Samenvatting Gemeenschap B

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 9

Week 1: Het gezin

Het gezin heeft verschillende vormen

- Traditionele gezinnen
- Eenouder gezin
- Meer oudergezin
- Homoseksuele gezinnen

Sociale kwaliteit = De kwaliteit van het leven van individuele mensen in wisselwerking met de kwaliteit van hun
sociale omgeving.
A. Sociale inclusie is zekerheid is gericht op sociale rechtvaardigheid via responsiviteit en toegankelijkheid
van groepen, gemeenschappen en systemen.
B. Empowerment is gericht op menselijke waardigheid via mogelijkheden tot zelfbeschikking, ondersteund
en versterkt door relaties en structuren.
C. Sociale cohesie is gericht solidariteit via gedeelde normen en waarden, erkenning, respect en
wederkerigheid.
D. Sociaal economische zekerheid is gericht op sociale rechtvaardigheid via het borgen van essentiële
bestaansvoorwaarden voor ieder mens via mensenrechten, wetgeving en voorzieningen.

Twee soorten van ouderschap


1. Biologisch
2. Juridisch: gezag = taak tot opvoeden
3. Juridisch ouderschap = familierechtelijke betrekkingen

Uitgangspunten bij ouderschap


1. Zoveel mogelijk aansluiten bij natuurlijke situatie: een vader en een moeder
2. Twee soorten ouderschap: Gezag en juridisch ouderschap
3. Je kunt (bijna) geen afstand doen van juridisch ouderschap
4. Het gezag kan je wel ontnomen worden

Gezag is de plicht en het recht tot opvoeding en verzorging, daarbij het bewind over het vermogen treed op als
wettelijke vertegenwoordiger in burgerlijke zaken.
- De plicht en het recht tot opvoeding en verzorging
- Het bewind over het vermogen
- Wettelijke vertegenwoordiger in burgerlijke zaken

Familierechtelijke betrekking: Formele verwantschap tussen twee personen. De relatie ontstaat door een
geboorte, adoptie, huwelijk of partnerschapsregistratie. De familierelatie wordt in officiële aktes vastgelegd.

De voogd heeft geen familierechtelijke betrekkingen, maar wel heeft een opvoedkundige taak.

Hulpmiddel bij mogelijk huiselijke geweld


- Is het melden strikt noodzakelijk?
- Is het zelf hulp bieden of anderszins ook mogelijk?

John Rawls uitgangspunten


- Principes voor de inrichting van de samenleving zijn rechtvaardig als we ze voorstellen in een situatie
waarin we een ieder zouden kunnen zijn (Veil of ignorance)
- Rechtvaardigheid betekent voor Rawls dat iedereen zijn eigen belangen aan de kant zet
Rawls zijn principes van rechtvaardigheid zijn gebaseerd op rationeel & economisch.

Juridisch ouderschap = Familierechtelijke betrekkingen


1. Achternaam geven
2. Toestemming geven voor het huwelijk
3. Recht op omgang
4. Financieel verantwoordelijk
5. Het kind heeft recht om te erven
6. Recht om de nationaliteit door te geven

De Juridisch ouder
Moeder:
1. Biologisch
2. Adoptie
3. In sommige gevallen ook de duo moeder
Vader:
1. Als hij getrouwd is of geregistreerd partnerschap heeft met de moeder
2. Als hij het kind heeft geadopteerd
3. Als hij het kind heeft erkend
4. Via rechtelijke vaststelling van het vaderschap
5. Via vervangende toestemming van de rechtbank

De vader heeft automatisch gezag als hij met de moeder is getrouwd of geregistreerd partnerschap heeft, ook als
hij het kind heeft geadopteerd. Via de rechter kan het gezag over het kind worden aangevraagd bij de
kantonrechter als bij hem vaderschap gerechtelijk is vastgesteld.

Naast familierechtelijk betrekkingen kan je een wettelijke vertegenwoordiger zijn.


De opvoeding is losgekoppeld van de familierechtelijke betrekking, dit gebeurt op moment dat ouders niet goed
in staat zijn om de opvoedingstaken zorgvuldig in te vullen.

