Professional Documents
Culture Documents
Kwantitatief Onderzoek Politieke Betrokkenheid
Kwantitatief Onderzoek Politieke Betrokkenheid
Kwantitatief Onderzoek Politieke Betrokkenheid
Bestuurskunde/Overheidsmanagement
Onderzoekers:
Oussama Htitich (19073534)
Yassine Azaoui (19078358)
Opleiding: Bestuurskunde/Overheidsmanagement
Course: Kwantitatief onderzoek
Docent: S. Erraja
Datum: 10-1-2021
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding.........................................................................................................................................3
Leeswijzer......................................................................................................................................3
2. Probleemanalyse...........................................................................................................................4
3. Hoofd- en deelvragen....................................................................................................................5
4. Doelstelling....................................................................................................................................6
Interne doelstelling............................................................................................................................6
Externe doelstelling...........................................................................................................................6
5. Onderzoeksverantwoording..........................................................................................................7
Populatie...........................................................................................................................................7
Steekproef.........................................................................................................................................7
Beschrijving verloop onderzoek.........................................................................................................7
Operationalisatie...............................................................................................................................7
6. Betrouwbaarheid & validiteit van de onderzoeksresultaten.........................................................8
Betrouwbaarheid...............................................................................................................................8
Validiteit............................................................................................................................................8
7. Onderzoeksresultaten...................................................................................................................9
8. Conclusie.....................................................................................................................................17
Bijlagen................................................................................................................................................18
Bijlage 1: Operationaliseringsschema..............................................................................................18
Bijlage 2: De gehanteerde vragenlijst..............................................................................................19
Bijlage 3: Databestand (Excel).........................................................................................................21
Literatuurlijst.......................................................................................................................................21
2
1. Inleiding
De laatste tijd heerst in Nederland de gedachte dat jonge stemgerechtigden minder gauw
betrokken zijn in de politiek. Veel studenten zijn wel degelijk betrokken bij de politiek maar,
door bepaalde opmerkingen, zijn zij weer geneigd om zich terug te trekken. (Scheffer, 2020).
Hierbij kun je denken aan opmerkingen over dat jongeren geen kennis hebben over het
leven waardoor hun ideeën als irrelevant worden gezien.
Er bestaat een relatie tussen het hebben van interesse in de politiek en het daadwerkelijk
betrokken zijn bij de politiek. Volgens een onderzoek van het CBS (2019) blijkt dat 44% van
de jonge mannen in de leeftijdscategorie 15-25 jaar betrokken zijn bij de politiek. Bij
vrouwen is dit percentage van politieke betrokkenheid in deze leeftijdscategorie nog minder
namelijk 35%. Volgens een onderzoek van het binnenlandsbestuur blijkt dan ook dat kans
voor diegene die geïnteresseerd zijn in de politiek 3.9 keer zo groot is om te participeren in
de politiek is dan voor de mensen die niet geïnteresseerd zijn (Schmeets, 2017).
In dit onderzoek zal de focus liggen op de politieke betrokkenheid van studenten
Bestuurskunde/Overheidsmanagement aan De Haagse Hogeschool op nationaal niveau. Hoe
het uiteindelijk zit met de politieke betrokkenheid onder de studenten, zal worden
uitgewerkt in dit onderzoek. De mate waarin deze studenten betrokken zijn in de politiek is
erg van belang, mede omdat deze studenten de toekomst zijn van Nederland en de
verkiezingen er bijna aankomen.
Leeswijzer
In deze paper gaan wij de politieke betrokkenheid onder de studenten
Bestuurskunde/overheidsmanagement onderzoeken. Eerst zal er een probleemanalyse
worden opgesteld met literatuur als bron. Vervolgens zal er een hoofdvraag en vier
deelvragen worden opgesteld. Bij een onderzoek hoort ook een onderzoeksverantwoording,
dat zal ook in dit onderzoek worden gemaakt. Daarin zullen zaken als de steekproef,
enquête en populatie worden uiteengezet. De resultaten van het onderzoek zullen daarna
worden gedeeld en uitgelegd, met als doel ook om middels de deelvragen, de hoofdvraag te
beantwoorden. Dit antwoord zal onder het kopje conclusie te vinden zijn, met daarnaast
een aanbeveling. Tot slot zullen de bijlages en literatuurlijst worden gedeeld.
