Formules - 3-Bedrijfseconomie - UA FTI - 2018-2019

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 3

3-bedrijfseconomie 2018-2019 UA: FTI

FORMULES financiële ratio’s

1. Liquiditeit
1.1. Current ratio (liquiditeitsratio in de ruime zin)
𝐾𝑇 𝑣𝑙𝑜𝑡𝑡𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎
𝐶𝑢𝑟𝑟𝑒𝑛𝑡 𝑟𝑎𝑡𝑖𝑜 =
𝑉𝑉 𝑜𝑝 𝑘𝑜𝑟𝑡 𝑡𝑒𝑟𝑚𝑖𝑗𝑛
1.2. Acid test of quick ratio (liquiditeitsratio in de enge zin)
𝐾𝑇 𝑣𝑙𝑜𝑡𝑡𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 − 𝑣𝑜𝑜𝑟𝑟𝑎𝑑𝑒𝑛
𝑄𝑢𝑖𝑐𝑘 𝑟𝑎𝑡𝑖𝑜 =
𝑉𝑉 𝑜𝑝 𝑘𝑜𝑟𝑡𝑒 𝑡𝑒𝑟𝑚𝑖𝑗𝑛
1.3. Nettobedrijfskapitaal
𝑁𝑒𝑡𝑡𝑜𝑏𝑒𝑑𝑟𝑖𝑗𝑓𝑠𝑘𝑎𝑝𝑖𝑡𝑎𝑎𝑙 = 𝐾𝑇 𝑣𝑙𝑜𝑡𝑡𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 − 𝑉𝑉 𝑜𝑝 𝑘𝑜𝑟𝑡𝑒 𝑡𝑒𝑟𝑚𝑖𝑗𝑛

2. Rendabiliteit
2.1. Brutoverkoopmarge
𝑏𝑒𝑑𝑟𝑖𝑗𝑓𝑠𝑟𝑒𝑠𝑢𝑙𝑡𝑎𝑎𝑡 𝑣𝑜𝑜𝑟 𝑛𝑖𝑒𝑡 − 𝑘𝑎𝑠𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛
𝐵𝑟𝑢𝑡𝑜𝑣𝑒𝑟𝑘𝑜𝑜𝑝𝑚𝑎𝑟𝑔𝑒 = .100%
𝑣𝑒𝑟𝑘𝑜𝑝𝑒𝑛
2.2. Nettoverkoopmarge
𝑛𝑒𝑡𝑡𝑜 𝑏𝑒𝑑𝑟𝑖𝑗𝑓𝑠𝑟𝑒𝑠𝑢𝑙𝑡𝑎𝑎𝑡 𝑛𝑎 𝑛𝑖𝑒𝑡𝑘𝑎𝑠𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛
𝑁𝑒𝑡𝑡𝑜𝑣𝑒𝑟𝑘𝑜𝑜𝑝𝑚𝑎𝑟𝑔𝑒 = .100%
𝑣𝑒𝑟𝑘𝑜𝑝𝑒𝑛
2.3. Nettorendabiliteit van het eigen vermogen
𝑛𝑒𝑡𝑡𝑜𝑏𝑒𝑑𝑟𝑖𝑗𝑓𝑠𝑟𝑒𝑠𝑢𝑙𝑡𝑎𝑎𝑡
𝑁𝑒𝑡𝑡𝑜𝑣𝑒𝑟𝑘𝑜𝑜𝑝𝑚𝑎𝑟𝑔𝑒 = .100%
𝑒𝑖𝑔𝑒𝑛 𝑣𝑒𝑟𝑚𝑜𝑔𝑒𝑛

3. Solvabiliteit
3.1. Algemene schuldgraad in ratio
𝑣𝑟𝑒𝑒𝑚𝑑 𝑣𝑒𝑟𝑚𝑜𝑔𝑒𝑛
𝐴𝑙𝑔𝑒𝑚𝑒𝑛𝑒 𝑠𝑐ℎ𝑢𝑙𝑑𝑔𝑟𝑎𝑎𝑡 (𝑟𝑎𝑡𝑖𝑜) =
𝑡𝑜𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑣𝑒𝑟𝑚𝑜𝑔𝑒𝑛
3.2. Dekking financiële kosten door nettoresultaat
𝑤𝑖𝑛𝑠𝑡 𝑣𝑜𝑜𝑟 𝑏𝑒𝑙𝑎𝑠𝑡𝑖𝑛𝑔𝑒𝑛 + 𝑓𝑖𝑛𝑎𝑛𝑐𝑖ë𝑙𝑒 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 𝑉𝑉
=
𝑓𝑖𝑛𝑎𝑛𝑐𝑖ë𝑙𝑒 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 𝑉𝑉
3.3. Dekking totaal vermogen door operationele kasstroom
𝑘𝑎𝑠𝑠𝑡𝑟𝑜𝑜𝑚 𝑛𝑎 𝑏𝑒𝑙𝑎𝑠𝑡𝑖𝑛𝑔𝑒𝑛
=
𝑣𝑟𝑒𝑒𝑚𝑑 𝑣𝑒𝑟𝑚𝑜𝑔𝑒𝑛