Sociologische invloed van goed ouderschap

Opvoeding in juridische zin

1. Het ouderlijk gezag is de plicht en het echt van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te
voeden.
2. Dat is de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van
het kind en het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid
3. De ouder moet ook de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de ander ouder te bevorderen.

1. Autonoom mensbeeld
A. Mensen zelfstandig en vrij zijn over hun eigen leven kunnen beslissen.
B. Vrijheid belangrijker is dan solidariteit
C. Mensen verantwoordelijk zijn voor hun handelen
D. Grootste bedreiging voor mensen met een autonoom mensbeeld: inmenging in de bestaansvrijheid

2. Zorgend mensbeeld
A. We doen het samen
B. De zorg voor jezelf
C. De context is essentieel
D. De grootste bedreiging is verlaten worden

Ingrijpen doe je als SOW’er alleen bij situaties met een gevaarscriterium, dit omvat dat je als SOW’er slechts
ingrijpt als de ontwikkeling van het kind onder druk staat.

Kinderen onder de 12 zijn niet in staat eigen keuzes te maken, dit noem je wilsonbekwaamheid.
Tussen de 12 en 16 jaar is het de ouder en de kind tezamen, boven de 16 is dat het kind zelf.
Week 2: Armoede
Bij armoede is er sprake wanneer iemand gedurende een langere tijd niet de middelen heeft om te kunnen
beschikken over de goederen en voorzieningen die in zijn samenleving als minimaal noodzakelijk gelden.

Twee maatstaven voor armoede in Nederland


A. Basisbehoeftenbudget omvat uitgaven voor basale zaken zoals voedsel, kleding en wonen.
B. Niet-veel-maar-toereikendbudget omvat de kosten die noodzakelijk zijn voor sociale participatie
Twee vormen van armoede
1. Absoluut
2. Relatief

Het belangrijkste effecten van armoede in de samenleving is sociale uitsluiting

Grootste kans voor armoede


- Een ouder gezin
- Bijstand ontvangers
- ZZP’ers
- Migranten / 65+

SES = indelingen van de samenleving op basis van economische status


SES wordt bepaald via
- Inkomen
- Opleidingsniveau
- Beroep
- Rijkdom
- Context
Bij een lage SES heeft de persoon in kwestie minder toegang tot middelen op bijna elke levensterrein: van woon-
en werkomstandigheden tot gezondheidsinformatie.

WSNP = Wet schuldsanering natuurlijke personen


- De WSNP is een wettelijke regeling die het mogelijk maakt om na 36 maanden weer schuldenvrij te zijn,
onder toezicht van een bewindvoerder en een rechter-commissaris.
- De rechter beslist of je kunt worden toegelaten tot de WSNP
Sociale zekerheid regelt het bestaansminimum en is daarbij het geheel van maatregelen dat nodig is om de
gevolgen te compenseren van de risico’s die mensen lopen bij hun functioneren in de maatschappij zoals
werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid of pensioen.

Participatiewet (70% van het minimumloon)


- Algemene en bijzondere bijstand
- Arbeidsbeperking (WAJONG)
- Beschutte werkplaatsen (voorheen WSW)

Algemene bijstand
- Uitkering voor levensonderhoud
- Tegenprestatie naar vermogen
- Arbeidsverplichtingen
- Taaleis
- Kostendelersnorm
Bijzondere bijstand
- Een vorm van aanvullende inkomensondersteuning binnen de PW

Een WW-uitkering bedraagt 75% van het laatstverdiende loon, daarmee is het een tijdelijke uitkering om het
verlies aan inkomen tussen banen op te vangen.
Een WIA-uitkering is een arbeidsongeschiktheidsuitkering na twee jaar ziekte, in die periode is men gericht op
het bepalen van wat de werknemer nog kan verdienen ondanks zijn medische beperkingen.
Sociale mobiliteit omvat het stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder.