3
2. Probleemanalyse
Nederland kent een democratie. Dit houdt in dat het volk als het ware de grootste macht
heeft (Historiek, 2019). Om deze democratie goed in stand te houden is het belangrijk dat
elke stemrechtigde inwoner zijn stem kan en moet laat horen. De beslissingen in de
nationale politiek representeren zo de belangen van het volk het best. Alleen het probleem
wat we de laatste jaren zien, is dat er in Nederland een verschil bestaat in politieke
betrokkenheid op nationaal niveau. (CBS, 2019). Hierbij is het vaak zo dat studenten of
andere jonge stemgerechtigden minder de neiging hebben om zich bezig te houden met de
politiek dan de wat meer oudere stemgerechtigden.
Het probleem wordt dan als het ware overgeheveld naar de politiek. Doordat niet elke
student even veel betrokken is bij de politiek, zal er een ongelijke politieke participatie
ontstaan, wat de politiek minder goed zal doen functioneren (ProDemos, z.d.). Het is
namelijk van belang dat elke stem in nationale politiek gehoord moet worden, zodat de
democratie niet in het geding komt (Scheffer, 2020). Alleen zo kunnen de belangen van het
volk zo goed mogelijk behartigd worden.
Dit probleem is al in de middelbareschooltijd ontstaan van de jonge studenten (Wolthekker,
2017). De docenten in Nederland voelen zich vaak minder geneigd om de leerlingen
hierover te onderwijzen. Zaken zoals de politiek laten zij liever aan de leerlingen zelf over.
Doordat er op de scholen zo weinig aandacht wordt besteed aan de politiek, komen de
studenten er zo ook nog eens minder snel in aanraking mee.
Tenslotte is het verschil in politieke betrokkenheid op nationaal niveau ontstaan doordat de
ideeën van jongeren als irrelevant werden gezien door de politiek (Scheffer, 2020). De
ouderen worden vaker gehoord dan de jongeren en deze worden dan ook serieuzer
genomen. In de huidige raadszalen is de gemiddelde leeftijd erg hoog. Voorzitter van het
Christen Democratisch Jongeren Appèl (CDJA) Hielke Onnink zei: “Uiteindelijk stem je
makkelijker op iemand waarin je je herkent dan op iemand waar je je niet in kunt
verplaatsen.” Studenten zullen dus sneller afhaken bij de politiek, als ze zien dat er weinig
jongeren aanwezig zijn zoals zij.
4
3. Hoofd- en deelvragen
Voor dit onderzoek is er gekozen voor een evaluerende hoofdvraag namelijk: “In welke
mate zijn de studenten Bestuurskunde/Overheidsmanagement aan De Haagse Hogeschool
met de leeftijd tussen 17 tot 30 jaar op nationaal niveau politiek betrokken?”
Om deze hoofdvraag te beantwoorden zijn er een aantal deelvragen opgesteld waarmee
uiteindelijk een goed en compleet beeld geschetst kan worden van de spelende
problematiek. De volgende 4 deelvragen staan direct in verband met de hoofdvraag en door
middel hiervan zal er een antwoord gegeven kunnen worden op deze centrale vraag.
4. Doelstelling
Interne doelstelling
De interne doelstelling van dit onderzoek is achterhalen hoe het zit met politieke
betrokkenheid van de studenten Bestuurskunde/Overheidsmanagement aan De Haagse
5
Hogeschool tussen de 17 en 30 jaar. Met dit onderzoek willen wij hun perspectief in kaart
brengen over de politiek. Het gaat hier ook om stemgerechtigden waardoor het belang van
de oorzaken ook groter wordt. De factoren en actoren die meespelen bij dit vraagstuk
moeten ook duidelijk in beeld worden gebracht en met dit onderzoek doen wij een poging
om dit te realiseren.