4. Toegevoegde waarde
4.1. Bruto toegevoegde waarde volgens oorsprong (in euro)
= waarde van de productie – intermediair verbruik
• Met intermediair verbruik = kosten voorraden en andere diensten en goederen
4.2. Bruto toegevoegde waarde per personeelslid (in euro)
= bruto toegevoegde waarde / gemiddeld personeelsbestand

1
3-bedrijfseconomie 2018-2019 UA: FTI

FORMULES analyse via kasstroomoverzicht

1. Eindwaarde
𝐸𝑊 = 𝐶 . (1 + 𝑟)𝑡
C = geldsom/kasstroom in het begin r = rente t = tijdstip tussen twee kasstromen

2. Contante – actuele waarde = present value = hoeveel het geld nu waard is


𝐶
𝐶𝑊 =
(1 + 𝑟)𝑡

3. Geïndexeerde waarde
Wanneer kasstromen niet allemaal op 1 tijdstip plaatsvinden. Het houdt rekening met inflatie
𝐼𝑊 = 𝐶 . (1 + 𝑠)𝑡
s = jaarlijkse stijging (inflatie)

4. Prijspeiltijdstip
= geeft aan op welk moment / tijdstip (t) een uitgave of inkomst van toepassing is
𝐶 . (1 + 𝑠)𝑡
𝐶𝑊 =
(1 + 𝑟)𝑡

5. Netto actuele waarde (NAW)


= actuele (contante) waarde van toekomstige kasstromen bepalen
𝐹𝐶𝐹𝑡
𝑁𝐴𝑊 = ∑
(1 + 𝑟)𝑡
FCF = free cash flow = geld dat overblijft nadat alles betaalt is
= winst + afschrijvingen/waardeverminderingen – (her)investeringen – veranderingen in werkkapitaal
Verandering in werkkapitaal = verandering in voorraden + verandering in klantenkrediet –
verandering in leverancierskrediet
• Als NAW > 0 ➔ project aanvaarden (waardecreatie)
• Als NAW < 0 ➔ project niet aanvaarden (waardevernieling)
• r = het vereiste minimumrendement / de marktrente / rendement v/e alternatieve belegging

6. Gemiddelde boekhoudkundige opbrengstvoet (ARR)


ARR = Accounting Rate of Return
𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒 𝑗𝑎𝑎𝑟𝑙𝑖𝑗𝑘𝑠𝑒 𝑛𝑒𝑡𝑡𝑜𝑤𝑖𝑛𝑠𝑡
𝐴𝑅𝑅 =
𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒 𝑏𝑜𝑒𝑘𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 𝑣𝑎𝑛 𝑑𝑒 𝑖𝑛𝑣𝑒𝑠𝑡𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔
−𝑖𝑛𝑣𝑒𝑠𝑡𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔+𝑟𝑒𝑠𝑡𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒+∑𝑖𝑛 𝑛𝑒𝑡𝑡𝑜𝑤𝑖𝑛𝑠𝑡 𝑏𝑒𝑑𝑟𝑎𝑔𝑒𝑛
Gemiddelde jaarlijkse nettowinst = 𝑛

𝑖𝑛𝑣𝑒𝑠𝑡𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔+𝑟𝑒𝑠𝑡𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒
Gemiddelde boekwaarde van de investering = 2
• ARR > r ➔ aanvaarden
• ARR < r ➔ verwerpen

2
3-bedrijfseconomie 2018-2019 UA: FTI

7. Terugbetalingsperiode
Berekenen in hoeveel jaar de investering terug betaald wordt. Als het eerder is dan de gekozen tijd
(meestal VOORDAT het is afgeschreven), dan aanvaarden ze het.
𝑖𝑛𝑣𝑒𝑠𝑡𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔
𝑃𝑎𝑦𝑏𝑎𝑐𝑘 =
𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒 𝐹𝐶𝐹 𝑜𝑣𝑒𝑟 𝑑𝑒 𝑗𝑎𝑟𝑒𝑛 ℎ𝑒𝑒𝑛

• Terugbetalingstermijn < aanvaardbaar maximum => aanvaarden


• Terugbetalingstermijn > aanvaardbaar maximum => verwerpen
Opm.: gemiddelde FCF over de jaren heen = NADAT de investering gebeurde
8. Profitability index
KEN: wat berekent deze methode en de referentiewaardes kennen + resultaat interpreteren. Je moet
het niet kunnen berekenen.

𝐹𝐶𝐹𝑡
𝑃𝐼 = ∑ / 𝑖𝑛𝑣𝑒𝑠𝑡𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔
(1 + 𝑟)𝑡

• PI > 1 ➔ aanvaarden
• PI < 1 ➔ verwerpen

9. Interne rendementsmethode
NIET KUNNEN UITVOEREN, WEL DE FORMULE KENNEN.
• IRR = Internal Rate of Return
• Houdt net als NAW en PI rekening met verdiscontering
nl. kasstromen omzetten naar de actuele waarde)
𝐹𝐶𝐹𝑡
0= ∑ − 𝑖𝑛𝑣𝑒𝑠𝑡𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔
(1 + 𝐼𝑅𝑅)𝑡

• IRR > minimum vereist rendement ➔ aanvaarden


• IRR < minimum vereist rendement ➔ verwerpen

You might also like