Volksverzekering
AOW
ANW
AKW

Sociale voorzieningen
PW
TW = Toeslagenwet
WAJONG : Krijg je op moment dat je een beperking hebt en niet kunt studeren/werken
WMO: Burgers zolang mogelijk zelfredzaam houden met hulp van de sociale voorzieningen

Week 3: Sociale cohesie


Jurgen Habermas: Leef & Systeemwereld
Systeemwereld = Markt en bureaucratieën: hierbinnen wordt doelgericht en rationeel gehandeld.
Leefwereld = Persoonlijke levenssfeer, thuis: hier staat communicatief handelen centraal
Systeemwereld kan leefwereld koloniseren als doelgerichtheid de overhand krijgt.

Driewerelden model
1. Objectieve wereld (feitelijk)
2. Normatieve wereld (waardegedreven)
3. Subjectieve wereld (contextueel)

Communicatief handelen is noodzakelijk om een goede balans te krijgen tussen systeem- en leefwereld.
Doel = gedeeld begrip en vooruitgang waarbij iedereen het recht heeft om deel te nemen

Emile Durkheim is een socioloog die onderzoek verrichte naar sociale cohesie in tijden van de industrialisatie.

Twee factoren beïnvloedden sociale cohesie:


1. Mechanische solidariteit: dezelfde geschiedenis, achtergrond, normen en waarden: leidt tot een collectief
bewustzijn. (Traditionele samenleving)
2. Organische solidariteit:samenwerken tussen groepen, wederzijdse afhankelijkheid om te overleven.
(Moderne samenleving)

Gevolgen afname sociale cohesie


- Toename eenzaamheid
- Afname netwerken
- Afname veiligheid

Volgens Kees Schuyt is de huidige samenleving een stuifzandsamenleving waarin homogeniteit transformeert
naar heterogeniteit.

Individualisme is een standpunt waarbij het individu boven het belang van de gemeenschap wordt geplaatst.

Gevolgen industrialisatie (1850 -1900)


- Massaproductie werd mogelijk
- Fabrieken werden opgericht
- Urbanisatie kwam op gang
- Sociale kwestie legde ongelijkheid arm en rijk bloot
- Sociale mobiliteit nam toe

Kapitalisme = Economisch systeem waarbij geld het middel is om producten en diensten te verdelen.
Kapitalisme verving het oude systeem van ruilhandel. Dit heeft tot gevolg dat de bezitter van het geld eigenaar is.
Week 4: Sociale cohesie

De participatiesamenleving heeft als uitgangspunt een krachtige sociale structuur waarin zelfredzaamheid,
maatschappelijke betrokkenheid en eigen verantwoordelijkheid de norm is.

Transformatie = Het creëren van een andere visie op zorg waarbij de eigen kracht van de burger voorop komt te
staan, in tegenstelling dat de staat alles voor de burger regelt.

Civil society (burgermaatschappij) is geïntroduceerd in 2007 met de WMO tezamen. Onder Civil Society vallen
alle organisaties, groepen mensen en initiatieven die gedaan worden zonder winstoogmerk om iets te doen of te
bereiken voor de samenleving.

Gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en
ouderen. Dit heet ook wel decentralisatie.

De belangrijkste transities in het sociale domein


1. AWBZ is opgegaan in de WMO
2. Participatiewet
3. Invoering van de Jeugdwet

WMO is er voor mensen vanaf 18 jaar die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn.
- Mensen met een beperking
- Chronisch zieke mensen
- Ouderen
- Mensen met psychosociale problemen
Uitgangspunten WMO
1. Burgers zo lang mogelijk zelfstandig te laten functioneren en volwaardig deel te laten nemen aan de
maatschappij
2. Gemeente heeft compensatieplicht als het sociale netwerk en algemene voorzieningen niet toereikend
zijn.
Jeugdwet
A. Jeugdhulp voor hulp en zorg voor jeugdigen en ouders die hun woonplaatsen hebben in de gemeente
B. Jeugdbescherming
C. Jeugdreclassering
Uitgangspunten Jeugdwet
A. Probleemoplossend vermogen versterken van kinderen en jongeren en hun sociale omgeving.
B. Opvoedcapaciteiten bevorderen van de ouders en de sociale omgeving
C. Preventie
D. Tijdig bieden van de juiste hulp op maat
E. Effectief en efficiënt samenwerking met belanghebbende
Taken van de gemeenten
1. Jeugd GGZ, gesloten jeugdzorg.
2. Jeugd-LVB
3. Jeugdstrafrecht, jeugdbescherming, jeugdreclassering
Week 5: Macht in de samenleving

Michel Foucault:
Structuralisme is een filosofische stroming waarbij individuen worden gezien als onderdelen van een groter
systeem dan zichzelf.