Externe doelstelling
Met de bevindingen van dit onderzoek willen wij de instanties helpen die het eventuele
probleem van een verminderde betrokkenheid willen aanpakken. De instanties van de
overheid kunnen met deze bevindingen zelf hun beleid aanpassen en specificeren, waardoor
zij een mogelijke oplossing kunnen bedenken voor dit probleem. Zij kunnen bijvoorbeeld
campagnes in deze doelgroep specificeren door de oorzaken meer aan te kaarten en het
vertrouwen van deze jongeren terugwinnen. Wij gaan ervan uit dat de overheid inziet dat
dit een probleem is en met behulp van dit onderzoek kunnen concluderen dat er werk aan
de winkel is. Wij willen dus ook een bewustheid creëren bij de instanties dat het degelijk
een probleem is. Zo kan de overheid met deze resultaten op de scholen meer lessen
verplichten die gaan over participatie in de samenleving en dat de politiek een belangrijk
middel is om maatschappelijke doelen te bereiken. De democratie werkt op zijn best als er
zo veel mogelijk mensen meedoen en middels dit onderzoek is het mogelijk om dat belang
naar voren te brengen.
5. Onderzoeksverantwoording
Populatie
Verhoeven (2014) definieert het begrip populatie als alle eenheden waarover je een
uitspraak wilt gaan doen. Hierbij zijn de eenheden dus de studenten
Bestuurskunde/Overheidsmanagement aan De Haagse Hogeschool met de leeftijd tussen 17
en 30 jaar. Er is juist voor deze studenten en dan ook uit deze leeftijdsgroep gekozen, omdat
zij in de toekomst enorm van belang zijn voor het oplossen en aanpakken van vraagstukken
6
van de overheid (De Haagse Hogeschool, z.d.). Deze studenten zijn dan ook het domein
waarbinnen het kwantitatieve onderzoek zich afspeelt.
Steekproef
Voor dit kwantitatieve onderzoek is er gebruik gemaakt van een selecte steekproef. Dit
houdt volgens Verhoeven (2014) in dat er niet willekeurig maar bewust een bepaalde groep
benaderd wordt. Er was een criteria vastgesteld waarin stond dat er minimaal 40
respondenten verzameld moesten worden. Aan deze steekproef hebben in totaal 41
studenten meegedaan.
Verder is er gekozen voor de door Verhoeven (2014) zogenaamde sneeuwbalmethode. Dit
houdt in dat eerst enkele bekende studenten Bestuurskunde/Overheidsmanagement
worden benaderd. Vervolgens kunnen zij andere studenten binnen deze opleiding
benaderen voor het onderzoek.
Het gaat hierbij dus om een kwantitatief onderzoek, aangezien er digitale enquête is
opgesteld en verspreid. Deze enquête bestond uit relevante vragen waarvan het resultaat
zal worden gebruikt om een antwoord te formuleren op de deelvragen en uiteindelijk ook
de hoofdvraag. Deze enquête is verspreid onder bekende studenten
Bestuurskunde/Overheidsmanagement via WhatsApp. Zij hebben deze doorgestuurd naar
de andere studenten binnen de opleiding waardoor er uiteindelijk een grotere groep bereikt
is. Op deze manier kan niet alleen de representativiteit van dit onderzoek gewaarborgd
worden, maar ook de responspercentage groot genoeg zijn.
Operationalisatie
Een begrip als politieke betrokkenheid is op meerdere manieren te definiëren. Om het
onderzoek goed te kunnen uitvoeren is het daarom van belang dat abstracte begrippen en
termen zodanig worden omgezet tot meetbare instrumenten. Politieke betrokkenheid
wordt daarom in dit onderzoek gedefinieerd als: zich bezighouden met zaken in de politiek
door middel van, te gaan stemmen, discussiëren en of door een gevoel van
vertegenwoordigd zijn (Korsten, 2009).
