquieu de trias politica:
Opvatting dat de uitvoerende macht (regering), de wetgevende macht (parlement) en de
rechterlijke macht gescheiden moeten zijn.
- Monarchie en godsdienst worden gezien als behoudzucht en domheid>>> staan ontplooiing
van de menselijke capaciteiten in de weg
- Liberalisme: Streven naar grotere vrijheid>>> Overheid moet zich zo weinig mogelijk
bemoeien met de economie, maar moet die overlaten aan marktmechanisme(vraag en
aanbod)(Adam Smith)
- Door vertrouwen optimistische denkers>>>Als mens goede leert gedraagt hij zich ook zo.
Vandaar belang bij onderwijs en opvoeding.
Beeldende kunst
- Beeldende kunst heerst eerste helft van 18e eeuw het rococo>>> bestaat uit ‘rocaille’ en
‘coquille’, twee schelpen gebruikt als model voor versieringen van interieurs en
gebruiksvoorwerpen. Bloeide vooral in kunstnijverheid.( meubels en porselein)(Antoine
Watteau, Francois Boucher en Jean-Honoré Fragonard)
- Rond helft 18e eeuw Neoclassicisme>>> teruggeroepen naar classicisme in Renaissance. Dus
baseren op Grieks-Romeinse kunst en op grote kunstenaars.
Muziek
- In het begin nog Barok maar later kwam de symfonie opzetten, aanvankelijk begeleidende
muziek voor Opera’s
- Eerste helft barok >>> productie door Bach en Händel
- Symfonie: Oorspronkelijk inleidend instrumentaal stuk bij opera’s en oratoria, maar
geleidelijk kwam ze daar helemaal los van te staan. Vroege symfonie 3 delen( snel-langzaam-
snel)
- In 1760 begon Haydn vierdelige symfonieën te schrijven. Allegro(snel), Andante of
Adagio(langzaam), menuet ( een dansvorm ) en een snelle finale
- Vanaf tweede helft 18e eeuw overheerst door de 3 Weense klassieken: Haydn, Mozart (beide
Rococo, typisch 18de -eeuws) en Beethoven (overgangsfiguur tussen 18de en 19de eeuw)
23. Literatuur
Alleen proza werd verlicht, toneel en poëzie bleven volgens de regels van het neoclassicisme
Encyclopedie
- Het grootste didactische werk uit de Verlichting is de Encyclopédie, waaraan talrijke
geleerden meewerkten onder leiding van Denis Diderot.
- Doel hiervan ook om lezer in juiste rationele weg te tonen.
Tijdschriften
- Verbreiding verlichtingsideeën bevorderd door grote aantal tijdschriften
- Veel verhalen in verhalende vorm
- Doel was weinig ontwikkelde burgerij opvoeden
- Spectatoriale geschriften zijn de geschriften die naar de periodieken die naar het bekendste
artikel ‘’The Spectator’’ vernoemt zijn.
Het imaginaire reisverhaal
- Heel belangrijk was de episch-didactische literatuur, overheersende genre was het
imaginaire reisverhaal: Een tekst waarin men een reis beschrijft die nooit heeft
plaatsgevonden, maar waarin de schijn wordt opgehouden dat het om een echte reis gaat.
- Het imaginaire reisverhaal is overkoepelend genre>>> Veel satiren bijvoorbeeld hebben de
structuur van een imaginaire reis.
- Utopische romans of utopieën zijn romans over utopieën(ideale wereld)
- Derde genre, nauw verwant aan imaginaire reisverhaal is robinsonade: Een roman over een
of meer personen die door omstandigheden van de rest van de wereld afgezonderd raken en
zich alleen moeten zien te redden.
De roman
- Belangrijkste vernieuwing in de 18e eeuw was ontstaan van roman.
- In de roman gaat het om de personen en niet de gebeurtenissen en ideeën in het verhaal
zoals bij de satire of robinsonade.
- Ontstaan rond 1740 in Engeland, in 19e eeuw belangrijkste en meest gelezen literaire genre.
30. De Romantiek
- 18e eeuw: alles wat niet overeenkwam met Verlichting werd afgewezen als ‘romantisch’. Dit
was negatieve betekenis>> betekende vergezocht, overdreven.
- Later wordt het positief en een nieuwe cultuurstroom, diametraal tegenover de Verlichting
- Wetenschap komt interesse voor het ‘natuurlijke’ tot uiting in bestuderen van niet westerse
volkeren>> de etnologie of volkenkunde
- Verder ontstond volkskunde, die folklore van westerse bevolkingsgroepen bestudeert
- Beide vereisten kennis van geschiedenis en taal, >> hierdoor ontstond vergelijkende
taalwetenschap. Hierdoor werd aangetoond dat alle Europese talen met elkaar verwant zijn
behalve Fins, Hongaars en Baskisch. Ook zijn Europese talen verwant met die van India
- Ook werd spelling in die tijd geregeld. Voor 1804 was er geen officiële spelling.>>> Dit jaar
werd de spelling-Siegenbeek ingevoerd. Hierna vele andere spellingwijzigingen
- Naast taalwetenschap nu ook literatuurwetenschap. Hierdoor werden verhalen
opgeschreven en niet westerse literaturen vertaald.
- Romantiek was heel belangrijk in de kunst en is nog steeds terug te zien
- 18e eeuwse schilderijen zijn statisch en evenwichtig, met een ‘gesloten’ compositie: binnen
de lijst wordt een afgerond tafereel geschilderd.
- Compositie romantische schilderijen is ‘open’: Het lijkt alsof het tafereel zich buiten de lijst
voortzet, alsof er een deel van een groter geheel is geschilderd.
- Verder zijn ze veel warmer van kleur en nadruk lijkt meer op schilderen van kleuren dan op
het tekenen van vormen te liggen.
- Voorloper Romantische schilderkunst was Francisco de Goya (1746-1828)
- Ook neoclassicistische schilderkunst bloeide nog. Dit was zelfs de officiële kunst van de 19e
eeuw, omdat ze aan alle kunstacademies in heel Europa werd onderwezen.
- Romantische kunst speelde zich buiten de academies af.
- Voornaamste neoclassicist uit de tijd was Dominique Ingres (1780-1867)
32. Literatuur
- In reactie op rationalisme v/d Verlichting legden romantische schrijvers nadruk op het gevoel
Twee gevoelens spelen hierbij een overheersende rol: Weltschmerz en Sehnsucht. Hierbij
wijst men op de romantische melancholie (droefgeestigheid) en op het romantische
verlangen naar het onbereikbare geluk.
- Dit vormde inspiratiebron voor hun kunst.>>Hierdoor voortdurend begrippen die naast
elkaar voor komen die elkaar uitsluiten zoals ‘lieflijk geweld’
- In Renaissance en Verlichting hadden schrijvers vaak inspiratie gezocht in Klassieke Oudheid.
Romantici echter door de middeleeuwse literaturen van West-Europa.
- Hierdoor herleefde poëziegenres als de ballade en het sprookje.