Drie soorten macht


1. Soevereine macht
2. Biomacht
3. Disciplinerende macht

Soevereine macht komt voort bij een alleenheerser en staat boven iedereen verheven. Zelf staat hij boven de
wet.
Biomacht richt zich op bevolking in het algemeen, het regelt gezondheid via statistische gegevens en heeft een
preventieve functie.
Disciplinerende macht is een vorm van macht d.m.v controlerende technieken, observaties en registraties.
Normaliserende macht is macht op basis van een vastgestelde norm, zodra iemand afwijkt wordt de persoon
gecorrigeerd met maatregelen.

Hannah Arendt is een filosofe dat zich in haar werk heeft gericht op het begrijpen van de ander en het
totalitarisme.
Volgens Arendt moeten we voor ons zelf denken, beslissen en regie houden en uitkijken dat we niet blind
autoriteit te volgen.
Onder de banaliteit van het kwaad wordt verstaan hoe het kwaad zich gemakkelijk kan manifesteren als de
individuele verantwoordelijkheid verloren gaat
Banaal = Alledaags
Banaliteit = Doen wat er van je wordt verwacht, zonder daar zelf over na te denken.

Menselijke activiteiten
Arbeid = routinematig
Werken = doel-rationeel
Handelen = in contact met anderen, overtuigingen uitspreken.
Week 6: Macht in relaties

Volgens Max Weber is Macht de mogelijkheid dat iemand binnen een sociale betrekking zijn eigen wil kan
doorzetten.
- Zelf wanneer daartegen weerstand wordt geboden
- Welk middel daarbij wordt gebruikt doet er niet toe
- Dat betekent niet iemand de wil van de ander opvolgt
Macht wordt gezag als de ondergeschikte de macht-uitoefening erkennen als legitiem.

Drie vormen van gezag


1. Rationeel gezag, op basis van regels en wetten.
2. Traditioneel gezag, op basis van traditie.
3. Charismatisch gezag, op basis van eigenschappen van de gezagsdrager.

Durkheim: ontstaan van relaties


- Bij wederzijdse afhankelijkheid
- Bij gedeelde waarden en normen
- Bij ontmoeting

Sociale ongelijkheid is ongelijkheid in macht tussen sociale posities.


Sociale ongelijkheid door sociale stratificatie = lagen in de samenleving die ingedeeld zijn door kenmerken van
een individu.

Volgens Hannah Arendt is macht uitgesteld geweld, dus er moet een derde macht komen genaamd autoriteit.
Autoriteit is een drieledige structuur waarbij de een zich vrijwillig aan een tweede onderwerpt op grond van een
door beide erkende derde.

Macht voor de SOW’er


- Relaties bevorderen welzijn van individu
- Inzetten op netwerk
- Sociaal werk veronderstelt beïnvloed van de ander en daarmee werk je met macht

Macht-uitoefening
1. Dwang: beïnvloeden van gedragingen van anderen tegen de wil van die anderen in
2. Gezag: beïnvloeden van gedragingen van anderen met instemming van die anderen
3. Manipulatie: beïnvloeden van gedragingen van anderen zonder dat die anderen zich hiervan bewust
zijn.

Relationele autonomie: Het zelf moet zich verbonden weten met anderen om zijn leven vorm te geven en
zichzelf te kunnen ontplooien.