7
6. Betrouwbaarheid & validiteit van de onderzoeksresultaten
Betrouwbaarheid
Bij onderzoeken bestaat er een kans dat er toevallige fouten ontstaan zoals het verkeerd
aanklikken van een antwoord. Dit kan de betrouwbaarheid van onderzoeksresultaten
bedreigen. Echter is dit onderzoek gebruik gemaakt een enquête, en het uitvoeren hiervan
voldoet aan de herhaalbaarheidseis. Dit houdt in dat een onderzoek herhaalbaar behoort te
zijn ongeacht het tijdstip, afname door een andere onderzoeker, het gebruik van andere
proefpersonen of bij andere omstandigheden (Verhoeven, 2014). Ongeacht welke tijdstip
dit onderzoek zal worden afgenomen of door wie, maakt voor de resultaten van dit
onderzoek niet uit omdat er doelgericht en selectief is gehandeld.
Daarnaast is er in dit onderzoek gebruik gemaakt van de test-hertest om de resultaten
betrouwbaarder te maken. Dit is een betrouwbaarheidscriteria die enorm belangrijk is bij
het uitvoeren van een kwantitatief onderzoek. Dit criteria houdt in, dat er in de enquête
dezelfde soort vraag wordt gesteld alleen dan anders verwoord (Verhoeven, 2014). Voor de
enquêtevragen binnen dit onderzoek is er gestreefd naar een zo hoog samenhang, wat het
onderzoek betrouwbaar maakt.
Validiteit
Bovendien is de validiteit van een onderzoek van groot belang. Het is namelijk wel de
bedoeling om hetgeen wat je wilde meten uiteindelijk sterk overeenkomt met wat je
gemeten hebt (Verhoeven, 2014). Of te wel het onderzoek moet vrij zijn van systematische
fouten. Bij de interne validiteit gaat het erom of de juiste conclusies getrokken kunnen
worden. Voor dit onderzoek bestond de eis dat je student
Bestuurskunde/Overheidsmanagement moest zijn, maar het deelnemen aan de enquête
was geheel anoniem. Dit bevordert de interne validiteit van de resultaten, aangezien dit de
druk op de respondenten verminderd en zij wenselijk kunnen antwoorden op de vragen. Als
deze conclusies dan ook generaliseerbaar zijn over de gehele groep dan spreek je over
externe validiteit. Dit zou in twijfel getrokken kunnen worden omdat er slechts 41 van alle
studenten hebben deelgenomen aan het onderzoek. Tenslotte is er ook de begripsvaliditeit.
Dit houdt in of de begrippen daadwerkelijk meten wat er gemeten moet worden. Het
centrale begrip politieke betrokkenheid kent verschillende facetten. Deze zijn gesplitst in de
enquête vragen. Elke vraag beantwoord een ander facet. Zo gaat een vraag alleen maar over
het stemmen op nationaal niveau, wat het meten makkelijker maakt.
7. Onderzoeksresultaten
Met de enquête die wij hebben opgesteld hebben wij 41 respondenten weten te bereiken.
De respondenten zijn van de opleiding Bestuurskunde/Overheidsmanagement studerend
aan De Haagse Hogeschool. Wij vroegen hen over hun politieke betrokkenheid, om zo een
beeld te schetsen over hoe de studenten van deze opleiding betrokken zijn in de politiek. De
8
vragen die wij opstelden zijn zo bedacht om onder andere de deelvragen te kunnen
beantwoorden.
9
respondenten dicht in de buurt van de definitie zouden komen.
Als we kijken naar de figuren 1 en 1.1 dan zien we dat meer mannen vinden dat stemmen
onder politieke betrokkenheid valt, elf mannen in totaal. Juist meer vrouwen vinden dat het
bijhouden van de politiek valt onder betrokkenheid.
10
Figuur 2: vraag of respondenten ooit hebben gestemd
Figuur 2.1: verdeling of respondenten ooit hebben gestemd tussen man en vrouw
In figuur 2 zagen we dat 61,9% van de respondenten ooit op nationaal niveau heeft
gestemd. Als we kijken naar de mannen en de vrouwen die ooit hebben gestemd, zien we
dat het tussen de respondenten die ooit gestemd hebben gelijk opgaan als we kijken naar
het geslacht. Bij de nee-stemmers zien we dat de verdeling 66,6% is voor de vrouwen die
nooit hebben gestemd en 33,3% zijn man die nooit hebben gestemd. Dat laat zien dat er wel
degelijk wezenlijke verschillen zijn.
11
7.3 In hoeverre wordt er door studenten Bestuurskunde/Overheidsmanagement
gediscussieerd over politieke gebeurtenissen op nationaal niveau?
Uit de gehanteerde definitie van Korsten (2009) zien we dat discussiëren een onderdeel is
van de definitie die we gebruiken. Wij stelden de respondenten de vraag hoe vaak zij
discussiëren over de nationale politiek, om zo een beeld te schetsen over de betrokkenheid
van de respondenten als het gaat om discussies voeren over de nationale politiek.
Uit de enquêtevraag uit figuur 3 komen er een aantal interessante resultaten naar voren. Zo
zien wij dat 93,3% wel ooit een politieke discussie heeft gevoerd, maar als we kijken naar
figuur 2 zien we dat 61,9% ooit heeft gestemd. Het is wel zo dat het voeren van discussie
vaker gebeuren dan het stemmen op nationaal niveau. De verwachting was wel dat
iedereen ooit een politieke discussie had gevoerd, want het gaat hier om studenten
bestuurskunde die ook politieke vakken volgen.
12
Figuur 3.1: tabel van mannen die discussiëren over nationale politiek
Figuur 3.2: tabel van vrouwen die discussiëren over nationale politiek
In figuur 3 zagen we de resultaten van alle respondenten. In de figuren 3.1 en 3.2 wordt er
gekeken naar de resultaten op basis van geslacht. We zien dat de groep die nooit een
politieke discussie heeft gevoerd voor 100% uit vrouwen bestaat. En de groep die het vaakst
een politieke discussie heeft gevoerd zijn de mannen. In figuur 2.1 zien we ook dat de
meeste vrouwen nooit hebben gestemd op nationaal niveau. Er is een verband tussen deze
twee tabellen. Uit figuur 3.1 kunnen wij opmaken dat 42% van de mannen frequent een
politieke discussie voert. Bij de vrouwen uit figuur 3.2 is dat 33%. De respondenten die man
zijn houden dus vaker politieke discussies dan de vrouwen.
13
7.4 In hoeverre voelen studenten Bestuurskunde/Overheidsmanagement zich
vertegenwoordigt in de nationale politiek?
Een kenmerk van een representatieve democratie is dat er wordt gestreefd naar een
politieke gelijkheid voor iedereen (ProDemos, z.d). Politieke gelijkheid gaat samen met
politieke betrokkenheid. Wie zich vertegenwoordigt voelt in de politiek is meer betrokken
(Korsten, 2009). Daarom hebben wij in dit onderzoek de vraag gesteld of de studenten zich
vertegenwoordigt voelen in de nationale politiek.
14
Figuur4.1: respondenten die ooit hebben gestemd en gevoel van vertegenwoordiging
In figuur 4.1 zien we de resultaten van respondenten die ooit hebben gestemd en hen
gevoel over of zij zich vertegenwoordigd voelen. Door deze twee vragen te koppelen kunnen
we beter inzicht krijgen het groepje van de respondenten die ooit hebben gestemd. We zien
dat 23% van deze groep zich niet vertegenwoordigd voelt in de nationale politiek. Slechts
19% van de stemmers voelen zich volledig vertegenwoordigd.
Figuur 4.2: respondenten die nooit hebben gestemd en gevoel van vertegenwoordiging
In figuur 4.2 zien we dat het groepje van de respondenten die nooit op nationaal niveau
hebben gestemd. Deze groep hebben wij ook gekoppeld aan de vraag in hoeverre zij zich
vertegenwoordigd voelen in de politiek. Als verwacht is hier het percentage dat zich niet
vertegenwoordigd voelt hoger dan het percentage van de respondenten die wel ooit
hebben gestemd, 40% voelt zich niet vertegenwoordig. 0% van deze groep voelt zich
volledig vertegenwoordigd in de Tweede kamer.