Drang in de zorg omvat goed gedrag aanmoedigen en slecht gedrag afwijzen


1. Kan je alleen onderbouwen vanuit de relatie die je al hebt met de client.
Dwang in de zorg
1. Kan alleen vanuit een juridische legitimatie (machtiging)

Artikel 6: Overeenstemming over plan van aanpak


De sociaal werker onderscheidt zo veel als mogelijk op basis van instemming van de burger/client een
professionele relatie

Artikel 7: Macht en afhankelijkheid in de professionele relatie


De sociaal werker gaat een verantwoorde professionele relatie aan met de burger/client, waarin hij geen misbruik
maakt van het overwicht dat voortvloeit uit zijn deskundigheid en machtspositie.

Artikel 16: Het beëindigden van de professionele relatie


De sociaal werker beëindigt de professionele relatie indien niet meer kan worden voldaan aan de vraag van de
burger/client en of als niet meer gewerkt kan worden volgens de beroepsstandaarden. Bij afsluiten van de
professionele relatie draagt hij deze, eventueel, op verantwoorde wijze over of verwijst door.
Week 7: Echtscheiding, netwerk & bemoeizorg
Persoonlijk netwerk = vrienden en familie
Netwerk = Patroon van relaties

Doel van netwerk


1. Sociale integratie (Abraham Maslow)
2. Sociaal Kapitaal (Bourdieu)

Soorten netwerk
1. Open course, d.w.z open, en relatief toegankelijke netwerken en vrijblijvend
2. Gemeenschappen, minder vrijblijvend en minder toegankelijk

Binnen de participatiesamenleving ligt er een sterke nadruk op eigen kracht en het versterken van het sociale
netwerk.

Een sociaal netwerk kan sociale kwaliteit bevorderen, eenzaamheid verminderen en inclusie en cohesie
vergroten.

Life events zijn emotionele gebeurtenissen. Momenten in het leven die sterke invloed hebben op de persoon.
1. Huwelijk / scheiding
2. Carriereswitch / ontslag
3. Ziekte
4. Pensioen

Bij een scheiding splitsen netwerken met daarbij verlies aan veiligheid, zekerheid en sociale contacten.

Een ouderschapsplan is een plan van alle afspraken van de ouders waarin staat hoe zij het ouderschap gaan
invullen. Bijv. Omgangsregeling, financiële zaken en opvoeding gerelateerde zaken.
Beide ouders dienen het plan te ondertekenen en hiermee is het ouderschapsplan geldig.

Zorgregeling: Hoe de zorg en opvoeding concreet wordt verdeelt, wordt beschreven in een zorgregeling, deze
vormt dus een onderdeel van dit het ouderschapsplan.
Omgangsregeling: In het geval dat ouders niet samen het gezag hebben maar wel afspraken maken over
wanneer de ouder zonder gezag zijn kind ziet, spreken we over een omgangsregeling.
Het ouderschapsplan omvat
- Zorgregeling of omgangsregeling
- Afspraken over informatie en raadpleging
- Afspraken over kosten van verzorging en opvoeding
- Aanvullende afspraken

Na een echtscheiding blijft onderhoudsplicht bestaan


- Partneralimentatie (max 5 jaar)
- Kinderalimentatie (t/m 21 jaar)
Voorwaarde partneralimentatie
- Slechts bij echtscheiding of beëindiging geregistreerd partnerschap
- Bij groot verschil in komen partners
- Partner met hoogste inkomen ondersteunt de ander financieel
- Vaststelling hoogte in principe in overleg: indien nodig bepaalt de rechter draagkracht en vermogen.
Duur partneralimentatie
Per 2020 is het maximale termijn aan partneralimentatie 5 jaar geworden tenzij
- Jongste kind jonger dan 12 jaar of bijna AOW leeftijd.
Partneralimentatie stopt op moment dat de ontvangende ex-partner zelf weer voldoende inkomsten heeft of. Met
een ander trouwt.

Kinderalimentatie is voor alle ouders die uit elkaar gaan met kinderen tot 21 jaar.
- Vaststelling hoogte in overleg
- Voor kind moet de situatie zoveel mogelijk gelijk blijven
- Duurt voort tot het kind financieel zelfstandig is of 21 jaar wordt

Bemoeizorg is een vorm van zorg waarbij een hulpverlener zelf op mensen afstapt die complexe problemen
hebben. Denk hierbij aan psychiatrische problemen, verwaarlozing of verslaving.

You might also like