15
Figuur 4.3: in hoeverre voelen mannen zich vertegenwoordigd in de nationale politiek
In de figuren 4.3 en 4.4 hebben wij de mannen en vrouwen als groep binnen de
respondenten geanalyseerd. Er zijn een paar dingen die opvallen. Relatief gezien voelen
meer mannen zich niet vertegenwoordigd in de Tweede kamer ten opzichte van de
vrouwen. Dat zijn 35% van de mannen tegenover 25% van de vrouwen. Maar de groep die
waarvan relatief gezien de meeste zich volledig vertegenwoordig worden zijn ook de
mannen. 24% van de mannen voelen zich volledig vertegenwoordig in de Tweede Kamer, bij
de vrouwen is dat slechts 4%.
In figuur 2 zagen we dat 61,9% wel ooit heeft gestemd, desondanks voelt slechts 11,9% zich
daadwerkelijk volledig vertegenwoordigd bij het uitbrengen van die stem.
16
8. Conclusie
17
volledige afspiegeling zijn van hele groep. Dit betekent niet dat de resultaten niet bruikbaar
zijn. Het schetst namelijk wel een beeld over de gedachtegang van deze studenten.
Bijlagen
Bijlage 1: Operationaliseringsschema
Theoretisch begrip Facet Meetbaar begrip Waarnemingsvraag
18
Politieke betrokkenheid Discussiëren Discussies voeren met Discussieer jij wel
Definitie: Zich anderen. eens met anderen
bezighouden met zaken over politieke
in de politiek, door gebeurtenissen op
middel van te gaan nationaal niveau?
stemmen, discussiëren
en of door een gevoel
van vertegenwoordigd
zijn (Korsten, 2009).
19
Anders
Wat is je leeftijd?
17
18-19
20-21
22-23
24-30
Ja
Nee
Ja
Nee
Weet ik niet
Heb jij een goed beeld van hoe het eraan toegaat in de nationale politiek?
Ja
Nee
Anders: eigen antwoord
Ja
Nee
Soms
Ligt aan het onderwerp (Bijvoorbeeld: vluchtelingen, zwarte piet, Corona etc.)
Ja
Nee
Ja, maar het interesseerde mij niet.
Zou de nationale politiek volgens jou interessanter zijn als er bij onderwerpen ook actief jongeren
betrokken zouden worden?
Ja
Nee
Anders: eigen antwoord
20
Nooit
Zelden
Soms
Vaak
Heel vaak
Via wat houd jij bij wat er in de nationale politiek allemaal gebeurt?
Sociale Media
Televisie
Radio
Via mensen in mijn omgeving
Krant
Anders: eigen antwoord
Nooit
Per toeval via televisie, Sociale Media etc
Elke dag
1x per week
Meerdere keren per week
1x per maand
Alleen tijdens de verkiezingen
Literatuurlijst
CBS. (2019, 28 maart). 4 op de 10 jongeren geïnteresseerd in politiek. Geraadpleegd op 19
novermber 2020 van, https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2019/13/4-op-de-10-jongeren-
geinteresseerd-in-politiek
21
Historiek. (2019, 6 december). Democratie – Betekenis en kenmerken van het politiek begrip.
Geraadpleegd op 19 november 2020 van,
https://historiek.net/democratie-betekenis-kenmerken/82679/
Scheffer, S. (2020, 8 februari). Jongeren worden niet door de politiek gezien: ‘Raadzalen zijn grijs en
oud’. Geraadpleegd op 20 november 2020 van, https://www.oogtv.nl/2020/02/jongeren-worden-
niet-door-de-politiek-gezien-raadzalen-zijn-grijs-en-oud/
Verhoeven, N. (2014). Wat is onderzoek? (5e ed.). Den Haag, Nederland: Boom Lemma.
22